801306
150
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/160
Pagina verder
QUATIX® 7/7X SOLAR
Gebruikershandleiding
© 2022 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin.
Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te
dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het
gebruik van dit product.
Garmin®, het Garmin logo, quatix®,ANT®, ANT+®, Approach®, Auto Lap®, Auto Pause®, BlueChart®,Edge®, Fusion®, inReach®, QuickFit®, TracBack®, VIRB®, Virtual Partner® en Xero®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Body Battery, Connect IQ, Firstbeat Analytics,
Fusion-Link,Garmin AutoShot, Garmin Connect, Garmin Explore, Garmin Express, Garmin Golf, Garmin Index, Garmin Move IQ, Garmin Pay, GNT,Health Snapshot,
HRM-Dual, HRM-Pro, HRM-Run, HRM-Swim, HRM-Tri, NextFork, PacePro, Rally, SatIQ,tempe, Varia en Vector zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android is een handelsmerk van Google LLC. Apple®, iPhone®, iTunes® en Mac® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het
woordmerk en de logo's van BLUETOOTH® zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. The Cooper
Institute®, en alle gerelateerde handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Di2 is een handelsmerk van Shimano, Inc. Shimano® is een geregistreerd handelsmerk
van Shimano, Inc. iOS® is een geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc. dat onder licentie door Apple Inc. wordt gebruikt. STRAVA en Strava zijn handelsmerken van
Strava, Inc. Training Stress Score (TSS), Intensity Factor (IF) en Normalized Power (NP) zijn handelsmerken van Peaksware, LLC. WiFi® is een geregistreerd handelsmerk van
Wi-Fi Alliance Corporation. Windows® is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Zwift is een geregistreerd handelsmerk
van Zwift Inc. Andere handelsmerken en merknamen zijn eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+® gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
Inhoudsopgave
Inleiding........................................... 1
Aan de slag.............................................. 1
Overzicht van het toestel........................ 1
Het aanraakscherm in- en
uitschakelen.........................................2
Het horloge gebruiken.............................2
Klokken............................................ 2
Een alarm instellen.................................. 2
Een alarm wijzigen.............................. 3
De afteltimer instellen............................. 3
Een timer verwijderen..........................3
De stopwatch gebruiken......................... 4
Andere tijdzones toevoegen................... 4
Een andere tijdzone wijzigen.............. 5
Watersportactiviteiten...................... 5
Nautische kaarten................................... 5
Nautische kaarten downloaden..........5
Zeilen........................................................6
Koersassistentie.................................. 6
De koersassistentie kalibreren....... 6
Een vaste koershoek invoeren........ 7
Een ware windrichting invoeren...... 7
Tips voor het bepalen van de beste
schatting voor positieve drift.......... 7
Zeilrace................................................ 7
De startlijn instellen......................... 7
Een race starten............................... 8
Getijden.................................................... 9
Getijdeninformatie weergeven........... 9
Een getijdewaarschuwing
instellen............................................ 9
Watersporten......................................... 10
Uw watersportruns bekijken............. 10
MFD Remote.......................................... 10
Koppelen met een kaartplotter......... 10
De functie MFD Remote gebruiken.. 10
Vissen.................................................... 11
Vissen................................................ 11
Anker...................................................... 11
Uw ankerlocatie markeren................ 11
Akerinstellingen................................. 11
Stuurautomaat...................................... 12
Koppelen met een stuurautomaat... 12
De stuurautomaat bedienen............. 12
Bootgegevens....................................... 12
Bootgegevens streamen................... 12
Een via-punt markeren op uw
kaartplotter........................................ 13
GNT™ 10................................................ 13
GNT 10 gegevens streamen............. 13
Fusion-Link™ app...................................13
Aansluiten op een Fusion stereo...... 13
Activiteiten en apps........................ 13
Een activiteit starten............................. 14
Tips voor het vastleggen van
activiteiten......................................... 14
Een activiteit stoppen........................... 14
Een activiteit evalueren..................... 15
Hardlopen.............................................. 15
Hardlopen op de baan.......................15
Tips voor het registreren van een
hardloopsessie.............................. 15
Virtueel hardlopen............................. 16
De loopbandafstand kalibreren........ 16
Een ultra run-activiteit vastleggen.... 16
Een activiteit voor obstakelracen
vastleggen......................................... 16
Zwemmen.............................................. 17
Zwemtermen..................................... 17
Slagtypen........................................... 17
Tips voor zwemactiviteiten...............18
Automatische ruststand en
handmatige ruststand....................... 18
Training met het trainingslog........... 18
Multisport.............................................. 19
Triatlontraining.................................. 19
Een multisportactiviteit maken.........19
Binnenactiviteiten..................................19
Health Snapshot™............................. 19
Een krachttraining vastleggen.......... 20
Een HIIT-activiteit vastleggen........... 20
Een indoortrainer gebruiken............. 21
Klimsporten........................................... 21
Een indoor klimactiviteit
vastleggen......................................... 21
Een boulderactiviteit registreren...... 22
Een expeditie starten............................ 22
Handmatig een spoorpunt
vastleggen......................................... 22
Inhoudsopgave i
Spoorpunten weergeven................... 22
Op jacht gaan........................................ 23
Skiën en wintersport............................. 23
Uw afdalingen weergeven.................23
Een off-piste ski- of
snowboardactiviteit registreren....... 23
Vermogensgegevens voor
langlaufen.......................................... 24
Golfen.....................................................25
Golfen................................................. 25
Golfmenu........................................... 27
De vlag verplaatsen........................... 27
Virtuele caddie................................... 27
De clubaanbeveling wijzigen........ 28
Afstand meten met Touch-
targeting............................................. 28
Gemeten slagen weergeven............. 28
Een slag handmatig meten........... 29
Score bijhouden.................................29
Statistieken vastleggen................. 29
Stableford-scoring......................... 30
De windsnelheid en -richting
weergeven..........................................30
De richting naar de pinlocatie
bekijken.............................................. 30
Aangepaste doelen opslaan............. 30
PlaysLike afstandspictogrammen... 31
Grote cijfers....................................... 31
Swing Tempo Training...................... 31
Het ideale swingtempo................. 32
Uw swingtempo analyseren..........32
De tips bekijken..........................33
Jumpmaster.......................................... 33
Een sprong plannen.......................... 33
Sprongtypen...................................... 33
Spronginformatie invoeren............... 34
Windgegevens invoeren voor HAHO-
en HALO-sprongen............................ 34
Windgegevens herstellen.............. 34
Windgegevens invoeren voor een
statische sprong................................34
Constante-instellingen...................... 35
Activiteiten en apps aanpassen........... 35
Een favoriete activiteit toevoegen of
verwijderen........................................ 35
De volgorde van een activiteit wijzigen
in de lijst met apps............................ 35
Gegevensschermen aanpassen....... 36
Een kaart aan een activiteit
toevoegen...................................... 36
Een aangepaste activiteit maken..... 36
Instellingen van activiteiten en
apps....................................................37
Activiteitswaarschuwingen........... 40
Een waarschuwing instellen..... 41
Instellingen van activiteitkaart...... 41
Route-instellingen.......................... 41
ClimbPro gebruiken....................... 42
Automatisch klimmen
inschakelen.................................... 42
Satellietinstellingen....................... 43
Training..........................................43
Uniforme trainingsstatus...................... 43
Activiteiten en prestatiemetingen
synchroniseren.................................. 44
Training voor een
wedstrijdevenement..............................44
Racekalender en Primaire race........ 44
Workouts............................................... 44
Een workout beginnen...................... 45
Uitvoeringsscore workout............. 45
Een workout vanuit Garmin Connect
volgen................................................. 45
Een dagelijkse voorgestelde workout
volgen................................................. 46
Een intervalworkout starten..............46
Een intervalworkout aanpassen... 46
Een kritische zwemsnelheidstest
vastleggen......................................... 47
Virtual Partner® gebruiken............... 47
Een trainingsdoel instellen............ 47
Racen tegen een eerder voltooide
activiteit..........................................48
De trainingsagenda........................... 48
Garmin Connect trainingsplannen
gebruiken....................................... 48
Aangepaste trainingsplannen... 48
PacePro training....................................48
Een PacePro plan downloaden van
Garmin Connect.................................49
Een PacePro plan maken op uw
smartwatch........................................ 49
Een PacePro plan starten................. 50
Power Guide.......................................... 51
ii Inhoudsopgave
Een power guide maken en
gebruiken........................................... 51
Segmenten............................................ 51
Strava™ segmenten........................... 51
Segmentgegevens weergeven......... 52
Tegen een segment racen................ 52
Een segment instellen op automatisch
aanpassen......................................... 52
Geschiedenis..................................52
Werken met de geschiedenis............... 53
Multisportgeschiedenis.................... 53
Persoonlijke records............................. 53
Uw persoonlijke records
weergeven..........................................53
Een persoonlijk record herstellen..... 54
Persoonlijke records verwijderen..... 54
Gegevenstotalen weergeven................ 54
De afstandteller gebruiker.................... 54
Geschiedenis verwijderen.....................54
Lay-out...........................................54
Wijzerplaatinstellingen......................... 55
De watch face aanpassen................ 55
Korte blik................................................ 56
De glancelijst weergeven.................. 59
De overzichtslijst aanpassen............60
Glancemappen maken.................. 60
Body Battery...................................... 60
Tips voor betere Body Battery
gegevens........................................ 60
Prestatiemetingen............................. 61
Over VO2 max. indicaties.............. 62
Uw geschat VO2 max. voor
hardlopen weergeven................ 63
Geschat VO2 max. voor fietsen
weergeven.................................. 63
Voorspelde racetijden
weergeven...................................... 64
Status hartslagvariatie.................. 65
Hartslagvariaties en
stressniveau............................... 65
Prestatieconditie........................... 66
Uw prestatieconditie
weergeven.................................. 66
Uw FTP-waarde schatten.............. 67
Een FTP-test uitvoeren.............. 67
Lactaatdrempel............................. 68
Een begeleide test uitvoeren om
uw lactaatdrempel te bepalen.. 68
Uw real-time stamina
weergeven...................................... 69
Uw vermogenscurve weergeven...69
Trainingsstatus..................................70
Trainingsstatusniveaus................. 71
Tips voor het verkrijgen van uw
trainingsstatus........................... 71
Acute belasting.............................. 71
Focus trainingsbelasting........... 72
Belastingsverhouding................ 72
Training Effect........................... 73
Hersteltijd....................................... 73
Herstelhartslag.......................... 74
Hartslag- en
hoogteacclimatisatie.....................74
Uw trainingsstatus pauzeren en
hervatten........................................ 74
Trainingsfitheid................................. 75
Fietscapaciteit weergeven................ 75
Een aandeel toevoegen..................... 76
Het gebruik van Jet Lag Adviser...... 76
Een reis plannen in de Garmin
Connect app................................... 76
Bediening............................................... 77
Het bedieningsmenu aanpassen......79
De LED-zaklamp gebruiken............... 80
De aangepaste Flashlight Strobe
bewerken........................................ 80
Het scherm Zaklamp gebruiken....... 80
GarminPay........................................ 80
Uw GarminPay portemonnee
instellen.......................................... 81
Een aankoop betalen via uw
horloge........................................... 81
Een kaart toevoegen aan uw
GarminPay portemonnee............. 81
Uw GarminPay kaarten
beheren.......................................81
Uw GarminPay pincode
wijzigen.......................................... 82
Ochtendrapport..................................... 82
Aanpassen van uw
ochtendrapport.................................. 82
Sensoren en accessoires................ 82
Polshartslag.......................................... 82
Inhoudsopgave iii
De watch dragen............................... 83
Tips voor onregelmatige
hartslaggegevens.............................. 83
Instellingen polshartslagmeter.........84
Abnormale-
hartslagwaarschuwingen
instellen.......................................... 84
Hartslaggegevens verzenden....... 84
Pulse Ox meter...................................... 85
Pulse Ox metingen verkrijgen........... 86
Modus van de Puls Ox meter
instellen.............................................. 86
Tips voor grillige pulse oxymeter-
gegevens............................................86
Kompas..................................................86
De kompaskoers instellen................ 87
Kompasinstellingen.......................... 87
Het kompas handmatig
kalibreren....................................... 87
De noordreferentie instellen......... 87
Hoogtemeter en barometer.................. 87
Hoogtemeterinstellingen.................. 88
De barometrische hoogtemeter
kalibreren....................................... 88
Barometerinstellingen....................... 88
De barometer kalibreren............... 88
Draadloze sensoren.............................. 89
De draadloze sensoren koppelen..... 91
HRM-Pro Hardlooptempo en
-afstand.............................................. 91
Tips voor het registreren van
hardlooptempo en -afstand.......... 92
Hardloopdynamiek............................ 92
Tips voor ontbrekende
hardloopdynamiekgegevens.........93
Hardloopvermogen........................93
Instellingen voor
hardloopvermogen.................... 93
De Varia Camerabediening
gebruiken........................................... 94
inReach afstandsbediening.............. 94
De inReach afstandsbediening
gebruiken....................................... 94
VIRB afstandsbediening................... 94
Een VIRB actiecamera bedienen.. 95
Een VIRB actiecamera bedienen
tijdens een activiteit...................... 95
Xero laserlocatie-instellingen........... 96
Kaart.............................................. 96
De kaart weergeven.............................. 96
Naar een locatie op de kaart navigeren
of een locatie opslaan.......................... 97
Navigeren met de functie Om me
heen....................................................... 97
Kaartinstellingen................................... 98
Kaarten beheren................................ 98
Kaarten downloaden met Outdoor
Maps+............................................ 99
TopoActive kaarten
downloaden................................... 99
Kaarten verwijderen.......................99
Kaartthema's................................... 100
Instellingen waterkaart................... 100
Kaartgegevens weergeven of
verbergen............................................. 100
Muziek......................................... 100
Verbinding maken met een externe
provider................................................ 101
Audiocontent van een externe provider
downloaden..................................... 101
Persoonlijke audiocontent
downloaden......................................... 101
Luisteren naar muziek........................ 102
Bediening voor afspelen van muziek. 102
Een Bluetooth hoofdtelefoon
aansluiten............................................ 102
De audiomodus wijzigen.................... 102
Connectiviteit............................... 103
Connectiviteitsfuncties voor
telefoons..............................................103
Uw smartphone koppelen............... 103
Bluetooth meldingen inschakelen.. 103
Meldingen weergeven................. 103
Een inkomende oproep
ontvangen.................................... 104
Een sms-bericht beantwoorden. 104
Meldingen beheren......................104
De Bluetooth telefoon-verbinding
uitschakelen.................................... 104
Waarschuwingen over
telefoonverbindingen in- en
uitschakelen.................................... 104
Audiomeldingen afspelen tijdens een
activiteit........................................... 105
iv Inhoudsopgave
Wi‑Fi Connectiviteitsfuncties............. 105
Verbinding maken met een Wi‑Fi
netwerk............................................ 105
Telefoon-apps en
computertoepassingen...................... 105
Garmin Connect.............................. 106
De Garmin Connect app
gebruiken..................................... 106
De software bijwerken met de
Garmin Connect app................106
Garmin Connect op uw computer
gebruiken..................................... 107
De software bijwerken via Garmin
Express..................................... 107
Gegevens handmatig
synchroniseren met Garmin
Connect........................................ 107
Connect IQ functies........................ 107
Connect IQ functies
downloaden................................. 107
Connect IQ functies downloaden via
uw computer................................ 107
Garmin Explore™..............................108
Garmin Golf app.............................. 108
Gebruikersprofiel..........................108
Uw gebruikersprofiel instellen............108
Instellingen voor geslacht.............. 108
Uw fitnessleeftijd weergeven............. 108
Hartslagzones..................................... 109
Fitnessdoelstellingen...................... 109
Uw hartslagzones instellen............ 109
Uw hartslagzones laten instellen door
de watch.......................................... 110
Berekeningen van hartslagzones... 110
Uw vermogenszones instellen........... 110
Prestatiemetingen automatisch
detecteren........................................... 111
Veiligheids- en trackingfuncties... 111
Contacten voor noodgevallen
toevoegen............................................ 111
Contactpersonen toevoegen.............. 112
Ongevaldetectie in- en uitschakelen.. 112
Hulp vragen......................................... 112
Een GroupTrack sessie starten.......... 113
Tips voor GroupTrack sessies........113
GroupTrack instellingen..................113
Instellingen gezondheid en
welzijn.......................................... 114
Automatisch doel................................ 114
De bewegingswaarschuwing
gebruiken............................................. 114
Minuten intensieve training................ 114
Minuten intensieve training
opbouwen........................................ 114
Slaap bijhouden...................................115
Uw slaap automatisch bijhouden...115
Navigatie...................................... 115
Uw opgeslagen locaties weergeven en
bewerken............................................. 115
Een dubbel grid-locatie opslaan..... 115
Een referentiepunt instellen............... 116
Navigeren naar een bestemming....... 116
Naar een nuttig punt navigeren...... 116
Navigeren naar het vertrekpunt van
een opgeslagen activiteit................117
Tijdens een activiteit navigeren naar
uw vertrekpunt.................................117
Routeaanwijzingen weergeven.......118
Navigeren met Peil en ga................ 118
Een Man-overboord-locatie markeren
en de navigatie ernaartoe starten.. 118
Stoppen met navigeren.......................118
Koersen................................................118
Een koers maken en volgen op uw
toestel.............................................. 119
Een rondrit maken........................... 119
Een koers maken op Garmin
Connect............................................119
Een koers naar uw toestel
verzenden.....................................120
Koersgegevens weergeven of
bewerken......................................... 120
Een waypoint projecteren................... 120
Navigatie-instellingen......................... 120
Schermen met navigatiegegevens
aanpassen....................................... 121
Een koersindicator instellen........... 121
Navigatiewaarschuwingen
instellen............................................121
Instellingen voor energiebeheer... 121
De batterijspaarstand aanpassen...... 122
Inhoudsopgave v
De vermogensmodus wijzigen........... 122
Energiemodi aanpassen..................... 122
Een energiemodus herstellen.............122
Systeeminstellingen..................... 123
Tijdinstellingen.................................... 124
Tijdwaarschuwingen instellen........ 124
De tijd synchroniseren.................... 124
De scherminstellingen wijzigen......... 124
De slaapstand aanpassen.................. 125
De sneltoetsen aanpassen................. 125
De maateenheden wijzigen................ 125
Toestelgegevens weergeven..............125
Informatie over regelgeving en
compliance op e-labels weergeven 125
Toestelinformatie......................... 126
De watch opladen............................... 126
Opladen met zonne-energie........... 126
Tips voor opladen met zonne-
energie......................................... 126
Specificaties........................................ 127
Batterijgegevens............................. 127
Toestelonderhoud............................... 128
De watch reinigen............................128
De QuickFit® bandjes vervangen.......128
Metalen band aanpassen................... 129
Gegevensbeheer................................. 129
Bestanden verwijderen................... 129
Problemen oplossen..................... 129
Productupdates...................................129
Meer informatie...................................129
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal
gebruikt................................................ 129
Is mijn telefoon compatibel met mijn
watch?................................................. 130
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met
de watch.............................................. 130
Kan ik mijn Bluetooth sensor gebruiken
bij mijn watch?.................................... 130
Ik kan mijn hoofdtelefoon niet koppelen
met de watch.......................................130
Mijn muziek valt weg of mijn
hoofdtelefoon blijft niet verbonden... 131
Uw watch opnieuw starten................. 131
Alle standaardinstellingen herstellen 131
Tips voor het verlengen van de
levensduur van de batterij.................. 132
Satellietsignalen ontvangen............... 132
De ontvangst van GPS-signalen
verbeteren........................................ 132
De temperatuurmeting is niet
nauwkeurig.......................................... 132
Activiteiten volgen.............................. 133
Mijn stappentelling lijkt niet
nauwkeurig te zijn........................... 133
De stappentellingen op mijn watch en
mijn Garmin Connect account komen
niet overeen..................................... 133
Het aantal opgelopen trappen lijkt niet
te kloppen........................................ 133
Appendix...................................... 134
Gegevensvelden.................................. 134
Kleurenbalken en
hardloopdynamiekgegevens.............. 149
Gegevens over grondcontacttijd-
balans.............................................. 149
Verticale oscillatie en verticale ratio
gegevens......................................... 150
Standaardwaarden VO2 Max............. 150
FTP-waarden....................................... 151
Wielmaat en omvang.......................... 151
Symbooldefinities............................... 151
vi Inhoudsopgave
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en
andere belangrijke informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma begint of wijzigt.
Aan de slag
Als u de smartwatch voor de eerste keer gebruikt, voer dan onderstaande taken uit om de watch in te stellen en
vertrouwd te raken met de basisfuncties.
1Druk op LIGHT als u de smartwatch wilt inschakelen (Overzicht van het toestel, pagina1).
2Volg de instructies op het scherm om de basisinstellingen te voltooien.
Tijdens de eerste installatie kunt u uw smartphone aan uw watch koppelen om meldingen te ontvangen, uw
activiteiten synchroniseren en meer (Uw smartphone koppelen, pagina103).
3Laad het toestel op (De watch opladen, pagina126).
4Begin een activiteit (Een activiteit starten, pagina14).
Overzicht van het toestel
Aanraakscherm
Tik om een optie te kiezen in een menu.
Houd de wijzerplaatgegevens ingedrukt om het overzicht of de functie te openen.
OPMERKING: Deze functie is niet op alle wijzerplaten beschikbaar.
Veeg omhoog of omlaag om door overzichtslijst en menu's te bladeren.
Veeg naar rechts om terug te keren naar het vorige scherm.
Bedek het scherm met uw handpalm om terug te keren naar de wijzerplaat en de helderheid van het
scherm te verlagen.
LIGHT
Druk op deze knop om het toestel in te schakelen.
Druk in om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Druk tweemaal kort om de zaklamp in te schakelen.
Houd ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven.
UP·MENU
Druk om door de overzichtslijst en menu's te bladeren.
Houd ingedrukt om het menu weer te geven.
Inleiding 1
DOWN
Druk om door de overzichtslijst en menu's te bladeren.
Houd ingedrukt om vanaf een scherm de muziekbedieningsknoppen weer te geven.
START·STOP
Druk in om een optie te kiezen in een menu.
Druk in om de activiteitenlijst weer te geven en een activiteit te starten of stoppen.
Houd vast om uw huidige locatie te markeren als man-over-boord-waypoint (MOB) en de navigatie te
activeren.
BACK·LAP
Druk om terug te keren naar het vorige scherm.
Druk in om een ronde, rustpauze of overgang vast te leggen tijdens een multisportactiviteit.
Houd ingedrukt om vanaf een scherm de wijzerplaat weer te geven.
Het aanraakscherm in- en uitschakelen
Houd DOWN en START ingedrukt.
Houd LIGHT ingedrukt en selecteer .
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem > Touchscreen en selecteer een optie.
Het horloge gebruiken
Houd LIGHT ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven (Bediening, pagina77).
Via het bedieningsmenu heeft u eenvoudig toegang tot functies die u vaak gebruikt, bijvoorbeeld om de
modus Niet storen in te schakelen, een locatie op te slaan of de watch uit te schakelen.
Druk vanuit de wijzerplaat op UP of DOWN om door de glancelijst te bladeren (Korte blik, pagina56).
Druk vanuit de wijzerplaat op START om een activiteit te starten of een app te openen (Activiteiten en apps,
pagina13).
Houd MENU ingedrukt om de wijzerplaat aan te passen (De watch face aanpassen, pagina55), om
instellingen aan te passen (Systeeminstellingen, pagina123), om draadloze sensoren te koppelen (De
draadloze sensoren koppelen, pagina91) en meer.
Klokken
Een alarm instellen
U kunt meerdere alarmen instellen.
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > ALARMEN > Voeg alarm toe.
3Voer de wektijd in.
2 Klokken
Een alarm wijzigen
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > ALARMEN > Wijzigen.
3Selecteer een alarm.
4Selecteer een optie:
Selecteer Status om het alarm in of uit te schakelen.
Als u de alarmtijd wilt wijzigen, selecteert u Tijd.
Als u het alarm regelmatig wilt laten herhalen, selecteert u Herhaal en selecteert u wanneer het alarm
moet worden herhaald.
Selecteer Geluid en trillen om het type alarmmelding te selecteren.
Als u de schermverlichting met het alarm wilt in- of uitschakelen, selecteert u Schermverlichting.
Selecteer Label om een beschrijving voor het alarm te selecteren.
Selecteer Wis om het alarm te verwijderen.
De afeltimer instellen
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > TIMERS.
3Selecteer een optie:
Als u een afteltimer voor de eerste keer wilt instellen en opslaan, voert u de tijd in, drukt u op MENU en
selecteert u Timer opslaan.
Als u extra afteltimers wilt instellen en opslaan, selecteert u Voeg timer toe en voert u de tijd in.
Als u een afteltimer wilt instellen zonder deze op te slaan, selecteert u Snelle timer en voert u de tijd in.
4Houd indien nodig MENU ingedrukt en selecteer een optie:
Selecteer Tijd om de timer te wijzigen.
Selecteer Start opnieuw > Aan om de timer automatisch opnieuw te starten als deze is verlopen.
Selecteer Geluid en trillen en vervolgens een type melding.
5Druk op START om de timer te starten.
Een timer verwijderen
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > TIMERS > Wijzigen.
3Selecteer een timer.
4Selecteer Wis.
Klokken 3
De stopwatch gebruiken
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > STOPWATCH.
3Druk op START om de timer te starten.
4Druk op LAP om de rondetimer opnieuw te starten.
De totale stopwatchtijd blijft lopen.
5Druk op STOP om beide timers stil te zetten.
6Selecteer een optie:
Druk op DOWN om beide timers te resetten.
Als u de stopwatch-tijd wilt opslaan als een activiteit, drukt u op MENU en selecteert u Sla activiteit op.
Als u de timers opnieuw wilt instellen en de stopwatch wilt afsluiten, drukt u op MENU en selecteert u OK.
Als u de rondetimers wilt bekijken, drukt u op MENU en selecteert u Bekijk.
OPMERKING: De optie Bekijk wordt alleen weergegeven als er meerdere ronden zijn geweest.
Als u wilt terugkeren naar de watch face zonder de timers opnieuw in te stellen, drukt u op MENU en
selecteert u Ga naar Watchface.
Druk op MENU en selecteer Ronde-toets om ronderegistratie in of uit te schakelen.
Andere tijdzones toevoegen
U kunt het huidige tijdstip van de dag in extra tijdzones weergeven in de glance Andere tijdzones. U kunt
maximaal vier andere tijdzones toevoegen.
OPMERKING: U moet mogelijk de andere tijdzones toevoegen aan de glancelijst (De overzichtslijst aanpassen,
pagina60).
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > ANDERE TIJDZONES > Tijdzone toevoegen.
3Kies een tijdzone.
4Wijzig indien nodig de naam van de zone.
4 Klokken
Een andere tijdzone wijzigen
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Klokken > ANDERE TIJDZONES > Wijzigen.
3Kies een tijdzone.
4Selecteer een optie:
Als u een andere naam voor de tijdzone wilt invoeren, selecteert u Hernoem zone.
U kunt de tijdzone wijzigen door Wijzig zone te selecteren.
Als u de locatie van de tijdzone in het overzicht wilt wijzigen, selecteert u Zone opnieuw ordenen.
U kunt de tijdzone verwijderen door Verwijder zone te selecteren.
Watersportactiviteiten
Het toestel beschikt over vooraf geïnstalleerde apps voor watersportactiviteiten, zoals varen en zeilen, en
communiceren met Garmin® watersporttoestellen. U kunt compatibele Garmin watersporttoestellen koppelen
met behulp van de watersportapps die vooraf op uw horloge zijn geïnstalleerd.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw Garmin watersporttoestel voor meer informatie over koppelen met
dat toestel.
Nautische kaarten
Met optionele premiumkaarten, zoals BlueChart® g3 en LakeVü g3, haalt u het beste uit uw quatix toestel.
Nautische kaarten downloaden
1Ga naar garmin.com/c/wearables-mapping om een nautische kaart te zoeken en aan te schaffen.
2Download Garmin Express.
3Volg de instructies op het scherm om aangeschafte kaarten op uw toestel te installeren.
Watersportactiviteiten 5
Zeilen
Koersassistentie
VOORZICHTIG
De watch maakt gebruik van de op GPS gebaseerde koers over de grond om uw koers in de
koersassistentiefunctie te bepalen en houdt geen rekening met andere factoren die de richting van uw boot
kunnen beïnvloeden, zoals stromingen en getijden. U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige
besturing van uw vaartuig.
Tijdens tegen de wind in varen of racen helpt de koersassistentiefunctie u met het bepalen van de positieve
of negatieve drift van uw boot. Wanneer u koersassistentie inschakelt, legt de watch de bakboord en
stuurboord 'koers over de grond'-metingen (COG) van uw boot vast, en gebruikt het toestel deze gegevens
om de ware windrichting en de koershoek van de boot te berekenen.
De watch gebruikt deze gegevens om te bepalen of er sprake is van een negatieve of positieve drift van de boot
als gevolg van de draaiende wind.
De koersassistentie is standaard ingesteld op automatisch. Elke keer dat u de bakboord en stuurboord
COG kalibreert, herkalibreert de watch de tegenoverliggende zijde en ware windrichting opnieuw. U kunt de
instellingen voor koersassistentie veranderen als u een vaste koershoek of ware windrichting wilt invoeren.
De koersassistentie kalibreren
1Selecteer START op de watch face.
2Selecteer Zeilrace of Varen.
3Selecteer UP of DOWN om het scherm koersassistentie weer te geven.
OPMERKING: Mogelijk moet u het koershulpscherm toevoegen aan de gegevensschermen voor de activiteit
(Gegevensschermen aanpassen, pagina36).
4Selecteer START.
5Selecteer een optie:
Selecteer START om de stuurboordzijde te kalibreren.
Selecteer DOWN om de bakboordzijde te kalibreren.
TIP: Als de wind van de stuurboordzijde van het schip komt, moet u stuurboord kalibreren. Als de wind van
de bakboordzijde van het schip komt, moet u bakboord kalibreren.
6Wacht terwijl het toestel de koersassistentie kalibreert.
Er verschijnt een pijl die aangeeft of er sprake is van positieve of negatieve drift.
6 Watersportactiviteiten
Een vaste koershoek invoeren
1Druk op START op de watch face.
2Selecteer Zeilrace of Varen.
3Druk op UP of DOWN om het scherm koersassistentie weer te geven.
4Houd MENU ingedrukt.
5Selecteer Koershoek > Hoek.
6Druk op UP of DOWN om de waarde in te stellen.
Een ware windrichting invoeren
1Druk op START op de watch face.
2Selecteer Zeilrace of Varen.
3Druk op UP of DOWN om het scherm koersassistentie weer te geven.
4Houd MENU ingedrukt.
5Selecteer Ware windrichting > Vast.
6Druk op UP of DOWN om de waarde in te stellen.
Tips voor het bepalen van de beste schatting voor positieve drif
Volg deze tips voor het bepalen van de beste schatting voor positieve drift wanneer u de functie Tack Assist
gebruikt. Zie Een ware windrichting invoeren, pagina7 en De koersassistentie kalibreren, pagina6 voor meer
informatie.
Voer een vaste koershoek in en kalibreer de bakboordzijde.
Voer een vaste koershoek in en kalibreer de stuurboordzijde.
Stel de koershoek opnieuw in en kalibreer zowel de bakboord- als stuurboordzijde.
Zeilrace
U kunt het toestel gebruiken om uw boot precies op het moment dat de race begint de startlijn te laten
passeren. Synchroniseer de regattatimer in de zeilrace-app met de officiële afteltimer van de race. U wordt er
vervolgens iedere minuut aan herinnerd dat de start van de race nadert. Wanneer u de startlijn instelt gebruikt
het toestel GPS-gegevens om in te schatten of uw boot op het juiste moment of voor of na de afteltijd de
startlijn passeert voor de start van de race.
De startlijn instellen
1Druk op START op de watch face.
2Selecteer Zeilrace.
3Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
4Houd MENU ingedrukt.
5Selecteer Instell. startlijn.
6Selecteer een optie:
Selecteer Markeer haven om de startlijnmarkering aan bakboord te markeren als u deze passeert.
Selecteer Markeer stuurboord om de startlijnmarkering aan stuurboord te markeren als u deze passeert.
Selecteer Burn-tijd om de 'burn'-tijd gegevens op het gegevensscherm van de regatta-timer in of uit te
schakelen.
Selecteer Afstand tot start om de afstand tot de startlijn, de gewenste afstandseenheden en de lengte van
uw boot in te stellen.
Watersportactiviteiten 7
Een race starten
Voordat u de 'burn'-tijd kunt bekijken, moet u de startlijn instellen (De startlijn instellen, pagina7).
1Druk op START op de watch face.
2Selecteer Zeilrace.
3Wacht terwijl de watch satellieten zoekt.
Op het scherm worden de regattatimer en de 'burn'-tijd weergegeven .
4Houd indien nodig MENU ingedrukt en selecteer een optie:
Als u een vaste timer wilt instellen, selecteert u Regattatijd > Vast, en voert u een tijdsduur in.
Als u binnen de komende 24 uur een begintijd wilt instellen, selecteert u Regattatijd > GPS, en voert u een
tijdstip in.
5Selecteer START.
6Druk op UP en DOWN om de regatta-timer te synchroniseren met de officiële afteltijd.
OPMERKING: Wanneer de 'burn'-tijd negatief is, bereikt u de startlijn nadat de race begint. Wanneer de
'burn'-tijd positief is, bereikt u de startlijn voordat de race begint.
7Druk op START om de activiteitentimer te starten.
8 Watersportactiviteiten
Getijden
Getijdeninformatie weergeven
WAARSCHUWING
Getijdeninformatie is alleen bedoeld voor informatiedoeleinden. Het is uw verantwoordelijkheid om alle
aanwijzingen met betrekking tot water in acht te nemen, zich bewust te blijven van de omgeving en te allen
tijde een veilig oordeel in, op en rondom water te vellen. Als u zich niet aan deze waarschuwing houdt, kan dit
leiden tot ernstig persoonlijk of dodelijk letsel.
U kunt informatie over een getijdenstation weergeven, zoals de hoogte van het getijde en de volgende eb- en
vloedtijden. U kunt maximaal tien getijdenstations opslaan.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Getijden.
3Selecteer een optie:
Als u uw huidige locatie wilt gebruiken in de buurt van een getijdenstation, selecteert u Voeg toe > Huidige
locatie.
Als u een locatie op de kaart wilt selecteren, selecteert u Voeg toe > Kaart gebruiken.
Als u de naam van een plaats wilt invoeren, selecteert u Voeg toe > Zoek stad.
Als u een opgeslagen locatie wilt selecteren, selecteert u Voeg toe > Opgeslagen loc..
Als u coördinaten voor een locatie wilt invoeren, selecteert u Voeg toe > Coördinaten.
Er verschijnt een 24-uurs getijdenkaart voor de huidige datum met de huidige getijdenhoogte en
informatie over de volgende hoge en lage getijden .
4Druk op DOWN om getijdeninformatie voor komende dagen weer te geven.
5Druk op START, en selecteer Stel als favoriet in om deze locatie in te stellen als uw favoriete getijdenstation.
Uw favoriete getijdenstation wordt boven aan de lijst in de app en in de glance weergegeven.
Een getijdewaarschuwing instellen
1Selecteer een opgeslagen getijdenstation in de app Getijden.
2Druk op STARTen selecteer Stel waarschuwingen in.
3Selecteer een optie:
Selecteer Tot hooggetijde om een alarm in te stellen dat moet afgaan vóór het piekgetijde.
Selecteer Tot laaggetijde om een alarm in te stellen dat moet afgaan vóór het laaggetijde.
Watersportactiviteiten 9
Watersporten
Uw watersportruns bekijken
Uw watch legt de gegevens over elke watersportrun vast met de functie Auto run. Bij deze functie worden
nieuwe runs automatisch geregistreerd op basis van uw bewegingen. De activiteitstimer wordt gepauzeerd
wanneer u stopt met bewegen. De activiteitstimer start automatisch wanneer uw bewegingssnelheid toeneemt.
U kunt de gegevens over de afdaling bekijken op het pauzescherm of terwijl de activiteitentimer loopt.
1Start een watersportactiviteit, zoals waterskiën.
2Houd MENU ingedrukt.
3Selecteer Bekijk afdalingen.
4Druk op UP en DOWN om details over uw laatste afdaling, over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen
te bekijken.
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand, maximumsnelheid en gemiddelde snelheid weergegeven.
MFD Remote
Koppelen met een kaartplotter
U kunt uw watch koppelen met een compatibele Garmin kaartplotter voor snelle toegang tot veelgebruikte
functies, zoals snelkoppelingen en kaartzoom.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer MFD Remote.
3Breng uw quatix watch binnen 3 m (10 ft.) van de kaartplotter.
4Volg de instructies op het watchscherm om de kaartplotter in de koppelmodus te zetten.
5Selecteer de naam van de kaartplotter op uw watch.
Nadat u de toestellen hebt gekoppeld, maken ze automatisch verbinding als ze worden ingeschakeld en wordt
de app op de watch geopend.
De functie MFD Remote gebruiken
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer MFD Remote.
3Gebruik het aanraakscherm om door de menu's en functies op de gekoppelde kaartplotter te navigeren.
TIP: U kunt op START drukken om te schakelen tussen het navigatiepad van de kaartplotter en de
belangrijkste bedieningselementen hiervan.
10 Watersportactiviteiten
Vissen
Vissen
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Vissen.
3Druk op START > Vissen starten.
4Druk op START en selecteer een optie:
Als u de vangst aan uw vistelling wilt toevoegen en de locatie wilt opslaan, selecteert u Vangst registr..
Als u uw huidige locatie wilt opslaan, selecteert u Locatie opslaan.
Als u een intervaltimer, eindtijd of herinnering voor de eindtijd voor de activiteit wilt instellen, selecteert u
Vistimers.
Selecteer Terug naar start en selecteer een optie om naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u uw opgeslagen locaties wilt weergeven, selecteert u Opgeslagen loc..
Als u naar een bestemming wilt navigeren, selecteert u Navigatie en selecteert u een optie.
Als u de activiteitinstellingen wilt bewerken, selecteert u Instellingen en selecteert u een optie (Instellingen
van activiteiten en apps, pagina37).
5Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Beëindig vissen.
Anker
WAARSCHUWING
De ankerfunctie is alleen een hulpmiddel waarmee u inzicht in de omgeving krijgt maar voorkomt mogelijk niet
onder alle omstandigheden vastlopen of aanvaringen. U bent er verantwoordelijk voor dat u uw vaartuig veilig en
voorzichtig bedient, dat u zich bewust blijft van uw omgeving en dat u altijd een veilig oordeel op het water velt.
Als u zich niet aan deze waarschuwing houdt, kan dit leiden tot schade aan eigendommen en ernstig persoonlijk
of dodelijk letsel.
Uw ankerlocatie markeren
1Druk op START op de wijzerplaat.
2Selecteer Anker.
3Wacht terwijl de watch satellieten zoekt.
4Druk op START en selecteer Ga voor anker.
Akerinstellingen
Druk op de watch face op START, selecteer Anker, houd MENU ingedrukt en selecteer de activiteitinstellingen.
Driftradius: Hiermee stelt u de toegestane afdrijvingsafstand in voor wanneer u voor anker ligt.
Werk interval bij: Hiermee stelt u het tijdsinterval in voor het bijwerken van de ankergegevens.
Ankeralarm: Hiermee kunt u een alarm in- of uitschakelen voor wanneer de boot de driftradius overschrijdt.
Duur ankeralarm: Hiermee kunt u de duur van het ankeralarm instellen. Wanneer het ankeralarm is
ingeschakeld, wordt er een waarschuwing weergegeven telkens wanneer de boot de driftradius overschrijdt
tijdens de opgegeven alarmduur.
Watersportactiviteiten 11
Stuurautomaat
WAARSCHUWING
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing van uw vaartuig. De stuurautomaat is een
hulpmiddel waarmee u de boot beter kunt besturen. Dit ontheft u echter niet van uw verantwoordelijkheid om de
boot veilig te besturen. Voorkom gevaarlijke navigatie en zorg ervoor dat het roer nooit onbemand is.
Wees altijd in staat om snel de handmatige besturing van uw boot over te nemen.
Oefen de bediening van de stuurautomaat op kalm en open water dat vrij is van gevaren.
Wees voorzichtig met het bedienen van de stuurautomaat in de buurt van gevaren op het water, zoals dokken,
palen en andere boten.
Koppelen met een stuurautomaat
1Selecteer START > Autopiloot > START op de watch face.
2Breng uw quatix toestel binnen 3 m (10 ft.) van het watersporttoestel.
3Stel uw compatibele Garmin stuurautomaatroerbediening in om te zoeken naar een afstandsbediening.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de stuurautomaatroerbediening voor meer informatie.
Als de toestellen zijn gekoppeld, ingeschakeld en binnen bereik zijn, worden ze automatisch verbonden en wordt
de app op het horloge geopend. Houd MENU in de stuurautomaatapp ingedrukt en selecteer Instellingen >
Nieuwe koppelen als u wilt koppelen met een andere stuurautomaatroerbediening.
De stuurautomaat bedienen
1Selecteer START > Autopiloot op de watch face.
2Selecteer een optie:
Om de vaste voorliggende koers van de stuurautomaat in te schakelen, moet u eerst een vaste koers
varen. Selecteer vervolgens START en laat het roer los.
Selecteer UP voor stuurboord en DOWN voor bakboord als u de voorliggende koers wilt wijzigen terwijl de
stuurautomaat is ingeschakeld.
Houd MENU ingedrukt, selecteer Stuurmodus en selecteer een optie als u de stuurmodus wilt wijzigen.
Houd MENU ingedrukt, selecteer Patroonkoers en selecteer een patroon als u een stuurpatroon wilt
uitvoeren.
OPMERKING: U kunt de beschikbare stuurpatronen op uw quatix toestel wijzigen via uw stuurautomaat.
Selecteer STOP om het roer over te nemen en de stuurautomaat op stand-by te zetten.
Bootgegevens
Bootgegevens streamen
U kunt gegevensvelden van uw compatibele kaartplotter naar uw quatix toestel streamen. Het toestel geeft
maximaal drie gegevensvelden per pagina weer, en maximaal zes pagina's met gegevens.
1Selecteer START > Bootgegevens op de watch face.
2Breng uw quatix toestel binnen 3 m (10 ft.) van de kaartplotter.
3Schakel de koppelmodus in op de kaartplotter.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw kaartplotter voor meer informatie.
4Selecteer indien nodig START op het quatix toestel om een gegevenspagina aan te passen.
Als de toestellen gekoppeld, ingeschakeld en binnen bereik zijn, worden ze automatisch verbonden en wordt de
app op het horloge geopend. Houd MENU in de bootgegevensapp ingedrukt en selecteer Nieuwe koppelen als u
wilt koppelen met een andere kaartplotter.
12 Watersportactiviteiten
Een via-punt markeren op uw kaartplotter
Met uw quatix toestel kunt u een via-punt markeren op uw compatibele kaartplotter.
1Selecteer START > Bootgegevens op de watch face.
2Selecteer START > Markeer waypoint op plotter..
GNT 10
GNT 10 gegevens streamen
Voordat u gegevensvelden van uw compatibele GNT 10 ontvanger naar uw quatix toestel kunt streamen, moet u
de GNT 10 app downloaden (Connect IQ functies, pagina107).
1Selecteer START > GNT 10 op de watch face.
2Breng uw quatix toestel binnen 3 m (10 ft.) van de ontvanger.
3Stel de ontvanger in om de koppelmodus te openen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw ontvanger voor meer informatie.
4Selecteer indien nodig START op het quatix toestel om een gegevenspagina aan te passen.
Het quatix toestel geeft maximaal drie gegevensvelden per pagina weer, en maximaal zes pagina's met
gegevens. Als de toestellen gekoppeld, ingeschakeld en binnen bereik zijn, worden ze automatisch verbonden
en wordt de app op het horloge geopend.
TIP: Als u uw quatix toestel aan een andere zender/ontvanger wilt koppelen, houdt u in de GNT 10 app MENU
ingedrukt en selecteert u Nieuwe koppelen.
Fusion-Link app
U kunt de Fusion-Link app op uw quatix toestel gebruiken om het afspelen van muziek op uw Fusion® toestel te
bedienen.
Aansluiten op een Fusion stereo
1Stel de Fusion stereo zodanig in dat deze waarneembaar is.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw stereo voor meer informatie.
2Breng uw quatix toestel binnen 3 m (10 ft.) van de stereo.
3Selecteer START > FUSION-Link op de watch face.
Als u de app op het horloge de eerste keer opent, wordt het horloge automatisch gekoppeld en verbonden
met de stereo. Selecteer Instellingen > Nieuwe koppelen in de Fusion-Link app als u wilt koppelen met een
andere stereo.
Als de toestellen zijn gekoppeld, ingeschakeld en binnen bereik zijn, worden ze automatisch verbonden en wordt
de app op het horloge geopend.
Activiteiten en apps
Uw watch kan worden gebruikt voor binnen-, buiten-, sport- en fitnessactiviteiten. Wanneer u een activiteit start,
worden de sensorgegevens weergegeven en vastgelegd op uw watch. U kunt aangepaste activiteiten of nieuwe
activiteiten maken op basis van standaardactiviteiten (Een aangepaste activiteit maken, pagina36). Wanneer u
klaar bent met uw activiteiten, kunt u deze opslaan en delen met de Garmin Connect community.
U kunt ook Connect IQ activiteiten en apps aan uw watch toevoegen via de Connect IQ app (Connect IQ
functies, pagina107).
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over activiteiten-tracking en de nauwkeurigheid van
fitnessgegevens.
Activiteiten en apps 13
Een activiteit starten
Als u een activiteit start, wordt GPS automatisch ingeschakeld (indien vereist).
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een optie:
Selecteer een activiteit uit uw lijst met favorieten.
Selecteer het en selecteer een activiteit uit de lange activiteitenlijst.
3Ga naar buiten naar een plek met vrij zicht op de hemel tijdens activiteiten waarvoor u een GPS-signaal nodig
hebt en wacht tot de watch klaar is.
De watch is klaar als deze uw hartslag weergeeft, GPS-signalen ontvangt (indien nodig) en verbinding maakt
met uw draadloze sensoren (indien nodig).
4Druk op START om de activiteitentimer te starten.
De watch legt alleen activiteitgegevens vast als de activiteitentimer loopt.
Tips voor het vastleggen van activiteiten
Laad de watch op voordat u aan de activiteit begint (De watch opladen, pagina126).
Druk op LAP om ronden vast te leggen, een nieuwe set of een nieuwe pose te starten of door te gaan naar de
volgende workoutstap.
Druk op UP of DOWN om meer gegevensschermen weer te geven.
Veeg omhoog of omlaag om meer gegevensschermen te bekijken.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Energiemodus om een energiemodus te gebruiken om de levensduur van
de batterij te verlengen (Energiemodi aanpassen, pagina122).
Een activiteit stoppen
1Druk op STOP.
2Selecteer een optie:
Als u de activiteit weer wilt hervatten, selecteert u Hervat.
