Accu opladen los van de fiets:
t /FFNCPWFOTUBBOEFMBBEJOTUSVDUJFTJOBDIU
t 7FSXJKEFSEFBDDVVJUEFGJFUTDPOGPSNEFFFSEFS
beschreven instructie.
t -FHEFBDDVPQFFOWMBLLFIBSEFPOEFSHSPOEJOEFCVVSU
van een stopcontact.
t 0QFOIFUSVCCFSFOBGEFLEPQKFWBOEFBDDVMBBEQMVH
linksachter bij het achterlicht en steek de stekker van de
lader er in. (afb. 15)
t ;PSHEBUEFTUFLLFSTUFWJHJOEFBDDV[JUBGC
t 4UFFLEFTUFLLFSJOIFUTUPQDPOUBDU
t "MTFSFFO-&%MBNQKFJOIFUBDIUFSMJDIUHBBU
knipperen heeft u de lader correct aangesloten.
Op de lader zelf brandt een groen lampje, ten teken dat
de lader in gebruik is.
t )FULOJQQFSFOEF-&%MBNQKFHFFGUEFMBBETUBUVTWBOEF
accu weer. De LED begint aan de uiterst rechterzijde en
zal dan naar links verplaatsen. Elk LED-lampje staat voor
POHFWFFSPQHFMBEFOUPFTUBOE"MTEFLOJQQFSFOEF
LED uiterst links staat is de accu bijna volledig vol.
(afb. 17)
t &S[JKOPPLBDDVTJOPNMPPQEJFUJKEFOTIFUMBEFOHFFO
knipperende LED laten zien. Om de accustatus van deze
accu’s te checken dient u kort op de knop van het
achterlicht te drukken. De positie van de knipperende
LED geeft aan hoe vol de accu reeds geladen is.
t "MTVLMBBSCFOUNFUPQMBEFOWFSXJKEFSUVFFSTUEF
stekker uit de accu, beschermt u de laadplug weer met
het afdekdopje en haalt u daana de stekker van de lader
uit het stopcontact.
Tip: Rijd 1 à 2 keer per jaar uw accu helemaal leeg.
Het volledig ontladen en volledig opladen van de accu
heeft namelijk een positief effect op de levensduur van
de accu.
17
15
16