122
Verklarende woordenlijst
Gigaset N720 DECT IP Multicell System / dut / A31008-M2314-M101-6-5419 / Glossary.fm / 07.10.2016
Version 2, 06.08.2010
Codec
Coder/decoder
Codec verwijst naar een procedure waarin analoge spraak voor verzending via het
internet wordt gedigitaliseerd en gecomprimeerd en waarin bij ontvangst van spraak-
pakketten de digitale gegevens worden gedecodeerd oftewel worden vertaald naar
analoge spraak. Er zijn verschillende codecs die zich onder andere onderscheiden in
de mate van compressie.
Aan beide zijden van de telefoonverbinding (beller-/verzenderszijde en ontvangers-
zijde) moet dezelfde codec worden gebruikt. De spraakcodec wordt bepaald bij het
tot stand brengen van de verbinding tussen verzender en ontvanger.
De keuze van de codec is een compromis tussen spraakkwaliteit, transmissiesnelheid
en benodigde bandbreedte. Een grotere compressie betekent bijvoorbeeld dat de
benodigde bandbreedte per spraakverbinding kleiner is. Dit betekent echter ook dat
voor het comprimeren/decomprimeren van de gegevens meer tijd nodig is, wat de
doorlooptijd van de gegevens in het netwerk verlengt en daarmee de spraakkwaliteit
beïnvloedt. De benodigde tijd vergroot de vertraging tussen het spreken door de ver-
zender en ontvangst van het gesprokene bij de ontvanger.
COLP / COLR
Connected Line Identification Presentation/Restriction
Functie van een VoIP-/ISDN-verbinding voor uitgaande oproepen.
Bij COLP wordt bij de beller het nummer van de ontvanger weergegeven.
Het telefoonnummer van de ontvangende deelnemer kan afwijken van het gekozen
nummer, bijvoorbeeld bij oproepomleiding of oproepovername.
De opgebelde deelnemer kan met COLR (Connected Line Identification Restriction)
het verzenden van het telefoonnummer naar de beller onderdrukken.
CW
Call Waiting
Zie Wisselgesprek (aankloppen).
D
DECT
Digital Enhanced Cordless Telecommunications
Mondiale standaard voor de draadloze aansluiting van mobiele eindapparatuur
(handsets) op telefoon-basisstations.
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol
Internetprotocol dat de automatische uitgifte van IP-adressen aan Netwerkgebrui-
kers regelt. Het protocol wordt in het netwerk door een server ter beschikking gesteld.
Een DHCP-server kan bijvoorbeeld een router zijn.
Het toestel bevat een DHCP-client. Een router die een DHCP-server bevat, kan de IP-
adressen voor het toestel automatisch toekennen op basis van een vastgelegd adres-
bereik. Door deze dynamische toewijzing kunnen meerdere Netwerkgebruikers een
IP-adres delen. Zij kunnen het IP-adres echter niet tegelijkertijd, maar alleen afwisse-
lend gebruiken.
Bij sommige routers kunt u voor het telefoontoestel vastleggen, dat het IP-adres van
het toestel nooit wordt gewijzigd.