162116
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/76
Pagina verder
i
Voorwoord
Hartelijk dank dat u heeft gekozen voor het meest geavanceerde verplaatsbare autonavigatiesysteem dat
momenteel verkrijgbaar is. De StreetPilot 26xx maakt gebruik van de bewezen kwaliteit van Garmin GPS en
functionele cartografie om een onovertroffen verplaatsbaar navigatiesysteem te creëren.
Dit handboek is voor de bediening van de StreetPilot 2610/2620/2650/2660. Het gebruik en de
specificaties zijn voor de vier modellen gelijk, tenzij anders is aangegeven en we vermelden het
typenummer verder als 26xx. Om uw nieuwe GPS optimaal te kunnen benutten is het van belang dat u
de nodige tijd besteedt aan het bestuderen van dit handboek. Voor uw gemak is dit handboek in drie delen
opgesplitst.
In het eerste deel wordt de StreetPilot 26xx voorgesteld met de veiligheidsinformatie, de inhoudsopgave,
het onderhoud en de indeling van de bedieningstoetsen.
Deel 2 beschrijft in hoofdstukken uitgebreid de functionaliteit en het gebruik van de StreetPilot 26xx.
In deel 3 vindt u een overzicht van de gebruikte terminologie en de plaatsingsinstructies. Gebruik de
inhoudsopgave op de volgende pagina voor het zoeken naar het door u gevraagde onderwerp.
Inleiding
Productregistratie
Serienummer
Gebruik de ruimte hieronder om het serienummer (8-
cijferig nummer aan de onderzijde van het apparaat) van
uw StreetPilot 26xx te noteren voor het geval van verlies,
diefstal of reparatie. Bewaar het originele aankoopbewijs
op een veilige plaats of bevestig een fotokopie in dit
handboek.
Serienummer:
De StreetPilot 26xx bevat geen door u zelf te repareren
onderdelen. Neem voor reparatie contact op met een
geautoriseerde Garmin dealer of de importeur. De Street-
Pilot 26xx is dichtgeschroefd. De garantie vervalt indien u
het apparaat binnen de garantieperiode zelf opent voor
reparaties en/of wijzigingen en kan resulteren in perma-
nente schade aan het apparaat.
ii
Inleiding
Inhoudsopgave
Voorwoord
..........................................................
i
Product registratie ................................................... i
Inhoudsopgave
...............................................
iii
Inleiding
.............................................................
iii
FCC Regelgeving ................................................... iii
Waarschuwingen ................................................ iv-v
Software licentie overeenkomst ............................. vi
Aansprakelijkheid ................................................ vii
Onderhoud ......................................................... viii
Paklijst .................................................................. ix
StreetPilot 26xx kenmerken ................................... x
Toetsenbordgebruik ................................................ 1
Afstandbediening ................................................... 2
Schermweergave en volume instelling .................... 3
Touchscreen en gegevens invoeren ......................... 4
Gegevens invoeren en selecteren ............................ 5
Overzicht weergaveschermen ................................. 6
Virtuele proefrit ................................................. 6-12
Referentie
.........................................................
13
Het kaartscherm ................................................... 13
Kaartscherm opties ............................................... 17
Volgende afslagscherm .......................................... 22
Actuele route ........................................................ 23
Tripinformatie ......................................................
24
Waypoints vastleggen ........................................... 26
Het zoekmenu gebruiken ..................................... 27
Het routemenu gebruiken .................................... 33
Hoofdmenu .......................................................... 37
Instellingen .......................................................... 38
Tabkaart Algemeen ...........................................
38
Tabkaart Begeleiding ........................................
39
Tabkaart Routering ...........................................
39
Tabkaart Tijd ....................................................
42
Tabkaart Veiligheid ...........................................
42
Tabkaart tracklog ..............................................
43
Tabkaart Taal ....................................................
43
Tabkaart Interface (uitsluitend 2650-2660) ......
44
Informatieschermen ............................................. 45
GPS Informatiescherm ...................................... 45
MapSource informatie ......................................
49
Systeem informatie ........................................... 49
Bijvoegsels
......................................................
44
Bijvoegsel A: plaatsing .......................................... 50
Bijvoegsel B: tijdverschil ....................................... 55
Bijvoegsel C: diakritische tekens gebruiken .......... 56
Bijvoegsel D: CompactFlash
®
geheugenkaarten .... 57
Bijvoegsel E: berichten ......................................... 60
Bijvoegsel F: specificaties ...................................... 62
Bijvoegsel G: index ............................................... 64
iii
FCC Regelgeving
Dit apparaat voldoet aan hetgeen in deel 15 van de FCC voorschriften is gesteld voor klasse B
digitale apparatuur voor gebruik thuis of op kantoor. Deze voorschriften zijn opgesteld om een redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een huiselijke omgeving en zijn strenger dan de
voorschriften voor gebruik buitenshuis.
De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) Het apparaat mag geen schadelijke
storing veroorzaken, en (2) Het apparaat moet elke ontvangen storing aanvaarden, met inbegrip van die
storing die de werking mogelijk ongewenst kan beïnvloeden.
Deze apparatuur genereert, gebruikt en kan energie uitstralen welke, indien het apparaat niet is
geplaatst en toegepast in overeenstemming met de instructies, hinderlijke storing kan veroorzaken bij
radiocommunicatie. Er is geen garantie dat er geen storing ontstaat bij een bepaalde installatie. Mocht
het apparaat hinderlijke storing veroorzaken bij andere apparatuur, eenvoudig te controleren door deze
apparatuur uit en weer aan te zetten, dan kan de gebruiker proberen de storing te verhelpen met een van de
navolgende maatregelen:
• Verdraai of verplaats de ontvangstantenne.
• Vergroot de afstand tussen het apparaat en de ontvanger.
• Sluit het apparaat aan op een andere groep dan waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg uw dealer of een erkend technicus voor hulp.
De StreetPilot 26xx bevat geen door u zelf te repareren onderdelen. Neem voor reparatie contact op met
een geautoriseerde Garmin dealer of de importeur. De garantie vervalt indien u binnen de garantieperiode
zelf reparaties uitvoert aan het apparaat.
Inleiding
FCC Regelgeving
iv
Inleiding
Waarschuwingen
LET OP: het gebruik van de StreetPilot 26xx is voor uw eigen risico. Om de kans op een onveilig
gebruik te verminderen, wordt u geacht dit handboek te hebben doorgelezen, begrepen en met de simulator
instelling te hebben geoefend voor gebruik in de praktijk. Vergelijk tijdens het gebruik de aanwijzingen van
de StreetPilot 26xx met uw eigen visuele waarnemingen. Uit veiligheidsoogpunt dient u onduidelijkheden
op te lossen voor u verder navigeert.
LET OP: HET IS DE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER OM DIT PRODUKT MET
VOORZORG TE GEBRUIKEN. DIT PRODUKT IS BEDOELD ALS EEN HULPMIDDEL BIJ HET REIZEN EN
DIENT NIET TE WORDEN GEBRUIKT VOOR DOELEINDEN WAARBIJ NAUWKEURIGE METING VAN
PEILING, AFSTAND, POSITIE OF TOPOGRAFIE IS VEREIST. DIT PRODUKT IS NIET BEDOELD ALS
EEN HULPMIDDEL BIJ LUCHTVAART NAVIGATIE.
LET OP: de elektronische kaart is een navigatiehulpmiddel en bedoeld voor gebruik naast officiële
cartografie en niet om deze te vervangen. Alleen officiële cartografie en Berichten aan Zeevarenden bevatten
alle informatie voor een veilige navigatie – en, zoals gebruikelijk, bent u als gebruiker verantwoordelijk voor
een voorzichtig en overwogen gebruik van deze informatie.
CARTOGRAFISCHE INFORMATIE: het is één van Garmin’s doelstellingen om haar gebruikers
te voorzien van de meest complete en nauwkeurige cartografie die is te verkrijgen tegen een redelijke
prijs. Garmin gebruikt een combinatie van overheid- en particulier materiaal welke worden vermeld in
de auteursrechtelijke mededeling in de verpakking en wordt getoond in de copyright mededeling op het
scherm. Vrijwel al het materiaal is tot op zekere hoogte onnauwkeurig of onvolledig. Dit is volgens GARMIN
met name het geval buiten de Verenigde Staten waar volledige en/of nauwkeurige digitale kaartgegevens
niet beschikbaar zijn of buiten proportioneel duur. Niets is perfect en dat geldt ook voor cartografie. Het
verdient daarom aanbeveling om onderweg het weergegeven kaartbeeld te vergelijken met de omgeving. Dit
om te bevestigen dat u op de juiste bestemming aankomt.
v
WAARSCHUWING: Het Global Positioning System (GPS) wordt beheerd door het Amerikaanse
ministerie van defensie die als enige verantwoordelijk is voor nauwkeurigheid en onderhoud. Het systeem
is onderhevig aan wijzigingen die de nauwkeurigheid en goede werking van GPS apparatuur kunnen
beïnvloeden. Hoewel de StreetPilot 26xx een precisie elektronisch navigatiehulpmiddel (NAVAID) is, kan
zo’n navigatiehulpmiddel verkeerd worden gebruikt of geïnterpreteerd en daardoor onveilig zijn.
WAARSCHUWING: Bij gebruik in voertuigen is de eigenaar/gebruiker van de StreetPilot 26xx als enige
verantwoordelijk voor een zodanig montage dat: het besturen en/of bedienen van het voertuig niet wordt
gehinderd door de StreetPilot 26xx; het zicht van de bestuurder niet wordt belemmerd; schade of persoon-
lijk letsel bij een ongeval wordt voorkomen. Monteer de StreetPilot 26xx niet op een airbag comparti-
ment(en) of in het werkingsgebied van een airbag. Airbags worden met grote snelheid opgeblazen waardoor
ze voorwerpen binnen hun werkingsgebied met kracht naar de inzittenden kunnen verplaatsen met kans
op letsel. Bestudeer de airbag waarschuwingen in het handboek van uw voertuig. Plaats de StreetPilot 26xx
niet op een plaats waar bestuurder of passagiers er mee in aanraking kunnen komen bij een ongeval of
aanrijding. Het bij de StreetPilot 26xx meegeleverde montagemateriaal vrijwaart u niet van schade bij een
aanrijding of de gevolgen daarvan.
WAARSCHUWING: Bij gebruik in voertuigen is de bestuurder als enige verantwoordelijk voor het op
een veilige manier besturen van zijn voertuig en mag zich daarbij nooit en te nimmer zodanig laten afleiden
door de StreetPilot 26xx dat een veilig gebruik van het voertuig in gevaar komt. Het is gevaarlijk om de
StreetPilot 26xx te bedienen onder het rijden. Indien een bestuurder van een met een StreetPilot 26xx uitge-
rust voertuig onvoldoende aandacht schenkt aan het besturen van het voertuig en de rij-omstandigheden
terwijl het voertuig in beweging is, kan dit resulteren in een ongeval of aanrijding met kans op schade en
persoonlijk letsel.
Inleiding
Waarschuwingen
Uw StreetPilot 26xx is voorzien van een ‘Veilige Modus’
functie om een veilig weggedrag te bevorderen. Als uw
voertuig in beweging is, schakelt ‘Veilige Modus’ die
functies van uw StreetPilot 26xx uit die een meer dan
gemiddelde aandacht vragen en u daardoor kunnen afleiden
van het rijden. Standaard is deze functie actief maar kan
worden uitgezet zodat een passagier het toestel kan bedienen
tijdens het rijden. Zie bladzijde 42 voor meer informatie.
Aanwijzingen voor het plaatsen in een voertuig staan in
Bijvoegsel A op bladzijde 50.
vi
Inleiding
Software licentie
overeenkomst
Software licentie overeenkomst
DOOR DE StreetPilot 26xx TE GEBRUIKEN STEMT U IN MET DE VOORWAARDEN EN CONDITIES
VAN DE NAVOLGENDE SOFTWARE LICENTIE OVEREENKOMST. LEES DEZE OVEREENKOMST ZORG-
VULDIG DOOR.
De Garmin Corporation (“GARMIN”) verleent u hierbij toestemming tot het gebruik van de software
zoals die in dit apparaat (de “Software”) in binair uitvoerbare vorm is opgeslagen voor normaal gebruik van
dit product. Naam, eigendomsrechten en intellectuele eigendomsrechten in en van de Software blijven van
GARMIN.
U erkent dat de Software het eigendom is van GARMIN en wordt beschermd volgens de auteursrechten
zoals vastgelegd volgens de wetgeving van de Verenigde Staten en internationale auteursrechten
overeenkomsten. Verder bevestigt u dat de structuur, opzet en code van de Software waardevolle
handelsgeheimen van GARMIN zijn en dat de Software in broncode vorm een waardevol handelsgeheim van
GARMIN blijft. U stemt er mee in de Software of een deel daarvan niet te de-compileren, dis-assembleren,
wijzigen, omgekeerd te assembleren, omgekeerd te bewerken of te reduceren naar een menselijk leesbare
vorm of een afgeleide vorm van de Software te ontwikkelen. U stemt er mee in de Software niet te
exporteren of te herexporteren naar een land dat in strijd handelt met de export wetgeving van de Verenigde
Staten.
vii
Garantie
De GARMIN Corporation staat tot één jaar na aankoop van dit product garant voor mankementen aan
het materiaal en de fabricage. GARMIN zal, indien het bedrijf dit noodzakelijk acht, onderdelen repareren
of vervangen die bij normaal gebruik mankementen vertonen. De onderdelen en manuren die bij dergelijke
reparaties of vervangingen gemaakt worden, zullen niet bij de klant in rekening worden gebracht. De klant
is echter wel verantwoordelijk voor de transportkosten. Deze garantiebepaling geldt niet voor mankementen
veroorzaakt door verkeerd of ruw gebruik, ongelukken, of veranderingen of reparaties aan het apparaat die
uitgevoerd zijn door onbevoegden.
DE GARANTIEBEPALINGEN EN RECHTSMIDDELEN DIE HIER GENOEMD WORDEN ZIJN
EXCLUSIEF EN IN PLAATS VAN ALLE ANDERE GECOMMUNICEERDE OF GEIMPLICEERDE
(WETTELIJKE) GARANTIEBEPALINGEN, MET INBEGRIP VAN IEDERE WETTELIJKE
AANSPRAKELIJKHEID DIE ZICH KAN VOORDOEN ONDER ELKE GARANTIE VAN HANDEL OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WETTELIJK OF ANDERS. DEZE GARANTIEBEPALING
GEEFT U SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN, DIE PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
IN GEEN GEVAL IS GARMIN WETTELIJK AANSPRAKELIJK VOOR SECUNDAIRE, BIJZONDERE,
BIJKOMSTIGE, OF INDIRECTE SCHADE, VEROORZAAKT DOOR VERKEERD OF ONBEKWAAM
GEBRUIK OF DOOR DEFECTEN IN HET PRODUCT.
GARMIN behoudt zich het exclusieve recht voor naar eigen inzicht het apparaat of de software te
repareren of te vervangen of een volledige restitutie van de aankoopsom te bieden. DIT IS UW ENIGE EN
EXCLUSIEVE RECHTSMIDDEL WANNEER DE GARANTIE GESCHONDEN WORDT.
Wanneer u een product wilt laten repareren dat nog onder de garantie valt, neemt u contact op met uw
GARMIN dealer. U dient het apparaat stevig verpakt in te leveren of voldoende gefrankeerd op te sturen
naar uw dealer. Vergeet niet het RMA-nummer aan de buitenzijde op het pakket te vermelden. U dient ook
de aankoopbon mee te sturen als bewijs dat het apparaat nog onder de garantie valt.
Producten welke verkocht zijn via on-line veilingen komen niet in aanmerking voor korting of andere
speciale aanbiedingen van Garmin. On-line aankoopbewijzen worden niet geaccepteerd voor garantie
aanspraken. Voor garantie reparaties dient een aankoopbewijs van de oorspronkelijke dealer te worden
overlegd. Garmin voorziet niet in uit pakketten ontbrekende componenten welke via een on-line verkoop
zijn aangeschaft.
Inleiding
Garantie
Adressen
GARMIN (Europe) Ltd.
Unit 5, The Quadrangle,
Abbey Park Industrial Estate,
Romsey, SO51 9AQ U.K.
Importeur voor Nederland:
Sailtron b.v.
Postbus 297
3990 GB HOUTEN
Importeur voor België:
Formar Electronics N.V.
Vlijtstraat 50
1160 BRUSSEL
viii
Inleiding
Onderhoud
Reinigen van de navigator
De StreetPilot 26xx en de afstandbediening zijn gemaakt van hoogwaardige materialen en vereisen geen
ander onderhoud dan schoonhouden. Gebruik een zachte doek en een huishoudschoonmaakmiddel om
het venster en de kast te reinigen. Voorkom dat brandstof of een ander chemisch oplosmiddel dat kunststof
aantast met het apparaat in aanraking komt.
Reinigen van het Touchscreen.
Het StreetPilot 26xx touchscreen is primair bedoeld om met de vingertoppen te worden bediend. Het
gebruik van een PDA styluspen is ook toegestaan maar het wordt ontraden dit te doen tijdens het rijden.
Gebruik geen hard of scherp voorwerp op het touchscreen om beschadiging te voorkomen. Het scherm
kan worden gereinigd met een zachte, schone en pluisvrije doek. Water of een brilglas reiniger kunnen
worden gebruikt indien vereist. Maak in dit geval de doek vochtig met de vloeistof en veeg het touchscreen
vervolgens voorzichtig schoon.
Opslag
Sla de StreetPilot 26xx niet op in ruimtes (bijv. de kofferbak van uw auto) waar langdurige blootstelling
aan hoge temperaturen kan plaatsvinden om permanente beschadiging te voorkomen. Gebruiker informatie
zoals waypoints en routes worden in het geheugen van het apparaat bewaard zonder dat externe voeding
vereist is. Desalniettemin is het goed gebruik om opgeslagen data regelmatig in een PC op te slaan als back-
up (m.b.v. MapSource.)
Het wordt ontraden om alkaline batterijen voor langere tijd in de afstandbediening op te slaan. Om kans
op batterijlekkage in het batterijcompartiment te verminderen wordt het aangeraden om de batterijen te
verwijderen als u het apparaat voor langer dan 6 maanden niet gebruikt.
Voor het oplossen van problemen welke hier niet worden besproken kunt u contact opnemen met uw
dealer of met de importeur.
ix
Controleer de inhoud van de verpakking voordat u uw Garmin StreetPilot 26xx in gebruik neemt. Neem
direct contact op met uw dealer indien er iets ontbreekt.
Standaard inbegrepen:
StreetPilot 2610 / 2620 / 2650 / 2660
MapSource CityNavigator Cd-rom (enkel 2610 / 2650)
Unlock Code certificaat (geel)
CompactFlash
®
(voor 2610 / 2650) geheugenkaart (reeds in StreetPilot geplaatst)
Dashboard montagesteun
Verplaatsbare antislip montagevoet
Gecombineerde luidspreker/voedingskabel (12/24 volt g.s)
Netvoeding
PC/USB interface kabel
DR (gisbestek) kabel (enkel 2650 / 2660)
Alfanumerieke afstandbediening. (Vereist 2 * AAA alkaline batterijen. Niet inbegrepen)
Gebruikershandboek
Quick Guide
MapSource handleiding
Optionele accessoires.
Externe antenne (MCX connector, 3 volt voeding, bijv. Garmin GA 27C)
Draagtas
Voor Streetpilot 2610 of 2650: CompactFlash
®
geheugenkaart (b.v. 512 of 1024 MB)
Inleiding
Paklijst
x
Inleiding
Kenmerken
Vooraanzicht Achteraanzicht
Infrarood venster
Ontvangt signalen van
de afstandbediening.
Niet blokkeren.
Interne patch
antenne
Ontvangt signalen van
de GPS satellieten. Niet
blokkeren.
Aan/uit schakelaar
Druk onder (1) om aan
en boven (o) om uit te
zetten.
Externe antenne
aansluiting
MCX aansluiting voor
optionele externe
antenne.
Lichtsensor
Stelt automatisch
schermverlichting in.
8-bit kleuren LCD
Touchscreen scherm
Informatie weergave.
Wissel van scherm met
de PAGE-toets.
Toetsenbord
Bediening van de
StreetPilot.
USB aansluiting
Aansluiten van de
StreetPilot op een PC
voor het programmeren
CF
®
kaart of back-up.
Voeding/speaker aan-
sluiting
Aansluiting voor voeding
en luidspreker en ev.
(2650/2660) DR-kabel.
Verstelbare steun
Voor het plaatsen op de
montagevoet en instel-
len van de zichthoek.
CompactFlash
®
kaart
deur (2610/2650)
Plaats hier de CF kaart
voor detail cartografie
en informatie over Inte-
ressante locaties. Houdt
deur gesloten voor
waterbestendigheid.
Ingebouwde harde
schijf (2620/2660)
Met detail cartografie
en informatie over
Interessante locaties.
1
Vooraanzicht Achteraanzicht
Toetsenbordgebruik
Het StreetPilot 26xx toetsenbord maakt het mogelijk om twee functies per toets te gebruiken. De
primaire functie staat in grote letters op de toets boven de secundaire functie. De primaire functie gebruikt u
door de toets kort in te drukken. Het ingedrukt houden van de toets activeert de secundaire functie (indien
beschikbaar.) Bijvoorbeeld het kort indrukken van de PAGE/MARK toets wisselt tussen de beschikbare
weergaveschermen. Als u de PAGE/mark toets indrukt en na 2 seconden loslaat legt u uw actuele positie
vast als waypoint (zie bladzijde 20.)
