801406
7
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/32
Pagina verder
INREACH® MINI 2
Gebruikershandleiding
© 2022 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin.
Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te
dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het
gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, ANT+®, fēnix®, inReach® en TracBack® zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere
landen. Garmin Explore, Garmin Express, Garmin Messenger, Garmin ResponseSMen MapShare zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. Facebook en
het Facebook logo zijn handelsmerken van Facebook en haar dochterondernemingen. Iridium® is een geregistreerd handelsmerk van Iridium Satellite LLC. TWITTER en het Twitter
logo zijn handelsmerken van Twitter, Inc. of haar dochterondernemingen. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Inhoudsopgave
Inleiding........................................... 1
Aan de slag.............................................. 1
Overzicht van het toestel........................ 1
Knoppen................................................... 2
Het toestel inschakelen...................... 2
Het hoofdmenu openen...................... 2
Menu Vermogen.................................. 2
De widgetweergaven bekijken............ 3
Widgetweergaven................................ 3
Statuspictogrammen.......................... 4
Uw smartphone koppelen en het toestel
activeren.................................................. 4
Garmin Messenger app....................... 5
Garmin Explore.................................... 5
Iridium satellietnetwerk.......................5
Bluetooth connected functies............ 5
inReach gegevens synchroniseren.....5
Het toestel testen.................................... 6
inReach toestelfuncties.................... 6
Berichten.................................................. 6
Een incheckbericht verzenden............ 6
Tekstberichten verzenden.................. 7
Berichten op sociale media
plaatsen............................................... 7
Controleren of er berichten zijn.......... 7
Een bericht beantwoorden.................. 8
Een contactpersoon uit een bericht
toevoegen............................................ 8
Berichtdetails weergeven....................8
Naar een berichtlocatie navigeren..... 8
Berichten wissen................................. 8
Contactpersonen..................................... 8
Een contactpersoon toevoegen..........8
Een contactpersoon wijzigen............. 9
Een contactpersoon verwijderen........ 9
inReach tracking......................................9
De functie Tracking starten................ 9
Navigeren naar het begin van uw
huidige track........................................ 9
De functie Tracking stoppen...............9
Uw MapShare webpagina delen....... 10
SOS.........................................................10
Een SOS-reddingsactie initiëren....... 11
Een aangepast SOS-bericht
verzenden.......................................... 11
Een SOS-oproep annuleren............... 12
Navigatiewidget..............................12
GPS-satellietsignalen ontvangen......... 12
Schuiven en zoomen op de kaart......... 12
De oriëntatie van de kaart wijzigen...... 13
De kompaskoers instellen.................... 13
Het kompas kalibreren..........................13
Uw huidige locatie delen.......................13
Waypoints.............................................. 13
Uw huidige locatie opslaan als een
waypoint.............................................13
Een berichtlocatie opslaan als een
waypoint.............................................14
Naar een waypoint navigeren........... 14
Navigeren met behulp van
TracBack®............................................. 14
Naar bekende coördinaten navigeren.. 14
Navigeren met Peil en ga......................14
Koersen.................................................. 14
Over een opgeslagen route
navigeren........................................... 15
Een koers omkeren........................... 15
Activiteiten............................................. 15
De huidige activiteit weergeven........15
Navigeren naar het begin van uw
huidige activiteit................................ 15
Een opgeslagen activiteit
navigeren........................................... 15
Stoppen met navigeren......................... 15
Weer...............................................16
Een waypoint toevoegen als
weerlocatie............................................ 16
De weerlocatie instellen........................16
Een inReach weersvoorspelling
aanvragen.............................................. 16
Een inReach weersvoorspelling
bijwerken............................................... 17
Een weerlocatie verwijderen.................17
Gegevensgebruik en geschiedenis..17
Details weergeven................................. 17
Gegevensgebruik inzien........................17
Opgeslagen gegevens.................... 17
Inhoudsopgave i
Opgeslagen gegevens weergeven....... 18
Een waypoint bewerken........................ 18
Opgeslagen gegevens exporteren naar
GPX-indeling.......................................... 18
Opgeslagen gegevens verwijderen...... 18
Het toestel aanpassen.................... 19
Trackinginstellingen..............................19
Geluidsinstellingen................................ 19
Kaartinstellingen................................... 19
Smartphone-instellingen.......................19
Instellingen voor inReach Remote....... 20
Systeeminstellingen.............................. 20
Tijdinstellingen.................................. 20
Eenheden instellen............................ 21
Toestelinformatie........................... 21
Productupdates..................................... 21
Garmin Express instellen.................. 21
Meer informatie................................. 21
Informatie over regelgeving en
compliance op e-labels weergeven......21
De bevestigingsadapter bevestigen.....22
Een draagkoord bevestigen.................. 23
De knoppen vergrendelen en
ontgrendelen......................................... 23
Toestelonderhoud................................. 23
Het toestel schoonmaken.................23
Problemen oplossen............................. 24
Levensduur van de batterij
maximaliseren................................... 24
Alle standaardinstellingen
herstellen........................................... 24
Op mijn toestel wordt niet de juiste
taal gebruikt....................................... 24
Het inReach toestel opladen................ 25
Energie besparen tijdens het opladen
van het toestel................................... 25
Specificaties.......................................... 25
Batterijgegevens................................26
ii Inhoudsopgave
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Aan de slag
Als u uw toestel voor de eerste keer gebruikt, voer dan onderstaande taken uit om deze in te stellen en
vertrouwd te raken met de basisfuncties.
1Houd ingedrukt om het toestel in te schakelen.
2Volg de instructies op het scherm om uw taal te selecteren en uw toestel te activeren.
3Download de Garmin Messenger app op uw smartphone en volg de instructies op het scherm om uw toestel
te koppelen en activeren (Uw smartphone koppelen en het toestel activeren, pagina4).
U kunt de Garmin Messenger app gebruiken om berichten op te stellen en te verzenden met uw smartphone.
4Download de Garmin Explore app naar uw smartphone en meld u aan met de accountgegevens die u hebt
gebruikt om een serviceabonnement te activeren.
U kunt de Garmin Explore app gebruiken om avonturen te plannen, te navigeren en gegevens te delen met
vrienden en familie.
5Synchroniseer uw toestel met de Garmin Messenger of Garmin Explore app (inReach gegevens
synchroniseren, pagina5).
6Test uw toestel voordat u op reis gaat (Het toestel testen, pagina6).
Overzicht van het toestel
Inleiding 1
Interne Iridium® antenne
Knoppen
USB-poort (onder beschermkap)
SOS-knop (onder beschermkapje)
Aan/uit-knop
Montageschroef
Knoppen
Druk hierop om door menu's, pagina's en instellingen te bladeren.