Als u de activiteit wilt opslaan en de gegevens wilt bekijken, selecteert u Sla op. Druk vervolgens op
START en selecteer een optie.
OPMERKING: Nadat u de activiteit hebt opgeslagen, kunt u een zelfbeoordeling invoeren (Een activiteit
evalueren, pagina15).
Als u de activiteit wilt onderbreken en later wilt hervatten, selecteert u Hervat later.
Als u een ronde wilt markeren, selecteert u Ronde.
Selecteer Terug naar start > TracBack om langs de afgelegde route naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
Selecteer Terug naar start > Route om via het meest directe pad naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
Als u het verschil tussen uw hartslag aan het einde van de activiteit en uw hartslag twee minuten later wilt
meten, selecteert u Herstel-HS en wacht u terwijl de timer aftelt.
Selecteer Verwijder om de activiteit te verwijderen.
OPMERKING: Nadat de activiteit is gestopt, wordt deze na 30 minuten automatisch opgeslagen op de watch.
14 Activiteiten en apps
Een activiteit evalueren
Voordat u een activiteit kunt evalueren, moet u de zelfevaluatie-instelling instellen op uw quatix watch
(Instellingen van activiteiten en apps, pagina37).
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1Nadat u een activiteit hebt voltooid, selecteert u Sla op (Een activiteit stoppen, pagina14).
2Selecteer een waarde die overeenkomt met uw waargenomen inspanning.
OPMERKING: U kunt selecteren om de zelfevaluatie over te slaan.
3Selecteer hoe u zich voelde tijdens de activiteit.
U kunt evaluaties in de Garmin Connect app bekijken.
Hardlopen
Hardlopen op de baan
Voordat u een hardloopsessie gaat doen, moet u ervoor zorgen dat u op een standaard 400 m-baan loopt.
U kunt de hardloopsessie gebruiken om uw outdoor baangegevens te registreren, waaronder de afstand in
meters en rondetijden.
1Ga op de baan staan.
2Druk op START op de watch face.
3Selecteer Track Run.
4Wacht terwijl de watch satellieten zoekt.
5Als u in baan 1 loopt, gaat u verder met stap 11.
6Druk op MENU.
7Selecteer de activiteitinstellingen.
8Selecteer Baannummer.
9Selecteer een baannummer.
10 Selecteer twee keer BACK om terug te keren naar de activiteitentimer.
11 Selecteer START.
12 Ga hardlopen op de baan.
Nadat u 3 ronden hebt voltooid, registreert uw watch de baanafmetingen en kalibreert het uw baanafstand.
13 Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
Tips voor het registreren van een hardloopsessie
Wacht tot de GPS-statusindicator groen wordt voordat u een hardloopsessie start.
Tijdens de eerste hardloopsessie op een onbekende baan moet u minimaal 3 ronden lopen om uw
baanafstand te kalibreren.
U moet iets voorbij uw vertrekpunt lopen om de ronde te voltooien.
Loop iedere ronde in dezelfde baan.
OPMERKING: De standaard Auto Lap® afstand is 1600 m, of 4 rondes de baan rond.
Als u in een andere baan loopt dan in baan 1, stelt u het baannummer in de activiteiteninstellingen in.
Activiteiten en apps 15
Virtueel hardlopen
U kunt uw watch koppelen met een compatibele app van derden om tempo-, hartslag- of cadansgegevens te
verzenden.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Virtual Run.
3Open de Zwift app of een andere virtuele trainingsapp op uw tablet, laptop of smartphone.
4Volg de instructies op het scherm om een hardloopactiviteit te starten en de toestellen te koppelen.
5Druk op START om de activiteitentimer te starten.
6Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
De loopbandafstand kalibreren
Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de loopband wilt vastleggen, kalibreert u de
loopbandafstand nadat u minimaal 1,5km (1mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u verschillende loopbanden
gebruikt, kunt u de loopbandafstand handmatig kalibreren op elke loopband of na elke hardloopsessie.
1Begin een loopbandactiviteit (Een activiteit starten, pagina14).
2Laat de loopband draaien totdat uw watch ten minste 1,5 km (1 mijl) heeft opgenomen.
3Nadat u klaar bent met de activiteit, drukt u op STOP om de activiteitentimer te stoppen.
4Selecteer een optie:
Als u de loopbandafstand voor de eerste keer wilt kalibreren, selecteert u Sla op.
U wordt gevraagd de kalibratie van de loopband te voltooien.
Als u de loopbandafstand na de eerste kalibratie handmatig wilt kalibreren, selecteert u Kalibreren/opsl >
Ja.
5Bekijk de gelopen afstand op het scherm van de loopband en voer de afstand in op uw watch.
Een ultra run-activiteit vastleggen
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Ultra Run.
3Druk op START om de activiteitentimer te starten.
4Begin met hardlopen.
5Druk op LAP om een ronde vast te leggen en de rusttimer te starten.
OPMERKING: U kunt de Ronde-toets configureren om een ronde vast te leggen en de rusttimer te starten,
alleen de rusttimer te starten of alleen een ronde vast te leggen (Instellingen van activiteiten en apps,
pagina37).
6Wanneer u klaar bent met rusten, drukt u op LAP om uw hardloopsessie te hervatten.
7Druk op UP of DOWN om extra gegevenspagina's weer te geven (optioneel).
8Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
Een activiteit voor obstakelracen vastleggen
Wanneer u deelneemt aan een obstakelbaanrace, kunt u de activiteit Obstakelracen gebruiken om uw tijd voor
elk obstakel en de tijd tussen obstakels vast te leggen.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Obstakelracen.
3Druk op START om de activiteitentimer te starten.
4Druk op LAP om handmatig het begin en einde van elk obstakel te markeren.
OPMERKING: U kunt de instelling Obstakels registreren configureren om obstakellocaties van uw eerste
cyclus van de koers op te slaan. In herhalingscycli van de koers gebruikt de watch de opgeslagen locaties
om te schakelen tussen obstakel- en hardloopintervallen.
5Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
16 Activiteiten en apps
Zwemmen
LET OP
Het toestel is uitsluitend bedoeld voor zwemmen aan de oppervlakte. Duiken met het toestel kan schade aan
het toestel veroorzaken en leidt ertoe dat de garantie komt te vervallen.
OPMERKING: De watch heeft een polshartslagmeter ingeschakeld voor zwemactiviteiten. De watch is
ook compatibel met de HRM-Pro serieHRM-Swim en HRM-Tri accessoires. Als zowel polshartslag- als
borsthartslaggegevens beschikbaar zijn, gebruikt uw watch de borsthartslaggegevens.
Zwemtermen
Lengte: Eén keer de lengte van het zwembad.
Interval: Een of meer opeenvolgende banen. Een nieuwe interval begint na een rustperiode.
Slaglengte: Elke keer dat uw arm waaraan de watch is bevestigd een volledige cyclus voltooid, wordt er een slag
geteld.
Swolf: Uw swolfscore is de som van de tijd voor één baanlengte plus het aantal slagen voor die baan.
Bijvoorbeeld 30 seconden plus 15 slagen levert een swolfscore van 45 op. Bij zwemmen in open water
wordt de swolfscore berekend over 25 meter. Swolf is een meeteenheid voor zwemefficiency en, net als bij
golf, een lage score is beter dan een hoge.
Kritieke zwemsnelheid (CSS): Uw CSS is de theoretische snelheid die u zonder uitputting continu kunt
aanhouden. U kunt uw CSS gebruiken om uw trainingstempo te bepalen en uw verbetering bij te houden.
Slagtypen
Identificatie van het type slag is alleen beschikbaar voor zwemmen in een zwembad. Het type slag wordt aan
het eind van een baan weergegeven. Slagtypen worden weergegeven in uw zwemgeschiedenis en in uw Garmin
Connect account. U kunt ook een slagtype selecteren als een aangepast gegevensveld (Gegevensschermen
aanpassen, pagina36).
Vrij Vrije slag
Rug Rugslag
School Borstslag
Vlinder Vlinderslag
Wissel Meerdere slagtypen in een interval
Training Voor het vastleggen van oefeningen (Training met het trainingslog, pagina18)
Activiteiten en apps 17
Tips voor zwemactiviteiten
Druk op LAP om interval vast te leggen tijdens het zwemmen in open water.
Volg de instructies op het scherm om de grootte van het zwembad te selecteren of een aangepaste grootte in
te voeren voordat u een zwemactiviteit start.
De watch meet afstanden over afgelegde baanlengten en legt deze vast. De grootte van het bad moet juist
zijn om de afstand nauwkeurig weer te geven. Als u weer een zwemactiviteit in een zwembad start, gebruikt
de watch de grootte van dit zwembad. U kunt MENU ingedrukt houden, de activiteitsinstellingen selecteren en
Grootte van bad selecteren om de grootte te wijzigen.
Leg voor nauwkeurige resultaten de gehele zwembadlengte af en gebruik hierbij één slagtype voor de gehele
baan. Pauzeer de activiteitentimer wanneer u rust.
Druk op LAP om een rustpauze in te lassen tijdens het zwemmen in het zwembad (Automatische ruststand
en handmatige ruststand, pagina18).
De watch legt automatisch de zwemintervallen en de banen voor zwemmen in een zwembad vast.
Om de watch uw banen beter te laten tellen, raden wij aan dat u zich sterk afzet tegen de wand en dan
doorglijdt alvorens uw eerste slag te maken.
Als u oefeningen doet, moet u de activiteitentimer pauzeren of de functie die oefeningen in logs vastlegt
gebruiken (Training met het trainingslog, pagina18).
Automatische ruststand en handmatige ruststand
OPMERKING: Tijdens een rustperiode worden geen zwemgegevens vastgelegd. Als u andere
gegevensschermen wilt weergeven, drukt u op UP of DOWN.
De auto rust-functie is alleen beschikbaar voor zwemmen in een zwembad. Uw watch detecteert automatisch
wanneer u rust en het rustscherm wordt weergegeven. Als u langer dan 15 seconden rust, maakt de
watch automatisch een rustinterval. Wanneer u weer gaat zwemmen, start de watch automatisch een
nieuw zweminterval. U kunt de automatische rustfunctie inschakelen in de activiteitsopties (Instellingen van
activiteiten en apps, pagina37).
TIP: Voor de beste resultaten met de automatische rustfunctie minimaliseert u uw armbewegingen tijdens het
rusten.
Tijdens een zwemactiviteit in het zwembad of open water kunt u handmatig een rustinterval markeren door op
LAP te drukken.
Training met het trainingslog
De trainingslogfunctie is alleen beschikbaar voor zwemmen in een zwembad. Met deze functie kunt u
handmatig kick set-oefeningen, zwemoefeningen met één arm of andere zwemoefeningen vastleggen die
afwijken van de vier belangrijkste zwemslagen.
1Druk tijdens uw zwemactiviteit op UP of DOWN om het oefeninglogscherm weer te geven.
2Druk op LAP om de oefeningstimer te starten.
3Druk op LAP na afloop van uw oefeninginterval.
De oefeningstimer stopt, maar de activiteitentimer blijft de hele zwemsessie vastleggen.
4Selecteer een afstand voor de voltooide oefening.
Afstandsinstellingen worden gebaseerd op de voor het activiteitenprofiel geselecteerde
zwembadafmetingen.
5Selecteer een optie:
Druk op LAP als u een andere oefeninginterval wilt starten.
Druk op UP of DOWN om terug te keren naar de zwemtrainingsschermen en een zweminterval te starten.
18 Activiteiten en apps
Multisport
Triatleten, duatleten en alle andere beoefenaren van gecombineerde sporten zoals Triatlon of Zwemloop
kunnen de modus voor multisportactiviteit gebruiken. Gedurende een multisportactiviteit kunt u schakelen
tussen activiteiten en uw totale tijd bekijken. U kunt tijdens de multisportactiviteit bijvoorbeeld overschakelen
van fietsen naar hardlopen, en de totale tijd voor fietsen en hardlopen bekijken.
U kunt een multisportactiviteit aanpassen of de standaard triatlon-activiteit gebruiken voor een standaard
triatlon.
Triatlontraining
Als u deelneemt aan een triatlon, kunt u de triatlonactiviteit gebruiken om snel over te schakelen op een ander
sportsegment, de tijd van elk segment op te nemen en de activiteit op te slaan.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Triatlon.
3Druk op START om de activiteitentimer te starten.
4Selecteer LAP aan het begin en eind van elke overgang.
De overgangsfunctie staat standaard aan, en de overgangstijd wordt afzonderlijk van de duur van de
activiteit vastgelegd. De overgangsfunctie kan worden in- of uitgeschakeld in de triatlonactiviteitinstellingen.
Als overgangen zijn uitgeschakeld, drukt u op LAP om van sport te veranderen.
5Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
Een multisportactiviteit maken
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Voeg toe > Multisport.
3Selecteer een type multisportactiviteit of voer een aangepaste naam in.
Identieke activiteitnamen zijn voorzien van een nummer. Bijvoorbeeld Triatlon(2).
4Selecteer twee of meer activiteiten.
5Selecteer een optie:
Selecteer een optie om bepaalde activiteitinstellingen aan te passen. U kunt bijvoorbeeld selecteren of
overgangen moeten worden meegerekend.
Selecteer OK om de multisportactiviteit op te slaan en te gebruiken.
6Selecteer Ja om de activiteit aan uw lijst met favorieten toe te voegen.
Binnenactiviteiten
De watch kan worden gebruikt voor training binnenshuis, zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op een
home- of indoortrainer. Bij binnenactiviteiten wordt GPS uitgeschakeld. (Instellingen van activiteiten en apps,
pagina37).
Als GPS tijdens het hardlopen of wandelen is uitgeschakeld, worden snelheid en afstand berekend met
behulp van de versnellingsmeter in de watch. De versnellingsmeter voert automatisch een kalibratie uit. De
nauwkeurigheid van de snelheid- en afstandsgegevens verbetert na een aantal hardloopsessies of wandelingen
in de buitenlucht met behulp van GPS.
TIP: Als u de handrails van de loopband vasthoudt, gaat de nauwkeurigheid omlaag.
Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een
optionele sensor beschikt die deze gegevens naar de watch verzendt, zoals een snelheids- of cadanssensor.
Health Snapshot
De Health Snapshot functie is een activiteit op uw watch die verschillende belangrijke gezondheidsgegevens
registreert terwijl u twee minuten stilstaat. Deze functie geeft een inkijkje in uw algehele cardiovasculaire status.
De watch registreert meetwaarden zoals uw gemiddelde hartslag, stressniveau en ademhalingsfrequentie.
Activiteiten en apps 19
Een krachttraining vastleggen
U kunt tijdens een krachttraining sets vastleggen. Een set bestaat uit meerdere herhalingen van een enkele
beweging.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Kracht.
3Selecteer een workout.
4Druk op DOWN om een lijst met workoutstappen weer te geven (optioneel).
TIP: Terwijl u workoutstappen bekijkt, kunt u op START en vervolgens op DOWN drukken om een animatie
van de geselecteerde oefening te bekijken, indien beschikbaar.
5Wanneer u de workoutstappen hebt bekeken, drukt u op START en selecteert u Start workout.
6Druk op START en selecteer Workout beginnen.
7Start uw eerste set.
De watch telt uw herhalingen. Het aantal herhalingen wordt weergegeven als u ten minste vier sets hebt
voltooid.
TIP: De watch kan alleen herhalingen van een enkele beweging voor elke set tellen. Wanneer u andere
bewegingen wilt doen, moet u eerst de set voltooien en vervolgens een nieuwe starten.
8Druk op LAP om de set te voltooien en naar de volgende oefening te gaan, indien beschikbaar.
Op het horloge wordt het totale aantal herhalingen voor de set weergegeven.
9Druk indien nodig op UP of DOWN om het aantal herhalingen te bewerken.
TIP: U kunt ook het voor de set gebruikte gewicht toevoegen.
10 Druk indien nodig op LAP als u klaar bent met rusten om de volgende set te starten.
11 Herhaal dit voor elke krachttrainingsset totdat uw activiteit is voltooid.
12 Druk na de laatste set op START en selecteer Stop workout.
13 Selecteer Sla op.
Een HIIT-activiteit vastleggen
U kunt speciale timers gebruiken om een HIIT-activiteit (high-intensity interval training) vast te leggen.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer HIIT.
3Selecteer een optie:
Selecteer Vrij om een open, ongestructureerde HIIT-activiteit vast te leggen.
Selecteer HIIT-timers > AMRAP om zo veel mogelijk ronden op te nemen gedurende een ingestelde
periode.
Selecteer HIIT-timers > EMOM om een ingesteld aantal bewegingen per minuut op de minuut vast te
leggen.
Selecteer HIIT-timers > Tabata om te wisselen tussen intervallen van 20 seconden van maximale
inspanning en 10 seconden rust.
Selecteer HIIT-timers > Aangepast om uw bewegingstijd, rusttijd, aantal bewegingen en aantal ronden in
te stellen.
Selecteer Workouts om een opgeslagen workout te volgen.
4Volg indien nodig de instructies op het scherm.
5Druk op START om uw eerste ronde te starten.
De watch geeft een afteltimer en uw huidige hartslag weer.
6Druk indien nodig op LAP om handmatig naar de volgende ronde of rust te gaan.
7Nadat u klaar bent met de activiteit, drukt u op STOP om de activiteitentimer te stoppen.
8Selecteer Sla op.
20 Activiteiten en apps
Een indoortrainer gebruiken
Voordat u een compatibele indoortrainer kunt gebruiken, moet u de trainer koppelen met uw watch met behulp
van ANT+® technologie (De draadloze sensoren koppelen, pagina91).
U kunt uw watch met een indoortrainer gebruiken om weerstand te simuleren terwijl u een koers, rit of workout
volgt. GPS is automatisch uitgeschakeld, als u een indoortrainer gebruikt.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Fiets binnen.
3Houd het MENU ingedrukt.
4Selecteer Smart Trainer opties.
5Selecteer een optie:
Selecteer Vrije rit om een rit te maken.
Selecteer Volg workout om een opgeslagen workout te volgen (Workouts, pagina44).
Selecteer Volg koers om een opgeslagen koers te volgen (Koersen, pagina118).
Selecteer Stel vermogen in om het gewenste doelvermogen in te stellen.
Selecteer Stel hellings% in om de gesimuleerde waarde in te stellen.
Selecteer Stel weerstand in om het weerstandsniveau van de trainer in te stellen.
6Druk op START om de activiteitentimer te starten.
De trainer verhoogt of verlaagt de weerstand op basis van de hoogtegegevens van de koers of rit.
Klimsporten
Een indoor klimactiviteit vastleggen
U kunt routes vastleggen tijdens een indoor klimactiviteit. Een route is een klimroute over een indoor klimwand.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Indoor klim.
3Selecteer Ja om routestatistieken vast te leggen.
4Selecteer een graderingssysteem.
OPMERKING: Als u in de toekomst weer een indoor klimactiviteit start, gebruikt het toestel dit
graderingssysteem. U kunt MENU ingedrukt houden, de activiteitsinstellingen selecteren en Graderings
systeem selecteren om de grootte te wijzigen.
5Selecteer de moeilijkheidsgraad voor de route.
6Druk op START.
7Start uw eerste route.
OPMERKING: Wanneer de routetimer loopt, worden de knoppen automatisch vergrendeld om te voorkomen
dat er per ongeluk op een knop wordt gedrukt. U kunt een willekeurige knop ingedrukt houden om de watch
te ontgrendelen.
8Wanneer u de route hebt voltooid, daalt u af naar de grond.
De rusttimer start automatisch wanneer u op de grond staat.
OPMERKING: Druk indien nodig op LAP om de route te voltooien.
9Selecteer een optie:
Selecteer Voltooid om een geslaagde route op te slaan.
Selecteer Pogingen om een niet-geslaagde route op te slaan.
Selecteer Verwijder om de route te verwijderen.
10 Voer het aantal vallen voor de route in.
11 Wanneer u klaar bent met rusten, drukt u op LAP en begint u uw volgende route.
12 Herhaal deze procedure voor elke route totdat uw activiteit is voltooid.
Activiteiten en apps 21
13 Druk op STOP.
14 Selecteer Sla op.
Een boulderactiviteit registreren
U kunt routes vastleggen tijdens een boulderactiviteit. Een route is een klimroute over een rotsblok of kleine
rotsformatie.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Boulderen.
3Selecteer een graderingssysteem.
OPMERKING: Als u in de toekomst weer een boulderactiviteit start, gebruikt de watch dit graderingssysteem.
U kunt MENU ingedrukt houden, de activiteitsinstellingen selecteren en Graderingssysteem selecteren om de
grootte te wijzigen.
4Selecteer de moeilijkheidsgraad voor de route.
5Druk op START om de routetimer te starten.
6Start uw eerste route.
7Druk op LAP om de route te voltooien.
8Selecteer een optie:
Selecteer Voltooid om een geslaagde route op te slaan.
Selecteer Pogingen om een niet-geslaagde route op te slaan.
Selecteer Verwijder om de route te verwijderen.
9Wanneer u klaar bent met rusten, drukt u op LAP om uw volgende route te starten.
10 Herhaal deze procedure voor elke route totdat uw activiteit is voltooid.
11 Druk na de laatste route op STOP om de routetimer te stoppen.
12 Selecteer Sla op.
Een expeditie starten
U kunt de Expeditie app gebruiken om de levensduur van de batterij te verlengen wanneer u een meerdaagse
activiteit vastlegt.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Expeditie.
3Druk op START om de activiteitentimer te starten.
Het toestel schakelt over op de modus voor laag energieverbruik en verzamelt eenmaal per uur GPS-
spoorpunten. Om de levensduur van de batterij te maximaliseren, schakelt het toestel alle sensoren en
accessoires uit, inclusief de verbinding met uw smartphone.
Handmatig een spoorpunt vastleggen
Tijdens een expeditie worden spoorpunten automatisch vastgelegd op basis van het geselecteerde
opslaginterval. U kunt op elk gewenst moment handmatig een spoorpunt vastleggen.
1Druk tijdens een expeditie op START.
2Selecteer Voeg punt toe.
Spoorpunten weergeven
1Druk tijdens een expeditie op START.
2Selecteer Punten weergeven.
3Selecteer een spoorpunt in de lijst.
4Selecteer een optie:
Selecteer Ga naar om naar het spoorpunt te navigeren.
Selecteer Details om extra informatie over het spoorpunt weer te geven.
22 Activiteiten en apps
Op jacht gaan
U kunt locaties opslaan die relevant zijn voor uw jacht en een kaart met opgeslagen locaties weergeven. Tijdens
een jachtactiviteit gebruikt het toestel een GNSS-modus die de levensduur van de batterij spaart.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Jagen.
3Druk op START en selecteer Jacht starten.
4Druk op START en selecteer een optie:
Selecteer Terug naar start en selecteer een optie om naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u uw huidige locatie wilt opslaan, selecteert u Locatie opslaan.
Als u locaties wilt weergeven die zijn opgeslagen tijdens deze jachtactiviteit, selecteert u Jachtlocaties.
Als u alle eerder opgeslagen locaties wilt weergeven, selecteert u Opgeslagen loc..
Als u naar een bestemming wilt navigeren, selecteert u Navigatie en selecteert u een optie.
5Nadat u de jacht hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Stop jacht.
Skiën en wintersport
U kunt ski- en snowboardactiviteiten toevoegen aan uw activiteitenlijst (Activiteiten en apps aanpassen,
pagina35). U kunt gegevensschermen aanpassen voor iedere activiteit (Gegevensschermen aanpassen,
pagina36).
Uw afdalingen weergeven
Uw watch legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën of snowboarden vast met de functie
Automatische afdaling. Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor afdalingen tijdens het skiën en
snowboarden. Deze functie registreert automatisch nieuwe skiruns wanneer u bergaf gaat.
1Start een ski- of snowboardactiviteit.
2Houd MENU ingedrukt.
3Selecteer Bekijk afdalingen.
4Druk op UP en DOWN om details over uw laatste afdaling, over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen
te bekijken.
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand, maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling
weergegeven.
Een off-piste ski- of snowboardactiviteit registreren
Met de off-piste ski- of snowboardactiviteit kunt u schakelen tussen klimmen en afdalen, zodat u uw gegevens
nauwkeurig kunt bijhouden. U kunt de instelling voor Modus volgen aanpassen om automatisch of handmatig
over te schakelen (Instellingen van activiteiten en apps, pagina37).
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Off-piste skiën of Off-piste snowboarden.
3Selecteer een optie:
Als u uw activiteit op een helling start, selecteert u Klimmen.
Selecteer Afdalen als u uw activiteit start met een afdaling.
4Druk op START om de activiteitentimer te starten.
5Druk indien nodig op LAP om te schakelen tussen de volgmodi voor klimmen en dalen.
6Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
Activiteiten en apps 23
Vermogensgegevens voor langlaufen
OPMERKING: Het accessoire uit de HRM-Pro serie moet met de quatix watch worden gekoppeld met behulp van
ANT+ technologie.
U kunt uw compatibele quatix watch gekoppeld met het accessoire uit de HRM-Pro serie gebruiken om realtime
feedback te ontvangen over uw langlaufprestaties. Het uitgangsvermogen wordt gemeten in watt. Factoren die
van invloed zijn op het vermogen zijn onder andere uw snelheid, hoogteveranderingen, wind en sneeuw. U kunt
het uitgangsvermogen gebruiken om uw ski-prestaties te meten en te verbeteren.
OPMERKING: De waarden voor het skivermogen zijn over het algemeen lager dan de vermogenswaarden voor
fietsen. Dit is normaal en wordt veroorzaakt doordat mensen minder efficiënt zijn tijdens het skiën dan tijdens
het fietsen. Het is gebruikelijk dat de vermogenswaarden bij skiën 30 tot 40 procent lager liggen dan die bij
fietsen bij dezelfde trainingsintensiteit.
24 Activiteiten en apps
Golfen
Golfen
Voordat u gaat golfen, moet u ervoor zorgen dat de watch is opgeladen (De watch opladen, pagina126).
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Golfen.
Het toestel zoekt satellieten, berekent uw locatie en selecteert een baan als er zich maar één baan in de
buurt bevindt.
3Als de lijst met banen wordt weergegeven, selecteert u een baan uit de lijst.
4Stel indien nodig de driverafstand in.
5Selecteer de om de score bij te houden.
Activiteiten en apps 25
6Selecteer een tee box.
Het scherm met hole-informatie wordt weergegeven.
Nummer van huidige hole
Afstand tot het einde van de green
Afstand tot het midden van de green
Afstand tot het begin van de green
Par voor de hole
Kaart van de green
Afstand van de driver tot de tee box
OPMERKING: Omdat pinlocaties veranderen, berekent de watch de afstand tot het begin, midden en einde
van de green, maar niet de pinlocatie zelf.
7Selecteer een optie:
Tik op de afstanden tot het begin, het midden en het einde van de green om de PlaysLike afstand weer te
geven (PlaysLike afstandspictogrammen, pagina31).
Tik op de kaart om meer details weer te geven of om de afstand te meten met touch-targeting (Afstand
meten met Touch-targeting, pagina28).
Druk op UP of DOWN om de locatie en de afstand tot een lay-up of het begin en einde van een hindernis
weer te geven.
Druk op START om het golfmenu te openen (Golfmenu, pagina27).
Wanneer u naar de volgende hole gaat, schakelt de watch automatisch over naar de weergave van de nieuwe
hole-informatie.
26 Activiteiten en apps
Golfmenu
Tijdens een ronde kunt u op START drukken om toegang te krijgen tot extra functies in het golfmenu.
Einde van ronde: Beëindigt de huidige ronde.
Hole wijzigen: Hiermee kunt u de hole handmatig wijzigen.
Wijzig green: Hiermee kunt u de green wijzigen als er meer dan één green beschikbaar is voor een hole.
Green weergeven: Hiermee kunt u de pinlocatie verplaatsen voor een nauwkeurigere afstandsmeting (De vlag
verplaatsen, pagina27).
Virtuele caddie: Vraagt om een clubaanbeveling van de virtuele caddie (Virtuele caddie, pagina27).
Shot meten: Toont de afstand van uw vorige slag die is geregistreerd met de Garmin AutoShot functie
(Gemeten slagen weergeven, pagina28). U kunt een shot ook handmatig registreren (Een slag handmatig
meten, pagina29).
Scorekaart: Hiermee opent u de scorekaart voor de ronde (Score bijhouden, pagina29).
Kilometerteller: Toont de geregistreerde tijd en afstand en het aantal stappen. De afstandteller start en stopt
automatisch wanneer u een ronde start of stopt. U kunt de kilometerteller resetten tijdens een ronde.
Wind: Hiermee opent u een aanwijzer die de windrichting en -snelheid ten opzichte van de pin weergeeft (De
windsnelheid en -richting weergeven, pagina30).
PinPointer: De functie PinPointer is een kompas dat in de richting van de pinlocatie wijst wanneer u de green
niet kunt zien. Met deze functie kunt u de richting van een shot plannen, zelfs als u tussen bomen of struiken
of in een diepe zandbunker staat.
OPMERKING: Gebruik de functie PinPointer niet terwijl u in een golfkar zit. Interferentie van de golfkar kan de
nauwkeurigheid van het kompas beïnvloeden.
Aangepaste doelen: Hiermee kunt u een locatie, zoals een object of obstakel, voor de huidige hole opslaan
(Aangepaste doelen opslaan, pagina30).
Clubgegevens: Toont uw statistieken bij elke golfclub, zoals gegevens over afstanden en nauwkeurigheid.
Wordt weergegeven wanneer u Approach® CT10 sensoren koppelt of de Clubmelding instelling inschakelt.
Instellingen: Hiermee kunt u de instellingen voor golfactiviteiten aanpassen (Instellingen van activiteiten en
apps, pagina37).
De vlag verplaatsen
U kunt de green in meer detail bekijken en de pinlocatie verplaatsen.
1Druk op START op het hole-informatiescherm.
2Selecteer Green weergeven.
3Tik op of versleep om de pinlocatie te verplaatsen.
TIP: U kunt op START drukken om in of uit te zoomen.
4Druk op BACK.
De afstanden op het hole-weergavescherm worden bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
Virtuele caddie
Voordat u de virtuele caddie kunt gebruiken, moet u vijf ronden spelen met Approach CT10 sensoren of
de Clubmelding instelling inschakelen (Instellingen van activiteiten en apps, pagina37) en uw scorekaarten
uploaden. Voor elke ronde moet u verbinding maken met een gekoppelde smartphone met de Garmin Golf app.
De virtuele caddie raadt u een golfclub en een richting aan op basis van de hole, windgegevens en uw eerdere
prestaties met elke golfclub.
Activiteiten en apps 27
De clubaanbeveling wijzigen
1Selecteer START.
2Selecteer Virtuele caddie.
Het toestel geeft het berekende gemiddelde aantal slagen weer voor de aanbevolen clubs .
3Selecteer een andere clubaanbeveling.
De kaart wordt bijgewerkt en geeft het nieuwe shotrichtingsdoel weer.
OPMERKING: Het toestel berekent de clubaanbeveling automatisch opnieuw terwijl u verder gaat. Selecteer
Herberekenen om de clubaanbeveling handmatig bij te werken.
Afstand meten met Touch-targeting
Terwijl u een game speelt, kunt u Touch Targeting gebruiken om de afstand naar een punt op de kaart te meten.
1Tik tijdens het golfen op de kaart.
2Tik op het doelcirkeltje of sleep het met uw vinger naar de gewenste positie.
U kunt de afstand van uw huidige locatie tot het doelcirkeltje bekijken en vanaf het doelcirkeltje tot de
pinlocatie.
3Selecteer indien nodig of om in of uit te zoomen.
Gemeten slagen weergeven
Voordat het toestel automatisch slagen kan detecteren en meten, moet u het bijhouden van de score
inschakelen.
Uw toestel beschikt over een functie voor het automatische detecteren en vastleggen van slagen. Telkens
wanneer u tegen de bal slaat op de fairway, legt het toestel uw slagafstand vast, zodat u deze later kunt
bekijken.
TIP: Automatische detectie werkt het beste wanneer u het toestel op uw belangrijke pols draagt en goed
contact maakt met de bal. Putts worden niet gedetecteerd.
1Druk tijdens het golfen op START.
2Selecteer Shot meten.
Uw laatste slagafstand wordt weergegeven.
OPMERKING: De afstand wordt automatisch hersteld wanneer u de bal opnieuw raakt, putt op de green, of
naar de volgende hole gaat.
3Druk op DOWN.
4Selecteer Vorige slagen om alle vastgelegde shot-afstanden weer te geven.
28 Activiteiten en apps
Een slag handmatig meten
U kunt een slag handmatig toevoegen als de watch deze niet detecteert. U moet de slag toevoegen vanaf de
locatie van de gemiste slag.
1Sla de bal en kijk waar deze landt.
2Druk op START op het hole-informatiescherm.
3Selecteer Shot meten.
4Selecteer START.
5Selecteer Voeg slag toe > .
6Voer indien nodig de club in die u voor de slag hebt gebruikt.
7Loop of rijd rechtstreeks naar de bal.
De volgende keer dat u een slag maakt, legt de watch automatisch de afstand van uw laatste slag vast. Indien
nodig kunt u handmatig nóg een slag toevoegen.
Score bijhouden
1Druk in het hole-weergavescherm op START.
2Selecteer Scorekaart.
De scorekaart wordt weergegeven wanneer u op de green staat.
3Druk op UP of DOWN om door de holes te bladeren.
4Druk op START om een locatie op te selecteren.
5Druk op UP of DOWN om de score in te stellen.
Uw totale score wordt bijgewerkt.
Statistieken vastleggen
Voordat u gegevens kunt vastleggen, moet u het bijhouden van gegevens inschakelen (Instellingen van
activiteiten en apps, pagina37).
1Selecteer een hole vanaf de scorekaart.
2Voer het totale aantal gespeelde slagen, inclusief putts, in en druk op START.
3Stel het aantal gespeelde putts in en druk op START.
OPMERKING: Het aantal gespeelde putts wordt alleen gebruikt voor het bijhouden van statistieken en
verhoogt uw score niet.
4Selecteer indien nodig een optie:
OPMERKING: Als u zich op een hole met par 3 bevindt, wordt er geen fairway-informatie weergegeven.
Als uw bal de fairway raakt, selecteert u Op fairway.
Als uw bal de fairway heeft gemist, selecteert u Gemist - rechts of Gemist - links.
5Voer indien nodig het aantal penaltyslagen in.
Activiteiten en apps 29
Stableford-scoring
Wanneer u de Stableford-scoringsmethode selecteert (Instellingen van activiteiten en apps, pagina37), worden
punten toegekend op basis van het aantal slagen ten opzichte van par. Aan het einde van een ronde wint de
hoogste score. Het toestel kent punten toe zoals gespecificeerd door de United States Golf Association.
De scorekaart voor een game met Stableford-score toont punten in plaats van slagen.
Punten Gespeelde slagen ten opzichte van par
0 2 of meer boven
1 1 boven
2 Par
3 1 onder
4 2 onder
5 3 onder
De windsnelheid en -richting weergeven
De windfunctie is een aanwijzer die de windsnelheid en -richting ten opzichte van de pin weergeeft. Voor de
windfunctie is een verbinding met de Garmin Golf app vereist.
1Druk op START.
2Selecteer Wind.
De pijl wijst naar de windrichting ten opzichte van de pin.
De richting naar de pinlocatie bekijken
De functie PinPointer is een kompas dat de richting aangeeft wanneer u de green niet kunt zien. Met deze
functie kunt u de richting van een shot plannen, zelfs als u tussen bomen of struiken of in een diepe zandbunker
staat.
OPMERKING: Gebruik de functie PinPointer niet terwijl u in een golfkar zit. Interferentie van de golfkar kan de
nauwkeurigheid van het kompas beïnvloeden.
1Druk in het hole-weergavescherm op START.
2Selecteer PinPointer.
De pijl wijst naar de pinlocatie.
Aangepaste doelen opslaan
Tijdens het spelen van een ronde kunt u maximaal vijf doelen voor elke hole opslaan. Een doel opslaan is handig
om voorwerpen of obstakels te registreren die niet op de kaart worden weergegeven. U kunt de afstanden tot
deze doelen bekijken op het scherm met hindernissen en lay-ups (Golfen, pagina25).
1Ga naar het doel dat u wilt opslaan.
OPMERKING: U kunt geen doel opslaan dat ver bij de momenteel geselecteerde hole vandaan ligt.
2Druk op START op het hole-informatiescherm.
3Selecteer Aangepaste doelen.
4Selecteer een doeltype.
30 Activiteiten en apps
PlaysLike afstandspictogrammen
De PlaysLike-afstand houdt rekening met hoogteverschillen op de baan door de aangepaste afstand tot de
green weer te geven. Tijdens een ronde kunt u op een afstand tot de green tikken om de PlaysLike-afstand weer
te geven.
: Speelafstand langer dan verwacht vanwege een wijziging in de hoogte.
: Speelafstand zoals verwacht.
: Speelafstand korter dan verwacht vanwege een wijziging in de hoogte.
Grote cijfers
U kunt de grootte van de getallen in de hole-informatiewijzigen.
Houd MENU ingedrukt, selecteer de activiteitinstellingen en selecteer Grote cijfers.
De afstand tot de achterkant van de green
De afstand tot het midden van de green of de geselecteerde pinpositie
De afstand tot de voorkant van de green
Het nummer van de huidige hole
De par voor de huidige hole
Swing Tempo Training
De Tempotraining app helpt u bij het ontwikkelen van een meer consistente swing. Het toestel meet en toont de
tijd van uw backswing en uw downswing. Op het toestel wordt ook het tempo van uw swing weergegeven.
Het swingtempo is de tijd van de backswing gedeeld door de tijd van de downswing, uitgedrukt in een
verhoudingsgetal. Een verhouding van 3 tot 1 (ofwel 3,0) is het ideale swingtempo op basis van studies van
professionele golfers.
Activiteiten en apps 31
Het ideale swingtempo
U kunt het ideale 3.0 tempo bereiken door de timing van uw backswing en downswing te variëren, bijvoorbeeld
0,7 sec./0,23 sec. of 1,2 sec./0,4 sec. Elke golfer heeft een uniek swingtempo op basis van vaardigheid en
ervaring. Garmin beschikt over zes verschillende timingen.
Het toestel geeft een grafiek weer die aangeeft of uw backswing of downswing te snel of te langzaam was, of
precies goed bij de geselecteerde timing.
Timingkeuzes (verhouding backswing-/downswing-tijd)
Backswing-tijd
Downswing-tijd
Uw tempo
Goede timing
Te langzaam
Te snel
Om uw ideale swing-timing te vinden moet u beginnen met de langzaamste timing en daarmee een paar swings
oefenen. Als de tempografiek continu groen is voor zowel uw backswing- als downswing-tijden, kunt u verder
gaan met de volgende timing. Als een bepaalde timing goed voelt, kunt u deze aanhouden om meer consistente
swings en prestaties te realiseren.
Uw swingtempo analyseren
U moet een bal raken om uw swingtempo te bekijken.
1Selecteer START.
2Selecteer Tempotraining.
3Selecteer START.
4Selecteer Swing-snelheid en selecteer een optie.
5Maak een volledige swing en raak de bal.
Op de watch wordt de analyse van uw swing weergegeven.
32 Activiteiten en apps
De tips bekijken
De eerste keer dat u de activiteit Tempotraining gebruikt, wordt op de watch een aantal tips weergegeven om u
inzicht te geven in de manier waarop uw swing wordt geanalyseerd.
1Druk tijdens uw activiteit op START.
2Selecteer Tips.
3Druk op START om de volgende tip weer te geven.
Jumpmaster
WAARSCHUWING
De functie jumpmaster dient alleen door ervaren skydivers te worden gebruikt. De functie jumpmaster dient niet
te worden gebruikt als primaire hoogtemeter tijdens het skydiven. Als u niet de juiste spronginformatie invoert,
kan dat leiden tot ernstige verwondingen of overlijden.
De functie jumpmaster volgt militaire richtlijnen voor het berekenen van het "high altitude release point" (HARP).
De watch detecteert automatisch wanneer u gesprongen hebt en begint de navigatie naar het "desired impact
point" (DIP) met behulp van de barometer en het elektronische kompas.
Een sprong plannen
1Selecteer een sprongtype (Sprongtypen, pagina33).
2Voer spronginformatie in (Spronginformatie invoeren, pagina34).
Het toestel berekent de HARP.
3Selecteer Ga naar HARP om navigatie naar de HARP te starten.
Sprongtypen
Met de functie jumpmaster kunt u kiezen uit een van de volgende drie sprongtypen: HAHO, HALO of
Statisch. Het sprongtype is bepalend voor welke aanvullende instellingsgegevens vereist zijn. Alle sprongtypen,
spronghoogten en hoogten waarop de parachute wordt geopend, worden gemeten in voet boven de grond
(AGL).
HAHO: High Altitude High Opening. De jumpmaster springt van een zeer grote hoogte en opent de parachute op
grote hoogte. U moet een DIP en spronghoogte instellen van ten minste 1000 voet. De spronghoogte wordt
verondersteld hetzelfde te zijn als de openhoogte. Gangbare waarden voor de spronghoogte variëren van
12.000 tot 24.000 voet AGL.
HALO: High Altitude Low Opening. De jumpmaster springt van een zeer grote hoogte en opent de parachute
op lage hoogte. De vereiste informatie is hetzelfde als het HAHO-sprongtype plus een openhoogte. De
openhoogte mag niet groter zijn dan de spronghoogte. Gangbare waarden van de openhoogte variëren van
2000 tot 6000 voet AGL.
Statisch: Er wordt uitgegaan van een constante windsnelheid en windrichting gedurende de sprong. De
spronghoogte moet ten minste 1000 voet zijn.
Activiteiten en apps 33
Spronginformatie invoeren
1Selecteer START.
2Selecteer Jumpmaster.
3Selecteer een sprongtype (Sprongtypen, pagina33).
4Voer een of meerdere handelingen uit om uw spronginformatie in te voeren:
Selecteer DIP om een punt in te stellen voor de gewenste landingslocatie.
Selecteer Spronghoogte om de spronghoogte AGL (in voet) in te stellen waarop de jumpmaster het
vliegtuig verlaat.
Selecteer Openhoogte om de openhoogte AGL (in voet) in te stellen waarop de jumpmaster de parachute
opent.
Selecteer Voorwaartse beweging om de horizontaal afgelegde afstand (in meters) als gevolg van de
snelheid van het vliegtuig in te stellen.
Selecteer Koers naar HARP om de afgelegde richting (in graden) als gevolg van de snelheid van het
vliegtuig in te stellen.
Selecteer Wind om de windsnelheid (in knopen) en windrichting (in graden) in te stellen.
Selecteer Constant om aanvullende gegevens voor de geplande sprong in te stellen. Afhankelijk van het
sprongtype selecteert u Percentage van maximum, Veiligheidsfactor, K-open, K-vrije val of K-statisch en
voert u aanvullende informatie in (Constante-instellingen, pagina35).
Selecteer Automatisch naar DIP om de navigatie naar het DIP automatisch in te schakelen na afloop van
uw sprong.
Selecteer Ga naar HARP om navigatie naar de HARP te starten.
Windgegevens invoeren voor HAHO- en HALO-sprongen
1Selecteer START.
2Selecteer Jumpmaster.
3Selecteer een sprongtype (Sprongtypen, pagina33).
4Selecteer Wind > Voeg toe.
5Selecteer een hoogte.
6Voer een windsnelheid in knopen in en selecteer OK.
7Voer een windrichting in graden in en selecteer OK.
De windwaarde wordt toegevoegd aan de lijst. Alleen windwaarden op de lijst worden gebruikt tijdens
berekeningen.
8Herhaal stap 5–7 voor iedere beschikbare hoogte.
Windgegevens herstellen
1Selecteer START.
2Selecteer Jumpmaster.
3Selecteer HAHO of HALO.
4Selecteer Wind > Herstel.
Alle windwaarden worden verwijderd uit de lijst.
Windgegevens invoeren voor een statische sprong
1Selecteer START.
2Selecteer Jumpmaster > Statisch > Wind.
3Voer een windsnelheid in knopen in en selecteer OK.
4Voer een windrichting in graden in en selecteer OK.
34 Activiteiten en apps
Constante-instellingen
Selecteer Jumpmaster, selecteer een sprongtype en selecteer Constant.
Percentage van maximum: Hiermee stelt u het sprongbereik in voor alle sprongtypen. Een instelling lager dan
100% verkleint de driftafstand naar de DIP en een instelling hoger dan 100% vergroot deze afstand. Ervaren
jumpmasters willen mogelijk lagere percentages gebruiken, beginnende parachutespringers kiezen wellicht
voor hogere percentages.
Veiligheidsfactor: Hiermee stelt u de foutmarge voor een sprong in (alleen HAHO). Veiligheidsfactoren
zijn meestal hele waarden van 2 of hoger, en worden bepaald door de jumpmaster op basis van de
spronggegevens.
K-vrije val: Hiermee stelt u de luchtweerstand van een parachute tijdens een vrije val in, op basis van de
canopy-waarde van de parachute (alleen HALO). Elke parachute moet worden voorzien van een K-waarde.
K-open: Hiermee stelt u de luchtweerstand in voor een open parachute op basis van de canopy-waarde (HAHO
en HALO). Elke parachute moet worden voorzien van een K-waarde.
K-statisch: Hiermee stelt u de luchtweerstand van een parachute tijdens een statische sprong in, op basis
van de canopy-waarde van de parachute (alleen Statisch). Elke parachute moet worden voorzien van een
K-waarde.
Activiteiten en apps aanpassen
U kunt de lijst met activiteiten en apps, gegevensschermen, gegevensvelden en andere instellingen aanpassen.
Een favoriete activiteit toevoegen of verwijderen
De lijst met uw favoriete activiteiten wordt weergegeven wanneer u op de watch face op START drukt. Hiermee
kunt u snel naar de activiteiten gaan die u het meest gebruikt. U kunt op elk gewenst moment favoriete
activiteiten toevoegen of verwijderen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
Uw favoriete activiteiten worden bovenaan de lijst weergegeven.
3Selecteer een optie:
Als u een favoriete activiteit wilt toevoegen, selecteert u de activiteit en selecteert u Stel als favoriet in.
Als u een favoriete activiteit wilt verwijderen, selecteert u de activiteit en selecteert u Verwijder uit
favorieten.
De volgorde van een activiteit wijzigen in de lijst met apps
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer een activiteit.
4Selecteer Sorteer.
5Druk op UP of DOWN om de positie van de activiteit te wijzigen in de lijst met apps.
Activiteiten en apps 35
Gegevensschermen aanpassen
U kunt voor elke activiteit de lay-out en inhoud van gegevensschermen weergeven, verbergen of wijzigen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Selecteer Gegevensschermen.
6Selecteer een gegevensscherm dat u wilt aanpassen.
7Selecteer een optie:
Selecteer Indeling om het aantal gegevensvelden in het gegevensscherm te wijzigen.
Selecteer Gegevensvelden en selecteer een gegevensveld om het type gegevens in het veld te wijzigen.