Opmerking: Zodra de externe luidspreker op de StreetPilot 26xx is aangesloten, kunnen gesproken
route-aanwijzingen worden gegeven. Deze gesproken aanwijzingen bestaan uit het aankondigen van
afslagen (richting en afstand), routeafwijkingen en aankomst bij bestemming. Verder zijn er gesproken
systeem boodschappen over bijv. slechte ontvangst. Via het systeemmenu kunnen de automatische
spraakaanwijzingen worden uitgezet (maar handmatig activeren is mogelijk met de SPEAK-toets.)
PAGE/mark toets – Wisselt tussen de hoofdschermen en om terug te keren van een optievenster naar
een hoofdscherm. Ingedrukt houden legt de actuele positie vast als waypoint.
MENU/route toets - Toont het menu met de voor dat scherm beschikbare opties. Druk twee keer voor
Informatiemenu. Ingedrukt houden toont de beschikbare route opties.
FIND/recent toets - Met de FIND toets kunt u in de interne database zoeken naar steden, afritten en
persoonlijke waypoints. In combinatie met een van CityNavigator informatie voorziene CompactFlash
®
kaart kan ook worden gezocht op adressen en Interessante locaties. Recent toont een (sorteerbare) lijst met
recent gevonden posities
SPEAK/volume toets – Door SPEAK in te drukken wordt tijdens het navigeren de eerstvolgende
aanwijzing herhaald of de actuele GPS status als u niet navigeert. Houdt deze toets ingedrukt om het
spraakinstructie volume te wijzigen. Een volumeregelaar verschijnt links op het scherm. Druk onder of
boven op de regelaar om het volume in 10 stappen naar wens in te stellen. Bij iedere aanraking wordt het
volumegetal genoemd.
Inleiding
Toetsenbord gebruik
Ingebouwde harde
schijf (2620/2660)
Met detail cartografie
en informatie over
Interessante locaties.
2
Inleiding
De afstandbediening
IR venster
Gebruik van de alfanumerieke afstandbediening
De alfanumerieke afstandbediening van StreetPilot 26xx stelt u in staat alle functies van de toetsen en het
touchscreen te gebruiken. De primaire functies staan op de toetsen vermeld en de secondaire functies (zoals
op de navigator) voor PAGE, MENU, FIND en SPEAK toets activeert u door ze 2 seconden ingedrukt te
houden.
Voor een juist gebruik dient u het IR (infra rood) venster van de afstandbediening op het IR oog links
voor op de StreetPilot 26xx te richten. Let op dat het IR oog niet wordt geblokkeerd.
De afstandbediening heeft een aantal extra toetsen voor het vlot invoeren van gegevens en voor de
bediening van de StreetPilot 26xx.
(ZOOM) IN toets – Voor het inzoomen op het kaartscherm om een kleiner stuk kaart in detail te bekijken.
(ZOOM) OUT toets - Voor het uitzoomen op het kaartscherm voor een overzichtkaart met minder detail.
QUIT toets – Om terug te keren naar de vorige pagina of om oude waarden te herstellen bij het invoeren
van gegevens (invoer annuleren.)
ROUTE toets – Toont een pop-up venster met beschikbare route navigatie functies.
DUIM-toets – Voor het selecteren van menu opties, wijzigen van instellingen of het invoeren van
gegevens. Dient ook voor het verschuiven de cursor op het kaartscherm. Druk op de DUIM-toets om een
gemarkeerde optie te activeren of om te beginnen met data invoer.
ALFANUMERIEKE toetsen – Te gebruiken voor het invoeren van alfanumerieke gegevens in de navigator.
Deze toetsen kunnen worden gebruikt in combinatie met de
DUIM-toets. Om de eerste letter te kiezen
drukt u éénmaal op de toets, tweemaal voor de tweede letter, voor de derde letter driemaal of vier voor het
cijfer (vijf keer voor de 7 en de 9.) De 1-toets kan maar één keer worden ingedrukt en de spatie/0 maar
twee keer. Pauzeer kort als het juiste karakter wordt weergegeven waarna de cursor automatisch naar de
volgende karakterpositie schuift.
De afstandbediening vereist 2 AAA alkaline batterijen. Plaats de batterijen door de deksel van het batterijcompartiment aan de
onderzijde iets omhoog te drukken en het vervolgens open te kantelen. Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen (zie
de markeringen in het compartiment.) Sluit het batterijcompartiment en let op dat de deksel in de juiste positie dicht klikt.
3
De StreetPilot 26xx aan en uit zetten
De aan/uit schakelaar bevindt zich van voren gezien aan de rechterzijde van de navigator. Kantel deze
naar beneden om de navigator aan te zetten en naar boven om uit te zetten. Na het aanzetten verschijnt kort
het Introscherm gevolgd door het kaart informatie- en copyrightscherm. Druk op de DUIM-toets of raak
‘OK’ op het scherm aan om te bevestigen of wacht kort tot de veilig rijden waarschuwing verschijnt.
Bevestig op dezelfde wijze of wacht tot het kaartscherm verschijnt.
De schermverlichting, het contrast en het spraakvolume instellen
Het StreetPilot 26xx scherm en toetsen worden verlicht voor gebruik ’s nachts of in helder zonlicht. De
schermhelderheid en het contrast zijn handmatig in te stellen. Merk op dat bij het gebruik van de StreetPilot
26xx onder extreme temperaturen kleine wijzigingen vereist zijn voor de beste afleesbaarheid.
Schermverlichting en contrast in stellen:
1. Druk op MENU-toets en kies ‘Scherm’.
2. Stel de schermverlichting en het contrast in op het gewenste niveau. Plaats een vinkje voor ‘Áuto helderheid’
om de schermverlichting automatisch te regelen. Zet de helderheidschuif in het midden voor een optimale
werking van Auto helderheid. Met deze functie stelt de navigator zelf de helderheid in aan de hand van het
heersende omgevingslicht. Let op dat door de helderheidschuif laag in te stellen de Auto helderheid snel z’n
laagste waarde zal bereiken.
Het spraakvolume instellen:
1. Houdt de SPEAK toets ingedrukt. Links op het scherm verschijnt een volume regelaar.
2. Stel het volume naar wens in. De maximum waarde is 10, minimum is 1 en 0 is uit. (Alternatief kunt u het
volume in drie stappen regelen tussen maximaal, minimaal en een eerder ingestelde waarde door op
SPEAK
te drukken als de volumeregelaar wordt weergegeven) Bij ieder wijziging wordt het ingestelde niveau
uitgesproken.
Het kalibreren van het touchscreen:
1. Druk op ‘MENU’ op de navigator of de afstandbediening en kies ‘Scherm’.
2. Druk op
FIND om te beginnen met de touchscreen kalibratie. Volg de instructies op het scherm.
Inleiding
Schermweergave en
volume instelling
Helderheidschuif Contrastschuif
Volumeregelaar
4
Inleiding
Touchscreen en
gegevens invoeren
Het StreetPilot 26xx touchscreen is primair bedoeld om
met de vingertoppen te worden bediend. Het gebruik
van een PDA styluspen is ook toegestaan maar het wordt
ontraden dit te doen tijdens het rijden. Gebruik geen
hard of scherp voorwerp op het touchscreen om
beschadiging te voorkomen. Het scherm kan worden
gereinigd met een zachte, schone en pluisvrije doek. Water
of een brilglas reiniger kunnen worden gebruikt indien
vereist. Maak in dit geval de doek vochtig met de vloeistof
en veeg het touchscreen vervolgens voorzichtig schoon.
Gegevens invoeren
Touchscreen gebruik
Het StreetPilot 26xx Touchscreen stelt u in staat om menu’s te selecteren, de cursor of wijzer te
bedienen, door lijsten te bladeren en gegevens in te voeren met uw vingertop.
Om het touchscreen te gebruiken dient u het gewenste object op het scherm aan te raken met net
voldoende druk om die functie te activeren. Oefen geen onnodig hoge druk uit op het touchscreen.
Als de touchscreen toon ‘aan’ staat hoort u bij iedere aanraking een klik uit de externe luidspreker. Als het
Touchscreen niet naar behoren functioneert dan is misschien kalibratie vereist (zie blz. 3.)
Voor acties zoals het schuiven van de kaart of bladeren in een lijst raakt u het scherm aan verschuift u
uw vinger naar het gewenste punt op de kaart of in de lijst.
Kenmerken en gegevens invoeren
De volgende kenmerken en gegevens invoer procedures worden in dit handboek toegepast.
Cursor – Een geel gemarkeerd veld op het scherm dat naar links, rechts, boven of beneden kan worden
verplaatst met schermaanraking of de DUIM-toets om een individueel veld op het scherm te kiezen. Het
verplaatsen van de cursor naar een specifieke positie stelt u in staat te beginnen met gegevens invoer,
instellingen te wijzigen of door een lijst te bladeren.
Veld – Een deel van het scherm waar een groep karakters of een optie wordt ingevoerd en weergegeven.
De cursor wordt op een veld geplaatst met schermaanraking of de
DUIM-toets.
Het invoeren van gegevens in een veld:
1. Gebruik links, rechts, op of neer van de DUIM-toets op de afstandbediening om een gewenst veld te markeren
en druk hem dan in of raak het gewenste veld aan op het scherm om te beginnen met de invoer van gegevens.
2. Bij het gebruik van het touchscreen raakt u de gewenste karakters aan op het scherm. Wissel tussen de invoer
van cijfers en letters door te kiezen voor A-Z’ en ‘0-9’ tabkaart. Na keuze wordt de cursor automatisch naar
de volgende positie verplaatst. Raak ‘<’ aan om de cursor terug te zetten en zet ‘m vooruit door ‘>’ aan te
raken. Raak ‘Spatie’ aan om een spatie in te voeren. Verwijder een gemarkeerd karakter door ‘Wis’ aan te
raken. Tijdens de invoer geeft het scherm aan welke karakters beschikbaar zijn voor een dataveld. Op de
afstandbediening gebruikt u de DUIM-toets om het gewenste karakter of de optie te markeren en druk ‘m in
om te bevestigen. Of gebruik de alfanumerieke toetsen op de afstandbediening. Om de eerste letter te kiezen
5
drukt u éénmaal op de toets, tweemaal voor de tweede letter, voor de derde letter driemaal of vier voor het
cijfer.
De 1-toets kan maar één keer worden ingedrukt en de spatie/0 maar twee keer. Druk vijf keer voor de 7 en
de 9. Pauzeer kort als het juiste karakter wordt weergegeven waarna de cursor automatisch naar de volgende
karakterpositie schuift.
3. Zodra de gewenste gegevens zijn ingevoerd raakt u ‘OK’ aan of markeert u deze met de
DUIM-toets en drukt
deze dan in om te bevestigen.
Een instelling kiezen en wijzigen:
1. Raak het gewenste veld aan of selecteer met links, rechts, op of neer van de DUIM-toets en druk deze dan in.
2. Raak de gewenste instelling aan of markeer deze met de
DUIM-toets en druk in om te bevestigen.
Symbolen – Gelijk aan ‘Veld’ of ‘Schermtoetsen’. Symbolen zijn grafische plaatjes, menu onderdelen
of kaartopties. Plaats de cursor op een symbool met de DUIM-toets of raak ‘m aan. Als u een symbool
selecteert met de DUIM-toets dan wordt de bijbehorende tekst vergroot voor betere leesbaarheid.
Schermtoetsen – Gelijk aan ‘Veld’. Plaats de cursor op een toets en druk op de
DUIM-toets of raak de
gewenste toets aan om de bijbehorende functie te activeren. Een voorbeeld van een schermtoets is ‘Ga naar’
dat rechts onder aan het scherm verschijnt na het vinden van een adres.
Schuifbalk - Als de weer te geven lijst te lang is voor het scherm, verschijnt er een schuifbalk aan de
rechterkant van het scherm. De positie van de schuifknop is representatief voor het weergegeven deel van
de lijst. De lengte van de schuifknop is een indicatie voor de lengte van de lijst.
Door een lijst bladeren:
1. Gebruik OP en NEER van de DUIM-toets om door de lijst te bladeren of raak de blauwe op- of neer-pijl aan om
per item door de lijst te bladeren. Raak de schuifbalk zelf aan en verschuif deze met uw vinger. Door het scherm
net boven of onder de schuifbalk aan te raken bladert u per scherm.
Af-fabriek - Een in de software van de navigator ingebouwde instelling die wordt gehanteerd tenzij
de gebruiker deze wijzigt. Bijvoorbeeld de af-fabriek instelling voor ‘eenheden’ is Statuut maar deze is
gebruiker instelbaar op ‘Metrisch’. Zodra een instelling is gewijzigd, wordt deze wijziging gebruikt tot de
volgende wijziging of tot ‘Originele instellingen herstellen’ wordt toegepast.
Inleiding
Gegevens invoeren en
selecteren
Een voorbeeld van een schermtoets – de ‘Ga naar’
schermtoets op het ‘Waypoint herzien’ scherm.
Als de weer te geven lijst te lang is voor het scherm,
verschijnt er een schuifbalk aan de rechterkant van het
scherm. Met links/rechts van de DUIM-toets bladert u
scherm voor scherm door de lijst.
6
Inleiding
Weergaveschermen
De eerste keer dat u de StreetPilot 26xx gebruikt
moet het apparaat z’n beginpositie vaststellen. Dit
proces kan enkele minuten duren en gun de
StreetPilot 26xx de tijd om de benodigde gegevens
binnen te halen. De StreetPilot 26xx is klaar voor
gebruik zodra ‘Gereed voor navigatie’ verschijnt.
(Afhankelijk van de tabkaart instelling, zie blz. 19.)
De weergaveschermen in een oogopslag
Alle op de StreetPilot 26xx beschikbare informatie wordt weergegeven op een aantal schermen. Er
zijn drie hoofdschermen, te weten het kaartscherm, het actueel routescherm en het tripcomputerscherm.
Het actueel routescherm wordt alleen vertoond bij het rijden van een route waarbij eveneens een vierde
scherm verschijnt, het volgend-afslag scherm. Op de afstandbediening kunt u heen en weer bladeren met
de PAGE en QUIT toets, op de navigator zelf kunt u alleen voor uit bladeren met de PAGE-toets. In het
referentiedeel wordt ieder scherm in detail beschreven.
Actueel routescherm – alleen
beschikbaar tijdens route navigatie.
PAGE-
toets op
Navigator
en afstand-
bediening.
QUIT-toets
op afstand-
bediening.
Kaartscherm Tripcomputerscherm
Proefrit
We gaan de StreetPilot 26xx simulator instelling gebruiken om een bestemming te selecteren, een route
te berekenen en te bekijken hoe de navigator in de werkelijkheid functioneert. Bij deze proefrit gebruiken
we de FIND-toets om u te laten zien hoe de StreetPilot 26xx met spraakaanwijzingen begeleidt tijdens
de navigatie. Als u dit nog niet heeft gedaan dan kunt u om te beginnen uw StreetPilot 26xx mee naar
buiten nemen zodat uw actuele positie kan worden berekend. Gebruik de meegeleverde netvoeding en een
verlengsnoer om het apparaat van voeding te voorzien.
Het berekenen van de actuele positie:
1. Zet uw StreetPilot 26xx aan met AAN/UIT-schakelaar en bevestig de opstartschermen. Let op dat de antenne
vrij zicht op de hemel heeft.
2. Het inschakelproces is gereed zodra het kaartscherm verschijnt.
3. Bekijk de informatie aan de rechterkant van het kaartscherm. Zodra dit wijzigt van ‘Zoek satellieten’ naar
‘Gereed voor navigatie’, dan heeft uw StreetPilot 26xx de actuele positie berekend.
7
U kunt nu binnenshuis verder gaan met uw proefrit. Sluit het apparaat binnen aan op de netvoeding,
neem plaats in uw favoriete stoel, pak een kop koffie erbij en we gaan op reis.
De StreetPilot 26xx binnenshuis gebruiken en een reis simuleren:
1. Zet de StreetPilot 26xx aan en druk als het kaartscherm wordt weergegeven op de MENU-toets.
2. Markeer ‘Gebruik binnenshuis’ volgens de instructies op bladzijde 5.
3. Bevestig het ‘GPS uitgezet voor gebruik binnenshuis’ bericht. De StreetPilot 26xx staat nu in de simulatormodus.
Opmerking: In het dagelijks gebruik dient u de simulator NIET te activeren. Zet het
apparaat aan, selecteer een bestemming (zie hierna) en rij erheen!
Uw StreetPilot 26xx is voorzien van een database met steden en snelwegafritten. Als u de
CompactFlash
®
(CF) CF
®
geheugenkaart al heeft voorzien van CityNavigator detailcartografie, dan heeft u
ook toegang tot een tweede database met Interessante locaties (POI), adressen en kruispunten (de CF kaart
moet hiervoor in de navigator aanwezig zijn.) Voor deze proefrit maken we gebruik van steden uit de vaste
database en daarna een interessante positie vanaf de CF
®
geheugenkaart. Na het lezen en proberen van de
voorbeelden kunt u zelf met de andere categorieën gaan experimenteren.
1. Druk op de FIND-toets. Het zoekvenster verschijnt waar u de gewenste categorie kunt markeren.
2. Kies de gewenste categorie, in dit geval ‘Steden’.
3. De StreetPilot 26xx zoekt nu in de interne database en presenteert vervolgens een lijst met dichtstbijzijnde
steden inclusief de richting en afstand vanaf uw actuele positie.
4. Kies een nabijgelegen plaats uit de lijst. Een informatiescherm verschijnt met daarop de plaatsnaam, provincie
en land en onder aan het scherm een drietal schermtoetsen. (vervolg op volgende bladzijde)
OPMERKING: U kunt steden zoeken op naam of in de lijst met dichtstbijzijnde steden. In dit
voorbeeld wordt de laatstgenoemde lijst gebruikt maar experimenteer later zelf.
Inleiding
Een bestemming zoeken
Selecteer ‘Gebruik binnenshuis’ om de
simulatormodus te activeren.
Druk op FIND en kies ‘Steden’ om een lijst met
dichtstbijzijnde steden weer te geven en een
bestemming te selecteren.
8
Inleiding
Kaartscherm
Als u alleen de route wilt bekijken zonder de navigatie te
simuleren, kiest u voor ‘Nee’.
Raak ‘+’ aan om in te zoomen en ‘-‘ om uit te zoomen.
5. Om die plaats als bestemming te gebruiken raakt u ‘Ga naar’ aan. (Of druk op QUIT op de afstandbediening of
raak het X-symbool aan op het scherm om terug te keren naar de lijst om stap 4 te herhalen.)
6. Een venster verschijnt waarop u uw routevoorkeur kunt aangeven. Kies voor ‘Kortere tijd’ of ‘Kortere afstand’
afhankelijk van uw voorkeur. (‘Niet via de weg’ is voor rechte lijn navigatie in plaats van afslag-voor-afslag
aanwijzingen)
7.
ALLEEN IN SIMULATORMODUS:
een tweede venster verschijnt met de vraag ‘Wilt u deze route gesimuleerd
rijden?’ Raak ‘Ja’ aan.
Kaartscherm
Uw actuele positie wordt op het kaartscherm aangegeven met het pijlpuntsymbool. De route wordt met
een paarse strook aangeduid.
Routelijn
Volgende afslag Data tabkaarten
Uw actuele positie
Kaartschaal Rij-aanwijzing
Het kaartscherm toont afslag-voor-afslag aanwijzingen terwijl u ‘rijdt’. Aan de rechterkant van het
scherm worden de snelheid en de afstand en geschatte reistijd tot de eerstvolgende afslag weergegeven. Een
blauwe richtingpijl met de afstand tot de eerstvolgende afslag worden aan de linkerkant getoond. Op het
kaartscherm ziet u ook de schaal (links onder) en geografische kenmerken als meren, rivieren, snelwegen en
steden. U kunt de kaartschaal wijzigen met de afstandbediening of met het touchscreen.
Het wijzigen van de kaartschaal:
1. Raak op het scherm de kaartschaal aan. Een balk verschijnt links op het scherm en de datavelden rechts
verdwijnen van het scherm. Raak het vergrootglas met het ‘+’ symbool aan om in te zoomen. Een kleiner
deel van de kaart wordt met meer detail weergegeven. Of gebruik op de afstandbediening de
IN-toets. De
datavelden rechts op het scherm blijven dan zichtbaar. Houdt de
IN-toets ingedrukt om snel van schaal te
veranderen. (vervolgd)
9
2. Raak het ‘-‘ aan om uit te zoomen en een overzichtkaart met minder detail weer te geven. Of gebruik de OUT-
toets op de afstandbediening.
3. Om terug te keren naar de normale weergave raakt u het ‘terug’ symbool links bovenaan (pijl naar links) of
drukt u op QUIT van de afstandbediening.
Actueel routescherm
Als de StreetPilot 26xx met een route navigeert, wordt het actueel routescherm weergegeven tussen
het kaartscherm en het Tripinformatiescherm. Het scherm toont een lijst met de drie eerstvolgende
afslagen in de route en onder aan uw bestemming met in ieder veld een wijzer die de rijrichting aangeeft,
rij-aanwijzingen en de afstand, reistijd en de geschatte aankomsttijd bij dat punt. Vanaf het actuele route
scherm kunt u het eerstvolgend afslagscherm oproepen.
Rij-aanwijzingen
Geschatte tijd te gaan & tijd van
aankomst bij afslag
Afslagrichting Schuifbalk
Afstand te gaan
Eindbestemming, afstand
en tijd te gaan en geschatte
aankomsttijd.
Druk op PAGE op de navigator of de afstandbediening tot het huidige route scherm verschijnt
als het niet wordt weergegeven.
Het bekijken van het Volgend afslag scherm vanaf het huidige routescherm:
1. Kies de gewenste afslag op het actueel routescherm.
2. Druk op
QUIT op de afstandbediening of raak ‘X’ aan als u wilt terugkeren naar het actueel routescherm.