Druk hierop vanaf de startpagina om de widgetweergaven weer te geven.
Druk hierop om door menu's, pagina's en instellingen te bladeren.
Druk hierop vanaf de startpagina om de widgetweergaven weer te geven.
Druk hierop om te annuleren of terug te keren naar de vorige pagina.
OK
Druk hierop om een optie te kiezen of een bericht te bevestigen.
Druk hierop vanaf de startpagina om het hoofdmenu te openen.
Druk hierop om het optiemenu voor de momenteel geopende pagina weer te geven (indien beschikbaar).
Houd ingedrukt om het toestel in te schakelen.
Druk hierop om het menu Power te openen.
Het toestel inschakelen
Houd ingedrukt.
Het hoofdmenu openen
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Druk op of om door de menuopties te bladeren.
Menu Vermogen
Het menu Vermogen geeft de levensduur van de batterij van het toestel weer. Hiermee kunt u ook instellingen
aanpassen en het toestel uitschakelen.
Druk op om het menu Power te openen.
: Geeft het huidige batterijniveau weer.
Vergrendel knoppen: Vergrendelt de toestelknoppen om te voorkomen dat de knoppen per ongeluk worden
ingedrukt.
Demp geluiden: Hiermee dempt u alle toesteltonen.
Helderheid: Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
Alarmen: Geeft waarschuwingsberichten weer.
Voeding uit: Schakelt het toestel uit.
2 Inleiding
De widgetweergaven bekijken
Widgetweergaven bieden snelle toegang tot berichten, tracking, navigatie, het weer en meer (Widgetweergaven,
pagina3).
1Druk op de startpagina op of .
Het toestel bladert door de widgetweergaven en geeft samenvattingsgegevens voor elke widgetweergave
weer.
2Druk op OK om meer informatie weer te geven.
3Druk op OK om het optiemenu te openen (indien beschikbaar).
Widgetweergaven
Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
Startpagina: Toont de pictogrammen voor datum, tijd en status (Statuspictogrammen, pagina4).
Activering: Hiermee kunt u uw toestel activeren als u de activering tijdens de eerste installatie hebt
overgeslagen (Uw smartphone koppelen en het toestel activeren, pagina4).
Berichten: Hiermee kunt u tekstberichten verzenden en ontvangen via het Iridium satellietnetwerk of de Garmin
Messenger app (Berichten, pagina6).
Volgen: Hier kunt u tracking starten en stoppen. Tijdens tracking toont deze weergave uw afgelegde afstand en
de tijdsduur van de tracking (inReach tracking, pagina9).
Navigatie: Geeft locatie-informatie weer en biedt toegang tot extra navigatiekenmerken (Navigatiewidget,
pagina12).
Weer: Hiermee kunt u weersverwachtingen opvragen (Weer, pagina16).
Berichtcontrole: Hiermee kunt u controleren op nieuwe berichten (Controleren of er berichten zijn, pagina7).
Inleiding 3
Statuspictogrammen
Gegevens verzenden
Tracking ingeschakeld
Navigeren
Ongelezen berichten
Geluiden gedempt
Batterij wordt opgeladen
Opgeladen
De minimale gebruikstemperatuur wordt benaderd
De maximale gebruikstemperatuur wordt benaderd
Uw smartphone koppelen en het toestel activeren
WAARSCHUWING
Voordat u de inReach functies van toestel kunt gebruiken, inclusief berichten, SOS, tracking en inReach weer,
moet u een actief satellietabonnement hebben. Test uw toestel altijd voordat u het buiten gebruikt.
Het inReach toestel werkt het beste als het is gekoppeld met de Garmin Messenger app. Met de app kunt u
berichten opstellen en verzenden via uw smartphone en contactpersonen en incheckberichten synchroniseren
met uw toestel.
1Schakel het inReach toestel in.
2Blijf met uw compatibele telefoon binnen 10m (33ft.) van uw toestel.
3Download de Garmin Messenger app via de App Store op uw smartphone en volg de instructies op het
scherm om het koppelingsproces te voltooien.
4Volg de instructies op het scherm om een serviceabonnement te activeren.
Als de toestellen zijn gekoppeld, maken ze automatisch verbinding met elkaar als ze worden ingeschakeld en
binnen Bluetooth® bereik zijn.
4 Inleiding
Garmin Messenger app
WAARSCHUWING
Voordat u bepaalde inReach functies van de Garmin Messenger app kunt gebruiken, zoals SOS, tracking, en
inReach weer, moet u een actief satellietabonnement en een verbonden inReach toestel hebben. Test de app
altijd voordat u deze buiten gebruikt.
Met een inReach abonnement en een verbonden inReach toestel kunt u de Garmin Messenger app gebruiken
voor tracking, SOS, inReach weer en uw serviceabonnement beheren. U kunt de app ook gebruiken om andere
gebruikers van het inReach toestel, vrienden en familie een bericht te sturen. De app werkt zowel via het
Iridium satellietnetwerk als via internet (via een draadloze verbinding of mobiele gegevens op uw smartphone).
Voor berichten die worden verzonden via een draadloze verbinding of mobiele gegevens op uw smartphone
worden geen datakosten of extra kosten in rekening gebracht voor uw inReach abonnement. Voor ontvangen
berichten kunnen kosten in rekening worden gebracht als wordt geprobeerd het bericht zowel via het Iridium
satellietnetwerk als via internet af te leveren. Er gelden standaardtarieven voor sms-berichten voor uw mobiele
gegevensabonnement.
Zonder inReach abonnement biedt de app ook een berichtenservice voor vrienden en familie. Iedereen kan
de app downloaden en verbinding maken met diens smartphone, zodat diegene via internet met andere
appgebruikers kan communiceren (aanmelden is niet nodig). Appgebruikers kunnen ook groepsberichten
maken met andere mobiele telefoonnummers. Nieuwe leden die aan het groepsbericht zijn toegevoegd, kunnen
de app downloaden om te zien wat anderen zeggen.
Garmin Explore
Met de Garmin Explore website en app kunt u reizen plannen en gebruikmaken van cloudopslag voor uw
waypoints, koersen en verzamelingen. Ze bieden geavanceerde planningsfuncties, zowel online als offline, en
u kunt gegevens delen en synchroniseren met uw compatibele Garmin® toestel. U kunt de app gebruiken om
kaarten te downloaden en overal te navigeren, zonder gebruik te maken van uw mobiele service.
U kunt de Garmin Explore app downloaden vanuit de app store op uw smartphone, of u kunt naar explore.garmin
.com gaan.
Iridium satellietnetwerk
Uw toestel moet vrij zicht hebben op de lucht om berichten en spoorpunten te kunnen verzenden via het
Iridium satellietnetwerk. Zonder vrij zicht op de lucht probeert uw toestel de gegevens te verzenden tot het
satellietsignalen ontvangt.