TIP: Voor een lijst met alle beschikbare gegevensvelden gaat u naar Gegevensvelden, pagina134. Niet alle
gegevensvelden zijn beschikbaar voor alle activiteittypen.
Selecteer Sorteer om de locatie van het gegevensscherm in de lijst te wijzigen.
Selecteer Verwijder om het gegevensscherm uit de lijst te verwijderen.
8Selecteer indien nodig Voeg nieuw toe om een gegevensscherm aan de lijst toe te voegen.
U kunt een aangepast gegevensscherm toevoegen of een van de vooraf gedefinieerde gegevensschermen
selecteren.
Een kaart aan een activiteit toevoegen
U kunt de kaart toevoegen aan de reeks gegevensschermen voor een activiteit.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuw toe > Kaart.
Een aangepaste activiteit maken
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Voeg toe.
3Selecteer een optie:
Selecteer Kopieer activiteit om uw aangepaste activiteit te maken op basis van een van uw opgeslagen
activiteiten.
Selecteer Overige > Overige om een nieuwe aangepaste activiteit te maken.
4Selecteer indien nodig een activiteittype.
5Selecteer een naam of voer een aangepaste naam in.
Identieke activiteitnamen zijn voorzien van een volgnummer, bijvoorbeeld: Fiets(2).
6Selecteer een optie:
Selecteer een optie om bepaalde activiteitinstellingen aan te passen. U kunt bijvoorbeeld de
gegevensschermen of automatische functies aanpassen.
Selecteer OK om de aangepaste activiteit op te slaan en te gebruiken.
7Selecteer Ja om de activiteit aan uw lijst met favorieten toe te voegen.
36 Activiteiten en apps
Instellingen van activiteiten en apps
Met deze instellingen kunt u elke vooraf geïnstalleerde activiteiten-app naar wens aanpassen. U kunt
bijvoorbeeld gegevenspagina's aanpassen en waarschuwingen en trainingsfuncties inschakelen. Niet alle
instellingen zijn beschikbaar voor alle soorten activiteiten.
Houd MENU ingedrukt, selecteer Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een activiteit en de
activiteitinstellingen.
3D-afstand: Berekent de door u afgelegde afstand via zowel uw hoogtewijziging als uw horizontale verplaatsing
over de grond.
3D-snelheid: Berekent uw snelheid aan de hand van uw hoogteverandering en uw horizontale beweging over de
grond.
Accentkleur: Hiermee stelt u de accentkleur van elke activiteit in, waaraan u kunt zien welke activiteit actief is.
Voeg activiteit toe: Hiermee kunt u een multisportactiviteit aanpassen.
Waarschuwingen: Hiermee kunt u de trainings- of navigatiewaarschuwingen voor de activiteit instellen
(Activiteitswaarschuwingen, pagina40).
Automatisch klimmen: Hiermee kan de watch met de ingebouwde hoogtemeter automatisch hoogteverschillen
detecteren (Automatisch klimmen inschakelen, pagina42).
Auto Lap: Hiermee stelt u de opties voor de Auto Lap functie in om ronden automatisch te markeren.
Met de optie Automatische afstand markeert u ronden op een bepaalde afstand. Met de optie Autom.
positioneren markeert u ronden op een locatie waar u eerder op LAP hebt gedrukt. Wanneer u een ronde hebt
voltooid, wordt er een instelbare rondewaarschuwing weergegeven. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende delen van een activiteit wilt vergelijken.
Auto Pause: Hiermee stelt u de opties in voor de Auto Pause® functie om het opnemen van gegevens te stoppen
wanneer u stopt met bewegen of wanneer u onder een bepaalde snelheid komt. Dit is handig als in uw
activiteit verkeerslichten of andere plaatsen waar u moet stoppen, voorkomen.
Auto Rust: Hiermee stelt u in dat de watch automatisch een rustinterval maakt wanneer u stopt met bewegen
(Automatische ruststand en handmatige ruststand, pagina18).
Automatische afdaling: Hiermee kan de watch automatisch ski- of watersportruns detecteren met behulp
van de ingebouwde versnellingsmeter (Uw afdalingen weergeven, pagina23, Uw watersportruns bekijken,
pagina10).
Auto Scroll: Hiermee stelt u in dat de watch automatisch door alle schermen met activiteitgegevens bladert
terwijl de activiteitentimer loopt.
Automatische set: Hiermee stelt u in dat de watch oefeningensets tijdens een krachttrainingsactiviteit
automatisch start en stopt.
Achtergrondkleur: Hiermee stelt u de achtergrondkleur van elke activiteit in op zwart of wit.
Grote cijfers: Hiermee wijzigt u de grootte van de getallen op het scherm met golfhole-informatie (Grote cijfers,
pagina31).
Deel hartslag: Hiermee schakelt u het automatisch uitzenden van hartslaggegevens in wanneer u de activiteit
start (Hartslaggegevens verzenden, pagina84).
ClimbPro: Geeft tijdens het navigeren de schermen voor stijgingsplanning en -monitoring weer (ClimbPro
gebruiken, pagina42).
Clubmelding: Geeft een prompt weer zodat u kunt opgeven welke golfclub u na elke gedetecteerde slag hebt
gebruikt om uw clubstatistieken vast te leggen (Statistieken vastleggen, pagina29).
Aftellen starten: Hiermee wordt een afteltimer ingeschakeld voor zwemintervallen in het zwembad.
Gegevensschermen: Hiermee kunt u gegevensschermen aanpassen en nieuwe gegevensschermen toevoegen
voor de activiteit (Gegevensschermen aanpassen, pagina36).
Driver-afstand: Hiermee stelt u de gemiddelde afstand in die de bal aflegt tijdens uw drive bij het golfen.
Wijzig gewicht: Hiermee kunt u het gewicht toevoegen dat wordt gebruikt voor een trainingsset tijdens een
krachttraining of cardioactiviteit.
Stroboscoop: Hiermee stelt u de modus, knippersnelheid en kleur van de LED-zaklamp tijdens de activiteit in.
Golfafstand: Hiermee stelt u de maateenheid voor afstand in tijdens het golfen.
Activiteiten en apps 37
Windsnelh. v golf: Hiermee stelt u de maateenheid voor windsnelheid in tijdens het golfen.
Graderingssysteem: Hiermee stelt u het graderingssysteem in voor het beoordelen van de moeilijkheidsgraad
van de route voor een rotsklimactiviteit.
Handicapscore: Hiermee schakelt u handicapscores in tijdens het golfen. Met de optie Exact Handicap kunt
u het aantal slagen instellen dat wordt afgetrokken van uw totale score. Met de optie Index/Slope kunt u
uw handicap en de hellingsgraad van de baan invoeren, zodat de watch uw handicap voor de baan kan
berekenen. Wanneer u de scoringsoptie voor handicaps inschakelt, kunt u de waarde voor uw handicap
aanpassen.
Baannummer: Hiermee stelt u uw baannummer in voor hardlopen op de baan.
Ronde-toets: Hiermee schakelt u de LAP knop voor het vastleggen van een ronde of rusttijd tijdens een activiteit
in of uit.
Vergrendel toestel: Hiermee vergrendelt u het aanraakscherm en de knoppen tijdens een multisportactiviteit om
te voorkomen dat per ongeluk knoppen worden ingedrukt en over het aanraakscherm wordt geveegd.
Kaart: Hiermee stelt u de weergavevoorkeuren in voor het kaartgegevensscherm voor de activiteit (Instellingen
van activiteitkaart, pagina41).
Metronoom: Deze functie laat met een regelmatig ritme tonen horen zodat u uw prestaties kunt verbeteren door
te trainen in een snellere, tragere of vaste cadans. U kunt de slagen per minuut (bpm) instellen van de cadans
die u wilt behouden, de slagfrequentie en de geluidsinstellingen.
Modus volgen: Hiermee schakelt u het automatisch volgen van de stijg- of afdalingsmodus in of uit voor
off-piste skiën en snowboarden.
Obstakels registreren: Hiermee kan de watch obstakellocaties van uw eerste cyclus in de koers opslaan. Op
herhalingscycli van de koers gebruikt de watch de opgeslagen locaties om te schakelen tussen obstakel- en
hardloopintervallen (Een activiteit voor obstakelracen vastleggen, pagina16).
Straffen: Hiermee schakelt u penaltystroke tracking in tijdens het golfen (Statistieken vastleggen, pagina29).
PlaysLike: Hiermee schakelt u de afstandsfunctie "plays like" in tijdens het golfen, waarbij rekening wordt
gehouden met hoogteveranderingen op de baan door de aangepaste afstand tot de green weer te geven
(PlaysLike afstandspictogrammen, pagina31).
Grootte van bad: Hiermee kunt u de lengte van het bad instellen voor zwemmen in een zwembad.
Vermogen middelen: Bepaalt of de watch nulwaarden voor fietsvermogensgegevens meetelt, die optreden
wanneer de pedalen niet bewegen.
Energiemodus: Hiermee stelt u de standaard energiemodus voor de activiteit in.
Time-out spaarstand: Hiermee stelt u de time-outduur voor energiebesparing in die bepaalt hoe lang uw watch
in de trainingsmodus blijft, bijvoorbeeld wanneer u wacht tot een race begint. Met de optie Normaal schakelt
de watch over naar de energiezuinige modus na 5 minuten inactiviteit. Met de optie Verlengd schakelt de
watch over naar de energiezuinige modus na 25 minuten inactiviteit. De verlengde modus kan de batterijduur
tussen het opladen verkorten.
Neem activiteit op: Hiermee kunt u het vastleggen van FIT-bestanden voor golfactiviteiten inschakelen. FIT-
bestanden worden gebruikt om fitnessinformatie vast te leggen die is afgestemd op Garmin Connect.
Vastleggen na zonsondergang: Hiermee stelt u het toestel zodanig in dat er tijdens een expeditie spoorpunten
worden vastgelegd na zonsondergang.
Temperatuur registreren: Registreert de omgevingstemperatuur rond de watch tijdens bepaalde activiteiten.
Meet VO2 max.: Hiermee kunt u uw VO2 max. meten voor trail run- en ultra run-activiteiten.
Opslaginterval: Hiermee stelt u de frequentie in voor het vastleggen van spoorpunten tijdens een expeditie.
Standaard worden GPS-spoorpunten één keer per uur vastgelegd en worden ze niet vastgelegd na
zonsondergang. U verlengt de levensduur van de batterij door de spoorpunten minder vaak te registreren.
Wijzig naam: Hiermee stelt u de naam van de activiteit in.
Herhalingsteller: Hiermee schakelt u het tellen van herhalingen tijdens een workout in of uit. Met de optie Alleen
workouts telt u alleen herhalingen tijdens begeleide workouts.
Herhaal: Hiermee schakelt u de optie Herhaal voor multisportactiviteiten in. U kunt deze optie bijvoorbeeld
gebruiken voor activiteiten die meerdere overgangen bevatten, zoals een zwemloop.
Standaardinstellingen: Hiermee kunt u de activiteitinstellingen opnieuw definiëren.
38 Activiteiten en apps
Routegegevens: Hiermee kunt u het bijhouden van routestatistieken voor binnenklimactiviteiten inschakelen.
Routebepaling: Hiermee kunt u de voorkeuren voor het berekenen van routes voor de activiteit instellen (Route-
instellingen, pagina41).
Hardloopvermogen: Hiermee kunt u hardloopvermogensgegevens registreren en de instellingen aanpassen
(Instellingen voor hardloopvermogen, pagina93).
Satellieten: Hiermee stelt u het satellietsysteem in dat wordt gebruikt voor de activiteit (Satellietinstellingen,
pagina43).
Score: Hiermee schakelt u het automatisch bijhouden van de scores bij het begin van een ronde golf in of uit. De
optie Vraag altijd vraagt u of de score moet worden bijgehouden als u een ronde start.
Scoremethode: Hiermee stelt u de scoremethode in voor het afspelen van strokeplay of Stableford-scoring
tijdens het golfen.
Segmentwaarsch.: Hiermee schakelt u aanwijzingen in die u waarschuwen als u segmenten nadert (Segmenten,
pagina51).
Zelfbeoordeling: Bepaalt hoe vaak u uw waargenomen inspanning voor de activiteit evalueert (Een activiteit
evalueren, pagina15).
SpeedPro: Hiermee schakelt u geavanceerde snelheidsgegevens in voor windsurfactiviteiten.
Statistieken: Hiermee kunt u statistieken bijhouden tijdens het golfen (Statistieken vastleggen, pagina29).
Slagdetectie: Hiermee wordt de slagdetectie ingeschakeld voor het zwemmen in een zwembad.
Zwemloop Auto Sport Wijzigen: Hiermee kunt u automatisch overschakelen tussen het zwem- en
hardlooponderdeel van een zwemloopmultisportactiviteit.
Touchscreen: Hiermee schakelt u het aanraakscherm in of uit tijdens een activiteit.
Toernooimodus: Schakelt functies uit die niet mogen worden gebruikt tijdens officiële toernooien.
Overgangen: Hiermee schakelt u overgangen in voor multisportactiviteiten.
Eenheden: Hiermee stelt u de maateenheden voor de activiteit in.
Trilsignalen: Hiermee worden meldingen ingeschakeld die u waarschuwen om in of uit te ademen tijdens
activiteiten voor ademhaling.
Virtuele caddie: Hiermee kunt u automatische of handmatige club-aanbevelingen van de virtuele caddie
selecteren. Wordt weergegeven nadat u vijf ronden golf hebt gespeeld, uw clubs hebt gevolgd en uw
scorekaarten hebt geüpload naar de Garmin Golf app.
Workoutvideo's: Hiermee kunt u workouts met animatie en instructies gebruiken voor een kracht-, cardio-, yoga-
of Pilates-activiteit. Animaties zijn beschikbaar voor vooraf geïnstalleerde workouts en workouts die zijn
gedownload vanuit uw Garmin Connect account.
Activiteiten en apps 39
Activiteitswaarschuwingen
U kunt waarschuwingen instellen voor elke activiteit om u te helpen specifieke doelen te bereiken, uw
omgevingsbewustzijn te vergroten of naar uw bestemming te navigeren. Sommige waarschuwingen zijn
alleen beschikbaar voor specifieke activiteiten. Er zijn drie typen waarschuwingen: Gebeurteniswaarschuwingen,
bereikwaarschuwingen en terugkerende waarschuwingen.
Gebeurteniswaarschuwing: Een gebeurteniswaarschuwing geeft u één keer een melding. De gebeurtenis is een
specifieke waarde. U kunt de watch bijvoorbeeld instellen om u te waarschuwen wanneer u een bepaald
aantal calorieën verbrandt.
Bereikwaarschuwing: Een bereikwaarschuwing wordt telkens afgegeven wanneer de watch een waarde meet
die boven of onder een opgegeven waardenbereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat de watch u
waarschuwt als uw hartslag lager is dan 60bpm (slagen per minuut) of hoger dan 210bpm.
Terugkerende waarschuwing: Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens wanneer de watch
een opgegeven waarde of interval registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat de watch u elke 30 minuten
waarschuwt.
Waarschuwings
naam Waarschuwingstype Beschrijving
Cadans Bereik U kunt minimale en maximale cadanswaarden instellen.
Calorieën Gebeurtenis, terugke
rend U kunt het aantal calorieën instellen.
Aangepast Gebeurtenis, terugke
rend
U kunt een bestaand bericht selecteren of een aangepast
bericht maken en een waarschuwingstype selecteren.
Afstand Gebeurtenis, terugke
rend U kunt een afstandsinterval instellen.
Hoogte Bereik U kunt minimale en maximale hoogtewaarden instellen.
Hartslag Bereik
U kunt minimale en maximale waarden voor de hartslag
instellen of zonewijzigingen selecteren. Zie Hartslagzones,
pagina109 en Berekeningen van hartslagzones, pagina110.
Tempo Bereik U kunt minimale en maximale tempowaarden instellen.
Tempo Terugkerend U kunt een doeltempo voor zwemmen instellen.
Aan/uit Bereik U kunt het hoge of lage vermogensniveau instellen.
Gevarenzone Gebeurtenis U kunt een straal instellen vanaf een opgeslagen locatie.
Ren/Loop Terugkerend U kunt regelmatige looppauzes inlassen.
Snelheid Bereik U kunt minimale en maximale snelheidswaarden instellen.
Slagsnelheid Bereik U kunt een hoog of laag aantal slagen per minuut instellen.
Tijd Gebeurtenis, terugke
rend U kunt een tijdsinterval instellen.
Tracktimer Terugkerend U kunt een baantijdsinterval in seconden instellen.
40 Activiteiten en apps
Een waarschuwing instellen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Selecteer Waarschuwingen.
6Selecteer een optie:
Selecteer Voeg nieuw toe om een nieuwe waarschuwing toe te voegen voor de activiteit.
Selecteer de naam van de waarschuwing om een bestaande waarschuwing te wijzigen.
7Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing.
8Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden in of voer een aangepaste waarde in voor de
waarschuwing.
9Schakel indien nodig de waarschuwing in.
Bij gebeurteniswaarschuwingen en terugkerende waarschuwingen wordt er een bericht weergegeven telkens als
de waarschuwingswaarde bereikt is. Bij bereikwaarschuwingen wordt er een bericht weergegeven telkens als u
boven of onder het opgegeven bereik komt (minimum- en maximumwaarden).
Instellingen van activiteitkaart
U kunt voor elke activiteit de weergave van het kaartgegevensscherm aanpassen.
Houd MENU ingedrukt, selecteer Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een activiteit, de
activiteitinstellingen en selecteer Kaart.
Configureer kaarten: Hiermee worden gegevens uit geïnstalleerde kaartproducten weergegeven of verborgen.
Kaartthema: Stelt de kaart zo in dat de weergegeven gegevens zijn geoptimaliseerd voor uw activiteittype. De
optie Systeem gebruikt de voorkeuren uit de systeemkaartinstellingen (Kaartthema's, pagina100).
Gebruik syst.inst.: Hiermee kan de watch de voorkeuren van de kaartsysteeminstellingen gebruiken
(Kaartinstellingen, pagina98). Als deze instelling is uitgeschakeld, kunt u de kaartinstellingen voor de
activiteit aanpassen.
Thema herstellen: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor kaartthema's of thema's die van de watch zijn
verwijderd, herstellen.
Route-instellingen
U kunt de route-instellingen wijzigen om de routeberekening voor elke activiteit aan te passen.
OPMERKING: Niet alle instellingen zijn beschikbaar voor alle activiteittypen.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een activiteit, de
activiteitinstellingen en selecteer Routebepaling.
Activiteit: Stelt een activiteit voor routebepaling in. De watch berekent routes die zijn geoptimaliseerd voor het
huidige type activiteit.
Trendline™ pop. routing.: Berekent routes op basis van de populairste hardloopsessies en ritten van Garmin
Connect.
Koersen: Hiermee stelt u in hoe u met de watch koersen volgt. Gebruik de optie Volg koers om zonder
herberekening een koers precies zo te volgen als deze wordt weergegeven. Met de optie Kaart gebruiken kunt
u aan de hand van kaarten een koers volgen en de route opnieuw berekenen als u hiervan bent afgeweken.
Berekeningswijze: Hiermee stelt u de berekeningswijze in op het minimaliseren van tijd, afstand of stijging in
routes.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke typen wegen of transportmiddelen in routes moeten worden vermeden.
Type: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer in die wordt weergegeven tijdens directe routebepaling.
Activiteiten en apps 41
ClimbPro gebruiken
Met de ClimbPro functie kunt u uw inspanningen voor de komende beklimmingen tijdens een koers beheren. U
kunt de gegevens van beklimmingen, zoals helling, afstand en hoogtewinst, vooraf of in real-time bekijken terwijl
u een koers volgt. Klimcategorieën tijdens het fietsen worden, op basis van lengte en helling, aangegeven met
kleur.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer een activiteit.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Seleceer ClimbPro > Status > Tijdens navigatie.
6Selecteer een optie:
Selecteer Gegevensveld om het gegevensveld aan te passen dat op het ClimbPro scherm verschijnt.
Selecteer Waarschuwing om waarschuwingen in te stellen aan het begin van een beklimming of op een
bepaalde afstand van de beklimming.
Selecteer Afdalingen om afdalingen in of uit te schakelen voor hardloopactiviteiten.
Selecteer Klimdetectie om de typen klimacties te kiezen die tijdens fietsactiviteiten worden gedetecteerd.
7Bekijk de beklimmingen en koersgegevens (Koersgegevens weergeven of bewerken, pagina120).
8Een opgeslagen koers volgen (Navigeren naar een bestemming, pagina116).
Automatisch klimmen inschakelen
U kunt de functie Automatisch klimmen gebruiken om automatisch hoogteverschillen te detecteren. U kunt deze
functie gebruiken tijdens activiteiten zoals klimmen, hiken, hardlopen of fietsen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Selecteer Automatisch klimmen > Status.
6Selecteer Altijd of Indien geen navigatie.
7Selecteer een optie:
Selecteer Hardloopscherm om te zien welk gegevensscherm wordt weergegeven tijdens hardlopen.
Selecteer Klimscherm om te zien welk gegevensscherm wordt weergegeven tijdens klimmen.
Selecteer Keer kleuren om om de schermkleuren om te keren bij wijziging van de modus.
Selecteer Verticale snelheid om de stijgsnelheid over tijd in te stellen.
Selecteer Modusschakelaar om in te stellen hoe snel het toestel van modus wisselt.
OPMERKING: Met de optie Huidig scherm kunt u automatisch overschakelen naar het laatste scherm dat u
hebt bekeken voordat de overgang naar automatisch klimmen plaatsvond.
42 Activiteiten en apps
Satellietinstellingen
U kunt de satellietinstellingen wijzigen om de satellietsystemen aan te passen die voor elke activiteit worden
gebruikt. Ga voor meer informatie over satellietsystemen naar garmin.com/aboutGPS.
Houd MENU ingedrukt, selecteer Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een activiteit, de
activiteitsinstellingen en Satellieten.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
Uit: Hiermee schakelt u de satellietsystemen voor de activiteit uit.
Gebruik standaard: Hiermee kan de watch de standaard systeeminstelling voor satellieten (Systeeminstellingen,
pagina123).
Alleen GPS: Hiermee activeert u het GPS-satellietsysteem.
Alle systemen: Hiermee activeert u meerdere satellietsystemen. Als u meerdere satellietsystemen tegelijkertijd
gebruikt, krijgt u betere prestaties in moeilijke omgevingen en kunt u sneller uw positie bepalen dan met
alleen GPS. Als u meerdere systemen gebruikt, kan de levensduur van de batterij sneller afnemen dan alleen
met GPS.
Alle + Multi-Band: Hiermee activeert u meerdere satellietsystemen op meerdere frequentiebanden. Multi-
bandsystemen maken gebruik van meerdere frequentiebanden en geven consistentere spoorlogs, verbeterde
positionering, minder multi-padfouten en minder atmosferische fouten bij gebruik van de watch in moeilijke
omgevingen.
OPMERKING: Niet beschikbaar voor alle watchmodellen.
Automatisch selecteren: Hiermee kan de watch SatIQ technologie gebruiken om dynamisch het beste multi-
bandsysteem te selecteren op basis van uw omgeving. De instelling Automatisch selecteren biedt de beste
nauwkeurigheid van de positionering, terwijl de levensduur van de batterij nog steeds voorop staat.
OPMERKING: Niet beschikbaar voor alle watchmodellen.
UltraTrac: Legt spoorpunten en sensorgegevens minder vaak vast. Door de UltraTrac functie in te schakelen,
wordt de batterijduur verlengd, maar neemt de kwaliteit van de vastgelegde activiteiten af. U kunt de
UltraTrac functie gebruiken voor activiteiten die een langere levensduur van de batterij vereisen en waarvoor
regelmatige updates van de sensorgegevens minder belangrijk zijn.
Training
Uniforme trainingsstatus
Wanneer u meer dan één Garmin toestel gebruikt met uw Garmin Connect account, kunt u kiezen welk toestel
de primaire gegevensbron is voor dagelijks gebruik en voor trainingsdoeleinden.
Selecteer Instellingen in het menu van de Garmin Connect app.
Primair trainingstoestel: Hiermee stelt u de belangrijkste gegevensbron in voor trainingsstatistieken, zoals uw
trainingsstatus en focus op belasting.
Primaire wearable: Hiermee wordt de belangrijkste gegevensbron ingesteld voor dagelijkse
gezondheidsgegevens, zoals stappen en slaap. Dit is de watch die u het vaakst draagt.
TIP: Voor de nauwkeurigste resultaten raadt Garmin u aan om regelmatig te synchroniseren met uw Garmin
Connect account.
Training 43
Activiteiten en prestatiemetingen synchroniseren
U kunt activiteiten en prestatiemetingen van andere Garmin toestellen naar uw quatix watch synchroniseren met
behulp van uw Garmin Connect account. Zo kan uw watch de status van uw trainingen en fitnessactiviteiten
nauwkeuriger weergeven. U kunt bijvoorbeeld een rit met een Edge® fietscomputer vastleggen en uw
activiteitgegevens en algemene trainingsbelasting op uw quatix watch bekijken.
Synchroniseer uw quatix watch en andere Garmin toestellen met uw Garmin Connect account.
TIP: U kunt een primair trainingstoestel en een primaire wearable instellen in de Garmin Connect app
(Uniforme trainingsstatus, pagina43).
Recente activiteiten en prestatiemetingen vanaf uw andere Garmin toestellen worden op uw quatix watch
weergegeven.
Training voor een wedstrijdevenement
Uw watch kan dagelijkse workouts voorstellen om u te helpen trainen voor een hardloop- of fietsevenement, als
u een geschat VO2 max. hebt (Over VO2 max. indicaties, pagina62).
1Ga op uw smartphone of computer naar uw Garmin Connect agenda.
2Selecteer de dag van het evenement en voeg het race-evenement toe.
U kunt naar een evenement in uw omgeving zoeken of uw eigen evenement maken.
3Voeg details over het evenement toe, en voeg de baan toe als dat beschikbaar is.
4Synchroniseer uw watch met uw Garmin Connect account.
5Blader op uw watch naar de primaire evenement-glance. U ziet dat er wordt afgeteld naar uw volgende
race-evenement.
6Druk op de wijzerplaat op START en selecteer een hardloop- of fietsactiviteit.
OPMERKING: Als u ten minste 1 hardloopsessie buiten met hartslaggegevens of 1 rit met hartslag- en
vermogensgegevens hebt voltooid, worden er dagelijkse aanbevolen workouts op uw watch weergegeven.
Racekalender en Primaire race
Wanneer u een race-evenement aan uw Garmin Connect kalender toevoegt, kunt u de gebeurtenis op uw watch
bekijken door de primaire race-glance toe te voegen (Korte blik, pagina56). De datum van het evenement moet
in de komende 365 dagen liggen. De watch toont een aftelling naar het evenement, uw doeltijd of uw voorspelde
eindtijd (alleen hardloopevenementen), en weersinformatie.
OPMERKING: Historische weerinformatie voor de locatie en datum is direct beschikbaar. Gegevens over de
plaatselijke weersverwachting verschijnen ongeveer 14 dagen voor het evenement.
Als u meer dan één race-evenement toevoegt, wordt u gevraagd een primair evenement te kiezen.
Afhankelijk van de beschikbare koersgegevens voor uw evenement kunt u hoogtegegevens en de baankaart
bekijken en een PacePro plan (PacePro training, pagina48) toevoegen.
Workouts
U kunt aangepaste workouts maken met doelen voor elke workoutstap en voor verschillende afstanden, tijden
en calorieën. Tijdens uw activiteit kunt u workoutspecifieke gegevensschermen bekijken die informatie over
workoutstappen bevatten, zoals de afstand van de workoutstap of het gemiddelde staptempo.
U kunt workouts maken en meer workouts zoeken met Garmin Connect of een trainingsplan selecteren met
ingebouwde workouts en deze overzetten naar uw watch.
U kunt workouts plannen met behulp van Garmin Connect. U kunt workouts van tevoren plannen en ze opslaan
in uw watch.
44 Training
Een workout beginnen
Uw toestel kan u door de diverse stappen van een workout leiden.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt en selecteer Training.
4Selecteer een optie:
Als u een intervalworkout of een workout met een trainingsdoel wilt starten, selecteert u Snelle workout
(Een intervalworkout starten, pagina46, Een trainingsdoel instellen, pagina47).
Als u een vooraf geladen of opgeslagen workout wilt starten, selecteert u Workoutbibliotheek (Een
workout vanuit Garmin Connect volgen, pagina45).
Als u een geplande workout wilt starten vanuit uw Garmin Connect trainingsagenda, selecteert u Trainings
agenda (De trainingsagenda, pagina48).
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle activiteittypen.
5Selecteer een workout.
OPMERKING: Alleen workouts die compatibel zijn met de geselecteerde activiteit worden in de lijst
weergegeven.
6Selecteer indien nodig Start workout.
7Druk op START om de activiteitentimer te starten.
Nadat een workout is gestart, geeft het toestel de verschillende onderdelen van de workout, stapnotities
(optioneel), het doel (optioneel) en de huidige workoutgegevens weer. Er wordt een animatie weergegeven voor
kracht-, yoga-, cardio- of pilatesactiviteiten.
Uitvoeringsscore workout
Nadat u een workout hebt voltooid, geeft de watch uw score voor de uitvoering van de workout weer op basis
van hoe nauwkeurig u de workout hebt voltooid. Als uw workout van 60 minuten bijvoorbeeld een streeftempo
heeft en u 50 minuten in dat bereik blijft, is uw score voor de uitvoering van uw workout 83%.
Goed, 67 tot 100%
Gemiddeld, 34 tot 66%
Laag, 0 tot 33%
Een workout vanuit Garmin Connect volgen
Voordat u een workout kunt downloaden van Garmin Connect, moet u beschikken over een Garmin Connect
account (Garmin Connect, pagina106).
1Selecteer een optie:
Open de Garmin Connect app.
Ga naar connect.garmin.com.
2Selecteer Training & planning > Workouts.
3Zoek een workout of maak een nieuwe workout en sla deze op.
4Selecteer of Verzend naar toestel.
5Volg de instructies op het scherm.
Training 45
Een dagelijkse voorgestelde workout volgen
Voordat de watch een dagelijkse hardloopsessie of fietsworkout kan voorstellen, moet u over een geschatte
VO2 max. beschikken voor die activiteit (Over VO2 max. indicaties, pagina62).
1Druk op START op de watch face.
2Selecteer Hardlopen of Fietsen.
De dagelijkse voorgestelde workout wordt weergegeven.
3Druk op START en selecteer een optie:
Als u de workout wilt gaan doen, selecteert u Start workout.
Selecteer Negeer om de workout weg te gooien.
Selecteer Stappen om een voorbeeld van de workoutstappen weer te geven.
Als u workoutsuggesties voor de komende week wilt bekijken, selecteert u Meer suggesties.
Als u de workoutinstellingen wilt bekijken, zoals Type doel, selecteert u Instellingen.
De aanbevolen workout wordt automatisch bijgewerkt naar wijzigingen in trainingsgewoonten, hersteltijd en
VO2 max.
Een intervalworkout starten
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Snelle workout > Intervallen.
5Selecteer een optie:
Selecteer Open herhalingen om uw intervallen en rustperioden handmatig te markeren door op LAP te
drukken.
Selecteer Gestructureerde herhalingen > Start workout om een intervalworkout te gebruiken op basis van
afstand of tijd.
6Selecteer indien nodig Ja om een warming-up toe te voegen voor de workout.
7Druk op START om de activiteitentimer te starten.
8Als uw intervalworkout een warming-up heeft, drukt u op LAP om aan het eerste interval te beginnen.
9Volg de instructies op het scherm.
10 U kunt op elk moment op LAP drukken om het huidige interval of de rustperiode te stoppen en naar het
volgende interval of de rustperiode te gaan (optioneel).
Wanneer u alle intervallen hebt voltooid, wordt een bericht weergegeven.
Een intervalworkout aanpassen
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Snelle workout > Intervallen > Gestructureerde herhalingen > Wijzigen.
5Selecteer een of meer opties:
Als u de intervalduur en het type wilt instellen, selecteert u Interval.
Als u de rustduur en het type wilt instellen, selecteert u Rust.
Selecteer Herhaal om het aantal herhalingen in te stellen.
Selecteer Warm-up > Aan om een warming-up met een open einde toe te voegen aan uw workout.
Selecteer Cooldown > Aan om een coolingdown met een open einde toe te voegen aan uw workout.
6Druk op BACK.
De watch slaat uw aangepaste intervalworkouts op totdat u de workout opnieuw bewerkt.
46 Training
Een kritische zwemsnelheidstest vastleggen
De waarde voor uw kritieke zwemsnelheid (CSS) is het resultaat van een test op basis van tijdtraining, uitgedrukt
als een tempo per 100 meter. Uw CSS is de theoretische snelheid die u zonder uitputting continu kunt
aanhouden. U kunt uw CSS gebruiken om uw trainingstempo te bepalen en uw verbetering bij te houden.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Zwembad.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Workoutbibliotheek > Kritische zwemsnelh. > Kritische zwem-snelh.test doen.
5Druk op DOWN om een voorbeeld van de workoutstappen weer te geven (optioneel).
6Selecteer START.
7Druk op START om de activiteitentimer te starten.
8Volg de instructies op het scherm.
Virtual Partner® gebruiken
Uw Virtual Partner is een trainingshulpmiddel dat u helpt bij het bereiken van uw trainingsdoelen. U kunt een
tempo voor uw Virtual Partner instellen en daartegen racen.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer een activiteit.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuw toe > Virtual Partner.
6Voer een waarde in voor de snelheid of het tempo.
7Druk op UP of DOWN om de locatie van het Virtual Partner scherm te wijzigen (optioneel).
8Begin uw activiteit (Een activiteit starten, pagina14).
9Druk op UP of DOWN om naar het Virtual Partner scherm te bladeren en te zien wie er aan kop ligt.
Een trainingsdoel instellen
De trainingsdoelfunctie werkt samen met de Virtual Partner functie , zodat u een trainingsdoel kunt instellen
voor afstand, afstand en tijd, afstand en tempo of afstand en snelheid. Tijdens uw trainingsactiviteit geeft de
watch u real-time feedback over uw vorderingen op weg naar het bereiken van uw trainingsdoel.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training.
5Selecteer een optie:
Selecteer Stel een doel in.
Selecteer Snelle workout.
OPMERKING: Niet alle opties zijn beschikbaar voor alle activiteittypen.
6Selecteer een optie:
Selecteer Alleen afstand om een vooraf ingestelde afstand te selecteren of voer een aangepaste afstand
in.
Selecteer Afstand en tijd om een afstands- en tijdsdoel te selecteren.
Selecteer Afstand en tempo of Afstand en snelheid om uw afstands- en tempodoel of uw afstands- en
snelheidsdoel in te stellen.
Het trainingsdoelscherm wordt weergegeven met daarop uw geschatte finishtijd.
7Druk op START om de activiteitentimer te starten.
TIP: U kunt MENU ingedrukt houden en Annuleer doel selecteren om het trainingsdoel te annuleren.
Training 47
Racen tegen een eerder voltooide activiteit
U kunt racen tegen een eerder vastgelegde of gedownloade activiteit. Deze functie werkt samen met de Virtual
Partner functie, zodat u tijdens de activiteit kunt zien hoe ver u voor of achter ligt.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Race tegen uzelf.
5Selecteer een optie:
Selecteer Uit geschiedenis om een eerder op uw toestel geregistreerde activiteit te selecteren.
Selecteer Gedownload om een activiteit te selecteren die u via uw Garmin Connect account hebt
gedownload.
6Selecteer de activiteit.
Het Virtual Partner scherm wordt weergegeven met daarop uw geschatte finishtijd.
7Druk op START om de activiteitentimer te starten.
8Nadat u uw activiteit hebt voltooid, drukt u op STOP en selecteert u Sla op.
De trainingsagenda
De trainingsagenda op uw watch is een uitbreiding van de trainingsagenda of het trainingsschema dat u hebt
ingesteld in uw Garmin Connect account. Nadat u workouts hebt toegevoegd aan de Garmin Connect agenda
kunt u ze naar uw toestel verzenden. Alle geplande workouts die naar het toestel worden verzonden, worden
weergegeven in het agenda-overzicht. Wanneer u een dag selecteert in de agenda, kunt u de workout weergeven
of uitvoeren. De geplande workout blijft aanwezig op uw watch, ongeacht of u deze voltooit of overslaat. Als u
geplande workouts verzendt vanaf Garmin Connect, wordt de bestaande trainingsagenda overschreven.
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken
Voordat u een trainingsplan kunt downloaden en gebruiken, moet u beschikken over een Garmin Connect-
account (Garmin Connect, pagina106) en moet u de quatix met een compatibele telefoon koppelen.
1Selecteer in de Garmin Connect app de optie of .
2Selecteer Training & planning > Trainingsplannen.
3Selecteer en plan een trainingsplan.
4Volg de instructies op het scherm.
5Bekijk het trainingsplan in uw agenda.
Aangepaste trainingsplannen
Uw Garmin Connect account bevat een aangepast trainingsplan en Garmin coach die bij uw trainingsdoelen
passen. U kunt bijvoorbeeld een paar vragen beantwoorden en een plan vinden om u te helpen een 5 km race te
voltooien. Het plan past zich aan uw huidige fitnessniveau, coachings- en planningsvoorkeuren en de racedatum
aan. Wanneer u een plan start, wordt de glance Garmin coaching toegevoegd aan de lijst met glances op uw
quatix watch.
PacePro training
Veel hardlopers dragen graag een tempoband tijdens een race om hun racedoel te bereiken. Met de PacePro
functie kunt u een aangepaste tempoband maken op basis van afstand, tempo of afstand en tijd. U kunt
ook een tempoband maken voor een bekende koers om uw tempo-inspanning te optimaliseren op basis van
hoogteveranderingen.
U kunt een PacePro plan maken met de Garmin Connect app. U kunt een voorbeeld van de tussentijden en de
hoogtegrafiek bekijken voordat u de koers loopt.
48 Training
Een PacePro plan downloaden van Garmin Connect
Voordat u een PacePro plan kunt downloaden van Garmin Connect, moet u een Garmin Connect account
hebben (Garmin Connect, pagina106).
1Selecteer een optie:
Open de Garmin Connect app en selecteer of .
Ga naar connect.garmin.com.
2Selecteer Training & planning > PacePro tempostrategieën.
3Volg de aanwijzingen op het scherm om een PacePro plan te maken en op te slaan.
4Selecteer of Verzend naar toestel.
Een PacePro plan maken op uw smartwatch
Voordat u een PacePro plan op uw watch kunt maken, moet u een koers maken (Een koers maken op Garmin
Connect, pagina119).
1Druk op START op de watch face.
2Selecteer een hardloopactiviteit voor buiten.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigatie > Koersen.
5Selecteer een koers.
6Selecteer PacePro > Maak nieuw.
7Selecteer een optie:
Selecteer Doeltempo en voer uw doeltempo in.
Selecteer Doeltijd en voer uw doeltijd in.
De watch geeft uw aangepaste tempoband weer.
8Selecteer START.
9Selecteer een optie:
Selecteer Accepteer plan om het plan te starten.
Selecteer Toon splits om een voorbeeld van de splitsingen weer te geven.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de koers weer te geven.
Selecteer Kaart om de koers op de kaart weer te geven.
Selecteer Verwijder om het plan te verwijderen.
Training 49
Een PacePro plan starten
Voordat u een PacePro plan kunt beginnen, moet u een workout downloaden van uw Garmin Connect account.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een hardloopactiviteit voor buiten.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > PacePro plannen.
5Selecteer een plan.
6Selecteer START.
TIP: U kunt de splitsingen, het hoogteprofiel en de kaart bekijken voordat u het PacePro plan accepteert.
7Selecteer Accepteer plan om het plan te starten.
8Selecteer indien nodig Ja om koersnavigatie in te schakelen.
9Druk op START om de activiteitentimer te starten.
Tussentijds doeltempo
Huidig tussentijds tempo
Voortgang van de tussentijd voltooid
Resterende afstand in de tussentijd
Totale tijd voor of achter uw doeltijd
TIP: U kunt MENU ingedrukt houden en PacePro stoppen > Ja selecteren om het PacePro plan te stoppen.
De activiteitentimer blijft actief.
50 Training
Power Guide
U kunt een energiestrategie ontwikkelen en gebruiken om uw inspanningen op een koers te plannen. Uw quatix
toestel gebruikt uw FTP, de koershoogte en de verwachte tijd die u nodig hebt om de koers te voltooien om een
aangepaste power guide te maken.
Een van de belangrijkste stappen bij het plannen van een succesvolle power guide strategie is het kiezen van uw
inspanningsniveau. Door meer inspanning te leveren tijdens de koers wordt de energie-aanbeveling verhoogd, bij
minder inspanning wordt deze verlaagd (Een power guide maken en gebruiken, pagina51). Het primaire doel
van een power guide is om u te helpen de koers te voltooien op basis van wat bekend is over uw vermogen, en
niet om een specifieke doeltijd te bereiken. U kunt het inspanningsniveauniveau tijdens uw rit aanpassen.
Power guides zijn altijd gekoppeld aan een koers en kunnen niet worden gebruikt met workouts of segmenten. U
kunt uw strategie bekijken en bewerken in de Garmin Connect app en synchroniseren met compatibele Garmin
toestellen. Voor deze functie is een vermogensmeter vereist, die aan uw toestel moet worden gekoppeld (De
draadloze sensoren koppelen, pagina91).
Een power guide maken en gebruiken
Voordat u een power guide kunt maken, moet u een vermogensmeter koppelen met uw watch (De draadloze
sensoren koppelen, pagina91). U moet ook een koers op uw watch laden (Een koers maken op Garmin Connect,
pagina119).
U kunt ook een power guide maken in de Garmin Connect app.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een fietsactiviteit voor buiten.
3Houd het MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Power Guide > Maak nieuw.
5Selecteer een koers (Koersen, pagina118).
6Selecteer een rijpositie.
7Selecteer een gewicht van uitrusting.
8Druk op START en selecteer Plan gebruiken.
TIP: U kunt een voorbeeld weergeven van de kaart, hoogtegrafiek, inspanning, instellingen en tussentijden. U
kunt ook de inspanning, het terrein, de rijpositie en het gewicht van de uitrusting aanpassen voordat u gaat
rijden.
Segmenten
U kunt hardloop- of fietssegmenten vanuit uw Garmin Connect account naar uw toestel verzenden. Nadat een
segment is opgeslagen op uw toestel, kunt u een segment racen en proberen om uw persoonlijke record of
andere deelnemers die het segment hebben gereden te evenaren of te overtreffen.
OPMERKING: Als u een route downloadt via uw Garmin Connect account, kunt u alle beschikbare segmenten op
die route downloaden.
Strava segmenten
U kunt Strava segmenten downloaden op uw quatix toestel. Volg Strava segmenten om uw prestaties te
vergelijken met uw prestaties in vorige ritten en die van vrienden en profs die hetzelfde segment hebben
gereden.
Als u zich wilt aanmelden voor een Strava lidmaatschap, gaat u naar de widget Segmenten in uw Garmin
Connect account. Ga voor meer informatie naar www.strava.com.
De informatie in deze handleiding is van toepassing op zowel Garmin Connect segmenten als Strava
segmenten.
Training 51
Segmentgegevens weergeven
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Segmenten.
5Selecteer een segment.
6Selecteer een optie:
Selecteer Wedstrijdtijden om de tijd en de gemiddelde snelheid of het gemiddelde tempo van de
segmentleider weer te geven.
Selecteer Kaart om het segment op de kaart weer te geven.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van het segment weer te geven.
Tegen een segment racen
Segmenten zijn virtuele parcoursen. U kunt racen tegen een segment en uw prestaties vergelijken met uw
eerdere prestaties, of met die van andere deelnemers, connecties in uw Garmin Connect account of andere
leden van de hardloop- of fietscommunity. U kunt uw activiteitgegevens uploaden naar uw Garmin Connect om
uw segmentpositie te bekijken.
OPMERKING: Als uw Garmin Connect account en Strava account zijn gekoppeld, wordt uw activiteit
automatisch verzonden naar uw Strava account, zodat u uw segmentpositie kunt bekijken.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Ga een stuk hardlopen of fietsen.
Als u een segment nadert, wordt een bericht weergegeven en kunt u tegen het segment racen.
4Start met racen tegen het segment.
Als het segment is voltooid, wordt een bericht weergegeven.
Een segment instellen op automatisch aanpassen
U kunt uw toestel instellen om de voorspelde racetijden van een segment automatisch aan te passen op basis
van uw prestatiemeting tijdens het segment.
OPMERKING: Deze instelling is standaard ingeschakeld voor alle segmenten.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Segmenten > Automatische inspanning.
Geschiedenis
Tot de geschiedenisgegevens behoren tijd, afstand, calorieën, gemiddeld tempo of gemiddelde snelheid,
rondegegevens en optionele sensorgegevens.
OPMERKING: Als het geheugen van toestel vol is, worden de oudste gegevens overschreven.
52 Geschiedenis
Werken met de geschiedenis
De geschiedenis bevat eerdere activiteiten die u op de watch hebt opgeslagen.
De watch heeft een geschiedenisglance voor snelle toegang tot uw activiteitgegevens (Korte blik, pagina56).
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Activiteiten.
3Selecteer een activiteit.
4Selecteer START.
5Selecteer een optie:
Selecteer Alle statistieken om extra informatie over de activiteit weer te geven.
Selecteer Training Effect (Training Effect, pagina73) om het effect van de activiteit op uw aerobe en
anaerobe fitness weer te geven.
Selecteer Hartslag om uw tijd in elke hartslagzone weer te geven.
Selecteer Ronden om een ronde te selecteren en extra informatie weer te geven over elke ronde.
Selecteer Runs om een ski- of snowboardafdaling te selecteren en aanvullende informatie over elke
afdaling weer te geven.
Selecteer Sets om een oefeningenset te selecteren en extra informatie weer te geven over elke set.
Selecteer Kaart om de activiteit op de kaart weer te geven.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de activiteit weer te geven.
Selecteer Wis om de geselecteerde activiteit te verwijderen.
Multisportgeschiedenis
Op uw toestel worden de algehele gegevens van uw multisportactiviteiten opgeslagen, inclusief totale afstand,
tijd, calorieën en optionele aanvullende gegevens. Op uw toestel worden ook per sportsegment en overgang de
activiteitgegevens gescheiden, zodat u soortgelijke trainingsactiviteiten kunt vergelijken en kunt zien hoe snel u
de overgangen doorloopt. De overgangsgeschiedenis omvat afstand, tijd, gemiddelde snelheid en calorieën.
Persoonlijke records
Bij het voltooien van een activiteit worden op de watch eventuele nieuwe persoonlijke records weergegeven die
u tijdens deze activiteit hebt gevestigd. Persoonlijke records zijn onder meer uw snelste tijd over verschillende
normale raceafstanden, het hoogste activiteitsgewicht voor grote bewegingen en uw langste loop-, fiets-, of
zwemprestatie.
OPMERKING: Tot de persoonlijke records bij fietsen behoren ook grootste stijging en beste vermogen
(vermogensmeter vereist).
Uw persoonlijke records weergeven
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Records.
3Selecteer een sport.
4Selecteer een record.
