691075
45
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/60
Pagina verder
FĒNIX
®
6 SERIE
Gebruikershandleiding
© 2019 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin
behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of
organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
, het Garmin logo, ANT+
®
, Approach
®
, Auto Lap
®
, Auto Pause
®
, Edge
®
, fēnix
®
, inReach
®
, QuickFit
®
, TracBack
®
, VIRB
®
, Virtual Partner
®
, en Xero
®
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Body Battery
, Connect IQ
, Garmin Connect
, Garmin Explore
, Garmin Express
, Garmin Golf
, Garmin
Move IQ
, Garmin Pay
, HRM-Run
, HRM-Tri
, tempe
, TruSwing
, TrueUp
, Varia
, Varia Vision
en Vector
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Android
is een handelsmerk van Google Inc. Apple
®
, iPhone
®
, iTunes
®
en Mac
®
zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het woordmerk en de
logo's van BLUETOOTH
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze merknaam door Garmin is een licentie verkregen. The Cooper Institute
®
, en alle gerelateerde
handelsmerken, zijn het eigendom van The Cooper Institute. Di2
is een handelsmerk van Shimano, Inc. Shimano
®
is een geregistreerd handelsmerk van Shimano, Inc. Op de Spotify
®
software
zijn de volgende licenties van derden van toepassing: https://developer.spotify.com/legal/third-party-licenses. STRAVA en Strava
zijn handelsmerken van Strava, Inc. Geavanceerde
hartslaganalyse door Firstbeat. Training Stress Score
(TSS), Intensity Factor
(IF) en Normalized Power
(NP) zijn handelsmerken van Peaksware, LLC. WiFi
®
is een geregistreerd
handelsmerk van Wi-Fi Alliance Corporation. Windows
®
is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Overige handelsmerken en
merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars.
Dit product is ANT+
®
gecertificeerd. Ga naar www.thisisant.com/directory voor een lijst met compatibele producten en apps.
Inhoudsopgave
Inleiding........................................................................... 1
Aan de slag................................................................................. 1
Knoppen.................................................................................1
Het horloge gebruiken............................................................1
Het bedieningsmenu weergeven...................................... 1
Widgets weergeven...........................................................1
De watch aanpassen............................................................. 1
Uw smartphone koppelen met uw smartwatch........................... 2
Het toestel opladen..................................................................... 2
Productupdates...........................................................................2
Garmin Express instellen....................................................... 2
Opladen met zonne-energie.......................................... 2
Watch face met intensiteit van de zon........................................ 2
De zonnewidget bekijken....................................................... 2
Tips voor opladen met zonne-energie........................................ 2
Activiteiten en apps....................................................... 3
Een activiteit starten................................................................... 3
Tips voor het vastleggen van activiteiten............................... 3
De vermogensmodus wijzigen............................................... 3
Een activiteit stoppen..................................................................3
Een favoriete activiteit toevoegen of verwijderen....................... 3
Een aangepaste activiteit maken................................................ 3
Binnenactiviteiten........................................................................3
De loopbandafstand kalibreren.............................................. 4
Een krachttraining vastleggen............................................... 4
Buitenactiviteiten.........................................................................4
Uw afdalingen weergeven......................................................4
De metronoom gebruiken...................................................... 4
Audiomeldingen afspelen tijdens een activiteit...................... 4
Jumpmaster........................................................................... 5
Multisport.................................................................................... 5
Triatlontraining....................................................................... 5
Een multisportactiviteit maken............................................... 5
Zwemmen................................................................................... 5
Zwemtermen.......................................................................... 5
Slagtypen............................................................................... 5
Tips voor zwemactiviteiten..................................................... 5
Rusten tijdens zwemmen in een zwembad........................... 6
Training met het trainingslog..................................................6
Golfen......................................................................................... 6
Golfen.................................................................................... 6
Hole-informatie.......................................................................6
Grote cijfers....................................................................... 6
Afstand meten met Knop-targeting........................................ 6
Holes wijzigen........................................................................ 6
De vlag verplaatsen............................................................... 6
Gemeten slagen weergeven.................................................. 7
Layup- en dogleg-afstanden weergeven............................... 7
Aangepaste doelen opslaan............................................. 7
Score bijhouden..................................................................... 7
Een score bijwerken.......................................................... 7
De scoringsmethode instellen........................................... 7
Uw handicap instellen....................................................... 7
Statistieken bijhouden inschakelen................................... 7
TruSwing™............................................................................ 7
De golfafstandteller gebruiken............................................... 7
PlaysLike-afstand bekijken.................................................... 8
De richting naar de pinlocatie bekijken.................................. 8
Een expeditie starten.................................................................. 8
De opslaginterval van de spoorpunten wijzigen.................... 8
Handmatig een spoorpunt vastleggen................................... 8
Spoorpunten weergeven........................................................ 8
Connected functies........................................................ 8
Bluetooth meldingen inschakelen
............................................... 8
Meldingen weergeven............................................................ 9
Een inkomende oproep ontvangen........................................ 9
Een sms-bericht beantwoorden............................................. 9
Meldingen beheren................................................................ 9
De Bluetooth smartphone-verbinding uitschakelen.................... 9
Smartphone-verbindingswaarschuwingen in- en
uitschakelen................................................................................ 9
Een verloren mobiel toestel lokaliseren...................................... 9
Garmin Connect..........................................................................9
De software bijwerken met de Garmin Connect app........... 10
De software bijwerken via Garmin Express......................... 10
Garmin Connect op uw computer gebruiken.................. 10
Gegevens handmatig synchroniseren met Garmin
Connect................................................................................10
Garmin Golf™ app............................................................... 10
Garmin Explore™..................................................................... 10
Veiligheids- en trackingfuncties................................. 10
Contacten voor noodgevallen toevoegen................................. 11
Contactpersonen toevoegen.................................................... 11
Ongevaldetectie in- en uitschakelen......................................... 11
Hulp vragen.............................................................................. 11
Een GroupTrack sessie starten................................................ 11
Tips voor GroupTrack sessies............................................. 11
GroupTrack instellingen....................................................... 11
WiFi® connected functies.......................................... 11
Verbinding maken met een WiFi netwerk................................ 11
Connect IQ functies..................................................... 12
Connect IQ functies downloaden.............................................. 12
Connect IQ functies downloaden via uw computer.................. 12
Garmin Pay................................................................... 12
Uw Garmin Pay portemonnee instellen.................................... 12
Een aankoop betalen via uw horloge....................................... 12
Een kaart toevoegen aan uw Garmin Pay portemonnee.......... 12
Uw Garmin Pay portemonnee beheren............................... 12
Uw Garmin Pay pincode wijzigen............................................. 13
Muziek........................................................................... 13
Verbinding maken met een externe provider............................ 13
Audiocontent van een externe provider downloaden........... 13
Audio-inhoud downloaden van Spotify®.............................. 13
De muziekprovider wijzigen................................................. 13
Loskoppelen van een externe provider................................ 13
Persoonlijke audiocontent downloaden.................................... 13
Luisteren naar muziek.............................................................. 13
Bediening voor afspelen van muziek........................................ 14
Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten................................... 14
De audiomodus wijzigen........................................................... 14
Hartslagmeetfuncties................................................... 14
Hartslagmeter aan de pols........................................................14
Het toestel dragen................................................................14
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens......................... 14
De hartslagwidget gebruiken............................................... 14
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin toestellen......... 14
Hartslaggegevens tijdens een activiteit verzenden......... 15
Abnormale-hartslagwaarschuwingen instellen.................... 15
De polshartslagmeter uitschakelen...................................... 15
Hardloopdynamiek.................................................................... 15