TIP: Voor de beste verbinding met satellieten plaatst u het toestel met de antenne naar de lucht gericht.
Bluetooth connected functies
Uw toestel heeft diverse Bluetooth connected functies voor uw compatible smartphone waarop de Garmin
Explore en Garmin Messenger apps zijn geïnstalleerd.
Functies die u kunt downloaden: Bekijk gedownloade kaarten, zoals luchtfoto's en USGS-vierhoekkaarten op uw
smartphone in de Garmin Explore app. Download de kaarten voordat u op reis gaat.
Synchroniseren: Zowel de Garmin Explore als Garmin Messenger apps als kunnen gegevens synchroniseren
met uw toestel, zoals wijzigingen in plannen, contactpersonen en berichten.
Berichten: Met zowel de Garmin Explore als Garmin Messenger apps kunt u berichten lezen en schrijven en de
lijst met contactpersonen op uw smartphone openen. Berichten worden op beide toestellen weergegeven.
OPMERKING: Er kan slechts één smartphone tegelijk worden gekoppeld met uw inReach toestel.
inReach gegevens synchroniseren
Nadat u uw gegevens hebt gewijzigd, zoals abonnementswijzigingen, contactpersonen of incheckberichten,
moet u uw toestel synchroniseren met behulp van de app.
1Open de gekoppelde Garmin Messenger of Garmin Explore app.
2Wacht terwijl uw gegevens worden gesynchroniseerd.
TIP: U kunt de verbindingsstatus controleren op het tabblad Toestel in de app.
Inleiding 5
Het toestel testen
U dient het toestel buiten te testen voordat u het op een reis gebruikt, om ervoor te zorgen dat uw
satellietabonnement actief is.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Abonnement > Testservice.
3Druk op OK.
4Selecteer Test starten.
Wacht tot het toestel een testbericht heeft verzonden. Als u een bevestigingsbericht hebt ontvangen, is uw
toestel gereed voor gebruik.
inReach toestelfuncties
WAARSCHUWING
Voordat u de inReach functies van uw inReach Mini 2 toestel kunt gebruiken, inclusief berichten, SOS, tracking
en inReach weer, moet u een actief satellietabonnement hebben. Test uw toestel altijd voordat u het buiten
gebruikt.
Zorg ervoor dat u vrij zicht op de lucht hebt als u de functies berichten, tracking en SOS wilt gebruiken,
aangezien deze functies toegang nodig hebben tot de satelliet om goed te werken.
LET OP
In sommige rechtsgebieden is het gebruik van toestellen voor satellietcommunicatie verboden of gereguleerd.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om alle toepasselijke wetten te kennen en volgen in de
rechtsgebieden waar het toestel gaat worden gebruikt.
Berichten
Uw inReach Mini 2 toestel verzendt en ontvangt sms-berichten via het Iridium satellietnetwerk. U kunt berichten
verzenden naar een mobiel telefoonnummer, een e-mailadres of een ander toestel met inReach technologie. Elk
bericht dat u verzendt bevat waar toegestaan uw locatiegegevens.
Een incheckbericht verzenden
Incheckberichten zijn berichten met vooraf opgestelde tekst en ontvangers. U kunt de Garmin Messenger app
gebruiken om ontvangers aan te passen.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Check in.
3Druk op of om door de incheckberichten te bladeren.
4Druk op OK om een bericht te selecteren.
5Druk op OK om het bericht te verzenden.
6 inReach toestelfuncties
Tekstberichten verzenden
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Verzend bericht.
3Kies ontvangers in uw lijst met contactpersonen of selecteer Typ contactpersoon om de contactgegevens
van elke ontvanger in te voeren.
4Selecteer Volgende.
5Selecteer een optie:
Als u met een vooraf geschreven bericht wilt beginnen, drukt u op of om door de snelle
tekstberichten te bladeren.
OPMERKING: U kunt snelle sms-berichten toevoegen en bewerken op de Garmin Explore website.
Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te schrijven.
OPMERKING: Als u een van de opties voor automatisch invullen wilt selecteren, typt u een woord, houdt u
OK ingedrukt en gebruikt u en om door de opties te bladeren.
6Selecteer wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht.
7Druk op OK om het bericht te verzenden.
Berichten op sociale media plaatsen
U kunt uw Facebook en Twitter accounts koppelen aan uw MapShare webpagina. Ga naar explore.garmin
.com om de installatie te voltooien.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Verzend bericht.
3Selecteer een of meer opties:
Als u een bericht wilt plaatsen op uw Facebook account, selecteert u .
Als u een bericht wilt plaatsen op uw MapShare webpagina, selecteert u .
Als u een bericht wilt plaatsen op uw Twitter account, selecteert u .
4Selecteer Volgende.
5Selecteer een optie:
Als u met een vooraf geschreven bericht wilt beginnen, drukt u op of om door de snelle
tekstberichten te bladeren.
Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te schrijven.
6Selecteer wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht.
7Druk op OK om het bericht te plaatsen.
Controleren of er berichten zijn
Wanneer u een bericht verzendt, wacht uw toestel gedurende 10 minuten op een reactie. Het toestel controleert
ook elk uur op nieuwe berichten. Wanneer u de volgfunctie inReach gebruikt, controleert uw toestel automatisch
op berichten met uw trackinginterval.
OPMERKING: Als u berichten wilt ontvangen, moet uw toestel vrij zicht op de lucht hebben en in het zicht van
een satelliet staan wanneer het toestel op berichten controleert.
U kunt controle op berichten forceren door handmatig te controleren of er berichten zijn of door een bericht
of spoorpunt te verzenden. Tijdens een controle maakt uw toestel verbinding met satellieten en ontvangt het
berichten die klaarstonden om naar uw toestel te worden verzonden.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichtcontrole.
inReach toestelfuncties 7
Een bericht beantwoorden
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichten en selecteer een gesprek.
3Selecteer Antwoord.
4Selecteer een optie:
Als u met een vooraf geschreven bericht wilt beginnen, drukt u op of om door de snelle
tekstberichten te bladeren.
Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te schrijven.
5Selecteer wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht.
6Druk op OK om het bericht te verzenden.
Een contactpersoon uit een bericht toevoegen
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichten en selecteer een gesprek.
3Selecteer Voeg contactpersoon toe.
TIP: U kunt de gegevens van een bestaande contactpersoon bewerken of een nieuwe contactpersoon
toevoegen.
Berichtdetails weergeven
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichten en selecteer een gesprek.
3Selecteer een bericht.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Bekijk details.