5Selecteer Bekijk record.
Geschiedenis 53
Een persoonlijk record herstellen
U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Records.
3Selecteer een sport.
4Selecteer een record om te herstellen.
5Selecteer Vorige > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze manier niet gewist.
Persoonlijke records verwijderen
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Records.
3Selecteer een sport.
4Selecteer een optie:
Als u één record wilt verwijderen, selecteert u een record en selecteert u Wis record > Ja.
Als u alle records voor de sport wilt verwijderen, selecteert u Wis alle records > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze manier niet gewist.
Gegevenstotalen weergeven
U kunt gegevens over de totaal afgelegde afstand en totaal verstreken tijd weergeven die zijn opgeslagen op uw
watch.
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Totalen.
3Selecteer een activiteit.
4Selecteer een optie om uw wekelijkse of maandelijkse totalen weer te geven.
De afstandteller gebruiker
De afstandteller houdt automatisch de in totaal afgelegde afstand, het bereikte hoogteverschil en de tijd bij
tijdens activiteiten.
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Totalen > Kilometerteller.
3Druk op UP of DOWN om de totalen van de afstandteller weer te geven.
Geschiedenis verwijderen
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Geschiedenis > Opties.
3Selecteer een optie:
Selecteer Wis alle activiteiten om alle activiteiten uit de geschiedenis te verwijderen.
Selecteer Herstel totalen om alle totalen voor afstand en tijd te herstellen.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze manier niet gewist.
Lay-out
U kunt de weergave van de wijzerplaat en de snelle toegang tot functies aanpassen in het overzicht en het
bedieningsmenu.
54 Lay-out
Wijzerplaatinstellingen
U kunt de vormgeving van de wijzerplaat aanpassen door de lay-out, kleuren en extra gegevens te selecteren. U
kunt ook aangepaste wijzerplaten downloaden via de Connect IQ store.
De watch face aanpassen
U moet eerst een Connect IQ watch face uit de Connect IQ store installeren, voordat u deze kunt activeren
(Connect IQ functies, pagina107).
U kunt de informatie van de watch face en de vormgeving aanpassen of een geïnstalleerde Connect IQ watch
face activeren.
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Wijzerplaat.
3Druk op UP of DOWN om de opties voor de watch face in de voorbeeldweergave te bekijken.
4Selecteer Voeg nieuw toe om een aangepaste digitale of analoge wijzerplaat te maken.
5Selecteer START.
6Selecteer een optie:
Selecteer Toepassen om de watch face te activeren.
Selecteer Wijzerplaat om de stijl van de cijfers voor de analoge watch face te wijzigen.
Selecteer Wijzers om de stijl van de wijzers voor de analoge watch face te wijzigen.
Selecteer Indeling om de stijl van de cijfers van de digitale watch face te wijzigen.
Selecteer Seconden om de stijl van de seconden voor de digitale watch face te wijzigen.
Selecteer Gegevens om andere gegevens op de watch face weer te geven.
Selecteer Accentkleur om een accentkleur voor de watch face toe te voegen of te wijzigen.
Selecteer Gegevenskleur om de kleur van de gegevens op de wijzerplaat te wijzigen.
Om de achtergrondkleur te wijzigen, selecteert u Achtergrondkleur.
Als u de wijzerplaat wilt verwijderen, selecteert u Wis.
Lay-out 55
Korte blik
Uw watch wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde glances die u snel informatie geven (De glancelijst
weergeven, pagina59). Voor sommige glances is een Bluetooth® verbinding met een compatibele smartphone
vereist.
Sommige glances zijn standaard niet zichtbaar. U kunt deze handmatig toevoegen aan de glancelijst (De
overzichtslijst aanpassen, pagina60).
56 Lay-out
Naam Beschrijving
ABC Geeft gecombineerde hoogtemeter-, barometer- en kompasgegevens weer.
Andere tijdzones Geeft de huidige tijd in extra tijdzones weer (Andere tijdzones toevoegen, pagina4).
Hoogte-acclimati
sering
Op hoogtes boven 800 m (2625 ft.) worden grafieken weergegeven met voor de
hoogte gecorrigeerde waarden van de gemiddelde Pulse Ox meterwaarde, ademhalings
frequentie en hartfrequentie in rust voor de afgelopen zeven dagen.
Hoogtemeter Geeft de geschatte hoogte weer op basis van luchtdrukverschillen.
Barometer Geeft de omgevingsdrukgegevens weer op basis van de hoogte.
Body BatteryGeeft uw huidige Body Battery niveau weer en een grafiek van uw niveau gedurende de
laatste paar uur, als u het de hele dag draagt (Body Battery, pagina60).
Agenda Geeft de in de agenda van uw smartphone geplande afspraken weer.
Calorieën Geeft uw caloriegegevens weer voor de huidige dag.
Kompas Geeft een elektronisch kompas weer.
Type fietser Geeft uw type fietser, aerobische endurance, aerobische capaciteit en anaerobische
capaciteit weer (Fietscapaciteit weergeven, pagina75).
Honden volgen Geeft de locatie-informatie van uw hond weer als u een compatibel hondenvolgtoestel
hebt gekoppeld met uw quatix watch.
Geklommen etages Volgt het aantal etages dat u hebt geklommen en uw vorderingen bij het bereiken van uw
doel.
Garmin coach
Geeft geplande trainingen weer wanneer u een aanpasbaar Garmin coachtrainingsplan
selecteert in uw Garmin Connect account. Het plan past zich aan uw huidige fitnessni
veau, coachings- en planningsvoorkeuren en de racedatum aan.
Golf Geeft golfscores en statistieken weer voor uw laatste ronde.
Health Snapshot
Start een Health Snapshot sessie op uw watch die verschillende belangrijke gezond
heidsgegevens registreert terwijl u twee minuten rust houdt. Deze functie geeft een
inkijkje in uw algehele cardiovasculaire status. De watch registreert meetwaarden zoals
uw gemiddelde hartslag, stressniveau en ademhalingsfrequentie.
Geeft samenvattingen weer van uw opgeslagen Health Snapshot sessies (Health
Snapshot, pagina19).
Hartslag Geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm) en een grafiek van uw gemiddelde
hartslag in rust (HSR) weer.
Geschiedenis Geeft uw activiteitengeschiedenis en een grafiek van uw geregistreerde activiteiten weer.
HRV-status Geeft de gemiddelde hartslagvariabiliteit gedurende de nacht weer over een periode van
zeven dagen. (Status hartslagvariatie, pagina65).
Minuten intensieve
training
Houdt de tijd bij die u besteedt aan activiteiten bij gemiddelde tot intensieve inspanning,
het aantal minuten dat u wekelijks wilt besteden aan intensieve activiteiten en uw vorde
ringen om dat doel te halen.
inReach® bedie
ningselementen
Hiermee kunt u berichten verzenden op uw gekoppelde inReach toestel (De inReach
afstandsbediening gebruiken, pagina94).
Jetlag-advies Geeft uw interne klok weer tijdens het reizen en helpt u bij het wennen aan de tijdzone op
uw bestemming (Het gebruik van Jet Lag Adviser, pagina76).
Lay-out 57
Naam Beschrijving
Laatste activiteit Toont een kort overzicht van uw laatst vastgelegde activiteit.
Laatste rit
Laatste hardloop
sessie
Laatste zwemacti
viteit
Geeft een kort overzicht van uw laatst geregistreerde activiteit en geschiedenis van de
opgegeven sport.
Muziekbediening Hiermee kunt u de muziekspeler op uw smartphone of watch bedienen.
Meldingen
Waarschuwt u bij inkomende oproepen, sms-berichten, updates van sociale netwerken en
meer volgens de meldingsinstellingen op uw smartphone (Bluetooth meldingen inscha
kelen, pagina103).
Prestaties Deze prestatiemetingen helpen u om uw trainingsactiviteiten en hardloopprestaties te
volgen en te analyseren (Prestatiemetingen, pagina61).
Primaire race Geeft het race-evenement weer dat u als de primaire race in uw Garmin Connect calendar
(Racekalender en Primaire race, pagina44) hebt aangewezen.
Pulse oxymeter
Hiermee kunt u een handmatige meting van de Pulse Ox meter uitvoeren (Pulse Ox
metingen verkrijgen, pagina86). Als u te actief bent voor de watch om uw waarde van
de Pulse Ox meter te bepalen, worden de metingen niet geregistreerd.
Racekalender Geeft uw komende race-evenementen weer die u in uw Garmin Connect calendar (Race
kalender en Primaire race, pagina44) hebt ingesteld.
RCT-camerabedie
ning
Hiermee kunt u handmatig een foto maken en een videoclip opnemen (De Varia Camera
bediening gebruiken, pagina94).
Ademhaling Uw huidige ademhalingssnelheid in ademhalingen per minuut en het gemiddelde van
zeven dagen. U kunt een ademhalingsactiviteit doen om u te helpen ontspannen.
Slaapstand Geeft de totale slaaptijd, een slaapscore en informatie over de slaapfasen voor de vorige
nacht weer.
Zonne-intensiteit
Geeft een grafiek weer van de intensiteit van de zonne-energie van de afgelopen 6 uur en
het gemiddelde van de vorige week.
OPMERKING: Deze functie is niet op alle productmodellen beschikbaar.
Stappen Houdt uw dagelijkse aantal stappen, het stappendoel en de gegevens van de afgelopen
dagen bij.
Aandelen Geeft een aanpasbare lijst met aandelen weer (Een aandeel toevoegen, pagina76).
Stress
Geeft uw huidige stressniveau en een grafiek van uw stressniveau weer. U kunt een
ademhalingsactiviteit doen om u te helpen ontspannen. Als u te actief bent voor de
watch om uw stressniveau te bepalen, worden spanningsmetingen niet geregistreerd.
Zonsopgang en
-ondergang
Geeft de tijden van zonsopgang, zonsondergang, dageraad en schemering weer, samen
met een kaart van de huidige positie van de zon en een grafiek van het zonlicht tijdens de
dag.
Temperatuur Geeft temperatuurgegevens van de interne temperatuursensor weer.
Getijden Geeft informatie weer over een getijdenstation, zoals de hoogte van het getijde en de
volgende eb- en vloedtijden (Getijdeninformatie weergeven, pagina9).
58 Lay-out
Naam Beschrijving
Trainingsfitheid Geeft een score en een kort bericht weer waarmee u kunt bepalen hoe klaar u bent om
elke dag te trainen (Trainingsfitheid, pagina75).
Trainingsstatus Geeft uw huidige trainingsstatus en trainingsbelasting weer, waaraan u kunt zien hoe uw
training uw conditieniveau en prestaties beïnvloedt (Trainingsstatus, pagina70).
VIRB® bedienings
elementen
Hiermee kunt u de camera bedienen als u een VIRB toestel hebt gekoppeld met uw quatix
watch (VIRB afstandsbediening, pagina94).
Weer Geeft de huidige temperatuur en weersverwachting weer.
Xero® toestel Hiermee wordt de laserlocatie-informatie weergegeven als u een compatibel Xero toestel
hebt gekoppeld met uw quatix watch (Xero laserlocatie-instellingen, pagina96).
De glancelijst weergeven
Glances bieden snelle toegang tot gezondheidsgegevens, activiteitgegevens, ingebouwde sensoren en meer.
Wanneer u uw watch koppelt, kunt u gegevens van uw telefoon bekijken, zoals meldingen, weerinformatie en
agenda-afspraken.
1Druk op UP of DOWN.
De watch bladert door de glancelijst en geeft samenvattingsgegevens voor elke glance weer.
TIP: U kunt ook vegen om te bladeren of tikken om opties te selecteren.
2Druk op START om meer informatie weer te geven.
3Selecteer een optie:
Druk op DOWN om details van een glance te bekijken.
Druk op START om meer opties en functies voor een glance weer te geven.
Lay-out 59
De overzichtslijst aanpassen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Lay-out > Widgets.
3Selecteer een optie:
Als u de locatie van een overzicht in de lijst wilt wijzigen, selecteert u een overzicht en drukt u op UP of
DOWN.
Als u een overzicht uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u een overzicht en selecteert u .
Als u een overzicht aan de overzichtslijst wilt toevoegen, selecteert u Voeg toe en vervolgens een
overzicht.
TIP: U kunt MAP MAKEN selecteren om mappen te maken die meerdere overzichten bevatten
(Glancemappen maken, pagina60).
Glancemappen maken
U kunt de glancelijst aanpassen en mappen met gerelateerde glances maken.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Lay-out > Widgets > Voeg toe > MAP MAKEN.
3Selecteer de glances die u in de map wilt opnemen en selecteer OK.
OPMERKING: Als de glances al in de glancelijst staan, kunt u ze verplaatsen of kopiëren naar de map.
4Selecteer of voer een naam in voor de map.
5Selecteer een pictogram voor de map.
6Selecteer indien nodig een optie:
Als u de map wilt bewerken, bladert u naar de map in de glancelijst en houdt u MENU ingedrukt.
Als u de glances in de map wilt bewerken, opent u de map en selecteert u Wijzigen (De overzichtslijst
aanpassen, pagina60).
Body Battery
Uw watch analyseert de variatie in uw hartslag, uw stressniveau, slaapkwaliteit en activiteitsgegevens om uw
algemene Body Battery niveau te bepalen. Net als een brandstofmeter van een auto, geeft het de hoeveelheid
beschikbare reserve-energie aan. Het Body Battery niveaubereik ligt tussen 0 tot 100, waarbij 0 tot 25 staat voor
een lage energiereserve, 26 tot 50 voor een gemiddelde energiereserve, 51 tot 75 voor een hoge energiereserve,
en 76 tot 100 voor een zeer hoge energiereserve.
U kunt uw watch synchroniseren met uw Garmin Connect account om uw meest actuele Body Battery niveau,
trends op lange termijn en extra details te bekijken (Tips voor betere Body Battery gegevens, pagina60).
Tips voor betere Body Battery gegevens
Draag de watch tijdens het slapen voor nauwkeurigere resultaten.
Goede nachtrust laadt uw Body Battery op.
Inspannende activiteiten en hoge stress kunnen ervoor zorgen dat uw Body Battery sneller leegloopt.
Voedselinname, inclusief pepmiddelen zoals cafeïne, heeft geen invloed op uw Body Battery.
60 Lay-out
Prestatiemetingen
Deze prestatiemetingen zijn schattingen die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten en hardloopprestaties
te volgen en te analyseren. Voor deze metingen zijn enkele activiteiten met polshartslagmeting of een
compatibele hartslagmeter met borstband vereist. Voor fietsprestatiemetingen is een hartslagmeter en een
vermogensmeter vereist.
Deze waarden worden geleverd en ondersteund door Firstbeat Analytics. Ga voor meer informatie naar garmin
.com/performance-data/running.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten
voltooien zodat de watch uw prestaties leert begrijpen.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo
lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning (Over VO2 max. indicaties, pagina62).
Voorspelde wedstrijdtijden: De watch gebruikt uw geschat VO2 max. en uw trainingsgeschiedenis om een
doel-racetijd te voorspellen op basis van uw huidige conditie (Voorspelde racetijden weergeven, pagina64).
HRV-status: De watch analyseert de hartslagmetingen van uw pols terwijl u slaapt om uw hartslagvariabiliteit
(HRV)-status te bepalen op basis van uw persoonlijke HRV-gemiddelden op lange termijn (Status
hartslagvariatie, pagina65).
Prestatieconditie: Uw prestatieconditie is een real-time conditiemeting die wordt vastgelegd na 6 tot 20 minuten
van activiteit. De meting kan worden toegevoegd als een gegevensveld, zodat u uw prestatieconditie tijdens
de rest van uw activiteit kunt bekijken. Bij het meten van uw prestatieconditie wordt uw real-time conditie
vergeleken met uw gemiddelde fitnessniveau (Prestatieconditie, pagina66).
FTP (Functional Threshold Power): De watch gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen om uw
FTP te schatten. Voor een nauwkeuriger schatting kunt u een FTP-test uitvoeren (Uw FTP-waarde schatten,
pagina67).
Lactaatdrempel: Lactaatdrempel vereist een hartslagmeter rond de borst. Uw lactaatdrempel is het punt
waarop uw spieren snel vermoeid beginnen te raken. Uw watch meet uw lactaatdrempelniveau op basis
van hartslaggegevens en tempo (Lactaatdrempel, pagina68).
Stamina: De watch gebruikt uw geschatte VO2 max. en hartslaggegevens voor real-time schattingen van uw
stamina. Het kan worden toegevoegd als een gegevensscherm, zodat u uw potentiële en huidige stamina
tijdens uw activiteit kunt bekijken (Uw real-time stamina weergeven, pagina69).
Vermogenscurve (cyclus): In de vermogenscurve wordt uw constante vermogensafgifte in de loop van de tijd
weergegeven. U kunt uw vermogenscurve voor de vorige maand, drie maanden of twaalf maanden bekijken
(Uw vermogenscurve weergeven, pagina69).
Lay-out 61
Over VO2 max. indicaties
VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per kilo
lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning. In eenvoudige bewoordingen: VO2 max. is een indicatie van
atletische prestaties, die meegroeit met uw fitnessniveau. Het quatix toestel vereist hartslagmeting aan de
pols of een compatibele hartslagmeter met borstband om uw VO2 max. indicatie te kunnen weergeven. Het
toestel biedt afzonderlijke VO2 max. indicaties voor hardlopen en fietsen. Voor een nauwkeurige schatting
van uw VO2 max. moet u een paar minuten buiten gaan hardlopen met GPS of fietsen met een compatibele
vermogensmeter bij een gemiddeld inspanningsniveau.
Op het toestel wordt uw geschatte VO2 max. weergegeven met een getal, beschrijving en positie op de
kleurenbalk. Op uw Garmin Connect account kunt u aanvullende gegevens over uw geschatte VO2 max.
bekijken, zoals de plaats waar deze wordt gerangschikt op uw leeftijd en geslacht.
Paars Voortreffelijk
Blauw Uitstekend
Groen Goed
Oranje Redelijk
Rood Slecht
Gegevens over uw VO2 max. worden geleverd door Firstbeat Analytics. De analyse van VO2 max. wordt geleverd
met toestemming van The Cooper Institute®. Raadpleeg de appendix (Standaardwaarden VO2 Max., pagina150),
en ga naar www.CooperInstitute.org voor meer informatie.
62 Lay-out
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven
Voor deze functies is hartslagmeting aan de pols of een compatibele hartslagmeter met borstband vereist. Als
u een hartslagmeter met borstband gebruikt, moet u deze omdoen en koppelen met uw watch (De draadloze
sensoren koppelen, pagina91).
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina108) en maximale hartslag in (Uw hartslagzones
instellen, pagina109) voor de meest nauwkeurige schattingen. In eerste instantie lijken de schattingen mogelijk
onnauwkeurig. U moet de watch een aantal keer gebruiken zodat deze uw hardloopprestaties leert begrijpen.
U kunt de opname van VO2 max. uitschakelen voor ultra run- en trail run-activiteiten als u niet wilt dat deze
hardlooptypen invloed hebben op uw VO2 max. schatting (Instellingen van activiteiten en apps, pagina37).
1Start een hardloopactiviteit.
2Ga ten minste 10 minuten buiten hardlopen.
3Selecteer na het hardlopen Sla op.
4Druk op UP of DOWN om door de prestatiemetingen te bladeren.
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven
Voor deze functies zijn een vermogensmeter en hartslagmeting aan de pols of een compatibele hartslagmeter
met borstband vereist. De vermogensmeter moet zijn gekoppeld met uw watch (De draadloze sensoren
koppelen, pagina91). Als u een hartslagmeter met borstband gebruikt, moet u deze omdoen en koppelen
met uw watch.
Stel uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina108) en maximale hartslag (Uw hartslagzones
instellen, pagina109) in voor de meest nauwkeurige schattingen. In eerste instantie lijken de schattingen
mogelijk onnauwkeurig. U moet de watch een paar keer gebruiken zodat het uw fietsprestaties leert begrijpen.
1Start een fietsactiviteit.
2Fiets ten minste 20 minuten met constante, hoge inspanning.
3Selecteer Sla op nadat u uw fietssessie hebt voltooid.
4Druk op UP of DOWN om door de prestatiemetingen te bladeren.
Lay-out 63
Voorspelde racetijden weergeven
Voor de meest nauwkeurige schattingen configureert u uw gebruikersprofiel (Uw gebruikersprofiel instellen,
pagina108) en uw maximale hartslag (Uw hartslagzones instellen, pagina109).
Uw watch gebruikt uw geschatte VO2 max. (Over VO2 max. indicaties, pagina62) en informatie uit uw
trainingsgeschiedenis om een doeltijd voor de wedstrijd te bepalen. De watch analyseert uw trainingsgegevens
van enkele weken om de geschatte wedstrijdtijd te verfijnen.
TIP: Als u meer dan één Garmin toestel hebt, kunt u aangeven welke uw primaire trainingstoestel is in de
Garmin Connect app, waarmee uw watch activiteiten, geschiedenis en gegevens van andere toestellen kan
synchroniseren (Activiteiten en prestatiemetingen synchroniseren, pagina44).
1Druk op de watch face op UP of DOWN om de prestatie-glance weer te geven.
2Druk op START om glance-details te bekijken.
3Druk op UP of DOWN om de voorspelde racetijd weer te geven.
4Druk op START om voorspellingen voor andere afstanden weer te geven.
OPMERKING: De voorspellingen lijken in eerste instantie mogelijk onnauwkeurig. U moet de watch een
aantal keer gebruiken zodat deze uw hardloopprestaties leert begrijpen.
64 Lay-out
Status hartslagvariatie
Uw horloge analyseert uw polshartslag terwijl u slaapt om uw hartslagvariabiliteit (HRV) te bepalen. Training,
fysieke activiteit, slaap, voeding en gezonde gewoonten hebben allemaal invloed op de variabiliteit van
uw hartslag. HRV-waarden kunnen sterk verschillen op basis van geslacht, leeftijd en fitnessniveau. Een
evenwichtige HRV-status kan wijzen op positieve tekenen van gezondheid, zoals een goede balans tussen
training en herstel, een betere cardiovasculaire conditie en een beter herstelvermogen na stress. Een
onevenwichtige of slechte status kan een teken zijn van vermoeidheid, grotere herstelbehoeften of verhoogde
stress. Voor optimale resultaten kunt u de watch het beste ook 's nachts dragen. De watch vereist drie weken
aan consistente slaapgegevens om de status van uw hartslagvariabiliteit weer te geven.
Kleurzone Status Beschrijving
Groen Evenwichtig Uw gemiddelde HRV over zeven dagen ligt binnen uw basislijnbereik.
Oranje Ongebalanceerd Uw gemiddelde HRV over zeven dagen ligt boven of onder uw basislijnbereik.
Rood Laag Uw gemiddelde HRV over zeven dagen ligt ver onder uw basislijnbereik.
Geen kleur Slecht
Geen status
Uw HRV-waarden liggen ruim onder het normale bereik voor uw leeftijd.
Geen status betekent dat er onvoldoende gegevens zijn om een gemiddelde
over zeven dagen te genereren.
U kunt uw watch synchroniseren met uw Garmin Connect account om de status van uw huidige
hartslagvariabiliteit, trends en educatieve feedback te bekijken.
Hartslagvariaties en stressniveau
Het stressniveau is het resultaat van een test van drie minuten die wordt uitgevoerd als u stilstaat en waarbij het
quatix toestel de hartslagvariaties analyseert om uw algemene stressniveau te bepalen. Training, slaap, voeding
en algemene stress beïnvloeden allemaal de prestaties van een hardloper. Het stressniveau wordt aangegeven
op een schaal van 1 tot 100, waarbij 1 staat voor bijzonder weinig stress en 100 voor bijzonder veel stress.
Als u uw stressniveau weet, kunt u beter beslissen of uw lichaam klaar is voor een zware hardlooptraining of
yogasessie.
Lay-out 65
Hartslagvariaties en stressniveau weergeven
Voor deze functie is een Garmin hartslagmeter met borstband vereist. Voordat u het stressniveau van uw
hartslagvariaties (HSV) kunt weergeven, moet u een hartslagmeter omdoen en deze koppelen met uw toestel
(De draadloze sensoren koppelen, pagina91).
TIP: Garmin raadt u aan uw stressniveau elke dag om ongeveer dezelfde tijd en onder dezelfde omstandigheden
te meten.
1Selecteer zo nodig START, en Voeg toe > HRV stress om de stress-app aan uw lijst met apps toe te voegen.
2Selecteer Ja om de app aan uw lijst met favorieten toe te voegen.
3Druk op de watch face op START, selecteer HRV stress, en druk op START.
4Sta stil en rust 3 minuten.
Prestatieconditie
Zodra u een activiteit, zoals hardlopen of fietsen, hebt voltooid, analyseert de functie Prestatieconditie uw
tempo, hartslag en uw hartslagwisselingen om een real-time meting uit te voeren van uw prestatieniveau in
vergelijking met uw gemiddelde fitnessniveau. Dit is ongeveer het percentage dat u in real-time afwijkt van uw
geschatte VO2 max. basiswaarde.
Prestatieconditiewaarden liggen tussen -20 en +20. Na de eerste 6 tot 20 minuten van uw activiteit, wordt de
score van uw prestatieconditie op uw toestel weergegeven. Een score van +5 betekent bijvoorbeeld dat u fit en
uitgerust bent en dat u de activiteit moet kunnen doorstaan. U kunt de prestatieconditie als een gegevensveld
toevoegen aan een van uw trainingsschermen om uw prestaties tijdens de activiteit in de gaten te houden. De
prestatieconditie kan ook een indicator van het vermoeidheidsniveau zijn, vooral aan het einde van een lange
hardloopsessies of fietsritten.
OPMERKING: Het toestel vereist een aantal hardloopsessies of fietsritten met een hartslagmeter om een
nauwkeurig geschat VO2 max. te verkrijgen en informatie te verzamelen over uw hardloop- of fietsprestaties
(Over VO2 max. indicaties, pagina62).
Uw prestatieconditie weergeven
Voor deze functies is hartslagmeting aan de pols of een compatibele hartslagmeter met borstband vereist.
1Voeg Prestatieconditie toe aan een gegevensscherm (Gegevensschermen aanpassen, pagina36).
2Ga een stuk hardlopen of fietsen.
Na 6 tot 20 minuten wordt uw prestatieconditie weergegeven.
3Blader naar het gegevensscherm om uw prestatieconditie tijdens de volledige hardloopsessie of fietsrit te
bekijken.
66 Lay-out
Uw FTP-waarde schatten
Voordat u een schatting van uw functionele drempelvermogen (FTP) kunt krijgen, moet u een
borsthartslagmeter en een vermogensmeter met uw watch koppelen (De draadloze sensoren koppelen,
pagina91) en moet u uw geschat VO2 max. opvragen (Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven, pagina63).
De watch gebruikt informatie van uw gebruikersprofiel in de basisinstellingen en uw geschat VO2 max. om uw
FTP te schatten. De watch detecteert op basis van de hartslag- en vermogensmeter automatisch uw FTP tijdens
fietsen bij een constante, hoge intensiteit.
1Druk op UP of DOWN om de prestatie-glance weer te geven.
2Druk op START om glance-details te bekijken.
3Druk op UP of DOWN om uw geschatte FTP-waarde weer te geven.
Uw geschatte FTP-waarde wordt weergegeven als een waarde gemeten in watt per kilogram, uw geleverde
vermogen in watt en een positie op de kleurenbalk.
Paars Voortreffelijk
Blauw Uitstekend
Groen Goed
Oranje Redelijk
Rood Ongetraind
Raadpleeg de appendix (FTP-waarden, pagina151) voor meer informatie.
OPMERKING: Als een prestatiemelding een nieuwe FTP meldt, kunt u Accepteer selecteren om de nieuwe
FTP op te slaan of Weiger om uw huidige FTP te behouden.
Een FTP-test uitvoeren
Voordat u een test kunt doen om uw Functional Threshold Power (FTP) te bepalen, moet u een hartslagmeter
om de borst en een vermogensmeter met uw toestel koppelen (De draadloze sensoren koppelen, pagina91) en
moet u uw geschat VO2 max. verkrijgen (Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven, pagina63).
OPMERKING: De FTP-test is een veeleisende workout van ongeveer 30 minuten. Kies een praktische en
doorgaans vlakke fietsroute waarop u snelheid geleidelijk kunt opvoeren, zoals in een tijdrit.
1Selecteer op de wijzerplaat START.
2Selecteer een fietsactiviteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > FTP-test.
5Volg de instructies op het scherm.
Zodra u aan de rit begint, geeft het toestel de duur van elke stap, het doel en de huidige vermogensgegevens
weer. Als de test is voltooid, wordt een bericht weergegeven.
6Na de begeleide test doorloopt u de cooldown, stopt u de timer en slaat u de activiteit op.
Uw FTP-waarde wordt weergegeven als een waarde gemeten in watt per kilogram, uw geleverde vermogen in
watt en een positie op de kleurenbalk.
7Selecteer een optie:
Selecteer Accepteer om de nieuwe FTP-waarde op te slaan.
Selecteer Weiger om uw huidige FTP-waarde te behouden.
Lay-out 67
Lactaatdrempel
De lactaatdrempel is de trainingsintensiteit waarbij lactaat (melkzuur) zich begint op te hopen in de bloedbaan.
Tijdens het hardlopen wordt dit intensiteitsniveau geschat op basis van tempo, hartslag of vermogen. Wanneer
een hardloper deze drempel overschrijdt, begint de vermoeidheid sneller toe te nemen. Bij ervaren hardlopers
ligt deze drempel op ongeveer 90% van de maximale hartslag en op het tempo tussen een race van 10 kilometer
en een halve marathon. Bij minder ervaren hardlopers ligt de lactaatdrempel vaak ver onder 90% van de
maximale hartslag. Kennis van uw lactaatdrempel kan u helpen te bepalen hoe hard u moet trainen of wanneer
u tijdens een wedstrijd een beetje extra moet geven.
Als u de waarde voor uw lactaatdrempelhartslag al kent, kunt u deze invoeren in uw
gebruikersprofielinstellingen (Uw hartslagzones instellen, pagina109).U kunt de functie Automatische detectie
inschakelen om uw lactaatdrempel automatisch vast te leggen tijdens een activiteit.
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te bepalen
Voor deze functie is een Garmin hartslagmeter met borstband vereist. Voordat u de begeleide test kunt
uitvoeren, moet u een hartslagmeter omdoen en deze koppelen met uw toestel (De draadloze sensoren
koppelen, pagina91).
Het toestel gebruikt informatie van uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen en uw geschat VO2 max. om
uw lactaatdrempel te schatten. Het toestel detecteert uw lactaatdrempel automatisch tijdens hardlopen bij een
constante, hoge intensiteit met hartslagmeter.
TIP: Dit toestel vereist een aantal hardloopsessies met een hartslagmeter met borstband om een nauwkeurige
waarde voor maximale hartslag en een nauwkeurig geschat VO2 max. te verkrijgen. Als u geen schatting van uw
lactaatdrempel kunt krijgen, probeer dan uw maximale hartslagwaarde handmatig te verlagen.
1Selecteer op de wijzerplaat START.
2Selecteer een hardloopactiviteit voor buiten.
U hebt GPS nodig om de test uit te voeren.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Training > Lactaatdrempel-test.
5Start de timer en volg de instructies op het scherm.
Zodra u aan de hardloopsessie begint, geeft het toestel de duur van elke stap, het doel en de huidige
hartslaggegevens weer. Als de test is voltooid, wordt een bericht weergegeven.
6Na de begeleide test stopt u de timer en slaat u de activiteit op.
Als dit uw eerste lactaatdrempelschatting is, vraagt het toestel u om uw hartslagzones bij te werken op
basis van uw lactaatdrempelhartslag. Bij elke volgende lactaatdrempelschatting vraagt het toestel u om de
schatting te accepteren of te weigeren.
68 Lay-out
Uw real-time stamina weergeven
Uw watch kan uw geschatte real-time stamina weergeven op basis van uw hartslaggegevens en geschatte VO2
max. (Over VO2 max. indicaties, pagina62).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Activiteiten en apps.
3Selecteer een hardloop- of fietsactiviteit.
4Selecteer de activiteitinstellingen.
5Selecteer Gegevensschermen > Voeg nieuw toe > Stamina.
6Druk op UP of DOWN om de locatie van het gegevensscherm te wijzigen (optioneel).
7Druk op START om het gegevensveld voor primaire stamina te bewerken (optioneel).
8Begin uw activiteit (Een activiteit starten, pagina14).
9Druk op UP of DOWN om naar het gegevensscherm te bladeren.
Het gegevensveld Primaire stamina. Geeft uw huidige percentage stamina, resterende afstand of
resterende tijd weer.
Potentiële stamina.
Huidige stamina
Rood: Stamina neemt af.
Oranje: Stamina is stabiel.
Groen: Stamina neemt toe.
Uw vermogenscurve weergeven
Voordat u uw vermogenscurve kunt bekijken, moet u in de afgelopen 90 dagen een rit van minstens een uur
hebben vastgelegd met een vermogensmeter (De draadloze sensoren koppelen, pagina91).
U kunt workouts maken in uw Garmin Connect account. In de vermogenscurve wordt uw constante
vermogensafgifte in de loop van de tijd weergegeven. U kunt uw vermogenscurve voor de vorige maand, drie
maanden of twaalf maanden bekijken.
Selecteer in het Garmin Connect appmenu Prestatiestatistieken > Vermogenscurve.
Lay-out 69
Trainingsstatus
Deze metingen zijn schattingen die u kunnen helpen om uw trainingsactiviteiten te volgen en te analyseren.
Voor deze metingen zijn enkele activiteiten met polshartslagmeting of een compatibele hartslagmeter met
borstband vereist. Voor fietsprestatiemetingen is een hartslagmeter en een vermogensmeter vereist.
Deze waarden worden geleverd en ondersteund door Firstbeat Analytics. Ga voor meer informatie naar garmin
.com/performance-data/running.
OPMERKING: De schattingen lijken In eerste instantie mogelijk onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten
voltooien zodat de watch uw prestaties leert begrijpen.
Trainingsstatus: Trainingsstatus geeft het effect van uw training op uw fitness en prestaties aan. Uw
trainingsstatus is gebaseerd op wijzigingen in uw VO2 max., acute belasting en HRV-status gedurende
langere tijd.
VO2 max.: VO2 max. is het maximale zuurstofvolume (in milliliter) dat u kunt verbruiken per minuut, per
kilo lichaamsgewicht tijdens maximale inspanning (Over VO2 max. indicaties, pagina62). Uw watch geeft
voor warmte en hoogte gecorrigeerde VO2 max.-waarden aan wanneer u acclimatiseert in zeer warme
omgevingen of op grote hoogte (Hartslag- en hoogteacclimatisatie, pagina74).
Acute belasting: De acute belasting is een gewogen som van uw recente scores voor de trainingsbelasting,
inclusief de duur en intensiteit van de oefening. (Acute belasting, pagina71).
Focus trainingsbelasting: Uw watch analyseert en verdeelt uw trainingsbelasting in verschillende categorieën
op basis van de intensiteit en structuur van elke vastgelegde activiteit. De focus trainingsbelasting omvat de
totale verzamelde belasting per categorie en de focus van de training. Uw watch geeft uw belastingverdeling
over de afgelopen 4 weken weer (Focus trainingsbelasting, pagina72).
Hersteltijd: De hersteltijd geeft aan hoeveel tijd u nodig hebt om volledig te herstellen en te kunnen beginnen
aan uw volgende hardlooptraining (Hersteltijd, pagina73).
70 Lay-out
Trainingsstatusniveaus
Trainingsstatus geeft het effect van uw training op uw fitnessniveau en prestaties aan. Uw trainingsstatus is
gebaseerd op wijzigingen in uw VO2 max., acute belasting en HRV-status gedurende langere tijd. Met behulp
van uw trainingsstatus kunt u toekomstige trainingen plannen en uw fitnessniveau blijven verbeteren.
Geen status: Om uw trainingsstatus te bepalen, dient de watch binnen twee weken meerdere activiteiten te
registreren met VO2 max. resultaten van hardlopen of fietsen.
Onttrainen: U hebt een pauze in uw trainingsroutine of u traint een week of langer veel minder dan gewoonlijk.
Ontraining betekent dat u uw fitnessniveau niet kunt handhaven. U kunt proberen uw trainingsbelasting te
verhogen om de situatie te verbeteren.
Herstel: Door de lichtere trainingsbelasting kan uw lichaam zich herstellen, wat essentieel is tijdens lange
perioden waarin u hard traint. U kunt de trainingsbelasting weer verhogen wanneer u voelt dat u er klaar voor
bent.
Aanhouden: Uw huidige trainingsniveau is voldoende om uw fitnessniveau te handhaven. Als u verbetering wilt
zien, moet u proberen meer variatie aan te brengen in uw workouts of uw trainingsvolume te verhogen.
Productief: Met de huidige trainingsbelasting gaan uw fitnessniveau en prestaties de goede kant op. U moet
herstelperioden inlassen in uw training om uw fitnessniveau te handhaven.
Piek: U bent in topvorm, perfect voor een wedstrijd. Door de onlangs verlaagde trainingsbelasting kan uw
lichaam zich herstellen en eerdere trainingen volledig verwerken. U moet vooruit plannen, want u kunt deze
piekstatus maar kort handhaven.
Te intensief: Uw trainingsbelasting is zeer hoog en werkt averechts. Uw lichaam heeft rust nodig. Gun uzelf de
tijd om te herstellen door lichtere trainingen toe te voegen aan uw schema.
Niet productief: Uw trainingsbelasting is in orde, maar uw fitnessniveau daalt. Probeer u te concentreren op
rust, voeding en stressbeheer.
Gespannen: Er is sprake van onbalans tussen uw herstel en trainingsbelasting. Het is een normaal resultaat
na een zware training of een groot evenement. Uw lichaam kan moeite hebben om te herstellen. Daarom
adviseren we u om aandacht te besteden aan uw algemene gezondheid.
Tips voor het verkrijgen van uw trainingsstatus
De trainingsstatus is afhankelijk van de bijgewerkte beoordelingen van uw fitnessniveau, met minimaal één VO2
max. meting per week. Uw VO2 max. schatting wordt bijgewerkt na krachtige outdoor hardloop- of fietssessies
waarin uw hartslag ten minste 70% van uw maximale hartslag heeft bereikt gedurende enkele minuten. Indoor
hardloopactiviteiten genereren geen VO2 max. schatting om de nauwkeurigheid van de metingen van uw
fitnessniveau te behouden. U kunt de opname van VO2 max. uitschakelen voor ultra run- en trail run-activiteiten
als u niet wilt dat deze hardlooptypen invloed hebben op uw VO2 max. schatting (Instellingen van activiteiten en
apps, pagina37).
Volg deze tips om de functies Trainingsstatus optimaal te benutten.
Ga ten minste één keer per week buiten hardlopen of fietsen met een vermogensmeter, waarbij u een
hartslag hoger dan 70% van uw maximale hartslag bereikt gedurende ten minste 10 minuten.
Als u de watch een week lang hebt gebruikt, moet u kunnen beschikken over uw trainingsstatus.
Registreer al uw fitnessactiviteiten op uw primaire trainingstoestel, zodat uw watch meer over uw prestaties
kan leren (Activiteiten en prestatiemetingen synchroniseren, pagina44).
Draag de watch consequent terwijl u slaapt, om een actuele HRV-status te blijven genereren. Het hebben van
een geldige HRV-status kan helpen een geldige trainingsstatus te behouden wanneer u niet zoveel activiteiten
hebt met VO2 max. metingen.
Acute belasting
Acute belasting is het totaal van een meting van extra zuurstofverbruik na een inspanning (Excess Post-exercise
Oxygen Consumption (EPOC)) in de afgelopen dagen. De meter geeft aan of uw huidige belasting laag, optimaal,
hoog of zeer hoog is. Het optimale bereik wordt gebaseerd op uw individuele conditie en trainingsgeschiedenis.
Het bereik past zich aan naarmate uw trainingstijd en intensiteit toeneemt of afneemt.
Lay-out 71
Focus trainingsbelasting
Om uw prestaties en de voordelen voor uw conditie te maximaliseren moet de training worden verdeeld in drie
categorieën: laag aerobe, hoog aerobe en anaerobe. De focus van de trainingsbelasting geeft aan welk deel van
uw training momenteel in welke categorie valt, en welke trainingsdoelen daarbij kunnen horen. U moet minimaal
7 dagen getraind hebben voordat bepaald kan worden of uw trainingsbelasting laag, optimaal of hoog is. Na 4
weken trainen bevat de geschiedenis van uw trainingsbelasting meer gedetailleerde doelinformatie waarmee u
uw trainingsactiviteiten in balans kunt brengen.
Onder doel: Uw trainingsbelasting is in alle intensiteitscategorieën lager dan optimaal. Probeer de duur of
frequentie van uw workouts te verhogen.
Te weinig laag aerobe activiteiten: Probeer meer laag aerobe activiteiten toe te voegen om te herstellen en
tegenwicht te bieden aan uw activiteiten met een hogere intensiteit.
Te weinig hoog aerobe activiteiten: Probeer meer hoog aerobe activiteiten toe te voegen om uw lactaatdrempel
en VO2 max. langzaam te verbeteren.
Te weinig aerobe activiteiten: Probeer een paar intensieve, anaerobe activiteiten toe te voegen om uw snelheid
en anaerobe capaciteit langzaam te verbeteren.
Evenwichtig: Uw trainingsbelasting is in balans en biedt uitgebreide conditievoordelen terwijl u verder traint.
Lage aerobe focus: Uw trainingsbelasting bestaat vooral uit laag aerobe activiteiten. Dit biedt een stevige basis
en bereidt u voor op intensievere workouts.
Hoge aerobe focus: Uw trainingsbelasting bestaat vooral uit hoog aerobe activiteiten. Deze activiteiten helpen
bij het verbeteren van de lactaatdrempel, VO2 max en uithoudingsvermogen.
Anaerobe focus: Uw trainingsbelasting bestaat vooral uit intensieve activiteiten. Dit leidt tot snelle opbouw van
conditie, maar moet in evenwicht worden gebracht met laag aerobe activiteiten.
Boven doel: Uw trainingsbelasting is hoger dan optimaal en u moet overwegen om de duur en frequentie van uw
workouts terug te brengen.
Belastingsverhouding
De belastingsverhouding is de verhouding tussen uw acute trainingsbelasting (op korte termijn) en uw
chronische trainingsbelasting (op lange termijn). Dit is handig voor het bijhouden van wijzigingen in de
trainingsbelasting.
Status Waarde Beschrijving
Geen status Geen De belastingsverhouding is zichtbaar na 2 weken training.
Laag Lager dan 0,8 Uw trainingsbelasting op de korte termijn is lager dan uw trainingsbelasting op
de lange termijn.
Optimaal 0,8 tot 1,4
De trainingsbelasting op de korte en lange termijn worden in evenwicht
gebracht. Het optimale bereik wordt gebaseerd op uw individuele conditie en
trainingsgeschiedenis.
Hoog 1,5 tot 1,9 Uw trainingsbelasting op de korte termijn is hoger dan uw trainingsbelasting op
de lange termijn.
Zeer hoog 2,0 of hoger Uw trainingsbelasting op de korte termijn is aanzienlijk hoger dan uw trainings
belasting op de lange termijn.
72 Lay-out
Training Effect
Training Effect meet de gevolgen van een activiteit op uw aerobe en anaerobe conditie. Training Effect neemt
tijdens de activiteit toe. Naarmate de activiteit vordert, neemt de waarde Training Effect toe. Training Effect
wordt berekend op basis van de gegevens in uw gebruikersprofiel en trainingsgeschiedenis, uw hartslag, en
de duur en intensiteit van de activiteit. Er zijn zeven verschillende Training Effect labels om het belangrijkste
voordeel van uw activiteit te beschrijven. Elk label is voorzien van een kleurcode en komt overeen met uw focus
trainingsbelasting (Focus trainingsbelasting, pagina72). Elke feedbackzin, bijvoorbeeld "Grote impact op VO2
Max.", bevat een bijbehorende beschrijving in uw Garmin Connect activiteitgegevens.
Aeroob Training Effect maakt gebruik van uw hartslag om de samengestelde intensiteit van de training
op uw aerobe conditie te meten en geeft aan of de workout uw fitnessniveau behoudt of verbetert. Uw
verhoogd zuurstofgebruik na inspanning (EPOC) die ontstaat tijdens het trainen, wordt meegenomen in
de verschillende waarden waaruit uw conditie en trainingsgewoonten bestaan. Regelmatige workouts met
gemiddelde inspanning of workouts met langere intervals (> 180 seconden) hebben een positieve impact op uw
aeroob metabolisme en zorgen daardoor voor een verbeterd aeroob Training Effect.
Anaeroob Training Effect gebruikt de hartslag en snelheid (of vermogen) om te bepalen hoe de workout
uw mogelijkheid om te presteren op zeer hoge intensiteit beïnvloed. U krijgt een waarde gebaseerd op de
anaerobe bijdrage aan EPOC en het soort activiteit. Herhaaldelijke intervallen met hoge intensiteit van 10 tot 120
seconden hebben een zeer voordelige impact op uw anaeroob vermogen en zorgen daardoor voor een verbeterd
anaeroob Training Effect.
U kunt Aeroob trainingseffect en Anaeroob trainingseffect als een gegevensveld toevoegen aan een van uw
trainingsschermen om uw gegevens tijdens de activiteit in de gaten te houden.
Training Effect Aeroob voordeel Anaeroob voordeel
Tussen 0,0 en 0,9 Geen voordeel. Geen voordeel.
Tussen 1,0 en 1,9 Licht voordeel. Licht voordeel.
Tussen 2,0 en 2,9 Handhaaft uw aerobe conditie. Handhaaft uw anaerobe conditie.
Tussen 3,0 en 3,9 Heeft impact op uw aerobe conditie. Heeft impact op uw anaerobe conditie.
Tussen 4,0 en 4,9 Heeft hoge impact op uw aerobe conditie. Heeft hoge impact op uw anaerobe conditie.
5,0 Te veel en mogelijk schadelijk zonder
genoeg hersteltijd.
Te veel en mogelijk schadelijk zonder
genoeg hersteltijd.
Training Effect technologie wordt geleverd en ondersteund door Firstbeat Analytics. Ga voor meer informatie
naar firstbeat.com.
Hersteltijd
U kunt uw Garmin toestel gebruiken met hartslagmeting aan de pols of met een compatibele hartslagmeter met
borstband om de tijd weer te geven die resteert voordat u volledig bent hersteld en klaar bent voor uw volgende
intensieve workout.
OPMERKING: De aanbevolen hersteltijd is gebaseerd op uw geschatte VO2 max. en lijkt aanvankelijk misschien
onnauwkeurig. U moet een paar activiteiten voltooien zodat het toestel uw prestaties leert begrijpen.
De hersteltijd verschijnt direct na afloop van een activiteit. De tijd loopt af naar het optimale moment voor een
nieuwe intensieve workout. Het toestel werkt uw hersteltijd gedurende de dag bij op basis van veranderingen in
slaap, stress, ontspanning en fysieke activiteit.
