760916
8
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/36
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
VI 414 10.
VI 414 11.
Inductiewok
2
,(&
: :
:
: :



:
³
3
nl
Inhoudsopgave
Gebruiksaanwijzing
8
Gebruik volgens de voorschriften 4
(
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 5
]
Oorzaken van schade 7
Overzicht 7
7
Milieubescherming 8
Tips om energie te besparen 8
Milieuvriendelijk afvoeren 8
f
Koken met inductie 8
Voordelen bij koken met inductie 8
Pannen 8
*
Het apparaat leren kennen 10
Het bedieningspaneel 10
Bedieningsknop 11
De kookzones 11
Restwarmte-indicatie 11
_
Speciale accessoires 11
1
Apparaat bedienen 12
Kookzone instellen 12
Kookadvies 13
j
Wok-functie 14
Wok en wokaccessoires 14
Koken met de wok 14
Activeren 14
Deactiveren 14
Tabel 15
O
Timer-functies 16
De kookwekker 16
Stopwatch-functie 16
v
PowerBoost-functie 17
Activeren 17
Deactiveren 17
x
Braadsensor 17
Voordelen bij het bakken en braden 17
Pannen voor de braadsensor 17
Temperatuurstanden 18
Tabel 18
Zo stelt u in 20
A
Bedieningspaneel blokkeren voor
reinigingsdoeleinden 20
b
Automatische veiligheidsuitschakeling 20
Q
Basisinstellingen 21
Zo komt u bij de basisinstellingen: 21
o
Home Connect 22
Instellen 22
Home Connect instelmenu openen of sluiten 23
Overzicht van het Home Connect instelmenu 23
Apparaat verbinden met het thuisnetwerk (WLAN) 24
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk 24
Automatische aanmelding in het thuisnetwerk
(WPS) 25
Home Connect instelmenu verlaten 26
WLAN uitschakelen en inschakelen 26
Home Connect verbindingen terugzetten 27
Software-update 27
Afstandsdiagnose 27
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging 27
Conformiteitsverklaring 28
e
Verbinding dampafzuiging 28
Apparaat via thuisnetwerk verbinden 28
Apparaat direct verbinden 29
Dampafzuiging via de kookplaat regelen 29
t
Vormtest 30
D
Reinigen 31
Kookplaat 31
Omlijsting van de kookplaat 31
Bedieningsknop 31
Wok opzetring 31
{
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) 32
3
Wat te doen bij storingen? 34
Demomodus 35
4
Servicedienst 35
E-nummer en FD-nummer 35
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.gaggenau.com en in de online-shop:
www.gaggenau.com/zz/store
4
nl Gebruik volgens de voorschriften
m
8
Gebruik volgens de voorschriften
Gebruik volgens de voorschri ft en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt u
geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden. Gebruik
het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen
of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd.
Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of
kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een veilige
manier te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met zich
meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij
15 aar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch
apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator),
ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn
90/385/EWG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 juni 1990evenals
DIN EN 45502-2-1en DIN EN 45502-2-2en dat
het apparaat conform VDE-AR-E 2750-
10gekozen, geïmplanteerd en
geprogrammeerd is. Is aan deze voorwaarden
voldaan en worden bovendien non-ferro
pannen met non-ferro handgrepen gebruikt,
dan kan deze inductiekookplaat - als het op de
juiste manier gebeurt - zonder bezwaar worden
gebruikt.
5
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
m
(
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Belangri j ke veiligheidsvoorschri ft en
mWaarschuwing – Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal is gevaarlijk voor
kinderen. Kinderen nooit met
verpakkingsmateriaal laten spelen.
mWaarschuwing – Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor verbranding!
Kookplaten mogen niet worden afgedekt.
Dit kan leiden tot ongevallen, bijv. door
oververhitting, ontbranding of ontploffend
materiaal.
mWaarschuwing – Risico van verbranding!
De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Risico van verbranding!
De kookzone na gebruik altijd met de
bedieningsknop uitschakelen. Staat er
geen pan meer op de kookplaat, wacht dan
niet tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
6
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
mWaarschuwing Kans op een elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
mWaarschuwing – Storingsgevaar!
Deze kookplaat beschikt aan de onderkant
over een ventilator. Bevindt zich onder de
kookplaat een lade, bewaar daar dan geen
kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en
geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen
worden en de ventilator beschadigen of de
koeling belemmeren.
Tussen de inhoud van de lade en de ventilator-
ingang moet een minimale afstand van 2 cm
worden aangehouden.
mWaarschuwing – Risico van letsel!
Het gebruik van ongeschikte wokpannen
kan tot ongelukken leiden. Gebruik alleen
de wokpan die als extra accessoire
verkrijgbaar is bij de fabrikant.
Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
7
Oorzaken van schade nl
]
Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de
kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schra-
per
Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor
dit soort kookplaten
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of
als werkvlak
Ruwe pannenbodems maken krassen op
de kookplaat
Controleer het kookgerei
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor
dit soort kookplaten
Slijtage door het kookgerei Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Defecten Suiker, sterk suikerhoudende gerechten Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schra-
per
8
nl Milieubescherming
7
Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
f
Koken met inductie
Koken met inductie
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
Besparing van energie.
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat
verhoogt of verlaagt de toevoer van warmte altijd
direct na de bediening. Neemt u het kookgerei van
de kookzone, dan wordt de warmtetoevoer direct
onderbroken door de kookzone met inductie,
zonder dat deze eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
kookgerei van gietijzer
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
In het hoofdstuk ~ "Vormtest" staat hoe u kunt nagaan
of de pan geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt een pan niet herkend op een kookzone, probeer
er dan een met een kleinere diameter.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment -
WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
FP FP
FP
9
Koken met inductie nl
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van de pan slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt
de warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of een ongeschikte grootte
Wordt er geen pan op de gekozen kookzone geplaatst
of hij is niet van het juiste materiaal gemaakt of heeft hij
niet de juiste grootte, dan begint de kookzone-indicatie
te knipperen. De juiste pan op de kookzone plaatsen,
zodat de indicatie niet meer knippert. Duurt dit langer
dan 9minuten, dan schakelt de kookzone automatisch
uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de pannenbodem.
Automatische herkenning bij kookzones met twee of
drie ringen
Deze kookzones kunnen kookgerei van verschillende
afmetingen herkennen. Afhankelijk van het materiaal en
de eigenschappen van het kookgerei past de kookzone
zich automatisch aan door een kookzone met een, twee
of drie ringen te activeren. Zo wordt het juiste vermogen
ingezet om een goed resultaat te krijgen.
10
nl Het apparaat leren kennen
*
Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Aanwijzing: Afhankelijk van het apparaattype zijn kleur-
en detailafwijkingen mogelijk.
Dit apparaat is netwerkcompatibel en kan via een mobiel
eindapparaat op afstand worden bediend.Hiervoor het
apparaat eerst met het thuisnetwerk verbinden.
~ "Home Connect" op pagina 22
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Wanneer de kookplaat opwarmt, lichten de symbolen
van de bedieningsvlakken op die op dat moment
beschikbaar zijn.