Naar een berichtlocatie navigeren
Wanneer u een bericht ontvangt van een ander toestel met inReach technologie, kan het bericht locatiegegevens
bevatten. Met deze berichten kunt u navigeren naar de locatie waar het bericht is verzonden.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichten en selecteer een gesprek met locatiegegevens.
3Selecteer een bericht.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Navigeer.
Berichten wissen
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichten en selecteer een gesprek.
3Selecteer Wis.
Contactpersonen
U kunt contactpersonen toevoegen, verwijderen en bewerken op het inReach Mini 2 toestel.
Een contactpersoon toevoegen
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Contacten > Voeg contactpersoon toe.
3Selecteer een item dat u wilt bewerken.
4Voer de nieuwe informatie in.
8 inReach toestelfuncties
Een contactpersoon wijzigen
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Contacten.
3Selecteer een contactpersoon.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Wijzig gegevens.
6Selecteer een item dat u wilt bewerken.
7Voer de nieuwe informatie in.
Een contactpersoon verwijderen
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Contacten.
3Selecteer een contactpersoon.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Wis.
inReach tracking
U kunt de trackingfunctie van uw inReach Mini 2 toestel gebruiken om spoorpunten vast te leggen en
via het Iridium satellietnetwerk te verzenden volgens het opgegeven verzendinterval. Spoorpunten worden
weergegeven op de Garmin Explore website en de MapShare trackingpagina.
De functie Tracking starten
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Start volgen.
Op uw MapShare webpagina worden uw routelijn en spoorpunten weergegeven, zodat vrienden en familie uw
reis kunnen volgen. Als u de functie voor tracking start, wordt uw pad ook geregistreerd als een activiteit.
Navigeren naar het begin van uw huidige track
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Volgen.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Terug naar start.
De functie Tracking stoppen
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Stop volgen.
3Selecteer een optie:
Als u het spoor als een activiteit wilt opslaan, selecteert u Sla op.
Selecteer Verwijder als u het spoor wilt wissen.
inReach toestelfuncties 9
Uw MapShare webpagina delen
Voordat u een koppeling naar uw MapShare webpagina kunt delen met andere personen, moet u MapShare
inschakelen in uw explore.garmin.com account.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Volgen.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Delen met.
5Selecteer ontvangers in uw lijst met contactpersonen of selecteer Typ contactpersoon om de
contactgegevens van elke ontvanger in te voeren.
6Selecteer Volgende.
7Selecteer een optie:
Als u met een vooraf geschreven bericht wilt beginnen, drukt u op of om door de snelle
tekstberichten te bladeren.
Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te schrijven.
8Selecteer wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht.
9Druk op OK om het bericht te verzenden.
Het systeem voegt aan het eind van uw bericht automatisch tekst toe, inclusief de koppelingsinformatie.
SOS
WAARSCHUWING
Voordat u de SOS-functie kunt gebruiken, moet u een actief satellietabonnement hebben. Test uw toestel altijd
voordat u het buiten gebruikt.
Zorg ervoor dat u vrij zicht op de lucht hebt als u de SOS-functie wilt gebruiken, aangezien deze functie toegang
nodig heeft tot de satelliet om goed te werken.
LET OP
In sommige rechtsgebieden is het gebruik van toestellen voor satellietcommunicatie verboden of gereguleerd.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om alle toepasselijke wetten te kennen en volgen in de
rechtsgebieden waar het toestel gaat worden gebruikt.
In een noodgeval kunt u met uw inReach Mini 2 toestel contact opnemen met het Garmin ResponseSM centrum,
waar u om hulp kunt vragen. Door op de SOS-knop te drukken wordt een bericht verzonden naar het Garmin
Response team, dat vervolgens de juiste hulpverleners op de hoogte brengt van uw situatie. Tijdens het
noodgeval kunt u communiceren met het Garmin Response team terwijl u wacht op de hulpverleners. U dient de
SOS-functie alleen te gebruiken in een werkelijke noodsituatie.
10 inReach toestelfuncties
Een SOS-reddingsactie initiëren
U kunt een SOS-reddingsactie starten als het toestel is ingeschakeld of uitgeschakeld als het toestel
batterijvoeding heeft.
1Til het beschermkapje van de SOS-knop omhoog.
2Houd SOS ingedrukt.
3Wacht tot SOS-aftelling begint.
Het toestel stuurt een standaardbericht naar de noodhulpdienst met details over uw locatie.
4Beantwoord het bevestigingsbericht van de noodhulpdienst.
Door uw antwoord is de noodhulpdienst ervan op de hoogte dat u tijdens de reddingsactie met hun in
contact kunt blijven. Als u niet antwoordt, start de noodhulpdienst nog steeds een reddingsactie.
Gedurende de eerste 10 minuten van de operatie worden elke minuut bijgewerkte locatiegegevens naar de
noodhulpdienst gestuurd. Om na de eerste 10 minuten batterijstroom te besparen, wordt elke 10 minuten een
bijgewerkte locatie verzonden.
TIP: U kunt ook een SOS-reddingsactie initiëren en communiceren met het Garmin Response team met behulp
van de Garmin Messenger app. U moet een actief satellietabonnement hebben om de SOS-functie in de app te
kunnen gebruiken.
Een aangepast SOS-bericht verzenden
Nadat u op de SOS-knop hebt gedrukt om een SOS-reddingsactie te starten, kunt u met een aangepast bericht
antwoorden.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer SOS > Antwoord om een aangepast SOS-bericht op te stellen.
3Selecteer een optie:
Als u met een vooraf geschreven bericht wilt beginnen, drukt u op of om door de snelle
tekstberichten te bladeren.
Selecteer Typ bericht om een aangepast bericht te schrijven.
4Selecteer wanneer u klaar bent met het schrijven van het bericht.
5Druk op OK om het bericht te verzenden.
Door uw antwoord is de noodhulpdienst ervan op de hoogte dat u tijdens de reddingsactie met hun in contact
kunt blijven.
inReach toestelfuncties 11
Een SOS-oproep annuleren
Als u geen hulp meer nodig hebt, kunt u een SOS-oproep die naar de noodhulpdienst is gestuurd annuleren.
1Til het beschermkapje op en houd de SOS-knop ingedrukt.
2Selecteer Annuleer SOS.
3Wanneer u wordt gevraagd uw annuleringsverzoek te bevestigen, selecteert u Annuleer SOS.
Uw toestel verzendt het annuleringsverzoek. Nadat u een bevestigingsbericht van de noodhulpdienst hebt
ontvangen, keert het toestel terug in de normale gebruiksstand.
Navigatiewidget
Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren. Selecteer Navigatie en druk op
of om door de navigatiepagina's te bladeren.
Kaart: geeft uw positie op de kaart aan. Terwijl u zich verplaatst, beweegt om uw route aan te geven.
