19
N
De ingang (3) aan de automa-
tische waterverdeler kan naar
keuze met het bijgeleverde Prof-
System kraanstuk (5) of met het
Orgineel GARDENA System
kraanstuk (7) uitgerust worden.
Bij aansturing van een GARDENA
Sprinkler-System installatie wordt
het Prof-System kraanstuk (5)
gebruikt, de verbinding met de
besproeiingscomputer/watertimer
vindt plaats met een 19 mm (3/4
"
)-
slang evenals met de Prof-System
aansluitset (art.nr. 1505).
Bij aansturing van andere
besproeiingsapparaten resp.
-systemen (sproeiers, Micro-Drip-
System) wordt de ingang me een
van de bijgeleverde Origineel
GARDENA System kraanstukken
(7) uitgerust en de verbinding naar
de besproeiingscomputer/water-
timer met een 13 mm (1/ 2
"
)-slang
inkl. het Origineel GARDENA
waterslang-insteeksysteem ge-
maakt.
Om storingen te voorkomen ver-
zoeken wij u, voor de montage van
het kraanstuk de ingang van de
automatische waterverdeler met
de bijgeleverde vuilzeef (4) uit
te rusten en gelijktijdig de dichting
in het gebruikte kraanstuk te ver-
wijderen.
De aansluiting van een GARDENA
Sprinkler-System installatie vindt
plaats met een 19 mm (3/4
"
)-slang
inkl. de GARDENA Prof-System
aansluitset (art.nr. 1505).
Bij gebruik van het GARDENA
Sprinklersystem verbindingsstuk
art. 2761 moet de schroefdraad
met teflontape (bijv. GARDENA
teflontape art. 7219) afgedicht
worden.
Bij aansluiting van andere
besproeiingsapparaten resp.
-systemen (sproeiers, Micro-Drip-
System) worden de bijgeleverde
Origineel GARDENA System
kraanstukken (7) gebruikt.
Niet gebruikte uitgangen worden
met de bijgeleverde einddopjes (8)
afgesloten.
Mocht u naast de bijgeleverde
kraanstukken resp. aansluit-
stukken nog meer onderdelen
nodig hebben, dan verzoeken wij
u deze bij uw GARDENA dealer
te halen.
5.2. Aansluiting van besproeiingsapparaten/-systemen
Zet de keuzeschijf (2) op de
automatische waterverdeler op
positie 1. Hiervoor maakt u de be-
schermkap los (1) door dè auto-
matische waterverdeler naar links
te draaien. Trek de keuzeschijf (2)
iets naar boven en draai deze naar
rechts tot de pijl naar uitgang 1
wijst. Vervolgens schroeft u de
beschermkap (1) weer op de
automatische waterverdeler.
Programmeer nu uw GARDENA
besproeiingscomputer 1060.
Het programmeren van het model
met een „speciaal programma”
ter ondersteuning van de automa-
tische waterverdeler onderscheidt
zich van het programmeren van
het model dat dit programma niet
heeft. Bij het programmeren van
de besproeiingscomputer zonder
dit programma is het belangrijk
dat alle 6 programma’s geprogram-
meerd en de nummers van de
programma’s (1–6) bij de desbe-
treffende uitgangen van de auto-
matische waterverdeler (1–6)
geplaatst worden. Let er daarbij
op dat alle 6 programma’s op
dezelfde besproeiingsdag ge-
pland zijn.
Bij gebruik van minder dan 6 uit-
gangen moeten ook voor de uit-
gangen die niet gebruikt worden
besproeiingsgegevens geprogram-
meerd worden. Daarbij kan de
besproeiingstijd voor de niet
gebruikte uitgangen tot 1 minuut
beperkt zijn. Alleen zo wordt
bereikt dat de automatische
waterverdeler na het einde van
de besproeiing weer in de uit-
gangspositie komt te staan.
Let op de volgende aanvullende
aanwijzingen:
AVoor een betrouwbare
schakelfunktie van de
automatische waterverdeler
is het noodzakelijk dat tussen
de in de besproeiingscomputer
aangegeven programma-
eindtijden en de daarop vol-
gende starttijd altijd minstens
10 minuten pauze ingelast
wordt. Deze programmapauzes
dienen 30 minuten te bedragen
bij de overgang van een ge-
sloten uitgang naar de eerst-
volgende uitgang.
6. Ingebruikname
5.1. Aansluiting op de besproeiingscomputer 1060