681407
69
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/88
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
R38Li, R40Li, R45Li, R50Li, R70Li, R80Li
BELANGRIJKE INFORMATIE!
Denk erom dat de gebruiker verantwoordelijk is voor ongelukken of
beschadigingen van andere mensen of hun eigendommen.
Bewaar de gebruikshandleiding op een veilige plaats, zodat u de handleiding later
kunt raadplegen!
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen)
met fysieke, zintuiglijke of geestelijke beperkingen, of een gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij ze begeleiding bij of aanwijzingen voor het gebruik van het
apparaat hebben ontvangen van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht worden gehouden om er zeker van te
zijn dat ze niet met het apparaat spelen.
Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en ouder en andere
personen die ondanks hun fysieke, sensorische of geestelijke handicap of gebrek
aan ervaring en kennis onder toezicht of instructie van een verantwoordelijke
persoon in staat zijn veilig gebruik te maken van het apparaat en op de hoogte
zijn van alle gevaren.
Kinderen mogen niet spelen met het apparaat. Kinderen mogen het apparaat niet
zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Sluit de voeding nooit aan op een stopcontact als de stekker of het snoer
beschadigd is. Een beschadigd of in de knoop geraakt snoer verhoogt het risico
op elektrische schokken.
Laad de accu alleen op in het meegeleverde laadstation. Gebruik altijd de
originele voedingseenheid. Onjuist gebruik kan leiden tot elektrische schokken,
oververhitting of lekkage van corroderende vloeistof uit de accu. Bij lekkage van
elektrolyt spoelt u deze weg met water/neutralisatievloeistof. Raadpleeg
onmiddellijk een arts indien de elektrolyt in aanraking komt met uw ogen.
Gebruik alleen originele batterijen die door de fabrikant worden aanbevolen.
De veiligheid van het product kan niet worden gegarandeerd met niet-originele
batterijen. Gebruik geen niet-oplaadbare batterijen.
Het apparaat moet zijn losgekoppeld van de voeding wanneer de accu wordt
verwijderd.
INHOUDSOPGAVE
Nederlands - 3
Introductie en veiligheid ................................................. 5
Inleiding ............................................................................. 5
Symbolen op het product .................................................. 6
Symbolen in de gebruiksaanwijzing .................................. 7
Veiligheidsinstructies ......................................................... 8
Presentatie ..................................................................... 11
Onderdelen? ................................................................... 12
Inhoud pakket .................................................................. 13
Werking ........................................................................... 14
Zoekmethode .................................................................. 16
Installatie ........................................................................ 17
Voorbereidingen .............................................................. 17
Installatie van laadstation ................................................ 18
Opladen van accu ........................................................... 22
Installatie van begrenzingskabel ..................................... 23
Aansluiten van begrenzingskabel ................................... 30
Installatie van begeleidingskabel .................................... 31
De lus controleren ........................................................... 35
Ingebruikname en kalibratie ............................................ 35
Test het dokken in het laadstation .................................. 36
Gebruik ........................................................................... 37
Opladen van lege accu ................................................... 37
Gebruik van de timer ....................................................... 38
Starten ............................................................................. 39
Stoppen ........................................................................... 39
Uitschakelen .................................................................... 40
Afstellen van maaihoogte ................................................ 40
Controlepaneel .............................................................. 41
Selectie bedieningsmodus .............................................. 42
Meerkeuzeknoppen ......................................................... 43
Getallen ........................................................................... 43
Hoofdschakelaar ............................................................. 43
Menufuncties ................................................................. 44
Hoofdmenu ...................................................................... 44
Menustruktuur ................................................................. 45
Timer ............................................................................... 47
Installatie, R70Li, R80Li .................................................. 50
Veiligheid ......................................................................... 54
Instellingen ...................................................................... 56
Tuinvoorbeelden ........................................................... 60
Onderhoud ..................................................................... 64
Winterstalling ................................................................... 65
Na de winterstalling ......................................................... 66
Schoonmaken ................................................................. 66
Vervoer en verwijdering .................................................. 67
Bij onweer ....................................................................... 67
Vervangen van messen .................................................. 68
De accu vervangen ......................................................... 68
Opsporen van storingen ............................................... 70
Meldingen ........................................................................ 70
Indicatielampje in het laadstation .................................... 74
Symptoom ....................................................................... 75
Opsporen van breuken in de lusdraad ............................ 77
Technische gegevens ................................................... 81
Garantiebepalingen ....................................................... 83
Informatie met betrekking tot het milieu ..................... 84
EG-verklaring ................................................................. 85
AANTEKENINGEN
4 - Nederlands
De productregistratiecode is een waardevol document en moet op een veilige plaats worden bewaard.