Afhankelijk van uw zoomniveau kunnen waypointnamen en -symbolen op de kaart worden weergegeven. U
kunt inzoomen op de kaart voor meer details. Als u naar een bestemming navigeert, wordt de route met een
lijn op de kaart gemarkeerd. Wanneer u begint met het tracken, wordt uw activiteitenopname op de kaart
weergegeven.
Kompas: Toont uw koers en snelheid.
Locatie: Geeft uw huidige GPS-locatie en hoogte weer. Elk bericht dat u verstuurt bevat een link naar uw huidige
locatie. U kunt uw GPS-coördinaten ook als tekst in een bericht versturen.
GPS-satellietsignalen ontvangen
Voordat u GPS-navigatiefuncties kunt gebruiken, moet u satellietsignalen ontvangen.
Wanneer u uw navigatietoestel inschakelt, moet de GPS-ontvanger gegevens van de satellieten verzamelen
en de actuele locatie bepalen. De tijd die nodig is om satellietsignalen te ontvangen verschilt op basis van
diverse factoren, waaronder hoe ver u bent verwijderd van de plek waar u uw navigatietoestel voor het laatst
hebt gebruikt, of u vrij zicht op de lucht hebt, en wanneer u uw navigatietoestel voor het laatst hebt gebruikt.
De eerste keer dat u uw navigatietoestel inschakelt, kan het enkele minuten duren voordat u satellietsignalen
ontvangt.
1Het toestel inschakelen.
2Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan tot 60 seconden duren voordat u satellietsignalen ontvangt.
3Ga zo nodig buiten staan, in de open lucht, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen.
Schuiven en zoomen op de kaart
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Navigatie en blader naar de kaart.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Pan/zoom kaart.
5Selecteer een optie:
Druk op de knop OK om te schakelen tussen naar boven en naar beneden schuiven, naar links en naar
rechts schuiven, of zoomen.
Selecteer en om op de kaart te schuiven of te zoomen.
Selecteer om af te sluiten.
12 Navigatiewidget
De oriëntatie van de kaart wijzigen
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Navigatie en blader naar de kaart.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer een optie:
Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de pagina weer te geven.
Selecteer Koers boven om uw huidige reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
De kompaskoers instellen
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Navigatie en blader naar het kompas.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Vergrendel koers.
5Richt de bovenkant van het toestel in de richting van de koers en druk op OK.
Wanneer u van de voorliggende koers afwijkt, geeft het kompas de richting ten opzichte van de koers en de
deviatie in graden weer.
Het kompas kalibreren
LET OP
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed
uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.
Als uw kompas niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme
temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig kalibreren.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Navigatie en blader naar het kompas.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Kalibreer.
5Volg de instructies op het scherm.
Uw huidige locatie delen
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Navigatie en blader naar uw GPS-coördinaten.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Delen met om uw locatiegegevens als tekst in een bericht te versturen.
Waypoints
Waypoints zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat. Met waypoints kunt u markeren waar u bent,
waar u naartoe gaat of waar u bent geweest.
Uw huidige locatie opslaan als een waypoint
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Markeer waypoint.
Navigatiewidget 13
Een berichtlocatie opslaan als een waypoint
Wanneer u een bericht verzendt of wanneer u een bericht ontvangt van een ander toestel met inReach
technologie, kan het bericht locatiegegevens bevatten. Met deze berichten kunt u de locatie waar het bericht is
verzonden opslaan als waypoint.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Berichten en selecteer een gesprek met locatiegegevens.
3Selecteer een bericht.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Markeer waypoint.
Naar een waypoint navigeren
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Waypoints.
3Selecteer een waypoint.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Ga.
Navigeren met behulp van TracBack®
U kunt terug navigeren naar het begin van uw pad.
OPMERKING: Dit kan handig zijn als u verdwaalt en uw weg terug moet vinden naar het kamp of het pad.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > TracBack.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Ga.
Naar bekende coördinaten navigeren
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Coördinaten.
3Voer de coördinaten in.
4Druk op OK om de navigatie te starten.
Navigeren met Peil en ga
U kunt het toestel op een object in de verte richten, de richting vergrendelen en vervolgens naar het object
navigeren.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Peil en ga.
3Richt het toestel op een object.
4Druk op OK om de navigatie te starten.
Koersen
Een koers kan meerdere bestemmingen hebben en kan als punt-naar-punt of over navigeerbare wegen worden
gevolgd. U kunt koersen maken en opslaan in de Garmin Explore app.
14 Navigatiewidget
Over een opgeslagen route navigeren
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Koersen.
3Selecteer een koers.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Ga.
Een koers omkeren
U kunt de begin- en eindpunten van uw koers omwisselen om in omgekeerde richting te navigeren.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Koersen.
3Selecteer een koers.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Koers omkeren.
Activiteiten
Uw toestel registreert uw pad als een activiteit tijdens het tracken. U kunt details over uw activiteit weergeven,
zoals afstand en tijd, en het pad van uw activiteit op een kaart weergeven.
De huidige activiteit weergeven
Wanneer u begint met volgen, begint uw toestel met het vastleggen van uw pad als een activiteit (De functie
Tracking starten, pagina9).
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Opgeslagen > Activiteiten > Huidige activiteit.
3Selecteer Bekijk details of Geef weer op kaart.
Navigeren naar het begin van uw huidige activiteit
Tijdens het vastleggen van een activiteit kunt u terug navigeren naar het begin van uw activiteit. Dit kan handig
zijn als u de weg naar een kamp of het begin van een wandelroute wilt terugvinden.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Activiteiten > Huidige activiteit.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Terug naar start.
Een opgeslagen activiteit navigeren
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigeer > Activiteiten.
3Selecteer een activiteit.
4Druk op OK om het menu met opties te openen.
5Selecteer Ga.
Stoppen met navigeren
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Navigatie stoppen.
Navigatiewidget 15
Weer
inReach weer: U kunt weersinformatie ontvangen via uw inReach abonnement. Uw toestel kan een inReach
bericht verzenden waarin u een basis-, uitgebreide of scheepvaartweersvoorspelling aanvraagt. U kunt
weersvoorspellingen ontvangen voor uw huidige locatie of een nieuwe locatie, zoals een opgeslagen
waypoint. Voor weersvoorspellingen worden datakosten of extra kosten in rekening gebracht voor uw
inReach abonnement.
Een waypoint toevoegen als weerlocatie
U kunt een opgeslagen waypoint toevoegen als weerlocatie (Waypoints, pagina13).
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Weer.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Wijzig locatie > Nieuwe locatie.
5Selecteer een waypoint.
De weerlocatie instellen
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Weer.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Wijzig locatie.
5Selecteer uw huidige locatie of een eerder gebruikt waypoint.