Bij het aanraken van een symbool wordt de betreffende
functie geactiveerd.Er klinkt een bevestigingssignaal.
Aanwijzingen
De betreffende symbolen van de bedieningsvlakken
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn.
De beschikbare bedieningsvlakken zijn wit verlicht.
Zodra er een functie wordt gekozen, is deze oranje
verlicht.
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht heeft een nadelige invloed op de
werking.
Hete pannen nooit buiten de voorste kookzone of
op het bedieningspaneel plaatsen. De elektronica
van het bedieningspaneel kan oververhit raken.
Bedieningsvlakken
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigings-
doeleinden
ÚBraadsensor
t Basisinstellingen
A / @ Keuze instellingen
®Stopwatch
ŠKookwekker
Indicaties
‹‹ Bedrijfstoestand
-‚ƒ Kookstanden
/œRestwarmte
‹‹ Kookwekker
‹‹.‹‹ Stopwatch-functie
¸Kookzone
Ž / ˜PowerBoost-functie
¹Wok-functie
Braadsensor
¬/«/ªTemperatuurindicatie van de braadsensor
ÖThuisnetwerk
11
Speciale accessoires nl
Bedieningsknop
Met de bedieningsknop kunt u de kookstand, de functie
PowerBoost en de wok-functie kiezen.
De bedieningsknoppen zijn voorzien van een lichtring
die voor elke functie een optische indicatie heeft. De
lichtring verandert van kleur wanneer bepaalde functies
of processen worden geactiveerd.
De lichtring achter de bedieningsknop brandt bij bedrijf
oranje. U kunt kiezen uit twee tinten. Wanneer er bij u
meerdere apparaten naast elkaar zijn ingebouwd, dan
kunt de tinten in de instellingen van het apparaat
wijzigen, zodat alle lichtringen met dezelfde tint
branden. ~ "Oranje van de lichtring wijzigen"
op pagina 12
De kookzones
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie. Hiermee wordt aangegeven dat de kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is, of direct nadat de
verlichting is uitgegaan.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
Indicatie: hoge temperatuur
Indicatie œ: lage temperatuur
en de lichtring van de bedieningsknop knippert.
Wordt de pan tijdens het koken van de kookzone
genomen, dan knippert de kookstandindicatie en is de
bedieningsknop oranje verlicht.
Draai de bedieningsknop in de stand 0.
Wordt de kookzone uitgeschakeld, dan is de
restwarmte-indicatie verlicht en knippert de
bedieningsknop. Ook wanneer de kookplaat al
uitgeschakeld is, blijft de restwarmte-indicatie verlicht
zolang de kookzone nog warm is.
_
Speciale accessoires
Speciale accessoires
Bij uw speciaalzaak kunt u de volgende accessoires
krijgen.
Gebruik de toebehoren alleen zoals in de
gebruiksaanwijzing staat vermeld. Bij foutief gebruik van
de toebehoren vervalt de garantie.
1 Laagste stand
12 Hoogste kookstand
ŽPowerBoost-functie
¹Wok-functie
Indicatie Betekenis
ÛUit Apparaat UIT
Ú Zijn oranje verlicht Apparaat AAN
ˆKnipperen oranje Apparaat UIT
Restwarmte-indicatie
Ú Zijn blauw verlicht Home Connect
ˆKnipperen blauw Home Connect
ˆAfwisselend knipperen
oranje en wit
Veiligheidsuitschakeling,
stroomuitval
ˆAfwisselend knipperen
geel en magenta
Fout van het apparaat
Neem contact op met de
klantenservice!
Ú Branden gedurende enkele
seconden groen en dan
geel
Apparaat geïnitialiseerd,
alleen nadat het voor de
eerste keer is aangesloten
of na een stroomonderbre-
king
Kookzones
$Kookzone
met één
ring
Gebruik pannen die de juiste afmetingen
hebben.
òKookzone
met drie
ringen
De ring schakelt automatisch bij wanneer er
een pan wordt gebruikt waarvan de bodem
de buitenste zone (ð of ò) afdekt.
Uitsluitend kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductie,
zie het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
WP 400001 Wokpan
WZ 400001 Wok opzetring
12
nl Apparaat bedienen
1
Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone instelt.
In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookzone instellen
Met de bedieningsknop de gewenste kookstand
instellen.
Aanwijzing: Gebruik kookgerei met passende diameter.
De bodem van het kookgerei mag niet over de
gemarkeerde kookplaten uitsteken.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Kookstand kiezen
De bedieningsknop indrukken en in de gewenste
kookstand draaien.
In de kookzone-indicatie is de gekozen kookstand
verlicht. De lichtring van de bedieningsknop is verlicht.
Kookzone uitschakelen
Draai de bedieningsknop in de stand 0.
De restwarmte-indicatie is verlicht en de lichtring van de
bedieningsknop knippert tot de kookzone afgekoeld is.
Aanwijzing: Staat er geen pan op de kookzone of wordt
hij niet herkend, dan knippert de gekozen kookstand en
is de lichtring van de bedieningsknop oranje verlicht. Na
ca. 9minuten gaat de kookzone uit.
In dit geval knippert de lichtring van de bedieningsknop.
De bedieningsknop opnieuw in de stand 0draaien. De
lichtring knippert niet meer.
Oranje van de lichtring wijzigen
De lichtring achter de bedieningsknop brandt bij bedrijf
oranje. U kunt kiezen uit twee tinten.
1De volgende bedieningsstappen zonder
onderbreking na elkaar uitvoeren.
2De bedieningsknop indrukken en linksom op Ž
draaien. De bedieningsknop ingedrukt houden.
3Draai de bedieningsknop naar rechts in de stand
1.De bedieningsknop ingedrukt houden.
4Draai de bedieningsknop naar links in de stand 0.
Het symbool t is verlicht. De lichtring van de
bedieningsknop is geel verlicht.
5De bedieningsknop indrukken en rechtsom op ¹
draaien.
Na circa 5seconden licht de lichtring van de
bedieningsknop groen op. De kleur is gewijzigd.
6Druk om de instelling te wijzigen de
bedieningsknop in en draai deze linksom naar
positie 0en weer op ¹.
De bedieningsknop licht geel op.
7Om de instelling op te slaan het menu op dezelfde
wijze verlaten: de bedieningsknop indrukken en
linksom op Ž draaien. Draai de bedieningsknop
rechtsom in stand 1. Draai de bedieningsknop
linksom op stand 0.
De lichtring van de bedieningsknop gaat uit.
De instellingen zijn opgeslagen.
0 Kookzone uit.
Kookstand 1 laagste stand
Kookstand 12 hoogste stand

13
Apparaat bedienen nl
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
stevige, gebonden sauzen zo nu en dan roeren.
Met het oog op het voorverwarmen kookstand 10-
12instellen.
Bij de bereiding met deksel de kookstand verlagen
zodra er stoom vrijkomt. Het bereidingsresultaat
wordt hierdoor niet beïnvloed.
Na de bereiding de pan tot het opdienen gesloten
houden.
Bij de bereiding met de snelkookpan de instructies
van de fabrikant in acht nemen.