Lay-out 73
Herstelhartslag
Als u traint met een hartslagmeter aan de pols of een compatibele hartslagmeter met borstband, kunt u uw
herstelhartslag controleren na elke activiteit. Uw herstelhartslag is het verschil tussen uw hartslag tijdens
de training en uw hartslag twee minuten na het einde van de training. Voorbeeld: Na een normale training
stopt u de timer. Uw hartslag is 140bpm. Na twee minuten rust of coolingdown is uw hartslag 90 bpm.
Uw herstelhartslag is dan 50 bpm (140 min 90). Onderzoek heeft uitgewezen dat er een verband is tussen
herstelhartslag en hartconditie. In het algemeen geldt dat hoe hoger de herstelhartslagwaarde is, hoe gezonder
het hart.
TIP: De beste resultaten worden verkregen wanneer u gedurende twee minuten stopt met bewegen, terwijl het
toestel uw herstelhartslagwaarde berekent.
Hartslag- en hoogteacclimatisatie
Omgevingsfactoren zoals hoge temperaturen en hoogte zijn van invloed op uw training en prestaties.
Hoogtetraining kan bijvoorbeeld een positief effect hebben op uw conditie, maar op grote hoogtes kan uw
VO2 max tijdelijk dalen. Uw quatix watch geeft meldingen en correcties van uw geschatte VO2 max. en
trainingsstatus weer wanneer de temperatuur hoger is dan 22 °C (72 °F) en wanneer u zich op een hoogte
boven 800 m (2625 ft.) bevindt. U kunt uw warmte- en hoogteacclimatisatie bijhouden in de Training status
glance.
OPMERKING: De functie warmte-acclimatisering is alleen beschikbaar voor GPS-activiteiten en vereist
weergegevens van uw verbonden telefoon.
Uw trainingsstatus pauzeren en hervatten
Als u geblesseerd of ziek bent, kunt u uw trainingsstatus onderbreken. U kunt doorgaan met het vastleggen
van fitnessactiviteiten, maar uw trainingsstatus, de focus op de trainingsbelasting, herstelfeedback en
aanbevelingen voor workouts zijn tijdelijk uitgeschakeld.
U kunt uw trainingsstatus hervatten wanneer u klaar bent om de training opnieuw te starten. Voor de beste
resultaten hebt u elke week minimaal één VO2 max.-meting nodig (Over VO2 max. indicaties, pagina62).
1Als u uw trainingsstatus wilt pauzeren, selecteert u een optie:
Houd in de trainingsstatus-glance MENU ingedrukt en selecteer Opties > Onderbreek Trainingsstatus.
Selecteer in uw Garmin Connect instellingen, Prestatiestatistieken > Trainingsstatus > > Onderbreek
Trainingsstatus.
2Synchroniseer uw watch met uw Garmin Connect account.
3Als u uw trainingsstatus wilt hervatten, selecteert u een optie:
Houd in de trainingsstatus-glance MENU ingedrukt en selecteer Opties > Trainingsstatus hervatten.
Selecteer in uw Garmin Connect instellingen, Prestatiestatistieken > Trainingsstatus > >
Trainingsstatus hervatten.
4Synchroniseer uw watch met uw Garmin Connect account.
74 Lay-out
Trainingsfitheid
Uw trainingsfitheid bestaat uit een score en een kort bericht waarmee u kunt bepalen hoe klaar u bent om elke
dag te trainen. De score wordt continu berekend en bijgewerkt op basis van de volgende factoren:
Slaapscore (afgelopen nacht)
Hersteltijd
HRV-status
Acute belasting
Slaapgeschiedenis (afgelopen 3 nachten)
Stressgeschiedenis (afgelopen 3 dagen)
Kleurzone Score Beschrijving
Paars 95 tot 100 Uitstekend
Best mogelijk
Blauw 75 tot 94 Hoog
Klaar voor uitdagingen
Groen 50 tot 74 Gematigd
Startklaar
Oranje 25 tot 49 Laag
Tijd om rustiger aan te doen
Rood 1 tot 24 Slecht
Laat uw lichaam herstellen
Ga naar uw Garmin Connect account als u de trends in uw trainingsfitheid in de loop der tijd wilt zien.
Fietscapaciteit weergeven
Voordat u uw fietscapaciteit kunt bekijken, moet u een trainingsgeschiedenis van 7 dagen en VO2
max.-gegevens hebben vastgelegd in uw gebruikersprofiel (Over VO2 max. indicaties, pagina62), evenals
vermogenscurvegegevens van een gekoppelde vermogensmeter (Uw vermogenscurve weergeven, pagina69).
Fietscapaciteit is een meting van uw prestaties in drie categorieën: aerobische uithoudingsvermogen,
aerobische capaciteit, en anaerobische capaciteit. Fietscapaciteit omvat uw huidige type fietser, zoals klimmer.
De informatie die u in uw gebruikersprofiel invoert, zoals uw lichaamsgewicht, helpt ook om uw type fietser te
bepalen (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina108).
1Druk op UP of DOWN om het overzicht voor de fietscapaciteit weer te geven.
OPMERKING: U moet mogelijk het overzicht toevoegen aan uw overzichtslijst (De overzichtslijst aanpassen,
pagina60).
2Druk op START om uw huidige type rijder weer te geven.
3Druk op START om een gedetailleerde analyse van uw fietscapaciteit weer te geven (optioneel).
Lay-out 75
Een aandeel toevoegen
Voordat u de aandelenlijst kunt aanpassen, moet u de aandelenglance toevoegen aan de glancelijst (De
overzichtslijst aanpassen, pagina60).
1Druk op de wijzerplaat op UP of DOWN om de aandelenglance weer te geven.
2Selecteer START.
3Selecteer Aandeel toevoegen.
4Voer de bedrijfsnaam of het symbool voor het aandeel dat u wilt toevoegen in en selecteer .
De watch geeft zoekresultaten weer.
5Selecteer het aandeel dat u wilt toevoegen.
6Selecteer het aandeel om meer informatie weer te geven.
TIP: Als u het aandeel in de glancelijst wilt weergeven, drukt u op START en selecteert u Stel als favoriet in.
Het gebruik van Jet Lag Adviser
Voordat u de Jetlag-advies glance kunt gebruiken, moet u een reis plannen in de Garmin Connect app (Een reis
plannen in de Garmin Connect app, pagina76).
U kunt de Jetlag-advies glance tijdens het reizen gebruiken om te zien hoe uw interne klok zich verhoudt tot de
lokale tijd en om advies te krijgen over hoe u de effecten van jetlag kunt verminderen.
1Druk op de watch face op UP of DOWN om de Jetlag-advies glance weer te geven.
2Druk op START om te zien hoe uw interne klok zich verhoudt tot de lokale tijd en het algehele niveau van uw
jetlag.
3Selecteer een optie:
Druk op START om een informatiebericht over uw huidige jetlagniveau weer te geven.
Als u een tijdlijn wilt zien voor aanbevolen acties om symptomen van jetlag te verminderen, drukt u op
DOWN.
Een reis plannen in de Garmin Connect app
1Selecteer of in de Garmin Connect app.
2Selecteer Training & planning > Jetlag-advies > Reisgegevens toevoegen.
3Volg de instructies op het scherm.
76 Lay-out
Bediening
Via het bedieningsmenu hebt u snel toegang tot watchfuncties en -opties. U kunt de opties toevoegen aan het
bedieningsmenu, de volgorde ervan wijzigen en ze verwijderen (Het bedieningsmenu aanpassen, pagina79).
Houd LIGHT ingedrukt in een scherm.
Lay-out 77
Pictogram Naam Beschrijving
ABC Selecteer dit om de hoogtemeter-, barometer- en kompasapp te openen.
Vliegtuigmodus Selecteer deze optie om de vliegtuigmodus in of uit te schakelen om alle
draadloze communicatie uit te schakelen.
Alarmen Selecteer om een alarm toe te voegen of te bewerken (Een alarm instellen,
pagina2).
Hoogtemeter Selecteer om het hoogtemeterscherm te openen.
Andere tijdzones Selecteer deze optie om de huidige tijd in extra tijdzones weer te geven
(Andere tijdzones toevoegen, pagina4).
Hulp Selecteer deze optie om een verzoek om assistentie te verzenden (Hulp
vragen, pagina112).
Barometer Selecteer om het barometerscherm te openen.
Batterijspaarstand Selecteer om de batterijspaarstand in of uit te schakelen (De batterijspaar
stand aanpassen, pagina122).
Schermverlichting Selecteer om de helderheid van het scherm aan te passen (De scherminstel
lingen wijzigen, pagina124).
Deel hartslag Selecteer deze optie om de verzending van hartslaggegevens naar een
gekoppeld toestel in te schakelen (Hartslaggegevens verzenden, pagina84).
Agenda Selecteer dit om komende gebeurtenissen uit uw telefoonagenda weer te
geven.
Klokken Selecteer deze optie om de Klokken app te openen om een alarm, timer,
stopwatch of andere tijdzones in te stellen (Klokken, pagina2).
Niet storen
Selecteer deze optie om de modus Niet storen in of uit te schakelen om het
scherm te dimmen en waarschuwingen en meldingen uit te schakelen. U kunt
deze modus bijvoorbeeld gebruiken als u naar een film kijkt.
Vind mijn telefoon
Selecteer deze optie om een geluidssignaal af te spelen op uw gekoppelde
smartphone als deze binnen Bluetooth bereik is. De Bluetooth signaalsterkte
wordt weergegeven op het quatix watchscherm en neemt toe naarmate u
dichter bij uw smartphone komt.
Zaklamp Selecteer om het scherm in te schakelen en uw watch als zaklamp te
gebruiken. Op de quatix 7X Solar watch gaat de LED-zaklamp aan.
Geschiedenis Selecteer dit om uw activiteitgeschiedenis, records en totalen weer te geven.
Vergrendel toestel
Selecteer deze optie om de knoppen en het aanraakscherm te vergrendelen
om te voorkomen dat er per ongeluk op wordt gedrukt of over het scherm
wordt geveegd.
Muziekbediening Selecteer om het afspelen van muziek op uw watch of smartphone te
bedienen.
Telefoon Selecteer deze optie om de Bluetooth technologie en uw connectie met uw
gekoppelde smartphone in of uit te schakelen.
78 Lay-out
Pictogram Naam Beschrijving
Schakel uit Selecteer om de watch uit te schakelen.
Pulseoxymeter Selecteer dit om de Pulse Oximeter-app te openen (Pulse Ox meter,
pagina85).
Referentiepunt Selecteer om een referentiepunt voor de navigatie in te stellen (Een referentie
punt instellen, pagina116).
Locatie opslaan Selecteer om uw huidige locatie op te slaan om er later naartoe terug te
kunnen navigeren.
Instellingen Tik op deze toets om het menu Instellingen te openen.
Slaapstand Selecteer deze optie om de Slaapstand (De slaapstand aanpassen,
pagina125).
Stopwatch Selecteer om de stopwatch te starten (De stopwatch gebruiken, pagina4).
ZON OP & ZON
ONDER
Selecteer om de tijden van zonsopgang, zonsondergang en schemering weer
te geven.
Synchroniseren Selecteer om uw watch te synchroniseren met uw gekoppelde smartphone.
Tijdsync Selecteer om uw watch te synchroniseren met de tijd op uw smartphone of
via satellieten.
Timers Selecteer om een afteltimer in te stellen (De afteltimer instellen, pagina3).
Touchscreen Selecteer deze optie om de bedieningselementen op het aanraakscherm in of
uit te schakelen.
Portemonnee Selecteer om uw GarminPay portemonnee te openen en aankopen te betalen
met uw watch (GarminPay, pagina80).
Weer Selecteer dit om de huidige weersverwachting en huidige omstandigheden
weer te geven.
Wi-Fi Selecteer om Wi‑Fi® communicatie in of uit te schakelen.
Het bedieningsmenu aanpassen
U kunt snelkoppelingen toevoegen, verwijderen en de volgorde ervan wijzigen in het bedieningsmenu (Bediening,
pagina77).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Lay-out > Bediening.
3Selecteer een snelkoppeling die u wilt aanpassen.
4Selecteer een optie:
Selecteer Sorteer om de locatie van de snelkoppeling in het bedieningsmenu te wijzigen.
Selecteer Verwijder om de snelkoppeling uit het bedieningsmenu te verwijderen.
5Selecteer indien nodig Voeg nieuw toe om nog een snelkoppeling aan het bedieningsmenu toe te voegen.
Lay-out 79
De LED-zaklamp gebruiken
WAARSCHUWING
Dit toestel heeft mogelijk een zaklamp die kan worden geprogrammeerd om met verschillende intervallen te
knipperen. Neem contact op met uw arts als u epilepsie hebt of gevoelig bent voor fel of knipperend licht.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar op quatix 7X Solar modellen.
Gebruik van de zaklamp kan de levensduur van de batterij doen afnemen. U kunt de helderheid beperken om de
levensduur van de batterij te verlengen.
1Houd LIGHT ingedrukt.
2Selecteer .
3Druk indien nodig op START om de zaklamp in te schakelen.
4Selecteer een optie:
Druk op UP of DOWN om de helderheid of kleur van de zaklamp aan te passen.
TIP: U kunt snel tweemaal op LIGHT drukken om de zaklamp in de toekomst in te schakelen met deze
instelling.
Als u de zaklamp wilt programmeren om in een geselecteerd patroon te knipperen, houdt u MENU
ingedrukt, selecteert u Stroboscoop, selecteert u een modus en drukt u op START.
Als u uw contactgegevens voor noodgevallen wilt weergeven en de zaklamp wilt programmeren om in een
noodpatroon te knipperen, houdt u MENU ingedrukt, selecteert u Noodpatroon en drukt u op START.
OPMERKING: Uw contactgegevens voor noodgevallen worden alleen weergegeven als deze in de Garmin
Connect app zijn geconfigureerd.
De aangepaste Flashlight Strobe bewerken
1Houd LIGHT ingedrukt.
2Selecteer > AANGEPAST.
3Druk op START om de flashlight strobe in te schakelen (optioneel).
4Selecteer .
5Druk op UP of DOWN om naar een stroboscoopinstelling te bladeren.
6Druk op START om door de instellingsopties te bladeren.
7Druk op BACK om op te slaan.
Het scherm Zaklamp gebruiken
WAARSCHUWING
Dit toestel heeft mogelijk een zaklamp die kan worden geprogrammeerd om met verschillende intervallen te
knipperen. Neem contact op met uw arts als u epilepsie hebt of gevoelig bent voor fel of knipperend licht.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar op quatix 7 modellen.
Gebruik van de zaklamp kan de levensduur van de batterij doen afnemen. U kunt de helderheid beperken om de
levensduur van de batterij te verlengen.
1Houd LIGHT ingedrukt.
2Selecteer .
3Druk op UP of DOWN om de zaklampmodus te wijzigen.
TIP: U kunt snel tweemaal op LIGHT drukken om de zaklamp in de toekomst in te schakelen met deze
instelling.
GarminPay
Met de functie GarminPay kunt u met uw watch aankopen betalen bij deelnemende winkels door een creditcard
of bankpas te gebruiken die is uitgegeven door een deelnemende financiële instelling.
80 Lay-out
Uw GarminPay portemonnee instellen
U kunt een of meer deelnemende creditcards of bankpassen aan uw GarminPay portemonnee toevoegen. Ga
naar garmin.com/garminpay/banks en ontdek welke financiële instellingen meedoen.
1Selecteer in de Garmin Connect app of .
2Selecteer Garmin Pay > Aan de slag.
3Volg de instructies op het scherm.
Een aankoop betalen via uw horloge
Voordat u met uw horloge aankopen kunt betalen, moet u minimaal één betaalkaart instellen.
U kunt met uw watch aankopen betalen in deelnemende winkels.
1Houd LIGHT ingedrukt.
2Selecteer .
3Voer uw pincode van vier cijfers in.
OPMERKING: Als u uw pincode drie keer onjuist invoert, wordt uw portemonnee vergrendeld en moet u uw
pincode opnieuw instellen in de Garmin Connect app.
Uw laatst gebruikte betaalkaart wordt weergegeven.
4Als u meerdere kaarten hebt toegevoegd aan uw GarminPay portemonnee, veegt u om een andere kaart te
gebruiken (optioneel).
5Als u meerdere kaarten hebt toegevoegd aan uw GarminPay portemonnee, selecteert u DOWN om een
andere kaart te gebruiken (optioneel).
6Houd uw horloge binnen 60 seconden bij de lezer, met het scherm in de richting van de lezer.
Het horloge trilt en u ziet een vinkje op het scherm wanneer de communicatie met de lezer is voltooid.
7Volg de instructies op de kaartlezer, indien nodig, om de transactie te voltooien.
TIP: Nadat u de juiste pincode hebt ingevoerd, kunt u gedurende 24 uur betalingen doen zonder pincode zolang
u het horloge draagt. Als u het horloge afdoet of als u de hartslagmeting uitschakelt, moet u de pincode
opnieuw invoeren om een betaling te doen.
Een kaart toevoegen aan uw GarminPay portemonnee
U kunt maximaal 10 creditcards of bankpassen toevoegen aan uw GarminPay portemonnee.
1Selecteer in de Garmin Connect app of .
2Selecteer Garmin Pay > > Voeg kaart toe.
3Volg de instructies op het scherm.
Nadat de kaart is toegevoegd, kunt u de kaart selecteren op uw horloge wanneer u een betaling doet.
Uw GarminPay kaarten beheren
U kunt een kaart tijdelijk opschorten of verwijderen.
OPMERKING: In sommige landen zijn de GarminPay functies mogelijk beperkt door de deelnemende financiële
instellingen.
1Selecteer in de Garmin Connect app of .
2Selecteer Garmin Pay.
3Selecteer een kaart.
4Selecteer een optie:
Selecteer Blokkeer kaart om de kaart tijdelijk op te schorten of de opschorting op te heffen.
De kaart moet actief zijn om aankopen te kunnen doen met uw quatix watch.
Selecteer om de kaart te verwijderen.
Lay-out 81
Uw GarminPay pincode wijzigen
U dient uw huidige pincode te weten om deze te kunnen wijzigen. Als u uw wachtwoord bent vergeten,
moet u de GarminPay functie voor uw quatix watch opnieuw instellen, een nieuwe pincode maken en uw
kaartgegevens opnieuw invoeren.
1Selecteer op de pagina quatix toestel in de Garmin Connect app de opties Garmin Pay > Wijzig pincode.
2Volg de instructies op het scherm.
De volgende keer dat u met uw quatix watch betaalt, moet u de nieuwe pincode invoeren.
Ochtendrapport
Uw watch geeft een ochtendrapport weer op basis van uw normale wektijd. Druk op DOWN om het rapport weer
te geven, inclusief het weer, de slaap, de variabiliteit van de hartslag in de nacht en nog veel meer (Aanpassen
van uw ochtendrapport, pagina82).
Aanpassen van uw ochtendrapport
OPMERKING: U kunt deze instellingen aanpassen op uw watch of in uw Garmin Connect account.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Lay-out > Ochtendrapport.
3Selecteer een optie:
Selecteer Toon rapport om het ochtendrapport in of uit te schakelen.
Selecteer Wijzig rapport om de volgorde en het type gegevens in uw ochtendrapport aan te passen.
Sensoren en accessoires
De quatix watch heeft verschillende interne sensoren en u kunt extra draadloze sensoren koppelen voor uw
activiteiten.
Polshartslag
Uw watch heeft een polshartslagmeter en u kunt uw hartslaggegevens in een hartslag-glance bekijken (De
glancelijst weergeven, pagina59).
De watch is ook compatibel met borsthartslagmeters. Als de gegevens van zowel de polshartslag als de
borsthartslag beschikbaar zijn zodra u een activiteit start, gebruikt uw watch de borsthartslaggegevens.
82 Sensoren en accessoires
De watch dragen
VOORZICHTIG
Sommige gebruikers kunnen last krijgen van huidirritatie na langdurig gebruik van de watch, vooral als de
gebruiker een gevoelige huid heeft of allergisch is. Als u merkt dat uw huid geïrriteerd is, verwijder de watch dan
en geef uw huid de tijd om te herstellen. Zorg ervoor dat de watch schoon en droog is en draai het niet te strak
aan om huidirritatie te voorkomen. Ga voor meer informatie naar garmin.com/fitandcare.
Draag de watch om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: De watch dient stevig vast te zitten, maar niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting,
mag de watch tijdens het hardlopen of de training niet bewegen. Voor pulse oxymeterwaarden moet u
bewegingloos blijven.
OPMERKING: De optische sensor bevindt zich aan de achterkant van de watch.
Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens, pagina83 voor meer informatie over de hartslag aan
de pols.
Zie Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens, pagina86 voor meer informatie over de Pulse Ox
metersensor.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over nauwkeurigheid.
Ga voor meer informatie over onderhoud en ondersteuning voor uw watch naar garmin.com/fitandcare.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Zorg dat uw arm schoon en droog is voordat u de watch omdoet.
Zorg dat de huid onder de watch niet is ingesmeerd met zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende
middelen.
Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van de watch niet wordt bekrast.
Draag de watch om uw pols, boven uw polsgewricht. De watch dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw activiteit begint.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
Spoel de watch na elke training af met schoon water.
Sensoren en accessoires 83
Instellingen polshartslagmeter
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Polshartslag.
Status: Hiermee schakelt u de polshartslagmeter in of uit. De standaardwaarde is Automatisch, waarbij
automatisch de polshartslagmeter wordt gebruikt, tenzij u een externe hartslagmeter koppelt.
OPMERKING: Als u de polshartslagmeter uitschakelt, wordt ook de polssensor van de pulse oximeter
uitgeschakeld. U kunt een handmatige meting uitvoeren vanuit de pulse oximeter-glance.
Tijdens zwemmen: Hiermee schakelt u de polshartslagmeter in of uit tijdens zwemactiviteiten.
Abnormale-hartslagwaarsch.: Hiermee kunt u de watch instellen om u te waarschuwen wanneer uw
hartslag een bepaalde drempel overschrijdt of onder een ingestelde drempelwaarde komt (Abnormale-
hartslagwaarschuwingen instellen, pagina84).
Deel hartslag: Hiermee kunt u uw hartslaggegevens naar een gekoppeld toestel verzenden (Hartslaggegevens
verzenden, pagina84).
Abnormale-hartslagwaarschuwingen instellen
VOORZICHTIG
Deze functie waarschuwt u alleen wanneer uw hartslag na een periode van inactiviteit een bepaald aantal
slagen per minuut overschrijdt of daalt, zoals geselecteerd door de gebruiker. Deze functie waarschuwt u niet
voor een mogelijke hartaandoening en is niet bedoeld om een medische aandoening of ziekte te behandelen of
te diagnosticeren. Neem bij hartproblemen altijd contact op met uw zorgverlener.
U kunt de drempelwaarde voor de hartslag instellen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Polshartslag > Abnormale-hartslagwaarsch..
3Selecteer Melding Hoog of Melding Laag.
4Stel de drempelwaarde voor de hartslag in.
Telkens wanneer uw hartslag boven of onder de drempelwaarde komt, verschijnt er een bericht en trilt de watch.
Hartslaggegevens verzenden
U kunt uw hartslaggegevens vanaf uw watch verzenden en deze op gekoppelde toestellen bekijken. Het
verzenden van hartslaggegevens verkort de levensduur van batterij.
TIP: U kunt de activiteitinstellingen aanpassen zodat uw hartslaggegevens automatisch worden verzonden
wanneer u een activiteit start (Instellingen van activiteiten en apps, pagina37). U kunt bijvoorbeeld uw
hartslaggegevens verzenden naar een Edge toestel tijdens het fietsen.
1Selecteer een optie:
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Polshartslag > Deel hartslag.
Houd LIGHT ingedrukt om het bedieningsmenu te openen en selecteer .
OPMERKING: U kunt de opties toevoegen aan het bedieningsmenu (Het bedieningsmenu aanpassen,
pagina79).
2Selecteer START.
De watch begint met het verzenden van uw hartslaggegevens.
3Koppel uw watch met uw compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel.
Raadpleeg uw gebruikershandleiding.
4Druk op STOP om het verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
84 Sensoren en accessoires
Pulse Ox meter
Uw watch beschikt over een Pulse Ox meter op de pols om de perifere zuurstofsaturatie in uw bloed te meten
(SpO2). Naarmate uw hoogte toeneemt, kan het zuurstofgehalte in uw bloed afnemen. Het kennen van uw
zuurstofsaturatie kan u helpen bepalen hoe uw lichaam zich op grote hoogte aanpast voor bergsporten en
expedities.
U kunt handmatig beginnen met een Pulse Ox meting door de Pulse Ox meterglance te bekijken (Pulse Ox
metingen verkrijgen, pagina86). U kunt ook doorlopende metingen inschakelen (Modus van de Puls Ox meter
instellen, pagina86). Wanneer u de Pulse Ox meter glance bekijkt terwijl u niet beweegt, analyseert uw watch
uw zuurstofsaturatie en uw hoogte. Het hoogteprofiel geeft aan hoe uw Pulse Ox meterwaarden veranderen in
verhouding tot uw hoogte.
Op de watch wordt uw Pulse Ox meterwaarde als zuurstofsaturatiepercentage en een kleur in de grafiek
weergegeven. In uw Garmin Connect account kunt u extra gegevens over uw Pulse Ox meterwaarden bekijken,
inclusief trends over meerdere dagen.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over de nauwkeurigheid van de Pulse Ox meter.
De hoogteschaal.
Een grafiek met uw gemiddelde zuurstofsaturatiewaarden van de laatste 24 uur.
Uw meest recente zuurstofsaturatie.
De percentageschaal van de zuurstofsaturatie.
Een grafiek met uw hoogtewaarden van de laatste 24 uur.
Sensoren en accessoires 85
Pulse Ox metingen verkrijgen
U kunt op elk gewenst moment handmatig een Pulse Ox meting starten door de Pulse Ox meterglance te
bekijken. De glance geeft het meest recente zuurstofsaturatiepercentage in uw bloed, een grafiek met uw
uurgemiddelden voor de laatste 24 uur, en een grafiek met uw hoogte voor de laatste 24 uur.
OPMERKING: De eerste keer dat u de Pulse Ox meterglance opent, moet de watch satellietsignalen ontvangen
om de hoogte te bepalen. Ga naar buiten en wacht tot de watch satellieten heeft gevonden.
1Druk terwijl u zit of inactief bent op UP of DOWN om de Pulse Ox meterglance weer te geven.
2Druk op START om de details van de glance weer te geven en een Pulse Ox meting te starten.
3Beweeg niet gedurende maximaal 30 seconden.
OPMERKING: Als u te actief bent, kan de smartwatch uw zuurstofsaturatie niet bepalen en wordt er een
bericht weergegeven in plaats van een percentage. Na enkele minuten inactiviteit kunt u uw zuurstofsaturatie
opnieuw controleren. Voor het beste resultaat houdt u de arm waaraan u de watch draagt ter hoogte van uw
hart terwijl de watch de zuurstofsaturatie van uw bloed meet.
4Druk op DOWN om een grafiek van uw Pulse Ox meterwaarden voor de laatste zeven dagen weer te geven.
Modus van de Puls Ox meter instellen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Pulseoxymeter > Pulse Ox modus.
3Selecteer een optie:
Als u automatische metingen wilt uitschakelen, selecteert u Handmatige controle.
Als u continue metingen wilt inschakelen terwijl u slaapt, selecteert u In slaapstand.
OPMERKING: Ongebruikelijke slaapposities kunnen een abnormaal lage SpO2-meting tijdens de slaaptijd
veroorzaken.
Als u metingen wilt inschakelen terwijl u overdag niet actief bent, selecteert u Gehele dag.
OPMERKING: Het inschakelen van de modus Gehele dag verkort de levensduur van de batterij.
Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens
Als pulse oxymeter-gegevens onregelmatig zijn of niet worden weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Beweeg niet terwijl de watch de zuurstofsaturatie van uw bloed leest.
Draag de watch om uw pols, boven uw polsgewricht. De watch dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Houd de arm waaraan u de watch draagt ter hoogte van uw hart terwijl de watch de zuurstofsaturatie van uw
bloed leest.
Gebruik een siliconen of nylon band.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u de watch omdoet.
Zorg dat de huid onder de watch niet is ingesmeerd met zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende
middelen.
Zorg dat de optische sensor aan de achterkant van de watch niet wordt bekrast.
Spoel de watch na elke training af met schoon water.
Kompas
De watch is voorzien van een kompas met drie assen en automatische kalibratie. De kompasfuncties en
-weergave veranderen op basis van uw activiteit, of GPS is ingeschakeld en of u naar een bestemming
navigeert. U kunt de kompasinstellingen handmatig wijzigen (Kompasinstellingen, pagina87).
86 Sensoren en accessoires
De kompaskoers instellen
1Druk op START op de kompasglance.
2Selecteer Vergrendel koers.
3Richt de bovenkant van de watch in uw richting en druk op START.
Wanneer u van de voorliggende koers afwijkt, geeft het kompas de richting ten opzichte van de koers en de
deviatie in graden weer.
Kompasinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Kompas.
Kalibreer: Hiermee kunt u de kompassensor handmatig kalibreren (Het kompas handmatig kalibreren,
pagina87).
Scherm: Hiermee stelt u de koersweergave op het kompas in letters, graden of milliradialen in.
Noordreferentie: Hiermee stelt u de noordreferentie van het kompas in (De noordreferentie instellen,
pagina87).
Modus: Hiermee stelt u in dat het kompas alleen elektronische sensorgegevens (Aan), een combinatie van GPS
en elektronische sensorgegevens bij verplaatsing (Automatisch) of alleen GPS-gegevens gebruikt (Uit).
Het kompas handmatig kalibreren
LET OP
Kalibreer het elektronische kompas buiten. Zorg dat u zich niet in de buurt bevindt van objecten die invloed
uitoefenen op magnetische velden, zoals voertuigen, gebouwen of elektriciteitskabels.
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek en maakt standaard gebruik van automatische kalibratie.
Als uw kompas niet goed werkt, bijvoorbeeld nadat u lange afstanden hebt afgelegd of na extreme
temperatuurveranderingen, kunt u het handmatig kalibreren.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Kompas > Kalibreer > Start.
3Volg de instructies op het scherm.
TIP: Maak een kleine 8-beweging met uw pols tot een bericht wordt weergegeven.
De noordreferentie instellen
U kunt de koersreferentie instellen die wordt gebruikt voor het berekenen van de voorliggende koers.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Kompas > Noordreferentie
3Selecteer een optie:
U kunt het geografische noorden instellen als koersreferentie door Waar te selecteren.
U kunt automatisch de magnetische afwijking instellen voor uw locatie door Magnetisch te selecteren.
U kunt het noorden van het grid (000º) instellen als koersreferentie door Grid te selecteren.
Als u de magnetische-variatiewaarde handmatig wilt instellen, selecteert u Gebruiker > Mag. afwijking,
voert u de magnetische variatie in en selecteert u OK.
Hoogtemeter en barometer
De watch is uitgerust met een ingebouwde hoogtemeter en barometer. De watch verzamelt voortdurend
hoogte- en luchtdrukgegevens, ook in de energiezuinige modus. Op de hoogtemeter wordt uw geschatte hoogte
weergegeven op basis van luchtdrukverschillen. Op de barometer worden gegevens over omgevingsluchtdruk
weergegeven op basis van de vaste hoogte waarop de hoogtemeter voor het laatst is gekalibreerd
(Hoogtemeterinstellingen, pagina88).
Sensoren en accessoires 87
Hoogtemeterinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Hoogtemeter.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de hoogtemeter handmatig kalibreren.
Automatisch kalibreren: Hiermee voert de hoogtemeter automatisch een kalibratie uit telkens wanneer u
satellietsystemen gebruikt.
Sensormodus: Hiermee stelt u de modus voor de sensor in. Met de optie Automatisch gebruikt u zowel de
hoogtemeter als de barometer, afhankelijk van uw beweging. U kunt de optie Alleen hoogtemeter gebruiken
wanneer er tijdens uw activiteit sprake is van hoogteverschillen, of de optie Alleen barometer wanneer er
geen sprake is van hoogteverschillen.
Hoogte: Hiermee stelt u de maateenheden voor hoogte in.
De barometrische hoogtemeter kalibreren
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt automatische kalibratie op het GPS-beginpunt
gebruikt. U kunt de barometrische hoogtemeter handmatig kalibreren als u de juiste hoogte kent.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Hoogtemeter.
3Selecteer een optie:
Selecteer Automatisch kalibreren als u het toestel automatisch wilt kalibreren op het GPS-beginpunt.
Selecteer Kalibreer > Handmatig invoeren als u de huidige hoogte handmatig wilt invoeren.
Selecteer Kalibreer > Gebruik DEM om de huidige hoogte van het digitale hoogtemodel in te voeren.
Selecteer Kalibreer > Gebruik GPS om de huidige hoogte vanaf uw GPS-locatie in te voeren.
Barometerinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Barometer.
Kalibreer: Hiermee kunt u de sensor van de barometer handmatig kalibreren.
Grafiek: Hiermee stelt u de tijdschaal in voor de grafiek in de barometer-glance.
Stormwaarsch.: Hiermee stelt u in bij welke barometerdrukwijziging een stormwaarschuwing wordt gegeven.
Sensormodus: Hiermee stelt u de modus voor de sensor in. Met de optie Automatisch gebruikt u zowel de
hoogtemeter als de barometer, afhankelijk van uw beweging. U kunt de optie Alleen hoogtemeter gebruiken
wanneer er tijdens uw activiteit sprake is van hoogteverschillen, of de optie Alleen barometer wanneer er
geen sprake is van hoogteverschillen.
Druk: Hiermee stelt u in hoe de watch drukgegevens weergeeft.
De barometer kalibreren
Uw watch is al gekalibreerd in de fabriek. Standaard wordt automatische kalibratie op het GPS-beginpunt
gebruikt. U kunt de barometer handmatig kalibreren als de juiste hoogte of de druk op zeeniveau u bekend is.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Barometer > Kalibreer.
3Selecteer een optie:
Selecteer Handmatig invoeren als u de huidige hoogte en druk op zeeniveau (optioneel) wilt invoeren.
Selecteer Gebruik DEM als u automatisch wilt kalibreren op het Digital Elevation Model.
Selecteer Gebruik GPS als u het toestel automatisch wilt kalibreren op het GPS-beginpunt.
88 Sensoren en accessoires
Draadloze sensoren
Uw watch kan worden gekoppeld en gebruikt met draadloze sensoren met behulp van ANT+ of Bluetooth
technologie (De draadloze sensoren koppelen, pagina91). Nadat de toestellen zijn gekoppeld, kunt u de
optionele gegevensvelden aanpassen (Gegevensschermen aanpassen, pagina36). Als bij uw watch een sensor
is meegeleverd, zijn de toestellen al gekoppeld.
Voor informatie over compatibiliteit van een bepaalde Garmin sensor, aanschaf of het raadplegen van de
gebruikershandleiding, gaat u naar buy.garmin.com voor de desbetreffende sensor.
Sensoren en accessoires 89
Sensortype Beschrijving
Clubsensoren U kunt Approach CT10 golfclubsensoren gebruiken om uw golfshots, waaronder locatie,
afstand en clubtype, automatisch te volgen.
DogTrack Hiermee kunt u gegevens ontvangen van een compatibel handheld toestel voor het volgen
van honden.
eBike U kunt uw watch gebruiken bij uw eBike en fietsgegevens, zoals batterij- en schakelinfor
matie, bekijken tijdens uw ritten.
Extra scherm U kunt de modus Extra scherm gebruiken om gegevensschermen van uw quatix watch op
een compatibele Edge fietscomputer weer te geven tijdens een rit of triatlon.
Externe hart
slagmeter
U kunt een externe sensor, zoals de HRM-Pro of HRM-Dual hartslagmonitor, gebruiken
om hartslaggegevens te bekijken tijdens uw activiteiten. Sommige hartslagmeters kunnen
ook gegevens opslaan of geavanceerde hardloopgegevens weergeven (Hardloopdynamiek,
pagina92) (Hardloopvermogen, pagina93).
Voetsensor Bij indoortrainingen of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van de GPS een voets
ensor gebruiken om tempo en afstand vast te leggen.
Hoofdtelefoon U kunt een Bluetooth hoofdtelefoon gebruiken om naar muziek op uw quatix watch te
luisteren (Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten, pagina102).
inReach Met de inReach afstandsbedieningsfunctie kunt u uw inReach satellietcommunicator
bedienen via uw quatix watch (De inReach afstandsbediening gebruiken, pagina94).
Lichten U kunt Varia slimme fietsverlichting gebruiken om het zicht in uw omgeving te verbeteren.
Spierzuurstof U kunt een spierzuurstofsensor gebruiken om gegevens over hemoglobine- en spierzuurstof
saturatie te bekijken terwijl u traint.
Vermogen
U kunt de Rally of Vector pedalen voor fietsvermogensmeter gebruiken om vermogensge
gevens op uw toestel weer te geven. U kunt uw vermogenszones aanpassen aan uw doelen
en capaciteiten (Uw vermogenszones instellen, pagina110) of u kunt bereikwaarschuwingen
gebruiken om een melding te ontvangen wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt
(Een waarschuwing instellen, pagina41).
Radar
U kunt een Varia achteruitkijkfietsradar gebruiken om het zicht in uw omgeving te verbeteren
en waarschuwingen te verzenden bij naderende voertuigen. Met een Varia achterlicht van
een radarcamera kunt u ook foto's maken en video's opnemen tijdens een rit (De Varia
Camerabediening gebruiken, pagina94).
RD-sensor U kunt een Running Dynamics Pod gebruiken om hardloopdynamiekgegevens op te nemen
en deze op uw watch weer te geven (Hardloopdynamiek, pagina92).
Schakelen
U kunt elektronische schakelsystemen gebruiken om schakelinformatie weer te geven
tijdens een rit. De quatix watch geeft de huidige afstellingswaarden weer als de sensor zich
in de afstellingsmodus bevindt.
Shimano Di2
U kunt Shimano® Di2 elektronische schakelsystemen gebruiken om schakelinformatie weer
te geven tijdens een rit. De quatix watch geeft de huidige afstellingswaarden weer als de
sensor zich in de afstellingsmodus bevindt.
Smart Trainer U kunt uw watch met een slimme indoorfietstrainer gebruiken om weerstand te simuleren
terwijl u een koers, rit of workout volgt. (Een indoortrainer gebruiken, pagina21).
Snelheid/
cadans
U kunt snelheids- of cadanssensoren aan uw fiets bevestigen en de gegevens tijdens uw
rit bekijken. Indien nodig, kunt u handmatig uw wielmaat invoeren in de instellingen van de
snelheidsensor (Wielmaat en omvang, pagina151).
90 Sensoren en accessoires
Sensortype Beschrijving
Tempe
U kunt de tempe temperatuursensor aan een stevige band of lus bevestigen op een plek
waar deze is blootgesteld aan omgevingslucht, zodat de sensor een consistente bron van
nauwkeurige temperatuurgegevens biedt.
VIRB Met de VIRB afstandsbedieningsfunctie kunt u uw VIRB actiecamera op afstand bedienen via
uw watch (VIRB afstandsbediening, pagina94).
Laserlocaties
van de XERO
U kunt laserlocatiegegevens van een Xero toestel bekijken en delen (Xero laserlocatie-instel
lingen, pagina96).
De draadloze sensoren koppelen
Voordat u kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of de sensor plaatsen.
Wanneer u voor de eerste keer een draadloze sensor via ANT+ of Bluetooth technologie met uw watch wilt
verbinden, moet u de watch en de sensor eerst koppelen. Als de sensor is voorzien van zowel ANT+ als
Bluetooth technologie, raadt Garmin u aan te koppelen met behulp van ANT+ technologie. Nadat de koppeling is
voltooid, maakt de watch automatisch een verbinding met de sensor wanneer u een activiteit start en de sensor
actief is en zich binnen bereik bevindt.
1Breng de watch binnen 3m (10ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10m (33ft.) bij andere draadloze sensoren vandaan bent tijdens
het koppelen.
2Houd MENU ingedrukt.
3Selecteer Sensors en accessoires > Voeg nieuw toe.
TIP: Wanneer u een activiteit start met de optie Automatische detectie ingeschakeld, zoekt de watch
automatisch naar sensoren in de buurt en vraagt of u ze wilt koppelen.
4Selecteer een optie:
Selecteer Door alle sensors zoeken.
Selecteer uw type sensor.
Als de sensor is gekoppeld met uw watch wordt de status van de sensor gewijzigd van Zoeken naar
Verbonden. Sensorgegevens worden weergegeven in de reeks gegevensschermen of in een aangepast
gegevensveld. U kunt de optionele gegevensvelden aanpassen (Gegevensschermen aanpassen, pagina36).
HRM-Pro Hardlooptempo en -afstand
Het accessoire uit de HRM-Pro serie berekent uw hardloopsnelheid en -afstand op basis van uw
gebruikersprofiel en de beweging die door de sensor bij elke stap wordt gemeten. De hartslagmeter geeft
de hardloopsnelheid en -afstand weer als er geen GPS beschikbaar is, bijvoorbeeld tijdens het lopen op een
loopband. U kunt uw hardlooptempo en -afstand op uw compatibele quatix watch bekijken wanneer u bent
verbonden via ANT+ technologie. U kunt deze gegevens ook bekijken op compatibele trainingsapps van derden
wanneer u verbonden bent met behulp van Bluetooth technologie.
De nauwkeurigheid van tempo en afstand verbetert met kalibratie.
Automatische kalibratie: De standaardinstelling voor uw watch is Automatisch kalibreren. Het accessoire uit
de HRM-Pro serie wordt elke keer dat u buiten hardloopt gekalibreerd doordat hij is verbonden met uw
compatibele quatix watch.
OPMERKING: Automatische kalibratie werkt niet voor indoor-, trail- of ultra run-activiteitsprofielen (Tips voor
het registreren van hardlooptempo en -afstand, pagina92).
Handmatige kalibratie: U kunt Kalibreren/opsl selecteren nadat u op de loopband hebt hardgelopen met uw
connected accessoire uit de HRM-Pro serie (De loopbandafstand kalibreren, pagina16).
Sensoren en accessoires 91
Tips voor het registreren van hardlooptempo en -afstand
Werk uw quatix watch-software bij (Productupdates, pagina129).
Voltooi verschillende hardloopsessies buiten met GPS en uw connected accessoire uit de HRM-Pro serie. Het
is belangrijk dat uw outdoortempobereik overeenkomt met uw tempobereik op de loopband.
Als er in uw hardloopsessie zand of diepe sneeuw voorkomt, gaat u naar de sensorinstellingen en schakelt u
Automatisch kalibreren uit.
Als u eerder een compatibele voetsensor hebt aangesloten met behulp van ANT+ technologie, stelt u de
status van de voetsensor in op Uit, of verwijdert u deze uit de lijst met aangesloten sensoren.
Voltooi een hardloopsessie op de loopband met handmatige kalibratie (De loopbandafstand kalibreren,
pagina16).
Als automatische en handmatige kalibraties niet nauwkeurig lijken, ga dan naar de sensorinstellingen en
selecteer HRM-tempo en afstand > Reset kalibratiegeg..
OPMERKING: U kunt proberen Automatisch kalibreren uit te schakelen en vervolgens handmatig opnieuw te
kalibreren (De loopbandafstand kalibreren, pagina16).
Hardloopdynamiek
Hardloopdynamica is realtime feedback over uw hardlooptechniek. Uw quatix watch heeft een
versnellingsmeter om vijf meetwaarden voor hardlooptechniek te berekenen. Voor alle zes meetwaarden voor
hardlooptechniek moet u uw quatix watch koppelen met het accessoire uit de HRM-Pro serie of een ander
accessoire voor hardloopdynamiek dat de beweging van uw romp meet. Ga voor meer informatie naar garmin
.com/performance-data/running.
Metrisch Sensortype Beschrijving
Cadans Watch of compatibel
accessoire
Cadans is het aantal stappen per minuut. Het totale aantal stappen
wordt weergegeven (links en rechts samen).
Verticale oscil
latie
Watch of compatibel
accessoire
Verticale oscillatie is de op-en-neerbeweging tijdens het hardlopen.
De verticale beweging van uw bovenlichaam wordt in centimeters
weergegeven.
Grondcon
tacttijd
Watch of compatibel
accessoire
Grondcontacttijd is de hoeveelheid tijd voor iedere stap tijdens het
hardlopen waarbij er contact is met de grond. Dit wordt gemeten in
milliseconden.
OPMERKING: Grondcontacttijd en balans zijn niet beschikbaar
wanneer u wandelt.
Grondcon
tacttijd-balans
Alleen compatibele
accessoires
Grondcontacttijd-balans geeft de links/rechts-balans van uw grond
contacttijd weer tijdens het hardlopen. Deze balans wordt weerge
geven als percentage. Bijvoorbeeld 53,2 met een pijl naar links of
naar rechts.
Staplengte Watch of compatibel
accessoire
Staplengte is de afstand tussen de plekken waar u uw ene voet en
uw andere voet neerzet. Deze lengte wordt gemeten in meters.
Verticale ratio Watch of compatibel
accessoire
Verticale ratio is de verhouding tussen verticale oscillatie en
staplengte. Deze balans wordt weergegeven als percentage. Een
lagere ratio duidt meestal op een betere hardloopconditie.
92 Sensoren en accessoires
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens
Bij dit onderwerp vindt u tips voor het gebruik van een compatibel accessoire voor hardloopdynamica. Als het
accessoire niet is aangesloten op uw watch, schakelt de watch automatisch over naar hardloopdynamiek aan
de pols.
Zorg ervoor dat u beschikt over een accessoire voor hardloopdynamiek, zoals een accessoire uit de HRM-Pro
serie.
Accessoires met hardloopdynamiek herkent u aan voorop de module.
Koppel het accessoire voor hardloopdynamiek nogmaals met uw watch volgens de instructies.
Als u het accessoire uit de HRM-Pro serie gebruikt, koppelt u het met uw watch via ANT+ technologie in
plaats van Bluetooth technologie.
Als de hardloopdynamiekgegevens in nullen worden weergegeven, controleer dan of het accessoire op de
juiste manier wordt gedragen.
OPMERKING: De grondcontacttijd en balans worden alleen weergegeven tijdens het hardlopen. Deze worden
niet berekend als u wandelt.
NIET VERGETEN: Grondcontacttijd-balans wordt niet berekend met hardloopdynamica aan de pols.
Hardloopvermogen
Garmin hardloopvermogen wordt berekend met behulp van meetgegevens over de hardloopdynamiek, het
gewicht van de gebruiker, omgevingsgegevens en andere sensorgegevens. De vermogensmeting is een
inschatting van de hoeveelheid vermogen die een hardloper op het wegdek toepast en wordt weergegeven
in watt. Het gebruik van het hardloopvermogen als inspanningsmeting kan voor sommige hardlopers beter
zijn dan het gebruik van tempo of hartslag. Het hardloopvermogen is mogelijk nauwkeuriger dan de hartslag
voor het bepalen van het inspanningsniveau. Er kan daarbij ook rekening worden gehouden met heuvelop of
heuvelaf lopen en met de wind. Bij een tempometing gebeurt dit niet. Ga voor meer informatie naar garmin.com
/performance-data/running.
