88
NL
Om bij langere afwezigheid het uitvallen van
de besproeiingscomputer door een zwakke
batterij te voorkomen, moet de batterij op een
bepaald moment vervangen worden.
Beslissend hiervoor is de hoe lang de batterij
tot dat moment gebruikt is en de periode van
afwezigheid, die in totaal niet meer mag
bedragen dan één jaar.
Ingebruikneming
Attentie! De besproeiingscomputer mag niet
binnenshuis gebruikt worden.
vDe besproeiingscomputer alleen buitens-
huis gebruiken.
De besproeiingscomputer mag alleen verticaal
met de wartelmoer naar boven gemonteerd
worden om het binnendringen van water
in het batterijvak te voorkomen.
De minimum hoeveelheid waterafgifte voor
een veilige schakelfunctie van de besproei-
ingscomputer bedraagt 20 - 30 l/u.
Voor de besturing van het Micro-Drip-systeem
zijn bijvoorbeeld minstens 10 stuks 2-liter-
druppelaars nodig.
Bij hoge temperaturen (boven 60 °C op dis-
play) kan het gebeuren dat het LCD-display
uitgaat; dit heeft geen effect op het program-
maverloop. Na afkoeling verschijnt het LCD-
display weer.
De temperatuur van het doorstromende water
mag max. 40 °C bedragen.
vAlleen schoon zoet water gebruiken.
De minimum werkdruk bedraagt 0,5 bar,
de maximum werkdruk 12 bar.
Trekbelastingen vermijden.
vNiet aan de aangesloten slang trekken.
Programmering
vProgrammeer de besproeiingscomputer
met gesloten kraan.
Zo voorkomt U ongewild nat worden bij het
uitproberen van de handmatige Aan/Uit-
functie (man On/Off). Voor het programmeren
kunt U het besturingsgedeelte van de behui-
zing afnemen.