Een inReach weersvoorspelling aanvragen
Voor de beste resultaten moet u ervoor zorgen dat uw toestel een duidelijk zicht op de lucht heeft wanneer u
een inReach weersverwachting aanvraagt.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Weer.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Werk bij.
5Selecteer indien nodig een type weersvoorspelling.
OPMERKING: Voor locaties uit de kust of in een groot watergebied, kunt u het beste een
scheepvaartweersvoorspelling aanvragen. Weersverwachtingen voor de scheepvaart zijn niet beschikbaar
voor landlocaties of meren in het binnenland.
Het toestel verzendt een aanvraag voor de prognose. Het kan enkele minuten duren voordat de
weersverwachting is ontvangen. Nadat het toestel klaar is met het downloaden van de gegevens, kunt u
de prognose op elk gewenst moment bekijken totdat alle informatie in de prognose is verlopen. U kunt de
weersverwachting tevens op elk moment bijwerken.
OPMERKING: Voor het bijwerken van een verwachting worden datakosten of extra gebruikskosten in rekening
gebracht.
16 Weer
Een inReach weersvoorspelling bijwerken
U kunt een inReach weersverwachting bijwerken die is verlopen of verouderde informatie bevat. Bij het
bijwerken van een voorspelling worden dezelfde datakosten of extra kosten in rekening gebracht als bij het
aanvragen van een voorspelling.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Weer.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Werk bij.
Het toestel vraagt een bijgewerkte voorspelling op. Als u de voorspelling Mijn locatie bijwerkt, vraagt het toestel
een bijgewerkte prognose voor uw huidige locatie op. Het kan enkele minuten duren voordat de bijgewerkte
weersverwachting is ontvangen.
Een weerlocatie verwijderen
U moet de weerlocatie instellen voordat u deze kunt verwijderen (De weerlocatie instellen, pagina16).
U kunt een verlopen voorspelling of een voorspelling voor een locatie die u niet meer nodig hebt verwijderen.
1Druk op de startpagina op or om door de widgetweergaven te bladeren.
2Selecteer Weer.
3Druk op OK om het menu met opties te openen.
4Selecteer Wis.
Gegevensgebruik en geschiedenis
U kunt abonnementsdetails en -gegevens weergeven op het inReach Mini 2 toestel.
Details weergeven
U kunt de gegevens van uw huidige data-abonnement inzien en controleren of er updates beschikbaar zijn voor
uw abonnement.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Abonnement > Abogegevens.
Gegevensgebruik inzien
U kunt het aantal berichten, incheckberichten en spoorpunten dat u in de huidige factuurperiode hebt verzonden
inzien. Aan het begin van elke factuurperiode wordt de gegevensgebruiksteller automatisch gereset.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Abonnement > Gegevensgebruik.
Opgeslagen gegevens
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Opgeslagen.
Waypoints: Waypoints zijn locaties die u vastlegt en in het toestel opslaat. Met waypoints kunt u markeren waar
u bent, waar u naartoe gaat of waar u bent geweest.
Koersen: Een koers kan meerdere bestemmingen hebben en kan als punt-naar-punt of over navigeerbare wegen
worden gevolgd. U kunt koersen maken en opslaan in de Garmin Explore app.
Activiteiten: Uw toestel registreert uw pad als een activiteit tijdens het tracken. U kunt details over uw activiteit
weergeven, zoals afstand en tijd, en het pad van uw activiteit op een kaart weergeven.
Gegevensgebruik en geschiedenis 17
Opgeslagen gegevens weergeven
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Opgeslagen.
3Selecteer een categorie.
4Selecteer een opgeslagen item.
5Selecteer Bekijk details of Geef weer op kaart.
Een waypoint bewerken
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Opgeslagen > Waypoints.
3Selecteer een waypoint en selecteer Wijzig gegevens.
4Selecteer een optie:
Selecteer Naam om de naam van het waypoint te wijzigen.
Selecteer Pictogram om het symbool van het waypoint te wijzigen.
Selecteer Positie om de GPS-coördinaten van het waypoint te wijzigen.
5Voer de nieuwe informatie in.
Opgeslagen gegevens exporteren naar GPX-indeling
Hiermee kunt u opgeslagen waypoints, activiteiten en koersen exporteren als GPX-bestanden.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Opgeslagen.
3Selecteer een optie:
Als u alle waypoints wilt exporteren naar GPX-indeling, selecteert u Waypoints > Exporteer naar GPX.
Als u een afzonderlijke koers of activiteit wilt exporteren naar GPX-indeling, selecteert u Koersen of
Activiteiten, selecteert u een opgeslagen item en selecteert u Exporteer naar GPX.
Opgeslagen gegevens verwijderen
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Opgeslagen.
3Selecteer een categorie.
4Selecteer een opgeslagen item.
5Selecteer Wis.
18 Opgeslagen gegevens
Het toestel aanpassen
Trackinginstellingen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Volgen.
Verzendinterval: Hiermee stelt u de frequentie in waarop het toestel een spoorpunt vastlegt en via het
satellietnetwerk verzendt.
OPMERKING: De frequentie van Verzendinterval is van invloed op de levensduur van de batterij
(Batterijgegevens, pagina26).
Activiteit vastleggen: Hiermee stelt u het detailniveau in dat wordt gebruikt bij het vastleggen van uw activiteit.
Met de optie Zeer gedetailleerd wordt uw locatie geregistreerd en wordt de tracklijn vaker bijgewerkt in het
toestelgeheugen dan bij de optie Standaard.
OPMERKING: Het vastleggen met meer details verkort de levensduur van de batterij (Batterijgegevens,
pagina26).
Auto Koers: Hiermee stelt u in dat de trackingfunctie automatisch wordt gestart wanneer u het toestel
inschakelt.
Geluidsinstellingen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Geluiden.
Demp alles: Hiermee dempt u alle toesteltonen.
Volume: Hier kunt u het volumeniveau van het toestel instellen.
Bel tot gelezen: Hiermee stelt u in dat het toestel een beltoon geeft totdat u een nieuw bericht hebt gelezen.
Deze functie komt van pas in een rumoerige omgeving.
Bericht ontvangen: Hiermee kunt u het geluidssignaal instellen dat het toestel geeft wanneer een bericht
ontvangen is.
Bericht verzonden: Hier kunt u het geluidssignaal instellen dat het toestel geeft wanneer u een bericht hebt
verzonden.
Kritieke waarschuwing: Hier stelt u het geluidssignaal in dat het toestel geeft om u te attenderen op een kritieke
waarschuwing.
Voeding uit: Hier stelt u het geluidssignaal in dat het toestel geeft bij uitschakeling.
Kaartinstellingen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Kaart.
Waypoints: Hiermee toont of verbergt u waypoints op de kaart.