Deze code hebt u bijvoorbeeld nodig om het product te registreren op de website van GARDENA of om de
robotmaaier te ontgrendelen in het geval u uw pincode niet meer weet. De productregistratiecode staat op
een apart document in de productverpakking.
Als de robotmaaier wordt gestolen, is het belangrijk om GARDENA hiervan op de hoogte te stellen. Neem
in dat geval contact op met GARDENA Central Service en geef het serienummer en de
productregistratiecode door, zodat het product als gestolen kan worden geregistreerd in een internationale
database. Dit vormt een belangrijke stap in de diefstalbeveiliging van de robotmaaier en maakt het kopen
en verkopen van gestolen maaiers minder aantrekkelijk.
Zorg dat u het serienummer van de robotmaaier altijd bij de hand hebt wanneer u contact opneemt met
GARDENA Central Service. Zo kunnen wij u sneller helpen.
GARDENA Central Service (NL)
Tel.: 036 5210040
www.gardena.com
GARDENA Central Service (BE)
Tel.: 02 704 99 89
www.gardena.com
Serienummer:
PIN-code:
Productregistratiecode:
Nederlands - 5
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
1. Introductie en veiligheid
1.1 Inleiding
Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend
kwaliteitsproduct. Om uw GARDENA robotmaaier
optimaal te kunnen benutten is kennis nodig over de
werking. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke
informatie over de robotmaaier, de installatie en het
gebruik ervan.
Naast deze gebruiksaanwijzing is er aanvullende
informatie te vinden op de website van GARDENA,
op www.gardena.com. Hier vindt u meer hulp en
adviezen over het gebruik van de robotmaaier.
Ter vereenvoudiging gebruiken we het volgende
systeem in de gebruiksaanwijzing:
Tekst die
cursief
is geschreven, is een tekst die
verschijnt in het display van de robotmaaier of die
verwijst naar een ander deel van de
gebruiksaanwijzing.
Woorden die
vet
zijn geschreven, zijn een van de
knoppen op het controlepaneel van de
robotmaaier.
Woorden die
cursief
in HOOFDLETTERS zijn
geschreven, betreffen de stand van de
hoofdschakelaar en de verschillende
bedrijfsstanden die op de robotmaaier zitten.
GARDENA werkt voortdurend aan het verder
ontwikkelen van zijn producten en behoudt zich dan
ook het recht voor om zonder aankondiging vooraf
wijzigingen in vorm, uiterlijk en werking door te voeren.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en
gebruik uw de robotmaaier niet voor u de
inhoud begrijpt.
WAARSCHUWING
De robotmaaier kan bij verkeerd
gebruik gevaarlijk zijn.
WAARSCHUWING
Gebruik de robotmaaier nooit
wanneer personen, met name
kinderen of huisdieren, zich in
het maaigebied bevinden.
www.gardena.com
Nederlands - 9
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
Laat de robotmaaier niet werken met een kapotte
maaischijf of carrosserie. De machine mag ook
niet werken met kapotte messen, bouten, moeren
of kabels.
Gebruik de robotmaaier niet als de
hoofdschakelaar niet functioneert.
Schakel de de robotmaaier altijd uit via de
hoofdschakelaar wanneer de maaier niet in
gebruik is.De robotmaaier start alleen als de
hoofdschakelaar op
1
staat en als de juiste
PIN-code is ingevoerd.
De robotmaaier mag niet werken wanneer een
sprinkler wordt gebruikt. Gebruik daarom de
timerfunctie, zie
6.3 Timer
, zodat maaier en
sprinkler niet tegelijkertijd actief zijn.
Het ingebouwde alarm maakt een zeer hard
geluid. Let op, in het bijzonder wanneer de
robotmaaier in een gesloten ruimte wordt
gehanteerd.
We kunnen niet garanderen dat de robotmaaier
volledig compatibel is met andere typen draadloze
systemen, zoals afstandsbedieningen,
radiozenders, ringleidingen, verzonken elektrische
afrasteringen en dergelijke.
