31
NL
Laden van de accu:
Niet-oplaadbare accu's mogen niet met deze acculader
worden geladen (brandgevaar).
Tijdens het laden mag de heggenschaar niet worden
gebruikt.
Accu alleen tussen 10 °C tot 45 °C laden. Na sterke
belasting accu eerst laten afkoelen.
Opbergen
De heggenschaar mag niet in direct zonlicht worden
bewaard.
Heggenschaar niet op plaatsen met statische elektri-
citeit bewaren.
2
6
4
5
1
2
3
3. Ingebruikname
OPGELET !
A
Overspanning vernietigt de accu's
en de acculader.
V Let op de juiste netspanning.
Voor het eerste gebruik moet de accu volgeladen worden.
Laadduur (bij lege accu) zie 9. Technische gegevens.
De lithium-ion-accu kan in elke laadstand worden geladen en het
laden kan op elk gewenst moment worden onderbroken zonder de
accu te schaden (geen memory-effect).
Opdat de volgeladen accu zichzelf niet via de acculader ontlaadt,
dient de accu van de acculader te worden losgekoppeld.
1. Beide vergrendelingsknoppen
1
indrukken en accu
2
van de
handgreep
3
trekken.
2. Stekker van het laadsnoer
4
op de accu
2
steken.
3. Acculader
5
in een stopcontact steken.
Laadcontrolelampje
6
is rood:
Accu wordt geladen.
Laadcontrolelampje
6
is groen:
Accu is opgeladen.
(Laadduur zie 9. Technische gegevens).
4. Eerst het laadsnoer
4
uit het laadstekkercontact van de accu
2
trekken en dan de acculader
5
van het stroomnet scheiden.
5. Accu
2
van onder op de handgreep
3
schuiven.
Diepontlading vermijden:
Heggenschaar niet tot absolute stilstand van het mes blijven
gebruiken (accu is diepontladen), daar dit de levensduur van
de accu verkort.
v Zodra het vermogen van de heggenschaar merkbaar
afneemt, de accu laden.
Wanneer de accu diepontladen is, knippert de led aan het
begin van het laden. Wanneer de led na een uur nog steeds
knippert, is er een storing (zie 7. Verhelpen van storingen).