Waypointlabels: Hiermee toont of verbergt u waypoints op de kaart.
Spoorpunten: Hiermee toont of verbergt u spoorpunten op de kaart.
Berichten: Hiermee toont of verbergt u berichten op de kaart.
Auto.zoom: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau ingesteld voor optimaal gebruik van de kaart. Als
u Uit selecteert, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in. Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de
pagina weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige richting boven aan de pagina weer te geven.
Smartphone-instellingen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Telefoon.
Status: Hiermee schakelt u Bluetooth draadloze technologie in.
Verbonden toestel: Toont de naam van het momenteel verbonden toestel uit de lijst met gekoppelde toestellen.
Deze optie is alleen beschikbaar nadat het toestel is gekoppeld.
Koppel telefoon: Hiermee koppelt u uw toestel met een compatibele smartphone met Bluetooth functionaliteit.
Deze instelling maakt het mogelijk om Bluetooth connected functies te gebruiken via de Garmin Explore app
of Garmin Messenger app.
Het toestel aanpassen 19
Instellingen voor inReach Remote
U kunt enkele inReach Mini 2 functies gebruiken met een ander compatibel toestel met ANT+® draadloze
technologie, zoals de fēnix® watch. Met de optie inReach Remote kunt u nieuwe berichten bekijken,
incheckberichten versturen, tracking in- en uitschakelen en een SOS starten of annuleren.
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > inReach Remote.
Status: Hiermee schakelt u de functie inReach Remote in of uit en hebt u toegang tot bepaalde inReach functies
via een ander compatibel toestel.
Toestelnummer: Geeft het toestelnummer weer voor het ANT+ kanaal.
Verificatie: Schakelt gebruikersverificatie in voor communicatie met een draadloos toestel.
Geverif. toestellen: Toont een lijst met geverifieerde toestellen waarmee dit toestel draadloos verbinding kan
maken.
Systeeminstellingen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Systeem.
Schermverlichting: Hiermee kunt u de helderheid van de schermverlichting aanpassen en instellen na hoeveel
tijd de schermverlichting uitgaat.
Kompaskalibratie: Hiermee kunt u het kompas kalibreren (Het kompas kalibreren, pagina13).
Tijd: Hiermee stelt u de tijdnotatie en tijdzone in (Tijdinstellingen, pagina20).
Eenheden: Hiermee stelt u de positieweergave en de meeteenheden voor het toestel in (Eenheden instellen,
pagina21).
GPS: Hiermee kunt u de GPS-instelling wijzigen. Met de optie Alleen GPS schakelt u het GPS-satellietsysteem in.
Met de optie Multi-GNSS schakelt u meerdere GNSS-systemen (Global Navigation Satellite Systems) in.
OPMERKING: Als u meerdere GNSS-systemen gebruikt, krijgt u betere prestaties in moeilijke omgevingen
en kunt u sneller uw positie bepalen dan met alleen GPS. Als u meerdere GNSS-systemen gebruikt, kan de
levensduur van de batterij sneller afnemen dan alleen met GPS.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal selecteren voor de tekst die op het toestel wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van door de gebruiker ingevoerde gegevens of
kaartgegevens ongewijzigd.
Toetsenbordtaal: Hiermee kunt u toetsenbordtaal voor het toestel selecteren.
Eigenaar-info: Hiermee kunt u informatie over de eigenaar toevoegen, zoals uw naam. De informatie verschijnt
op de startpagina.
USB-modus: Hiermee kunt u de massaopslagmodus of de Garmin modus inschakelen op het toestel als er
verbinding is met een computer.
Externe voeding: Schakelt het toestel automatisch uit als het niet is aangesloten op een externe voeding.
Schermafbeelding: Hiermee maakt u een opname van het toestelscherm.
Herstel toestel: Hiermee kunt u gebruikersgegevens en -instellingen opnieuw instellen (Alle
standaardinstellingen herstellen, pagina24)
Software-update: Hiermee kunt u software-updates installeren die zijn gedownload naar uw toestel.
Over: Hiermee geeft u het IMEI-nummer, de autorisatiecode, de software, de licentie en informatie over
regelgeving weer.
Tijdinstellingen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Systeem > Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok in.
Tijdzone: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in.
Zomertijd: Hiermee kunt u zomertijd instellen op het toestel. Deze optie is niet beschikbaar wanneer Tijdzone is
ingesteld op Automatisch.
20 Het toestel aanpassen
Eenheden instellen
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Systeem > Eenheden.
Positieweergave: Hiermee stelt u de indeling in die wordt gebruikt voor geografische positiecoördinaten en het
coördinatensysteem dat wordt gebruikt door de kaart (Instellingen voor positieformaat, pagina21).
Snelheid/afstand: Hiermee stelt u de maateenheid voor afstand in.
Windsnelheid: Hiermee stelt u de maateenheid voor windsnelheid in.
Temperatuur: Hiermee stelt u de maateenheid voor temperatuur in op Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).
Druk: Hiermee stelt u de maateenheid voor druk in.
Peiling: Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in op het ware noorden of het magnetische noorden.
Instellingen voor positieformaat
OPMERKING: Wijzig de positieweergave of het coördinatensysteem op basis van kaartdatum alleen als u een
kaart gebruikt die een andere positieweergave voorschrijft.
Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen. Selecteer Instellingen > Systeem > Eenheden >
Positieweergave.
Formaat: Hiermee selecteert u de positieweergave waarmee een locatie wordt aangeduid.
Datum: Hiermee stelt u het coördinatensysteem van de kaart in.
Sferoïde: Hiermee geeft u het coördinaatsysteem weer dat door het toestel wordt gebruikt. Het
standaardcoördinaatsysteem is WGS 84.
Toestelinformatie
Productupdates
Installeer Garmin Express (www.garmin.com/express) op uw computer. Open de Garmin Explore app op uw
telefoon.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de volgende diensten voor Garmin toestellen:
Software-updates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Explore
Productregistratie
Garmin Express instellen
1Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2Ga naar garmin.com/express.
3Volg de instructies op het scherm.
Meer informatie
Meer informatie over dit product vindt u op de Garmin website.
Ga naar support.garmin.com voor meer handleidingen, artikelen en software-updates.
Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin dealer voor informatie over optionele
accessoires en vervangingsonderdelen.
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd. Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale compliance-markeringen, maar ook toepasselijke
product- en licentiegegevens.
1Selecteer Instellingen in het hoofdmenu.
2Selecteer Systeem.
3Selecteer Over.
Toestelinformatie 21
De bevestigingsadapter bevestigen
1Verwijder het korte schroefje uit de band met karabijnhaak .
2Bevestig de bevestigingsadapter op de achterkant van het toestel met de lange schroef die is
meegeleverd met het toestel.