Gerechten niet te lang garen, voor het behoud van
de voedingswaarde. Met de kookwekker kan de
optimale bereidingstijd worden ingesteld.
Voor een gezonder resultaat dient u erop te letten
dat de olie niet rookt.
Uw gerechten krijgen een mooie, bruine kleur
wanneer u ze na elkaar bakt in kleine porties.
Het kookgerei kan tijdens de bereiding zeer heet
worden. Gebruik pannenlappen.
Adviezen voor een energie-efficiënte bereiding
vindt u in het hoofdstuk ~ "Tips om energie te
besparen" op pagina 8.
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Kookstand Bereidings-
methoden
Voorbeelden
11- 12 Aan de kook bren-
gen
water
Aanbraden Vlees
Verwarmen Vet/olie, vloeistoffen
Opkoken Soepen, sauzen
Blancheren Groente
7- 10 Braden Vlees, aardappels
6- 8 Braden Vis
8- 9 Bakken Gerechten met bloem en
eieren, bijv. pannenkoe-
ken
Verder koken in de
open pan
Deegwaren, vloeistoffen
7- 8 Bruin bakken of
braden
Bloem, uien
Roosteren Amandelen, paneermeel
Uitbakken Spek, bacon
Reduceren Fonds, sauzen
6- 7 Garen in open
vorm
Knoedels, balletjes, vul-
ling voor de soep, gepo-
cheerde eieren
5- 6 Garen in open
vorm
Gekookte worstjes
6- 7 Stomen Groente, aardappels, vis
Stomen Fruit, groente, vis
Stoven Rollade, gebraden vlees,
groente
3- 4 Stoven Goulash
4- 5 Koken met deksel Soepen, sauzen
3- 4 Ontdooien Diepvriesproducten
Wellen Rijst, peulvruchten,
groente
Stremmen Eiergerechten, bijv. ome-
let
1- 2 Verwarmen /
Warmhouden
Soepen, groente in saus
1 Verwarmen /
Warmhouden
Eenpansgerechten
Smelten Boter, chocolade
14
nl Wok-functie
j
Wok-functie
Wok-functie
De wokfunctie is alleen geschikt voor de wokpan en de
wokaccessoires en niet voor andere pannen.
Wok en wokaccessoires
(Niet inbegrepen bij het apparaat)
Wokpan en wokhouder zijn verkrijgbaar bij onze
verkooppartner Gaggenau.
De bodem van de wokpan is rond, daarom kan hij alleen
met een wokhouder worden gebruikt.
Tijdens het koken de wok vast aan de wokhouder
bevestigen. Zet de wokhouder altijd in het midden van
de kookzone.
Geen lege wokpan verwarmen.
Een afgeronde speciale spatel (chan) of een houten
spatel met lange steel gebruiken.
Om de gerechten uit de pan te nemen een pollepel
gebruiken. Gerechten die in heet vet of veel saus bereid
zijn kunt u het eenvoudigst met een schuimspaan
uitnemen.
Voor het stoven een bamboekorf gebruiken.
Aanwijzingen
Wok en wokhouder uitsluitend gebruiken met de
wokfunctie.
De wokhouder niet in de vaatwasmachine reinigen.
Koken met de wok
Een bijzondere kookmethode bij het wok-koken is het
sauteren. De kleingesneden ingrediënten worden in
zeer korte tijd bij een hoge temperatuur en onder
voortdurend roeren gekookt. In de grote, ronde pan kunt
net als in een normale pan alle ingrediënten snel en
gemakkelijk omroeren en keren. De ingrediënten bakken
niet aan door het roeren. In het midden van de pan
wordt overbodig vet verzameld. De vleesporiën gaan
dicht en het vlees blijft sappig. De groente blijft
knapperig. Aroma en vitaminen blijven behouden.
Aanwijzing: Met de wok kunt u sneller koken dan met
een gewone pan. Om deze reden dienen alle
ingrediënten al voorafgaand aan de bereiding
voorbereid te zijn. Even belangrijk is de volgorde waarin
de ingrediënten kunnen worden toegevoegd: eerst
dienen ingrediënten met een langere bereidingstijd
(vezelrijke groente zoals wortelen) te worden
toegevoegd, ingrediënten met een kortere
bereidingstijd (bijv. paddestoelen, taugé) dienen pas
aan het einde te worden toegevoegd.
Hierbij gaat u als volgt te werk:
De wok inwrijven met olie. Geschikt hiervoor zijn
arachide- of sojaolie.
De levensmiddelen even klein maar niet te klein
snijden, om snel aanbranden te voorkomen.
De olie verwarmen tot kort voor het rookpunt; nu
kan met het sauteren worden begonnen.
Bij de bereiding van grote hoeveelheden kunt u het
beste per portie sauteren, omdat anders niet alle
ingrediënten zich tegelijkertijd op de bodem van de
wokpan bevinden.
Attentie!
Tijdens het koken worden wok en wok-accessoires zeer
heet. Zorg ervoor dat kinderen uit de buurt blijven. De
wokaccessoires pas verwijderen wanneer de indicatie
van de restwarmte verdwenen is.
Activeren
De bedieningsknop indrukken en in de stand ¹
draaien. Na enkele seconden klinkt er een signaal en is
de indicatie ¹ verlicht.
De functie is geactiveerd.
Met de bedieningsknop de gewenste kookstand
instellen.
Deactiveren
Draai de bedieningsknop in de stand 0. De
indicatie ¹ verdwijnt, de restwarmte-indicatie
verschijnt en de lichtring van de bedieningsknop
knippert.
De functie is gedeactiveerd.
15
Wok-functie nl
Tabel
Voorverwarmingsstand Kookstand
Grote waterhoeveelheden verwarmen Powerboost
Sauteren
Verse producten, bijv. groente - 10- 11
Diepvriesproducten, bijv. gesauteerde groente en kip - 11- 12
Frituren (100-200 g per portie in 1l olie, per portie frituren)
Verse producten, bijv. loempia's 12 8- 9
Diepvriesproducten, bijv. loempia's 12 8- 9
Diepvriesgroente in tempuradeeg 12 10- 11
Groente in tempuradeeg 12 9- 10
Koken zonder deksel
Soep 12 6- 7
Fondue
Kaasfondue 6 3- 4
Chocoladefondue 8 3- 4
Sauzen voorbereiden
Bijv. teriyaki-saus - 2- 3
Warmhouden - 1- 2
16
nl Timer-functies
O
Timer-functies
Timer- f uncti es
Uw kookplaat beschikt over twee timer-functies:
Kookwekker
Stopwatch
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzone en
andere instellingen. Deze functie schakelt de kookzone
niet automatisch uit.
Zo stelt u in
1Het symbool Š aanraken waarin de kookwekker-
indicatie verlicht is ‹‹ en de symbolen b en @.
2Binnen de volgende 10seconden instellen met de
symbolen A en @.
Aanwijzing: Wordt het symbool A of @ ingedrukt
gehouden, dan kan de bereidingstijd sneller
worden ingesteld.
3Raak opnieuw het symbool Š aan om de gekozen
bereidingstijd te bevestigen.