Het hardloopvermogen kan worden gemeten met een compatibel accessoire voor hardloopdynamica of met
de watchsensoren. U kunt de gegevensvelden voor hardloopvermogen aanpassen om uw uitgangsvermogen
te bekijken en uw training aan te passen (Gegevensvelden, pagina134). U kunt vermogenswaarschuwingen
instellen om een melding te krijgen wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt (Activiteitswaarschuwingen,
pagina40).
Hardloopvermogenszones zijn vergelijkbaar met fietsvermogenszones. De waarden voor de zones zijn
standaardwaarden op basis van geslacht, gewicht en gemiddelde vaardigheid en komen mogelijk niet overeen
met uw persoonlijke vaardigheden. U kunt uw zones handmatig aanpassen op de watch of via uw Garmin
Connect account (Uw vermogenszones instellen, pagina110).
Instellingen voor hardloopvermogen
Houd MENU ingedrukt, selecteer Activiteiten en apps. Selecteer een hardloopactiviteit, de activiteitsinstellingen
en selecteer Hardloopvermogen.
Status: Hiermee schakelt u het registreren Garmin van hardloopvermogensgegevens in of uit. U kunt deze
instelling gebruiken als u liever gebruik wilt maken van hardloopvermogensgegevens van derden.
Bron: Hiermee kunt u selecteren welk toestel u wilt gebruiken voor het registreren van
hardloopvermogensgegevens. Via de optie Smartmodus wordt het accessoire voor hardloopdynamica
automatisch gedetecteerd en gebruikt, indien beschikbaar. De watch gebruikt hardloopvermogensgegevens
aan de pols wanneer er geen accessoire is aangesloten.
Houd rekening met wind: Hiermee schakelt u het gebruik van windgegevens bij het berekenen van uw
hardloopvermogen in of uit. Windgegevens zijn een combinatie van de snelheid, koers en barometergegevens
van uw watch en de beschikbare windgegevens van uw smartphone.
Sensoren en accessoires 93
De Varia Camerabediening gebruiken
LET OP
In sommige rechtsgebieden kan het opnemen van video, audio of foto's worden verboden of gereguleerd,
of kan worden geëist dat alle partijen kennis hebben van de opname en toestemming geven. Het is uw
verantwoordelijkheid om op de hoogte te zijn van alle wetten, voorschriften en eventuele andere beperkingen in
de rechtsgebieden waar u dit toestel wilt gebruiken en na te leven.
Voordat u de Varia bedieningselementen van de camera kunt gebruiken, moet u het accessoire aan uw watch
koppelen (De draadloze sensoren koppelen, pagina91).
1Voeg de RCT-camera-glance toe aan uw watch (Korte blik, pagina56).
2Selecteer een optie in de RCT-camera-glance:
Selecteer om de camera-instellingen weer te geven.
Selecteer om een foto te maken.
Selecteer om een clip op te slaan.
inReach afstandsbediening
Met de inReach afstandsbediening kunt u een inReach satellietcommunicator bedienen met behulp van uw
quatix watch. Ga naar buy.garmin.com voor meer informatie over compatibele toestellen.
De inReach afstandsbediening gebruiken
Voordat u de inReach afstandsbediening kunt gebruiken, moet u de inReach glance aan de glancelijst toevoegen
(De overzichtslijst aanpassen, pagina60).
1Schakel de inReach satellietcommunicator in.
2Druk op de wijzerplaat van uw quatix watch op UP of DOWN om de inReach glance weer te geven.
3Druk op START om uw inReach satellietcommunicator te zoeken.
4Druk op START om uw inReach satellietcommunicator te koppelen.
5Druk op START en selecteer een optie:
Als u een SOS-bericht wilt verzenden, selecteert u SOS starten.
OPMERKING: U dient de SOS-functie alleen te gebruiken in een werkelijke noodsituatie.
Als u een sms-bericht wilt verzenden, selecteert u Berichten > Nieuw bericht, selecteert u de
contactpersonen en voert u de berichttekst in of selecteert u een snelbericht.
Als u een vooraf ingesteld bericht wilt verzenden, selecteert u Verz. voorinstell. en selecteert u een bericht
in de lijst.
Als u de timer en de afgelegde afstand tijdens een activiteit wilt weergeven, selecteert u Volgen.
VIRB afstandsbediening
Met de VIRB afstandsbediening kunt u uw VIRB actiecamera op afstand bedienen met uw toestel.
94 Sensoren en accessoires
Een VIRB actiecamera bedienen
Voordat u de VIRB afstandsbediening kunt gebruiken, moet u de instelling voor de afstandsbediening op uw
VIRB camera inschakelen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de VIRB serie voor meer informatie.
1Schakel uw VIRB camera in.
2Koppel uw VIRB camera met uw quatix watch (De draadloze sensoren koppelen, pagina91).
De VIRB glance wordt automatisch toegevoegd aan de glancelijst.
3Druk op de wijzerplaat op UP of DOWN om de VIRB glance weer te geven.
4Wacht tot uw smartwatch verbinding maakt met uw camera.
5Selecteer een optie:
Selecteer Start opnemen om een video-opname te starten.
De opnametijd wordt weergegeven op het quatix scherm.
Druk op DOWN om tijdens een video-opname een foto te maken.
Druk op STOP om een video-opname te stoppen.
Selecteer Maak foto om een foto te maken.
Als u meerdere foto's wilt maken in de burst-modus, selecteert u Neem burst.
Als u de camera in de slaapstand wilt zetten, selecteert u Slaapmodus camera.
Als u de camera uit de slaapstand wilt halen, selecteert u Actieve modus camera.
Selecteer Instellingen om de video- en foto-instellingen te wijzigen.
Een VIRB actiecamera bedienen tijdens een activiteit
Voordat u de VIRB afstandsbediening kunt gebruiken, moet u de instelling voor de afstandsbediening op uw
VIRB camera inschakelen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de VIRB serie voor meer informatie.
1Schakel uw VIRB camera in.
2Koppel uw VIRB camera met uw quatix smartwatch (De draadloze sensoren koppelen, pagina91).
Wanneer de camera is gekoppeld, wordt er automatisch een VIRB gegevensscherm toegevoegd aan de
activiteiten.
3Druk tijdens een activiteit op UP of DOWN om het VIRB gegevensscherm weer te geven.
4Wacht tot uw smartwatch verbinding maakt met uw camera.
5Houd MENU ingedrukt.
6Selecteer VIRB.
7Selecteer een optie:
Als u de camera wilt bedienen met de activiteittimer, selecteert u Instellingen > Opnamemodus > Timer
start/stop.
OPMERKING: De video-opname start en stopt automatisch wanneer u een activiteit start of stopt.
Selecteer Instellingen > Opnamemodus > Handmatig als u de camera wilt bedienen met de menuopties.
Selecteer Start opnemen om een video-opname handmatig te starten.
De opnametijd wordt weergegeven op het quatix scherm.
Druk op DOWN om tijdens een video-opname een foto te maken.
Druk op STOP om een video-opname handmatig te stoppen.
Als u meerdere foto's wilt maken in de burst-modus, selecteert u Neem burst.
Als u de camera in de slaapstand wilt zetten, selecteert u Slaapmodus camera.
Als u de camera uit de slaapstand wilt halen, selecteert u Actieve modus camera.
Sensoren en accessoires 95
Xero laserlocatie-instellingen
Voordat u de laserlocatie-instellingen kunt aanpassen, moet u een compatibel Xero toestel koppelen (De
draadloze sensoren koppelen, pagina91).
Houd MENU ingedrukt en selecteer Sensors en accessoires > Laserlocaties van de XERO > Laserlocaties.
Tijdens activiteit: Hiermee kunt u informatie over de laserlocatie-informatie van een compatibel, gekoppeld Xero
toestel weergeven tijdens een activiteit.
Deelmodus: Hiermee kunt u laserlocatie-informatie openbaar delen of privé uitzenden.
Kaart
Uw watch kan verschillende typen Garmin kaartgegevens weergeven, inclusief topografische contouren,
nabijgelegen nuttige punten, kaarten van skiresorts en golfbanen. U kunt de Kaartbeheer gebruiken om extra
kaarten te downloaden of de kaartopslag te beheren.
Ga voor het aanschaffen van extra kaartgegevens en meer informatie over compatibiliteit naar garmin.com
/maps.
geeft uw positie op de kaart aan. Als u naar een bestemming navigeert, wordt de route met een lijn op de
kaart gemarkeerd.
De kaart weergeven
1Selecteer een optie om de kaart te openen.
Druk op START en selecteer Kaart om de kaart weer te geven zonder een activiteit te starten.
Ga naar buiten, start een GPS-activiteit (Een activiteit starten, pagina14)en druk op UP of DOWN om naar
het kaartscherm te bladeren.
2Wacht indien nodig terwijl de watch satellieten zoekt.
3Selecteer een optie om de kaart te verschuiven en in te zoomen:
Als u het aanraakscherm wilt gebruiken, tikt u op de kaart, sleept u het dradenkruis om dit te plaatsen en
drukt u op UP of DOWN om in of uit te zoomen.
Als u de knoppen wilt gebruiken, houdt u MENU ingedrukt, selecteert u Pan/Zoom en drukt u op UP of
DOWN om in of uit te zoomen.
OPMERKING: Druk op START om te schakelen tussen omhoog en omlaag schuiven, naar links en naar
rechts schuiven, of zoomen.
4Houd START ingedrukt om het punt te selecteren dat wordt aangeduid door het dradenkruis.
96 Kaart
Naar een locatie op de kaart navigeren of een locatie opslaan
U kunt elke locatie op de kaart selecteren. U kunt de locatie opslaan of er naartoe navigeren.
1Selecteer een optie op de kaart:
Als u het aanraakscherm wilt gebruiken, tikt u op de kaart, sleept u het dradenkruis om dit te plaatsen en
drukt u op UP of DOWN om in of uit te zoomen.
Als u de knoppen wilt gebruiken, houdt u MENU ingedrukt, selecteert u Pan/Zoom en drukt u op UP of
DOWN om in of uit te zoomen.
OPMERKING: Druk op START om te schakelen tussen omhoog en omlaag schuiven, naar links en naar
rechts schuiven, of zoomen.
2Verschuif (pan) en zoom de kaart om de locatie in het midden van het dradenkruis te plaatsen.
3Houd START ingedrukt om het punt te selecteren dat wordt aangeduid door het dradenkruis.
4Selecteer zo nodig een nabij gelegen nuttig punt.
5Selecteer een optie:
Selecteer Ga om naar de locatie te navigeren.
Selecteer Locatie opslaan om de locatie op te slaan.
Selecteer Bekijk om informatie over de locatie weer te geven.
Navigeren met de functie Om me heen
Met de functie Om me heen kunt u navigeren naar nabij gelegen nuttige punten en waypoints.
OPMERKING: De op uw watch geïnstalleerde kaartgegevens moeten nuttige punten bevatten om daar naartoe
te kunnen navigeren.
1Houd MENU ingedrukt op de kaartpagina.
2Selecteer Om me heen.
Op de kaart worden pictogrammen weergegeven die nuttige punten of waypoints aanduiden.
3Druk op UP of DOWN om een gedeelte van de kaart te markeren.
4Selecteer START.
In het gemarkeerde gedeelte van de kaart wordt een lijst met nuttige punten en waypoints weergegeven.
5Selecteer een locatie.
6Selecteer een optie:
Selecteer Ga om naar de locatie te navigeren.
Selecteer Kaart om de locatie op de kaart weer te geven.
Selecteer Locatie opslaan om de locatie op te slaan.
Selecteer Bekijk om informatie over de locatie weer te geven.
Kaart 97
Kaartinstellingen
U kunt de weergave van de kaart in de kaart-app en op gegevensschermen aanpassen.
OPMERKING: Indien nodig kunt u de kaartinstellingen voor specifieke activiteiten aanpassen in plaats van de
systeeminstellingen te gebruiken (Instellingen van activiteitkaart, pagina41).
Houd MENU ingedrukt en selecteer Kaart.
Kaartbeheer: Toont de gedownloade kaartversies en biedt u de mogelijkheid om extra kaarten te downloaden
(Kaarten beheren, pagina98).
Kaartthema: Hiermee stelt u de kaart zodanig in dat gegevens worden weergegeven die zijn geoptimaliseerd
voor uw activiteittype (Kaartthema's, pagina100).
Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in. Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de
pagina weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige richting boven aan de pagina weer te geven.
Gebruikerslocaties: Hiermee worden opgeslagen locaties op de kaart weergegeven of verborgen.
Segmenten: Hiermee worden segmenten als een gekleurde lijn op de kaart weergegeven of verborgen.
Contouren: Hiermee worden contourlijnen op de kaart weergegeven of verborgen.
Spoorlog: Hiermee wordt het spoorlog, of het traject dat u hebt afgelegd, in de vorm van een gekleurde lijn op de
kaart weergegeven of verborgen.
Spoorkleur: Hiermee wijzigt u de spoorlogkleur.
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik
van de kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Zet vast op weg: Zet het positiepictogram, dat uw positie op de kaart aangeeft, vast op de dichtstbijzijnde weg.
Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden weergegeven. Door het weergeven van meer
details is het mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Arcering: Hiermee toont of verbergt u reliëfarcering voor een driedimensionale weergave van de
kaarttopografie.
Maritiem: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens in de waterkaartmodus weer te geven (Instellingen
waterkaart, pagina100).
Thema herstellen: Hiermee kunt u de standaardinstellingen voor kaartthema's of thema's die van het toestel zijn
verwijderd, herstellen.
Kaarten beheren
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Kaart > Kaartbeheer.
3Selecteer een optie:
Als u premiumkaarten wilt downloaden en uw Outdoor Maps+ abonnement voor dit toestel wilt activeren,
selecteert u Kaarten voor buitensporters+ (Kaarten downloaden met Outdoor Maps+, pagina99).
Als u TopoActive kaarten wilt downloaden, selecteert u TopoActive kaarten (TopoActive kaarten
downloaden, pagina99).
98 Kaart
Kaarten downloaden met Outdoor Maps+
Voordat u kaarten naar uw toestel kunt downloaden, moet u verbinding maken met een draadloos netwerk
(Verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk, pagina105).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Kaart > Kaartbeheer > Kaarten voor buitensporters+.
3Druk indien nodig op STARTen selecteer Abonnement controleren om uw Outdoor Maps+ abonnement voor
deze watch te activeren.
OPMERKING: Ga naar garmin.com/outdoormaps voor informatie over het aanschaffen van een abonnement.
4Selecteer Kaart toev.en selecteer een locatie.
Er wordt een voorbeeld van de kaartregio weergegeven.
5Voer op de kaart een of meer acties uit:
Versleep de kaart om andere gebieden weer te geven.
Knijp of spreid twee vingers op het aanraakscherm om in en uit te zoomen op de kaart.
Selecteer en om in en uit te zoomen op de kaart.
6Druk op BACK en selecteer .
7Selecteer .
8Selecteer een optie:
Als u de kaartnaam wilt bewerken, selecteert u Naam.
Als u de kaartlagen wilt wijzigen die u wilt downloaden, selecteert u Lagen.
TIP: U kunt selecteren om details over de kaartlagen weer te geven.
Als u het kaartgebied wilt wijzigen, selecteert u Geselecteerd gebied.
9Selecteer om de kaart te downloaden.
OPMERKING: Om de gebruiksduur van de batterij te verlengen, zet de watch het downloaden van de kaart in
de wachtrij voor later. Het downloaden begint wanneer u de watch aansluit op een externe voedingsbron.
TopoActive kaarten downloaden
Voordat u kaarten naar uw toestel kunt downloaden, moet u verbinding maken met een draadloos netwerk
(Verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk, pagina105).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Kaart > Kaartbeheer > TopoActive kaarten > Kaart toev..
3Selecteer een kaart.
4Druk op START en selecteer Download.
OPMERKING: Om de gebruiksduur van de batterij te verlengen, zet de watch het downloaden van de kaart in
de wachtrij voor later. Het downloaden begint wanneer u de watch aansluit op een externe voedingsbron.
Kaarten verwijderen
U kunt kaarten verwijderen om de beschikbare toestelopslag te vergroten.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Kaart > Kaartbeheer.
3Selecteer een optie:
Selecteer TopoActive kaarten, selecteer een kaart, druk op START en selecteer Wis.
Selecteer Kaarten voor buitensporters+, selecteer een kaart, druk op START en selecteer Wis.
Kaart 99
Kaartthema's
U kunt het kaartthema wijzigen om gegevens weer te geven die zijn geoptimaliseerd voor uw activiteittype.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Kaart > Kaartthema.
Geen: Gebruikt de voorkeuren van de systeemkaartinstellingen, zonder dat er een extra thema wordt toegepast.
Maritiem: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens in de waterkaartmodus weer te geven.
Hoog contrast: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens met een hoger contrast weer te geven, voor een betere
zichtbaarheid in uitdagende omgevingen.
Donker: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens met een donkere achtergrond weer te geven, zodat u 's nachts
beter zicht hebt.
Populariteit: Markeert de populairste wegen of paden op de kaart.
Resortskiën: Hiermee stelt u de kaart zo in dat de meest relevante skigegevens in één oogopslag worden
weergegeven.
Luchtvaart: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens in de luchtvaartmodus weer te geven.
Instellingen waterkaart
U kunt aanpassen hoe de kaart wordt weergegeven in de waterkaartmodus.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Kaart > Maritiem.
Dieptepeilingen: Hiermee worden dieptemetingen op de kaart ingeschakeld.
Lichtsectoren: Hiermee kunt u lichtsectoren op de kaart weergeven en configureren.
Symbolenset: Hiermee stelt u de kaartsymbolen in waterkaartmodus in. Met de optie NOAA worden de National
Oceanic en Atmospheric Administration kaartsymbolen weergegeven. Met de optie Internationaal worden de
International Association of Lighthouse Authorities kaartsymbolen weergegeven.
Kaartgegevens weergeven of verbergen
Als er meerdere kaarten op uw toestel zijn geïnstalleerd, kunt u kiezen welke kaartgegevens op een kaart
worden weergegeven.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Kaart.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer de kaartinstellingen.
5Selecteer Kaart > Configureer kaarten.
6Selecteer een kaart om de schakelaar te activeren waarmee de kaartgegevens worden weergegeven of
verborgen.
Muziek
OPMERKING: Er zijn drie verschillende opties voor het afspelen van muziek voor uw quatix watch.
Muziek van derden
Persoonlijke audiocontent
Muziek die op uw smartphone is opgeslagen
U kunt op een quatix watch audiocontent downloaden naar uw watch vanaf uw computer of een externe
provider, zodat u muziek kunt luisteren als u uw smartphone niet binnen handbereik hebt. Om audio-inhoud te
beluisteren die op uw watch is opgeslagen, moet u een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten.
100 Muziek
Verbinding maken met een externe provider
Voordat u muziek of andere audiobestanden van een ondersteunde externe provider kunt downloaden naar uw
watch, moet u de provider koppelen met uw watch.
Er zijn al enkele opties voor externe muziekproviders op uw watch geïnstalleerd.
Voor meer opties kunt u de Connect IQ app downloaden op uw telefoon (Connect IQ functies downloaden,
pagina107).
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Connect IQ™ Store.
3Volg de instructies op het scherm om een muziekprovider van derden te installeren.
4Houd DOWN ingedrukt vanaf een willekeurig scherm om de muziekbediening te openen.
5Selecteer de muziekprovider.
OPMERKING: Als u een andere provider wilt selecteren, houdt u het MENU ingedrukt, selecteert u
Muziekproviders, en volgt u de instructies op het scherm.
Audiocontent van een externe provider downloaden
Voordat u audiocontent van een externe provider kunt downloaden, moet u verbonden zijn met een Wi‑Fi
netwerk (Verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk, pagina105).
1Houd DOWN ingedrukt vanaf een willekeurig scherm om de muziekbediening te openen.
2Houd MENU ingedrukt.
3Selecteer Muziekproviders.
4Selecteer een verbonden provider of selecteer Provider toev. om een muziekprovider uit de Connect IQ store
toe te voegen.
5Selecteer een afspeellijst of ander item om naar de watch te downloaden.
6Houd indien nodig BACK ingedrukt totdat u wordt gevraagd te synchroniseren met de service.
OPMERKING: Door het downloaden van audio-inhoud kan de batterij snel leegraken. Mogelijk dient u de watch
aan te sluiten op een externe voedingsbron als de batterij bijna leeg is.
Persoonlijke audiocontent downloaden
Voordat u persoonlijke muziek naar uw watch kunt verzenden, moet u de Garmin Express app op uw computer
installeren (garmin.com/express).
U kunt uw persoonlijke audiobestanden, zoals .mp3- en .m4a-bestanden, naar een quatix watch laden vanaf uw
computer. Ga voor meer informatie naar garmin.com/musicfiles.
1Sluit de watch met de meegeleverde USB-kabel aan op uw computer.
2Open de Garmin Express toepassing op uw computer, selecteer uw watch en selecteer Muziek.
TIP: Bij Windows® computers kunt u selecteren en naar de map met uw audiobestanden bladeren. Bij
Apple® computers, maakt de Garmin Express app gebruik van uw iTunes® bibliotheek.
3Selecteer in de lijst Mijn muziek of iTunes Library, een audiobestandscategorie, zoals nummers of
afspeellijsten.
4Schakel de selectievakjes in voor de audiobestanden, en selecteer Verzend naar toestel.
5Selecteer indien nodig in de lijst quatix een categorie, schakel de selectievakjes in en selecteer Verwijder van
toestel om audiobestanden te verwijderen.
Muziek 101
Luisteren naar muziek
1Houd DOWN ingedrukt vanaf een willekeurig scherm om de muziekbediening te openen.
2Sluit zo nodig uw Bluetooth hoofdtelefoon aan (Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten, pagina102).
3Houd het MENU ingedrukt.
4Selecteer Muziekproviders, en selecteer een optie:
Als u vanaf uw computer naar de watch gedownloade muziek wilt luisteren, selecteert u Mijn muziek
(Persoonlijke audiocontent downloaden, pagina101).
Als u het afspelen van muziek op uw smartphone wilt bedienen, selecteert u Tel. bedienen.
Selecteer de naam van de provider om naar muziek van derden te luisteren en selecteer een afspeellijst.
5Selecteer .
Bediening voor afspelen van muziek
OPMERKING: De bedieningselementen voor het afspelen van muziek kunnen er anders uitzien, afhankelijk van
de geselecteerde muziekbron.
Selecteer om de bediening voor het afspelen van muziek te bekijken.
Selecteer om naar de audiobestanden en afspeellijsten te bladeren voor de geselecteerde bron.
Selecteer om het volume aan te passen.
Selecteer om het huidige audiobestand af te spelen en te pauzeren.
Selecteer om naar het volgende audiobestand in de afspeellijst te gaan.
Houd ingedrukt om het huidige audiobestand vooruit te spoelen.
Selecteer om het huidige audiobestand opnieuw te starten.
Selecteer twee keer om naar het vorige audiobestand in de afspeellijst te gaan.
Houd ingedrukt om het huidige audiobestand terug te spoelen.
Selecteer om de herhaalmodus te wijzigen.
Selecteer om de shuffle-modus te wijzigen.
Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten
Om muziek te luisteren die op uw quatix watch is geladen, moet u een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten.
1Houd de hoofdtelefon op maximaal 2 m (6,6 ft.) afstand van uw watch.
2Schakel de koppelingstatus in op de hoofdtelefoon.
3Houd het MENU ingedrukt.
4Selecteer Muziek > Hoofdtelefoon > Voeg nieuw toe.
5Selecteer uw hoofdtelefoon om het koppelen te voltooien.
De audiomodus wijzigen
U kunt de muziekafspeelmodus wijzigen van stereo naar mono.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Muziek > Audio.
3Selecteer een optie.
102 Muziek
Connectiviteit
Er zijn connectiviteitsfuncties beschikbaar voor uw watch wanneer u deze koppelt met uw compatibele telefoon
(Uw smartphone koppelen, pagina103). Er zijn extra functies beschikbaar wanneer u uw watch verbindt met een
Wi‑Fi netwerk (Verbinding maken met een Wi‑Fi netwerk, pagina105).
Connectiviteitsfuncties voor telefoons
Er zijn connectiviteitsfuncties voor telefoons beschikbaar voor uw quatix watch wanneer u die koppelt via de
Garmin Connect app (Uw smartphone koppelen, pagina103).
App-functies van de Garmin Connect app, de Connect IQ app en meer (Telefoon-apps en
computertoepassingen, pagina105)
Glances (Korte blik, pagina56)
Functies bedieningsmenu (Bediening, pagina77)
Veiligheids- en trackingfuncties (Veiligheids- en trackingfuncties, pagina111)
Interacties met de telefoon, zoals meldingen (Bluetooth meldingen inschakelen, pagina103)
Uw smartphone koppelen
Om gebruik te maken van de connected functies van uw watch moet de watch rechtstreeks via de Garmin
Connect app zijn gekoppeld, in plaats van via de Bluetooth instellingen op uw telefoon.
1Selecteer tijdens de eerste installatie op uw watch als u wordt gevraagd om uw smartphone te koppelen.
OPMERKING: Als u het koppelingsproces eerder hebt overgeslagen, houdt u MENU ingedrukt, en selecteert u
Connectiviteit > Telefoon > Koppel telefoon.
2Scan de QR-code met uw smartphone en volg de instructies op het scherm om het koppelings- en
installatieproces te voltooien.
Bluetooth meldingen inschakelen
Voordat u meldingen kunt inschakelen, moet u de watch koppelen met een compatibele telefoon (Uw
smartphone koppelen, pagina103).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Connectiviteit > Telefoon > Smartphone meldingen > Status > Aan.
3Selecteer Algemeen gebruik of Tijdens activiteit.
4Selecteer een meldingstype.
5Selecteer voorkeuren voor status, toon en trilling.
6Druk op BACK.
7Selecteer privacy- en time-outvoorkeuren.
8Druk op BACK.
9Selecteer Handtekening om een handtekening toe te voegen aan uw tekstberichten.
Meldingen weergeven
1Druk op de wijzerplaat op UP of DOWN om het meldingenoverzicht weer te geven.
2Selecteer START.
3Selecteer een melding.
4Druk op START voor meer opties.
5Druk op BACK om terug te keren naar het vorige scherm.
Connectiviteit 103
Een inkomende oproep ontvangen
Wanneer u een telefoonoproep ontvangt op uw verbonden telefoon, wordt op de quatix watch de naam of het
telefoonnummer van de beller weergegeven.
Als u de oproep wilt beantwoorden, selecteert u .
OPMERKING: Om met beller te prat.en gebruikt u uw verbonden smartphone.
Als u de oproep wilt weigeren, selecteert u .
Als u de oproep wilt weigeren en meteen wilt antwoorden via een sms, selecteert u Antwoord en kiest u
vervolgens een bericht uit de lijst.
OPMERKING: Als u een antwoord via sms wilt verzenden, moet u via Android technologie zijn verbonden met
een compatibele Bluetooth telefoon.
Een sms-bericht beantwoorden
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor compatibele Android smartphones.
Wanneer u op uw watch een melding voor een sms-bericht ontvangt, kunt u een snel antwoord verzenden door
dit uit een lijst met berichten te selecteren. U kunt uw berichten aanpassen in de Garmin Connect app.
OPMERKING: Met deze functie verzendt u sms-berichten via uw telefoon. De reguliere limieten voor sms-
berichten zijn van toepassing en afhankelijk van uw provider en abonnement worden er mogelijk kosten in
rekening gebracht. Neem contact op met uw mobiele provider voor meer informatie over kosten of limieten voor
sms-berichten.
1Druk op de wijzerplaat op UP of DOWN om het meldingenoverzicht weer te geven.
2Druk op START en selecteer een melding voor een sms-bericht.
3Selecteer START.
4Selecteer Antwoord.
5Selecteer een bericht in de lijst.
Uw telefoon verzendt het geselecteerde bericht als een sms-bericht.
Meldingen beheren
U kunt meldingen die op uw quatix watch worden weergegeven, beheren vanaf uw compatibele telefoon.
Selecteer een optie:
Als u een iPhone® gebruikt, kunt u via de iOS® meldingsinstellingen de items selecteren die u op de watch
wilt weergeven.
Als u een Android telefoon gebruikt, selecteert u in de Garmin Connect app, Instellingen > Meldingen.
De Bluetooth telefoon-verbinding uitschakelen
U kunt de Bluetooth verbinding met de telefoon uitschakelen via het bedieningsmenu.
OPMERKING: U kunt opties toevoegen aan het bedieningsmenu (Het bedieningsmenu aanpassen, pagina79).
1Houd LIGHT ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven.
2Selecteer om de Bluetooth telefoonverbinding op uw quatix watch uit te schakelen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor uw telefoon om Bluetooth technologie uit te schakelen op uw
telefoon.
Waarschuwingen over telefoonverbindingen in- en uitschakelen
U kunt instellen dat de quatix watch u waarschuwt wanneer uw gekoppelde telefoon een verbinding via
Bluetooth technologie maakt of verbreekt.
OPMERKING: Waarschuwingen over telefoonverbindingen zijn standaard uitgeschakeld.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Connectiviteit > Telefoon > Waarschuwingen.
104 Connectiviteit
Audiomeldingen afspelen tijdens een activiteit
U kunt de quatix watch zodanig instellen dat er tijdens het hardlopen of een andere activiteit motiverende
statusmeldingen worden afgespeeld. Indien beschikbaar, worden audiomeldingen op uw verbonden Bluetooth
hoofdtelefoon afgespeeld. Anders worden gesproken meldingen afgespeeld op uw smartphone die via de
Garmin Connect app is gekoppeld. Tijdens een audiomelding dempt de watch of de smartphone het geluid van
de primaire audio om de aankondiging af te spelen.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle activiteiten.
1Houd het MENU ingedrukt.
2Selecteer Audiomeldingen.
3Selecteer een optie:
Selecteer Rondewaarschuwing om een melding voor elke ronde af te spelen.
Als u meldingen wilt aanpassen aan uw tempo en snelheid, selecteert u Tempo-/snelheidswaarsch..
Als u meldingen wilt aanpassen aan uw hartslag, selecteert u Hartslagwaarsch..
Selecteer Vermogenswaarschuwing om meldingen aan te passen aan energiegegevens.
Als u meldingen wilt horen wanneer u de activiteitentimer start of stopt, waaronder de functie Auto Pause,
selecteert u Timergebeurtenissen.
Als u workoutwaarschuwingen wilt horen als audiomelding, selecteert u Work-outwaarschuwingen.
Als u activiteitenwaarschuwingen wilt horen als audiomelding, selecteert u Activiteitswaarschuwingen
(Activiteitswaarschuwingen, pagina40).
Selecteer Audiotonen als u een geluid wilt afspelen vlak voor een audiowaarschuwing of prompt.
Selecteer Taal om de taal of het dialect van de gesproken meldingen te wijzigen.
WiFi Connectiviteitsfuncties
Activiteiten uploaden naar uw Garmin Connect account: Uw activiteit wordt automatisch naar uw Garmin
Connect account verstuurd zodra u klaar bent met het vastleggen van de activiteit.
Audiocontent: Hiermee kunt u audiocontent van externe providers synchroniseren.
Software-updates: U kunt de recentste software downloaden en installeren.
Workouts en trainingsplannen: U kunt workouts en trainingsplannen zoeken en selecteren op de Garmin
Connect site. De volgende keer dat uw watch een Wi‑Fi verbinding heeft, worden de bestanden naar uw
watch verzonden.
Verbinding maken met een WiFi netwerk
U moet met uw watch verbinding maken met de Garmin Connect app op uw smartphone of met de Garmin
Express applicatie op uw computer voordat u verbinding kunt maken met een Wi‑Fi netwerk.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Connectiviteit > Wi-Fi > Mijn netwerken > Voeg netwerk toe.
De watch geeft een lijst met Wi‑Fi netwerken in de buurt weer.
3Selecteer een netwerk.
4Geef zo nodig het wachtwoord op voor het netwerk.
De watch maakt verbinding met het netwerk en het netwerk wordt toegevoegd aan de lijst met opgeslagen
netwerken. De watch maakt automatisch opnieuw verbinding met dit netwerk, als het binnen bereik is.
Telefoon-apps en computertoepassingen
U kunt uw watch via hetzelfde Garmin account met meerdere Garmin telefoonapps en computertoepassingen
verbinden.
Connectiviteit 105
Garmin Connect
U kunt contact houden met uw vrienden op Garmin Connect. Garmin Connect biedt u de hulpmiddelen om te
volgen, te analyseren, te delen en elkaar aan te moedigen. Leg de prestaties van uw actieve lifestyle vast, zoals
hardloopsessies, wandelingen, fietstochten, zwemsessies, hikes, triatlons en meer. Als u zich wilt aanmelden
voor een gratis account, kunt u de app downloaden in de app store op uw telefoon of naar connect.garmin.com
gaan.
Uw activiteiten opslaan: Nadat u een activiteit met uw watch hebt voltooid en opgeslagen, kunt u die activiteit
uploaden naar uw Garmin Connect account en zo lang bewaren als u wilt.
Uw gegevens analyseren: U kunt meer gedetailleerde informatie over uw activiteit weergeven, zoals tijd,
afstand, hoogte, hartslag, verbrande calorieën, cadans, hardloopdynamica, een bovenaanzicht van de kaart,
tempo- en snelheidsgrafieken, en instelbare rapporten.
OPMERKING: Voor sommige gegevens hebt u een optioneel accessoire nodig, zoals een hartslagmeter.
Uw training plannen: U kunt een fitnessdoelstelling kiezen en een van de dagelijkse trainingsplannen laden.
Uw voortgang volgen: U kunt uw dagelijkse aantal stappen bijhouden, uzelf vergelijken met uw connecties en
uw doelen behalen.
Uw activiteiten delen: U kunt contact houden met vrienden en elkaars activiteiten volgen of koppelingen naar uw
activiteiten plaatsen op uw favoriete sociale netwerksites.
Uw instellingen beheren: U kunt uw watch- en gebruikersinstellingen aanpassen via uw Garmin Connect
account.
De Garmin Connect app gebruiken
Nadat u uw watch met uw telefoon hebt gekoppeld (Uw smartphone koppelen, pagina103), kunt u de Garmin
Connect app gebruiken om al uw activiteitsgegevens te uploaden naar uw Garmin Connect account.
1Controleer of de Garmin Connect app op uw telefoon is geopend.
2Houd uw telefoon binnen 10m (30ft.) van uw watch.
Uw watch synchroniseert uw gegevens automatisch met de Garmin Connect app en uw Garmin Connect
account.
De sofware bijwerken met de Garmin Connect app
Voordat u de software op uw watch kunt bijwerken via de Garmin Connect app, moet u een Garmin
Connect account hebben en de watch koppelen met een compatibele smartphone (Uw smartphone koppelen,
pagina103).
Synchroniseer uw watch met de Garmin Connect app (De Garmin Connect app gebruiken, pagina106).
Wanneer er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt de Garmin Connect app deze update automatisch naar
uw watch.
106 Connectiviteit
Garmin Connect op uw computer gebruiken
De Garmin Express toepassing maakt met behulp van een computer verbinding tussen uw watch en uw Garmin
Connect account. U kunt de Garmin Express toepassing gebruiken om uw activiteitgegevens te uploaden
naar uw Garmin Connect account en gegevens zoals workouts en trainingsschema's van de Garmin Connect
website naar uw watch te verzenden. U kunt ook muziek toevoegen aan uw watch (Persoonlijke audiocontent
downloaden, pagina101). U kunt ook software-updates voor uw watch installeren en uw Connect IQ apps
beheren.
1Sluit de watch met een USB-kabel aan op uw computer.
2Ga naar garmin.com/express.
3Download en installeer de Garmin Express toepassing.
4Open de Garmin Express toepassing en selecteer Voeg toestel toe.
5Volg de instructies op het scherm.
De sofware bijwerken via Garmin Express
Voordat u de toestelsoftware kunt bijwerken, moet u beschikken over een Garmin Connect account en de
Garmin Express toepassing downloaden.
1Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
Als er nieuwe software beschikbaar is, verstuurt Garmin Express deze naar uw toestel.
2Volg de instructies op het scherm.
3Koppel uw toestel niet los van de computer tijdens het bijwerken.
OPMERKING: Als u Wi‑Fi connectiviteit al hebt ingesteld voor uw toestel, kan Garmin Connect automatisch
nieuwe software-updates downloaden naar uw toestel als verbinding wordt gemaakt met Wi‑Fi.
Gegevens handmatig synchroniseren met Garmin Connect
OPMERKING: U kunt de opties toevoegen aan het bedieningsmenu (Het bedieningsmenu aanpassen, pagina79).
1Houd LIGHT ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven.
2Selecteer Synchroniseren.
Connect IQ functies
U kunt Connect IQ apps, gegevensvelden, overzichten, muziekproviders en wijzerplaten toevoegen aan uw
watch via de Connect IQ winkel op uw watch of telefoon (garmin.com/connectiqapp).
Watch faces: Pas de weergave van de klok aan.
Toestel-apps: Voeg interactieve functies aan uw watch toe, zoals nieuwe soorten buiten- en fitnessactiviteiten.
Gegevensvelden: Download nieuwe gegevensvelden die sensoren, activiteiten en historische gegevens op
andere manieren presenteren. U kunt Connect IQ gegevensvelden toevoegen aan ingebouwde functies en
pagina's.
Muziek: Voeg muziekproviders aan uw watch toe.
Connect IQ functies downloaden
Voordat u functies kunt downloaden via de Connect IQ app, moet u uw quatix watch koppelen met uw telefoon
(Uw smartphone koppelen, pagina103).
1U kunt de Connect IQ app via de App Store op uw telefoon installeren en openen.
2Selecteer zo nodig uw watch.
3Selecteer een Connect IQ functie.
4Volg de instructies op het scherm.
Connect IQ functies downloaden via uw computer
1Sluit de watch met een USB-kabel aan op uw computer.
2Ga naar apps.garmin.com en meld u aan.
3Selecteer een Connect IQ functie en download deze.
4Volg de instructies op het scherm.
Connectiviteit 107
Garmin Explore
Met de Garmin Explore website en app kunt u koersen, waypoints en verzamelingen maken, reizen plannen
en cloudopslag gebruiken. Ze bieden geavanceerde planningsfuncties, zowel online als offline, en u kunt
gegevens delen en synchroniseren met uw compatibele Garmin toestel. U kunt de app gebruiken om kaarten te
downloaden en overal te navigeren, zonder gebruik te maken van uw mobiele service.
U kunt de Garmin Explore app downloaden vanuit de app store op uw smartphone (garmin.com/exploreapp), of
u kunt naar explore.garmin.com gaan.
Garmin Golf app
Met de Garmin Golf app kunt u scorekaarten vanaf uw compatibele Garmin toestel uploaden om gedetailleerde
statistische gegevens en slaganalysen weer te geven. Golfers kunnen wedstrijden spelen op verschillende
banen met behulp van de Garmin Golf app. Iedereen kan elke week meedoen aan de klassementen van meer
dan 42.000 banen. U kunt een toernooi maken en spelers uitnodigen om mee te doen. Met een Garmin Golf
lidmaatschap kunt u green-contourgegevens bekijken op uw telefoon en compatibele Garmin toestel.
De Garmin Golf app synchroniseert uw gegevens met uw Garmin Connect account. U kunt de Garmin Golf app in
de app store downloaden naar uw smartphone (garmin.com/golfapp).
Gebruikersprofiel
U kunt uw gebruikersprofiel bijwerken op uw watch of in de Garmin Connect app.
Uw gebruikersprofiel instellen
U kunt uw instellingen bijwerken, zoals geslacht, geboortedatum, lengte, gewicht, pols, hartslagzone,
vermogenszone en kritieke zwemsnelheid (CSS). De watch gebruikt deze informatie om nauwkeurige
trainingsgegevens te berekenen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Gebruikersprofiel.
3Selecteer een optie.
Instellingen voor geslacht
Wanneer u de watch voor het eerst instelt, moet u een geslacht kiezen. De meeste fitness- en
trainingsalgoritmen zijn binair. Voor de meest nauwkeurige resultaten raadt Garmin u aan om het geslacht
te selecteren waarmee u bent geboren. Nadat u de watch voor de eerste keer hebt ingesteld, kunt u de
profielinstellingen in uw Garmin Connect account aanpassen.
Profiel en privacy: Hiermee kunt u de gegevens van uw openbare profiel aanpassen.
Gebruikersinstellingen: Hiermee stel u in wat uw geslacht is. Als u Niet opgegeven selecteert, gebruiken de
algoritmes die binaire input vereisen, het geslacht dat u hebt opgegeven toen u de watch voor het eerst
instelde.
Uw fitnessleefijd weergeven
Uw fitnessleeftijd geeft een indicatie van uw fitnessniveau vergeleken met een persoon van hetzelfde geslacht.
Uw watch gebruikt informatie zoals uw leeftijd, BMI (Body Mass Index), hartslaggegevens in rust en een
intensieve activiteitengeschiedenis om een fitnessleeftijd te verkrijgen. Als u een Garmin Index weegschaal
hebt, gebruikt uw watch de meetwaarde voor percentage lichaamsvet in plaats van BMI om uw fitnessleeftijd te
bepalen. Veranderingen in lichaamsbeweging en levensstijl kunnen van invloed zijn op uw fitnessleeftijd.
OPMERKING: Voor de meest nauwkeurige fitnessleeftijd dient u uw gebruikersprofiel in te vullen (Uw
gebruikersprofiel instellen, pagina108).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Gebruikersprofiel > Fitnessleeftijd.
108 Gebruikersprofiel
Hartslagzones
Vele atleten gebruiken hartslagzones om hun cardiovasculaire kracht te meten en te verbeteren en om hun
fitheid te verbeteren. Een hartslagzone is een bepaald bereik aan hartslagen per minuut. De vijf algemeen
geaccepteerde hartslagzones zijn genummerd van 1 tot 5 op basis van oplopende intensiteit. Over het
algemeen worden hartslagzones berekend op basis van de percentages van uw maximale hartslag.
Fitnessdoelstellingen
Als u uw hartslagzones kent, kunt u uw conditie meten en verbeteren door de onderstaande principes te
begrijpen en toe te passen.
Uw hartslag is een goede maatstaf voor de intensiteit van uw training.
Training in bepaalde hartslagzones kan u helpen uw cardiovasculaire capaciteit en kracht te verbeteren.
Als u uw maximale hartslag kent, kunt u de tabel (Berekeningen van hartslagzones, pagina110) gebruiken om de
beste hartslagzone te bepalen voor uw fitheidsdoeleinden.
Als u uw maximale hartslag niet kent, gebruik dan een van de rekenmachines die beschikbaar zijn op internet.
Bij sommige sportscholen en gezondheidscentra kunt u een test doen om de maximale hartslag te meten. De
standaard maximale hartslag is 220 min uw leeftijd.
Uw hartslagzones instellen
De watch gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen om uw standaard hartslagzones te bepalen.
U kunt afzonderlijke hartslagzones voor verschillende sportprofielen instellen, zoals hardlopen, fietsen en
zwemmen. Stel uw maximale hartslag in voor de meest nauwkeurige caloriegegevens tijdens uw activiteit. U
kunt ook iedere hartslagzone en uw hartslag in rust handmatig opgeven. U kunt uw zones handmatig aanpassen
op de watch of via uw Garmin Connect account.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Gebruikersprofiel > Hartslag- en vermogenszones > Hartslag.
3Selecteer Maximum hartslag en voer uw maximale hartslag in.
U kunt de functie Automatische detectie gebruiken om uw maximumhartslag tijdens een activiteit
automatisch op te nemen (Prestatiemetingen automatisch detecteren, pagina111).
4Selecteer LDHS en voer uw lactaatdrempelhartslag in.
U kunt een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel in te schatten (Lactaatdrempel, pagina68). U kunt
de functie Automatische detectie gebruiken om uw lactaatdrempel tijdens een activiteit automatisch op te
nemen (Prestatiemetingen automatisch detecteren, pagina111).
5Selecteer Rust HS > Aangepast instellen, en geef uw hartslag in rust op.
U kunt de gemiddelde hartslag in rust op basis van uw watch gebruiken, of u kunt een aangepaste hartslag in
rust instellen.
6Selecteer Zones > Op basis van.
7Selecteer een optie:
Selecteer BPM om de zones in aantal hartslagen per minuut weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % Max. HS om de zones als een percentage van uw maximumhartslag weer te geven en te
wijzigen.
Selecteer %HSR om de zones als een percentage van uw hartslagreserve weer te geven en te wijzigen
(maximale hartslag min hartslag in rust).
Selecteer %LDHS om de zones als een percentage van uw lactaatdrempelhartslag weer te geven en te
wijzigen.
8Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke zone.
9Selecteer Sporthartslag en selecteer een sportprofiel om afzonderlijke hartslagzones in te stellen
(optioneel).
10 Herhaal stap om sporthartslagzones toe te voegen (optioneel).
Gebruikersprofiel 109
Uw hartslagzones laten instellen door de watch
Met de standaardinstellingen kan de watch uw maximale hartslag detecteren en uw hartslagzones instellen als
een percentage van uw maximale hartslag.
Controleer of uw gebruikersprofielinstellingen correct zijn (Uw gebruikersprofiel instellen, pagina108).
Ga vaak hardlopen met de hartslagmeter rond de borst of pols.
Probeer een aantal van de hartslagtrainingsplannen die beschikbaar zijn in uw Garmin Connect account.
Bekijk uw hartslagtrends en -tijden in zones via uw Garmin Connect account.
Berekeningen van hartslagzones
Zone % van maximale
hartslag Waargenomen inspanning Voordelen
1 50–60% Ontspannen, comfortabel tempo, regelma
tige ademhaling
Aerobische training voor beginners,
verlaagt het stressniveau
2 60–70% Comfortabel tempo, iets diepere ademha
ling, gesprek voeren is mogelijk
Standaardcardiovasculaire training;
korte herstelperiode
3 70–80% Gematigd tempo, gesprek voeren iets
lastiger
Verbeterde aerobische capaciteit,
optimale cardiovasculaire training
4 80–90% Hoog tempo en enigszins oncomfortabel;
zware ademhaling
Verbeterde anaerobische capaciteit en
drempel, hogere snelheid
5 90–100% Sprinttempo, kan niet lang worden volge
houden; ademhaling zwaar
Anaerobisch en musculair uithoudings
vermogen; meer kracht
Uw vermogenszones instellen
Voor de vermogenszones worden standaardwaarden gebruikt op basis van geslacht, gewicht en gemiddelde
bekwaamheid. Deze waarden komen mogelijk niet overeen met uw persoonlijke capaciteiten. Als u weet wat
uw FTP-waarde (functional threshold power) of Tp-waarde (threshold power) is, kunt u deze opgeven zodat de
software automatisch uw vermogenszones kan berekenen. U kunt uw zones handmatig aanpassen op de watch
of via uw Garmin Connect account.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Gebruikersprofiel > Hartslag- en vermogenszones > Vermogen.
3Selecteer een activiteit.