OPMERKING: Het actueel routescherm is alleen beschikbaar als een bestemming is
geselecteerd.
Inleiding
Actueel routescherm
Gebruik de schuifbalk om gepasseerde of toekomstige
afslagen vanaf het actueel routescherm te bekijken.
Door de gewenste afslag aan te raken verschijnt het
eerstvolgend afslagscherm.
10
Inleiding
Tripinformatiescherm
Het tripinformatiescherm.
Op het tripinformatiescherm kunt U afzonderlijk de
tripgegevens en de maximumsnelheid wissen
Tripinformatiescherm
Druk op PAGE op de navigator of de afstandbediening tot het Tripinformatiescherm verschijnt
als deze niet wordt weergegeven.
Het laatste hoofdscherm is het Tripinformatiescherm. Op langere reizen is dit scherm wel interessant.
Het scherm toont de actuele snelheid en een aantal statistische gegevens waaronder:
Tijd –
De actuele tijd
Kompaslint – Het rode pijltje wijst tijdens het rijden uw kompaskoers aan.
Snelheid – De actuele rijsnelheid.
Afstandmeter – De totaal afgelegde afstand, gebaseerd op de continue berekende posities sinds de
laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet.
KM-teller – Bestaat uit vier afzonderlijke tellers die afzonderlijk de afgelegde afstand vastleggen. De
triptellers kunnen, indien gewenst, individueel gereset en hernoemd worden.
Rijdend gemiddelde – Uw gemiddelde snelheid gedurende de tijd dat uw voertuig in beweging was
sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet..
Totaal gemiddelde – Uw gemiddelde snelheid (inclusief tijd gestopt) gedurende de tijd dat de
StreetPilot 26xx z’n positie berekend sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet..
Maximumsnelheid – De hoogst bereikte snelheid sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul
werd gezet.. Dit veld kan worden gereset zonder dat de gehele tripcomputer wordt gereset.
Rijtijd – De tijd dat het voertuig in beweging is geweest sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul
werd gezet..
Tijd gestopt – De tijd dat het voertuig stilstond terwijl de StreetPilot 26xx z’n positie berekende sinds
de laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet..
Totale tijd – De som van Rijtijd en Tijd gestopt.
11
Stel voor u uw reis begint het Tripinformatiescherm terug op nul. Aanwijzingen voor dit terugstellen
staan op bladzijde 25. Als u onderweg vaak stopt, laat dan de StreetPilot 26xx aanstaan zodat hij satellieten
kan ontvangen. Hierdoor kan het apparaat beter de tijdsduur van uw reis vaststellen. Bij sommige
voertuigen wordt echter de spanning op de sigarettenaansteker uitgezet als u het contact afzet.
Zodra u bij uw bestemming bent gearriveerd wordt de blauwe rijrichtingpijl vervangen door een
geblokte finishvlag. Via de luidspreker wordt u er eveneens op geattendeerd dat u uw bestemming heeft
bereikt.
Zoeken naar Interessante locaties (POI = Points of Interest)
Tot zover hebben we de interne database van de StreetPilot 26xx gebruikt. Als u de CF
®
al heeft
voorzien van CityNavigator detailcartografie, dan kunt u uw omgeving in detail bekijken en zoeken naar
nabij gelegen restaurants, uitgaansgelegenheden, winkels etc. Laten we eens gaan kijken hoe dit werkt.
Een nabij gelegen interessante positie zoeken en als bestemming selecteren:
1. Druk op de navigator of de afstandbediening op de
FIND-toets. Het zoekmenu verschijnt met daarop
de verschillende categorieën waarop kan worden
gezocht. Kies Éten & Drinken’.
2. Binnen een categorie kunt u zelfs op subcategorie
selecteren. In dit voorbeeld kiezen we voor ‘Alle eten
& drinken’ met de schermtoets links bovenaan.
3. De StreetPilot 26xx zoekt op de CF
®
geheugen-
kaart en toont vervolgens een lijst met dichtstbijzijnde
restaurants.
4. Kies een restaurant uit de lijst. Een informatiescherm verschijnt met daarop de naam van het restaurant, het
adres en het telefoonnummer. Onder aan het scherm staan drie schermtoetsen. (vervolgd)
Inleiding
Interessante locaties
Een vlag en de stem bevestigen uw aankomst bij uw
bestemming.
De CF
®
geheugenkaart kan worden voorzien van
CityNavigator detailcartografie met daarop Interessante
locaties.
12
Inleiding
Interessante locaties
5. Raak de ‘Ga naar’ schermtoets aan als u dat restaurant
als bestemming wilt gebruiken. (Of druk op
QUIT op de
afstandbediening of raak het X-symbool aan op het scherm
om terug te keren naar de lijst om stap 4 te herhalen.)
6. Een pop-up venster verschijnt waarop u uw routevoorkeur
kunt aangeven. Kies afhankelijk van uw voorkeur voor
‘Kortere tijd’ of ‘Kortere afstand’.
7.
ALLEEN IN SIMULATORMODUS:
een tweede venster
verschijnt met de vraag ‘Wilt u deze route gesimuleerd
rijden?’ Raak ‘Ja’ aan om te bevestigen.
Zodra u een restaurant als bestemming heeft geselecteerd kunt u even de tijd nemen om de overige
hoofdschermen van uw StreetPilot 26xx te bekijken om te zien hoe de simulator naar uw bestemming rijdt.
We hebben nu de voornaamste functies en mogelijkheden van uw StreetPilot 26xx behandeld. Lees voor
meer informatie het referentiedeel van dit handboek aandachtig door. De volgende onderwerpen moet u
zeker bestuderen:
Zoeken op naam naar steden en Interessante locaties (bladzijde 27)
Zoeken naar een huisadres (bladzijde 31)
Het volgend afslagscherm gebruiken (bladzijde 22)
Het instellen van de eenheid voor snelheid en afstand (bladzijde 38)
Als u meer informatie zoekt over de mogelijkheden van de StreetPilot 26xx kunt u de veelgevraagde
vragen (FAQ) pagina van de GARMIN website bezoeken of neem contact op met uw dealer.
13
Het kaartscherm
Routelijn
Volgende afslag Data tabkaarten
Uw actuele positie
Kaartschaal Rij-aanwijzing
Het kaartscherm is het voornaamste scherm van de StreetPilot 26xx. Het toont grafisch kaartdetails,
uw actuele positie en de te volgen route wordt met een paars gekleurde lijn getoond. Het vertelt u in
welke richting u moet gaan of in welke richting u zich verplaatst, de afgelegde afstand of de afstand tot
de volgende afslag en de tijd die u heeft te gaan tot die afslag. Als de StreetPilot 26xx z’n positie nog moet
berekenen, wordt er een knipperend vraagteken over het positiesymbool getoond en de statustekst vermeld:
Zoek satellieten. ‘Gereed voor navigatie’ verschijnt zodra de navigator de actuele positie heeft berekend.
Het kaartscherm toont uw actuele positie en verplaatsingsrichting als een pijlpuntsymbool op het
midden van de kaart. Verder wordt de kaartschaal weergegeven en geografische kenmerken zoals meren,
rivieren, snelwegen en steden. Als u niet op wegen rijdt die niet op de kaart staan aangegeven, dan ziet
u een cirkel om de positiewijzer getekend. Dit is de ‘miswijzingcirkel’. De StreetPilot 26xx gebruikt de
resolutie van de kaart en de GPS miswijzing om uw positie binnen de miswijzingcirkel te bepalen. Hoe
kleiner de cirkel, des te beter is de nauwkeurigheid. Als u een CF
®
geheugenkaart toepast met gegevens die
vanaf een Garmin MapSource Cd-rom zijn overgezet dan kunnen meer gedetailleerde kaartkenmerken en
informatie over die kenmerken worden weergegeven. Bij het toepassen van MapSource gegevens wordt het
woord MapSource links onder aan het scherm weergegeven onder de kaartschaal. De kaart kan met ‘Noord
boven’ of ‘Koers boven’ oriëntatie worden weergegeven (zie blz. 18.)
Referentie
Het kaartscherm
Voor maximale kaartweergave kunt u de tabkaarten
verbergen. In dit deel van het handboek staat uitgelegd
hoe u de weergave instelt. De tabkaarten kunnen ook
worden verborgen door ze aan te raken.
Bij ‘Volledig kaartscherm’ wordt de tabkaarten met
navigatie informatie niet weergegeven. Raak de houder
rechts aan om de tabkaarten te tonen.
14
Referentie
Het kaartscherm
Kies ‘+’ om in en ‘-’ om uit te zoomen.
Sleep om een vierkant rond het gewenste gebied te
maken.
Zoomen, schuiven en aanwijzen
Op het kaartscherm kunt u drie bewerkingen uitvoeren: zoomen, schuiven en aanwijzen. De
kaartschaal is in 24 stappen te verstellen van 30 meter tot 1200 kilometer met IN- en OUT-toets op
de afstandbediening of door het op het scherm aanraken van de kaartschaal in de hoek linksonder. De
gebruikte schaal wordt links onder aan het kaartscherm weergegeven. U kunt de schaal wijzigen om een
groter gebied met minder detail te zien of een kleiner gebied met meer detail.
Het wijzigen van de kaartschaal:
1. Raak op het scherm de kaartschaal aan. Een balk verschijnt links op het scherm en de datavelden rechts
verdwijnen van het scherm. Raak het vergrootglas met het ‘+’ symbool aan om in te zoomen. Een kleiner
deel van de kaart wordt met meer detail weergegeven. Of gebruik op de afstandbediening de
IN-toets. De
datavelden rechts op het scherm blijven dan zichtbaar. Houdt de
IN-toets ingedrukt om snel van schaal te
veranderen. (vervolgd)
2. Raak het ‘-‘ aan om uit te zoomen en een overzichtkaart met minder detail weer te geven. Of gebruik de OUT-
toets op de afstandbediening.
3. Om terug te keren naar de normale weergave raakt u het ‘terug’ symbool links bovenaan (pijl naar links) of
drukt u op QUIT van de afstandbediening.
Het is ook mogelijk een bepaald deel van het kaartscherm te vergroten door er een ‘vierkant’ om heen te
tekenen op het touchscreen. Onder in de zoom&schuif balk links op het scherm staan de ‘Bekijk gebied’ en
‘Schuif’ symbolen. Het grootste van de twee symbolen is actief waarbij het passieve symbool rechtsonder in
de zoom&schuif balk staat. De ‘Bekijk gebied’ functie kan alleen op het touchscreen worden gebruikt.
Inzoomen op een bepaald gebied:
1. Raak het scherm aan op de zoom&schuif balk op te roepen.
2. Als het ‘Schuif’ symbool (hand) het grootste is, raak dan het symbool aan. De symbolen wisselen van plaats en
het ‘Bekijk gebied’ symbool wordt groot weergegeven.
3. Raak het scherm aan linksboven het gebied dat u wilt vergroten en ‘sleep’ uw vingertop over het scherm naar
rechtsonder waardoor u een vierkant om het gebied tekent. Neem uw vingertop van het scherm waarna het
scherm hertekent. De navigator zoomt in op het gebied en kiest zelf de juiste schaal. Merk op dat als ‘Bekijk
gebied’ actief is de schuiffunctie niet kan worden gebruikt.
15
Als u inzoomt op de kaart, kan het gebeuren dat het woord ‘overzoom’ direct onder de kaartschaal
verschijnt. Dit betekent dat de kaartschaal te groot is voor de resolutie van de beschikbare detaillering. In
deze situatie is voorzichtigheid geboden omdat de weergave op de kaart van een aantal details, zoals wegen,
mogelijk niet meer overeenkomt met de werkelijke situatie.
Door de kaart te verschuiven kunt u delen van de kaart bekijken die buiten het normaal weergegeven
deel liggen. Hiermee kunt u bijvoorbeeld ‘vooruit’ kijken wat wel eens makkelijk is als u een kleiner
gebied bekijkt. Als de schuiffunctie actief is worden de datavelden aan de rechterzijde van het scherm niet
weergegeven.
Schuiven op de kaart:
1. Gebruik de DUIM-toets op de afstandbediening of raak het scherm aan en sleep met uw vingertop de kaart in
de gewenste richting. Diagonaal is mogelijk.
2. Om terug te keren naar de normale weergave raakt u het ‘terug’ symbool links bovenaan (pijl naar links) of
drukt u op QUIT van de afstandbediening.
Zodra u de schuiffunctie activeert verschijnt er een cursor midden op de kaart. Deze cursor dient om
kenmerken op de kaart aan te wijzen. Tijdens het schuiven kunt u in- of uitzoomen waarbij de kaart op de
cursor wordt gecentreerd. Zodra u met de cursor een object op de kaart aanwijst, dan verschijnt de naam
van dat object voor korte tijd op het scherm en rechts boven aan het scherm verschijnt een ‘Í’ (informatie)
symbool. Als de cursor in een leeg gebied staat, dan verschijnt in plaats van de ‘I’ een Creëer Waypointvlag.
Deze functie is van toepassing op alle op de kaart weergegeven objecten met uitzondering van routelijnen
en de tracklog. Als u een object of een waypoint op de kaart aanwijst, dan kunt u de informatie daarvan
bekijken of direct vanaf de kaart de ´Ga naar´ functie activeren. Bij waypoints wordt tevens een ‘Verwijder’
schermtoets weergegeven en bij alle andere objecten wordt een ‘Vlag’ schermtoets getoond om dat object als
waypoint vast te leggen.
Een positie op de kaart aanwijzen met de cursor:
1. Gebruik de DUIM-toets op de afstandbediening of raak het gewenste object aan om het te markeren.
2. Om de informatie over dat object te bekijken drukt u de
DUIM-toets in of raakt u de ‘I’ op het scherm aan.
3. Verlaat het informatiescherm door
QUIT in te drukken op de afstandbediening of raak ‘X’ aan in de
rechterbovenhoek van het scherm.
Referentie
Kaartscherm
Het kaartscherm met daarop de cursor die een
Interessante positie op het scherm aanwijst.
Het informatiescherm behorend bij de op het kaartscherm
aangewezen Interessante Positie.
16
Referentie
Kaartscherm
Het waypoint wordt opgeslagen als u op ‘OK’ drukt
op het ‘Nieuw kaartwaypoint’ scherm.
Namen voor nieuwe waypoints worden automatisch
aangemaakt als een driecijferig getal. Raak de naam aan
en gebruik het schermtoetsenbord om een zinvolle naam
aan het waypoint te geven. (maximaal 10 karakters.)
Een nieuw waypoint aanmaken op het kaartscherm (in een leeg deel van de kaart):
1. Gebruik de DUIM-toets of raak het scherm aan op de gewenste positie. Druk de DUIM-toets in of raak
de Waypointvlag aan. Het Nieuw kaartwaypoint scherm verschijnt met daarop de automatisch toegekende
waypointnaam (drie cijfers.)Zie gegevens invoeren op blz. 4 voor informatie over het wijzigen van de
waypointnaam.
2. Raak ‘OK’ aan op het scherm of markeer ‘OK’ met de
DUIM-toets op de afstandbediening en druk in om het
waypoint op te slaan.
Een waypoint aanmaken door een object op de kaart aan te wijzen:
1. Gebruik de DUIM-toets of raak het scherm aan op de gewenste positie en markeer het ‘I’ symbool.
2. Markeer en activeer de waypointvlag met de
DUIM-toets of raak deze aan op het scherm. Het Nieuw waypoint
scherm verschijnt met daarop de afgekorte waypointnaam. Zie gegevens invoeren op blz. 4 voor informatie over
het wijzigen van de waypointnaam.
3. Raak ‘OK’ aan op het scherm of markeer ‘OK’ met de
DUIM-toets op de afstandbediening en druk in om het
waypoint op te slaan.
Zodra u klaar bent met schuiven en/of aanwijzen op de kaart dan kunt u terug keren naar de
normale weergave door het ‘terug’ symbool links boven (pijl naar links) aan te raken of op QUIT van
de afstandbediening te drukken. Zie blz. 26 voor meer informatie over het aanmaken en wijzigen van
waypoints.
De ‘Ga naar’ functie kan overal op de kaart worden toegepast. Als er zich geen object bevindt op de
cursorpositie, dan wordt er een nieuw waypoint aangemaakt op die positie voor de ‘Ga naar’ functie kan
worden geactiveerd. U kunt ook een waypoint op het kaartscherm aanmaken zonder deze als bestemming
voor de route functie te gebruiken.
Een route berekenen naar een object of positie op de kaart
1. Gebruik de DUIM-toets op de afstandbediening of raak het gewenste object aan om het te markeren.
2. Kies het ‘I’ of ‘Vlag’ symbool in de rechter bovenhoek.
3. Selecteer ‘Ga naar’.
4. Het ‘Route voorkeur’ venster verschijnt. Kies voor ‘kortere tijd’, ‘kortere afstand’ of ‘niet via de weg’.
De StreetPilot 26xx berekent de route en begeleidt u vervolgens naar uw bestemming met tekst- en
spraakaanwijzingen. Zie blz. 33-36 voor meer informatie over routes.
17
Kaartscherm opties
Net als de andere schermen van de StreetPilot 26xx is het kaartscherm menugestuurd. Druk als het
kaartscherm wordt weergegeven eenmaal op de MENU-toets van de navigator of de afstandbediening om
het kaartscherm optiemenu op te roepen. Hiermee kunt u het scherm naar wens instellen en/of speciale
kenmerken selecteren voor de weergave van de kaart. (zie blz. 5 voor het gebruik van symbolen.) De
volgende opties zijn beschikbaar: ‘Gebruik binnenshuis’, ‘Afstand meten’, ‘Kaart instelling’, ‘Tabkaart
instelling’, ‘Volledig kaartscherm’, ‘Route’, ‘Instellingen’, ‘Info’ en ‘Scherm’.
Gebruik binnenshuis
of Gebruik buitenshuis – De ‘Gebruik binnenshuis’ optie is bedoeld om
binnenshuis te kunnen oefenen met StreetPilot 26xx waarbij de GPS ontvanger wordt uitgeschakeld.
‘Gebruik buitenshuis’ is bedoeld voor werkelijke navigatie.
Afstand meten – Hiermee kunt u de afstand tussen twee door u gekozen punten op de kaart meten. De
positie van de cursor wordt in lengte/breedte weergegeven.
Het meten van de afstand tussen twee punten:
1. Druk op de MENU-toets als het kaartscherm wordt weergegeven.
2. Markeer of raak ‘Afstand meten’ aan. Op het scherm verschijnen nabij uw actuele positie een cursor, links de
zoom&schuifbalk, in de bovenrand informatie over de cursor positie en rechts boven aan een ‘vink’ symbool.
3. Verplaats de cursor met de DUIM-toets of raak het gewenste referentiepunt aan (het punt van waaraf u wilt
meten) en selecteer en bevestig het ‘vinkje’ of raak deze aan.
4. Verplaats de cursor nu over de kaart naar het tweede meetpunt. De peiling en afstand vanaf het eerste
meetpunt worden boven aan de kaart getoond.
5. Beëindig het meten door
QUIT in te drukken, door de ‘terug’ pijl’ in de zoom&schuif balk aan te raken of druk
op Menu en kies voor ‘Beëindig meten’.
Kaart instelling – Stelt u in staat de kaartweergave naar uw eigen wens in te stellen met inbegrip van
de detaillering, oriëntatie, automatisch zoomen en de kleurweergave. De kaartinstellingen zijn gerangschikt
op een aantal tabkaarten wat het zoeken naar de gewenste instelling vereenvoudigt. De volgende lijst
vermeldt de individuele tabkaarten en de daarop aanwezige instellingen.
Referentie
Kaartscherm opties
Zodra u een waypoint heeft gemarkeerd, kunt u erheen
gaan, het op de kaart bekijken of het verwijderen.
U kunt naar een object op de kaart navigeren met de
‘Ga naar’ schermtoets.
18
Referentie
Kaartscherm opties
Het kaartscherm optiemenu maakt het mogelijk het
kaartscherm naar eigen wens weer te geven.
Gemeenschappelijke instellingen
Maat tekst – Bepaalt de grootte van de tekst (text) waarmee een kenmerk op de kaart wordt
weergegeven. Met ‘Uit’ wordt de tekst van dat kenmerk niet weergegeven.
Max zoom – Bepaalt vanaf welke schaal een kenmerk op de kaart wordt getoond. Als u voor ‘AUTO’
kiest dan wordt de kleinste schaal bepaald door de ‘Detail’ instelling om een rommelige kaartweergave te
voorkomen. Als u voor ‘Off’ kiest dan wordt het kenmerk niet weergegeven.
Kaart opties
Kaartdetail – Stelt de weergave van de detaillering in. Meest toont de meeste detaillering en minst
toont een minimale detaillering. Hoe meer details worden weergegeven, des te langer duurt het hertekenen
van de kaart.
Oriëntatie – Als u kies voor ‘Noord boven’ wordt de kaart noord georiënteerd weergegeven. Bij ‘Koers
boven’ wordt de kaart zodanig verdraaid dat uw rijrichting naar boven wijst. Bij deze instelling geeft een wit
‘Noord’ symbool aan waar het kaartnoorden is. Een N met een zwarte pijl ernaast verschijnt in de ‘Noord
boven’ instelling. U kunt snel tussen deze twee instellingen wisselen door het oriëntatie symbool op de kaart
aan te raken.
Kleur instelling – Keuze tussen Dag, Nacht en Automatisch voor een goede schermafleesbaarheid.
Bij Dag is de achtergrond overwegend geel en bij Nacht zwart. Bij Automatisch wisselt de navigator
automatisch van weergave bij zonsopgang en –ondergang en v.v.
Autozoom – Als Autozoom ‘Aan’ staat dan wordt de kaartschaal automatisch aangepast om zowel uw
actuele positie en de eerstvolgende afslag weer te geven.
