34
NL
Controle voor ieder gebruik:
Controleer het apparaat voor ieder gebruik.
Gebruik het apparaat niet als de veiligheids-
voorzieningen (schakelbeugel, veiligheids-
sleutel, startknop, afdekking snijgereed-
schap) en / of de snijinrichting beschadigd
of versleten zijn. Beschadigde of versleten
onderdelen vervangen.
Stel de veiligheidsvoorzieningen nooit buiten
werking.
De vlakte, waarop de maaier gebruikt zal wor-
den, moet vooraf worden onderzocht. Stenen,
stukken hout, draden en andere daarop niet
thuis horende voorwerpen dienen te worden
verwijderd.
Voorwerpen die door het snijgereedschap
worden gegrepen, kunnen ongecontroleerd
worden weggeslingerd of het snijgereedschap
beschadigen.
Gebruik / Verantwoording:
GEVAAR !
Let u er op, dat de draaiende
messenwals verwondingen
kan veroorzaken.
V Nooit met handen of voeten
aan of onder draaiende onder-
delen komen.
Gebruik de kooimesmaaier niet als personen,
vooral kinderen of dieren in de onmiddellijke
nabijheid zijn.
De gebruiker is voor schade, hierdoor ont-
staan, aansprakelijk.
De door de duwboom gegeven veiligheidsaf-
stand tussen messenwals en gebruiker moet
steeds in acht worden genomen.
Bij het maaien op taluds en hellingen is extra
voorzichtigheid geboden:
v Zorg voor een stevige stand, draag schoe-
nen met zolen die niet glad zijn en draag
een lange broek.
Maai altijd dwars op de helling.
v Maai niet op bijzonder steile hellingen.
Wees vooral voorzichtig bij achterwaartse
bewegingen en bij het trekken van de accu-
kooimesmaaier. Struikelgevaar!
Als u bij het werken toch op een hindernis
stuit, schakel de kooimesmaaier dan uit.
Haal de veiligheidssleutel eruit. Verwijder het
obstakel; controleer het apparaat op eventu-
ele beschadigingen en laat het indien nodig
repareren.
v Werk uitsluitend bij voldoende zicht.
Laat de kooimesmaaier nooit onbeheerd staan.
Als u met uw werk stopt, trekt u de veiligheids-
sleutel eruit en brengt u de kooimesmaaier
naar een veilige plaats.
Gebruik het apparaat slechts in wandeltempo.
Elektrische veiligheid:
VERWONDINGSGEVAAR !
V Start de accu-kooimesmaaier
nooit in gekantelde stand.
Steek de veiligheidssleutel alleen in het con-
tact om te maaien.
Maakt u zichzelf vertrouwd met uw werk-
omgeving en houdt rekening met mogelijke
gevaren die u door het geluid van de maaier
misschien niet kunt horen.
Houd rekening met de tijden waarop het stil
moet zijn in de gemeente waar u woont!
Indien u het werk onderbreekt om ergens
anders verder te maaien, moet u de kooimes-
maaier altijd uitschakelen en de veiligheids-
sleutel uit het contact halen.
Gebruik de accu-kooimesmaaier nooit tijdens
regen of in een vochtige, natte omgeving.
Accuveiligheid:
BRANDGEVAAR !
V Accu’s nooit in de buurt van
zuren en licht ontvlambaar
materiaal opladen.
Als oplaadapparaten mogen alleen origi-
nele GARDENA oplaadapparaten gebruikt
worden. Bij gebruik van andere oplaadap-
paraten kunnen de accu’s vernield worden
en kan er brand ontstaan.
EXPLOSIEGEVAAR !
V Accu tegen hitte en vuur
beschermen.
Niet op verwarmingselementen leggen
of langere tijd aan felle zonnestraling
blootstellen.
Gebruik de accu-kooimesmaaier alleen in een
omgevingstemperatuur van 5 °C tot 45 °C.
De oplaadkabel moet regelmatig op beschadi-
gingen en slijtage (breukgevaar) onderzocht
worden en mag alleen in perfecte staat ge-
bruikt worden.
Het meegeleverde oplaadapparaat mag alleen
worden gebruikt om compatibele GARDENA
Li-Ion accu’s op te laden.