De tijd begint af te lopen.
Aanwijzing: Wordt de tijd niet binnen 10seconden
bevestigd, dan start de kookwekker automatisch.
Bereidingstijd veranderen of wissen
1Raak het symbool Š aan.
2De bereidingstijd met de symbolen A en @
veranderen of op ‹‹ instellen.
3Het symbool Š aanraken om de bereidingstijd te
bevestigen.
Aan het einde van de bereidingstijd
Er klinkt een geluidssignaal. Op het display van de
kookwekker knippert ‹‹.
Raak het symbool Š aan, de indicaties en het signaal
verdwijnen.
Stopwatch-functie
De stopwatch wijst de tot nu toe afgelopen kooktijd in
minuten en seconden aan (mm.ss). De maximale
tijdsduur is 99minuten en 59seconden (99.59). Is deze
waarde bereikt, dan begint de indicatie weer bij 00.00.
De stopwatch functioneert onafhankelijk van de
kookzones en andere instellingen. Deze functie schakelt
een kookzone niet automatisch uit.
Activeren
1Kookstand kiezen. De indicatie ® is verlicht.
2Het symbool ® aanraken. In de stopwatch-indicatie
zijn ‹‹.‹‹ verlicht.
De tijd begint af te lopen.
Stopwatch onderbreken
Het symbool ® aanraken, de stopwatch-functie wordt
onderbroken. De indicaties van de stopwatch blijven
verlicht.
Het symbool ® opnieuw aanraken, de stopwatch start
weer.
Deactiveren
Het symbool ® enkele seconden lang ingedrukt houden.
De stopwatch wordt stilgezet en de stopwatch-indicaties
verdwijnen.
De functie is gedeactiveerd.
 
17
PowerBoost-functie nl
v
PowerBoost-functie
PowerBoost- functi e
Met de PowerBoost-functie kunnen grote hoeveelheden
water sneller worden verwarmd dan met de betreffende
kookstand ‚ƒ.
Activeren
Op de bedieningsknop drukken en in de stand Ž
draaien. De indicaties ˜ en Ž zijn verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
Bedieningsknop in de gewenste kookstand draaien. De
indicaties ˜ en Ž gaan uit en de gekozen kookstand is
verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan
PowerBoost-functie automatisch uitschakelen, ter
bescherming van de elektronica-elementen binnenin de
kookplaat.
In dit geval wordt de kookstand ‚ƒ automatisch
ingesteld. De bedieningsknop op de stand 0of een
gewenste kookstand draaien.
x
Braadsensor
Braadsensor
Met deze functie is het mogelijk om te bakken met
behoud van de juiste temperatuur van de pan.
Voordelen bij het bakken en braden
De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
om de temperatuur te handhaven. Zo wordt energie
bespaard en de olie of het vet niet oververhit.
De braadfunctie meldt wanneer de lege pan de
optimale temperatuur voor toevoeging van de olie
en vervolgens het toevoegen van de gerechten
heeft bereikt.
Aanwijzingen
Geen deksel op de pan leggen. Anders wordt de
functie niet juist geactiveerd. Er kan een
spatbescherming worden gebruikt, om vetspetters
te voorkomen.
Gebruik olie of vet die geschikt zijn om te bakken
en te braden. Worden boter, margarine, pure
olijfolie of reuzel gebruikt, stel de temperatuurstand
dan in op 1 of 2.
Nooit een pan met of zonder inhoud verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de braadsensor niet
op de juiste manier geactiveerd.
Pannen voor de braadsensor
Voor de braadsensor zijn speciaal geschikte pannen
verkrijgbaar. Deze optionele accessoires kunnen
achteraf in de vakhandel of via onze technische dienst
worden verkregen. Geef steeds het juiste
referentienummer op:
GP900004pan met een diameter van 28 cm.
De pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag, zodat
er voor het bakken en braden nauwelijks olie nodig is.
Aanwijzingen
De bakfunctie is speciaal ingesteld voor deze soort
pannen.
Andere pannen kunnen oververhit raken. De
temperatuur kan hoger of lager worden ingesteld.
Probeer het eerst met de laagste temperatuurstand
en verander deze zo nodig.
Zorg ervoor dat de diameter van de pannenbodem
overeenkomt met de grootte van de kookzone. Zet
de pan in het midden van de kookzone.
18
nl Braadsensor
Temperatuurstanden
Tabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke temperatuurstand geschikt is. De baktijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de grootte en
kwaliteit van de gerechten variëren.
De ingestelde temperatuurstand varieert afhankelijk van
de gebruikte pan.
Lege pan voorverwarmen, na het geluidssignaal de olie
en het gerecht toevoegen.
Temperatuurstand Geschikt voor
1 zeer laag Bereiden en reduceren van sauzen, stoven van groente en bakken van gerechten met koudgeperste olijf-
olie, boter of margarine.
2 laag Bakken en braden van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine, bijv. omeletten.
3 laag gemid-
deld
Het bakken of braden van vis en dikke producten, zoals bijv. gehaktballen en worstjes.
4 gemiddeld
hoog
Het bakken van steaks, medium of well done, gepaneerde diepvriesproducten, dunne bakproducten
zoals schnitzels, in reepjes gesneden vlees in saus, en groente.
5 hoog Het bakken en braden van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. aardappelpannenkoekjes, gebakken
aardappels en steaks rare (saignant).
Tempera-
tuurstand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Vlees
Schnitzel, on/gepaneerd 4 6- 10
Filet 46- 10
Koteletten* 3 10- 15
Cordon bleu, Wiener Schnitzel* 4 10- 15
Steak, saignant (3cm dik) 5 6- 8
Steak, medium of doorbakken (3cm dik) 4 8- 12
Borst van gevogelte (2cm dik) 3 10- 20
Worstjes, gekookt of rauw* 3 8- 20
Hamburgers, gehaktballetjes, gevulde vleesballetjes* 3 6- 30
Ragout, Gyros 4 7- 12
Gehakt 4 6- 10
Spek 25- 8
Vis
Vis, gebakken, heel, bijv. forel 3 10- 20
Visfilet, on/gepaneerd 3- 4 10- 20
Garnalen, krabben 4 4- 8
Eiergerechten
Pannenkoeken** 5 1,5- 2,5
Omelet** 2 3- 6
Spiegelei 2- 4 2- 6
Roereieren 2 4- 9
Kaiserschwarrn (Zuid-Duitse pannenkoeken) 3 10- 15
French toast** 3 4- 8
* Regelmatig keren.
** Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
19
Braadsensor nl
Aardappels
Gebakken aardappels (van gekookte aardappels) 5 6- 12
Frites (van ongekookte aardappels) 4 15- 25
Aardappelkoekjes** 5 2,5- 3,5
Zwitserse rösti 2 50- 55
Geglaceerde aardappels 3 15- 20
Groente
Knoflook, uien 1- 2 2- 10
Courgettes, aubergines 3 4- 12
Paprika, groene asperges 3 4- 15
In olie gestoofde groente, bijv. courgette, groene paprika 1 10- 20
Paddestoelen 4 10- 15
Geglaceerde groente 3 6- 10
Grote uien 3 5- 10
Diepvriesproducten
Schnitzels 4 15- 20
Cordon bleu* 4 10- 30
Borst van gevogelte* 4 10- 30
Kip-nuggets 4 10- 15
Gyros, kebab 4 10- 15
Visfilet, on/gepaneerd 3 10- 20
Vissticks 4 8- 12
Frites 54- 6
Pangerechten, bijv. groentepannetje met kip 3 6- 10
Loempia's 4 10- 30
Camembert/Kaas 3 10- 15
Sauzen
Tomatensaus met groente 1 25- 35
Bechamelsaus 1 10- 20
Kaassaus, bijv. Gorgonzolasaus 1 10- 20
Ingekookte sauzen, bijv. tomatensaus, Bolognese-saus 1 25- 35
Zoete sauzen, bijv. sinaasappelsaus 1 15- 25
Diversen
Camembert/Kaas 3 7- 10
Voorgegaarde, droge producten met toevoeging van water, bijv. pasta. 1 5- 10
Croutons 3 6- 10
Amandelen/walnoten/pijnboompitten 4 3- 15
Tempera-
tuurstand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
* Regelmatig keren.
** Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
20
nl Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoeleinden
Zo stelt u in
Kies de juiste temperatuurstand in de tabel. Een lege
pan op de kookzone plaatsen.
1Met de bedieningsknop de gewenste
temperatuurstand kiezen. Voor deze functie zijn de
temperatuurstanden van 1tot 5beschikbaar, zie de
tabel met temperatuurstanden.
2Raak het symbool Ú aan, het is oranje verlicht.
De indicatie en de gekozen temperatuurstand
lichten op.
De functie is geactiveerd.
De temperatuurindicatie ¬, « of ª en de gekozen
temperatuurstand zijn verlicht tot de
braadtemperatuur bereikt is. Dan klinkt er een
signaal en verdwijnt de temperatuurindicatie.
3Doe wanneer de braadtemperatuur bereikt is eerst
de olie en vervolgens de gerechten in de pan.
Aanwijzingen
Wordt er een temperatuurstand hoger dan
5gekozen, dan wordt deze automatisch op een
ingesteld. Draai de bedieningsknop in dit geval op
de stand 5.
Keer de gerechten, zodat ze niet aanbranden.
Braadsensor uitschakelen
De bedieningsknop waarmee de temperatuur gekozen is
op de stand 0draaien. De kookzone gaat uit en de
restwarmte-indicatie verschijnt.
A
Bedieningspaneel blokkeren voor
reinigingsdoeleinden
Bedieningspaneel blokkeren voor reinigingsdoeleinden
Wrijft u over het bedieningspaneel wanneer de
kookplaat ingeschakeld is, dan kunnen de instellingen
veranderen. Om dit te voorkomen kan het
bedieningspaneel voor reinigingsdoeleinden worden
geblokkeerd.
Inschakelen: raak het symbool aan. Er klinkt een
signaal. De indicaties van de actieve functies knipperen.
Het bedieningspaneel is gedurende 10minuten
geblokkeerd. Het oppervlak van het bedieningspaneel
kan nu worden schoongemaakt zonder dat de
instellingen veranderen.
Uitschakelen: binnen de volgende 10minuten opnieuw
het symbool aanraken.
Wordt de functie binnen deze 10minuten niet
geactiveerd, dan gaat de kookplaat uit.
Aanwijzingen
De blokkeerfunctie beïnvloedt de bedieningsknop
niet. De kookplaat kan op elk moment worden
uitgeschakeld.
Tijdens de blokkering heeft de kookplaat geen
elektriciteit. De kookzone kan nog heet zijn.
b
Automatische
veiligheidsuitschakeling
Automati sche veiligheidsuitschakeling
Voor uw bescherming is het apparaat voorzien van een
veiligheidsuitschakeling. Afhankelijk van de gekozen
kookstand wordt de kookzone gedeactiveerd wanneer er
na enige tijd geen actie is uitgevoerd.
Een geluidssignaal geeft aan dat de tijd is afgelopen.
De lichtring van de geactiveerde bedieningsknop
knippert. In de kookzone-indicatie is ”‰ verlicht.
Draai de bedieningsknop in de stand 0. Het apparaat
kan nu opnieuw zoals gebruikelijk worden ingeschakeld.
 
Kookstand Deactiveren na
10uur
ƒ tot 5uur
tot ˆ4uur
3uur
Š tot ‚‹ 2uur
‚‚ tot ‚ƒ 1uur
Temperatuurstand braadsensor Deactiveren na
tot 3uur
21
Basisinstellingen nl
Q
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Het apparaat heeft verschillende basisinstellingen.
Deze basisinstellingen kunnen aan uw persoonlijke
behoeften worden aangepast.
Aanwijzingen
De instellingen ™†, ™‡, ™ˆ en ™‰ worden alleen
weergegeven als het apparaat is verbonden met
een afzuigkap.
De instellingen ™ˆ en ™‰ worden alleen
weergegeven als het apparaat met een afzuigkap is
verbonden.
Zo komt u bij de basisinstellingen:
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1De volgende bedieningsstappen zonder
onderbreking na elkaar uitvoeren.
2De bedieningsknop indrukken en linksom op Ž
draaien. De bedieningsknop ingedrukt houden.
3Draai de bedieningsknop naar rechts in de stand
1.De bedieningsknop ingedrukt houden.
4Draai de bedieningsknop naar links in de stand 0.
Het symbool t is verlicht. De lichtring van de
bedieningsknop is geel verlicht.
5Raak het symbool t aan.
De indicaties geven de productinformatie weer.
Indica-
tie
Functie
™‚ Geluidssignalen
‹¯ Alle geluidssignalen geactiveerd.*
‹”” Alleen het foutsignaal geactiveerd.
™ƒ Power-Management-functie.Totaalvermogen van
de kookplaat begrenzen (watt)
‹”” Gedeactiveerd.*
‚‹‹‹ Laagste stand
‚†‹‹
ƒ‹‹‹
...
Š†‹‹ Hoogste stand van de kookplaat
™„ Kookgerei controleren, resultaat van het berei-
dingsproces
Niet geschikt
Niet optimaal
ƒGeschikt
™… Terugzetten naar de standaard instellingen
‹”” Individuele instellingen.*
‹¯ Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
™† Automatisch starten van de ventilator.
‹”” Uitgeschakeld.
De afzuigkap moet zo nodig handmatig worden
ingeschakeld.
Ingeschakeld in de automatische stand.*
De afzuigkap wordt bij inschakeling van een kook-
plaat in de automatische modus ingeschakeld.
/ƒ/Ingeschakeld in de handmatige stand.
De afzuigkap schakelt bij het inschakelen van een
kookplaat op een vaste ventilatorstand in.
™‡ Naventilatie
‹”” De ventilator wordt samen met de kookplaat uitge-
schakeld.
Niet aanbevolen voor dampafzuiging bij circulatie-
luchtfunctie
¥Ventilatornaloop met automatische modus
¯‹ Ventilatornaloop met laatst gekozen instelling.