Lijn opties
Tracklog – Controleert de weergave van de ‘Tracklog’ op de kaart.
Spoorlijn – Dient voor de weergave van spoorlijnen op de kaart.
Straatnaam – Instelling voor de weergave van de straatnamen op de kaart.
Overige opties
Punten – Controleert de kaartweergave van waypoints, afritten en Interessante locaties.
19
Stad – Instelling voor de weergave van steden op de kaart.
Gebied – Ten behoeve van de weergave van rivieren, meren, parken en andere kenmerken (bijv.
vliegveld, ziekenhuis, winkelcentrum) op de kaart.
Bepaalde objecten zijn uitsluitend bij een zekere kaartschaal. Stelt u bijvoorbeeld de ‘Max zoom’ bij
‘Straatnaam’ in op 200 km dan worden desondanks straatnamen niet meer weergegeven vanaf 2 km. Het
instellen van ‘Max Zoom’ op Áuto’ geeft doorgaans de beste resultaten.
Kaartweergave terugzetten op af-fabriek:
Het is mogelijk om individuele tabkaarten ter herstellen op af-fabriek instellingen.
Kaart instelling op Af-fabriek terugzetten:
1. Druk op de MENU-toets op de navigator of afstandbediening als het kaartscherm wordt weergegeven.
2. Kies ‘Kaartinstelling’.
3. Ga naar de gewenste tabkaart en druk op de
MENU-toets op de navigator of de afstandbediening.
4. Kies voor Originele instellingen’ of ‘Álle originele kaart’.
Tabkaart instelling – De tabkaarten op het kaartscherm tonen diverse gegevens en kunnen naar
wens worden ingesteld. U kunt het formaat kiezen, de weergegeven data, de weergave van de tabkaarten
en welke worden verborgen of niet. Afhankelijk van de navigatie modus worden twee soorten tabkaarten
weergegeven. Als u geen route rijdt, wordt de ‘Kaart’ tabkaart weergegeven en de ‘Route’ tabkaart is
uiteraard van toepassing tijdens het rijden van een route.
Het tonen/verbergen van individuele of alle data tabkaarten (alleen bij Touchscreen):
1. Raak op het kaartscherm de te verbergen tabkaart aan. De tabkaart wordt vervangen door een blauw
steekkaartje aan de rechterkant van het scherm. Raak dit steekkaartje aan om de tabkaart weer op te roepen.
Het steekkaartje is rood tijdens het aanraken.
2. Om meerdere tabkaarten te tonen/verbergen dient u de linkerkant van de bovenste tabkaart van de groep die
u wilt verbergen aan te raken en vervolgens uw vinger in een ‘L’ vorm naar beneden te slepen. Keer dit proces
om, om de tabkaarten weer op te roepen.
Referentie
Kaartscherm opties
Een aantal tabkaarten maakt het mogelijk de weergave
van de kaart naar wens in te stellen.
Voor een goede afleesbaarheid kunt u bij de
kleurweergave voor ‘Dag’ of ‘Nacht’ kiezen.
20
Referentie
Kaartscherm opties
Tabkaart instelling menu
Naar eigen wens instellen van de data tabkaarten.
Volledig kaartscherm of Toon kaart en navigatie informatie:
1. Druk op de MENU-toets op de navigator of afstandbediening als het kaartscherm wordt weergegeven. Kies
‘Volledig kaartscherm’ of ‘Toon kaart en navigatie informatie’ (afhankelijk van de actuele instelling.)
Het instellen van het tabkaart formaat:
1. Kies ‘Tabkaart instelling’ in het kaartscherm optiemenu.
2. Kies de ‘Kaart’ of ‘Route’ tabkaart.
3. Kies bij Tabkaart weergave voor ‘Brede -’, ‘Smalle –‘ of ‘Kleine tabkaart’. Een vooruitblik van uw keuze
verschijnt rechts op het scherm met daarin welke gegevens worden getoond. U kunt voor ‘Kaart’ als ‘Route’ een
andere weergave kiezen.
De weergave van de tabkaarten:
1. Kies ‘Tabkaart instelling’ in het kaartscherm optiemenu.
2. Raak de ‘Donker-Licht’ schuifbalk aan of selecteer deze met de
DUIM-toets op de afstandbediening.
3. Verplaats de schuifknop naar links of rechts voor de gewenste weergave.
Het naar wens instellen van de gegevens op de tabkaart:
1. Kies ‘Tabkaart instelling’ in het kaartscherm optiemenu.
2. Kies de ‘Kaart’ of ‘Route’ tabkaart.
3. Druk op de
MENU-toets op de navigator of afstandbediening en kies ‘Geavanceerde route-info weergave’.
4. Kies het nummer van de tabkaart die uw wilt instellen. De steekkaart van de gekozen tabkaart wordt rood. Als
een tabkaartnummer niet beschikbaar is vanwege de grootte dan is deze grijs.
5. Kies de in de tabkaart weer te geven informatie. Het aantal tabkaarten dat die informatie ook weergeeft
verschijnt.
6. Kies ‘Vorig(e)’ of ‘Volgen(de)’ om door de verschillende selecties te bladeren.
7. Kies ‘OK’ als de gewenste weergave verschijnt. Druk op
QUIT op de afstandbediening of raak op het scherm de
‘X’ in de rechter bovenhoek aan zodra u gereed met het instellen.
8. De door u ingestelde tabkaart staat nu als Aangepaste tabs’ in de tabkaart keuzelijst.
21
Kaartscherm navigatie informatie
De volgende informatie kan worden weergegeven op de ‘Kaart’ tabkaarten op het kaartscherm:
Adres - Het adres van bestemming tijdens het rijden van een route.
Koers – De richting die u rijdt in windstreken.
Satelliet status – De navigatiemodus van de StreetPilot 26xx.
Snelheid – De snelheid waarmee u rijdt, weergegeven in mijlen of kilometers.
Tijd –
De actuele tijd.
Volgende afslag -
De naam van de eerstvolgende kruisende straat.
De ‘Route’ tabkaart kent de volgende aanvullingen ten opzichte van ‘Kaart’.
Aankomst afstand – Afstand tot de eindbestemming.
Aankomst tijd – De geschatte aankomsttijd bij de eindbestemming.
Afstand tot afslag – Tijdens het rijden van een route wordt de afstand tot de eerstvolgende afslag
weergegeven.
Tijd tot afslag –
De geschatte tijd te gaan tot de eerstvolgende afslag.
Referentie
Kaartscherm opties
Een aantal van de voor de ‘Route’ tabkaart
beschikbare gegevens.
22
Referentie
Volgende afslagscherm
U kunt zelf instellen wanneer het ‘volgende
afslagscherm’ verschijnt of helemaal niet wordt
weergegeven (zie blz. 39.)
Het volgende afslagscherm toont behalve de afstand
en tijd te gaan naar de volgende afslag ook rij-
aanwijzingen.
Volgende afslagscherm
Kaart oriëntatie Routelijn
Rij-aanwijzingen
Kaartschaal
Tijd te gaan
Afstand te gaan
Het volgende afslagscherm toont in detail de kenmerken van de eerstvolgende afslag in de route. Tijdens
de routenavigatie wordt dit scherm gedurende 10 seconden weergegeven. Het kaartje is zo georiënteerd dat
de rijrichting net voor de afslag naar boven wijst. De schaal van het kaartje kan worden gewijzigd. Rechts
van het kaartje staan afstand en tijd te gaan naar de afslag en de rij-aanwijzingen. U kunt dit scherm te allen
tijde verlaten door op QUIT van de afstandbediening te drukken of op het scherm ‘X’ aan te raken.
Het verschijnen van het volgende afslagscherm kan worden ingesteld op uitsluitend automatisch,
uitsluitend door het indrukken van de spraaktoets (SPEAK), beiden of ‘Uit’ voor geen weergave. Zie
de systeeminstelling op bladzijde 39 voor het instellen van het volgende afslagscherm. Het volgende
afslagscherm is uitsluitend beschikbaar tijdens routenavigatie.
Tijdens het rijden van een route verschijnt na de eerste aankondiging van een afslag aan de linkerzijde
van het scherm in blauw de afslagrichting pijl en de afstand te gaan tot de afslag.
23
Actueel routescherm
Rij-aanwijzingen Geschatte tijd te gaan & tijd van
aankomst bij afslag
Afslagrichting
Schuifbalk
Afstand te gaan
Eindbestemming, afstand
en tijd te gaan en geschatte
aankomsttijd.
Als de StreetPilot 26xx met een route navigeert, wordt het actueel routescherm weergegeven tussen het
kaartscherm en het Tripinformatiescherm. Dit scherm is dus alleen beschikbaar tijdens het navigeren.
Het scherm toont een lijst met de drie eerstvolgende afslagen in de route en uw bestemming. In ieder veld
staat een wijzer die de rijrichting aangeeft, rij-aanwijzingen en de afstand en tijd te gaan tot en aankomsttijd
bij de afslag c.q. eindbestemming.
Het bekijken van het Volgend afslag scherm vanaf het huidige routescherm:
1. Kies de gewenste afslag uit de lijst op het actueel routescherm.
2. Druk op
QUIT op de afstandbediening of raak ‘X’ aan als u wilt terugkeren naar het actueel routescherm.
U kunt door de hele lijst bladeren en van iedere weergegeven afslag het Volgend afslag scherm oproepen.
Het bladeren door de lijst:
1. Gebruik de DUIM-toets of raak de op/neer schermtoetsen aan om door de lijst te bladeren en stop bij de
gewenste afslag. Druk de
DUIM-toets in of raak de afslag aan om het volgende afslagscherm voor die afslag
te bekijken. Druk op
QUIT op de afstandbediening of raak de ‘X’ aan om terug te keren naar het actueel
routescherm.
Referentie
Actueel routescherm
Gebruik de schuifbalk om gepasseerde of toekomstige
afslagen vanaf het actueel routescherm te bekijken.
Door de gewenste afslag aan te raken verschijnt het
eerstvolgend afslagscherm.
24
Referentie
Tripinformatiescherm
Het tripinformatiescherm.
Op het tripinformatiescherm kunt U kiezen uit 4
kilometertellers.
Tripinformatiescherm
Het derde hoofdscherm is het Tripinformatiescherm. Op langere reizen is dit scherm interessant. Het
scherm toont de actuele snelheid en een aantal statistische gegevens van uw reis. Hier volgen een paar
aanwijzingen voor het optimaal gebruik van het touchscreen.
Zet voor u uw reis begint het Tripinformatiescherm terug op nul. (zie volgende bladzijde.) Als u
onderweg vaak stopt, laat dan de StreetPilot 26xx aanstaan zodat hij satellieten kan ontvangen. Hierdoor
kan het apparaat beter de tijdsduur van uw reis vaststellen. Let op dat bij sommige voertuigen de spanning
op de sigarettenaansteker wordt uitgezet als u het contact afzet.
De volgende informatie wordt op het touchscreen weergegeven:
Tijd –
De actuele tijd
Kompaslint – Het rode pijltje wijst tijdens het rijden uw kompaskoers aan.
Snelheid – De actuele rijsnelheid.
Afstandmeter – De totaal afgelegde afstand, gebaseerd op de continue berekende posities sinds de
laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet.
KM-teller – Bestaat uit vier afzonderlijke tellers die afzonderlijk de afgelegde afstand vastleggen. Deze
triptellers kunnen, indien gewenst, individueel gereset en hernoemd worden. Zie de volgende bladzijde.
Rijdend gemiddelde – Uw gemiddelde snelheid gedurende de tijd dat uw voertuig in beweging was
sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet..
Totaal gemiddelde – Uw gemiddelde snelheid (inclusief tijd gestopt) gedurende de tijd dat de
StreetPilot 26xx z’n positie berekend sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet..
Maximumsnelheid – De hoogst bereikte snelheid sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul
werd gezet.. Dit veld kan worden gereset zonder dat de gehele tripcomputer wordt gereset.
Rijtijd – De tijd dat het voertuig in beweging is geweest sinds de laatste keer dat de tripcomputer op nul
werd gezet.
25
Tijd gestopt – De tijd dat het voertuig stilstond terwijl de StreetPilot 26xx z’n positie berekende sinds
de laatste keer dat de tripcomputer op nul werd gezet..
Totale tijd – De som van Rijtijd en Tijd gestopt.
Het resetten van de Tripcomputer en de maximumsnelheid:
1. Druk op MENU op de navigator of de afstandbediening om het optiemenu op te roepen. (U kunt ook de ronde
schermtoetsen rechts van de afstandmeter en de maximumsnelheid gebruiken. Ga dan naar stap 3.)
2. Kies ‘Trip computer resetten’ of Álleen maximumsnelheid resetten’. Ga naar stap 4.
3. Druk op de schermtoets naast de te resetten informatie.
4. Selecteer of raak ‘Ja’ aan om te resetten.
Het kiezen van een kilometerteller:
1. Selecteer en bevestig of raak ‘Job 1’ aan.
2. Kies de gewenste kilometerteller.
Het hernoemen van een kilometerteller:
1. Druk als de te hernoemen kilometerteller wordt weergegeven op de MENU-toets van de navigator of
afstandbediening voor het optiemenu.
2. Kies ‘Hernoem log’.
3. Voer de gewenste naam in en kies ‘OK’ zodra gereed.
Het resetten van een kilometerteller:
1. Druk als de te hernoemen kilometerteller wordt weergegeven op de MENU-toets van de navigator of
afstandbediening voor het optiemenu. (U kunt ook de ronde schermtoets rechts van de kilometerteller
gebruiken. Ga dan naar stap 3.)
2. Kies ‘Reset log’. Ga naar stap 4.
3. Druk op de schermtoets naast de kilometerteller.
4. Selecteer of raak ‘Ja’ aan om te resetten.
Referentie
Tripinformatiescherm
Via het Tripinformatiescherm optiemenu kunt u de
afstandmeter en de maximumsnelheid terug op nul zetten.
Het hernoemen van een kilometerteller.
26
Referentie
Waypoints vastleggen
Een waypoint is in het geheugen opgeslagen zodra het
‘Nieuw waypoint’ scherm verschijnt.
U kunt uit ruim 50 waypointsymbolen kiezen. De
symbolen worden op het kaartscherm gebruikt om de
waypointposities weer te geven.
Uw positie vastleggen als een waypoint
Het vastleggen van de eigen positie kan van nut zijn voor toekomstig gebruik. Deze opgeslagen posities
heten Waypoints. De StreetPilot 26xx kan maximaal 500 waypoints opslaan.
Uw positie vastleggen als waypoint:
1. Houdt op de navigator of de afstandbediening de PAGE-toets 2 seconden ingedrukt. Het ‘Nieuw waypoint’-
scherm verschijnt met de standaard driecijferig waypoint-naam linksboven op het scherm. De StreetPilot 26xx
gebruikt de positie die was berekend op het moment dat u de PAGE-toets indrukte. U hoeft zich geen zorgen
te maken over verplaatsen of het wegvallen van satelliet ontvangst, uw waypoint is al opgeslagen.
Een waypoint hernoemen, of handmatig de coördinaten of hoogte wijzigen:
1. Selecteer de naam, coördinaten of de hoogte.
2. Voer de nieuwe naam, de coördinaten of de hoogte in en kies ‘OK’ als u klaar bent.
Aan ieder waypoint kan op soortgelijke wijze een symbool worden toegekend voor vlotte herkenning op
het kaartscherm.
Het waypointsymbool wijzigen:
1. Selecteer het waypointsymbool. (direct links van het waypointnaamveld.)
2. Kies het gewenste symbool uit de lijst, selecteer deze en kies ‘OK’ als u klaar bent. Het nieuwe waypoint is nu
opgeslagen in het geheugen.
Als u stilstaat is het ook mogelijk de gemiddelde positie van het waypoint te laten berekenen voor
grotere nauwkeurigheid. Als u zich verplaatst of op een andere positie staat dan worden de eerder
opgeslagen coördinaten overschreven.
De gemiddelde positie van een waypoint laten berekenen:
1. Druk als het ‘Nieuw waypoint’ of ‘Waypoint herzien’ scherm wordt weergegeven op de MENU-toets en kies
‘Gemiddelde positie’.
2. Op het scherm worden het aantal metingen en de geschatte miswijzing weergegeven. Kies ‘Bijwerken
<waypointnaam> positie’ zodra gereed.
Onder aan het ‘Nieuw waypoint’ en ‘Waypoint herzien’ scherm vindt u drie keuzeknoppen.
Verwijder – Wist het waypoint.
Weergeven – Toont het waypoint op het kaartscherm.
Ga naar – Opdracht om de route naar dit waypoint te berekenen.
27
Het zoekmenu gebruiken
U kunt zoeken naar waypoints of op de basiskaart van de StreetPilot 26xx aanwezige steden en
afritten. Als u gebruik maakt van CityNavigator™ op de optionele CF
®
geheugenkaart dan kunt u tevens
zoeken naar Interessante Locaties (Points of Interest), adressen en kruispunten. Als deze gegevens niet
aanwezig zijn, dan zijn de zoekopties hiervoor evenmin beschikbaar. Uw actuele positie wordt gebruikt als
referentiepunt voor de ‘dichtstbijzijnde’, ‘afstand’ en ‘richting’ functies. Als u echter de cursor (schuif kaart)
heeft geactiveerd, dan wordt deze gebruikt als referentiepunt.
Punten zoeken ‘Op naam’, ‘Nabij hier’, ‘Nabij kaartwijzer’ of ‘Nabij andere’
In het zoekmenu kunt u op 4 manieren zoeken naar waypoints, steden en interessante locaties.
‘Op naam’ (met een lijst van beschikbare categorieën), ‘Nabij hier’ (met een lijst van zich in de
nabijheid bevindende categorieën), ‘Nabij kaartwijzer’ (ten opzichte van de positie van de cursor of de
eindbestemming als u een route rijdt) of ‘Nabij andere’ (een lijst van objecten nabij een punt op de kaart of
een coördinatenpaar.) De lijsten voor ‘Nabij hier’ (zaken, steden, waypoints en afritten) worden continue
bijgewerkt. Met de DUIM-toets op de afstandbediening kunt u een object in de lijst markeren en door
de lijst bladeren om een punt te selecteren. Tevens wordt het bijwerken ‘bevroren’ als de cursor in de lijst
staat. Verlaat de lijst door op de QUIT-toets te drukken. Bij Filter kunt u een aantal letters opgeven om het
zoekresultaat te beperken.
Kiezen tussen ‘Op naam’, ‘Nabij hier’, ‘Nabij kaartwijzer’ en ‘Nabij andere’:
1. Selecteer de ‘Nabij hier’ schermtoets. (tussen de categorietitel en Filter.)
2. Kies uit ‘Op naam’, ‘Nabij hier’, ‘Nabij kaartwijzer’ of ‘Nabij andere’.
Een object op naam zoeken:
1. Kies ‘Op naam’. Als deze al was geselecteerd kies dan ‘Spel’. Begin het invoeren van de gezochte naam op de
manier zoals beschreven op bladzijde 4. De in het naamveld ingevoerde karakters worden wit weergegeven
terwijl suggesties in grijs verschijnen. Als de suggesties overeenkomen met uw keuze gebruik dan de ‘>’ toets
tot de naam is gespeld in wit en het zoekresultaat 5 of minder is.
2. Het zoekresultaat wordt rechtsboven weergegeven terwijl u karakters in voert. Het resultaatveld wordt groen
zodra het resultaat 5 of minder is. Kies dan ‘OK’ om het zoekresultaat weer te geven.
3. Selecteer het door u gezochte object in de lijst om het informatiescherm van dat object weer te geven.
Referentie
Het zoekmenu gebruiken
Het zoekmenu gebruikt de standaard aanwezige
basiskaart en de optionele CityNavigator Cd-rom
cartografie gegevens.
‘Nabij hier’ schermtoets.
U kunt ‘Op naam’ zoeken of ‘Nabije’ punten per categorie.
28
Referentie
Het zoekmenu gebruiken
Dichtstbijzijnde steden worden op basis van hun
afstand tot de huidige positie gerangschikt.
U kunt naar steden zoeken op de ingebouwde
basiskaart of in de MapSource cartografie
(bijvoorbeeld CityNavigator Europe.)
Een object ‘Nabij hier’ of ‘Nabij kaartwijzer ‘ zoeken:
1. Selecteer het gewenste punt in de ‘nabije’ lijst om het informatiescherm van dat object weer te geven.
Een object ‘Nabij andere’ zoeken:
1. Selecteer ‘Nabij andere’ als zoekoptie. Zoom in op de kaart en verplaats de cursor naar de gewenste positie en
druk de DUIM-toets op de afstandbediening in of raak het ‘vinkje’ op het scherm aan. De ‘Nabij kaartwijzer’
lijst verschijnt. Om handmatig coördinaten in te voeren drukt u op de
MENU-toets en kies ‘Voer in als tekst’.
Voer de gewenste coördinaten in en druk op ‘OK’ zodra gereed.
2. Selecteer het gewenste punt in de verschenen lijst om het informatiescherm van dat object weer te geven.
Filteren met letters of cijfers:
1. Kies ‘Filter’ op het zoekscherm.
2. Voer de gewenste letters en/of cijfers in voor het gezochte object en druk op ‘OK’. Het bijvoorbeeld invoeren
van ‘kan’ toont alles waar deze letters ergens in de naam voorkomen.
3. Selecteer het gewenste punt in de verschenen lijst om het informatiescherm van dat object weer te geven.
Een waypoint zoeken
Door u aangemaakte en in de StreetPilot 26xx opgeslagen waypoints kunnen worden gevonden met de
‘waypoint’ optie van het zoekmenu. U kunt waypoints zoeken volgens de hiervoor beschreven procedures.