Trainen met hardloopdynamiek........................................... 15
Kleurenbalken en hardloopdynamiekgegevens................... 15
Gegevens over grondcontacttijd-balans......................... 16
Verticale oscillatie en verticale ratio gegevens............... 16
Tips voor ontbrekende hardloopdynamiekgegevens........... 16
Prestatiemetingen..................................................................... 16
Prestatiemeldingen uitschakelen......................................... 16
Inhoudsopgave i
Prestatiemetingen automatisch detecteren......................... 17
Activiteiten en prestatiemetingen synchroniseren............... 17
Over VO2 max. indicaties.................................................... 17
Uw geschat VO2 max. voor hardlopen weergeven......... 17
Geschat VO2 max. voor fietsen weergeven................... 17
Voorspelde racetijden weergeven....................................... 17
Training Effect...................................................................... 18
Hartslagvariaties en stressniveau........................................ 18
Hartslagvariaties en stressniveau weergeven................ 18
Prestatieconditie.................................................................. 18
Uw prestatieconditie weergeven..................................... 18
Lactaatdrempel.................................................................... 18
Een begeleide test uitvoeren om uw lactaatdrempel te
bepalen........................................................................... 18
Uw FTP-waarde schatten.................................................... 19
Een FTP-test uitvoeren................................................... 19
Trainingsstatus......................................................................... 19
Trainingsstatusniveaus........................................................ 20
Tips voor het verkrijgen van uw trainingsstatus.............. 20
Hartslag- en hoogteacclimatisatie........................................ 20
Trainingsbelasting................................................................ 20
Focus trainingsbelasting...................................................... 20
Hersteltijd............................................................................. 21
Uw hersteltijd weergeven................................................ 21
Herstelhartslag................................................................ 21
Body Battery™..........................................................................21
De Body Battery widget bekijken......................................... 21
Tips voor betere Body Battery gegevens............................. 21
Pulse oxymeter............................................................. 21
Pulse-oxymetermetingen verzamelen...................................... 21
Doorlopende acclimatisatie inschakelen.................................. 22
Handmatige acclimatisatie inschakelen.................................... 22
Slaap bijhouden inschakelen op de pulsoximeter.................... 22
Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens............................. 22
Training......................................................................... 22
Uw gebruikersprofiel instellen................................................... 22
Fitnessdoelstellingen........................................................... 22
Hartslagzones...................................................................... 22
Uw hartslagzones instellen............................................. 22
Uw hartslagzones laten instellen door het toestel........... 23
Berekeningen van hartslagzones.................................... 23
Uw vermogenszones instellen............................................. 23
Activiteiten volgen..................................................................... 23
Automatisch doel................................................................. 23
De bewegingswaarschuwing gebruiken.............................. 23
Slaap bijhouden................................................................... 23
Uw slaap automatisch bijhouden.................................... 23
De modus Niet storen gebruiken.....................................24
Minuten intensieve training.................................................. 24
Minuten intensieve training opbouwen............................ 24
Garmin Move IQ™............................................................... 24
Instellingen voor activiteiten volgen..................................... 24
Activiteiten volgen uitschakelen...................................... 24
Workouts...................................................................................24
Een workout vanuit Garmin Connect volgen....................... 24
Een workout beginnen......................................................... 24
De trainingsagenda.............................................................. 24
Garmin Connect trainingsplannen gebruiken.................. 25
Aangepaste trainingsplannen......................................... 25
Intervalworkouts........................................................................25
Een intervalworkout maken..................................................25
Een intervalworkout starten................................................. 25
Een intervalworkout stoppen............................................... 25
Segmenten............................................................................... 25
Strava™ segmenten............................................................ 25
Segmentgegevens weergeven............................................ 25
Tegen een segment racen
................................................... 25
Een segment instellen op automatisch aanpassen............. 26
Virtual Partner® gebruiken....................................................... 26
Een trainingsdoel instellen........................................................ 26
Een trainingsdoel annuleren................................................ 26
Racen tegen een eerder voltooide activiteit............................. 26
Persoonlijke records................................................................. 26
Uw persoonlijke records weergeven.................................... 26
Een persoonlijk record herstellen........................................ 26
Een persoonlijk record verwijderen...................................... 27
Alle persoonlijke records verwijderen.................................. 27
Klokken......................................................................... 27
Een alarm instellen................................................................... 27
Een alarm verwijderen......................................................... 27
De afteltimer instellen............................................................... 27
Een snelle timer opslaan......................................................27
Een timer verwijderen.......................................................... 27
De stopwatch gebruiken........................................................... 27
Andere tijdzones toevoegen..................................................... 27
Navigatie....................................................................... 28
Uw locatie bewaren.................................................................. 28
Uw opgeslagen locaties verwijderen................................... 28
Een waypoint projecteren......................................................... 28
Navigeren naar een bestemming............................................. 28
Naar een nuttig punt navigeren................................................ 28
Nuttige punten......................................................................28
Een koers maken en volgen op uw toestel............................... 28
Een rondrit maken.................................................................... 28
Een Man-overboord-locatie markeren en de navigatie ernaartoe
starten....................................................................................... 29
Navigeren met Peil en ga......................................................... 29
Tijdens een activiteit navigeren naar uw vertrekpunt............... 29
Routeaanwijzingen weergeven............................................ 29
Navigeren naar het vertrekpunt van een opgeslagen
activiteit..................................................................................... 29
Stoppen met navigeren............................................................ 29
Kaart......................................................................................... 29
De kaart weergeven............................................................. 29
Naar een locatie op de kaart navigeren of een locatie
opslaan................................................................................ 30
Navigeren met de functie Om me heen............................... 30
Het kaartthema wijzigen.......................................................30
Kompas.....................................................................................30
De kompaskoers instellen.................................................... 30
Hoogtemeter en barometer.......................................................30
Geschiedenis................................................................ 30
Werken met de geschiedenis................................................... 30
Multisportgeschiedenis........................................................ 31
Tijd in elke hartslagzone weergeven................................... 31
Gegevenstotalen weergeven.................................................... 31
De afstandteller gebruiker.........................................................31
Geschiedenis verwijderen.........................................................31
Uw toestel aanpassen.................................................. 31
Instellingen van activiteiten en apps......................................... 31
Gegevensschermen aanpassen.......................................... 32
Een kaart aan een activiteit toevoegen................................ 32
Waarschuwingen................................................................. 32
Een waarschuwing instellen............................................ 33
Instellingen van activiteitkaart.............................................. 33
Route-instellingen................................................................ 33
Auto Lap...............................................................................33
Ronden op afstand markeren......................................... 33
Auto Pause inschakelen...................................................... 34
Automatisch klimmen inschakelen....................................... 34
3D-snelheid en -afstand....................................................... 34
ii Inhoudsopgave
De Lap-knop in- en uitschakelen......................................... 34
Auto Scroll gebruiken........................................................... 34
De GPS-instelling wijzigen................................................... 34
GPS en andere satellietsystemen................................... 34
UltraTrac......................................................................... 35
Time-outinstellingen voor de spaarstand............................. 35
De volgorde van een activiteit wijzigen in de lijst met apps...... 35