* Basisinstelling
™ˆ Automatisch inschakelen van de verlichting van
de dampafzuiging
‹”” Uitgeschakeld.*
‹¯ Ingeschakeld.
De verlichting wordt bij inschakelen van de kook-
plaat ingeschakeld.
™‰ Automatisch uitschakelen van de verlichting van
de dampafzuiging
‹”” Uitgeschakeld.*
De verlichting wordt bij uitschakeling van de kook-
plaat uitgeschakeld.
‹¯ Ingeschakeld.
De verlichting wordt bij uitschakeling van de kook-
plaat ingeschakeld.
¥—¯ Ingeschakeld.
De verlichting schakelt bij de ventilatornaloop in en
gaat na het beëindigen van de ventilatornaloop uit.
Productinformatie Indicatie
Klantenservice-index (KI) ‹‚
Fabricagenummer ”š
Fabricagenummer 1 Š†.
Fabricagenummer 2 ܠ
Indica-
tie
Functie
* Basisinstelling

22
nl Home Connect
6Door het symbool t opnieuw aan te raken worden
de basisinstellingen opgeroepen.
In de indicaties lichten ™‚ en ‹¯ op als
voorinstelling.
7Het symbool t zo vaak aanraken tot de gewenste
functie wordt weergegeven.
8Vervolgens de gewenste instelling kiezen met de
symbolen @ en A .
9Het symbool t minstens 4seconden lang
aanraken.
De instellingen zijn opgeslagen.
Menu Basisinstellingen verlaten
1De bedieningsknop naar links in de
stand Ždraaien.
2De bedieningsknop naar rechts in de stand
1draaien.
3De bedieningsknop naar links in de stand
0draaien.
Het symbool t en de lichtring van de bedieningsknop
verdwijnen.
o
Home Connect
Home Connect
Deze kookplaat is voorzien van WLAN, zodat er via een
mobiel eindapparaat instellingen naar de kookplaat
kunnen worden gezonden.
Als de kookplaat niet met het thuisnetwerk wordt
verbonden, functioneert het als een kookplaat zonder
netwerkaansluiting.De kookplaat is altijd via de
bedieningsknoppen bedienbaar.
De beschikbaarheid van de functie Home Connect is
afhankelijk van de beschikbaarheid van de Home
Connect diensten in uw land. De Home Connect
diensten zijn niet in elk land beschikbaar.Meer
informatie hierover vindt u op www.home-connect.com.
Aanwijzingen
Kookplaten zijn niet bedoeld voor gebruik zonder
toezicht - het koken moet worden gecontroleerd.
Houd u aan de veiligheidsadviezen in deze
gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat deze ook
worden nageleefd wanneer u het apparaat via de
Home Connect app bedient. Houd u ook aan de
aanwijzingen in de Home Connect
app.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 5
Met de Home Connect app kunt u de
basisinstellingen van uw kookplaat wijzigen. De
start op afstand of het instellen van een kookstand
is niet mogelijk.
De directe bediening van het apparaat heeft altijd
voorrang. In deze tijd is bediening via de Home
Connect app niet mogelijk.
Instellen
Om instellingen via Home Connect te kunnen uitvoeren,
moet de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat geïnstalleerd en geconfigureerd zijn.
Aanwijzing: Bij de functie netwerkgebonden stand-by
heeft uw apparaat max. 2 W nodig.
Bovendien moet uw apparaat met het thuisnetwerk
(router) en de Home Connect app (mobiel eindapparaat,
bijv. smartphone of tablet) zijn verbonden.
U kunt uw apparaat handmatig of automatisch met het
thuisnetwerk verbinden. Breng eerst de verbinding met
het thuisnetwerk en vervolgens met de Home Connect
app tot stand.
Aanwijzing: De app leidt u door de volledige
aanmeldingsprocedure.Neem in geval van twijfel de
instructies aan de app in acht.
23
Home Connect nl
Configureren van de Home Connect App
Aanwijzing: U heeft een mobiel eindapparaat nodig dat
is voorizen van de actuele versie van het betreffende
besturingssysteem.
1Open op uw mobiele eindapparaat de App Store
(Apple-apparaten) of de Google Play Store
(Android-apparaten).
2Voer het zoekbegrip “Home Connect” in.
3Kies de Home Connect App en installeer deze op
uw mobiele eindapparaat.
4Start de app en stel uw Home Connect toegang in.
De app leidt u daarbij door het aanmeldingsproces.
Noteer vervolgens uw e-mailadres en uw password.
Home Connect instelmenu openen of
sluiten
Om uw apparaat met Home Connect te verbinden of
instellingen aan de verbinding met het thuisnetwerk uit
te voeren, moet u het Home Connect instelmenu aan uw
apparaat openen.
Aanwijzing: Het is belangrijk om de volgende
bedieningsstappen zonder onderbreking na elkaar uit te
voeren.
1Een willekeurige bedieningsknop indrukken en een
grendelstand naar links op de positie Ž draaien.
De bedieningsknop ingedrukt houden.
2De bedieningsknop twee grendelstanden naar
rechts op de positie ª of ¹ draaien. De
bedieningsknop ingedrukt houden.
3De bedieningsknop een grendelstand naar links op
de positie 0 draaien.
Aanwijzing: Als u instellingen in het Home Connect
instelmenu uitvoert, dan moet u het Home Connect
menu op dezelfde manier verlaten om de instellingen op
te slaan.
Indicaties aan de lichting van de bedieningsknop
Terwijl u zich in het Home Connect menu bevindt,
brandt de lichtring aan de bedieningsknop blauw.
Terwijl het apparaat een verbinding met het
thuisnetwerk tot stand brengt, knippert de lichtring
aan de bedieningsknop blauw.
Als het apparaat een verbinding met het
thuisnetwerk tot stand heeft gebracht, brandt de
lichtring van de bedieningsknop groen.
Als het apparaat geen verbinding met het
thuisnetwerk tot stand kon brengen, brandt de
lichtring van de bedieningsknop rood. Het
verbindingsproces opnieuw starten.
Overzicht van het Home Connect
instelmenu
Handmatige aanmelding in het thuisnetwerk
(WLAN): voor de handmatige aanmelding aan het
thuisnetwerk (WLAN) hebt u de netwerknaam
(SSID) en het wachtwoord (key) van uw
thuisnetwerk nodig. ~ "Handmatige aanmelding
bij het thuisnetwerk" op pagina 24
Aanmelding in het thuisnetwerk (WLAN) met een
WPS-compatibele router. ~ "Automatische
aanmelding in het thuisnetwerk (WPS)"
op pagina 25
Directe verbinding met een compatibele
dampafzuiging. ~ "Apparaat direct verbinden"
op pagina 29

W
PLQ
66,'
3DV V ZR U G
W
PLQ
:36
W
V
24
nl Home Connect
WLAN uitschakelen en inschakelen, bijv. tijdens de
vakantie. ~ "WLAN uitschakelen en inschakelen"
op pagina 26
Home Connect verbindingen terugzetten, bijv.
nieuwe router, wisselen naar nieuwe
internetaanbieder. ~ "Home Connect
verbindingen terugzetten" op pagina 27
Apparaat verbinden met het
thuisnetwerk (WLAN)
1De volgende bedieningsstappen zonder
onderbreking na elkaar uitvoeren.