4Selecteer Op basis van.
5Selecteer een optie:
Selecteer Watt om de zones in watt weer te geven en te wijzigen.
Selecteer % FTP of % TP om de zones als een percentage van uw drempelvermogen weer te geven en te
wijzigen.
6Selecteer FTP of Drempelvermogenen voer uw waarde in.
U kunt de functie Automatische detectie gebruiken om uw drempelvermogen tijdens een activiteit
automatisch op te nemen (Prestatiemetingen automatisch detecteren, pagina111).
7Selecteer een zone en voer een waarde in voor elke zone.
8Selecteer zo nodig Minimum en voer een minimale vermogenswaarde in.
110 Gebruikersprofiel
Prestatiemetingen automatisch detecteren
De functie Automatische detectie is standaard ingeschakeld. De watch kan uw maximumhartslag en
lactaatdrempel automatisch detecteren tijdens een activiteit. Indien de watch wordt gekoppeld met een
compatibele vermogensmeter, kan het uw FTP (Functional Threshold Power) tijdens een activiteit automatisch
detecteren.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Gebruikersprofiel > Hartslag- en vermogenszones > Automatische detectie.
3Selecteer een optie.
Veiligheids- en trackingfuncties
VOORZICHTIG
Veiligheids- en trackingfuncties zijn een aanvullende functie en dienen niet te worden beschouwd als primaire
methode voor het verkrijgen van hulp bij ongelukken. De Garmin Connect app neemt geen contact op met
hulpdiensten namens u.
LET OP
Als u deze veiligheids- en trackingfuncties wilt gebruiken, moet de quatix watch verbonden zijn met de
Garmin Connect app via Bluetooth technologie. Uw gekoppelde smartphone moet zijn uitgerust met een
data-abonnement en zich in een gebied met netwerkdekking bevinden waar gegevens beschikbaar zijn. U kunt
noodcontacten in uw Garmin Connect account invoeren.
Ga voor meer informatie over veiligheids- en trackingfuncties naar garmin.com/safety.
Assistance: Hiermee kunt u een bericht met uw naam, LiveTrack-koppeling en GPS-locatie (indien beschikbaar)
naar uw contactpersonen voor noodgevallen verzenden.
Ongevaldetectie: Wanneer de quatix watch een ongeval detecteert tijdens een bepaalde outdoor-activiteit,
verzendt deze een automatisch bericht, LiveTrack koppeling en GPS-locatie (indien beschikbaar) naar uw
contactpersonen voor noodgevallen.
LiveTrack: Geef uw vrienden en familie de gelegenheid om uw races en trainingsactiviteiten in real-time te
volgen. U kunt volgers uitnodigen via e-mail of social media, waardoor zij uw live-gegevens op een webpagina
kunnen zien.
Live Event Sharing: Hiermee kunt u tijdens een evenement berichten naar vrienden en familie sturen, met
realtime updates.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar als uw watch is gekoppeld met een compatibele Android
smartphone.
GroupTrack: Hiermee kunt u uw connecties die LiveTrack gebruiken, direct op het scherm en in real-time volgen.
Contacten voor noodgevallen toevoegen
Telefoonnummers van contactpersonen voor noodgevallen worden gebruikt voor de veiligheids- en
trackingfuncties.
1Selecteer of in de Garmin Connect app.
2Selecteer Veiligheid en tracking > Veiligheidsfuncties > Contacten voor noodgevallen > Voeg
contactpersonen voor noodgevallen toe.
3Volg de instructies op het scherm.
Uw contactpersonen voor noodgevallen ontvangen een melding wanneer u ze toevoegt als contactpersoon voor
noodgevallen. Ze kunnen uw verzoek vervolgens accepteren of afwijzen. Als een contactpersoon weigert, moet
u een andere contactpersoon voor noodgevallen kiezen.
Veiligheids- en trackingfuncties 111
Contactpersonen toevoegen
U kunt maximaal 50 contactpersonen toevoegen aan de Garmin Connect app. E-mailadressen van
contactpersonen kunnen worden gebruikt bij de LiveTrack functie. Drie van deze contactpersonen kunnen
worden gebruikt als contacten voor noodgevallen (Contacten voor noodgevallen toevoegen, pagina111).
1Selecteer op de Garmin Connect app of .
2Selecteer Contacten.
3Volg de instructies op het scherm.
Nadat u contactpersonen hebt toegevoegd, moet u uw gegevens synchroniseren om de wijzigingen toe te
passen op uw quatix toestel (De Garmin Connect app gebruiken, pagina106).
Ongevaldetectie in- en uitschakelen
VOORZICHTIG
Ongevaldetectie is een extra functie die alleen beschikbaar is voor bepaalde buitenactiviteiten. Ongevaldetectie
dient niet te worden beschouwd als primaire methode voor het verkrijgen van hulp bij ongelukken. De Garmin
Connect app neemt geen contact op met hulpdiensten namens u.
LET OP
Voordat u incidentdetectie op uw watch kunt inschakelen, moet u contactpersonen voor noodgevallen
instellen in de Garmin Connect app (Contacten voor noodgevallen toevoegen, pagina111). Uw gekoppelde
smartphone moet zijn uitgerust met een data-abonnement en zich in een gebied met netwerkdekking bevinden
waar gegevens beschikbaar zijn. Uw contacten voor noodgevallen moeten e-mails of sms-berichten kunnen
ontvangen (standaard sms-tarieven kunnen van toepassing zijn).
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Veiligheid en tracking > Ongevaldetectie.
3Selecteer een GPS-activiteit.
OPMERKING: Ongevaldetectie is alleen beschikbaar voor bepaalde buitenactiviteiten.
Als uw quatix watch een ongeval detecteert en als uw telefoon is gekoppeld, kan de Garmin Connect
app automatisch een sms- en e-mailbericht met uw naam en GPS-locatie (indien beschikbaar) naar uw
contactpersonen voor noodgevallen verzenden. Op uw toestel en gekoppelde smartphone wordt een bericht
weergegeven met de mededeling dat uw contacten na 15 seconden zullen worden gewaarschuwd. Als u geen
hulp nodig hebt, kunt u de automatische noodoproep annuleren.
Hulp vragen
VOORZICHTIG
Hulp is een aanvullende functie en dient niet te worden beschouwd als primaire methode voor het verkrijgen van
hulp bij ongelukken. De Garmin Connect app neemt geen contact op met hulpdiensten namens u.
LET OP
Voordat u om hulp kunt vragen, moet u contactpersonen voor noodgevallen instellen in de Garmin Connect
app (Contacten voor noodgevallen toevoegen, pagina111). Uw gekoppelde smartphone moet zijn uitgerust met
een data-abonnement en zich in een gebied met netwerkdekking bevinden waar gegevens beschikbaar zijn.
Uw contacten voor noodgevallen moeten e-mails of sms-berichten kunnen ontvangen (standaard sms-tarieven
kunnen van toepassing zijn).
1Houd LIGHT ingedrukt.
2Wanneer u drie trillingen voelt, laat u de knop los om de hulpfunctie te activeren.
Het aftelscherm wordt weergegeven.
TIP: U kunt Annuleer selecteren voordat de afteltijd is verstreken als u het bericht wilt annuleren.
112 Veiligheids- en trackingfuncties
Een GroupTrack sessie starten
Voordat u een GroupTrack sessie kunt starten, moet u de watch koppelen met een compatibele smartphone
(Uw smartphone koppelen, pagina103).
OPMERKING: Uw gekoppelde telefoon moet zijn uitgerust met een data-abonnement en zich in een gebied met
netwerkdekking bevinden waar gegevens beschikbaar zijn.
Deze instructies gelden voor het starten van een GroupTrack sessie met een quatix watch. Als uw connecties
andere compatibele toestellen hebben, kunt u deze op de kaart zien. Op de andere toestellen kunnen
GroupTrack fietsers mogelijk niet worden weergegeven op de kaart.
1Houd op de quatix watch MENU ingedrukt en selecteer Veiligheid en tracking > GroupTrack > Toon op kaart
als u de weergave van connecties op het kaartscherm wilt inschakelen.
2Selecteer in de Garmin Connect app vanuit het instellingenmenu Veiligheid en tracking > LiveTrack > >
Instellingen > GroupTrack.
3Selecteer Alle connecties of Alleen uitnodiging en selecteer uw connecties.
4Selecteer Start LiveTrack.
5Start een buitenactiviteit op de watch.
6Blader naar de kaart om uw connecties weer te geven.
TIP: Op de kaart kunt u MENU ingedrukt houden en Nabije connecties selecteren om de afstand, de richting
en het tempo of de snelheid weer te geven van andere connecties in de GroupTrack sessie.
Tips voor GroupTrack sessies
Met de functie GroupTrack kunt u andere connecties in uw groep die LiveTrack gebruiken, direct op het scherm
volgen. Alle leden van de groep moeten connecties van u zijn in uw Garmin Connect account.
Start uw activiteit buiten met GPS.
Koppel uw quatix toestel met uw smartphone via Bluetooth technologie.
Selecteer in het instellingenmenu van de Garmin Connect app Connecties om de lijst met connecties voor uw
GroupTrack sessie bij te werken.
Zorg dat al uw connecties zijn gekoppeld met hun smartphones en start een LiveTrack sessie in de Garmin
Connect app.
Zorg dat al uw connecties binnen bereik zijn (40km of 25mijl).
Blader tijdens een GroupTrack sessie, naar de kaart om uw connecties te bekijken (Een kaart aan een
activiteit toevoegen, pagina36).
GroupTrack instellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Veiligheid en tracking > GroupTrack.
Toon op kaart: Hiermee kunt u connecties weergegeven op het kaartscherm tijdens een GroupTrack sessie.
Activiteittypen: Hiermee kunt u selecteren welke activiteittypen op het kaartscherm worden weergegeven
tijdens een GroupTrack sessie.
Veiligheids- en trackingfuncties 113
Instellingen gezondheid en welzijn
Houd MENU ingedrukt en selecteer Gezondheid en welzijn.
Hartslag: Hiermee kunt u de instellingen voor de hartslagmonitor aanpassen (Instellingen polshartslagmeter,
pagina84).
Pulse Ox modus: Hiermee kunt u een modus voor de Pulse Ox meter selecteren (Modus van de Puls Ox meter
instellen, pagina86).
Bewegingsmelding: Hiermee schakelt u de functie Bewegingsmelding in of uit (De bewegingswaarschuwing
gebruiken, pagina114).
Doelwaarschuwingen: Hiermee kunt u doelwaarschuwingen aan- en uitzetten of ze alleen uitzetten tijdens
activiteiten. Doelwaarschuwingen worden weergegeven voor uw dagelijkse stappendoel, het doel voor het
dagelijkse aantal opgelopen trappen en het doel voor het wekelijkse aantal minuten intensieve training.
Move IQ: Hiermee kunt u Garmin Move IQ gebeurtenissen in- en uitschakelen. Als u in een regelmatig
patroon beweegt, detecteert de functie Garmin Move IQ de activiteit automatisch en wordt deze in uw tijdlijn
weergegeven. De Garmin Move IQ activiteiten geven het type activiteit en de duur weer, maar deze worden
niet weergegeven in uw activiteitenlijst of nieuwsfeed. U kunt een activiteit met tijdmeting vastleggen op uw
toestel als u meer details en nauwkeurigheid wenst.
Automatisch doel
Uw toestel maakt automatisch een dagelijks stapdoel dat is gebaseerd op uw voorgaande activiteitenniveaus.
Wanneer u tijdens de dag beweegt, laat het toestel zien hoe u dichterbij uw dagelijkse doel komt.
Als u de functie Automatisch doel niet wilt gebruiken, kunt u een persoonlijk stapdoel instellen via uw Garmin
Connect account.
De bewegingswaarschuwing gebruiken
Langdurig zitten kan leiden tot ongewenste veranderingen in uw metabolisme. De bewegingswaarschuwingen
sporen u aan om te blijven bewegen. Na een uur inactiviteit worden Beweeg! en de bewegingsbalk
weergegeven. Vervolgens verschijnen extra segmenten in de balk na elke volgende 15 minuten inactiviteit.
Het toestel laat ook een pieptoon horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld (Systeeminstellingen,
pagina123).
Maak een korte wandeling (minimaal enkele minuten) om de waarschuwing te verwijderen.
Minuten intensieve training
Om uw gezondheid te verbeteren, adviseren organisaties als de World Health Organization, ten minste 150
minuten activiteit per week met gemiddelde inspanning, zoals wandelen met verende tred, of 75 minuten
activiteit per week met intensieve inspanning, zoals hardlopen.
De watch registreert de intensiviteit van uw activiteit en de tijd die u besteedt aan activiteiten van gemiddelde
tot hoge intensiviteit (hartslaggegevens zijn vereist om hoge intensiviteit te kwantificeren). De watch telt het
aantal minuten gemiddelde intensiviteit op bij het aantal minuten hoge intensiviteit. Na optelling is het totale
aantal minuten hoge intensiviteit verdubbeld.
Minuten intensieve training opbouwen
Uw quatix watch berekent het aantal minuten intensieve training door uw hartslaggegevens te vergelijken
met uw gemiddelde hartslag in rust. Als de hartslag is uitgeschakeld, berekent de watch het aantal minuten
gemiddelde inspanning door het aantal stappen per minuut te analyseren.
Begin een activiteit met tijdmeting voor de meest nauwkeurige berekening van het aantal minuten intensieve
training.
Draag uw watch dag en nacht om uw hartslag in rust zo nauwkeurig mogelijk te meten.
114 Instellingen gezondheid en welzijn
Slaap bijhouden
Als u slaapt, detecteert de watch automatisch uw slaap en bewaakt uw bewegingen gedurende uw normale
slaaptijden. U kunt uw normale slaaptijden instellen in de gebruikersinstellingen van uw Garmin Connect
account. Slaapstatistieken omvatten het totale aantal uren slaap, slaapfasen, slaapniveaus, perioden van
beweging tijdens de slaap en de slaapscore. U kunt uw slaapstatistieken inzien via uw Garmin Connect account.
OPMERKING: Dutjes worden niet aan uw slaapstatistieken toegevoegd. U kunt de modus Niet storen gebruiken
om de meldingen en waarschuwingen uit te schakelen; alarmen worden hierdoor niet uitgeschakeld (Bediening,
pagina77).
Uw slaap automatisch bijhouden
1Draag uw watch terwijl u slaapt.
2Upload uw slaapgegevens naar de Garmin Connect site (De Garmin Connect app gebruiken, pagina106).
U kunt uw slaapstatistieken inzien via uw Garmin Connect account.
U kunt slaapgegevens van de vorige nacht op uw quatix watch bekijken (Korte blik, pagina56).
Navigatie
Uw opgeslagen locaties weergeven en bewerken
TIP: U kunt een locatie opslaan vanuit het bedieningsmenu (Bediening, pagina77).
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Navigeer > Opgeslagen loc..
3Selecteer een opgeslagen locatie.
4Selecteer een optie om de locatiegegevens weer te geven of te bewerken.
Een dubbel grid-locatie opslaan
U kunt uw huidige locatie opslaan met behulp van dubbele gridcoördinaten om later terug te gaan naar dezelfde
locatie.
1Pas een knop of knopcombinatie aan voor de Dubbel grid functie (De sneltoetsen aanpassen, pagina125).
2Houd de knop of knopcombinatie die u hebt aangepast ingedrukt om een dubbel-gridlocatie op te slaan.
3Wacht terwijl de watch satellieten zoekt.
4Druk op START om de locatie op te slaan.
5Druk indien nodig op DOWN om de locatiegegevens te bewerken.
Navigatie 115
Een referentiepunt instellen
U kunt een referentiepunt instellen om de koers en de afstand tot een locatie of peiling weer te geven.
1Selecteer een optie:
Houd LIGHT ingedrukt.
TIP: U kunt een referentiepunt instellen terwijl u een activiteit opneemt.
Druk op START op de watch face.
2Selecteer Referentiepunt.
3Wacht terwijl de watch satellieten zoekt.
4Druk op START en selecteer Voeg punt toe.
5Selecteer een locatie of peiling die u als referentiepunt voor navigatie wilt gebruiken.
De kompaspijl en de afstand tot uw bestemming worden weergegeven.
6Richt de bovenkant van de watch in de richting van de koers.
Wanneer u van de voorliggende koers afwijkt, geeft het kompas de richting ten opzichte van de koers en de
deviatie in graden weer.
7Druk zo nodig op START en selecteer Wijzig punt om een ander referentiepunt in te stellen.
Navigeren naar een bestemming
U kunt uw toestel gebruiken om naar een bestemming te navigeren of om een koers te volgen.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigatie.
5Selecteer een categorie.
6Kies een bestemming door de vragen op het scherm te beantwoorden.
7Selecteer Ga naar.
Navigatie-informatie wordt weergegeven.
8Druk op START om de navigatie te starten.
Naar een nuttig punt navigeren
Als de op uw watch geïnstalleerde kaartgegevens nuttige punten omvatten, kunt u daar naartoe navigeren.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigatie > Nuttige punten en selecteer vervolgens een categorie.
Een lijst van nuttige punten in de buurt van uw locatie wordt weergegeven.
5Selecteer indien nodig een optie:
Als u in de buurt van een andere locatie wilt zoeken, selecteert u Zoek nabij en vervolgens een locatie.
Als u op naam naar een nuttig punt wilt zoeken, selecteert u Spelzoeken en voert u een naam in.
Als u wilt zoeken naar nuttige punten in de buurt, selecteert u Om me heen (Navigeren met de functie Om
me heen, pagina97).
6Selecteer een van de nuttige punten in de zoekresultaten.
7Selecteer Ga.
Navigatie-informatie wordt weergegeven.
8Druk op START om de navigatie te starten.
116 Navigatie
Navigeren naar het vertrekpunt van een opgeslagen activiteit
U kunt in een rechte lijn of langs de door u afgelegde route terug navigeren naar het vertrekpunt van uw
activiteit. Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigeer > Vorige activiteit.
5Selecteer een activiteit.
6Selecteer Terug naar start en selecteer een optie:
Selecteer TracBack om langs de afgelegde route naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u niet over een ondersteunde kaart beschikt of als u directe routebepaling gebruikt, selecteert u Route
om in een rechte lijn naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u directe routebepaling niet gebruikt, selecteert u Route om met behulp van een uitgebreide
routebeschrijving naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Afslag-voor-afslag aanwijzingen zijn handig om te navigeren naar het vertrekpunt van uw laatst opgeslagen
activiteit als u een ondersteunde kaart hebt of directe routebepaling gebruikt. Op de kaart wordt een lijn
weergegeven vanaf uw huidige locatie naar het vertrekpunt van de laatst opgeslagen activiteit als u directe
routebepaling niet gebruikt.
OPMERKING: U kunt de timer starten om te voorkomen dat de watch terugkeert naar watchmodus.
7Druk op DOWN om het kompas weer te geven (optioneel).
De pijl wijst naar het startpunt.
Tijdens een activiteit navigeren naar uw vertrekpunt
U kunt in een rechte lijn of langs de afgelegde route terug navigeren naar het vertrekpunt van uw huidige
activiteit. Deze functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
1Druk tijdens een activiteit op STOP.
2Selecteer Terug naar start en selecteer een optie:
Selecteer TracBack om langs de afgelegde route naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u niet over een ondersteunde kaart beschikt of als u directe routebepaling gebruikt, selecteert u Route
om in een rechte lijn naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u directe routebepaling niet gebruikt, selecteert u Route om met behulp van een uitgebreide
routebeschrijving naar het startpunt van uw activiteit te navigeren.
Uw huidige locatie , het te volgen spoor en uw bestemming worden op de kaart weergegeven.
Navigatie 117
Routeaanwijzingen weergeven
U kunt een lijst van afslag-voor-afslag aanwijzingen weergeven voor uw route.
1Houd tijdens het navigeren MENU ingedrukt.
2Selecteer Afslag-voor-afslag.
Er wordt een lijst met afslag-voor-afslag aanwijzingen weergegeven.
3Druk op DOWN om meer richtingen weer te geven.
Navigeren met Peil en ga
U kunt het toestel op een object in de verte richten, bijvoorbeeld een watertoren, de richting vergrendelen en dan
naar het object navigeren.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigeer > Peil en ga.
5Wijs met de bovenkant van de watch naar een object en druk op START.
Navigatie-informatie wordt weergegeven.
6Druk op START om de navigatie te starten.
Een Man-overboord-locatie markeren en de navigatie ernaartoe starten
Houd MOB ingedrukt om uw huidige locatie op te slaan als Man-over-boord-locatie (MOB) en de navigatie terug
naar dat punt automatisch te starten.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigeer > Laatste MOB.
Navigatie-informatie wordt weergegeven.
Stoppen met navigeren
1Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2Selecteer Navigatie stoppen.
Koersen
U kunt vanuit uw Garmin Connect een koers verzenden naar uw toestel. Als de koers op uw toestel is
opgeslagen, kunt u deze daarop volgen.
U kunt bijvoorbeeld een vastgelegde koers volgen omdat de route u beviel. Of u kunt een fietsvriendelijke route
naar uw werk vastleggen en volgen.
U kunt een vastgelegde koers ook volgen om te proberen eerdere prestaties op de koers te evenaren of te
verbeteren. Stel bijvoorbeeld dat u de originele koers in 30 minuten hebt voltooid. U kunt dan nu tegen een
Virtual Partner racen om te proberen de koers in minder dan 30 minuten af te leggen.
118 Navigatie
Een koers maken en volgen op uw toestel
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigeer > Koersen > Maak nieuw.
5Geef een naam op voor de koers en selecteer .
6Selecteer Voeg locatie toe.
7Selecteer een optie.
8Herhaal indien nodig de stappen 6 en 7.
9Selecteer OK > Start koers.
Navigatie-informatie wordt weergegeven.
10 Druk op START om de navigatie te starten.
Een rondrit maken
Het toestel kan een rondrit maken op basis van de opgegeven afstand en de navigatierichting.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Hardlopen of Fietsen.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigeer > Rondrit.
5Voer de totale afstand voor de koers in.
6Selecteer een richting.
Er worden maximaal drie koersen gemaakt. Druk op DOWN als u de koersen wilt weergeven.
7Druk op START om een koers te selecteren.
8Selecteer een optie:
Selecteer Ga om te beginnen met navigeren.
Selecteer Kaart als u de koers op de kaart wilt weergeven en wilt schuiven of in- of uitzoomen op de kaart.
Selecteer Afslag-voor-afslag als u een lijst met afslagen in de koers wilt weergeven.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de koers weer te geven.
Selecteer Sla op om de koers op te slaan.
Selecteer Klimtochten bekijken als u een lijst met stijgingen in de koers wilt weergeven.
Een koers maken op Garmin Connect
Voordat u een koers kunt maken met de Garmin Connect app, moet u een Garmin Connect account hebben
(Garmin Connect, pagina106).
1Selecteer in de Garmin Connect app, of .
2Selecteer Training & planning > Koersen > Maak koers.
3Selecteer een type koers.
4Volg de instructies op het scherm.
5Selecteer OK.
OPMERKING: U kunt deze workout naar uw toestel verzenden (Een koers naar uw toestel verzenden,
pagina120).
Navigatie 119
Een koers naar uw toestel verzenden
U kunt een koers die u met de Garmin Connect app hebt gemaakt, naar uw toestel verzenden (Een koers maken
op Garmin Connect, pagina119).
1Selecteer in de Garmin Connect app, of .
2Selecteer Training & planning > Koersen.
3Selecteer een koers.
4Selecteer > Verzend naar toestel.
5Selecteer uw compatibele toestel.
6Volg de instructies op het scherm.
Koersgegevens weergeven of bewerken
U kunt koersgegevens bekijken of bewerken voordat u door een koers navigeert.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer een activiteit.
3Houd MENU ingedrukt.
4Selecteer Navigeer > Koersen.
5Selecteer een koers.
6Selecteer een optie:
Selecteer Start koers om te beginnen met navigeren.
Als u een band voor aangepast tempo wilt maken, selecteert u PacePro.
Als u een analyse van uw inspanningen voor de koers wilt maken of bekijken, selecteert u Power Guide.
Selecteer Kaart als u de koers op de kaart wilt weergeven en wilt schuiven of in- of uitzoomen op de kaart.
Als u de koers in omgekeerde volgorde wilt beginnen, selecteert u Voer koers omgekeerd uit.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de koers weer te geven.
Selecteer Naam als u de naam van de koers wilt wijzigen.
Als u het koerspad wilt bewerken, selecteert u Wijzigen.
Selecteer Klimtochten bekijken als u een lijst met stijgingen in de koers wilt weergeven.
Selecteer Wis om de koers te verwijderen.
Een waypoint projecteren
U kunt een nieuwe locatie maken door de afstand en peiling te projecteren vanaf uw huidige locatie naar een
nieuwe locatie.
OPMERKING: Mogelijk moet u de app Projec. wayp. toevoegen aan de lijst met activiteiten en apps.
1Druk op de watch face op START.
2Selecteer Projec. wayp..
3Druk op UP of DOWN om de koers in te stellen.
4Druk op START.
5Druk op DOWN om een meeteenheid te selecteren.
6Druk op UP om de afstand in te voeren.
7Druk op START om op te slaan.
Het geprojecteerde waypoint wordt opgeslagen onder een standaardnaam.
Navigatie-instellingen
U kunt tijdens het navigeren naar een bestemming de functies en vormgeving van de kaart aanpassen.
120 Navigatie
Schermen met navigatiegegevens aanpassen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Navigatie > Gegevensschermen.
3Selecteer een optie:
Selecteer Kaart > Status om de kaart in of uit te schakelen.
Selecteer Kaart > Gegevensveld om een gegevensveld met routegegevens op de kaart in of uit te
schakelen.
Selecteer Verderop om informatie over komende koerspunten in of uit te schakelen.
Selecteer Begeleiding om een gidspagina in of uit te schakelen waarop de kompasrichting of de koers
wordt weergegeven die u tijdens het navigeren moet volgen.
Selecteer Hoogteprofiel om de hoogtegrafiek in of uit te schakelen.
Selecteer een scherm dat u wilt toevoegen, verwijderen of aanpassen.
Een koersindicator instellen
U kunt een koersindicator instellen die wordt weergegeven op uw gegevenspagina's tijdens het navigeren. De
indicator wijst in de richting van uw doel.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Navigatie > Koersindicator.
Navigatiewaarschuwingen instellen
U kunt waarschuwingen instellen om u te helpen navigeren naar uw bestemming.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Navigatie > Waarschuwingen.
3Selecteer een optie:
Selecteer Afstand tot einddoel om een waarschuwing in te stellen voor een bepaalde afstand tot uw
eindbestemming.
Selecteer Bestemming ETE om een waarschuwing in te stellen voor een resterende geschatte tijd tot u
aankomt op uw eindbestemming.
Selecteer Uit koers om een waarschuwing in te stellen voor als u van uw koers afraakt.
Selecteer Afslagaanwijzingen om afslag-voor-afslag navigatieaanwijzingen in te schakelen.
4Selecteer zo nodig Status om de waarschuwing in te schakelen.
5Voer zo nodig een afstand of tijdwaarde in en selecteer .
Instellingen voor energiebeheer
Houd MENU ingedrukt en selecteer Energiebeheer.
Batterijspaarstand: Hiermee kunt u systeeminstellingen aanpassen om de levensduur van de batterij in de
horlogemodus te verlengen (De batterijspaarstand aanpassen, pagina122).
Energiemodi: Hiermee kunt u systeeminstellingen, activiteitinstellingen en GPS-instellingen aanpassen om de
levensduur van de batterij tijdens een activiteit te verlengen (Energiemodi aanpassen, pagina122).
Batterijpercentage: Geeft de resterende levensduur van de batterij als percentage weer.
Batterijschattingen: Geeft de resterende levensduur van de batterij weer als een geschat aantal dagen of uren.
Instellingen voor energiebeheer 121
De batterijspaarstand aanpassen
Met de batterijspaarstand kunt u snel systeeminstellingen aanpassen om de levensduur van de batterij in de
watch modus te verlengen.
U kunt de batterijspaarstand inschakelen via het bedieningsmenu (Bediening, pagina77).
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Energiebeheer > Batterijspaarstand.
3Selecteer Status om de batterijspaarstand in te schakelen.
4Selecteer Wijzigen en selecteer een optie:
Selecteer Wijzerplaat om een energiezuinige watch face in te schakelen die eenmaal per minuut wordt
bijgewerkt.
Selecteer Muziek om het beluisteren van muziek op uw smartwatch uit te schakelen.
Selecteer Telefoon om de verbinding met uw gekoppelde smartphone te verbreken.
Selecteer Wi-Fi om de verbinding met een Wi‑Fi netwerk te verbreken.
Selecteer Polshartslag om de polshartslagmeter uit te schakelen.
Selecteer Pulseoxymeter om de sensor van de pulse oximeter uit te schakelen.
Selecteer Schermverlichting om de automatische schermverlichting uit te schakelen.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor elke aangepaste instelling.
5Selecteer Batterij bijna leeg om een waarschuwing te ontvangen wanneer de batterij bijna leeg is.
De vermogensmodus wijzigen
U kunt de vermogensmodus wijzigen om de levensduur van de batterij tijdens een activiteit te verlengen.
1Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2Selecteer Energiemodus.
3Selecteer een optie.
De watch laat zien hoeveel uur de batterij mee zal gaan in de geselecteerde vermogensmodus.
Energiemodi aanpassen
Uw toestel wordt geleverd met verschillende energiemodi, zodat u snel systeeminstellingen,
activiteitinstellingen en GPS-instellingen kunt aanpassen om de levensduur van de batterij tijdens een activiteit
te verlengen. U kunt bestaande energiemodi aanpassen en nieuwe aangepaste energiemodi maken.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Energiebeheer > Energiemodi.
3Selecteer een optie:
Selecteer een energiemodus die u wilt aanpassen.
Selecteer Voeg nieuw toe om een aangepaste energiemodus te maken.
4Voer zo nodig een aangepaste naam in.
5Selecteer een optie om bepaalde energiemodi aan te passen.
U kunt bijvoorbeeld de GPS-instelling wijzigen of de verbinding met uw gekoppelde telefoon verbreken.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor elke aangepaste instelling.
6Selecteer indien nodig OK om op te slaan en de aangepaste energiemodus te gebruiken.
Een energiemodus herstellen
U kunt een vooraf geladen energiemodus herstellen naar de standaard fabrieksinstellingen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Energiebeheer > Energiemodi.
3Selecteer een vooraf geladen energiemodus.
4Selecteer Herstel > Ja.
122 Instellingen voor energiebeheer
Systeeminstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van de watch instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen (Tijdinstellingen, pagina124).
Schermverlichting: Hiermee kunt u scherminstellingen aanpassen (De scherminstellingen wijzigen, pagina124).
Touchscreen: Hiermee kunt u het aanraakscherm in- of uitschakelen tijdens algemeen gebruik, activiteiten of de
slaapstand.
Satellieten: Hiermee kunt u het standaard satellietsysteem instellen dat wordt gebruikt voor activiteiten. Indien
nodig kunt u de satellietinstelling voor elke activiteit aanpassen (Satellietinstellingen, pagina43).
Geluid en trillen: Hiermee kunt u de watchgeluiden instellen, zoals knoptonen, waarschuwingen en trillingen.
Slaapstand: Hiermee kunt u uw slaaptijden en voorkeuren voor de slaapstand instellen (De slaapstand
aanpassen, pagina125).
Niet storen: Hiermee kunt u de Niet storen modus inschakelen. U kunt uw voorkeuren voor het scherm,
meldingen, waarschuwingen en polsbewegingen bewerken.
Sneltoetsen: Hiermee kunt u snelkoppelingen toewijzen aan knoppen (De sneltoetsen aanpassen, pagina125).
Automatische vergrendeling: Hiermee kunt u de knoppen en het aanraakscherm automatisch vergrendelen
om te voorkomen dat u per ongeluk op een knop drukt of over het aanraakscherm veegt. Gebruik de optie
Tijdens activiteit om de knoppen en het aanraakscherm te vergrendelen tijdens een activiteit met tijdmeting.
Gebruik de optie Niet tijdens activiteit om de knoppen en het aanraakscherm te vergrendelen wanneer u geen
activiteit met tijdmeting vastlegt.
Formaat: Hiermee kunt u algemene notatievoorkeuren instellen, zoals de meeteenheden, het tempo en
de snelheid die tijdens activiteiten worden weergegeven, het begin van de week, de geografische
positieweergave en datumopties (De maateenheden wijzigen, pagina125).
Prestatie Conditie: Hiermee kunt u de functie voor prestatieconditie instellen tijdens een activiteit
(Prestatieconditie, pagina66).
Gegevensopslag: Hiermee stelt u in hoe de watch activiteitgegevens vastlegt. Met de instelling Slim (standaard)
kunnen langere activiteiten worden vastgelegd. Met de instelling Iedere seconde zijn de opnamen van
activiteiten meer gedetailleerd, maar worden langere activiteiten mogelijk niet geheel vastgelegd.
USB-modus: Hiermee kunt u het MTP (media transfer protocol) of de Garmin modus inschakelen op de watch
als er verbinding is met een computer.
Back-up maken en herstellen: Hiermee kunt u automatische back-ups van watchgegevens en -instellingen
inschakelen en direct een back-up van uw gegevens maken. U kunt gegevens van een vorige back-up
herstellen met de Garmin Connect app.
Herstel: Hier kunt u gebruikersgegevens en -instellingen opnieuw instellen (Alle standaardinstellingen herstellen,
pagina131).
Software-update: Hiermee kunt u gedownloade software-updates installeren, automatische updates
inschakelen of handmatig controleren op updates (Productupdates, pagina129). U kunt Nieuwe functies
selecteren om een lijst met nieuwe functies weer te geven van de laatste software-update die u hebt
geïnstalleerd.
Over: Hiermee wordt informatie over het toestel, de software, de licentie en de regelgeving weergegeven.
Systeeminstellingen 123
Tijdinstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem > Tijd.
Tijdweergave: Hiermee stelt u de 12- of 24-uursklok (militaire notatie) op uw watch in.
Datumnotatie: Hiermee stelt u de volgorde voor dag, maand en het jaar in voor datums.
Stel tijd in: Hiermee stelt u de tijdzone op de watch in. De optie Automatisch stelt de tijdzone automatisch in op
basis van uw GPS-positie.
Tijd: Hiermee kunt u de tijd aanpassen als de optie Stel tijd in is ingesteld op Handmatig.
Waarschuwingen: Hiermee kunt u de waarschuwingen per uur en zonsopkomst- en
zonsondergangswaarschuwingen zodanig instellen dat een bepaald aantal minuten of uren vóór de feitelijke
zonsopkomst of zonsondergang een waarschuwingssignaal wordt gegeven (Tijdwaarschuwingen instellen,
pagina124).
Tijdsync: Hiermee kunt u de tijd handmatig synchroniseren wanneer u van tijdzone verandert, en kunt u de
zomertijd instellen (De tijd synchroniseren, pagina124).
Tijdwaarschuwingen instellen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Tijd > Waarschuwingen.
3Selecteer een optie:
Selecteer Tot zon onder > Status > Aan, selecteer Tijd en voer de tijd in als u een bepaald aantal minuten
of uren voor zonsondergang wilt worden gewaarschuwd met een geluidssignaal.
Selecteer Tot zonsopgang > Status > Aan, selecteer Tijd en voer de tijd in als u een bepaald aantal
minuten of uren voor zonsopgang wilt worden gewaarschuwd met een geluidssignaal.
Selecteer Per uur > Aan als u elk uur wilt worden gewaarschuwd met een geluidssignaal.
De tijd synchroniseren
Telkens wanneer u het toestel inschakelt en naar satellieten zoekt of de Garmin Connect app op uw gekoppelde
telefoon opent, worden de tijdzones en het tijdstip automatisch door het toestel gedetecteerd. U kunt de tijd ook
handmatig synchroniseren wanneer u van tijdzone verandert, en kunt u de zomertijd instellen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Tijd > Tijdsync.
3Wacht tot het toestel verbinding maakt met uw gekoppelde telefoon of satellieten vindt (Satellietsignalen
ontvangen, pagina132).
TIP: Druk op DOWN om de bron te wijzigen.
De scherminstellingen wijzigen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Schermverlichting.
3Selecteer een optie:
Selecteer Tijdens activiteit.
Selecteer Algemeen gebruik.
Selecteer In slaapstand.
4Selecteer een optie:
Selecteer Helderheid om het helderheidsniveau van het scherm in te stellen.
Selecteer Knoppen en aanraken om het scherm in te schakelen bij het indrukken van knoppen en tikken
op het scherm.
Selecteer Waarschuwingen om het scherm in te schakelen bij waarschuwingen.
Selecteer Polsgebaar om het scherm in te schakelen als u uw arm optilt en draait om op uw pols te kijken.
Selecteer Time-out om de tijdsduur in te stellen voordat het scherm wordt uitgeschakeld.
124 Systeeminstellingen
De slaapstand aanpassen
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Slaapstand.
3Selecteer een optie:
Selecteer Plannen, selecteer een dag en voer uw normale slaaptijden in.
Selecteer Wijzerplaat om de slaapwijzerplaat te gebruiken.
Selecteer Schermverlichting om de helderheid en time-out van het scherm in te stellen.
Selecteer Touchscreen om het aanraakscherm in of uit te schakelen.
Selecteer Niet storen om de modus Niet storen in of uit te schakelen.
Selecteer Batterijspaarstand om de batterijspaarstand in of uit te schakelen (De batterijspaarstand
aanpassen, pagina122).
De sneltoetsen aanpassen
U kunt de functie voor het ingedrukt houden van afzonderlijke knoppen en knopcombinaties aanpassen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Sneltoetsen.
3Selecteer een knop of knopcombinatie die u wilt aanpassen.
4Selecteer een functie.
De maateenheden wijzigen
U kunt de maateenheden voor afstand, tempo en snelheid, hoogte en meer aanpassen.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Formaat > Eenheden.
3Selecteer een type maatsysteem.
4Selecteer een maateenheid.
Toestelgegevens weergeven
U kunt toestelinformatie zoals de toestel-id, softwareversie, informatie over wet- en regelgeving en de
licentieovereenkomst weergeven.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Over.
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd. Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale compliance-markeringen, maar ook toepasselijke
product- en licentiegegevens.
1Houd MENU ingedrukt.
2Selecteer Over in het instellingenmenu.
Systeeminstellingen 125
Toestelinformatie
De watch opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en de directe omgeving ervan grondig te reinigen en
af te drogen voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer. Raadpleeg de instructies voor reiniging
(Toestelonderhoud, pagina128).
1Sluit de kabel (het uiteinde) aan op de oplaadpoort van uw watch.
2Steek het andere uiteinde van de kabel in een USB-oplaadpoort.
De watch geeft het huidige batterijniveau weer.
Opladen met zonne-energie
OPMERKING: Deze functie is niet op alle toestellen beschikbaar.
Met de functie Opladen met zonne-energie kunt u uw watch opladen terwijl u deze gebruikt.
Tips voor opladen met zonne-energie
Volg deze tips om de levensduur van de batterij van uw watch te verlengen.
Wanneer u de watch draagt, zorg er dan voor dat u de watch face niet bedekt met uw mouw.
Regelmatig gebruik buitenshuis in zonnige omstandigheden kan de levensduur van de batterij verlengen.
OPMERKING: Uw watch is beveiligd tegen oververhitting en stopt automatisch met opladen als de
interne temperatuur de maximale temperatuur voor opladen met zonne-energie overschrijdt (Specificaties,
pagina127).
OPMERKING: De watch laadt niet met zonne-energie op wanneer deze is aangesloten op een externe
voedingsbron of wanneer de batterij vol is.
126 Toestelinformatie
Specificaties
Batterijtype Oplaadbare, ingebouwde lithium-ionbatterij
Waterbestendigheid 10ATM1
Bedrijfs- en opslagtemperatuurbereik Van -20 tot 45 ºC (van -4 tot 113 ºF)
Temperatuurbereik bij opladen via USB Van 0 tot 45 ºC (van 32 tot 113 ºF)
Temperatuurbereik bij opladen met
zonne-energie Van 0 tot 60 °C (van 32 tot 140 °F)
Draadloze frequenties van de Europese
Unie (EU) (vermogen)
quatix 7: 2,4 GHz @ 16,1 dBm maximaal, quatix 7X Solar: 2,4 GHz @
15,9 dBm maximaal
SAR-waarden van de EU quatix 7: 0,30 W/kg romp, 0,30 W/kg ledematen, quatix 7X Solar:
0,75 W/kg romp, 0,27 W/kg ledematen
Batterijgegevens
De werkelijke levensduur van de batterij hangt af van de op uw watch ingeschakelde functies, zoals
hartslagmeting bij de pols, smartphonemeldingen, GPS, interne sensoren en aangesloten sensoren.
Modus quatix 7 Levensduur van batterij quatix 7X Solar Levensduur van batterij
De modus Smartwatch Maximaal 18 dagen, bij normaal
gebruik
Maximaal 28 dagen, bij normaal gebruik
Maximaal 37 dagen met zonne-energie2
Batterijspaarstand smart
watchmodus
Maximaal 57 dagen, bij normaal
gebruik
Maximaal 90 dagen, bij normaal gebruik
Langer dan 1 jaar met zonne-energie2
De modus Alleen GPS Maximaal 57 uur, bij normaal
gebruik
Maximaal 89 uur, bij normaal gebruik
Maximaal 122 uur met zonne-energie3
De modus Alle satellietsys
temen
Maximaal 40 uur, bij normaal
gebruik
Maximaal 63 uur, bij normaal gebruik
Maximaal 77 uur met zonne-energie3
De modus Alle satellietsys
temen plus multi-band Niet van toepassing Maximaal 36 uur, bij normaal gebruik
Maximaal 41 uur met zonne-energie3
De modus Alle satellietsys
temen met muziek
Maximaal 10 uur, bij normaal
gebruik Maximaal 16 uur, bij normaal gebruik
Max. batterij in GPS-modus Maximaal 136 uur, bij normaal
gebruik
Maximaal 213 uur, bij normaal gebruik
Maximaal 578 uur met zonne-energie3
Expeditie-GPS-modus Maximaal 40 dagen, bij normaal
gebruik
Maximaal 62 dagen, bij normaal gebruik
Maximaal 139 dagen met zonne-energie2
1 Het toestel is bestand tegen een druk die gelijk is aan een diepte van 100 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
2 Kan hele dag worden gedragen met 3 uur/dag buiten in omstandigheden van 50.000 lux
3 Bij gebruik in omstandigheden van 50.000 lux
Toestelinformatie 127
Toestelonderhoud
LET OP
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te maken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en insectenwerende middelen die plastic
onderdelen en oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in aanraking is geweest met chloor of zout water,
zonnebrand, cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie kunnen veroorzaken. Langdurige
blootstelling aan deze stoffen kan de behuizing beschadigen.
Druk niet op de knoppen onder water.
Vermijd schokken en ruwe behandeling omdat hierdoor het product korter meegaat.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld,
omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken.
De watch reinigen
VOORZICHTIG
Sommige gebruikers kunnen last krijgen van huidirritatie na langdurig gebruik van de watch, vooral als de
gebruiker een gevoelige huid heeft of allergisch is. Als u merkt dat uw huid geïrriteerd is, verwijder de watch dan
en geef uw huid de tijd om te herstellen. Zorg ervoor dat de watch schoon en droog is en draai het niet te strak
aan om huidirritatie te voorkomen.
LET OP
Ook een klein beetje zweet of vocht kan corrosie van de elektrische contactpunten veroorzaken als de watch is
aangesloten op een oplader. Corrosie kan opladen en gegevensoverdracht blokkeren.
TIP: Ga voor meer informatie naar garmin.com/fitandcare.
1Spoel af met water of gebruik een vochtige, pluisvrije doek.
2Laat de watch volledig drogen.
De QuickFit® bandjes vervangen
1Verschuif de vergrendeling op het QuickFit bandje en verwijder het bandje van het horloge.
2Breng de nieuwe band op één lijn met het horloge.
3Druk de band op zijn plaats.
OPMERKING: Controleer of de band stevig vastzit. De vergrendeling moet over het pennetje van het horloge
heen sluiten.
4Herhaal de stappen 1 t/m 3 om de andere band te vervangen.
128 Toestelinformatie
Metalen band aanpassen
Als uw horloge een metalen band heeft, dient u uw horloge naar een juwelier of andere professional te brengen
als de lengte van de metalen band moet worden aangepast.
Gegevensbeheer
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows 95, 98, Me, Windows NT®, en Mac® OS 10.3 en ouder.
Bestanden verwijderen
LET OP
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan niet. Het geheugen van het toestel bevat
belangrijke systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1Open het Garmin station of volume.
2Open zo nodig een map of volume.
3Selecteer een bestand.
4Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
OPMERKING: Mac besturingssystemen bieden een beperkte ondersteuning voor MTP-bestandsoverdracht. U
moet het Garmin station op een Windows besturingssysteem openen. U moet de Garmin Express toepassing
gebruiken om muziekbestanden van uw toestel te verwijderen.
Problemen oplossen
Productupdates
Uw toestel controleert automatisch op updates wanneer u bent verbonden met Bluetooth of Wi‑Fi. U kunt
handmatig controleren of er updates zijn via de systeeminstellingen (Systeeminstellingen, pagina123).
Installeer Garmin Express (www.garmin.com/express) op uw computer. Open de Garmin Connect app op uw
telefoon.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de volgende diensten voor Garmin toestellen:
Software-updates
Kaartupdates
Baanupdates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
Productregistratie
Meer informatie
Meer informatie over dit product vindt u op de Garmin website.
Ga naar support.garmin.com voor meer handleidingen, artikelen en software-updates.
Ga naar buy.garmin.com of neem contact op met uw Garmin dealer voor informatie over optionele
accessoires en vervangingsonderdelen.
Ga naar www.garmin.com/ataccuracy voor informatie over de nauwkeurigheid van functies.
Dit is geen medisch toestel.
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal gebruikt
U kunt de taal wijzigen als u per ongeluk niet de juiste taal hebt geselecteerd op het toestel.
1Houd MENU ingedrukt.
2Blader omlaag naar het laatste item in de lijst en druk op START.
3Druk op START.
4Selecteer uw taal.
Problemen oplossen 129
Is mijn telefoon compatibel met mijn watch?
De quatix watch is compatibel met telefoons die Bluetooth technologie gebruiken.
Ga naar garmin.com/ble voor Bluetooth informatie over compatibiliteit.
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met de watch
Als uw telefoon geen verbinding maakt met de watch, kunt u deze tips proberen.
Schakel uw telefoon en uw watch uit en weer in.
Schakel Bluetooth technologie op uw telefoon in.
Werk de Garmin Connect app bij naar de nieuwste versie.
Verwijder uw watch uit de Garmin Connect app en de Bluetooth instellingen op uw telefoon om het
koppelingsproces opnieuw te proberen.
Als u een nieuwe telefoon hebt gekocht, verwijdert u uw watch uit de Garmin Connect app op de telefoon die
u niet meer wilt gebruiken.
Houd uw telefoon binnen 10m (33ft.) van de watch.