Het waypoint informatiescherm toont de waypointnaam, het symbool, de positie in lengte en breedte,
hoogte en daarbij drie schermtoetsen. (Verwijder, Weergeven of Ga naar.)
Een stad zoeken
De in de cartografie database aanwezige steden kunnen met de stedenoptie in het zoekmenu worden
gevonden. De lijst met gevonden steden toont de plaatsnaam, de grootte op inwoneraantal (hoe groter
het symbool, des te meer inwoners) en de afstand en richting vanaf uw positie. Door de gewenste plaats
te selecteren in de lijst verschijnt het informatiescherm van waaraf u die plaats op de kaart kan bekijken
(Weergeven), er een route naar toe berekenen vanaf uw actuele positie (Ga naar) of het opslaan als waypoint
(waypoint symbool.) U kunt zoeken op de basiskaart of, met de optionele CF
®
geheugenkaart, op de
CityNavigator detailcartografie
29
Een stad zoeken op de MapSource cartografie of ingebouwde basiskaart:
1. Volg de stappen voor het zoeken zoals beschreven op bladzijde 27-28.
2. Druk op
MENU als de lijst met steden wordt weergegeven. Een optiemenu verschijnt en kies ‘Selecteer kaart’.
3. Het ‘Selecteer kaart’ venster verschijnt. Kies de gewenste database.
Een snelwegafrit zoeken:
U kunt de Afrit zoeken optie gebruiken om een nabije snelwegafrit te vinden. Afritten worden
uitsluitend als ‘Aan …’ getoond. U kunt ook naar afritten op andere snelwegen zoeken door ‘kies snelweg’
in het optiemenu te selecteren.
Het zoeken naar een snelwegafrit:
1. Druk op FIND op de navigator of de afstandbediening om het zoekmenu op te roepen.
2. Selecteer Afritten’. Een lijst met nabije afritten op de dichtstbijzijnde snelweg wordt weergegeven. Het nummer
van die snelweg staat rechts boven op het scherm. De richting en afstand ten opzichte van uw actuele positie
wordt aan de rechterzijde naast de afritten weergegeven.
3. Kies een andere snelweg door het nummer veld aan te raken of te selecteren en kies voor ‘Wijzig snelweg’.
Voer het gewenste snelwegnummer in en bevestig uw keuze met ‘OK’. Kies, indien nodig, het gewenste land.
4. Gebruik de schermtoets links bovenaan het scherm om te kiezen uit de verschillende afritten. Kies uit ‘Alle
afritten’, ‘Parkeerplaatsen’ en ‘Overige afritten’.
5. Maak een keuze door het scherm aan te raken of met de
DUIM-toets van de afstandbediening.
6. Zodra u een afrit aanraakt of selecteert verschijnt het bijbehorende afrit informatiescherm. De afritnaam staat
bovenaan dit scherm en in het veld daaronder staan de daar beschikbare diensten (voor zover bekend.) U kunt
nu deze locatie als waypoint opslaan, weergeven op de kaart of de route er naartoe laten berekenen.
7. Druk op
QUIT op de afstandbediening of raak op het scherm ‘X’ aan het scherm te verlaten.
Referentie
Het zoekmenu gebruiken
Zodra u het gewenste punt heeft gevonden, kunt u het
bij dat punt behorende informatiescherm weergeven.
Het afrit informatie scherm is alleen van toepassing
in de Verenigde Staten.
30
Referentie
Het zoekmenu gebruiken
Hulp & Overheidsdiensten staan eveneens in de lijst
met Interessante locaties
Een interessante locatie zoeken
Om deze optie te kunnen gebruiken dient een CF
®
geheugenkaart met MapSource cartografie die is
voorzien van Interessante Locatie (POI) informatie, zoals CityNavigator, in uw StreetPilot 26xx aanwezig te
zijn. Zoniet dan kunt u niet naar deze locaties zoeken. De volgende symbolen in het zoekmenu vallen onder
Interessante Locaties: Adressen, Kruispunten, Alle interessante locaties, Eten & Drinken, Logies, Services,
Vermaak, Attracties, Winkelen, Transport en Overheidshulpdienst. Zie de volgende bladzijde voor het
zoeken naar adressen en kruispunten.
Een interessante locatie zoeken:
1. Druk op de FIND-toets om het zoekmenu op te roepen. Kies ‘Alle interessante locaties’ of een individuele
categorie.
2. Raak de schermtoets linksboven aan om een (sub-)categorie te selecteren.
3. Kies de gewenste subcategorie om een bijbehorende lijst met Interessante locaties weer te geven.
4. Volg, indien gewenst, de procedure op blz. 27-28 om een Interessante locatie op naam of nabij te zoeken of
het cijfer/letter filter te gebruiken.
5. Kies de gewenste Interessante locatie uit de lijst om het informatiescherm daarvan op te roepen. Het
informatievenster toont boven aan het scherm de categorie en subcategorie, daaronder de volledige naam,
adres en telefoonnummer. U kunt nu deze locatie als waypoint opslaan, weergeven op de kaart of de route er
naartoe laten berekenen. Maak een keuze of druk op
QUIT op de afstandbediening of raak op het scherm ‘X’
aan om een ander object te zoeken.
Bij het op naam zoeken naar interessante locaties komen meerdere punten met dezelfde naam slechts
één keer voor in de lijst (bijvoorbeeld ‘McDonalds’.) Als u die naam markeert verschijnt de lijst voor die
naam, gerangschikt op afstand (nabij uw locatie.)
31
Een adres of kruispunt zoeken
De StreetPilot 26xx dient voor het zoeken naar adressen en kruispunten te zijn voorzien van
CityNavigator (meegeleverd) of andere MapSource cartografie die in deze informatie voorziet. Zo niet, dan is
deze optie niet beschikbaar.
Een adres zoeken
1. Druk op de FIND-toets van de navigator of de afstandbediening om het zoekmenu op te roepen. Markeer
Adressen om het Zoek adres scherm weer te geven.
2. Selecteer het ‘Beperk tot’ veld en kies voor ‘plaatsnaam’ of ‘postcode’ om het zoeken te beperken tot het
gekozen gebied. (Voor Nederland: bij postcode alleen de vier cijfers invoeren.) Gebruik de op bladzijde 4-5
beschreven procedure voor het invoeren van de karakters.
3. Bevestig uw keuze, selecteer het ‘Nummer’ veld en voer het gezochte huisnummer in. Raak ‘OK’ aan om dit
scherm te verlaten.
4. Selecteer het ‘Straat’ veld en gebruik de op bladzijde 4-5 beschreven procedure om de straatnaam in te voeren.
Maak gebruik van de aanwijzingen op bladzijde 27-28 voor het zoeken op naam. Tip: Voer in plaats van Drs.
Den Uyl alleen Den Uyl in.. Raak OK aan op het scherm om terug te keren naar het ‘Zoek adres’ scherm.
5. U kunt de straatnaam verder verfijnen door als het ‘Zoek adres’ scherm wordt weergegeven op
MENU te
drukken ‘Verfijn straatnaam’ te kiezen. Kies het gezochte voorvoegsel of de toevoeging en bevestig door ‘OK’
aan te raken.
6. Raak de Zoek schermtoets aan waarna het zoekresultaat kan worden bekeken op het ‘Kies adres’ scherm. De
schuifbalk aan de rechterkant van het scherm, indien zichtbaar, is representatief voor het zoekresultaat.
7. Markeer het gezochte adres om het ‘Adres’ scherm weer te geven. Onder aan dit scherm staan de drie
gebruikelijke schermtoetsen voor het opslaan van het adres als waypoint, weergeven op de kaart of het
berekenen van de route naar dat adres.
8. Als het adres meerdere malen voorkomt dan komt door het gebruik van de plaatsnaam of postcode het
gezochte adres boven aan de lijst te staan.
Een kruispunt zoeken:
1. Het zoeken naar een kruispunt is gelijk aan het zoeken naar een adres met dien verstande dat in plaats van een
huisnummer en straatnaam er twee straatnamen dienen te worden ingevuld.
Referentie
Het zoekmenu gebruiken
32
Referentie
Het zoekmenu gebruiken
Het laatste gevonden punt staat boven aan de lijst met
Recent gevonden punten. De lijst wordt in omgekeerd
chronologische volgorde weergegeven.
Het routemenu kan vanaf ieder willekeurig scherm worden
opgeroepen met de ROUTE-toets.
Recent gevonden punten
Iedere lijst met recent gevonden punten bevat 30 objecten. Dus de 30 laatst gevonden interessante
locaties, de 30 laatst gevonden adressen etc. De lijsten worden in omgekeerde chronologische volgorde
weergegeven waardoor het meest recent gevonden punt boven aan de lijst staat. U kunt de Recent gevonden
punten lijst gebruiken om Interessante locaties (POI), adressen en kruispunten en anders te zoeken. Raak
‘Alle’ aan om de onderverdeling op te roepen en maak uw keuze.
Het zoeken naar recent gevonden punten:
1. Druk op FIND om het zoekmenu op te roepen. Raak ‘Recent gevonden punten’ aan om de lijst met alle recent
gevonden objecten weer te geven. (U kunt deze lijst ook oproepen door de
FIND-toets op de navigator of
afstandbediening twee seconden ingedrukt te houden.) Raak, indien gewenst, ‘Álle’ aan om een voorselectie te
maken uit de vier categorieën.
2. Raak het gezochte object aan in de lijst om het informatiescherm weer te geven. Het informatievenster toont de
volledige naam, categorie, adres en telefoonnummer (uitsluitend Interessante locaties.) U kunt nu deze locatie
als waypoint opslaan, weergeven op de kaart of de route er naartoe laten berekenen.
Objecten verwijderen uit de lijst met Recent gevonden punten:
1. Om een punt uit de lijst te verwijderen dient u dit te markeren of selecteer de lijst categorie om de hele lijst
te verwijderen. Druk op de
MENU-toets van de navigator of de afstandbediening als het ‘Recent gevonden
punten’ scherm wordt weergegeven.
2. Kies uit ‘Verwijder punt’, ‘Verwijder lijst’ of ‘Verwijder alle gevonden items’. Selecteer en bevestig uw keuze met
de DUIM-toets of raak ‘m aan op het scherm.
33
Het routemenu gebruiken:
Met het routemenu beschikt u over negen opties voor het beheren van de routefunctie van de StreetPilot
26xx. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden
ingedrukt te houden. Of druk op MENU en kies ‘Route’. De negen opties zijn:
Herbereken – Voor het herberekenen van de actieve route voor kortere tijd of – afstand.
Stop of Hervat route - Stopt het navigeren met de actieve (of gesimuleerde) route of hervat het
navigeren met de net gestopte route.
Via-punt – Voor het invoegen of verwijderen van een tussenpunt in de route.
Omrijden – Berekent een nieuwe route naar de bestemming aan de hand van een door u ingestelde
afwijk afstand.
Terug naar begin – Berekent een nieuwe route naar het punt waar u uw actuele route begon.
Routering instellen – Voor het instellen van uw routering voorkeuren.
Nieuw – Voor het berekenen van een totaal nieuwe route.
Routelijst – Om een eerder berekende en opgeslagen (!) route te selecteren.
Sla op – Slaat de actieve route op.
Een nieuwe route berekenen:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Nieuw”. Het Zoekmenu verschijnt voor het vinden van een bestemming.
2. Volg de op bladzijden 27-28 beschreven procedure voor het vinden van een bestemming. Kies ‘Ga naar’ als het
informatiescherm van de gezochte bestemming wordt weergegeven.
3. Het Routevoorkeur menu verschijnt (tenzij u deze keuze heeft uitgezet bij de ‘Vraag mijn voorkeur’ instelling.)
4. In dit menu kunt u kiezen voor Kortere tijd, kortere afstand of niet via de weg (of niet opnieuw vragen.) Zie
bladzijde 39-40 voor een beschrijving van deze opties.
5. Het routeberekening symbool verschijnt links onderaan in het kaartscherm. Een gesproken aanwijzing
weerklinkt en de paarse routelijn verschijnt op het kaartscherm. De StreetPilot 26xx is gereed om u naar uw
bestemming te leiden.
Referentie
Het routemenu gebruiken
U kunt uw routering voorkeur direct vanuit het routemenu
wijzigen. Zodra u een instelling heeft gewijzigd, kunt u de
route laten herberekenen met ‘Herbereken’ optie.
Om een route voor later te bewaren kiest u ‘Sla op’ in
het routemenu en bevestig dit door ‘OK’ aan te raken.
34
Referentie
Het routemenu gebruiken
U kunt op de StreetPilot 26xx een specifieke afwijk afstand
invoeren en aan de hand van deze informatie een route
laten herberekenen.
Via-punten zijn tussenpunten die in een route kunnen
worden ingevoegd met de ‘Via-punt’ functie in het
routemenu.
Een route opslaan:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt
te houden. Kies ‘Sla op’. Het Route opgeslagen venster verschijnt met daarin de actieve route. Deze wordt
automatisch benoemd met het eind- en beginpunt. Deze naam kunt u indien gewenst hier wijzigen.
2. Selecteer en bevestig met de
DUIM-toets of raak ‘OK’ aan om de route op te slaan.
Een route uit de lijst van opgeslagen routes kiezen voor de navigatie:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Routelijst’. Het Routelijst venster verschijnt met daarop de opgeslagen routes.
2. Kies de gewenste route uit de lijst. De StreetPilot 26xx is nu gereed om die route te gebruiken.
Een route herberekenen:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Herbereken’.
2. Het Routevoorkeur menu verschijnt (tenzij deze optie is uitgezet.) In dit menu kunt u kiezen voor Kortere tijd,
kortere afstand of niet via de weg (of niet opnieuw vragen.) Zie bladzijde 39-40 voor een beschrijving van deze
opties.
3. Het routeberekening symbool verschijnt links onderaan in het kaartscherm. Een gesproken aanwijzing
weerklinkt en de paarse routelijn verschijnt op het kaartscherm. De StreetPilot 26xx is gereed om u verder te
begeleiden.
De routenavigatie stoppen:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Stop route’.
2. De actuele route wordt inactief.
De routenavigatie hervatten:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Hervat route’.
2. De actuele route wordt geactiveerd.
35
Een omrij route berekenen:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Omrijden’. Het Omrijd afstand’ venster verschijnt.
2. Selecteer de gewenste afstand (1, 2, 5, 10 of 30 kilometer.) De navigator vermijd nu de originele route en
herberekent deze vanaf uw actuele positie binnen de opgegeven omrij afstand. Het Routevoorkeur menu
verschijnt (tenzij deze optie is uitgezet.)
3. In het Routevoorkeurmenu kunt u kiezen voor Kortere tijd, kortere afstand of niet via de weg (of niet opnieuw
vragen.) Zie bladzijde 39-40 voor een beschrijving van deze opties.
4. Na de routeherberekening is de StreetPilot 26xx gereed om u over de alternatieve route te begeleiden. Let op
dat de StreetPilot 26xx dit omrijden onthoudt bij latere herberekeningen (zowel handmatig als automatisch.) De
lijst van te vermijden wegen wordt pas gewist als u stopt met navigeren of de navigator helemaal uitzet.
Een via-punt invoegen:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Via-punt’ en vervolgens ‘Voeg via-punt in’. (merk op dat als de actieve route nog geen via-punten
bevat dit de enig beschikbare optie is.) Een venster verschijnt met daarin twee opties, ‘Gebruik kaart’ en ‘Zoek’.
2. Kies ‘Gebruik kaart’ als u handmatig een via-punt op de kaart wilt aanwijzen. Gebruik de zoom&schuif balk aan
de rechterkant om in te zoomen en te schuiven op de kaart. Selecteer het gewenste punt en raak het ‘vinkje’
rechtsboven aan. De route wordt nu herberekend via het gekozen punt.
3. Kies ‘Zoek’ om een via-punt via het zoekmenu te selecteren. Volg hiervoor de aanwijzingen op bladzijde 27-28
om een object te vinden en kies dan voor ‘Voeg via toe’. De route wordt nu herberekend via het gekozen object.
Noot: Een via-punt wordt altijd in de route ingevoegd tussen het laatst ingevoegde via-punt
en de eindbestemming. Het zo ingevoegde via-punt wordt dan het laatst ingevoegde via-
punt voor de eindbestemming.
Referentie
Het routemenu gebruiken
U kunt een via-punt invoegen vanaf de kaart (‘Gebruik
kaart’) of via het Zoekmenu (‘Zoek’) waarna de route naar
de eindbestemming wordt herberekend via dit tussenpunt.
Met ‘Verwijder via-punt’ kunt u het laatst ingevoegde
via-punt uit de route verwijderen (deze optie is alleen
beschikbaar als de route minstens één via-punt bevat.)
36
Referentie
Het routemenu gebruiken
De StreetPilot 26xx maakt het mogelijk één of alle
opgeslagen routes te verwijderen. Het is ook mogelijk
opgeslagen routes te hernoemen.
Opties voor het wissen of hernoemen van routes.
Het verwijderen van een via-punt:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Via-punt’ en vervolgens ‘Verwijder via-punt’. (merk op dat als de actieve route geen via-punten
bevat deze optie niet beschikbaar is.)
2. Een venster verschijnt met de vraag of u het via-punt met <naam> uit de route wilt verwijderen. Door ‘Ja’ te
selecteren en te bevestigen of aan te raken wordt automatisch het laatst ingevoegde via-punt uit de route
verwijderd. De route wordt door deze wijziging automatisch herberekend.
Het wissen en hernoemen van routes
U kunt of alle opgeslagen routes in één keer wissen of slechts één route. Verder kunnen routes worden
hernoemd.
Het wissen van één route:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Routelijst’. De lijst met alle opgeslagen routes verschijnt. Markeer de te verwijderen route en druk
op de MENU-toets. Kies ‘Wis’. Raak ‘Ja’ aan in het bevestigingvraag venster.
Het wissen van alle routes:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Routelijst’. De lijst met alle opgeslagen routes verschijnt. Druk op de
MENU-toets. Kies ‘Wis
alles’. Raak ‘Ja’ aan in het bevestigingvraag venster.
Het hernoemen van een route:
1. Roep het route menu op door de MENU-toets op de navigator of afstandbediening 2 seconden ingedrukt te
houden. Kies ‘Routelijst’. De lijst met alle opgeslagen routes verschijnt. Markeer de te hernoemen route en druk
op de MENU-toets. Kies ‘Hernoem’. Voer de nieuwe routenaam in volgens de aanwijzingen van bladzijde 4-5.
37
Hoofdmenu
Door op de MENU-toets van de navigator of de afstandbediening te drukken roept u vanaf ieder scherm
de hoofdmenu opties op. Door tweemaal op Menu te drukken verschijnen de Infomenu opties (‘GPS Info’,
‘Kaartinfo’ en ‘Systeem info’.) De hoofdmenu opties zijn:
Route – Toont de routemenu opties. (zie blz. 33.)
Instellingen – Toont de diverse tabkaarten met instellingen.
Info – Toont de ‘GPS Info’, ‘Kaartinfo’ en ‘Systeem info’ opties. (zie blz. 48)
Scherm – Toont de instellingen voor schermhelderheid, contrast, auto helderheid en touchscreen
kalibratie. (zie blz. 3.)
Instellingen – Systeeminstellingen
De systeeminstellingen zijn verdeeld over een aantal tabkaarten waarop u de instellingen voor bijv.
begeleiding, routering, tijd en taal naar wens kan wijzigen. Iedere tabkaart heeft z’n eigen foldertab waarop
de functie van die tabkaart wordt gemeld.
Een tabkaart selecteren:
1. Markeer als het systeeminstellingscherm wordt weergegeven de foldertab van de gewenste functie. De bij die
tabkaart behorende informatie en functies verschijnen zodra de foldertab wordt aangeraakt of gemarkeerd met
de DUIM-toets op de afstandbediening.
2. Zodra de gewenste tabkaart wordt weergegeven kunt u het veld dat u wilt bekijken of wijzigen selecteren.
3. Zodra u een te wijzigen veld aanraakt verschijnt een lijst met voor dat veld beschikbare opties.
4. Raak uw keuze aan of markeer en bevestig deze met de
DUIM-toets.
5. Ga terug naar de foldertab en kies, indien gewenst, een andere foldertab.
Het is mogelijk dat u de door u gemaakte wijzigingen in de systeeminstelling ongedaan wilt maken. Kies
‘Originele instellingen herstellen’ om die tabkaart op af-fabriek terug te zetten.
Het herstellen van de af-fabriek instellingen:
1. Druk als de te herstellen tabkaart wordt weergegeven op MENU van de navigator of afstandbediening en kies
‘Originele instellingen herstellen’.
2. Herhaal, indien gewenst, stap 1 voor de overige tabkaarten.
Referentie
Hoofdmenu
Hoofdmenu symbolen
Een instellingen tabkaart optie selecteren.
38
Referentie
Systeem instellingen
De systeeminstelling tabkaarten stellen u in staat de
StreetPilot 26xx geheel naar eigen wens in te stellen.
U kunt de af-fabriek instellingen van iedere tabkaart
herstellen met de ‘Originele instellingen herstellen’ optie.
De tabkaarten en de bijbehorende systeeminstellingen zijn als volgt ingedeeld:
Algemeen – Kleurenschema, Eenheden, Spraak, Touchscreen toon, Waarschuwingstoon en Toetstoon.
Begeleiding – Route herberekening en Volgend afslagscherm.
Routering – Routevoorkeur, Vraag mijn voorkeur, Berekeningswijze, Bereken routes voor en Vermijd
(U-bochten, tolwegen, snelwegen en onverharde wegen.)
Tijd – Tijdweergave, Tijdzone, UTC Offset, Zomertijd, Tijd, Datum, Zon op en Zon onder.
Veiligheid – Veilige modus
Tracklog – Track opslag, Percentage in gebruik en Wis track.