Metalen voorwerpen in de bodem (bv.
wapeningsnetten of antimollennetten) kunnen de
robotmaaier tot stilstand brengen. De metalen
voorwerpen kunnen storing van het lussignaal
veroorzaken en de robotmaaier tot stilstand
brengen.
De robotmaaier mag nooit worden gebruikt bij
temperaturen lager dan 0 °C. Hierdoor kan
schade aan het product ontstaan.
10 - Nederlands
1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
Verplaatsen
Bij transport over langere afstand moet u de
robotmaaier verpakken in de emballage waarin hij is
geleverd.
Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied:
1. Druk op de
STOP
-knop om de robotmaaier te
stoppen. Als de beveiliging is ingesteld op
middelhoog of hoog niveau (zie
6.5 Veiligheid
)
moet de PIN-code worden ingevoerd. De
PIN-code bestaat uit vier cijfers en wordt
gekozen wanneer u de robotmaaier voor het
eerst start. Zie
3.8 Ingebruikname en kalibratie
.
2. Zet de hoofdschakelaar in stand
0
.
3. Draag de robotmaaier aan de handgreep die
helemaal achteraan onder de robotmaaier zit.
Draag de robotmaaier met de maaischijf van uw
lichaam weg.
Onderhoud
Controleer de robotmaaier iedere week en
vervang eventueel beschadigde of versleten
onderdelen.
Controleer vooral of de messen en de maaischijf
niet zijn beschadigd. Controleer ook of de bladen
vrij kunnen draaien. Vervang indien nodig alle
messen en bouten tegelijkertijd zodat de
draaiende delen in balans zijn, zie
8.6 Vervangen
van messen
.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Til de robotmaaier niet op als hij in het
laadstation is geparkeerd. Dit kan het
laadstation en/of de robotmaaier
beschadigen. Open de klep en trek de
robotmaaier uit het laadstation voordat u hem
optilt.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik nooit een hogedrukreiniger en zelfs
geen stromend water om de robotmaaier
schoon te maken. Gebruik nooit
oplosmiddelen om schoon te maken.
Nederlands - 15
2. PRESENTATIE
Werkwijze
De robotmaaier maait het gazon automatisch. Hij
wisselt het maaien voortdurend af met opladen.
De robotmaaier start met zoeken naar het laadstation
wanneer de acculading te laag wordt. De robotmaaier
maait niet wanneer hij het laadstation zoekt.
Als de robotmaaier op zoek gaat naar het laadstation,
zoekt hij eerst ongericht naar de geleidingsdraad.
Vervolgens volgt hij de geleidingsdraad naar het
laadstation, keert hij vlak voor het station en rijdt hij er
achteruit in.
Als de accu volledig geladen is, rijdt de robotmaaier
weg bij het laadstation en begint hij te maaien in een
willekeurige richting van 90˚ tot 270˚ ten opzichte van
de uitrijhoek.
Voor een gelijkmatig maairesultaat, zelfs in de
ontoegankelijke delen van de tuin, kan de
robotmaaier de begeleidingskabel vanaf het
laadstation volgen naar de locatie waar de
begeleidingskabel is verbonden met de
begrenzingskabel, om daar met maaien te beginnen.
Als de robotmaaier tegen een obstakel rijdt, keert hij
terug en kiest hij een nieuwe richting.
Twee sensoren, één op de voorkant en één op de
achterkant van de robotmaaier, detecteren wanneer
de robotmaaier de begrenzingskabel nadert. De
robotmaaier rijdt maximaal 28 centimeter voorbij de
draad voordat hij terugkeert.
De
STOP
-knop bovenop de robotmaaier wordt
vooral gebruikt om de rijdende robotmaaier te
stoppen. Wanneer u de
STOP
-knop indrukt, wordt
een klep geopend, waaronder een controlepaneel zit.
De
STOP
-knop blijft ingedrukt tot de klep weer wordt
dichtgedaan. Dit werkt als startvergrendeling.
16 - Nederlands
2. PRESENTATIE
Via het controlepaneel op de bovenkant van de
robotmaaier kunt u alle instellingen van de
robotmaaier regelen. Open de klep voor het
controlepaneel door de
STOP
-knop in te drukken.
Wanneer de hoofdschakelaar voor het eerst naar
stand
1
wordt gedraaid, wordt er een
opstartprocedure geactiveerd, waarbij de taal, de
datum- en tijdsindeling en de viercijferige PIN-code
kunnen worden geselecteerd en de datum en tijd
kunnen worden ingesteld. Zie
3.8 Ingebruikname en
kalibratie
.