Widgets..................................................................................... 35
De widgetlijst aanpassen..................................................... 35
inReach afstandsbediening................................................. 36
De inReach afstandsbediening gebruiken...................... 36
VIRB afstandsbediening...................................................... 36
Een VIRB actiecamera bedienen.................................... 36
Een VIRB actiecamera bedienen tijdens een activiteit... 36
De stressniveauwidget gebruiken........................................ 36
De widget My Day aanpassen............................................. 36
Het bedieningsmenu aanpassen.............................................. 37
Wijzerplaatinstellingen.............................................................. 37
De watch face aanpassen................................................... 37
Sensorinstellingen.................................................................... 37
Kompasinstellingen.............................................................. 37
Het kompas handmatig kalibreren.................................. 37
De noordreferentie instellen............................................ 37
Hoogtemeterinstellingen...................................................... 37
De barometrische hoogtemeter kalibreren...................... 37
Barometerinstellingen.......................................................... 38
De barometer kalibreren................................................. 38
Xero Locatie-instellingen......................................................38
Kaartinstellingen....................................................................... 38
Kaartthema's........................................................................ 38
Instellingen waterkaart......................................................... 38
Kaartgegevens weergeven of verbergen............................. 39
Navigatie-instellingen................................................................39
Kaartfuncties aanpassen..................................................... 39
Een koersindicator instellen................................................. 39
Navigatiewaarschuwingen instellen..................................... 39
Instellingen voor energiebeheer............................................... 39
De batterijspaarstand aanpassen........................................ 39
Energiemodi aanpassen...................................................... 39
Systeeminstellingen.................................................................. 39
Tijdinstellingen..................................................................... 40
Tijdwaarschuwingen instellen......................................... 40
De tijd synchroniseren.....................................................40
De schermverlichtingsinstellingen wijzigen.......................... 40
De sneltoetsen aanpassen.................................................. 40
De maateenheden wijzigen................................................. 40
Toestelgegevens weergeven.................................................... 40
Informatie over regelgeving en compliance op e-labels
weergeven........................................................................... 41
Draadloze sensoren..................................................... 41
De draadloze sensoren koppelen............................................. 41
Modus Extra scherm................................................................. 41
Een optionele fietssnelheids- of fietscadanssensor
gebruiken.................................................................................. 41
Trainen met vermogensmeters................................................. 41
Elektronische schakelsystemen gebruiken............................... 41
Omgevingsbewustzijn............................................................... 41
Voetsensor................................................................................41
Kalibratie van de voetsensor verbeteren............................. 41
Uw voetsensor handmatig kalibreren.................................. 41
Snelheid en afstand van voetsensor instellen..................... 42
tempe™.................................................................................... 42
Clubsensoren............................................................................42
Toestelinformatie......................................................... 42
Specificaties..............................................................................42
Batterijgegevens.................................................................. 42
Gegevensbeheer
...................................................................... 42
Bestanden verwijderen........................................................ 42
Onderhoud van het toestel.......................................... 42
Toestelonderhoud..................................................................... 42
Het toestel schoonmaken.................................................... 43
De leren bandjes reinigen.................................................... 43
De QuickFit® bandjes vervangen............................................. 43
Metalen band aanpassen......................................................... 43
Problemen oplossen.................................................... 43
Op mijn toestel wordt niet de juiste taal gebruikt...................... 43
Is mijn smartphone compatibel met mijn toestel?..................... 43
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel.................... 43
Kan ik mijn Bluetooth sensor gebruiken bij mijn horloge?........ 43
Ik kan mijn hoofdtelefoon niet koppelen met het toestel........... 43
Mijn muziek valt weg of mijn hoofdtelefoons blijven niet
verbonden................................................................................. 44
Uw toestel opnieuw opstarten.................................................. 44
Alle standaardinstellingen herstellen........................................ 44
Satellietsignalen ontvangen...................................................... 44
De ontvangst van GPS-signalen verbeteren....................... 44
De temperatuurmeting is niet nauwkeurig................................ 44
De levensduur van de batterij verlengen.................................. 44
Activiteiten volgen..................................................................... 44
Mijn dagelijkse stappentelling wordt niet weergegeven....... 44
Mijn stappentelling lijkt niet nauwkeurig te zijn.................... 45
De stappentellingen op mijn toestel en mijn Garmin Connect
account komen niet overeen................................................ 45
Het aantal opgelopen trappen lijkt niet te kloppen............... 45
Meer informatie......................................................................... 45
Appendix....................................................................... 45
Gegevensvelden....................................................................... 45
Standaardwaarden VO2 Max................................................... 49
FTP-waarden............................................................................ 49
Wielmaat en omvang................................................................ 50
Symbooldefinities......................................................................50
Index.............................................................................. 51
Inhoudsopgave iii
Inleiding
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Raadpleeg altijd een arts voordat u een trainingsprogramma
begint of wijzigt.
Aan de slag
Als u de smartwatch voor de eerste keer gebruikt, voer dan
onderstaande taken uit om de watch in te stellen en vertrouwd
te raken met de basisfuncties.
1
Druk op LIGHT als u de smartwatch wilt inschakelen
(Knoppen, pagina 1).
2
Volg de instructies op het scherm om de basisinstellingen te
voltooien.
Tijdens de eerste installatie kunt u uw smartphone aan uw
watch koppelen om meldingen te ontvangen, uw
Garmin Pay
portemonnee in te stellen en meer (Uw
smartphone koppelen met uw smartwatch, pagina 2).
3
Laad het toestel volledig op (Het toestel opladen,
pagina 2).
4
Begin met een activiteit (Een activiteit starten, pagina 3).
Knoppen
LIGHT
Druk in om de schermverlichting in of uit te schakelen.
Druk in om het toestel in te schakelen.
Houd ingedrukt om het bedieningsmenu weer te geven.
UP·MENU
Druk hier om door de widgets en menu's te bladeren.
Houd ingedrukt om het menu weer te geven.
DOWN
Druk hier om door de widgets en menu's te bladeren.
Houd ingedrukt om vanaf een scherm de
muziekbedieningsknoppen weer te geven.
Druk in om de activiteitenlijst weer te geven en een
activiteit te starten of stoppen.
Druk in om een optie te kiezen in een menu.
BACK·LAP
Druk in om terug te keren naar het vorige scherm.
Druk in om een ronde, rustpauze of overgang vast te
leggen tijdens een multisportactiviteit.
Houd ingedrukt om vanaf een scherm de watch face weer
te geven.
Het horloge gebruiken
Houd LIGHT ingedrukt om het bedieningsmenu weer te
geven.
Via het bedieningsmenu heeft u eenvoudig toegang tot opties
die u vaak gebruikt, bijvoorbeeld om de Garmin Pay
portemonnee te openen, de modus Niet storen in te
schakelen of het horloge uit te schakelen.
Druk op de wijzerplaat op UP of DOWN om door de widgets
te bladeren.
Uw horloge wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde widgets
die u direct informatie geven. Er zijn meer widgets
beschikbaar wanneer u uw horloge koppelt met een
smartphone.
Druk vanuit de wijzerplaat op om een activiteit te starten of
een app te openen (Activiteiten en apps, pagina 3).
Houd MENU ingedrukt om de wijzerplaat of de instellingen
aan te passen en om draadloze sensoren te koppelen.
Het bedieningsmenu weergeven
In het bedieningsmenu staan opties om bijvoorbeeld de niet-
storenmodus in te schakelen, de knoppen te vergrendelen of het
toestel uit te schakelen. U kunt ook de Garmin Pay
portemonnee openen.
OPMERKING: U kunt de opties toevoegen aan het
bedieningsmenu, de volgorde ervan wijzigen en ze verwijderen
(Het bedieningsmenu aanpassen, pagina 37).
1
Houd LIGHT ingedrukt in een scherm.
2
Druk op UP of DOWN om door de opties te bladeren.
Widgets weergeven
Uw toestel wordt geleverd met diverse, vooraf geïnstalleerde
widgets en als u uw toestel koppelt met een smartphone zijn er
nog meer widgets beschikbaar.
Druk op UP of DOWN.
Het toestel bladert door de widgetlijst en geeft
samenvattingsgegevens voor elke widget weer.
Druk op om widgetinformatie weer te geven.
TIP: U kunt op DOWN drukken om extra schermen voor een
widget weer te geven of u kunt op drukken om extra opties
en functies voor een widget weer te geven.
Houd in een scherm BACK ingedrukt om terug te gaan naar
de watch face.
Als u een activiteit vastlegt, drukt u op BACK om terug te
keren naar de pagina's met activiteitgegevens.
De watch aanpassen
Houd op de watch face MENU ingedrukt om de watch face te
wijzigen.
Houd in de widgetschermen MENU ingedrukt om de
widgetopties aan te passen.
Inleiding 1
Houd in het bedieningsmenu MENU ingedrukt om de
besturingselementen toe te voegen, te verwijderen en
opnieuw te ordenen.
Houd in een willekeurig scherm MENU ingedrukt om extra
instellingen te wijzigen.
Uw smartphone koppelen met uw
smartwatch
Om gebruik te maken van de connected functies van uw
smartwatch moet deze rechtsreeks via de Garmin Connect
app