TIP: De bevestigingsadapter past op de band met karabijnhaak. U kunt de adapter op de band bevestigen of
de band verwijderen.
22 Toestelinformatie
Een draagkoord bevestigen
1Haal de lus van het draagkoord door de gleuf in het toestel.
2Steek het andere uiteinde van het draagkoord door de lus en trek deze strak.
3Bevestig het draagkoord tijdens een activiteit zo nodig aan uw kleding of rugzak.
De knoppen vergrendelen en ontgrendelen
U kunt de knoppen vergrendelen om te voorkomen dat iemand per ongeluk de knoppen indrukt.
1Druk op om het menu Power te openen.
2Selecteer Vergrendel knoppen.
3Druk op om de knoppen te ontgrendelen.
Toestelonderhoud
LET OP
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en insectenwerende middelen die plastic
onderdelen en oppervlakken kunnen beschadigen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld,
omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken.
Het toestel is waterbestendig volgens IEC-standaard 60529 IPX7. Het toestel is bestand tegen abusievelijk
onderdompelen in water tot één meter diep, gedurende maximaal 30 minuten. Als u het toestel langer onder
water houdt, kan schade het gevolg zijn. Na onderdompeling moet u het toestel voorzichtig afdrogen en laten
opdrogen voordat u het opnieuw gaat gebruiken of oplaadt.
Spoel het toestel na gebruik in chloor- of zout water goed uit met zoet water.
Het toestel schoonmaken
1Veeg het toestel schoon met een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel.
2Veeg de behuizing vervolgens droog.
Laat het toestel na reiniging helemaal drogen.
Toestelinformatie 23
Problemen oplossen
Levensduur van de batterij maximaliseren
Beperk de time-out van de schermverlichting (Systeeminstellingen, pagina20).
Verlaag de frequentie van de trackinginstellingen Verzendinterval (Trackinginstellingen, pagina19).
Gebruik het detailniveau Standaard voor het vastleggen van activiteiten (Trackinginstellingen, pagina19).
Schakel Bluetooth draadloze technologie (Smartphone-instellingen, pagina19).
Schakel ANT+ draadloze technologie uit (Instellingen voor inReach Remote, pagina20).
Alle standaardinstellingen herstellen
Voordat u uw toestel reset, moet u het toestel synchroniseren met de Garmin Explore app om uw
activiteitgegevens te uploaden.
U kunt alle fabrieksinstellingen van het toestel herstellen.
1Selecteer OK op de startpagina om het hoofdmenu te openen.
2Selecteer Instellingen > Systeem > Herstel toestel.
3Selecteer een optie:
Om alle fabrieksinstellingen van het toestel te resetten en alle door de gebruiker ingevoerde informatie en
activiteitgeschiedenis op te slaan, selecteert u Standaardinstellingen herstellen.
Om alle fabrieksinstellingen van het toestel te resetten en alle door de gebruiker ingevoerde informatie en
activiteitgeschiedenis te verwijderen, selecteert u Gegevens verw. en inst. herstellen.
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal gebruikt
U kunt de taal wijzigen als u per ongeluk niet de juiste taal hebt geselecteerd op het toestel.
1Druk op OK op de startpagina.
2Blader omlaag naar het laatste item in de lijst en selecteer het.
3Blader omlaag naar het laatste item in de lijst en selecteer het.
4Blader omlaag naar het zesde item in de lijst en selecteer het.
5Selecteer uw taal.
24 Toestelinformatie
Het inReach toestel opladen
LET OP
U voorkomt corrosie door de USB-poort, de beschermkap en de omringende delen grondig af te drogen voordat
u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
OPMERKING: Opladen is alleen mogelijk binnen het goedgekeurde temperatuurbereik (Specificaties,
pagina25).
1Trek het beschermkapje omhoog.
2Sluit het smalle uiteinde van de voedingskabel aan op de oplaadpoort van het toestel.
3Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op de compatibele wisselstroomadapter.
4Sluit de wisselstroomadapter aan op een standaard stopcontact.
5Laad het toestel volledig op.
Energie besparen tijdens het opladen van het toestel
1Sluit uw toestel aan op een externe voedingsbron.
2Houd de aan-uitknop ingedrukt totdat het scherm wordt uitgeschakeld.
Het toestel schakelt over naar een modus voor laag energieverbruik en het opladen van de batterij, en de
batterijmeter wordt weergegeven.
3Laad het toestel volledig op.
Specificaties
Batterijtype Oplaadbare, ingebouwde lithium-ionbatterij
Batterijcapaciteit 1,250mAh
Waterbestendigheid IEC 60529 IPX71
Bedrijfstemperatuurbereik Van -20° tot 60 °C (van -4° tot 140 °F)
Laadtemperatuurbereik Van 0° tot 45 °C (van 32° tot 113°F)
Draadloze frequentie/draadloos protocol 1,6GHz bij 31,8 dBm maximaal
2,4 GHz bij -5,8 dBm nominaal
1 Het toestel is bestand tegen incidentele blootstelling aan water tot een diepte van 1 meter gedurende maximaal 30 minuten. Ga voor meer informatie naar
www.garmin.com/waterrating.
Toestelinformatie 25
Batterijgegevens
De werkelijke levensduur van de batterij is afhankelijk van de instellingen van uw toestel en of u een zeer
gedetailleerde activiteit opneemt of een tracking uitvoert met een hoog interval. Voor een optimale levensduur
van de batterij moet u zorgen dat u vrij zicht hebt op de lucht.
Modus Levensduur van batterij
Verzendinterval van 10 minuten voor tracking en registratie
van zeer gedetailleerde activiteit
Volledig zicht op de lucht: maximaal 5 dagen
Gemiddelde boomdekking: maximaal 2 dagen
Standaardmodus met een verzendinterval voor tracking van
10 minuten en een standaard vastlegactiviteit
Volledig zicht op de lucht: maximaal 14 dagen
Gemiddelde boomdekking: maximaal 4 dagen
Verzendinterval van 30 minuten voor tracking met standaard
registratie van activiteit
Volledig zicht op de lucht: maximaal 30 dagen
Gemiddelde boomdekking: maximaal 10 dagen
Uitgeschakeld Eén jaar
26 Toestelinformatie
support.garmin.com
GUID-802DEF62-EBB2-463C-8C51-C58FB29F89E3 v4Juni 2023
7

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Garmin inReach Mini 2 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Garmin inReach Mini 2 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 2.4 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Garmin inReach Mini 2

Garmin inReach Mini 2 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 32 pagina's

Garmin inReach Mini 2 Gebruiksaanwijzing - English - 30 pagina's

Garmin inReach Mini 2 Gebruiksaanwijzing - Français - 32 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info