36
NL
Acculader niet buiten gebruiken.
V De acculader nooit aan water of vocht
blootstellen.
Accu alleen in een omgevingstemperatuur tussen
–10 °C tot +45 °C gebruiken.
Het laadsnoer moet regelmatig op tekenen van bescha-
diging en veroudering (scheurtjes) worden onderzocht
en mag alleen in perfecte staat worden gebruikt.
De meegeleverde acculader mag alleen worden ge-
bruikt voor het laden van de meegeleverde accu’s.
Niet-oplaadbare accu's mogen niet met deze acculader
worden geladen (brandgevaar).
Tijdens het laden mag de heggenschaar niet worden
gebruikt.
Acculader na het laden van het stroomnet scheiden.
Accu alleen tussen 10 °C tot 45 °C laden. Na sterke
belasting accu eerst laten afkoelen.
Opbergen
De heggenschaar mag niet in direct zonlicht worden
bewaard.
Heggenschaar niet op plaatsen met statische elektri-
citeit bewaren.
Handbescherming
monteren:
3
4
5
1
2
A
B
C
Laden van de accu:
3. Montage
Voordat de handbescherming
5
kan worden aangebracht, moet
de heggenschaar van de verpak-
kingspositie A in de werkpositie C
worden gezet.
A Toets
1
ingedrukt houden en
draaibare kop
2
90° kantelen
(zie 5. Bediening
„Draaibare
kop kantelen”
).
B Toets
3
ingedrukt houden en
mes
4
op de 0°-positie draaien
(zie 5. Bediening
„Mes 90°
draaien”
).
C Toets
1
ingedrukt houden
en draaibare kop
2
naar
0° kantelen.
v Handbescherming
5
op
de draaibare kop
2
schuiven
tot de vergrendelingen
vastklikken.
4. Ingebruikname
OPGELET !
A
Overspanning vernietigt de accu’s
en de acculader.
V Let op de juiste netspanning.
Vóór het eerste gebruik de deels geladen accu volledig opladen.
Laadduur (bij lege accu) zie 10. Technische gegevens.
De lithium-ion-accu kan in elke laadstand worden geladen en het
laden kan op elk gewenst moment worden onderbroken zonder
de accu te schaden (geen memory-effect).
Opdat de volgeladen accu zichzelf niet via de acculader ontlaadt,
dient de accu van de acculader te worden losgekoppeld.