Veiligheidsvoorschriften
Bij verkeerd gebruik kan dit product gevaarlijk zijn! Het product kan de bediener en anderen ernstig
verwonden. Om de veiligheid en doeltreffendheid van het product te garanderen is het derhalve belangrijk
dat de waarschuwingen en veiligheidsinstructies gevolgd worden. Het is de verantwoordelijkheid van de
bediener om de waarschuwingen en veiligheidsinstructies in deze handleiding en op het product te volgen.
Uitleg van symbolen op het product
Waarschuwing
Lees de handleiding voor de gebruiker aandachtig
door, zodat u volledig vertrouwd bent met de
verschillende bedieningselementen en de werking
daarvan.
Houd de grasmaaier steeds op de grond tijdens
het maaien. De grasmaaier zou stenen kunnen
uitwerpen wanneer hij opgeheven of gekanteld
wordt.
Houd andere personen op een afstand. Maai
niet wanneer andere personen, vooral kinderen,
of dieren in het maaigebied staan.
Wees voorzichtig met de scherpe bladen -
verwijder de stekker uit het stopcontact voor u
onderhoud pleegt of als de kabel beschadigd
is.
De bladen blijven ronddraaien nadat de
machine is uitgezet.
De voedingskabel uit de buurt van het mes
houden.
Algemeen
1. Dit product is niet bestemd voor gebruik door personen
(inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of
geestelijke mogelijkheden of gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij zij onder toezicht staan of instructie hebben gekregen
over het gebruik van het product van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten
onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat zij niet met het
product spelen. Veiligheidshalve dient dit product niet te
worden gebruikt door kinderen onder 16 jaar of mensen die
niet vertrouwd zijn met deze gebruiksinstructies.
2. Laat de machine nooit gebruiken door kinderen of
mensen die de gebruiksaanwijzingen niet kennen.
3. Stop het gebruik van de machine als er mensen, vooral
kinderen, of huisdieren in de buurt zijn.
4. Gebruik de grasmaaier alleen op de manier en voor de
doeleinden die in deze handleiding beschreven staan.
5. Gebruik de grasmaaier nooit wanneer u moe of ziek
bent, of wanneer u onder de invloed van alcohol, drugs
of een geneesmiddel bent.
6. De gebruiker is verantwoordelijk voor ongevallen of
gevaren die andere mensen of hun eigendom treffen.
Elektrisch
1. Het gebruik van een reststroomaparaat met een
uitschakelstroom van niet meer dan 30 mA wordt
aanbevolen. Zelfs met een reststroomaparaat
geïnstalleerd kan veiligheid niet 100% gegarandeerd
worden. U dient altijd veilige werkmethoden te volgen.
Het reststroomaparaat dient voor elk gebruik
gecontroleerd te worden.
2. Controleer het snoer vóór gebruik en vervang het
indien er sporen van schade of veroudering zijn.
3. Gebruik de grasmaaier niet als de elektrische snoeren
beschadigd of versleten zijn.
4. Schakel de netvoeding meteen uit als het snoer
doorgesneden is of als het isolatiemateriaal beschadigd is.
Raak het elektrisch snoer niet aan voordat de netvoeding
uitgeschakeld is. Herstel een doorgesneden of beschadigd
snoer niet. Vervang het door een nieuw snoer.
5. Uw verlengsnoer mag geen spiraalsnoer zijn.
Spiraalsnoeren kunnen oververhitten en doen de
doeltreffendheid van uw maaier afnemen.
6. Houd het snoer uit de buurt van de grasmaaier. Werk steeds van
de wandcontact-doos weg. Maai op en neer, nooit in cirkels.
7. Span het snoer niet rond scherpe voorwerpen.
8. Schakel de netvoeding steeds uit voordat u de stekker, de
snoerverbinding of het verlengsnoer losmaakt.
9. Schakel uit, haal stekker uit het stopcontact en controleer het
elektrisch snoer op sporen van schade of veroudering voordat
u het opwindt voor het opbergen. Herstel een beschadigd
snoer niet, vervang het door een nieuw snoer.
10.Wind het snoer steeds voorzichtig op, vermijd kinken.
11.Dit product nooit aan de kabel dragen.
12.Trek nooit aan het snoer om de stekker uit het
stopcontact te halen.
13.Sluit alleen op AC-netvoeding aan zoals op het etiket
wordt vermeld.
14.Onze producten zijn tweevoudig geïsoleerd volgens de norm
EN60335. Onder geen omstandigheden mag een
aardaansluiting met enig deel van het product verbonden
worden.
Kabels
Bij verlengkabels moet met de minimale kabeldiameter in
de volgende tabel rekening gehouden worden:
Spanning Kabel lengte Diameter
220-240V/ 50Hz tot 20 m 1.5 mm
2
220-240V/ 50Hz 20 - 50 m 2.5 mm
2
1. Gebruik uitsluitend verlengkabels die specifiek bestemd
zijn voor gebruik buitenshuis en die voldoen aan de
volgende specificaties. Normaal rubber (60245 IEC
53), Normaal PVC (60227 IEC 53) of Normaal PCP
(60245 IEC 57)
Voorbereiding
1. Tijdens het gebruik van dit apparaat altijd degelijke
schoenen en een lange broek dragen. De apparatuur
nooit met blote voeren of open sandalen bedienen.
2. Verwijder alle stokken, stenen en beenderen van het te
maaien gebied voordat u gaat maaien, want het mes kan
dat soort afval tijdens het maaien uitwerpen.
3. Controleer de machine vóór gebruik en na harde
schokken altijd op eventuele slijtage en
beschadigingen en repareer deze zo nodig.
4. Vervang versleten of beschadigde messen en hun bouten in
paren om het evenwicht te bewaren.
Gebruik
1. Maai alleen in het daglicht of bij een goede
kunstmatige verlichting.
2. Gebruik uw grasmaaier, indien mogelijk, niet op nat gras.
3. Let steeds op uw voeten wanneer u nat gras maait.
4. Let steeds op uw voeten wanneer u hellingen maait en
draag anti-slip schoeisel.
5. Maai dwars over een helling, nooit op en neer.
6. Wees erg voorzichtig bij het veranderen van richting op
een helling. Vermijd rennen, wandel.
7. Zorg ervoor dat u altijd veilig en stevig staat tijdens het
werk, vooral op hellingen. Gebruik de maaier niet
vlakbij zwembaden of tuinvijvers.
8. Wandel niet achteruit tijdens het maaien want u zou
kunnen struikelen.Trek de maaier nooit naar u toe
tijdens het maaien.
10.Schakel de maaier uit voordat u hem over oppervlakten,
die niet met gras bekleed zijn, voortduwt.
11.Gebruik de maaier nooit zonder dat de afweerkap
geplaatst is of als de afweerkap beschadigd is.
12.Houd uw handen en voeten altijd uit de buurt van de
snij-inrichting, vooral wanneer u de motor aanzet.
13.Kantel de maaier niet wanneer de motor draait.
14 Uw handen uit de buurt van de uitwerptrechter houden.
15.Hef of draag de maaier nooit terwijl de motor draait of
de machine nog aan de netvoeding verbonden is.
16.Haal de stekker uit het stopcontact:
- als u de machine voor een tijdje alleenlaat;
- voordat u een verstopping vrijmaakt;
- voordat u de maaier inspecteert of schoonmaakt of aan
de machine gaat werken;
- nadat de maaier in contact kwam met een vreemd
NEDERLANDS - 1