Gigaset DE310 IP PRO / nl / A31008-M2218-M101-3-5419 / glossary.fm / 01.10.2012
PRO Version 3, 30.05.2012
133
Verklarende woordenlijst
Codec
Coder/decoder
Codec verwijst naar een procedure waarin analoge spraak voor verzending via het inter-
net wordt gedigitaliseerd en gecomprimeerd en waarin bij ontvangst van spraakpakket-
ten de digitale gegevens worden gedecodeerd oftewel worden vertaald naar analoge
spraak. Er zijn verschillende codecs die zich onder andere onderscheiden in de mate van
compressie.
Aan beide zijden van de telefoonverbinding (beller-/verzenderszijde en ontvangerszijde)
moet dezelfde spraakcodec worden gebruikt. De spraakcodec wordt bepaald bij het tot
stand brengen van de verbinding tussen verzender en ontvanger.
De keuze van de codec is een compromis tussen spraakkwaliteit, transmissiesnelheid en
benodigde bandbreedte. Een grotere compressie betekent bijvoorbeeld dat de beno-
digde bandbreedte per spraakverbinding kleiner is. Dit betekent echter ook dat voor het
comprimeren/decomprimeren van de gegevens meer tijd nodig is, wat de doorlooptijd
van de gegevens in het netwerk verlengt en daarmee de spraakkwaliteit beïnvloedt. De
benodigde tijd vergroot de vertraging tussen het spreken door de verzender en ontvangst
van het gesprokene bij de ontvanger.
COLP/COLR
Connected Line Identification Presentation/Restriction
Functie van een VoIP-verbinding voor uitgaande oproepen.
Bij COLP wordt bij de beller het nummer van de ontvanger weergegeven.
Het telefoonnummer van de ontvangende deelnemer kan afwijken van het gekozen num-
mer, bijvoorbeeld bij oproepomleiding of oproepovername.
De opgebelde deelnemer kan met COLR (Connected Line Identification Restriction) het
verzenden van het telefoonnummer naar de beller onderdrukken.
CW
Call Waiting
zie Wisselgesprek (aankloppen.
D
DHCP
Dynamic Host Configuration Protocol
Internetprotocol dat de automatische uitgifte van IP-adressen aan netwerkdeelnemers
regelt. Het protocol wordt in het netwerk door een server ter beschikking gesteld. Een
DHCP-server kan bijvoorbeeld een router zijn.
Het toestel bevat een DHCP-client. Een router die een DHCP-server bevat, kan de IP-adres-
sen voor het toestel automatisch toekennen op basis van een vastgelegd adresbereik.
Door deze dynamische toewijzing kunnen meerdere netwerkdeelnemers een IP-adres
delen. Zij kunnen het IP-adres echter niet tegelijkertijd, maar alleen afwisselend gebrui-
ken.
Bij sommige routers kunt u voor het telefoontoestel vastleggen, dat het IP-adres van het
toestel nooit wordt gewijzigd.