2Het Home Connect instelmenu openen. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
Handmatige aanmelding bij het
thuisnetwerk
Aanwijzing: Voor de handmatige aanmelding bij het
thuisnetwerk (WLAN) heeft u de netwerknaam (SSID)
en het wachtwoord (key) van uw thuisnetwerk nodig.
1De bedieningsknop naar rechts op de positie ª of
¹ draaien. Na circa 5seconden knippert de
lichtring van de bedieningsknop afwisselend blauw
en geel. Op het bedieningspaneel wordt ’‹¯ ƒ
weergegeven.
Het apparaat is nu in de handmatige modus.
2Naar het algemene instellingenmenu van het
mobiele eindapparaat gaan en de WLAN-
instellingen opvragen.
Op uw mobiele eindapparaat staat de WLAN-
verbinding "Home Connect" gedurende circa
20minuten ter beschikking.
3Met de WLAN-verbinding "HomeConnect"
(wachtwoord: "HomeConnect") verbinden.
4De Home Connect app op het mobiele
eindapparaat starten en de aanwijzingen voor de
automatische netwerkaanmelding opvolgen. Het
wachtwoord (key) van het thuisnetwerk invoeren. Na
een succesvolle verbinding met de router brandt de
lichtring van de bedieningsknop gedurende ca.
3seconden groen. Op het bedieningspaneel wordt
˜‘‚ en Ö weergegeven.
5De lichtring van de bedieningsknop knippert
afwisselend blauw en wit. De verbinding met het
mobiele eindapparaat vindt plaats.
Het apparaat is in de app op het mobiele
eindapparaat beschikbaar als de lichtring van de
bedieningsknop groen oplicht.Als de lichtring van
de bedieningsknop rood oplicht, kon er geen
verbinding met het thuisnetwerk tot stand worden
gebracht.
6Om de verbinding op te slaan het Home Connect
instelmenu verlaten. ~ "Home Connect
instelmenu openen of sluiten" op pagina 23
Verbinding met de router niet succesvol
1Als er geen verbinding tot stand gebracht kon
worden, de router controleren en de
bedieningsknop op een andere positie en dan
opnieuw op de positie ª of ¹ draaien.
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
Na circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop blauw en geel. Op het
bedieningspaneel wordt ’‹¯ ƒ weergegeven.
2Naar het algemene instellingenmenu van het
mobiele eindapparaat gaan en de WLAN-verbinding
opnieuw starten.
3De correcte invoer van het wachtwoord controleren.
W
V
W
V
25
Home Connect nl
Verbinding met het mobiele eindapparaat niet
succesvol
1Als er geen verbinding tot stand kon worden
gebracht, de bedieningsknop op een andere positie
en dan opnieuw op de positie ª of ¹ draaien.
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
Na circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop blauw en wit. Op het
bedieningspaneel wordt ˜‘‚ weergegeven.
2De Home Connect app op het mobiele
eindapparaat starten en de aanwijzingen voor de
automatische netwerkaanmelding opvolgen.
Andere mobiele eindapparaten van hetzelfde Home
Connect account verbinden
U kunt andere mobiele eindapparaten in de Home
Connect app met het apparaat verbinden.
Andere mobiele eindapparaten van een andere Home
Connect account verbinden
Voorwaarde: een mobiel eindapparaat is met het
apparaat verbonden. Het apparaat bevindt zich in het
Home Connect instelmenu.
1De bedieningsknop op een andere positie en dan
opnieuw op de positie ª of ¹ draaien.
De lichtring van de bedieningsknop knippert blauw
en wit. Op het bedieningspaneel wordt ˜‘‚
weergegeven. Het apparaat is nu klaar voor de
verbinding met een ander mobiel eindapparaat.
2De Home Connect app op het mobiele
eindapparaat starten en de aanwijzingen voor de
automatische netwerkaanmelding opvolgen.
Het apparaat is in de app op het mobiele
eindapparaat beschikbaar als de lichtring van de
bedieningsknop groen oplicht.
Automatische aanmelding in het
thuisnetwerk (WPS)
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
Informatie hierover vindt u in de handleiding van uw
router. U dient toegang tot uw router te hebben.
Als dat niet het geval is, volgt u de stappen in
~ "Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk"
op pagina 24.
1De bedieningsknop indrukken en naar links op de
positie 1 draaien.
Tijdens het verbindingsproces knippert de lichtring
van de bedieningsknop afwisselend blauw en geel.
Op het bedieningspaneel wordt ’‹¯‚
weergegeven.
2Binnen 2minuten op de WPS-knop van de router
drukken.
Na een succesvolle verbinding met de router brandt
de lichtring van de bedieningsknop gedurende ca.
3seconden groen. Daarna knippert de lichtring van
de bedieningsknop afwisselend blauw en wit. Op
het bedieningspaneel wordt ˜‘‚ weergegeven.
Het apparaat is nu klaar voor de verbinding met het
mobiele eindapparaat.
3De Home Connect app op het mobiele
eindapparaat starten en de aanwijzingen voor de
automatische netwerkaanmelding opvolgen.
Het apparaat is in de app op het mobiele
eindapparaat beschikbaar als de lichtring van de
bedieningsknop groen oplicht. Op het
bedieningspaneel wordt Ö weergegeven. Als de
lichtring van de bedieningsknop rood oplicht, kon
er geen verbinding met het thuisnetwerk tot stand
worden gebracht.
4Om de verbinding op te slaan het Home Connect
instelmenu verlaten.
Verbinding met de router niet succesvol
1Als er geen verbinding tot stand gebracht kon
worden, de router controleren en de
bedieningsknop op een andere positie en dan
opnieuw op de positie 1 draaien.
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
Na circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop blauw en geel. Op het
bedieningspaneel wordt ’‹¯ weergegeven
2Naar het algemene instellingenmenu van het
mobiele eindapparaat gaan en de WLAN-verbinding
opnieuw starten.
26
nl Home Connect
Verbinding met het mobiele eindapparaat niet
succesvol
1Als er geen verbinding tot stand kon worden
gebracht, de bedieningsknop op een andere positie
en dan opnieuw op de positie 1 draaien.
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
Na circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop blauw en wit. Op het
bedieningspaneel wordt ˜‘‚ weergegeven
2De Home Connect app op het mobiele
eindapparaat starten en de aanwijzingen voor de
automatische netwerkaanmelding opvolgen.
Andere mobiele eindapparaten van hetzelfde Home
Connect account verbinden
U kunt andere mobiele eindapparaten in de Home
Connect app met het apparaat verbinden.
Andere mobiele eindapparaten van een andere Home
Connect account verbinden
Voorwaarde: een mobiel eindapparaat is met het
apparaat verbonden. Het apparaat bevindt zich in het
Home Connect instelmenu.
1De bedieningsknop op een andere positie en dan
opnieuw op de positie 1 draaien.