worden gekoppeld, in plaats van via de Bluetooth
®
instellingen
op uw smartphone.
1
U kunt de Garmin Connect app via de app store op uw
telefoon installeren en openen.
2
Houd uw smartphone binnen 10 m (33 ft.) van uw
smartwatch.
3
Druk op LIGHT om de smartwatch in te schakelen.
De eerste keer dat u de smartwatch inschakelt, is de
koppelmodus ingeschakeld.
TIP: U kunt LIGHT ingedrukt houden en selecteren om
handmatig naar de koppelmodus te gaan.
4
Selecteer een optie om uw smartwatch toe te voegen aan uw
Garmin Connect account:
Als dit het eerste toestel is dat u koppelt met de Garmin
Connect app, volgt u de instructies op het scherm.
Als u reeds een toestel hebt gekoppeld met de Garmin
Connect app, selecteert u in het menu of Garmin
toestellen > Voeg toestel toe, en volgt u de instructies
op het scherm.
Het toestel opladen
WAARSCHUWING
Dit toestel bevat een lithium-ionbatterij. Lees de gids Belangrijke
veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor
productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie.
LET OP
Om roestvorming te voorkomen, dient u alle contactpunten en
de directe omgeving ervan grondig te reinigen en af te drogen
voordat u het toestel oplaadt of aansluit op een computer.
Raadpleeg de instructies voor reiniging in de appendix.
1
Steek het kleine uiteinde van de USB-kabel in de oplaadpoort
op het toestel.
2
Steek het grote uiteinde van de USB-kabel in een USB-
oplaadpoort.
3
Laad het toestel volledig op.
Productupdates
Installeer Garmin Express
(www.garmin.com/express) op uw
computer. Installeer de Garmin Connect app op uw smartphone.
Op die manier kunt u gemakkelijk gebruikmaken van de
volgende diensten voor Garmin
®
toestellen:
Software-updates
Kaartupdates
Baanupdates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
Productregistratie
Garmin Express instellen
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garmin.com/express.
3
Volg de instructies op het scherm.
Opladen met zonne-energie
De fēnix 6X Pro Solar watch heeft een transparante lens
waarmee uw smartwatch met zonne-energie wordt opgeladen
terwijl u deze gebruikt.
Watch face met intensiteit van de zon
De watch face toont een grafiek van de intensiteit van de zon
gedurende de afgelopen 6 uur . U kunt de vormgeving van de
watch face aanpassen door MENU ingedrukt te houden en de
lay-out, kleuren en extra gegevens te selecteren.
De zonnewidget bekijken
1
Selecteer op de watch face UP of DOWN om de zonnewidget
weer te geven.
2
Druk op om een grafiek weer te geven van de intensiteit
van de zon gedurende de afgelopen 6 uur.
Tips voor opladen met zonne-energie
De fēnix 6X Pro Solar watch heeft een transparante lens
waarmee uw smartwatch met zonne-energie wordt opgeladen
terwijl u deze gebruikt. Volg deze tips om de levensduur van de
batterij van uw smartwatch te verlengen.
Wanneer u de smartwatch draagt, zorg er dan voor dat de
watch face niet is bedekt door uw mouw.
Wanneer u de smartwatch niet draagt, richt u de watch face
op een heldere lichtbron, zoals zonlicht of TL-licht.
Uw smartwatch laadt sneller op bij blootstelling aan zonlicht,
omdat de lens voor opladen met zonne-energie en voor het
spectrum van zonlicht is geoptimaliseerd.
Laad uw smartwatch in fel zonlicht op voor optimale
batterijprestaties.
OPMERKING: Uw watch is beveiligd tegen oververhitting en
stopt automatisch met opladen als de interne temperatuur de
maximale temperatuur voor opladen met zonne-energie
overschrijdt (Specificaties, pagina 42).
2 Opladen met zonne-energie
OPMERKING: Uw watch laadt niet met zonne-energie op
wanneer deze is aangesloten op een externe batterijbron of
wanneer de batterij vol is.
Activiteiten en apps
Uw toestel kan worden gebruikt voor binnen-, buiten-, sport- en
fitnessactiviteiten. Wanneer u een activiteit start, worden de
sensorgegevens weergegeven en vastgelegd op uw toestel. U
kunt activiteiten opslaan en delen met de Garmin Connect
community.
U kunt ook Connect IQ
activiteiten en apps aan uw toestel
toevoegen via de Connect IQ app (Connect IQ functies,
pagina 12).
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over
activiteiten-tracking en de nauwkeurigheid van fitnessgegevens.
Een activiteit starten
Als u een activiteit start, wordt GPS automatisch ingeschakeld
(indien vereist).
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer het selectievakje naast elke activiteit om de
activiteit aan uw favorieten toe te voegen als dit de eerste
keer is dat u een activiteit hebt gestart en selecteer OK.
3
Selecteer een optie:
Selecteer een activiteit uit uw lijst met favorieten.
Selecteer en selecteer een activiteit uit de lange
activiteitenlijst.
4
Ga naar buiten naar een plek met vrij zicht op de lucht tijdens
activiteiten waarvoor u een GPS-signaal nodig hebt, en
wacht tot het toestel klaar is.
Het toestel is klaar als het uw hartslag weergeeft, GPS-
signalen ontvangt (indien nodig) en verbinding maakt met uw
draadloze sensoren (indien nodig).
5
Druk op om de activiteitentimer te starten.
Het toestel legt alleen activiteitgegevens vast als de
activiteitentimer loopt.
Tips voor het vastleggen van activiteiten
Laad het toestel op voordat u aan de activiteit begint (Het
toestel opladen, pagina 2).
Druk op LAP om ronden vast te leggen.
Druk op UP of DOWN om meer gegevenspagina's weer te
geven.
De vermogensmodus wijzigen
U kunt de vermogensmodus wijzigen om de levensduur van de
batterij tijdens een activiteit te verlengen.
1
Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2
Selecteer Powermodus.
3
Selecteer een optie.
Het horloge laat zien hoeveel uur de batterij mee zal gaan
met de geselecteerde vermogensmodus.
Een activiteit stoppen
1
Druk op .
2
Selecteer een optie:
Als u de activiteit weer wilt hervatten, selecteert u Hervat.
Als u de activiteit wilt opslaan en wilt terugkeren naar
horlogemodus, selecteert u Sla op > OK.
Als u de activiteit wilt onderbreken en later wilt hervatten,
selecteert u Hervat later.
Als u een ronde wilt markeren, selecteert u Ronde.
Selecteer Terug naar start > TracBack om langs de
afgelegde route naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor
activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
Selecteer Terug naar start > Route om via het meest
directe pad naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar voor
activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
Als u de activiteit wilt verwijderen en wilt terugkeren naar
horlogemodus, selecteert u Gooi weg > Ja.
OPMERKING: Na het stoppen van de activiteit, wordt deze
na 30 minuten automatisch op het toestel opgeslagen.
Een favoriete activiteit toevoegen of
verwijderen
De lijst met uw favoriete activiteiten wordt weergegeven
wanneer u op de watch face op drukt. Hiermee kunt u snel
naar de activiteiten gaan die u het meest gebruikt. Wanneer u
voor het eerst op drukt om een activiteit te starten, wordt u
gevraagd om uw favoriete activiteiten te selecteren. U kunt op
elk gewenst moment favoriete activiteiten toevoegen of
verwijderen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
Uw favoriete activiteiten staan boven in de lijst en hebben
een witte achtergrond. Andere activiteiten verschijnen in de
uitgebreide lijst met een zwarte achtergrond.
3
Selecteer een optie:
Als u een favoriete activiteit wilt toevoegen, selecteert u
de activiteit en selecteert u Stel als favoriet in.
Als u een favoriete activiteit wilt verwijderen, selecteert u
de activiteit en selecteert u Verwijder uit favorieten.
Een aangepaste activiteit maken
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer Voeg toe.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Kopieer activiteit om uw aangepaste activiteit
te maken op basis van een van uw opgeslagen
activiteiten.
Selecteer Overige om een nieuwe aangepaste activiteit te
maken.
4
Selecteer indien nodig een activiteittype.
5
Selecteer een naam of voer een aangepaste naam in.
Identieke activiteitnamen zijn voorzien van een volgnummer,
bijvoorbeeld: Fiets(2).
6
Selecteer een optie:
Selecteer een optie om bepaalde activiteitinstellingen aan
te passen. U kunt bijvoorbeeld de gegevensschermen of
automatische functies aanpassen.
Selecteer OK om de aangepaste activiteit op te slaan en
te gebruiken.
7
Selecteer Ja om de activiteit aan uw lijst met favorieten toe te
voegen.
Binnenactiviteiten
Het fēnix toestel kan worden gebruikt voor training binnenshuis,
zoals hardlopen op een binnenbaan of fietsen op een
hometrainer. Bij binnenactiviteiten wordt GPS uitgeschakeld.
Als hardlopen of wandelen met GPS is uitgeschakeld, worden
snelheid, afstand en cadans berekend met behulp van de
Activiteiten en apps 3
versnellingsmeter in het toestel. De versnellingsmeter voert
automatisch een kalibratie uit. De nauwkeurigheid van de
snelheid-, afstand- en cadansgegevens verbetert na een aantal
hardloopsessies of wandelingen in de buitenlucht met behulp
van GPS.
TIP: Als u de handrails van de loopband vasthoudt, gaat de
nauwkeurigheid omlaag. U kunt gebruikmaken van een
optionele voetsensor om uw tempo, afstand en cadans vast te
leggen.
Als u met uitgeschakelde GPS fietst, zijn er geen snelheids- en
afstandsgegevens beschikbaar, tenzij u over een optionele
sensor beschikt die deze gegevens naar het toestel verzendt
(zoals een snelheids- of cadanssensor).
De loopbandafstand kalibreren
Als u nauwkeurigere afstanden voor het hardlopen op de
loopband wilt vastleggen, kalibreert u de loopbandafstand nadat
u minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband hebt gelopen. Als u
verschillende loopbanden gebruikt, kunt u de loopbandafstand
handmatig kalibreren op elke loopband of na elke
hardloopsessie.
1
Start een loopbandactiviteit (Een activiteit starten, pagina 3)
en ren minimaal 1,5 km (1 mijl) op de loopband.
2
Nadat u klaar bent met hardlopen, selecteert u .
3
Selecteer een optie:
Als u de loopbandafstand voor de eerste keer wilt
kalibreren, selecteert u Sla op.
U wordt gevraagd de kalibratie van de loopband te
voltooien.
Als u de loopbandafstand na de eerste kalibratie
handmatig wilt kalibreren, selecteert u Kalibreren/
opslaan > Ja.
4
Bekijk de gelopen afstand op het scherm van de loopband en
voer de afstand in op uw toestel.
Een krachttraining vastleggen
U kunt tijdens een krachttraining sets vastleggen. Een set
bestaat uit meerdere herhalingen van één enkele beweging.
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer Kracht.
De eerste keer dat u een krachttrainingactiviteit vastlegt,
selecteert u aan welke pols u uw smartwatch draagt.
3
Druk op om de set-timer te starten.
4
Start uw eerste set.
Het toestel telt uw herhalingen. Het aantal herhalingen wordt
weergegeven als u ten minste vier sets hebt voltooid.
TIP: Het toestel kan alleen herhalingen van een enkele
beweging voor elke set tellen. Wanneer u andere
bewegingen wilt doen, moet u eerst de set voltooien en
vervolgens een nieuwe starten.
5
Druk op LAP om de set te voltooien.
Op de smartwatch wordt het totale aantal herhalingen voor
de set weergegeven. Na enkele seconden wordt de rusttimer
weergegeven.
6
Druk indien nodig op DOWN en bewerk het aantal
herhalingen.
TIP: U kunt ook het voor de set gebruikte gewicht toevoegen.
7
Wanneer u klaar bent met rusten, drukt u op LAP om uw
volgende set te starten.
8
Herhaal dit voor elke krachttrainingsset tot uw activiteit is
voltooid.
9
Druk na de laatste set op om de set-timer te stoppen.
10
Selecteer Sla op.
Buitenactiviteiten
Het fēnix toestel wordt geleverd met een aantal vooraf geladen
apps voor buitenactiviteiten, zoals hardlopen en fietsen. Bij