Bewegingspatroon
Het bewegingspatroon van de robotmaaier is
onregelmatig en wordt door de robotmaaier zelf
bepaald. Een bewegingspatroon wordt ook nooit
herhaald. Met het maaisysteem wordt het gazon door
de robotmaaier gelijkmatig gemaaid zonder
maailijnen.
2.4 Zoekmethode
De robotmaaier rijdt onregelmatig tot hij de
begeleidingskabel vindt. De robotmaaier volgt altijd
de begeleidingskabel om het laadstation te zoeken.
De geleidingsdraad is een kabel die vanaf het
laadstation bijvoorbeeld richting een ver af gelegen
deel van het werkgebied of door een nauwe
doorgang wordt gelegd, om vervolgens te worden
aangesloten op de grensdraad. Nadere inlichtingen
vindt u in
3.6 Installatie van begeleidingskabel
.
Start
1
123 45
4
78
0
9
56
23
Nederlands - 19
3. INSTALLATIE
Het laadstation moet worden geplaatst met veel vrije
ruimte aan de voorzijde (ten minste 3 meter). Het kan
ook het best centraal in het werkgebied worden
geplaatst, zodat de robotmaaier gemakkelijker alle
hoeken van het werkgebied kan bereiken.
Plaats het laadstation niet in krappe ruimtes in het
werkgebied. Rechts en links van het laadstation moet
een recht stuk grensdraad van minimaal 1,5 meter
lang liggen. De draad moet in een rechte lijn worden
gelegd vanaf de achterzijde van het laadstation. Elke
andere locatie kan betekenen dat de gazonmaaier
het laadstation zijdelings moet binnengaan, waardoor
het dokken problemen kan geven.
Plaats het laadstation niet in een hoek in het
werkgebied. Rechts en links van het laadstation moet
een recht stuk grensdraad van minimaal 1,5 meter
lang liggen.
Het laadstation moet op relatief horizontale grond
worden geplaatst. De voorkant van het laadstation
mag maximaal 3 cm hoger liggen dan de achterkant.
De voorkant van het laadstation mag nooit lager
liggen dan de achterkant.
Het laadstation mag niet zo worden geplaatst dat de
plaat doorbuigt.
3020-043
3
20 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Wanneer de installatie wordt uitgevoerd in een
werkgebied met een steile helling (zoals rond een
huis op een heuvel) moet het laadstation onder aan
de helling in het werkgebied worden geplaatst. Dit
maakt het eenvoudiger voor de robotmaaier om de
begeleidingskabel naar het laadstation te volgen.
Plaats het laadstation niet op een eiland omdat het
hierdoor lastiger is om de geleidingsdraad optimaal te
leggen. Als het laadstation op een eiland moet
worden geïnstalleerd, moet de geleidingsdraad ook
op het eiland worden aangesloten. Zie de afbeelding
hiernaast. Meer informatie over eilanden is te vinden
in hoofdstuk
3.4 Installatie van begrenzingskabel
.
Aansluiten van transformator
Houd bij het bepalen van de locatie voor de
transformator rekening met de volgende punten:
Dicht bij het laadstation
Bescherming tegen regen
Bescherming tegen direct zonlicht
Wanneer de transformator op een stopcontact buiten
wordt aangesloten, moet dit stopcontact zijn
goedgekeurd voor gebruik buitenshuis.
De laagspanningskabel naar de transformator is 10
meter lang en mag niet worden ingekort of verlengd.
Het is niet toegestaan om de voeding rechtstreeks op
het laadstation aan te sluiten. Gebruik altijd de
laagspanningskabel.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De laagspanningskabel mag niet worden
ingekort of verlengd.
Nederlands - 23
3. INSTALLATIE
3.4 Installatie van begrenzingskabel
De begrenzingskabel kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd:
1. De kabel met krammen op de grond te bevestigen.
U kunt de grensdraad het best met de haakjes vastzetten als u tijdens de eerste paar weken van het
gebruik de ligging wilt kunnen bijstellen. Na enkele weken zal het gras over de draad heen zijn
gegroeid, waardoor deze niet langer zichtbaar is. Gebruik een hamer/kunststof moker en de
bijgeleverde haken om de installatie uit te voeren.