Taal – Taal voor teksten en spraak.
Interface (alleen 2650) – Kilometerteller output vorm, Achteruitrijlicht polariteit, USB en serieel
formaat.
De volgende bladzijden beschrijven in meer detail de bij iedere tabkaart behorende instellingen.
Tabkaart Algemeen
Kleurenschema – Hier kunt u kiezen uit drie mogelijke instellingen:
• Donker: Donkere achtergrond met daarop witte karakters.
• Helder: Een witte achtergrond met zwarte karakters.
• Automatisch: Zet het kleurenschema op ‘Donker’ bij zonsondergang en op ‘Helder’ bij zonsopkomst.
Eenheden – Bepaalt in wat voor eenheid de snelheid en afstand wordt weergegeven. Bij ‘Metrisch’ wordt
de snelheid in kilometers per uur weergegeven en de afstanden in kilometers of meters. Bij ‘Landmijlen’ is
dit respectievelijk mijlen per uur en mijlen en voeten (1 landmijl = 1,6093 kilometer.)
Spraak – Deze instelling bepaalt wanneer een spraakaanwijzing (en gong, indien ingeschakeld) klinkt.
De StreetPilot 26xx geeft automatisch spraakaanwijzingen voor de navigatie maar eveneens bij wijzigingen
in de systeemstatus (bijv. als de GPS ontvangst is weggevallen.) Indien ingeschakeld worden automatische
navigatie aanwijzingen voorafgegaan door een gong (zie: waarschuwingstoon.) Bij het rijden van een z.g.
routedeel zijn er drie spraakaanwijzingen mogelijk.
39
De eerste aanwijzing komt wanneer u begint aan het volgende routedeel na het passeren van een afslag.
Deze aanwijzing wordt voorafgegaan door een gong met een lage klank. De tweede aanwijzing komt
wanneer u een afslag nadert waarbij het tijdstip afhankelijk is van uw snelheid. Deze aanwijzing wordt ook
voorafgegaan door de gong met lage klank. De laatste spraakaanwijzing op een routedeel volgt kort voor de
afslag en deze aanwijzing wordt ingeleid door een gong met een hogere klank.
• Begeleiding en Status – De navigator geeft aanwijzingen tijdens het rijden van een route maar ook
statusberichten als ‘GPS ontvangst weggevallen’.
• Routebegeleiding – De navigator geeft uitsluitend navigatie aanwijzingen bij het rijden van een route.
• Alleen spraaktoets – De navigator zegt alleen wat als de SPEAK-toets kort wordt ingedrukt.
Touchscreen toon – Voor het aan- of uitzetten van een klik bij het aanraken van het scherm.
Waarschuwingstoon – Bepaalt of een spraakaanwijzing wordt vooraf gegaan door een gong.
Toetstoon – Hiermee stelt u in of de interne zoemer een toon geeft op het moment dat u een toets
indrukt. De toetstoon bevestigt dat een toets op de navigator of afstandbediening voldoende is ingedrukt.
(Noot v/d vertaler: De tonen zijn alleen hoorbaar als de externe luidspreker is aangesloten.)
Tabkaart Begeleiding
Route herberekening – Bepaalt op welke manier de route wordt herberekend als u van de door
de StreetPilot 26xx berekende route bent afgeweken (‘Op verzoek’, ‘Automatisch – aangekondigd’,
‘Automatisch – stil’ en ‘Uit’.)
Volgend afslagscherm – Hier stelt u in wanneer het volgend afslagscherm wordt weergegeven (‘Uit’,
‘Alleen spraaktoets’, ‘Alleen automatisch’ of ‘Beiden’.)
Tabkaart Routering
De tabkaart Routering maakt het mogelijk om in te stellen op welke manier de StreetPilot 26xx een route
berekent.
Routevoorkeur – Bepaalt de criteria voor het berekenen van de route naar uw bestemming. De
volgende opties zijn beschikbaar:
Kortere tijd: bij deze instelling is tijd de bepalende factor voor het berekenen van de route. De
berekende route kan in afstand langer zijn maar is zo gekozen dat de benodigde rijtijd korter is.
Referentie
Systeeminstelling
Door bij ‘Spraak’ op de tabkaart Algemeen te kiezen voor
Alleen spraaktoets’ worden uitsluitend aanwijzingen
gegeven als SPEAK kort wordt ingedrukt.
Het waarschuwingstoonveld bepaalt of
spraakaanwijzingen al dan niet worden vooraf
gegaan door een gong.
40
Referentie
Systeeminstelling
De ‘Niet via de weg’ optie is nuttig als u op een plaats
komt waar geen wegen zijn (bijv. natuurgebied) en u uw
StreetPilot 26xx toch wilt gebruiken voor de navigatie
(langs een rechte lijn.)
De ‘Vraag mijn voorkeur’ instelling kan ook op de
Routering tabkaart worden ingesteld.
Kortere afstand: in dit geval wordt een route berekend met de kortst mogelijke afstand. Het feit dat de
afstand korter is, betekent echter niet dat de benodigde rijtijd korter is.
Niet via de weg: met deze instelling wordt in rechte lijnen genavigeerd en wordt er geen rekening
gehouden met eventueel aanwezige wegen. Deze instelling is van nut bij het rijden in gebieden waar
de cartografie geen wegen kent.
Vraag mijn voorkeur – Bepaalt of er wel of niet om uw voorkeur (Kortere tijd, Kortere afstand of Niet
via de weg) wordt gevraagd bij aanvang van de routeberekening. Deze instelling kunt u ook wijzigen via de
‘Niet opnieuw vragen’ keuze op het Routevoorkeurmenu. De volgende opties zijn beschikbaar:
Ja: Dit zorgt ervoor dat het routevoorkeurmenu verschijnt voordat een route wordt berekend. Als uw
voorkeur wisselt per te berekenen route dan geniet deze instelling de voorkeur.
Nee: Deze keuze voorkomt dat het routevoorkeurmenu verschijnt voor een route wordt berekend. De
StreetPilot 26xx zal dan de ingestelde voorkeur voor alle routeberekeningen toepassen. Als u meestal
dezelfde voorkeur heeft bij een routeberekening, dan is dit de aanbevolen instelling.
Berekeningswijze – Hier stelt u in hoe nauwgezet de StreetPilot 26xx een route berekent. De
overweging is hier tussen de tijd die benodigd is om de route te berekenen en de kwaliteit van de berekende
route (of hoe dicht ligt de berekende route bij de ideale route afhankelijk van uw routevoorkeur.)
Snelste berekening: de route is snel berekend maar het resultaat is niet optimaal.
Snelle berekening: Duurt wat langer om te berekenen dan ‘Snelste berekening’ maar is wel van betere
kwaliteit.
Betere route: Betere route dan bij ‘Snelle berekening’ maar de berekening duurt iets langer.
Beste route: Geeft de best mogelijke route maar de berekening duurt ook het langst.
41
Bereken routes voor – Deze instelling maakt optimaal gebruik van de informatie die in de
CityNavigator cartografie is verwerkt. Sommige wegen zijn alleen toegankelijk voor bepaalde voertuigen
zoals straten die uitsluitend toegankelijk zijn voor hulpdiensten of wegen die niet toegankelijk zijn voor
vrachtverkeer. Door het instellen van het door u gebruikte type voertuig kan de meest efficiënte route
worden berekend waarbij niet toegankelijke wegen worden vermeden. Andersom is het mogelijk dat voor
een bepaald type voertuig wegen beschikbaar zijn die voor andere soorten gesloten zijn. De volgende
categorieën voertuigen zijn beschikbaar:
Auto / motorfiets Taxi
Truck/vrachtwagen Bestelbus
Bus Fiets
Hulpvoertuig Voetganger
Noot van de vertaler: het nut van deze instelling is sterk afhankelijk van de door NavTech in de cartografie toegepaste informa-
tie en is op het moment van vertalen alleen optimaal voor personenauto’s.
Vermijd – Laat u een aantal voor de routeberekening ongewenste zaken vermijden.
U-bochten: Indien aangevinkt, zal de StreetPilot 26xx geen U-bochten in de routeberekening
opnemen tenzij het niet anders mogelijk is.
Tolwegen: Indien aangevinkt, zal de StreetPilot 26xx in de routeberekening geen gebruik maken van
tolwegen tenzij de alternatieve route een te grote omweg oplevert.
Snelwegen: Indien aangevinkt, zal de StreetPilot 26xx in de routeberekening geen gebruik maken van
snelwegen en autowegen tenzij de alternatieve route een te grote omweg oplevert.
Onverharde wegen: Indien aangevinkt, zal de StreetPilot 26xx in de routeberekening geen gebruik
maken van onverharde wegen tenzij de alternatieve route een te grote omweg oplevert.
Referentie
Systeeminstelling
De ‘Bereken routes voor’ instelling maakt optimaal
gebruik van de informatie die in de CityNavigator
cartografie is verwerkt om de voor een bepaald type
voertuig meest efficiënte route te berekenen.
U-bochten kunnen worden vermeden bij het
berekenen van een route.
42
Referentie
Systeeminstelling
Let op dat de actuele datum en tijd via de satellieten
wordt verkregen en niet kan worden gewijzigd.
De ‘Veilige modus’ kan worden uitgezet zodat een
passagier de StreetPilot 26xx onder het rijden kan
bedienen.
Tabkaart tijd
Tijdweergave - Gebruik deze instelling om te kiezen tussen 12- en 24-uurs weergave. Als u kiest voor
12 uur weergave dan wordt AM en PM gebruikt om een onderscheid te maken tussen voor de middag en na
de middag. De 24 uur instelling geeft de tijd in het voor Nederland en België gebruikelijke formaat weer.
Tijdzone – Kan worden ingesteld op één van de acht Amerikaanse tijdzones of op Anders. Als u Anders
selecteert verschijnt het ‘UTC Offset’ veld. Voer hier het voor uw positie geldende tijdverschil ten opzichte
van UTC in. Zie bladzijde 55 voor aanvullende details.
Zomertijd - Kent drie opties, ‘Ja’, ‘Nee’ en ‘Automatisch’ die alleen beschikbaar zijn als u bij de tijdzone
voor één van de acht Amerikaanse tijdzones heeft gekozen. Als u bij de tijdzone voor ‘Anders’ heeft
gekozen, dan kunt u met de UTC Offset de tijdweergave corrigeren voor zomertijd.
Datum, Tijd, Zon op en Zon onder –
Deze vier velden tonen de actuele datum en tijd en de tijd van
zonsopkomst en zonsondergang (de weergave in deze velden is afhankelijk van de instellingen voor de
tijdweergave, tijdzone en eventueel de zomertijd.) Deze velden zijn niet gebruiker instelbaar.
Tabkaart Veiligheid
Uw StreetPilot 26xx is voorzien van een ‘Veilige Modus’ functie om veilig rijden te bevorderen.
Af-fabriek is deze functie ingeschakeld maar kan worden uitgezet zodat een passagier de navigator kan
bedienen. Zodra uw voertuig in beweging is, schakelt de StreetPilot 26xx een aantal functies uit die de
aandacht van de gebruiker vereisen en daardoor de aandacht voor de weg verminderen.
In ‘Veilige Modus’ zijn de volgende functies uitgeschakeld:
Kaart verschuiven
Alle
FIND-toets functies (m.u.v. Recent gevonden locaties)
Alle
MENU-toets functies
Aanmaken van nieuwe routes
Zodra uw voertuig tot stilstand komt (weergegeven snelheid is 0) zijn deze functies weer beschikbaar.
43
Tabkaart Tracklog
De StreetPilot 26xx slaat automatisch de afgelegde weg op in de ‘Tracklog’ waardoor u door een
elektronisch broodkruimeltjesspoor kunt zien waar u bent langs gekomen. Zodra het trackloggeheugen vol
is, wordt het oudste punt automatisch overschreven door het nieuwste punt. Het begin van de tracklog is
het oudste punt terwijl het eindpunt het meest recente punt is. De weergave van de tracklog op het scherm
kan bij de kaartinstelling worden aan of uit gezet (staat af-fabriek uit.)
Trackopslag – Keuze tussen ‘Aan’ en ‘Uit’. Aan om tracklog op te slaan en bij uit wordt er geen tracklog
opgeslagen.
Percentage in gebruik – Toont het percentage trackloggeheugen dat in gebruik is.
Wis track – Wist de trackloggegevens uit het geheugen. Raak aan en kies vervolgens ‘Ja’ om de tracklog
te wissen.
Tabkaart Taal
Op deze tabkaart kunt u de taal kiezen voor de weergave van de schermteksten en de taal voor de
spraakaanwijzingen.
Taal voor teksten –
Dit wijzigt alle scherm- en menuteksten naar de ingestelde taal. Het wijzigen
van de taal heeft geen invloed op de weergave van de cartografie of op de door de gebruiker ingevoerde
gegevens. Namen van steden, straten en interessante locaties worden altijd weergegeven in de taal waarmee
ze zijn vastgelegd op de kaart. De StreetPilot 26xx beschikt over 14 Europese talen waaronder het
Nederlands.
Taal spraak – Dit wijzigt de taal voor de gesproken aanwijzingen en statusberichten. De StreetPilot
26xx beschikt over 9 spreektalen waaronder het Nederlands.
Referentie
Systeeminstelling
Druk op de ‘Wis track’ schermknop om de opgeslagen
tracklog te wissen.
U kunt afzonderlijk kiezen voor de taal van de teksten
en voor de spreektaal.
44
Referentie
Systeeminstelling
De StreetPilot 2650 gisbestek en interface tabkaart.
Tabkaart Interface
De tabkaart interface is alleen beschikbaar op de StreetPilot 2650/2560 met zijn gisbestek sensoren. De
StreetPilot 2650/2660 dient te worden geïnstalleerd door een officieel autonavigatie inbouwstation. Het
wordt aangeraden de op deze tabkaart weergegeven instellingen na installatie te noteren voor het geval van
service naderhand of dat de tabkaart (ongewenst) is gereset. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Afstandteller golf soort – Het soort golf (sinusoïde of blok) dient te worden vastgesteld aan de hand
van informatie van autofabrikant of worden vastgesteld met een oscilloscoop. ‘Blokgolf’ komt het meest
voor. Sluit de StreetPilot 2650/2660 gisbestekkabel nooit aan op het snelheidsensorsignaal van de
ABS.
Achteruitrijlicht polariteit –
Kijkt of er wel of geen spanning op de achteruitrijlichten van de auto
staat. Neemt contact op met de autofabrikant of controleer de polariteit met een voltmeter. Stel in op ‘Hoog’
(meest voorkomend) als bij ingeschakelde achteruit spanning wordt gemeten. Stel in op ‘Laag’ als dit niet
het geval is.
USB formaat –
Deze optie stelt u in staat om de USB poort aan of uit te zetten voor het Garmin
dataformaat. Als het serieel formaat op ‘Garmin’ wordt ingesteld zal het USB formaat automatisch ‘uit’
gaan. Zet het USB formaat op ‘Garmin’ als u de StreetPilot 2650/2660 wilt gebruiken in combinatie met het
MapSource programma.
Serieel formaat –
Maakt het mogelijk uit één van de onderstaande instellingen te kiezen. Als ‘USB
formaat’ of Garmin staat wordt ‘Serieel formaat’ automatisch op ‘Geen’ gezet.
GARMIN: Een eigen dataformaat voor het uitwisselen van waypoints, tracks en cartografie tussen
de StreetPilot 2650/2660 en een PC. Dit formaat dient te worden ingesteld om gegevens te kunnen
ontvangen van de MapSource Cd-rom’s (indien een datakaart is geplaatst)
NMEA: Ondersteunt de uitvoer van gegevens in NMEA 0183 versie 2.30 formaat.
Tekst uit: Voor de uitvoer van locatie en snelheid informatie in een simpel ASCII formaat.
Geen: Geen in-/uitvoer van seriële data.
Zie blz. 54 voor informatie over de gisbestekkabel.
45
Informatieschermen
Door MENU tweemaal in te drukken krijgt u toegang tot de informatieschermen (GPS Info, MapSource
Info en Systeem Info.) Vanaf het Infomenu kunt u volgende opties kiezen:
GPS Informatiescherm – Visueel overzicht van de GPS ontvangerstatus.
MapSource Informatiescherm – Toont de versie en kaartfragmentna(a)m(en) van de op de CF
®
kaart
opgeslagen MapSource cartografie.
Systeeminformatiescherm – Toont het versienummer van de interne software (firmware) en het
unieke interne ID nummer van de navigator.
GPS Informatiescherm
Het GPS Informatiescherm voorziet in een visueel overzicht van de GPS ontvangerstatus met inbegrip
van de actuele satellietdekking, ontvangerstatus, batterijstatus en de positiemiswijzing. Zodra de StreetPilot
26xx satellieten ontvangt, verschijnt er voor iedere zichtbare satelliet een signaalsterktebalk met onder de
balk het corresponderende satellietnummer (van 01-32.) De satellietacquisitie verloopt volgens de drie
navolgende stappen:
Geen signaalsterktebalk – de ontvanger is op zoek naar de aangegeven satellieten. De overeenkomstige
nummers in de skyview zijn niet gemarkeerd.
Holle signaalsterktebalken – het satellietsignaal wordt ontvangen en de gegevens worden verzameld.
Massieve signaalsterktebalken – de ontvanger heeft voldoende gegevens verzameld en de satelliet
wordt gebruikt voor de positieberekening. In de skyview wordt het overeenkomstige nummer
gemarkeerd.
Iedere satelliet heeft een datatransmissie van 30 seconden die moet worden ontvangen (holle
signaalsterktebalk zoals hierboven beschreven) voor dat de satelliet kan worden gebruikt voor de navigatie
(massieve signaalsterktebalk.) Zodra de positie (fix) is berekend, werkt de StreetPilot 26xx de positie, koers
en snelheid continue bij aan de hand van de berekende gegevens.
Referentie
Informatieschermen / GPS
Info scherm
Een holle balk (bijv. nummer 15) betekent dat het
satellietsignaal wordt ontvangen en de gegevens worden
verzameld.
Massieve balken betekenen dat de ontvanger de
benodigde informatie heeft verzameld en gereed is voor
de navigatie.
46
Referentie
GPS Info scherm
‘Zoek satellieten’ betekent dat de ontvanger op zoek is
naar de zichtbare satellieten en nog onvoldoende
gegevens heeft om de positie te kunnen berekenen.
‘GPS staat uit’ duidt erop dat de navigator op gebruik
binnenshuis is gezet en niet voor actuele navigatie kan
worden gebruikt.
Skyview en signaalsterktebalken
De skyview en de signaalsterktebalken geven u een idee van welke satellieten op dat moment zichtbaar
zijn, welke worden gebruiken voor de navigatie en hoe de signaalsterktes zijn. De skyview geeft een
‘bovenaanzicht’ van de positie van iedere satelliet ten opzichte van de laatst berekende positie. De buitenste
ring met daarop de vier windstreken is representatief voor de horizon. De binnenring staat voor 45° elevatie
en een satelliet bij of op de punt in het midden van de skyview staat (bijna) recht boven u. Aan de hand van
de skyview kunt u vaststellen of satellieten worden geblokkeerd en of een positie is berekend (aangeduid
met 2D of 3D navigatie in het statusveld boven de skyview.) U kunt de oriëntatie van de skyview instellen
op noord boven of koers boven waardoor de bovenzijde van de skyview in uw rijrichting wijst (zie blz. 48.)
Ontvangerstatus
Zodra de StreetPilot 26xx voldoende gegevens heeft verzameld om de positie te berekenen, verschijnt
er 2D of 3D navigatie op het statusveld (in het geval van 2D navigatie wordt de hoogte niet berekend.) Het
ontvangerstatusveld staat links boven aan het scherm en kan één van de volgende condities aangeven:
Zoek satellieten – de StreetPilot 26xx is op zoek naar de zichtbare satellieten.
AutoLocate – de StreetPilot 26xx initialiseert en is op zoek naar nieuwe almanak gegevens. Afhankelijk van
de zichtbare satellieten kan dit proces tot zo’n 5 minuten in beslag nemen.
Zoek satellieten – de ontvanger verzamelt de gegevens van de beschikbare satellieten maar beschikt nog
niet over voldoende gegevens om de positie te berekenen.
2D Navigatie – tenminste drie satellieten met een goede geometrie worden ontvangen en een twee
dimensionale positie (lengte en breedte) wordt berekend. ‘2D Diff’ wordt weergegeven als er DGPS
correcties worden ontvangen met een twee dimensionale positie.
3D Navigatie – tenminste vier satellieten met een goede geometrie worden ontvangen en de positie wordt
in drie dimensies berekend (lengte, breedte en hoogte.) ‘3D Diff’ wordt weergegeven als er DGPS correcties
worden ontvangen met een drie dimensionale positie.
Slechte satellietontvangst – de ontvanger ontvangt onvoldoende satellieten voor een 2D of 3D positie
door slechte satelliet geometrie of door afscherming van de antenne (bijv. tussen hoge gebouwen, een tunnel
of een dicht bladerdek.)
47
Ontvanger onbruikbaar – de ontvanger is onbruikbaar door een foutieve initialisatie of abnormale
satelliet omstandigheden. Zet de ontvanger uit en weer aan om te resetten of her-initialiseer indien nodig de
ontvanger.
GPS staat uit – de navigator is ingesteld op ‘gebruik binnenshuis’ en kan niet voor de navigatie worden
gebruikt.
Gisbestek (alleen 2650/2660) – de ontvanger ontvangt onvoldoende satellieten voor een 2D of 3D positie
door slechte satelliet geometrie of door afscherming van de antenne (bijv. tussen hoge gebouwen, een tunnel
of een dicht bladerdek) en maakt gebruik van gisbestek.