buitenactiviteiten wordt GPS ingeschakeld. U kunt nieuwe
activiteiten toevoegen op basis van standaardactiviteiten, zoals
wandelen of roeien. U kunt ook aangepaste activiteiten aan uw
toestel toevoegen (Een aangepaste activiteit maken, pagina 3).
Uw afdalingen weergeven
Uw toestel legt de gegevens over elke afdaling tijdens het skiën
of snowboarden vast met de automatische functie voor
afdalingen. Deze functie wordt standaard ingeschakeld voor
afdalingen tijdens het skiën en snowboarden. De nieuwe
afdalingen worden automatisch geregistreerd op basis van uw
bewegingen. De timer wordt gepauzeerd wanneer u niet meer
afdaalt en wanneer u in de skilift staat. De timer blijft in de
pauzestand staan zolang u in de skilift bent. U kunt de afdaling
vervolgen om de timer weer te starten. U kunt de gegevens over
de afdaling bekijken op het pauzescherm of terwijl de timer
loopt.
1
Start een ski- of snowboardactiviteit.
2
Houd MENU ingedrukt.
3
Selecteer Bekijk afdalingen.
4
Druk op UP en DOWN om details over uw laatste afdaling,
over uw huidige afdaling of over al uw afdalingen te bekijken.
Op de schermen worden de tijd, afgelegde afstand,
maximumsnelheid, gemiddelde snelheid en totale daling
weergegeven.
De metronoom gebruiken
De metronoomfunctie laat met een regelmatig ritme tonen horen
die u helpen uw prestaties te verbeteren door te trainen in een
snellere, tragere of vaste cadans.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer een activiteit.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Metronoom > Status > Aan.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Slagen/minuut om een waarde in te voeren op
basis van de cadans die u wilt aanhouden.
Selecteer Waarschuw.freq. om de frequentie van de
tikken aan te passen.
Selecteer Geluiden om de toon en trillingen van de
metronoom aan te passen.
7
Selecteer zo nodig Bekijk om de metronoomtonen te
beluisteren voordat u gaat hardlopen.
8
Ga hardlopen (Een activiteit starten, pagina 3).
De metronoom wordt automatisch gestart.
9
Druk op UP of DOWN tijdens het hardlopen om het
metronoomscherm weer te geven.
10
Houd zo nodig MENU ingedrukt om de
metronoominstellingen te wijzigen.
Audiomeldingen afspelen tijdens een activiteit
U kunt het fēnix toestel zodanig instellen dat er tijdens het
hardlopen of een andere activiteit motiverende statusmeldingen
worden afgespeeld. Indien beschikbaar, worden audiomeldingen
op uw verbonden hoofdtelefoon afgespeeld met Bluetooth
technologie. Anders worden audiomeldingen op uw smartphone
gekoppeld met behulp van de Garmin Connect app. Tijdens een
audiomelding dempt het toestel of de smartphone de primaire
audio om de aankondiging af te spelen.
4 Activiteiten en apps
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Muziekproviders, en selecteer een optie:
Als u vanaf uw computer naar naar het horloge
gedownloade muziek wilt luisteren, selecteert u Mijn
muziek (Persoonlijke audiocontent downloaden,
pagina 13).
Als u het afspelen van muziek op uw smartphone wilt
bedienen, selecteert u Tel. bedienen.
Selecteer de naam van de provider om naar muziek van
derden te luisteren.
5
Selecteer om de bediening voor het afspelen van muziek te
openen.
Bediening voor afspelen van muziek
Selecteer om content van sommige externe providers te beheren.
Selecteer om naar de audiobestanden en afspeellijsten te
bladeren voor de geselecteerde bron.
Selecteer om het volume aan te passen.
Selecteer om het huidige audiobestand af te spelen en te
pauzeren.
Selecteer om naar het volgende audiobestand in de afspeellijst te
gaan.
Houd ingedrukt om het huidige audiobestand vooruit te spoelen.
Selecteer om het huidige audiobestand opnieuw te starten.
Selecteer twee keer om naar het vorige audiobestand in de
afspeellijst te gaan.
Houd ingedrukt om het huidige audiobestand terug te spoelen.
Selecteer om de herhaalmodus te wijzigen.
Selecteer om de shuffle-modus te wijzigen.
Een Bluetooth hoofdtelefoon aansluiten
Om muziek te luisteren die op uw fēnix toestel is geladen, moet
u een hoofdtelefoon met Bluetooth technologie aansluiten.
1
Houd uw hoofdtelefoon binnen 2 m (6,6 ft.) van uw toestel.
2
Schakel de koppelingstatus in op de hoofdtelefoon.
3
Houd het MENU ingedrukt.
4
Selecteer Muziek > Hoofdtelefoon > Voeg toe.
5
Selecteer uw hoofdtelefoon om het koppelen te voltooien.
De audiomodus wijzigen
U kunt de muziekafspeelmodus wijzigen van stereo naar mono.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Muziek > Audio.
3
Selecteer een optie.
Hartslagmeetfuncties
Dit fēnix toestel heeft een polshartslagmeter en is ook
compatibel met borsthartslagmeters (apart verkrijgbaar). In de
hartslagwidget kunt u hartslaggegevens bekijken. Als de
gegevens van zowel de polshartslag als de borsthartslag
beschikbaar zijn, gebruikt uw toestel de borsthartslaggegevens.
Hartslagmeter aan de pols
Het toestel dragen
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht.
OPMERKING: Het toestel dient stevig vast te zitten, maar
niet te strak. Voor een nauwkeurigere hartslagmeting, mag
het toestel tijdens het hardlopen of de training niet bewegen.
Voor pulse oxymeterwaarden moet u bewegingloos blijven.
OPMERKING:
De optische sensor bevindt zich aan de
achterkant van het toestel.
Raadpleeg Tips voor onregelmatige hartslaggegevens,
pagina 14 voor meer informatie over de hartslag aan de
pols.
Zie Tips voor grillige pulse oxymeter-gegevens, pagina 22
voor meer informatie over de pulse oxymetersensor.
Ga naar garmin.com/ataccuracy voor meer informatie over
nauwkeurigheid.
Tips voor onregelmatige hartslaggegevens
Als hartslaggegevens onregelmatig zijn of niet worden
weergegeven, kunt u deze tips proberen.
Zorg dat uw onderarm schoon en droog is voordat u het
toestel omdoet.
Zorg dat de huid onder het toestel niet is ingesmeerd met
zonnebrandcrème, lotion of insectenwerende middelen.
Zorg dat de hartslagsensor aan de achterkant van het toestel
niet wordt bekrast.
Draag het toestel om uw pols, boven uw polsgewricht. Het
toestel dient stevig vast te zitten, maar niet te strak.
Wacht tot het pictogram constant brandt voordat u aan uw
activiteit begint.
Voer gedurende 5 tot 10 minuten een warming-up uit en
meet uw hartslag voordat u aan uw workout begint.
OPMERKING: Voer bij koud weer de warming-up binnen uit.
Spoel het toestel na elke training af met schoon water.
Gebruik een siliconenband tijdens trainingen.
De hartslagwidget gebruiken
De widget geeft uw huidige hartslag in slagen per minuut (bpm)
en een grafiek van uw hartslag gedurende de afgelopen 4 uur
weer.
1
Selecteer op de wijzerplaat UP of DOWN om de
hartslagwidget weer te geven.
OPMERKING: U moet mogelijk de widget toevoegen aan uw
widgetlijst (De widgetlijst aanpassen, pagina 35).
2
Selecteer om de gemiddelde waarden van uw hartslag in
rust in de afgelopen 7 dagen weer te geven.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw fēnix toestel
en op gekoppelde Garmin toestellen bekijken.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
1
Houd MENU ingedrukt vanuit de hartslagwidget.
2
Selecteer Opties > Deel hartslag.
Het fēnix toestel begint uw hartslaggegevens te verzenden
en wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt alleen de hartslagwidget bekijken
terwijl u vanuit de hartslagwidget hartslaggegevens verzendt.
3
Koppel uw fēnix toestel met uw Garmin ANT+
®
compatibele
toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
14 Hartslagmeetfuncties
Selecteer Afslag-voor-afslag als u een lijst met afslagen
in de koers wilt weergeven.
Selecteer Hoogteprofiel om een hoogtegrafiek van de
koers weer te geven.
Selecteer Sla op om de koers op te slaan.
Selecteer Categorieën bekijken als u een lijst met
stijgingen in de koers wilt weergeven.
Een Man-overboord-locatie markeren en de
navigatie ernaartoe starten
U kunt een Man-overboord-locatie (MOB) opslaan en de
navigatie naar dat punt automatisch starten.
TIP: U kunt de functie voor het ingedrukt houden van de
knoppen aanpassen om toegang te krijgen tot de MOB-functie
(De sneltoetsen aanpassen, pagina 40).
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer een activiteit.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Navigatie > Laatste MOB.
Er wordt navigatie-informatie weergegeven.
Navigeren met Peil en ga
U kunt het toestel op een object in de verte richten, bijvoorbeeld
een watertoren, de richting vergrendelen en dan naar het object
navigeren.
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer een activiteit.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Navigatie > Peil en ga.
5
Wijs met de bovenkant van de smartwatch naar een object
en druk op .
Er wordt navigatie-informatie weergegeven.
6
Druk op om te beginnen met navigeren.
Tijdens een activiteit navigeren naar uw
vertrekpunt
U kunt in een rechte lijn of langs de afgelegde route terug
navigeren naar het vertrekpunt van uw huidige activiteit. Deze
functie is alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt
gebruikt.
1
Druk tijdens een activiteit op .
2
Selecteer Terug naar start en selecteer een optie:
Selecteer TracBack om langs de afgelegde route naar het
startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u niet over een ondersteunde kaart beschikt of als u
directe routebepaling gebruikt, selecteert u Route om in
een rechte lijn naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
Als u directe routebepaling niet gebruikt, selecteert u
Route om met behulp van een uitgebreide
routebeschrijving naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
Uw huidige locatie , het te volgen spoor en uw
bestemming worden op de kaart weergegeven.
Routeaanwijzingen weergeven
U kunt een lijst van afslag-voor-afslag aanwijzingen weergeven
voor uw route.
1
Houd tijdens het navigeren MENU ingedrukt.
2
Selecteer Afslag-voor-afslag.
Er wordt een lijst met afslag-voor-afslag aanwijzingen
weergegeven.
3
Druk op DOWN om meer richtingen weer te geven.
Navigeren naar het vertrekpunt van een
opgeslagen activiteit
U kunt in een rechte lijn of langs de door u afgelegde route terug
navigeren naar het vertrekpunt van uw activiteit. Deze functie is
alleen beschikbaar voor activiteiten waarbij GPS wordt gebruikt.
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer een activiteit.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Navigatie > Activiteiten.
5
Selecteer een activiteit.
6
Selecteer Terug naar start en selecteer een optie:
Selecteer TracBack om langs de afgelegde route naar het
startpunt van uw activiteit te navigeren.
Als u niet over een ondersteunde kaart beschikt of als u
directe routebepaling gebruikt, selecteert u Route om in
een rechte lijn naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
Als u directe routebepaling niet gebruikt, selecteert u
Route om met behulp van een uitgebreide
routebeschrijving naar het startpunt van uw activiteit te
navigeren.
Gesproken afslag-voor-afslag aanwijzingen zijn handig om te
navigeren naar het vertrekpunt van uw laatst opgeslagen
activiteit als u een ondersteunde kaart hebt of directe
routebepaling gebruikt. Op de kaart wordt een lijn
weergegeven vanaf uw huidige locatie naar het vertrekpunt
van de laatst opgeslagen activiteit als u directe routebepaling
niet gebruikt.
OPMERKING: U kunt de timer starten om te voorkomen dat
het toestel terugkeert naar horlogemodus.
7
Druk op DOWN om het kompas weer te geven (optioneel).
De pijl wijst naar het startpunt.
Stoppen met navigeren
1
Houd tijdens de activiteit MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie stoppen.