2. De kabel ingraven.
Als u het gazon wilt verticuteren of beluchten kunt u de grensdraad het best ingraven. Indien nodig
kunt u beide manieren combineren, zodat een deel van de begrenzingslus wordt vastgekramd en de
rest wordt ingegraven. De kabel kan worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een
kantensteker of een rechte spade. Zorg dat u de grensdraad minimaal 1 cm en maximaal 20 cm
onder de grond legt.
Beste plaats voor de begrenzingskabel
De grensdraad moet zodanig worden gelegd dat:
deze een lus rond het werkgebied voor de robotmaaier vormt. Gebruik hiervoor uitsluitend
grensdraad van Husqvarna. Dit is bestand tegen het vocht in de grond dat de draden anders
makkelijk zou kunnen beschadigen.
de robotmaaier mag op geen enkel punt binnen het volledige werkgebied meer dan 15 meter
verwijderd zijn van de kabel.
de begrenzingskabel mag in totaal niet langer zijn dan 400 m.
er 20 cm extra draad beschikbaar is om de geleidingsdraad later aan te bevestigen. Zie 3.6
Installatie van begeleidingskabel.
De afstand van de grensdraad tot obstakels varieert; deze is afhankelijk van wat er pal naast het
werkgebied ligt. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de grensdraad rond het werkgebied en rond
obstakels moet worden gelegd. Gebruik de bijgeleverde meetlat om de juiste afstand te bepalen (zie 2.1
Onderdelen?).
Nederlands - 27
3. INSTALLATIE
Doorgangen tijdens het maaien
Vermijd lang en smalle doorgangen en zones smaller
dan 1,5-2 meter. Er bestaat een kans dan de
robotmaaier tijdens het maaien langere tijd blijft
hangen in een dergelijke doorgang of zone. Het gazon
zal er dan geplet uitzien.
Hellingen
De begrenzingskabel kan dwars over een helling
worden gelegd die minder dan 15 % helt.
De begrenzingskabel moet niet dwars over een
helling worden gelegd die steiler is dan 15 %. Het
risico bestaat dat de robotmaaier daar problemen
krijgt met omdraaien. Dan stopt de maaier en geeft
de foutmelding Buiten het werkgebied. Het risico is
het grootst bij vochtig weer omdat de wielen dan in
het natte gras kunnen slippen.
Als er daarentegen een hindernis is, waar de
robotmaaier tegenaan mag botsen, bijvoorbeeld een
hek of een dichte haag, kan de begrenzingskabel
dwars over een helling worden gelegd die steiler is
dan 15 %.
In het werkgebied kan de
robotmaaier velden maaien met
een hellingsgraad tot 25 cm per
strekkende meter (25 %). Velden
die meer hellen, moeten worden
afgebakend met de
begrenzingskabel.
Indien een deel van het
werkgebied meer dan 15 cm per
strekkende meter (15 %) neigt,
moet de begrenzingskabel circa
20 cm voor de grond begint te
hellen op de vlakke grond
worden gelegd.
30 - Nederlands
3. INSTALLATIE
3.5 Aansluiten van begrenzingskabel
Sluit de begrenzingskabel aan op het laadstation:
1. De kabeluiteinden in het contact leggen:
Open het contact.
Leg de kabel in de uitsparing van het contact.
2. Druk het contact met een tang dicht. Druk tot
u een klik hoort.
3. Snijd overtollige begrenzingskabel 1 of 2
centimeter boven elke connector weg.
4. Druk de verbinder op de contactpen, met de
markeringen L (links) en R (rechts) op het
laadstation.
Controleer zorgvuldig of de connector goed is
bevestigd.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De begrenzingskabel mag bij het aansluiten
op het laadstation niet gekruist worden. Sluit
het rechter uiteinde van de draad aan op de
pen rechts op het laadstation en het linker
uiteinde op de pen links.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De rechter connector moet zijn aangesloten
op de rechter metalen pen op het laadstation
en het linker draaduiteinde moet zijn
aangesloten op de linker connector.
32 - Nederlands
3. INSTALLATIE
Plaaten en aansluiten van begeleidingskabel
1. Zet de begeleidingsdraad vast met
klikvergrendelingen aan de onderkant van het
laadstation.
2. Bevestig de connector op de geleidingsdraad op
dezelfde wijze als bij de grensdraad in 3.5
Aansluiten van begrenzingskabel. Sluit deze aan
op de contactpen op het laadstation met de
aanduiding “guide”.