Slechte satellietontvangst menu
Indien er gedurende enkele minuten geen satellieten worden ontvangen (of een onvoldoende aantal
satellieten wordt ontvangen om de positie te berekenen) verschijnt er een bericht die u verzoekt het
apparaat uit te zetten voor gebruik binnenshuis, een nieuwe positie aan te wijzen of het apparaat zelf naar
satellieten te laten zoeken (duurt langer.) Door uw geschatte positie aan te wijzen, stelt u de StreetPilot 26xx
in staat naar de juiste satellieten te zoeken. Dit is met name van belang als u de navigator in uitgeschakelde
toestand meer dan 800 kilometer heeft verplaatst. Als de navigator een aantal maanden niet is gebruikt zijn
de opgeslagen satellietgegevens niet meer actueel en kan de StreetPilot 26xx de juiste satellietposities niet
berekenen.
Het bericht kan ook verschijnen als u uw StreetPilot 26xx voor de eerste keer gebruikt. Ook tijdens
normaal gebruik kan dit bericht verschijnen als de antenne voor enkele minuten wordt afgeschermd,
bijvoorbeeld tijdens het rijden in een langere tunnel of bij gebruik binnenshuis.
Miswijzing
Het GPS Informatiescherm geeft de geschatte miswijzing in de berekende positie aan. Zie appendix I
(bladzijden 62-63) voor de StreetPilot 26xx specificaties omtrent de miswijzing.
Referentie
GPS Info scherm
Het ‘slechte satellietontvangst’ menu verschaft u een
aantal opties indien er onvoldoende satellieten worden
ontvangen om de positie uit te rekenen.
De zon en maan symbooltjes op de skyview dienen voor
referentie (merk op dat de symbolen grijs zijn als de zon
en/of de maan onder de horizon staan.) De tijden van
zonsop- en zonsondergang voor uw actuele positie en
datum staan vermeld op de tabkaart Tijd van de
systeeminstelling.
48
Referentie
GPS Info scherm
Als u kiest voor ‘Noord boven’, dan wordt de skyview
met het noorden naar boven weergegeven.
GPS Informatiescherm optiemenu
Druk als het GPS Informatiescherm wordt weergegeven op MENU om de bij dit scherm behorende
opties weer te geven. De volgende opties zijn beschikbaar: Koers of Noord boven, Nieuwe hoogte en
Nieuwe positie.
Koers boven/Noord boven – Wijzigt de oriëntatie van de skyview tussen ‘Noord boven’ en ‘Koers
boven’. Als u ‘Koers boven’ heeft ingesteld verschijnt ‘Noord boven’ als optie in het menu. U kunt ook
wisselen tussen de twee weergaven door de skyview aan te raken.
Nieuwe positie - forceert de StreetPilot 26xx om op zoek te gaan naar alle satellieten om een positie
uit te rekenen. Deze optie is van nut als de navigator in uitgeschakelde toestand meer dan 800 kilometer
is verplaatst vanaf de laatst berekende positie. In zo’n geval bestaat de mogelijkheid dat de StreetPilot 26xx
naar de verkeerde satellieten gaat zoeken.
Het kiezen van een nieuwe positie:
1. Kies ‘Nieuwe positie’ en druk op ENTER. Een menu verschijnt om te kiezen tussen Automatisch’ en ‘Gebruik
kaart’.
2. Kies ‘Áutomatisch’ waarna de navigator op zoek gaat naar alle satellieten met ‘AutoLocate’.
3. Bij ‘Gebruik kaart’ dient u bij benadering uw positie op de kaart aan te wijzen via het Touchscreen of met de
DUIM-toets van de afstandbediening. Aan de hand van deze gegevens berekent de StreetPilot 26xx welke
satellieten zichtbaar moeten zijn voor die positie en zal er vervolgens naar op zoek gaan.
Nieuwe hoogte – maakt het mogelijk om de hoogte in te voeren tijdens de satelliet acquisitie of als de
StreetPilot 26xx in 2D navigatiestatus werkt. Standaard zal bij 2D navigatie de StreetPilot 26xx de laatste
berekende hoogte gebruiken maar deze kunt u handmatig corrigeren indien gewenst. Bij 3D navigatie is het
niet mogelijk een hoogte in te voeren.
Het opgeven van een nieuwe hoogte:
1. Kies ‘Nieuwe hoogte’.
2. Voer de geschatte hoogte volgens de aanwijzingen op bladzijde 4 en sluit af met ‘OK’.
49
MapSource informatiescherm
Het MapSource Info scherm toont de versie en de naam of namen van het/de MapSource Cd-rom
cartografie kaartfragment(en) die op de in het apparaat geplaatste CompactFlash
®
kaart zijn opgeslagen.
Links van de naam van het kaartfragment staat een vierkantje. Als u in dit vakje een vinkje plaatst, dan
wordt het fragment op het scherm getoond bij de van toepassing zijnde kaartschaal en binnen de grenzen
van dat kaartgebied.
Het aan en uitzetten van de individuele kaartfragmenten:
1. Optionele MapSource gegevens dienen op de in de StreetPilot 26xx geplaatste CF™ kaart te zijn opgeslagen.
2. Kies ‘Kaartinfo’ in het Infomenu en blader door de lijst van opgeslagen kaartfragmenten.
3. Als in het vakje links van de fragmentnaam een vinkje staat, dan wordt dat fragment op het kaartscherm
weergegeven. Tik op de kaartfragmentnaam om deze aan of uit te zetten. Let op: uitgezette kaartfragmenten
worden NIET gebruikt voor de Autoroutering.
4. U kunt ook als de lijst wordt weergegeven op de
MENU-toets drukken en kiezen tussen ‘Álle kaarten
aanzetten’ of Alle kaarten uitzetten’.
Zie bladzijde 59 voor meer informatie over MapSource en de CompactFlash
®
kaarten.
Systeem informatiescherm
Het systeem informatiescherm toont het versienummer van de interne software (firmware) van de
StreetPilot 26xx. Tevens vindt u hier het unieke Unit ID nummer van de navigator. Dit nummer is van
belang voor het verkrijgen van nieuwe MapSource sleutelcodes en in het geval u uw sleutelcode bent
kwijtgeraakt.
Referentie
MapSource en Systeem Info
scherm
Plaats een vinkje in het vakje links van het kaartfragment
dat u wilt weergeven op het kaartscherm en wilt
gebruiken voor de autoroutering.
Het systeem informatiescherm
50
Bijvoegsel A
Plaatsing in een voertuig
WAARSCHUWING: Bij gebruik in voertuigen is de
eigenaar/gebruiker van de StreetPilot 26xx als enige ver-
antwoordelijk voor een zodanig montage dat: het besturen
en/of bedienen van het voertuig niet wordt gehinderd door
de StreetPilot 26xx; het zicht van de bestuurder niet wordt
belemmerd; schade of persoonlijk letsel bij een ongeval
wordt voorkomen. Monteer de StreetPilot 26xx niet op
een airbag compartiment(en) of in het werkingsgebied van
een airbag. Airbags worden met grote snelheid opgeblazen
waardoor ze voorwerpen binnen hun werkingsgebied
met kracht naar de inzittenden kunnen verplaatsen met
kans op letsel. Bestudeer de airbag waarschuwingen in
het handboek van uw voertuig. Plaats de StreetPilot 26xx
niet op een plaats waar bestuurder of passagiers er mee in
aanraking kunnen komen bij een ongeval of aanrijding.
Het bij de StreetPilot 26xx meegeleverde montagemate-
riaal vrijwaart u niet van schade bij een aanrijding of de
gevolgen daarvan.
LET OP: Een optionele externe antenne (zoals de Garmin
GA 27C) kan worden aangesloten in het geval dat de
STREETPILOT 26xx wordt gebruikt in een voertuig
met een voorruit die GPS signalen blokkeert zoals een
warmtewerende voorruit of een voorruit met verwarming.
Plaatsing in een voertuig
Uw StreetPilot 26xx is verplaatsbaar zodat u hem makkelijk van voertuig naar voertuig kunt verplaatsen
of kunt verwijderen als u op uw bestemming bent aangekomen. De dashboardsteun bestaande uit een
voetplaat en plakstrips is standaard bij de StreetPilot 26xx inbegrepen. Daarnaast wordt een antislip
dashboardsteun meegeleverd voor tijdelijke plaatsing. Bij het plaatsen van de dashboardsteun moet u
rekening houden met de hieronder weergegeven veiligheidsoverwegingen:
Niet plaatsen zodat het
zicht van de bestuurder
wordt belemmerd.
Niet los op het dashboard
plaatsen.
Niet monteren op
een Airbag paneel
Niet plaatsen binnen
het werkingsgebied
van de Airbag.
Kies een geschikte locatie uit waar het mogelijk is om de voedingkabel en, indien gewenst, een externe
antenne op de StreetPilot 26xx te kunnen aansluiten. Als u GEEN externe antenne toepast dan dient u de
navigator zo te plaatsen dat de interne antenne een relatief vrij zich op de hemel heeft.
De StreetPilot 2650/2660 met gisbestek functionaliteit werkt als GPS navigator (gelijk aan de StreetPilot
2610/2620) als de gisbestekkabel (DR-kabel) niet is aangesloten. Hierdoor is het mogelijk de StreetPilot
2650/2660 als een verplaatsbare navigator zonder gisbestek functie toe te passen in meerdere voertuigen
zonder aangesloten gisbestekkabel.
51
Het plaatsen van de voetplaat met de plakstrip (overslaan voor de antislip steun)
1. Om de voetplaat op het dashboard te bevestigen kunt u kiezen voor de permanente (met het gat) – of
herplaatsbare plakstrip (zonder gat.)
2. Reinig de gewenste locatie en de onderkant van de voetplaat met een met alcohol bevochtigde doek. Droog de
locatie vervolgens met een schone doek. Verwijder de beschermfolie aan een kant van de plakstrip en bevestig
deze onder op de voetplaat.
3. Verwijder vervolgens de andere beschermfolie en bevestig de voetplaat op de (gereinigde) locatie. Monteer de
voetplaat zodanig dat de grendel naar u toe wijst.
Voetplaat
Plakstrip (permanente
strip afgebeeld)
Oppervlak
Bevestig de voetplaat met de plakstrip.
Bijvoegsel A
Plaatsing in een voertuig
LET OP: laat de permanente plakstrip 24 uur drogen
voor u de voetplaat in gebruik neemt. Gebruik alcohol
om plakselresten te verwijderen indien u de voetplaat
met de permanente plakstrip later verwijdert. De
herplaatsbare plakstrip dient alleen te worden
toegepast op schone en stofvrije plaatsen.
52
Bijvoegsel A
Plaatsing in een voertuig
De externe luidsprekervoedingskabel op de StreetPilot 26xx aansluiten
1. Lokaliseer de voedingaansluiting aan de achterzijde van de StreetPilot 26xx. De connector kan maar op één
manier worden geplaatst door de nok tussen het 1e en 2e contactpunt vanonder.
2. Lijn de uitsparing op de connector van de externe luidsprekervoedingskabel op met de nok in de aansluiting
en schuif de connector vervolgens volledig naar rechts in de aansluiting tot hij niet verder kan (zie afbeelding
links.)
3. Steek de sigarettenaanstekerconnector van de luidsprekervoedingskabel in de sigarettenaansteker van uw
voertuig. Leid de luidsprekervoedingskabel zodanig naar de sigarettenaansteker dat de kabel niet in de weg zit
bij het gebruik of de bediening van het voertuig.
De gisbestekkabel aansluiten op de externe luidsprekervoedingkabel. Uitsluitend
voor de StreetPilot 2650/2660.
1. Lokaliseer de gisbestek connector aan de zijkant van de externe luidsprekervoedingkabel. De connector heeft
een kleine en grote uitsparing voor correct aansluiten.
2. Plaats de gisbestekkabelstekker op de juiste manier in de connector van de externe luidsprekervoedingkabel en
druk hem stevig vast.
Antislip montagesteun
De antislip montagesteun is bedoeld voor plaatsing op een oneven oppervlak of op een dashboard waar
de plakstrippen niet hechten. Alle vier ‘oren’ zijn verzwaard en vormen zich naar het dashboard. Zorg dat de
bodem zoveel mogelijk contact maakt met het dashboard om wegglijden in scherpe bochten te voorkomen.
voetplaat verzwaarde ‘oren’
grendel ontgrendelpal
53
De StreetPilot 26xx op de voetplaat bevestigen
De navolgende stappen gelden voor zowel de
voetplaat als de antislip montagesteun.
1. Schuif de grendel op de voetplaat naar links (niet
gesloten positie)
2. Plaats de STREETPILOT 26xx in de voetplaat door de
ring aan de onderzijde in de voetplaat te schuiven tot u
een klik hoort.
3. Draai de STREETPILOT 26xx links- of rechtsom tot hij in
de gewenste stand staat. Schuif de grendel naar rechts
om de StreetPilot 26xx in die stand vast te zetten.
De zichthoek van de navigator wijzigen
1. Kantel de STREETPILOT 26xx naar voren of naar achter tot de gewenste verticale
zichthoek is ingesteld. Tijdens het kantelen klikt de montagesteun.
2. Schuif de hendel naar links en verdraai de STREETPILOT 26xx
naar links of naar rechts tot de gewenste horizontale zichthoek is
verkregen. Schuif de grendel weer naar rechts om de STREETPILOT
26xx vast te zetten.
De STREETPILOT 26xx uit de voetplaat verwijderen
1. Schuif de grendel van de voetplaat naar links om te ontgrendelen.
2. Druk dan de ontgrendelpal aan de rechterzijde van de voetplaat naar beneden en schuif de navigator naar
rechts uit de voetplaat (zie afbeelding hieronder).
Bijvoegsel A
Plaatsing in een voertuig
54
Bijvoegsel A
Gisbestekkabel
(alleen 2650/2660)
Tab Interface (alleen 2650/2660)
Gisbestekkabel aansluiting – voor autonavigatie installateurs
De StreetPilot 2650/2660 mag alleen worden verkocht via dealers met autonavigatie inbouwfaciliteiten.
De gisbestek aansluiting bestaat uit een 2-aderige kabel die moet worden aangesloten op de snelheidssensor
van de wagen en op de schakelaar van de achteruitrijlichten aan de zijde met de losse draadeinden en aan
de andere zijde met de 2-polige connector op de externe luidsprekervoedingkabel. Zie bladzijden 50-53
voor aanwijzingen voor het plaatsen van de SP2.
De oranje DR-1 ader moet worden aangesloten op de snelheidssensor. De interface optie van de
navigator dient op ‘Blokgolf’ of ‘Sinusoïde’ te worden ingesteld (zie blz. 44.) Dit kan worden vastgesteld aan
de hand van informatie van de autofabrikant of met behulp van een oscilloscoop. ‘Blokgolf’ komt het meest
voor.
Sluit in geen geval de gisbestekkabel aan op het snelheidssignaal van het ABS systeem.
De groene DR-2 ader moeten worden aangesloten op de achteruitrijschakelaar. De interface optie voor
deze aansluiting dient op ‘Hoog’ of ‘Laag’ te worden ingesteld (zie blz. 44.) Neem contact op met de fabriek
of controleer met een voltmeter. Stel in op ‘Hoog’ (meest voorkomend) als bij ingeschakelde achteruit een
hoge, positieve spanning wordt gemeten. Stel in op ‘Laag’ als de spanning juist laag is bij ingeschakelde
achteruit.
WAARSCHUWING: de garantievoorwaarden van GARMIN eisen dat de gisbestekkabel
(DR-cable) wordt geïnstalleerd door een autonavigatie inbouwstation of installateur met
adequate faciliteiten. Bij eventuele garantieclaims dient een installatiebewijs (bijv. factuur)
van het installerende bedrijf te worden overlegd. Het door de gebruiker zelf installeren van
de gisbestekkabel wordt ten sterkste ontraden.
DR 2 – groen
OK om door te knippen of te
splitsen voorbij de limiter
DR 1 – oranje
Niet doorknippen of splitsen
tussen de limiter en de steker
DR 1 DR 2
55
Tijdzones en UTC tijdverschil
Uw StreetPilot 26xx is voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde tijdzones. Om de lokale tijd
correct weer te geven, kiest u de voor u geldende tijdzone. Aan de hand van deze gegevens verrekent de
StreetPilot 26xx de UTC (Universal Time Coordinated v/h GMT) naar de lokale tijd van de ingestelde
tijdzone.
Het kiezen van de tijdzone:
1. Druk op MENU op de navigator of de afstandbediening en kies in dit Menu voor ‘Instellingen’.
2. Kies de tabkaart Tijd en raak het Tijdzoneveld aan om de lijst met tijdzones weer te geven.
3. In deze lijst staan uitsluitend tijdzones voor de Verenigde Staten weergegeven en Anders’ voor alle overige
tijdzones.
Indien u voor ‘Ánders’ heeft gekozen, dient u het tijdverschil ten opzichte van UTC handmatig in te
voeren. Het hiervoor benodigde UTC verschil veld verschijnt automatisch als u voor ‘Anders’ heeft gekozen.
Het instellen van het UTC tijdverschil:
1. Raak na het instellen van ‘Ánders’ het ‘UTC verschil’ veld aan.
2. Voer in dit veld het verschil ten opzichte van UTC in (voor Nederland en België +01:00). Tel één uur bij deze
correctie op als zomertijd van toepassing is (voor Nederland en België +02:00).
Bijvoegsel B
Tijdverschil
Een aantal tijdzones zijn in de StreetPilot 26xx
voorgeprogrammeerd voor het correct weergeven van de
lokale tijd.
Als uw tijdzone niet is voorgeprogrammeerd, dan kiest u
voor Anders’ en voert u het tijdsverschil met UTC in om de
lokale tijd weer te geven.
56
Bijvoegsel C
Diakritische tekens
gebruiken
Bij het zoeken naar steden dient u de basisletter (of een
corresponderende diakritische letter die verschijnt) te
gebruiken. Ga vervolgens naar het volgende karakter.
Als u meer karakters invoert, zullen eerder ingevoerde
karakters (in dit voorbeeld de tweede letter) wijzigen
waardoor ze zonder of met diakritische tekens verschijnen.
Zodra de gewenste naam is gemarkeerd, raakt u ‘OK’ aan
om een informatiescherm op te roepen.
Diakritische tekens gebruiken
De StreetPilot 26xx ondersteunt diakritische tekens die in een aantal Europese talen voorkomen.
Diakritische tekens worden aan letters toegevoegd om het fonetisch onderscheid aan te geven ten opzichte
van een verder overeenkomende letter. De volgende diakritische letters en tekens worden ondersteund door
de StreetPilot 26xx.
À Á Â Ã Ä Å Ç È
É Ê Ë Ì Í Î Ï Ð
Ñ Ò Ó Ô Õ Ö Ø Ù
Ú Û Ü Ý Ÿ Þ ß
Aaneen gedrukte letters worden niet weergegeven maar worden omgezet in aparte karakters.
Bijvoorbeeld ‘Æ’ of ‘æ’ verschijnen op de StreetPilot 26xx als ‘AE’ en ‘Œ’ en ‘œ’ als ‘OE’. Het ‘ß’ karakter
wordt als ‘SS’ weergegeven op de StreetPilot 26xx.
Letters met diakritische tekens worden alfabetisch bij dezelfde letters zonder diakritische tekens
gerangschikt. De ‘Ç’ wordt in de StreetPilot 26xx gesorteerd als een ‘C’ en de ‘Ð’ is gesorteerd als een ‘D’.
Dit betekent dat een gerangschikte lijst een aantal diakritische tekens voor een bepaalde letter kan bevatten.
Merk op dat het ‘ ’ karakter aan het eind van het StreetPilot 26xx alfabet verschijnt.
Als u naar een stad of interessante locatie (POI) zoekt waarvan de naam diakritische letters bevat, wordt
het zoeken uitgevoerd alsof de basisletter en dezelfde letter maar met een diakritische teken identiek zijn.
In andere woorden, als u een naam zoekt die een E, È, É,Ê of Ë bevat, voer dan ongeachte het gewenste
diakritische teken een E in en ga naar het volgende karakter in de naam. Als u de aanvullende karakters
invoert, dan zal de diakritische letter verschijnen zodra de gewenste naam wordt gemarkeerd. U kunt dit
proberen door met de FIND-toets de volgende plaatsnaam op te zoeken:
Zoeken naar Västerås in Zweden:
1. Druk op FIND en raak ‘Steden’ aan.
2. Gebruik de aanwijzingen op bladzijde 4 om de ‘V’ als eerste letter te selecteren. Het volgende veld wordt
automatisch gemarkeerd.
57
3. Kies de A’ als tweede letter.
4. Selecteer de ‘S’ als derde letter. Merk bij het bladeren naar de ‘S’ op dat de A’ in de voorgaande stap wijzigt
van een A’ naar een ‘A’ met diakritische tekens en terug naar ‘A’.
5. Kies op dezelfde wijze de letters ‘T’, ‘E’ en ‘R’.
6. Selecteer ‘Å’ als zevende letter. Merk op dat de diakritische ‘Å’ eerst verschijnt en niet de A’ omdat ‘VÄSTERÅS’
de enige overeenkomende naam in de steden database is.
7. Probeer deze oefening ook met Købnhavn in Denemarken, Logroño in Spanje en Genève in Zwitserland.
Voor andere speciale letters kunt u op zoek gaan naar de volgende steden: Porshofn, IJsland (wordt
identiek maar in hoofdletters getoond op uw StreetPilot 26xx); Bragança, Portugal (verschijnt ook net als
hier) of Meißen, Duitsland (verschijnt als MEISSEN in uw StreetPilot 26xx).
Als u een stad of interessante locatie als waypoint wilt opslaan, dan kent de StreetPilot 26xx een naam
toe aan dit waypoint. Hoewel diakritische tekens verschijnen bij het gebruik van de zoekfunctie, worden
ze niet ondersteund in de overige StreetPilot 26xx functies. Daarom verschijnt Västerås in Zweden als
‘VASTERAS’ zodra opgeslagen als waypoint.