Open de Garmin Connect app op uw telefoon, selecteer het of , en selecteer Garmin toestellen > Voeg
toestel toe om de koppelmodus in te schakelen.
Houd op de wijzerplaat MENU ingedrukt en selecteer Connectiviteit > Telefoon > Koppel telefoon.
Kan ik mijn Bluetooth sensor gebruiken bij mijn watch?
De watch is compatibel met sommige Bluetooth sensoren. Wanneer u voor de eerste keer een sensor met uw
Garmin watch verbindt, moet u de watch en de sensor koppelen. Nadat de koppeling is voltooid, maakt de watch
automatisch een verbinding met de sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en zich binnen
bereik bevindt.
1Houd het MENU ingedrukt.
2Selecteer Sensors en accessoires > Voeg nieuw toe.
3Selecteer een optie:
Selecteer Door alle sensors zoeken.
Selecteer uw type sensor.
U kunt de optionele gegevensvelden aanpassen (Gegevensschermen aanpassen, pagina36).
Ik kan mijn hoofdtelefoon niet koppelen met de watch
Als uw Bluetooth hoofdtelefoon eerder met uw smartphone was gekoppeld, kan de hoofdtelefoon automatisch
verbinding maken met uw smartphone voordat verbinding wordt gemaakt met uw watch. U kunt deze tips
proberen.
Schakel Bluetooth technologie uit op uw smartphone.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw smartphone voor meer informatie.
Houd 10m (33ft.) afstand van uw smartphone als uw hoofdtelefoon verbinding maakt met de watch.
Koppel uw hoofdtelefoon met uw watch (Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten, pagina102).
130 Problemen oplossen
Mijn muziek valt weg of mijn hoofdtelefoon blijf niet verbonden
Wanneer u een quatix watch gebruikt die met een Bluetooth hoofdtelefoon is verbonden, is het signaal het
sterkst wanneer zich niets tussen de watch en de antenne van de hoofdtelefoon bevindt.
Als het signaal door uw lichaam gaat, treedt er mogelijk signaalverlies op of wordt de verbinding met uw
hoofdtelefoons verbroken.
Als u uw quatix watch om uw linkerpols draagt, moet u ervoor zorgen dat de Bluetooth antenne van de
hoofdtelefoon zich op uw linkeroor bevindt.
Aangezien de hoofdtelefoon per model anders werkt, kunt u proberen de watch om uw andere pols te dragen.
Als u een metalen of leren horlogeband gebruikt, kunt u overschakelen naar een siliconen horlogeband om de
signaalsterkte te verbeteren.
Uw watch opnieuw starten
1Houd LIGHT ingedrukt tot de watch is uitgeschakeld.
2Houd LIGHT ingedrukt om de watch in te schakelen.
Alle standaardinstellingen herstellen
Voordat u alle standaardinstellingen herstelt, moet u de watch synchroniseren met de Garmin Connect app om
uw activiteitgegevens te uploaden.
U kunt alle fabrieksinstellingen van de watch resetten.
1Houd op de watch face MENU ingedrukt.
2Selecteer Systeem > Herstel.
3Selecteer een optie:
Om alle fabrieksinstellingen van de watch te resetten en alle door de gebruiker ingevoerde informatie en
activiteitgeschiedenis op te slaan, selecteert u Standaardinstellingen herstellen.
Als u alle activiteiten uit de geschiedenis wilt verwijderen, selecteert u Wis alle activiteiten.
Als u alle totalen voor afstand en tijd wilt herstellen, selecteert u Herstel totalen.
Om alle fabrieksinstellingen van de watch te resetten en alle door de gebruiker ingevoerde informatie en
activiteitgeschiedenis te verwijderen, selecteert u Gegevens verw. en inst. herstellen.
OPMERKING: Als u een GarminPay portemonnee hebt ingesteld, wordt door deze optie de portemonnee
van uw watch verwijderd. Als u muziek op uw watch hebt opgeslagen, wordt door deze optie de
opgeslagen muziek verwijderd.
Problemen oplossen 131
Tips voor het verlengen van de levensduur van de batterij
U kunt deze tips uitproberen om de levensduur van de batterij te verlengen.
De vermogensmodus tijdens een activiteit wijzigen (De vermogensmodus wijzigen, pagina122).
Schakel de batterijspaarstandfunctie in vanuit het bedieningsmenu (Bediening, pagina77).
Verlaag de tijdsduur tot de schermtime-out (De scherminstellingen wijzigen, pagina124).
Beperk de helderheid van het scherm (De scherminstellingen wijzigen, pagina124).
Gebruik de UltraTrac satellietmodus voor uw activiteit (Satellietinstellingen, pagina43).
Schakel Bluetooth technologie uit wanneer u geen gebruik maakt van connected functies (Bediening,
pagina77).
Wanneer u uw activiteit voor een langere periode pauzeert, kunt u de Hervat later optie gebruiken (Een
activiteit stoppen, pagina14).
Gebruik een watch face die niet elke seconde wordt bijgewerkt.
Gebruik bijvoorbeeld een watch face zonder secondewijzer (De watch face aanpassen, pagina55).
Beperk de telefoonmeldingen die op de watch worden weergegeven (Meldingen beheren, pagina104).
Stop het verzenden van hartslaggegevens naar gekoppelde toestellen (Hartslaggegevens verzenden,
pagina84).
Schakel de hartslagmeting aan de pols uit (Instellingen polshartslagmeter, pagina84).
OPMERKING: De hartslagmeting aan de pols wordt gebruikt om het aantal minuten activiteit bij hoge
inspanning en het aantal verbrande calorieën te berekenen.
Schakel de handmatige meting van pulse oxymeterwaarden in (Modus van de Puls Ox meter instellen,
pagina86).
Satellietsignalen ontvangen
Het toestel dient mogelijk vrij zicht op de satellieten te hebben om satellietsignalen te kunnen ontvangen. De tijd
en datum worden automatisch ingesteld op basis van uw GPS-positie.
TIP: Ga voor meer informatie over GPS naar garmin.com/aboutGPS.
1Ga naar buiten naar een open gebied.
De voorzijde van het toestel moet naar de lucht zijn gericht.
2Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
Het kan 30 tot 60 seconden duren voordat satellietsignalen worden gevonden.
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren
Synchroniseer de watch regelmatig met uw Garmin account:
Verbind uw watch met een computer via de USB-kabel en de Garmin Express app.
Synchroniseer uw watch met de Garmin Connect app op uw Bluetooth telefoon.
Verbind uw watch met uw Garmin account via een Wi‑Fi draadloos netwerk.
Na verbinding met uw Garmin account downloadt de watch diverse dagen aan satellietgegevens, zodat het
snel satellietsignalen kan vinden.
Ga met uw watch naar buiten, naar een open gebied, ver weg van hoge gebouwen en bomen.
Blijf enkele minuten stilstaan.
De temperatuurmeting is niet nauwkeurig
Uw lichaamstemperatuur is van invloed op de temperatuurmeting van de interne temperatuursensor. Voor de
meest nauwkeurige temperatuurmeting dient u het horloge van uw pols te verwijderen en ongeveer 20 tot 30
minuten te wachten.
U kunt ook een optionele externe tempe temperatuursensor gebruiken voor een nauwkeurige meting van de
omgevingstemperatuur wanneer u het horloge draagt.
132 Problemen oplossen
Activiteiten volgen
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over de nauwkeurigheid van activiteiten-tracking.
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn
Als uw stappentelling niet nauwkeurig lijkt te zijn, kunt u deze tips proberen.
Draag de watch om uw niet-dominante pols.
Draag de watch in uw zak wanneer u een wandelwagen of grasmaaier duwt.
Draag de watch in uw zak wanneer u alleen uw handen of armen gebruikt.
OPMERKING: De watch kan herhalende bewegingen, zoals afwassen, was opvouwen of in de handen
klappen, interpreteren als stappen.
De stappentellingen op mijn watch en mijn Garmin Connect account komen niet overeen
De stappentelling op uw Garmin Connect account wordt bijgewerkt wanneer u uw watch synchroniseert.
1Selecteer een optie:
Synchroniseer uw stappentelling met de Garmin Express toepassing (Garmin Connect op uw computer
gebruiken, pagina107).
Synchroniseer uw stappentelling met de Garmin Connect app (De Garmin Connect app gebruiken,
pagina106).
2Wacht terwijl uw gegevens worden gesynchroniseerd.
Synchronisatie kan enkele minuten duren.
OPMERKING: U kunt uw gegevens niet synchroniseren en uw stappentelling niet bijwerken door het scherm
van de Garmin Connect app of de Garmin Express toepassing te vernieuwen.
Het aantal opgelopen trappen lijkt niet te kloppen
Uw watch gebruikt een interne barometer om hoogteverschillen te meten als u trappen loopt. Een opgelopen
trap staat gelijk aan 3m (10ft.).
Houd geen trapleuningen vast en sla geen treden over bij het traplopen.
Bescherm uw watch in winderige omgevingen met uw mouw of jas. Sterke windvlagen kunnen namelijk
foutieve metingen veroorzaken.
Problemen oplossen 133
Appendix
Gegevensvelden
OPMERKING: Niet alle gegevensvelden zijn beschikbaar voor alle activiteittypen. Voor sommige
gegevensvelden hebt u ANT+ of Bluetooth accessoires nodig om de gegevens weer te geven. Sommige
gegevensvelden worden in meer dan één categorie op de watch weergegeven.
TIP: U kunt de gegevensvelden ook aanpassen via de instellingen voor de watch in de Garmin Connect app.
Cadansvelden
Naam Beschrijving
Gemiddelde cadans Fietsen. De gemiddelde cadans voor de huidige activiteit.
Gemiddelde cadans Hardlopen. De gemiddelde cadans voor de huidige activiteit.
Cadans Fietsen. Het aantal omwentelingen van de pedaalarm. Uw toestel moet zijn aangesloten
op een cadans-accessoire om deze gegevens weer te geven.
Cadans Hardlopen. Het aantal stappen per minuut (rechts en links).
Rondecadans Fietsen. De gemiddelde cadans voor de huidige ronde.
Rondecadans Hardlopen. De gemiddelde cadans voor de huidige ronde.
Cadans laatste ronde Fietsen. De gemiddelde cadans van de laatste voltooide ronde.
Cadans laatste ronde Hardlopen. De gemiddelde cadans van de laatste voltooide ronde.
Grafieken
Naam Beschrijving
Barometergrafiek Een grafiek van de barometerdruk in de loop van de tijd.
Hoogtegrafiek Een grafiek van de hoogte in de loop van de tijd.
Hartslaggrafiek Een grafiek van uw hartslag tijdens de activiteit.
Tempografiek Een grafiek van uw tempo tijdens de activiteit.
Stroomschema Een grafiek van uw vermogen tijdens de activiteit.
Snelheidsgrafiek Een grafiek van uw snelheid tijdens de activiteit.
Kompasvelden
Naam Beschrijving
Kompaskoers De richting waar u naartoe gaat op basis van het kompas.
GPS-koers De richting waar u naartoe gaat op basis van GPS.
Richting De richting waarin u zich verplaatst.
134 Appendix
Afstandsvelden
Naam Beschrijving
Afstand De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige activiteit of het huidige spoor.
Intervalafstand De afstand die u hebt afgelegd voor het huidige interval.
Rondeafstand De afstand die u hebt afgelegd voor de huidige ronde.
Laatste rondeafstand De afstand die u hebt afgelegd voor de laatste voltooide ronde.
Nautische afstand De afstand afgelegd in nautische meters of nautische voeten.
Afstandsvelden
Naam Beschrijving
Gemiddelde stijging De gemiddelde verticale afstand van de stijging sinds deze waarde voor het laatst is
hersteld.
Gemiddelde daling De gemiddelde verticale afstand van de daling sinds deze waarde voor het laatst is
hersteld.
Hoogte De hoogte van uw huidige locatie boven of onder zeeniveau.
Glijhoek De hoek van de horizontale afgelegde afstand in verhouding tot de wijziging in verticale
afstand.
GPS-hoogte De hoogte van uw huidige locatie op basis van GPS.
Gradiënt De berekening van de stijging over de afstand. Als u bijvoorbeeld 10ft (3m.) stijgt na
elke 200ft (60m.) die u aflegt, dan is de helling ofwel het stijgingspercentage 5%.
Stijging ronde De verticale afstand van de stijging van de huidige ronde.
Daling ronde De verticale afstand van de daling voor de huidige ronde.
Stijging laatste ronde De verticale afstand van de stijging van de laatste voltooide ronde.
Daling laatste ronde De verticale afstand van de daling van de laatste voltooide ronde.
Maximum stijging De maximale stijgsnelheid in voet per minuut of meter per minuut sinds deze waarde
voor het laatst is hersteld.
Maximum daling De maximale daalsnelheid in meter per minuut of voeten per minuut sinds deze waarde
voor het laatst is hersteld.
Maximale hoogte Het hoogst bereikte punt sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
Minimale hoogte Het laagst bereikte punt sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
Totale stijging De totale afstand van de stijging sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
Totale daling De totale afstand van de daling sinds deze waarde voor het laatst is hersteld.
Appendix 135
Verdiepingsvelden
Naam Beschrijving
Trappen omhoog Het totale aantal trappen dat u die dag hebt geklommen.
Verdiepingen omlaag Het totale aantal trappen dat u die dag bent afgegaan.
Verdiepingen/minuut Het aantal trappen dat u per minuut hebt geklommen.
Versnellingen
Naam Beschrijving
Di2 batterij De resterende batterijspanning van een Di2 sensor.
eBike batterij De resterende batterijspanning van een eBike.
eBike-bereik De geschatte resterende afstand waarvoor de eBike ondersteuning kan bieden.
Voor De voorste fietsversnelling van een versnellingspositiesensor.
Batterij versnelling De batterijstatus van een versnellingspositiesensor.
Versnellingscombo De huidige versnellingscombinatie van een versnellingspositiesensor.
Versnellingen De voorste en achterste fietsversnellingen van een versnellingspositiesensor.
Versnellingsratio Het aantal tanden op de voorste en achterste fietsversnellingen, zoals gedetecteerd door
een versnellingspositiesensor.
Achter De achterste fietsversnelling van een versnellingspositiesensor.
136 Appendix
Grafisch
Naam Beschrijving
Widgetweergaven Hardlopen. Een gekleurde meter die uw huidige cadansbereik aangeeft.
KOMPASMETER De richting waar u naartoe gaat op basis van het kompas.
Balans GCT-meter Een gekleurde meter die tijdens hardlopen de balans links/rechts van de grondcon
tacttijd aangeeft.
Grondcontacttijd-meter Een gekleurde meter die de hoeveelheid tijd aangeeft waarop bij iedere stap tijdens
het hardlopen contact met de grond is, gemeten in milliseconden.
Hartslagmeter Een gekleurde meter die uw huidige hartslagzone weergeeft.
Hartslagzones ratio Een kleurenmeter die de tijdsduur weergeeft die u in elke hartslagzone hebt door
gebracht.
PacePro meter Hardlopen. Uw huidige tussentijdse tempo en uw tussentijds doeltempo.
VERMOGENSMETER Een gekleurde meter die uw huidige vermogenszone weergeeft.
Stamina (Afstand) Een meter die uw resterende afstand weergeeft op basis van uw stamina.
Stamina (Tijd) Een meter die uw resterende tijd weergeeft op basis van uw stamina.
Meet totale stijging/daling De totale stijgingen en dalingen tijdens de activiteit of sinds deze waarde voor het
laatst is hersteld.
Trainingseffectmeter De impact van de huidige activiteit op uw aerobe en anaerobe fitnessniveaus.
Meter verticale oscillatie Een gekleurde meter die de hoeveelheid verticale afzet tijdens het hardlopen
aangeeft.
Verticale ratio-meter Een gekleurde meter die de verhouding tussen verticale oscillatie en staplengte
aangeeft.
Appendix 137
Hartslagvelden
Naam Beschrijving
% HS-reserve Het percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus rusthartslag).
Aeroob trainingseffect De impact van de huidige activiteit op uw aerobe conditie.
Anaeroob trainingseffect De impact van de huidige activiteit op uw anaerobe conditie.
Gemiddeld % hartslagres
erve
Het gemiddelde percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor de huidige activiteit.
Gemiddelde hartslag De gemiddelde hartslag voor de huidige activiteit.
Gemiddelde hartslag
%max. Het gemiddelde percentage van de maximale hartslag voor de huidige activiteit.
Hartslag
Uw aantal hartslagen per minuut. Voor deze fysiologische metingen moet uw
toestel beschikken over hartslagmeting aan de pols of zijn verbonden met een
compatibele hartslagmeter.
Hartslag %max Het percentage van maximale hartslag.
Hartslagzone Uw huidige hartslagbereik (1 tot 5). De standaardzones zijn gebaseerd op uw
gebruikersprofiel en de maximale hartslag (220 min uw leeftijd).
Int gemiddeld %HSR Het gemiddelde percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor het huidige zweminterval.
Interval gem %max. Het gemiddelde percentage van de maximale hartslag voor het huidige zwemin
terval.
Interval gem. hartslag De gemiddelde hartslag voor het huidige zweminterval.
Interval maximum %HSR Het gemiddelde percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor het huidige zweminterval.
Interval maximum %max. Het gemiddelde percentage van de maximale hartslag voor het huidige zwemin
terval.
Interval maximum hartslag De maximale hartslag voor het huidige zweminterval.
Ronde % HS-reserve Het gemiddelde percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor de huidige ronde.
Ronde hartslag De gemiddelde hartslag voor de huidige ronde.
Ronde hartslag %max. Het gemiddelde percentage van de maximale hartslag voor de huidige ronde.
%HSR laatste ronde Het gemiddelde percentage van de hartslagreserve (maximale hartslag minus
rusthartslag) voor de laatste voltooide ronde.
Laatste ronde hartslag De gemiddelde hartslag voor de laatste voltooide ronde.
Laatste ronde hartslag
%max
Het gemiddelde percentage van de maximale hartslag voor de laatste voltooide
ronde.
Tijd in zone De tijd verstreken in elke hartslagzone.
138 Appendix
Baanvelden
Naam Beschrijving
Intervalbanen Het aantal volledige banen dat tijdens het huidige interval is afgelegd.
Banen Het aantal volledige banen dat gedurende de huidige activiteit is afgelegd.
Velden spierzuurstof
Naam Beschrijving
Spier O2 verzadiging % Het geschatte percentage verzadiging spierzuurstof voor de huidige activiteit.
Totaal hemoglobine De totale geschatte hemoglobineconcentratie in de spier.
Navigatievelden
Naam Beschrijving
Peiling De richting vanaf uw huidige locatie naar een bestemming. Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Koers
De richting van uw beginlocatie naar een bestemming. De koers kan worden weerge
geven als een geplande of ingestelde route. Deze gegevens worden alleen weergegeven
tijdens het navigeren.
Bestemmings
locatie De positie van uw eindbestemming.
Bestemmings
waypoint
Het laatste punt op de route naar de bestemming. Deze gegevens worden alleen weerge
geven tijdens het navigeren.
Resterende afstand De resterende afstand tot de eindbestemming. Deze gegevens worden alleen weerge
geven tijdens het navigeren.
Afstand tot
volgende
De resterende afstand tot het volgende waypoint op uw route. Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Geschatte totale
afstand
De geschatte afstand vanaf de start naar de eindbestemming. Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
ETA
Het geschatte tijdstip waarop u de eindbestemming zult bereiken (aangepast aan de
lokale tijd van de bestemming). Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het
navigeren.
ETA bij volgende
Het geschatte tijdstip waarop u het volgende waypoint op de route zult bereiken
(aangepast aan de lokale tijd van het waypoint). Deze gegevens worden alleen weerge
geven tijdens het navigeren.
ETE De tijd die u naar verwachting nodig hebt om de eindbestemming te bereiken. Deze
gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Glijhoek tot bestem
ming
De glijhoek die nodig is om van uw huidige positie af te dalen naar de hoogte van uw
bestemming. Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Lengte/Breedte De huidige positie in lengte- en breedtegraad ongeacht de geselecteerde instelling voor
de positieweergave.
Locatie De huidige positie met de geselecteerde instelling voor de positieweergave.
Volgende splitsing De afstand tot de volgende splitsing op een pad.
Appendix 139
Naam Beschrijving
Volgend waypoint Het volgende punt op de route. Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het
navigeren.
Uit koers De afstand naar links of rechts die u van uw oorspronkelijke koers bent afgeweken. Deze
gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Tijd tot volgende De tijd die u naar verwachting nodig hebt om het volgende waypoint op de route te
bereiken. Deze gegevens worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Behouden snelheid De snelheid waarmee u een bestemming langs uw route nadert. Deze gegevens worden
alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Vert. afst. tot
bestem.
De afstand die u stijgt tussen uw huidige positie en de eindbestemming. Deze gegevens
worden alleen weergegeven tijdens het navigeren.
Vert snelh naar doel De stijg- of daalsnelheid naar een vooraf bepaalde hoogte. Deze gegevens worden alleen
weergegeven tijdens het navigeren.
Overige velden
Naam Beschrijving
Actieve calorieën De calorieën die tijdens de activiteit zijn verbrand.
Omgevingsluchtdruk De niet-gekalibreerde omgevingsluchtdruk.
Barometerdruk De huidige gekalibreerde omgevingsluchtdruk.
Batterijuren Het aantal resterende uren voordat de batterij leeg is.
Batterijpercentage Het percentage resterende batterijstroom.
COG De werkelijke reisrichting, ongeacht de gevolgde koers en tijdelijke koersvariaties.
Afstand tot startlijn De resterende afstand tot de startlijn. Deze gegevens worden alleen weergegeven
tijdens het navigeren.
Flow De meting van hoe consistent u de snelheid en soepelheid in bochten in de huidige
activiteit handhaaft.
GPS De sterkte van het signaal van de GPS-satelliet.
Grit De meting van de moeilijkheidsgraad voor de huidige activiteit op basis van hoogte,
helling en snelle richtingsveranderingen.
Ronde flow De totale flowscore voor de huidige ronde.
Ronde grit De totale gritscore voor de huidige ronde.
Ronden Het aantal ronden dat is voltooid voor de huidige activiteit.
Lift De duur van de lift tijdens een zeilactiviteit.
Last De trainingsbelasting voor de huidige activiteit. De trainingsbelasting is het overtollig
zuurstofverbruik na inspanning (EPOC), dat aangeeft hoe inspannend uw workout was.
Prestatieconditie De score voor de prestatieconditie is een real-time meting van uw prestatievermogen.
Herh. Het aantal herhalingen in een workoutset tijdens een krachttraining.
Ademhalingsritme Uw ademhalingsritme in ademhalingen per minuut (brpm).
140 Appendix
Naam Beschrijving
Runs Het aantal hardloopronden tijdens de activiteit.
Stappen Het aantal gezette stappen tijdens de huidige activiteit.
Stress Uw huidige stressniveau.
Zon op Het tijdstip waarop de zon opkomt, gebaseerd op uw GPS-positie.
Zon onder Het tijdstip waarop de zon ondergaat, gebaseerd op uw GPS-positie.
Koersassistentie Een meter waarmee u kunt bepalen of uw boot een positieve of negatieve drift heeft.
Tijd De tijd van de dag, op basis van uw huidige locatie en tijdinstellingen (notatie, tijdzone
en zomertijd).
Tijdstip (seconden) De tijd van de dag inclusief seconden.
Totaal calorieën Het aantal verbrande calorieën gedurende de dag.
Tempovelden
Naam Beschrijving
Tempo 500 meter Het huidige roeitempo per 500 meter.
Gem. tempo 500 meter Het gemiddelde roeitempo per 500 meter voor de huidige activiteit.
Gemiddeld tempo Het gemiddelde tempo van de huidige activiteit.
Voor helling gecorr. tempo Het gemiddelde tempo aangepast door de steilheid van het terrein.
Intervaltempo Het gemiddelde tempo van het huidige interval.
Tempo 500 meter ronde Het gemiddelde roeitempo per 500 meter voor de huidige ronde.
Rondetempo Het gemiddelde tempo van de huidige ronde.
Tempo 500 m laatste ronde Het gemiddelde roeitempo per 500 meter voor de laatste ronde.
Laatste rondetempo Het gemiddelde tempo van de laatste voltooide ronde.
Tempo laatste baan Het gemiddelde tempo van de laatste voltooide volledige baan.
Tempo Het huidige tempo.
PacePro velden
Naam Beschrijving
Volgende split afstand Hardlopen. De totale afstand voor de volgende tussentijd.
Volgend split doeltempo Hardlopen. Het doeltempo voor de volgende tussentijd.
Split afstand Hardlopen. De totale afstand voor de huidige tussentijd.
Resterende split afstand Hardlopen. De resterende afstand voor de huidige tussentijd.
Split tempo Hardlopen. Het tempo voor de huidige tussentijd.
Split doeltempo Hardlopen. Het doeltempo voor de huidige tussentijd.
Appendix 141
Vermogensvelden
Naam Beschrijving
% functioneel drempel
verm.
Het huidige uitgangsvermogen als percentage van het functionele drempelver
mogen (FTP).
Balans 3s Het voortschrijdend gemiddelde (3 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
3s vermogen Het voortschrijdend gemiddelde (3 seconden) van het uitgangsvermogen.
Balans 10s Het voortschrijdend gemiddelde (10 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
10s vermogen Het voortschrijdend gemiddelde (10 seconden) van het uitgangsvermogen.
Balans 30s Het voortschrijdend gemiddelde (30 seconden) van de vermogensbalans links/
rechts.
30s vermogen Het voortschrijdend gemiddelde (30 seconden) van het uitgangsvermogen.
Gemiddelde balans De gemiddelde vermogensbalans links/rechts voor de huidige activiteit.
Gem. vermfase links De gemiddelde vermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige activiteit.
Gemiddeld vermogen Het gemiddelde uitgangsvermogen voor de huidige activiteit.
Gem vermog. fase rechts De gemiddelde vermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige activi
teit.
Gem piekverm-fase links De gemiddelde piekvermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige acti
viteit.
Gem. ped-midden-offset De gemiddelde pedaalmidden-offset voor de huidige activiteit.
Gem piekverm-fase rechts De gemiddelde piekvermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige
activiteit.
Balans De huidige vermogensbalans links/rechts.
Intensity Factor De Intensity Factor voor de huidige activiteit.
Rondebalans De gemiddelde vermogensbalans links/rechts voor de huidige ronde.
Rnd piekverm-fase links De gemiddelde piekvermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige
ronde.
Ronde verm.fase links De gemiddelde vermogensfasehoek voor het linkerbeen voor de huidige ronde.
Normalized Power rnd Het gemiddelde Normalized Power van de huidige ronde.
Rnd ped-midden-offset De gemiddelde pedaalmidden-offset voor de huidige ronde.
Vermogen ronde Het gemiddelde uitgangsvermogen voor de huidige ronde.
Rnd piekverm-fase rechts De gemiddelde piekvermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige
ronde.
Ronde verm fase rechts De gemiddelde vermogensfasehoek voor het rechterbeen voor de huidige ronde.
Max. verm. laatste ronde Het hoogste uitgangsvermogen voor de laatste voltooide ronde.
Norm. Power ltste rnde Het gemiddelde Normalized Power van de laatste voltooide ronde.
142 Appendix
Naam Beschrijving
Vermogen laatste ronde Het gemiddelde uitgangsvermogen voor de laatste voltooide ronde.
Piekvermogensfase links
De huidige piekvermogensfasehoek voor het linkerbeen. Piekvermogensfase
is het hoekgebied waarover de fietser het piekgedeelte van de aandrijfkracht
uitoefent.
Vermogensfase links De huidige vermogensfasehoek voor het linkerbeen. Vermogensfase is het
pedaalslaggebied waar positief vermogen wordt geproduceerd.
Max ronde vermogen Het hoogste uitgangsvermogen voor de huidige ronde.
Maximum vermogen Het hoogste uitgangsvermogen voor de huidige activiteit.
Normalized Power De Normalized Power voor de huidige activiteit.
Pedaalsoepelheid De meting van de krachtverdeling op de pedalen bij iedere pedaalslag door een
gebruiker.
Pedaalmidden-offset Pedaalmidden-offset. Pedaalmidden-offset is de locatie op het pedaaloppervlak
waarop kracht wordt uitgeoefend.
Vermogen Het huidige uitgangsvermogen in watt. Voor skiactiviteiten moet uw toestel zijn
aangesloten op een compatibele hartslagmeter.
Vermogen per gewicht Het huidige vermogen gemeten in watt per kilogram.
Vermogenszone Het huidige uitgangsvermogensbereik, gebaseerd op uw FTP of aangepaste
instellingen.
Piekvermogensfase rechts
De huidige piekvermogensfasehoek voor het rechterbeen. Piekvermogensfase
is het hoekgebied waarover de fietser het piekgedeelte van de aandrijfkracht
uitoefent.
Vermogensfase rechts De huidige vermogensfasehoek voor het rechterbeen. Vermogensfase is het
pedaalslaggebied waar positief vermogen wordt geproduceerd.
Tijd in zone De tijd verstreken in elke vermogenszone.
Tijd zittend De tijd dat u zittend op de pedalen hebt getrapt voor de huidige activiteit.
Tijd zittend - ronde De tijd dat u zittend op de pedalen hebt getrapt voor de huidige ronde.
Tijd staand De tijd dat u staand op de pedalen hebt getrapt voor de huidige activiteit.
Tijd staand - ronde De tijd dat u staand op de pedalen hebt getrapt voor de huidige ronde.
Training Stress Score De Training Stress Score voor de huidige activiteit.
Efficiëntie draaimoment Meting van de pedaalslagen-efficiëntie van een gebruiker.
Arbeid De totale verrichte inspanningen (uitgangsvermogen) in kilojoules.
Rustvelden
Naam Beschrijving
Herhaal De timer voor het laatste interval plus de huidige rustpauze (zwemmen in zwembad).
Rusttijd De timer voor de huidige rustpauze (zwemmen in zwembad).
Appendix 143
Hardloopdynamiek
Naam Beschrijving
Gem balans grondcont.tijd De gemiddelde grondcontacttijd-balans voor de huidige sessie.
Gemiddelde grondcon
tacttijd Gemiddelde grondcontacttijd voor de huidige activiteit.
Gemiddelde staplengte De gemiddelde staplengte voor de huidige sessie.
Gem verticale oscill De gemiddelde verticale oscillatie voor de huidige activiteit.
Gemiddelde verticale ratio De gemiddelde verhouding tussen verticale oscillatie en staplengte voor de
huidige sessie.
Balans grondcontacttijd De links/rechts-balans van uw grondcontacttijd tijdens het hardlopen.
Grondcontacttijd
De hoeveelheid tijd voor iedere stap tijdens het hardlopen waarbij er contact is
met de grond, gemeten in milliseconden. Grondcontacttijd wordt niet berekend
als u wandelt.
RND BAL. GCT De gemiddelde grondcontacttijd-balans voor de huidige ronde.
Ronde grond-contacttijd Gemiddelde grondcontacttijd voor de huidige ronde.
Ronde staplengte De gemiddelde staplengte voor de huidige ronde.
Ronde vert. oscillatie De gemiddelde verticale oscillatie voor de huidige ronde.
Ronde verticale ratio De gemiddelde verhouding tussen verticale oscillatie en staplengte voor de
huidige ronde.
Staplengte De afstand tussen de plekken waar u uw ene voet en uw andere voet neerzet,
gemeten in meters.
Verticale oscillatie De op-en-neerbeweging tijdens het hardlopen. De verticale beweging van uw
bovenlichaam, gemeten in centimeters voor iedere stap.
Verticale ratio De verhouding tussen verticale oscillatie en staplengte.
144 Appendix
Snelheidsvelden
Naam Beschrijving
Gem. bewogen snelheid De gemiddelde snelheid wanneer u zich verplaatst voor de huidige activiteit.
Gemiddelde totale
snelheid
De totale gemiddelde snelheid voor de huidige activiteit, op basis van de snelheid
wanneer u zich verplaatst en stilstand.
Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid voor de huidige activiteit.
Gem naut grondsnelh De gemiddelde snelheid waarmee u zich tijdens de huidige activiteit voortbeweegt
in knopen, ongeacht de gevolgde koers en tijdelijke koersvariaties.
Gem nautische snelheid De gemiddelde snelheid in knopen voor de huidige activiteit.
Gem. grondsnelheid De gemiddelde snelheid waarmee u zich tijdens de huidige activiteit voortbeweegt,
ongeacht de gevolgde koers en tijdelijke koersvariaties.
Grondsnelh rnd De gemiddelde snelheid tijdens de huidige ronde, ongeacht de gevolgde koers en
tijdelijke koersvariaties.
Rondesnelheid De gemiddelde snelheid voor de huidige ronde.
Grondsnelheid laatste
ronde
De gemiddelde snelheid tijdens de laatst voltooide ronde, ongeacht de gevolgde
koers en tijdelijke koersvariaties.
Laatste rondesnelheid De gemiddelde snelheid voor de laatste voltooide ronde.
Max. grondsnelh De maximale snelheid tijdens de huidige activiteit, ongeacht de gevolgde koers en
tijdelijke koersvariaties.
Maximumsnelheid De hoogste snelheid voor de huidige activiteit.
Max naut grondsnelh De maximale snelheid tijdens de huidige activiteit in knopen, ongeacht de
gevolgde koers en tijdelijke koersvariaties.
Max nautische snelh De maximumsnelheid in knopen voor de huidige activiteit.
Nautische grondsnelh De werkelijke snelheid tijdens de huidige activiteit in knopen, ongeacht de
gevolgde koers en tijdelijke koersvariaties.
Nautische snelheid De huidige snelheid in knopen.
Snelheid De huidige snelheid waarmee u zich verplaatst.
Snelh over grond De werkelijke snelheid waarmee u reist, ongeacht de gevolgde koers en tijdelijke
koersvariaties.
Verticale snelheid De stijg- of daalsnelheid over tijd.
Stamina-velden
Naam Beschrijving
Stamina Het huidige resterende stamina.
Resterende afstand De resterende afstand op basis van uw stamina voor de huidige activiteit.
Stamina potentieel Het resterende potentiële stamina.
Resterende tijd De resterende tijd op basis van uw stamina voor de huidige activiteit.
Appendix 145
Slagvelden
Naam Beschrijving
Gemiddelde afstand per
slag
Zwemmen. De gemiddelde afstand die u per slag hebt afgelegd tijdens de
huidige activiteit.
Gemiddelde afstand per
slag
Roeisporten. De gemiddelde afstand die u per slag hebt afgelegd tijdens de
huidige activiteit.
Gemiddelde slagsnelheid Roeisporten. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de huidige
activiteit.
Gem slagen per baan Het gemiddelde aantal slagen per baan van het zwembad gedurende de huidige
activiteit.
Afstand per slag Roeisporten. De afstand die u per slag hebt afgelegd.
Interval slagsnelheid Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens het huidige interval.
Interval slagen/baan Het gemiddelde aantal slagen per baan van het zwembad gedurende de huidige
interval.
Slagtype interval Het huidige slagtype voor het interval.
Ronde afstand per slag Zwemmen. De gemiddelde afstand die u per slag hebt afgelegd tijdens de
huidige ronde.
Ronde afstand per slag Roeisporten. De gemiddelde afstand die u per slag hebt afgelegd tijdens de
huidige ronde.
Ronde slagsnelheid Zwemmen. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de huidige
ronde.
Ronde slagsnelheid Roeisporten. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de huidige
ronde.
Ronde slagen Zwemmen. Het totale aantal slagen voor de huidige ronde.
Ronde slagen Roeisporten. Het totale aantal slagen voor de huidige ronde.
Laatste ronde afst per slag Zwemmen. De gemiddelde afstand die u per slag hebt afgelegd tijdens de laatst
voltooide ronde.
Laatste ronde afst per slag Roeisporten. De gemiddelde afstand die u per slag hebt afgelegd tijdens de laatst
voltooide ronde.
Laatste ronde slagsnelheid Zwemmen. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de laatst
voltooide ronde.
Laatste ronde slagsnelheid Roeisporten. Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de laatst
voltooide ronde.
Laatste ronde slagen Zwemmen. Het totale aantal slagen voor de laatst voltooide ronde.
Laatste ronde slagen Roeisporten. Het totale aantal slagen voor de laatst voltooide ronde.
Slagsnelheid laatste baan Het gemiddelde aantal slagen per minuut (spm) tijdens de laatste voltooide
baan.
Slagen laatste baan Het totale aantal slagen voor de laatste voltooide baan.
Slagtype laatste baan Het slagtype dat is gebruikt tijdens de laatste voltooide baan.
146 Appendix
Naam Beschrijving
Slagsnelheid Zwemmen. Het aantal slagen per minuut (spm).
Slagsnelheid Roeisporten. Het aantal slagen per minuut (spm).
Slagen Zwemmen. Het totale aantal slagen voor de huidige activiteit.
Slagen Roeisporten. Het totale aantal slagen voor de huidige activiteit.
SWOLF-velden
Naam Beschrijving
Gemiddelde Swolf
De gemiddelde swolf-score voor de huidige activiteit. De swolf-score is de som van de
tijd voor één baan en het aantal slagen voor die baan (Zwemtermen, pagina17). Bij
zwemmen in open water wordt de swolfscore berekend over 25 meter.
Swolf van interval De gemiddelde swolf-score voor het huidige interval.
Ronde Swolf De swolf-score voor de huidige ronde.
Laatste ronde Swolf De swolf-score voor de laatst voltooide ronde.
Laatste baan Swolf De swolf-score voor de laatste voltooide baan.
Temperatuurvelden
Naam Beschrijving
24-uur maximum De maximumtemperatuur gemeten in de afgelopen 24 uur met een compatibele tempera
tuursensor.
24-uur minimum De minimumtemperatuur gemeten in de afgelopen 24 uur met een compatibele tempera
tuursensor.
Temperatuur
De temperatuur van de lucht. Uw lichaamstemperatuur beïnvloedt de temperatuursensor. U
kunt een tempe sensor koppelen met uw toestel voor een consistente bron van nauwkeurige
temperatuurgegevens.
Appendix 147
Timervelden
Naam Beschrijving
Gemiddelde rondetijd De gemiddelde rondetijd voor de huidige activiteit.
Verstreken tijd
De totale verstreken tijd. Als u bijvoorbeeld de timer voor een activiteit start en 10
minuten hardloopt, vervolgens de timer 5 minuten stopt en daarna de timer weer start
en 20 minuten hardloopt, bedraagt de verstreken tijd 35 minuten.
Intervaltijd De stopwatchtijd voor het huidige interval.
Rondetijd De stopwatchtijd voor de huidige ronde.
Laatste rondetijd De stopwatchtijd voor de laatste voltooide ronde.
Tijd bewogen De totale tijd die u hebt bewogen voor de huidige activiteit.
Multisporttijd De totale tijd voor alle sporten tijdens een multisportactiviteit, inclusief overgangen.
Totaal voor/achter De totale tijd voor of achter het doeltempo of doelsnelheid.
Racetimer De verstreken tijd voor de huidige zeilrace.
Set timer De hoeveelheid tijd die in de huidige workoutset wordt doorgebracht tijdens een kracht
training.
Tijd gestopt De totale tijd die u hebt stilgestaan voor de huidige activiteit.
Zwemtijd De zwemtijd voor de huidige activiteit, exclusief de rusttijd.
Timer De huidige tijd van de afteltimer.
Workout-velden
Naam Beschrijving
Herhaling Het aantal resterende herhalingen voor de workout.
Stapafstand De huidige afstand die u hebt afgelegd tijdens de workoutstap.
Staptempo Het huidige tempo tijdens de workoutstap.
Stapsnelheid De huidige snelheid tijdens de workoutstap.
Staptijd De verstreken tijd voor de workoutstap.
148 Appendix
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens
De hardloopdynamiekschermen tonen een kleurenbalk voor de primaire meetwaarde. U kunt de cadans,
verticale oscillatie, grondcontacttijd, grondcontacttijd-balans of verticale ratio weergeven als de primaire
meetwaarde. De kleurenbalk zet uw hardloopdynamiekgegevens af tegen de gegevens van andere hardlopers.
De kleurenzones zijn gebaseerd op percentielen.
Garmin heeft veel hardlopers op verschillende niveaus onderzocht. De gegevenswaarden in de rode of oranje
zones kenmerken de onervaren of langzamere hardlopers. De gegevenswaarden in de groene, blauwe of paarse
zones kenmerken de meer ervaren of snellere hardlopers. Ervaren hardlopers hebben over het algemeen een
kortere grondcontacttijd, lagere verticale oscillatie, een lagere verticale ratio en een hogere cadans dan minder
ervaren hardlopers. Grotere hardlopers hebben echter meestal een iets lagere cadans, langere passen en een
iets hogere verticale oscillatie. Verticale ratio wordt berekend door uw verticale oscillatie te delen door uw
staplengte. Deze verhoudt zich niet tot uw lengte.
Ga naar garmin.com/runningdynamics voor meer informatie over hardloopdynamica. Voor aanvullende
inzichten en interpretaties van hardloopdynamiekgegevens kunt u toonaangevende hardlooppublicaties en
-websites raadplegen.
Kleurzone Percentiel in zone Cadansbereik Bereik grondcontacttijd
Paars >95 >183 spm <218 ms
Blauw 70–95 174-183 spm 218-248 ms
Groen 30-69 164-173 spm 249-277 ms
Oranje 5-29 153-163 spm 278-308 ms
Rood <5 <153 spm >308 ms
Gegevens over grondcontacttijd-balans
De grondcontacttijd-balans meet uw hardloopsymmetrie en wordt vermeld als een percentage van uw totale
grondcontacttijd. 51,3% met een naar links wijzende pijl geeft bijvoorbeeld aan dat de linkervoet van hardloper
langer contact heeft met de grond. Als beide aantallen op uw gegevensscherm worden weergegeven,
bijvoorbeeld 48–52, verwijst 48% naar uw linkervoet en 52% naar uw rechtervoet.
Kleurzone Rood Oranje Groen Oranje Rood
Symmetrie Slecht Redelijk Goed Redelijk Slecht
Percentage van andere hardlopers 5% 25% 40% 25% 5%
Grondcontacttijd-balans >52,2% L 50,8-52,2% L 50,7%L–50,7%R 50,8-52,2% R >52,2% R
Tijdens het ontwikkelen en testen van de hardloopdynamiek vond het Garmin team bij bepaalde hardlopers een
verband tussen blessures en een hogere onbalans. Voor de meeste hardlopers wijkt de grondcontacttijd-balans
verder af van 50–50 wanneer ze heuvel op of heuvel af lopen. De meeste hardlooptrainers zijn het erover eens
dat symmetrie bij het hardlopen gewenst is. De beste hardlopers hebben vaak een snelle en evenwichtige stap.
U kunt de gauge of het gegevensveld bekijken tijdens het hardlopen of na afloop het overzicht in uw Garmin
Connect account bekijken. Net als de andere hardloopdynamiekgegevens is de grondcontacttijd-balans een
kwantitatieve meetwaarde die u meer informatie verschaft over uw hardloopconditie.
Appendix 149
Verticale oscillatie en verticale ratio gegevens
Het gegevensbereik voor verticale oscillatie en dat voor verticale ratio verschillen enigszins, afhankelijk van de
sensor en of deze is geplaatst op uw borst (HRM-Pro serie, HRM-Run, of HRM-Tri accessoires) of bij uw middel
(Running Dynamics Pod accessoire).
Kleurzone Percentiel in
zone
Bereik verticale
oscillatie op borst
Bereik verticale
oscillatie bij middel
Verticale ratio op
borst
Verticale ratio bij
middel
Paars >95 <6,4cm <6,8cm <6,1% <6,5%
Blauw 70–95 6,4-8,1cm 6,8-8,9cm 6,1–7,4% 6,5–8,3%
Groen 30-69 8,2-9,7cm 9,0-10,9cm 7,5–8,6% 8,4–10,0%
Oranje 5-29 9,8-11,5cm 11,0-13,0cm 8,7–10,1% 10,1–11,9%
Rood <5 >11,5cm >13,0cm >10,1% >11,9%
Standaardwaarden VO2 Max.
In deze tabellen vindt u de gestandaardiseerde classificaties van het geschat VO2 max. op basis van leeftijd en
geslacht.
Mannen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortref
felijk 95 55,4 54 52,5 48,9 45,7 42,1
Uitstekend 80 51,1 48,3 46,4 43,4 39,5 36,7
Goed 60 45,4 44 42,4 39,2 35,5 32,3
Redelijk 40 41,7 40,5 38,5 35,6 32,3 29,4
Slecht 0–40 <41,7 <40,5 <38,5 <35,6 <32,3 <29,4
Vrouwen Percentiel 20–29 30–39 40–49 50–59 60–69 70–79
Voortref
felijk 95 49,6 47,4 45,3 41,1 37,8 36,7
Uitstekend 80 43,9 42,4 39,7 36,7 33 30,9
Goed 60 39,5 37,8 36,3 33 30 28,1
Redelijk 40 36,1 34,4 33 30,1 27,5 25,9
Slecht 0–40 <36,1 <34,4 <33 <30,1 <27,5 <25,9
Gegevens afgedrukt met toestemming vanThe Cooper Institute. Ga voor meer informatie naar www
.CooperInstitute.org.
150 Appendix
FTP-waarden
Deze tabellen bevatten classificaties voor geschat functioneel drempelvermogen (FTP) op basis van geslacht.
Mannen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 5,05 en meer
Uitstekend Tussen 3,93 en 5,04
Goed Tussen 2,79 en 3,92
Redelijk Tussen 2,23 en 2,78
Ongetraind Minder dan 2,23
Vrouwen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 4,30 en meer
Uitstekend Tussen 3,33 en 4,29
Goed Tussen 2,36 en 3,32
Redelijk Tussen 1,90 en 2,35
Ongetraind Minder dan 1,90
FTP-waarden zijn gebaseerd op onderzoek verricht door Hunter Allen en Andrew Coggan, PhD, Training and
Racing with a Power Meter (Boulder, CO: VeloPress, 2010).
Wielmaat en omvang
Uw snelheidsensor detecteert automatisch uw wielmaat. Indien nodig, kunt u handmatig uw wielmaat invoeren
in de instellingen van de snelheidsensor.
De wielmaat wordt aan weerszijden van de band aangegeven. U kunt de omtrek van uw wiel meten of een van
de rekenmachines op internet gebruiken.
Symbooldefinities
Deze symbolen worden mogelijk weergegeven op de toestel- of accessoirelabels.
WEEE-symbool voor weggooien en recycling. Het WEEE-symbool is toegevoegd op het product in over
eenstemming met de EU-richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische appa
ratuur (AEEA). Hiermee wordt het onjuist afdanken van dit product ontmoedigd en het hergebruiken en
recyclen bevorderd.
Appendix 151
support.garmin.com
GUID-6D76A13F-2195-4287-9B0C-2124AECF9717 v6Juni 2023
150

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Garmin Quatix 7 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Garmin Quatix 7 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 6.54 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Garmin Quatix 7

Garmin Quatix 7 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 168 pagina's

Garmin Quatix 7 Gebruiksaanwijzing - English - 154 pagina's

Garmin Quatix 7 Gebruiksaanwijzing - Français - 166 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info