3. Leg de begeleidingskabel ten minste 2 meter
recht vanuit de voorkant van de laadplaat.
Als de geleidingsdraad in een doorgang moet
worden gelegd:
- De robotmaaier volgt de begeleidingskabel aan
dezelfde kant van de kabel naar en van het
laadstation. Dit betekent dat de robotmaaier altijd
links van de begeleidingskabel rijdt, gezien in de
richting van het laadstation.
Nederlands - 33
3. INSTALLATIE
- In de doorgang moet de begeleidingskabel
daarom zodanig worden geplaatst dat de
robotmaaier zo veel mogelijk ruimte heeft om te
werken. De afstand tussen de grensdraad en de
geleidingsdraad moet echter minimaal 30 cm
bedragen.
Als de geleidingsdraad op een steile helling moet
worden geïnstalleerd, moet de draad bij voorkeur
onder een hoek op de helling worden gelegd. Dit
maakt het voor de robotmaaier eenvoudiger om de
begeleidingskabel op de helling te volgen.
Leg de kabel niet in puntige hoeken. Dit kan het voor
de robotmaaier moeilijk maken om de
begeleidingskabel te volgen.
4. Leid de geleidingsdraad naar het punt op de
grensdraad waar eerder een lus was gemaakt
om het aansluiten van de geleidingsdraad te
vereenvoudigen.
5. Knip de lus op de grensdraad door met
bijvoorbeeld een draadtang.
Maximaal
afstand
Minstens
2m/7ft
Minstens 30 cm/12”
135º
135º
90º
Nederlands - 45
6. MENUFUNCTIES
6.2 Menustruktuur
GARDENA R38Li, R40Li, R45Li, R50Li
Timer
Instellingen
Werk uren 1
Werk uren 2
Werk
dagen
Veiligheid
Verander
PIN code
Veiligheids
niveau
Nieuw
lussignaal
Taal
Tijd & dag
Backlight
Laag
Middel
Hoog
Ingestelde
datum
Datum
aanduiding
Ingestelde
tijd
Tijd
aanduiding
Reset
timer
Reset
instellingen
Calibreer
zoekdraad
Op afstand
starten
Aandeel
Over
ECO-
modus
Land
Nederlands - 69
8. ONDERHOUD
De accu vervangen
Als de bedrijfstijd van de robotmaaier tussen twee
laadbeurten korter dan normaal is, geeft dit aan dat de
accu oud wordt en uiteindelijk moet worden
vervangen. De accu is in orde zolang de robotmaaier
blijft zorgen voor een goed gemaaid gazon.
1. Zet de hoofdschakelaar in stand 0.
2. Zet de maaihoogte in de laagste stand.
3. Draai de robotmaaier ondersteboven. Plaats
de robotmaaier op een zachte en schone
ondergrond om krassen op het chassis en
de afdekking van het display te voorkomen.
4. Reinig de zone rond het accudeksel.
5. Draai de vier schroeven (torx 20) van het
accudeksel los en verwijder het accudeksel.
6. Draai de schroef van de bevestigingsbeugel van
de accu los en verwijder de beugel.
7. Trek de accu naar buiten door aan de riem te
trekken.
8. Plaats een nieuwe originele batterij.
LET OP! Druk op de contactstrook om de accu
op zijn plaats te zetten; druk niet op de accu zelf.
Plaats de bevestigingsbeugel van de accu en
draai de schroef weer vast.
9. Plaats het accudeksel. Als de afdichting op het
accudeksel zichtbaar beschadigd is, moet het
volledige accudeksel worden vervangen.
10. Draai de vier schroeven (torx 20) van het
accudeksel weer vast.
11. Zet de maaihoogte weer terug op het gewenste niveau.
WAARSCHUWING
Gebruik alleen originele batterijen die
door de fabrikant worden
aanbevolen.
De veiligheid van het product kan niet
worden gegarandeerd met
niet-originele batterijen.
Gebruik geen niet-oplaadbare
batterijen.
69

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Gardena-R38Li---2017

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Gardena R38Li - 2017 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Gardena R38Li - 2017 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 15,73 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Gardena R38Li - 2017

Gardena R38Li - 2017 Snelstart handleiding - Deutsch - 4 pagina's

Gardena R38Li - 2017 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 60 pagina's

Gardena R38Li - 2017 Gebruiksaanwijzing - English - 88 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info