Kaart
Uw toestel wordt geleverd met vooraf geladen kaarten en kan
verschillende typen Garmin kaartgegevens weergeven, inclusief
topografische contouren, nabijgelegen nuttige punten, kaarten
van skiresorts en golfbanen.
Ga voor het aanschaffen van extra kaartgegevens en meer
informatie over compatibiliteit naar garmin.com/maps.
geeft uw positie op de kaart aan. Als u naar een bestemming
navigeert, wordt de route met een lijn op de kaart gemarkeerd.
De kaart weergeven
1
Een buitenactiviteit starten.
2
Druk op UP of DOWN om door het kaartscherm te bladeren.
Navigatie 29
Waarschu-
wingsnaam
Waarschu-
wingstype
Beschrijving
Tempo Bereik U kunt minimale en maximale
tempowaarden instellen.
Vermogen Bereik U kunt het hoge of lage vermogens-
niveau instellen.
Gevarenzone Gebeurtenis U kunt een straal instellen vanaf
een opgeslagen locatie.
Ren/Loop Terugkerend U kunt regelmatige looppauzes
inlassen.
Snelheid Bereik U kunt minimale en maximale snel-
heidswaarden instellen.
Slagsnelheid Bereik U kunt een hoog of laag aantal
slagen per minuut instellen.
Tijd Gebeurtenis,
terugkerend
U kunt een tijdsinterval instellen.
Een waarschuwing instellen
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Waarschuwingen.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Voeg toe om een nieuwe waarschuwing toe te
voegen voor de activiteit.
Selecteer de naam van de waarschuwing om een
bestaande waarschuwing te wijzigen.
7
Selecteer, indien gewenst, het type waarschuwing.
8
Selecteer een zone, voer de minimum- en maximumwaarden
in of voer een aangepaste waarde in voor de waarschuwing.
9
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
Bij gebeurteniswaarschuwingen en terugkerende
waarschuwingen wordt er een bericht weergegeven telkens als
de waarschuwingswaarde bereikt is. Bij bereikwaarschuwingen
wordt er een bericht weergegeven telkens als u boven of onder
het opgegeven bereik komt (minimum- en maximumwaarden).
Instellingen van activiteitkaart
U kunt voor elke activiteit de weergave van het
kaartgegevensscherm aanpassen.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Activiteiten en apps.
Selecteer vervolgens een activiteit, de activiteitinstellingen en
Kaart.
Configureer kaarten: Hiermee worden gegevens uit
geïnstalleerde kaartproducten weergegeven of verborgen.
Kaartthema: Stelt de kaart zo in dat de weergegeven gegevens
zijn geoptimaliseerd voor uw activiteittype. De optie Systeem
gebruikt de voorkeuren uit de systeemkaartinstellingen
(Kaartthema's, pagina 38).
Gebruik syst.inst.: Hiermee stelt u in dat de voorkeuren uit de
systeemkaartinstellingen worden gebruikt.
Oriëntatie: Hiermee stelt u de oriëntatie van de kaart in.
Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de pagina
weer te geven. Selecteer Koers boven om uw huidige
reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
Gebruikerslocaties: Hiermee worden opgeslagen locaties op
de kaart weergegeven of verborgen.
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste
zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik van de
kaart. Als u deze functie uitschakelt, moet u handmatig in- en
uitzoomen.
Zet vast op weg: Zet het positiepictogram, dat uw positie op de
kaart aangeeft, vast op de dichtstbijzijnde weg.
Spoorlog: Hiermee wordt het spoorlog, of de route die u hebt
afgelegd, in de vorm van een gekleurde lijn op de kaart
weergegeven of verborgen.
Spoorkleur: Hiermee wijzigt u de spoorlogkleur.
Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden
weergegeven. Door het weergeven van meer details is het
mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Maritiem: Hiermee stelt u de kaart in om gegevens in de
waterkaartmodus weer te geven (Instellingen waterkaart,
pagina 38).
Segmenten tekenen: Hiermee worden segmenten als een
gekleurde lijn op de kaart weergegeven of verborgen.
Contouren tekenen: Hiermee worden contourlijnen op de kaart
weergegeven of verborgen.
Route-instellingen
U kunt de route-instellingen wijzigen om de routeberekening
voor elke activiteit aan te passen.
Houd MENU ingedrukt en selecteer Activiteiten en apps.
Selecteer vervolgens een activiteit, de activiteitinstellingen en
Routebepaling.
Activiteit: Stelt een activiteit voor routebepaling in. Het toestel
berekent routes die zijn geoptimaliseerd voor het huidige type
activiteit.
Trendline™ popularity routing: Berekent routes op basis van
de populairste hardloopsessies en ritten van Garmin
Connect.
Koersen: Hiermee stelt u in hoe u met het toestel koersen volgt.
Gebruik de optie Volg koers om zonder herberekening een
koers precies zo te volgen als deze wordt weergegeven. Met
de optie Kaart gebruiken kunt u aan de hand van kaarten een
koers volgen en de route opnieuw berekenen als u hiervan
bent afgeweken.
Berekeningswijze: Hiermee stelt u de berekeningswijze in op
het minimaliseren van tijd, afstand of stijging in routes.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke typen wegen of
transportmiddelen in routes moeten worden vermeden.
Type: Hiermee stelt u het gedrag van de wijzer in die wordt
weergegeven tijdens directe routebepaling.
Auto Lap
Ronden op afstand markeren
U kunt Auto Lap gebruiken om een ronde bij een bepaalde
afstand automatisch te markeren. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een activiteit wilt
vergelijken (bijvoorbeeld elke 1 mijl of 5 km).
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Auto Lap.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Auto Lap om Auto Lap in of uit te schakelen.
Selecteer Automatische afstand om de afstand voor elke
ronde automatisch in te stellen.
Telkens wanneer u een ronde voltooit, wordt er een bericht
weergegeven met de rondetijd. Het toestel laat ook een
pieptoon horen of trilt als geluidssignalen zijn ingeschakeld
(Systeeminstellingen, pagina 39).
Uw toestel aanpassen 33
Kaartgegevens weergeven of verbergen
Als er meerdere kaarten op uw toestel zijn geïnstalleerd, kunt u
kiezen welke kaartgegevens op een kaart worden weergegeven.
1
Druk op de watch face op .
2
Selecteer Kaart.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer de kaartinstellingen.
5
Selecteer Kaart > Configureer kaarten.
6
Selecteer een kaart om de schakelaar te activeren waarmee
de kaartgegevens worden weergegeven of verborgen.
Navigatie-instellingen
U kunt tijdens het navigeren naar een bestemming de functies
en vormgeving van de kaart aanpassen.
Kaartfuncties aanpassen
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Gegevensschermen.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Kaart om de kaart in of uit te schakelen.
Selecteer Begeleid om een gidspagina in of uit te
schakelen waarop de kompasrichting of de koers wordt
weergegeven die u tijdens het navigeren moet volgen.
Selecteer Hoogteprofiel om de hoogtegrafiek in of uit te
schakelen.
Selecteer een scherm dat u wilt toevoegen, verwijderen of
aanpassen.
Een koersindicator instellen
U kunt een koersindicator instellen die wordt weergegeven op
uw gegevenspagina's tijdens het navigeren. De indicator wijst in
de richting van uw doel.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Koersindicator.
Navigatiewaarschuwingen instellen
U kunt waarschuwingen instellen om u te helpen navigeren naar
uw bestemming.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Waarschuwingen.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Afstand tot einddoel om een waarschuwing in
te stellen voor een bepaalde afstand tot uw
eindbestemming.
Selecteer Bestemming ETE om een waarschuwing in te
stellen voor een resterende geschatte tijd tot u aankomt
op uw eindbestemming.
Selecteer Uit koers om een waarschuwing in te stellen
voor als u van uw koers afraakt.
Selecteer Afslagaanwijzingen om afslag-voor-afslag
navigatieaanwijzingen in te schakelen.
4
Selecteer zo nodig Status om de waarschuwing in te
schakelen.
5
Voer zo nodig een afstand of tijdwaarde in en selecteer .
Instellingen voor energiebeheer
Houd MENU ingedrukt en selecteer Vermogensbeheer.
Batterijspaar: Hiermee kunt u systeeminstellingen aanpassen
om de levensduur van de batterij in de horlogemodus te
verlengen (De batterijspaarstand aanpassen, pagina 39).
Powermodi: Hiermee kunt u systeeminstellingen,
activiteitinstellingen en GPS-instellingen aanpassen om de
levensduur van de batterij tijdens een activiteit te verlengen
(Energiemodi aanpassen, pagina 39).
Batterijpercentage: Geeft de resterende levensduur van de
batterij als percentage weer.
Batterijschattingen: Geeft de resterende levensduur van de
batterij weer als een geschat aantal dagen of uren.
De batterijspaarstand aanpassen
Met de batterijspaarstand kunt u snel systeeminstellingen
aanpassen om de levensduur van de batterij in de watch modus
te verlengen.
U kunt de batterijspaarstand inschakelen via het
bedieningsmenu (Het bedieningsmenu weergeven, pagina 1).
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Vermogensbeheer > Batterijspaar.
3
Selecteer Status om de batterijspaarstand in te schakelen.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Wijzerplaat om een energiezuinige watch face
in te schakelen die eenmaal per minuut wordt bijgewerkt.
Selecteer Muziek om het beluisteren van muziek op uw
smartwatch uit te schakelen.
Selecteer Telefoon om de verbinding met uw gekoppelde
telefoon te verbreken.
Selecteer Activiteiten volgen om het volgen van de hele
dag activiteiten uit te schakelen, inclusief stappen, etages,
minuten van intensiteit, het volgen van slaap en Move IQ
gebeurtenissen.
Selecteer Polshartslag om de polshartslagmeter uit te
schakelen.
Selecteer Pulseoxymeter om de dagacclimatisatiemodus
uit te schakelen.
Selecteer Schermverlichting om de schermverlichting uit
te schakelen.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor
elke aangepaste instelling.
Energiemodi aanpassen
Uw toestel wordt geleverd met verschillende energiemodi, zodat
u snel systeeminstellingen, activiteitinstellingen en GPS-
instellingen kunt aanpassen om de levensduur van de batterij
tijdens een activiteit te verlengen. U kunt bestaande
energiemodi aanpassen en nieuwe aangepaste energiemodi
maken.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Vermogensbeheer > Powermodi.
3
Selecteer een optie:
Selecteer een energiemodus die u wilt aanpassen.
Selecteer Voeg toe om een aangepaste energiemodus te
maken.
4
Voer zo nodig een aangepaste naam in.
5
Selecteer een optie om bepaalde energiemodi aan te
passen.
U kunt bijvoorbeeld de GPS-instelling wijzigen of de
verbinding met uw gekoppelde telefoon verbreken.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor
elke aangepaste instelling.
6
Selecteer indien nodig OK om op te slaan en de aangepaste
energiemodus te gebruiken.
Systeeminstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van het toestel
instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen (Tijdinstellingen,
pagina 40).
Uw toestel aanpassen 39
2
Selecteer Systeem > Over.
Informatie over regelgeving en compliance op e-
labels weergeven
Het label voor dit toestel wordt op elektronische wijze geleverd.
Het e-label kan regelgeving bevatten, zoals
identificatienummers verstrekt door de FCC of regionale
compliance-markeringen, maar ook toepasselijke product- en
licentiegegevens.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Over in het instellingenmenu.
Draadloze sensoren
Uw toestel kan worden gebruikt in combinatie met draadloze
ANT+ of Bluetooth sensoren. Ga voor meer informatie over
compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar
buy.garmin.com.