Een stad of interessante locatie opslaan als waypoint:
1. Gebruik stappen 1 tot en met 6 zoals hierboven beschreven voor het zoeken naar een stad of interessante
locatie (POI).
2. Raak de naam van het gezochte onderwerp aan om het informatiescherm weer te geven
3. Raak het waypointsymbool in de linker onderhoek aan.
BIJVOEGSEL C
Diakritische tekens
gebruiken
Andere speciale tekens verschijnen eveneens op de
StreetPilot 26xx.
Om een stad of interessante locatie als waypoint op te
slaan, dient u het ‘Bewaar als waypoint’ vlagsymbool aan
te raken.
58
Bijvoegsel D
CompactFlash
®
geheugenkaarten
Bovenkant
Rand Type 1 CF kaart
Bovenkant
Type II CF kaart
CompactFlash® geheugenkaarten zijn algemeen
verkrijgbaar en extra kaarten zijn bij een groot aantal
winkels te koop. Omdat Garmin zelf geen CF
®
geheugenkaarten fabriceert, bestaat de kans dat
sommige kaarten niet of onvoldoende functioneren.
Garmin heeft hier geen invloed op en u wordt
aangeraden in zo’n geval een alternatieve CF
®
geheugenkaart aan te schaffen en toe te passen.
Plaatsen en verwijderen van de CompactFlash
®
CF geheugenkaart (2610/2650)
In de SP2610/2650 kunnen zowel Type I en Type II CompactFlash
®
geheugenkaarten worden gebruikt.
Bij het plaatsen dient de bovenkant van de kaart altijd naar de voorzijde van de navigator te zijn gericht.
Type I kaarten hebben een dunne rand aan de zijkant die van nut is bij het verwijderen uit de navigator. Bij
het verwijderen van de Type II kaart dient u er op te letten deze aan de onder- en bovenkant te pakken en
niet in het midden te knijpen.
Plaatsen en verwijderen van de CF
®
geheugenkaart:
1. Schuif de bovenkant van het compartimentdeksel naar boven en kantel ‘m dan opzij.
2. Plaats de CF
®
kaart in de uitsparing met bovenkant gericht naar de voorzijde van het toestel. Schuif de kaart
rustig naar binnen tot de uitwerpknop ongeveer gelijk staat met het eind van de CF
®
kaart. Gebruik geen
onnodige of overdreven kracht bij het plaatsen. Dit kan leiden tot schade aan de CF
®
kaart of de
navigator.
Correct geplaatst steekt de CF
®
kaart iets uit de uitsparing.
3. Sluit het compartimentdeksel door hem naar boven te kantelen tot deze op z’n plaats klikt. Let op dat deze
deksel goed gesloten is om het binnendringen van water te voorkomen.
4. Om de kaart te verwijderen herhaalt u stap 1. Druk dan op de uitwerpknop tot deze gelijk ligt aan de
behuizing. Pak de CF
®
kaart aan de onder en bovenkant en trek hem rustig uit de navigator.
Het CF
®
comparti-
mentdeksel openen.
CF
®
kaart plaatsen CF
®
kaart verwijderen
Uitwerpknop
59
MapSource CityNavigator Cd-rom overzicht
Een Cd-rom met MapSource CityNavigator detailcartografie is inbegrepen bij de levering van uw
StreetPilot 26xx. CityNavigator is speciaal bedoeld voor gebruik in combinatie met de StreetPilot 26xx en
bevat gedetailleerde wegenkaarten en interessante locaties (Points of Interest). Met deze cartografie kunt u
automatisch routes laten berekenen en de in de database opgeslagen gegevens bevat aanvullende informatie.
Door het simpelweg invoeren van een adres, een kruispunt of het aanwijzen van een punt op de kaart, kan
de StreetPilot 26xx een route daar naar toe uitrekenen en u onderweg route-aanwijzingen geven. U kunt
verder interessante locaties opzoeken en het bijbehorende adres, telefoonnummer en de locatie op de kaart
weergeven. Maar om in detail op straatniveau te kunnen werken, dient u cartografie vanaf de Cd-rom naar
uw StreetPilot 26xx over te zetten. Let echter op dat afhankelijk van de door u gebruikte CityNavigator
versie niet alle gebieden tot in hoogste detail worden weergegeven.
Bij de aanschaf van uw StreetPilot 26xx wordt tevens een CompactFlash
®
geheugenkaart geleverd
waarop u vlot detailcartografie vanaf uw PC kunt overzetten. Volg de aanwijzingen voor het installeren van
de MapSource software en sluit vervolgens uw SP2 op de USB poort van uw PC aan. Start nu op uw PC het
MapSource programma en selecteer (indien niet het geval) European City Navigator Vxxx in het ‘Select a
product’ veld boven aan het scherm.
Nu kunt u detailcartografie selecteren om over te zetten naar de datakaart. U kunt net zoveel
kaartfragmenten selecteren als uw geheugenkaart toelaat (standaard 256 MB.) Plaats de CF
®
geheugenkaart
in de StreetPilot 26xx. Klik op het ‘Save to Device’ symbool in de knoppenbalk boven aan het scherm en
kies USB GPS. Klik op ‘Save’ om de gegevens over te zetten naar de datakaart. Houdt er rekening mee dat
eventueel eerder naar de geheugenkaart overgezette cartografie wordt overschreven.
Bijvoegsel D
MapSource gebruiken
De MapSource CityNavigator Cd-rom is speciaal bedoeld
voor gebruik in combinatie met de StreetPilot 26xx en bevat
gedetailleerde cartografie van steden binnen bijvoorbeeld
Noord Amerika en Europa.
60
Bijvoegsel E
Berichten
De StreetPilot 26xx gebruikt pop-up berichten om u te attenderen op belangrijke informatie. Druk ter
bevestiging op de afstandbediening op de IN-toets of raak het bericht aan.
Antenne kortgesloten naar aarde – Controleer de antennekabel op beschadigingen.
Basiskaart faalt – De basiskaart van de navigator kan niet (meer) worden gelezen. Lever het apparaat in
voor service.
CF Temperatuur buiten bereik – De Type II CF kaart is te warm of koud om betrouwbaar te gebruiken.
Controleer de temperatuur. De kaart kan weer worden gebruikt als de bedrijfstemperatuur weer binnen het
normale bereik ligt.
Datakaart fout – Probleem met op de kaart opgeslagen data. Herprogrammeer of vervang de kaart.
Datakaart fout: Slecht format – Onherkenbare datakaart. Gebruik een voor-geformatteerde datakaart.
Datakaart fout: File niet gevonden – Geen cartografie op de datakaart. Laad cartografie naar de CF
®
kaart.
Datatransfer gereed – Het overzetten van gegevens van/naar de PC is gereed.
Database faalt – Een waypoint of route kan niet worden opgeslagen in het geheugen. Als dit bericht blijft
staan, dient het apparaat voor service te worden ingeleverd.
Detailkaarten ondersteunen routering niet – De op de kaart geladen cartografie is onbruikbaar voor
automatische routeberekening.
GPS uitgezet voor gebruik binnenshuis – De ontvanger is uitgeschakeld voor gebruik binnenshuis.
Geheugen is vol – Het geheugen van de StreetPilot 26xx is vol. Wis ongebruikte waypoints, routes en
tracklog gegevens om geheugenruimte vrij te maken.
Geheugen (RAM) defect – De StreetPilot 26xx heeft een defect geconstateerd in het interne geheugen.
Lever het apparaat in voor service als het bericht blijft staan.
Geheugen (ROM) defect – Het permanent geheugen is defect en het apparaat functioneert niet. Lever de
StreetPilot 26xx in voor service.
Kan kaarten niet openen – De sleutelcode van de cartografie hoort bij een ander apparaat.
Niets gevonden – Een zoekslag door de MapSource gegevens aan de hand van de ingestelde criteria, heeft
geen resultaat opgeleverd.
61
Positiebetrouwbaarheid vervallen – (alleen 2650/2660) De navigator maakt al geruime tijd gebruik van
gisbestek. Controleer ontvangst om de navigator in staat te stellen de positie aan de hand van GPS bij te
werken.
Processor defect – De navigator heeft een fout in de processor geconstateerd. Als dit bericht blijft staan,
dient het apparaat voor service te worden ingeleverd.
Routedata transfer gereed – Het succesvol overzetten van routegegevens is gereed.
Routegeheugen is vol – Het routegeheugen is vol en er kunnen geen routes meer worden opgeslagen of
toegevoegd.
Routenaam al in gebruik – De door u ingevoerde routenaam wordt al gebruikt voor een andere route.
Route opgedeeld – De route is opgedeeld omdat hij te lang was. Er kunnen afslagen ontbreken in de route.
Routewaypoint geheugen vol – Er is geen geheugenruimte meer voor op de kaart gebaseerde
routewaypoints (gebruikt voor afslagen).
Satellietontvangst weggevallen – De navigator ontvangt geen signalen meer. Controleer de antenne of
zoek een locatie met vrij zicht op de hemel.
Teveel kaarten op datakaart – De datakaart bevat meer kaartfragmenten dan de navigator software aan
kan.
Trackgeheugen is vol – Het tracklog-geheugen is vol. Er kunnen geen tracklog-gegevens meer worden
opgeslagen zonder eerst aanwezige gegevens te verwijderen om geheugenruimte vrij te maken.
Track verdeeld – Een ge-uploade track past niet in het geheugen. De oudste punten worden verwijderd
om ruimte vrij te maken voor recentere punten.
Veilige modus ingeschakeld – De actie die u wilde uitvoeren is i.v.m. de voor het verkeer vereiste
aandacht geblokkeerd tijdens het rijden.
Waypointgeheugen is vol – Alle 500 waypoints zijn in gebruikt. Verwijder ongebruikte waypoints om
geheugenruimte vrij te maken.
Waypointnaam al in gebruik – De door u ingevoerde waypointnaam wordt al gebruikt voor een ander
waypoint.
Zonsopgang, schakelt naar dagweergave – De kaartweergave schakelt over naar de dagmodus.
Zonsondergang, schakelt naar nachtweergave - De kaartweergave schakelt over naar de nachtmodus.
Bijvoegsel E
Berichten
62
Bijvoegsel F
Specificaties
Fysiek:
Afmetingen: B14.3 x H 8.0 x D 5.0 cm
Gewicht: 420 g
Scherm: 8.4 * 4.4 cm, 305 * 160 pixels, 8-bit automotive standaard, 256 kleuren
LCD scherm met automatische helderheidregeling en touchscreen.
Bruikbaar met polariserende zonnebrillen.
Behuizing: Schokbestendig kunststof en waterdicht volgens IPX 7 (met gesloten CF®
kaart compartiment). Waterdichtheidnorm uitsluitend voor de StreetPilot en
niet voor de afstandbediening.
Antenne: Ingebouwde flat-patch. MCX aansluiting voor optionele externe antenne.
Temperatuurbereik: -15°C tot +70°C
Infrarood: Afstandbediening via IR-poort.
Lichtsensor: Stelt schermhelderheid bij aan de hand van opvallend omgevingslicht.
Dataopslag: Onbeperkt, geen geheugenbatterij vereist.
Cartografieopslag: 2610/2650: CompactFlash® (CF) geheugenkaart, type 1 en 2 compatible*
2620/2660: Voorgeprogrammeerde harde schijf
Prestaties:
Ontvanger: 12-kanaals parallel ontvanger
Acquisitietijden**
Warm: ongeveer 15 seconden.
Koud: ongeveer 45 seconden.
AutoLocate: 2 tot 5 minuten.
Bijwerktijd: 1 keer per seconde, continue.
GPS Miswijzing: Positie***: <15 meter, 95% nominaal
Snelheid: 0.05 meter/sec, in stabiele toestand
Dynamiek: tot 6g versnelling
Interfaces: USB 1,1 apparaat
63
Voeding
Voedingsspanning: 12-24 VDC extern.
Verbruik: maximaal 6 W (2610/2650) of 12W (2620/2660) bij 13.8 VDC
Zekering: AGC/3AG – 1 Ampère
Afstandbediening: 2 stuks AAA batterijen (niet inbegrepen)
Kenmerken
Waypoints: 500 met naam en symbool
Routes: tot 50 routes.
Tracklog: 2000 tracklogpunten
Gisbestek: (alleen StreetPilot 2650/2660) Interne hoekversnellingsmeter, externe invoer
van rijsnelheid en rijrichting (installatie via autonavigatie inbouwstations.)
Specificaties onderhevig aan wijziging zonder bericht vooraf.
* CompactFlash
®
geheugenkaarten zijn algemeen verkrijgbaar en extra kaarten zijn bij een groot aantal winkels te koop. Omdat Garmin zelf geen CF
®
geheugenkaarten fabriceert, bestaat de kans dat sommige kaarten niet of onvoldoende functioneren. Garmin heeft hier geen invloed op en u wordt
aangeraden in zo’n geval een alternatieve CF
®
geheugenkaart aan te schaffen en toe te passen.
** Warm = alle data bekend. Koud = positie, tijd en almanak bekend. AutoLocate = Almanak bekend, positie en tijd onbekend. Skysearch = geen data
bekend.
*** Onderhevig aan nauwkeurigheidsvermindering tot 100 meter 2DRMS als gevolg van het US DOD Selective Availability programma.
Bijvoegsel F
Specificaties
64
Bijvoegsel G
Index
A
Aan/uitzetten .......................................................... 3
Aankomst afstand ................................................. 21
Aankomsttijd ........................................................ 21
Actueel routescherm .............................................
23
Adres ..............................................................
21, 31
Adres zoeken ........................................................
31
Af-fabriek instellingen .................................... 19, 37
Afrit zoeken .......................................................... 31
Afstand gebruiken, op ............................................ 2
Afstand meten ...................................................... 17
Afstand tot afslag .................................................. 21
Afstandbediening ............................................ viii, 2
Afstandbediening batterijen .................................... 2
Afstandmeter ........................................................ 24
Alfanumerieke toetsen ............................................ 2
Antenne ........................................................... x, 50
Attentie toon ........................................................ 39
Auto-helderheid ...................................................
37
AutoZoom ............................................................ 18
B
Bereken routes voor .............................................. 41
Berekeningsmethode ............................................
40
Berichten ........................................................ 60, 61
Beschrijving StreetPilot ...........................................
x
Bewogen gemiddelde ............................................ 24
C
Cartografie overzetten .......................................... 59
CompactFlash Datakaart .......................... 58, 59, 63
Contrast ........................................................... 3, 37
D
Data invoer ............................................................. 4
Datum .................................................................. 42
Diakritische tekens ......................................... 56, 57
E
Eenheden ............................................................. 38
F
FCC Regelgeving ................................................... iii
Filter .............................................................. 27, 28
FIND/Recent toets .................................................. 1
G
Ga naar ........................................ 26, 29, 30, 31, 32
Garantie ............................................................... vii
Gebruik binnenshuis ............................................ 17
Gebruik buitenshuis ............................................. 17
Gegevens overzetten ............................................. 59
Gisbestek .................................................. 50, 52, 54
Gisbestel kabel ..................................................... 54
GPS Info ............................................................... 37
GPS Info scherm .............................................45-48
GPS onderhoud ...................................................
viii
H
Helderheid ........................................................... 37
Hoofdmenu .......................................................... 37
Hoogte ........................................................... 26, 48
I
ID nummer .......................................................... 49
IN toets .................................................................. 2
Info ................................................................ 17, 37
Info schermen ...................................................... 45
Infrarood venster ................................................
x, 2
Interessante locatie zoeken ...................................
30
Interessante locaties ..............................................
30
K
Kaart Info ............................................................. 37
Kaart info scherm ........................................... 45, 49
Kaart instelling ..................................................... 17
Kaartdetaillering ................................................... 18
Kaartschaal ........................................................... 14
Kaartscherm ..............................................13-16, 22
65
Kaartscherm opties ..........................................17-21
Keer terug naar start ............................................. 36
Kilometerteller ............................................... 24, 25
Kleurenschema .....................................................
38
Kleurinstelling ...................................................... 18
Koers .................................................................... 21
Koers boven ......................................................... 48
Kompaslint ........................................................... 24
Kruispunt ............................................................. 31
Kruispunt zoeken ................................................. 31
M
MapSource CityNavigator ..................................... 59
Max zoom ............................................................ 18
Maximum snelheid ............................................... 24
MENU/Route toets ................................................. 1
Miswijzing ............................................................ 47
Miswijzingscirkel .................................................. 13
N
Navigatie informatie ............................................. 21
Nieuwe hoogte ..................................................... 48
Nieuwe positie ..................................................... 48
Noord boven ........................................................
48
O
Omrijden ....................................................... 33, 35
Onderhoud .........................................................
viii
Ontvangerstatus ................................................... 46
Opslag ................................................................. viii
Opties ............................................................ 17, 37
Oriëntatie ............................................................. 18
OUT-toets ...............................................................
2
P
PAGE/Mark toets .................................................... 1
Paklijst .................................................................. ix
Plaatsing ..........................................................50-54
Product registratie ...................................................
i
R
Recent gevonden punten ...................................... 32
Rijtijd ................................................................... 24
Route herberekenen .......................................
33, 34
Route herberekening ............................................
39
ROUTE toets .......................................................... 2
Routelijst .............................................................. 33
Routemenu ................................................ 33-35, 37
Routering ....................................................... 16, 17
Routering instelling .............................................. 33
Routes wissen ....................................................... 36
Routes, bewaren .............................................
33, 34
Routes, hernoemen ..............................................
36
Routes, hervatten ............................................
33, 34
Routes, nieuw ....................................................... 33
Routes, stoppen .................................................... 34
Bijvoegsel G
Index
Routevoorkeur ............................................... 16, 39
S
Scherm ........................................................... 17, 37
Schermen ............................................................... 6
Schermtoetsen ........................................................ 5
Schermverlichting .................................................. 3
Schuif schermbalk ................................................ 14
Schuifbalk .............................................................. 5
Schuiven ........................................................ 14, 14
Selecteren ...............................................................
5
Serienummer ........................................................... i
Skyview ................................................................ 46
Slechte satellietontvangst ...................................... 47
Snelheid ......................................................... 21, 24
Software licentie ....................................................
vi
Software versie .....................................................
49
SPEAK/Volume toets ...............................................
1
Specificaties ....................................................
62, 63
Spoorlijn .............................................................. 18
Spraakvolume ........................................................ 3
Stad zoeken .......................................................... 31
Stem ..................................................................... 38
66
Bijvoegsel G
Index
Stop route ............................................................ 33
Straatnaam ........................................................... 18
Symbolen ............................................................... 5
Systeem Info ......................................................... 37
Systeem Infoscherm ............................................. 45
Systeem Infoscherm ............................................. 49
Systeem Instelschermen ..................................37-43
T
Tabkaart Algemeen ............................................... 38
Tabkaart Begeleiding ............................................
39
Tabkaart Gebied ...................................................
19
Tabkaart instelling ..........................................
17, 19
Tabkaart Interface .................................................
44
Tabkaart Punt .......................................................
18
Tabkaart Routering ...............................................
39
Tabkaart Steden ....................................................
19
Tabkaart Taal ........................................................
43
Tabkaart Tijd ..........................................................
6
Tabkaart Tracklog .................................................
43
Tabkaart Veiligheid ...............................................
42
Tabkaart, instellen ................................................
20
Tekstformaat .........................................................
18
Tijd ....................................................
21, 24, 42, 55
Tijd gestopt ..........................................................
25
Tijd tot afslag ........................................................
21
Tijdverschil ..........................................................
55
Tijdweergave ........................................................
42
Tijdzone ...............................................................
42
Tijdzones ..............................................................
55
Toets soort ............................................................
30
Toetsenbord gebruiken ...........................................
1
Toetstoon .............................................................
39
Toon op kaart ............................................
26, 29-32
Toon/verberg tabkaarten .......................................
17
Totaal gemiddelde ................................................
24
Totaal tijd .............................................................
25
Touchscreen ...........................................................
4
Touchscreen gebruik ..............................................
4
Touchscreen kalibratie ......................................
3, 37
Touchscreen reinigen ...........................................
viii
Touchscreen toon .................................................
39
Tracklog .........................................................
18, 43
Tracklog gebr. percentage .....................................
43
Tracklog opslag ....................................................
43
Tracklog, wissen ...................................................
43
Tripinformatiescherm ...........................................
24
V
Vastleggen Waypoints ........................................... 26
Veilige modus .......................................................
42
Veilige modus .........................................................
v
Vermijd ................................................................
41
Via-punt ...................................................
33, 35, 36
Volgende afslag .....................................................
21
Volgende afslag pop-up ........................................
39
Volgende afslagscherm ....................................
22, 23
Voorwoord ..............................................................
i
Vraag mijn voorkeur .............................................
40
W
Waarschuwingen .................................................. 50
Waarschuwingen ................................................v, iv
Waypoint aanmaken ................
15, 16, 26, 29-32, 57
Waypoint middelen ..............................................
26
Waypoint symbool ...............................................
26
Waypoint wissen ..................................................
26
Waypoint zoeken ..................................................
28
Waypoint, handmatig invoeren ............................
26
Wijzen ..................................................................
14
Z
Zoek menu ......................................................27-32
Zomertijd ............................................................. 42
Zonsondergang .....................................................
42
Zonsopgang .......................................................... 42
Zoom schuifbalk .................................................. 14
Zoomen ................................................................ 14
Zoomen ................................................................ 22
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Garmin streetpilot 2620 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Garmin streetpilot 2620 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 4,03 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Garmin streetpilot 2620

Garmin streetpilot 2620 Gebruiksaanwijzing - English - 93 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info