De draadloze sensoren koppelen
Wanneer u voor de eerste keer een draadloze sensor via ANT+
of Bluetooth technologie met uw toestel wilt verbinden, moet u
het toestel en de sensor eerst koppelen. Nadat de koppeling is
voltooid, maakt het toestel automatisch een verbinding met de
sensor wanneer u een activiteit start en de sensor actief is en
zich binnen bereik bevindt.
1
Als u een hartslagmeter koppelt, moet u de hartslagmeter
omdoen.
De hartslagmeter kan pas gegevens verzenden of ontvangen
als u deze hebt omgedaan.
2
Breng het toestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij
andere draadloze sensoren vandaan bent tijdens het
koppelen.
3
Houd MENU ingedrukt.
4
Selecteer Sensoren en accessoires > Voeg toe.
5
Selecteer een optie:
Selecteer Door alle sensoren zoeken.
Selecteer uw type sensor.
Als de sensor is gekoppeld met uw toestel wordt de status
van de sensor gewijzigd van Zoeken naar Verbonden.
Sensorgegevens worden weergegeven in de reeks
gegevensschermen of in een aangepast gegevensveld.
Modus Extra scherm
U kunt de modus Extra scherm gebruiken om
gegevensschermen van uw fēnix toestel op een compatibel
Edge toestel weer te geven tijdens een rit of triatlon. Raadpleeg
uw Edge gebruikershandleiding voor meer informatie.
Een optionele fietssnelheids- of fietscadans-
sensor gebruiken
Met een compatibele fietssnelheids- of fietscadanssensor kunt u
gegevens verzenden naar uw toestel.
Koppel de sensor met uw toestel (De draadloze sensoren
koppelen, pagina 41).
Stel de wielmaat in (Wielmaat en omvang, pagina 50).
Maak een rit (Een activiteit starten, pagina 3).
Trainen met vermogensmeters
Ga naar www.garmin.com/intosports voor een lijst met ANT+
sensors die compatibel zijn met uw toestel (zoals Vector
).
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van uw
vermogensmeter.
Pas uw vermogenszones aan uw doelen en mogelijkheden
aan (Uw vermogenszones instellen, pagina 23).
Gebruik bereikwaarschuwingen om te worden gewaarschuwd
wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt (Een
waarschuwing instellen, pagina 33).
Pas de vermogensgegevensvelden aan (Gegevensschermen
aanpassen, pagina 32).
Elektronische schakelsystemen gebruiken
Voordat u gebruik kunt maken van compatibele elektronische
schakelsystemen, zoals Shimano
®
Di2
schakelsystemen, moet
u deze koppelen met uw toestel (De draadloze sensoren
koppelen, pagina 41). U kunt de optionele gegevensvelden
aanpassen (Gegevensschermen aanpassen, pagina 32). Het
fēnix toestel geeft de huidige afstellingswaarde weer als de
sensor in de afstellingsmodus is.
Omgevingsbewustzijn
Uw fēnix toestel kan worden gebruikt met het Varia Vision
toestel, slimme Varia
fietsverlichting en achteruitkijkradar voor
een verbeterd omgevingsbewustzijn. Raadpleeg de handleiding
van het Varia toestel voor meer informatie.
OPMERKING: U moet mogelijk de fēnix software bijwerken
voordat u Varia toestellen kunt koppelen (De software bijwerken
met de Garmin Connect app, pagina 10).
Voetsensor
Het toestel is compatibel met de voetsensor. Bij indoortrainingen
of als het GPS-signaal zwak is, kunt u in plaats van GPS de
voetsensor gebruiken om het tempo en de afstand vast te
leggen. De voetsensor is stand-by en klaar om gegevens te
verzenden (net als de hartslagmeter).
Na 30 minuten zonder activiteit schakelt de trainingsassistent
zichzelf uit om de batterij te sparen. Als de batterij bijna leeg is,
verschijnt een bericht op uw toestel. Na ongeveer vijf uur is de
batterij leeg.
Kalibratie van de voetsensor verbeteren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, hebt u GPS-signalen nodig
en moet u het toestel koppelen met de voetsensor (De
draadloze sensoren koppelen, pagina 41).
De voetsensor beschikt over automatische kalibratie, maar u
kunt de nauwkeurigheid van de snelheids- en afstandsgegevens
verbeteren met een paar hardloopsessies met ingeschakelde
GPS.
1
Sta buiten 5 minuten stil met goed uitzicht op de lucht.
2
Start een hardloopactiviteit.
3
Loop 10 minuten hard zonder te stoppen.
4
Stop uw activiteit en sla deze op.
De kalibratiewaarde van de voetsensor verandert mogelijk op
basis van de vastgelegde gegevens. U hoeft uw voetsensor
niet opnieuw te kalibreren tenzij uw hardloopstijl verandert.
Uw voetsensor handmatig kalibreren
Voordat u het toestel kunt kalibreren, moet u het koppelen met
de voetsensor (De draadloze sensoren koppelen, pagina 41).
Handmatige kalibratie wordt aanbevolen als u uw kalibratiefactor
weet. Als u een voetsensor hebt gekalibreerd met een ander
Garmin product, weet u mogelijk uw kalibratiefactor.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Sensoren en accessoires.
3
Selecteer uw voetsensor.
4
Selecteer Cal. Factor > Stel waarde in.
5
Pas de kalibratiefactor aan:
Verhoog de kalibratiefactor als de afstand te kort is.
Draadloze sensoren 41
Verlaag de kalibratiefactor als de afstand te lang is.
Snelheid en afstand van voetsensor instellen
Voordat u de snelheid en afstand van de voetsensor kunt
kalibreren, moet u het toestel koppelen met de voetsensor (De
draadloze sensoren koppelen, pagina 41).
U kunt uw toestel instellen om snelheid en afstand te berekenen
met de voetsensorgegevens in plaats van GPS-gegevens.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Sensoren en accessoires.
3
Selecteer uw voetsensor.
4
Selecteer Snelheid of Afstand.
5
Selecteer een optie:
Selecteer Binnen als u met uitgeschakelde GPS traint,
meestal binnen.
Selecteer Altijd als u uw voetsensorgegevens wilt
gebruiken ongeacht de GPS-instelling.
tempe
De tempe is een draadloze ANT+ temperatuursensor. U kunt de
sensor aan een stevige band of lus bevestigen op een plek waar
deze is blootgesteld aan omgevingslucht en zo een consistente
bron van nauwkeurige temperatuurgegevens vormt. U moet de
tempe met uw toestel koppelen om temperatuurgegevens van
de tempe te kunnen weergeven.
Clubsensoren
Uw toestel is compatibel met Approach
®
CT10 golfclubsensoren.
U kunt gekoppelde clubsensoren gebruiken om uw
golfopnamen, inclusief locatie, afstand en clubtype, automatisch
te volgen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw
clubsensoren voor meer informatie.
Toestelinformatie
Specificaties
Batterijtype Oplaadbare, ingebouwde lithium-
ionbatterij
fēnix 6S levensduur van batterij Maximaal 9 dagen in smartwatch-
modus
fēnix 6 levensduur van batterij Maximaal 14 dagen in smartwatch-
modus
fēnix 6X levensduur van batterij Maximaal 21 dagen in smartwatch-
modus
Waterbestendigheid 10 ATM
1
Bedrijfs- en opslagtemperatuur-
bereik
Van -20º tot 45ºC (van -4º tot 113ºF)
Temperatuurbereik bij opladen
via USB
Van 0º tot 45ºC (van 32º tot 113ºF)
Temperatuurbereik bij opladen
met zonne-energie
Van 0 tot 60 °C (van 32 tot 140 °F)
Draadloze frequenties 2,4 GHz bij 18 dBm nominaal
Batterijgegevens
De werkelijke levensduur van de batterij hangt af van de op uw
toestel ingeschakelde functies, zoals activiteiten-tracking,
hartslagmeting bij de pols, smartphonemeldingen, GPS, interne
sensoren en aangesloten sensoren.
fēnix 6S
levensduur
van batterij
fēnix 6
levensduur
van batterij
fēnix 6X
levensduur
van batterij
fēnix 6X Pro
Solar
levensduur
van batterij
Modus
Maximaal 9
dagen
Maximaal 14
dagen
Maximaal 21
dagen
Maximaal 21
dagen plus
24 uur per
week.
2
Smartwatch-
modus met
activiteiten
volgen en
24/7 hart-
slagmeting
bij de pols
Maximaal
25 uur.
Maximaal
36 uur.
Maximaal
60 uur.
Maximaal 60
uur plus 6
uur.
3
GPS
+GLONASS
modus
Maximaal
6 uur.
Maximaal 10
uur.
Maximaal 15
uur.
Maximaal 15
uur plus 1
uur.
3
GPS-modus
met
streaming
muziek
Maximaal
50 uur.
Maximaal
72 uur.
Maximaal
120 uur.
Maximaal 120
uur plus 28
uur.
3
Max. batterij
in GPS-
modus
Maximaal 20
dagen
Maximaal 28
dagen
Maximaal 46
dagen
Maximaal 46
dagen plus
10 dagen
3
Expeditie-
GPS-modus
Maximaal 34
dagen
Maximaal 48
dagen
Maximaal 80
dagen
Maximaal 80
dagen plus
40 dagen
3
Batterijspaar-
stand horlo-
gemodus
Gegevensbeheer
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows 95,
98, ME, Windows NT
®
, en Mac
®
OS 10.3 en ouder.
Bestanden verwijderen
LET OP
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets Delete.
OPMERKING: Mac besturingssystemen bieden een beperkte
ondersteuning voor MTP-bestandsoverdracht. U moet het
Garmin station op een Windows besturingssysteem openen.
U moet de Garmin Express toepassing gebruiken om
muziekbestanden van uw toestel te verwijderen.
Onderhoud van het toestel
Toestelonderhoud
LET OP
Gebruik nooit een scherp voorwerp om het toestel schoon te
maken.
Gebruik geen chemische reinigingsmiddelen, oplosmiddelen en
insectenwerende middelen die plastic onderdelen en
oppervlakken kunnen beschadigen.
Spoel het toestel goed uit met leidingwater nadat het in
aanraking is geweest met chloor of zout water, zonnebrand,
cosmetica, alcohol en andere chemicaliën die een reactie
kunnen veroorzaken. Langdurige blootstelling aan deze stoffen
kan de behuizing beschadigen.
Druk niet op de knoppen onder water.
1
Het toestel is bestand tegen druk tot een diepte van maximaal 100 meter. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/waterrating.
2
Kan hele dag worden gedragen
met 3 uur/dag buiten in omstandigheden van 50.000 lux
3
Bij gebruik in omstandigheden van 50.000 lux
42 Toestelinformatie
Mannen Watt per kilogram (W/kg)
Goed Tussen 2,79 en 3,92
Redelijk Tussen 2,23 en 2,78
Ongetraind Minder dan 2,23
Vrouwen Watt per kilogram (W/kg)
Voortreffelijk 4,30 en meer
Uitstekend Tussen 3,33 en 4,29
Goed Tussen 2,36 en 3,32
Redelijk Tussen 1,90 en 2,35
Ongetraind Minder dan 1,90
FTP-waarden zijn gebaseerd op onderzoek verricht door Hunter
Allen en Andrew Coggan, PhD, Training and Racing with a
Power Meter (Boulder, CO: VeloPress, 2010).
Wielmaat en omvang
Uw snelheidsensor detecteert automatisch uw wielmaat. Indien
nodig, kunt u handmatig uw wielmaat invoeren in de instellingen
van de snelheidsensor.
De wielmaat wordt aan weerszijden van de band aangegeven.
Dit is geen volledige lijst. U kunt ook de omtrek van uw wiel
meten of een van de rekenmachines op internet gebruiken.
Bandafmeting Wielmaat (mm)
20 × 1,75 1515
20 × 1-3/8 1615
22 × 1-3/8 1770
22 × 1-1/2 1785
24 × 1 1753
24 × 3/4 (tubulair) 1785
24 × 1-1/8 1795
24 × 1,75 1890
24 × 1-1/4 1905
24 × 2,00 1925
24 × 2,125 1965
26 × 7/8 1920
26 × 1-1,0 1913
26 × 1 1952
26 × 1,25 1953
26 × 1-1/8 1970
26 × 1,40 2005
26 × 1,50 2010
26 × 1,75 2023
26 × 1,95 2050
26 × 2,00 2055
26 × 1-3/8 2068
26 × 2,10 2068
26 × 2,125 2070
26 × 2,35 2083
26 × 1-1/2 2100
26 × 3,00 2170
27 × 1 2145
27 × 1-1/8 2155
27 × 1-1/4 2161
27 × 1-3/8 2169
29 x 2.1 2288
29 x 2.2 2298
29 x 2.3 2326
650 x 20C 1938
650 x 23C 1944
Bandafmeting Wielmaat (mm)
650 × 35A 2090
650 × 38B 2105
650 × 38A 2125
700 × 18C 2070
700 × 19C 2080
700 × 20C 2086
700 × 23C 2096
700 × 25C 2105
700C (tubulair) 2130
700 × 28C 2136
700 × 30C 2146
700 × 32C 2155
700 × 35C 2168
700 × 38C 2180
700 × 40C 2200
700 × 44C 2235
700 × 45C 2242
700 × 47C 2268
Symbooldefinities
Deze symbolen worden mogelijk weergegeven op de toestel- of
accessoirelabels.
Wisselstroom. Het toestel is geschikt voor wisselstroom.
Gelijkstroom. Het toestel is alleen geschikt voor gelijkstroom.
Zekering. Geeft informatie over of locatie van de zekering aan.
WEEE-symbool voor weggooien en recycling. Het WEEE-symbool
is toegevoegd op het product in overeenstemming met de EU-
richtlijn 2012/19/EU met betrekking tot Waste Electrical and Elec-
tronic Equipment (WEEE). Hiermee wordt het onjuist afdanken van
dit product ontmoedigd en het hergebruiken en recyclen
bevorderd.
50 Appendix
45

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Garmin-Fenix-6-Pro
  • hoe kan ik scherm instellen dat ik afstand van de slag kan zien in het scherm
    Gesteld op 2-2-2022 om 22:18

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • ik heb zojuist mijn nieuwe Fenix 6 Solar Pro geinstalleerd en nu probeer ik apps te downloaden via Connect IQ app op mijn telefoon. Bij het selecteren van alle apps geeft de app aan dat ik als ik de nieuwste versie van de app wil downloaden ik eerst mijn Pro Solar moet bijwerken met Garmin Express. Dit blijkt een desktop applicatie te zijn. Waarom moet dit? en kan ik mijn horloge niet gewoon updaten op een andere manier? - mijn horloge geeft aan dat alle apps up to date zijn btw. Gesteld op 23-9-2021 om 09:57

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik heb een Garmin Fenix 6 Pro: Ik kon tot gisteren op elk gewenst moment synchroniseren tussen mijn horloge en Garmin Connect. Nu synchroniseert hij alleen als ik een activiteit upload.

    Ik hen via Garmin IQ wel een Face-IT toegevoegd.

    Reeds alles uitgedaan en opgestart, activiteiten gewist en zie nu dat mijn telefoon via Bleutooth mijn horloge niet zet. Graag wil ik proberen om mijn bleutooth aan te zetten. Dit kan ik in de handleiding met "Zoeken" niet vinden.

    Als dit niet werkt, heb je dan nog andere suggesties wat ik kan doen.

    Met vriendelijk groet, Bert Dijkhuis Gesteld op 18-6-2021 om 20:10

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik heb recent een Garmin Fenix 6 Pro Solar gekocht en nu valt geregeld de pols hartslagmeting weg. Ik zie dan — in het scherm. Iemand enig idee wat dit kan zijn? Gesteld op 5-12-2020 om 08:55

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Mijn Garmin registreert mijn wandel activitiet niet in de aantallen van de gadgets Gesteld op 25-11-2020 om 11:39

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik zie een E-mail niet meer op het scherm, wat doe ik verkeerd. Gesteld op 16-10-2020 om 16:43

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
6

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Garmin Fenix 6 Pro bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Garmin Fenix 6 Pro in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 3,65 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Garmin Fenix 6 Pro

Garmin Fenix 6 Pro Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 62 pagina's

Garmin Fenix 6 Pro Gebruiksaanwijzing - English - 56 pagina's

Garmin Fenix 6 Pro Gebruiksaanwijzing - Français - 62 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info