De lichtring van de bedieningsknop knippert blauw
en wit. Op het bedieningspaneel wordt ’‹¯
weergegeven. Het apparaat is nu klaar voor de
verbinding met een ander mobiel eindapparaat.
2De Home Connect app op het mobiele
eindapparaat starten en de aanwijzingen voor de
automatische netwerkaanmelding opvolgen.
Het apparaat is in de app op het mobiele
eindapparaat beschikbaar als de lichtring van de
bedieningsknop groen oplicht.
Home Connect instelmenu verlaten
1De volgende bedieningsstappen zonder
onderbreking na elkaar uitvoeren.
2Het Home Connect instelmenu sluiten. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop gaat uit.
WLAN uitschakelen en inschakelen
U kunt altijd de WLAN aan uw kookplaat uitschakelen
(bijv. om tijdens de vakantie energie te sparen). De
verbindingen met het thuisnetwerk en met de
dampafzuiging blijven opgeslagen. Als u de WLAN
opnieuw inschakelt, worden de opgeslagen
verbindingen overgenomen.
1De volgende bedieningsstappen zonder
onderbreking na elkaar uitvoeren.
2Het Home Connect instelmenu openen. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
3Draai de bedieningsknop naar rechts op de
positie 3. De lichtring van de bedieningsknop licht
groen op.
Na circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop blauw. Na enkele seconden licht
de lichtring van de bedieningsknop blauw op. De
symbolen Ö en óò ”‚ op het bedieningspaneel
gaan uit.WLAN is gedeactiveerd.
4Het Home Connect instelmenu sluiten. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop gaat uit.
Als u de WLAN opnieuw wilt inschakelen, voert u
dezelfde bedieningsvolgorde uit. De lichtring van de
bedieningsknop licht blauw op. Na circa 5seconden
knippert de lichtring van de bedieningsknop blauw en
licht dan groen op.Op het bedieningspaneel brandt Ö
en óò ”‚.
Aanwijzing: Als de kookplaat direct met een
dampafzuiging is verbonden, kan de WLAN niet worden
uitgeschakeld.
27
Home Connect nl
Home Connect verbindingen
terugzetten
U kunt de opgeslagen verbindingen met het
thuisnetwerk en de kookplaat op elk moment
terugzetten.
1De volgende bedieningsstappen zonder
onderbreking na elkaar uitvoeren.
2Het Home Connect instelmenu openen. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op.
3Draai de bedieningsknop naar rechts op de
positie 4.
Op het bedieningspaneel licht ¥“† op. Na circa
30seconden brandt de lichtring van de
bedieningsknop groen en op het bedieningsveld
brandt š‹¯“.Alle Home Connect instellingen zijn
teruggezet. Het apparaat wordt in de Home
Connect app niet meer weergegeven.
4Het Home Connect instelmenu sluiten. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop gaat uit.
Software-update
Met de functie software-update wordt de software van
uw kookplaat geactualiseerd (bijv. voor optimalisatie,
het verhelpen van fouten of veiligheidsrelevante
updates). Voorwaarde is dat u een geregistreerde Home
Connect gebruiker bent, de app op uw mobiele
eindapparaat hebt geïnstalleerd en verbonden bent met
de Home Connect server.
Zodra er een software-update beschikbaar is, wordt u
via de Home Connect app geïnformeerd over de plaats
waar u de update ook kunt downloaden.
Aanwijzingen
Tijdens het downloaden kunt u de kookplaat
gewoon blijven gebruiken.
Afhankelijk van de persoonlijke instellingen in de
app kunnen software-updates ook automatisch
worden gedownload.
In geval van een veiligheidsrelevante update is het
raadzaam deze zo snel mogelijk te installeren.
Afstandsdiagnose
De klantenservice kan via de diagnose op afstand
toegang verkrijgen tot uw apparaat als u zich met de
desbetreffende wens tot de klantenservice richt, uw
apparaat met de Home Connect server verbonden is en
de diagnose op afstand in het land waarin u het
apparaat gebruikt, beschikbaar is.
Aanwijzing: Meer informatie alsook aanwijzingen over
de beschikbaarheid van de diagnose op afstand in uw
land vindt u in het gedeelte service/support van de
lokale website: www.home-connect.com
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
Eenduidige identificatie van het apparaat
(bestaande uit apparaatsleutels en het MAC addres
van de gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
Status van een eventuele eerdere reset naar de
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de Home
Connect functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging kan in de Home
Connect app worden opgevraagd.
28
nl Verbinding dampafzuiging
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Gaggenau Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke
bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.gaggenau.com op de
productpagina van uw apparaat bij de aanvullende
documenten.
2,4GHz band: 100mW max.
5GHz band: 100mW max.
e
Verbinding dampafzuiging
Verbinding dampafzuiging
Dit apparaat kunt u met een compatibele dampafzuiging
verbinden en zo de functies van de dampafzuiging via
de kookplaat regelen.
Een dampafzuiging kunt u met een of twee kookplaten
verbinden. U kunt niet meerdere dampafzuigingen met
een kookplaat verbinden.
Aanwijzingen
Houd u aan de veiligheidsadviezen in de
gebruiksaanwijzing van uw afzuigkap en zorg ervoor
dat die ook worden opgevolgd als u het apparaat
via de afzuigregeling van de kookplaat bedient.
De bediening van de dampafzuiging heeft altijd
voorrang. Gedurende deze tijd is bediening via de
afzuigregeling van de kookplaat niet mogelijk.
Bij de functie netwerkgebonden stand-by heeft uw
apparaat max. 2 W nodig.
U hebt de volgende mogelijkheden om de apparaten
met elkaar te verbinden:
Apparaten verbinden via het
thuisnetwerk~ "Apparaat via thuisnetwerk
verbinden" op pagina 28
Apparaten direct verbinden~ "Apparaat direct
verbinden" op pagina 29
Apparaat via thuisnetwerk verbinden
Worden de apparaten via het thuisnetwerk met elkaar
verbonden, dan kunnen zowel de op de kookplaat
gebaseerde bediening van de kap alsook de Home
Connect-functies voor het apparaat worden gebruikt.
Wanneer beide apparaten geschikt zijn voor Home
Connect, is het mogelijk ze te verbinden via de Home
Connect app.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
y
BE BG CZ DK DE EE IE EL
ES FR HR IT CY LV LT LU
HU MT NL AT PL PT RO SI
SK FI SE UK NO CH TR
5GHz WLAN (Wi-Fi): alleen voor het gebruik binnenshuis
29
Verbinding dampafzuiging nl
Verbinding via thuisnetwerk instellen
1Het Home Connect instelmenu openen. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
2De handmatige of automatische aanmelding in het
thuisnetwerk uitvoeren, zie ~ "Handmatige
aanmelding bij het thuisnetwerk" op pagina 24 of
~ "Automatische aanmelding in het thuisnetwerk
(WPS)" op pagina 25.
Zodra de kookplaat verbonden is met het
thuisnetwerk, kunt u de verbinding via de Home
Connect app met de dampafzuiging tot stand
brengen. Volg hiertoe de aanwijzingen op het
mobiele eindapparaat op.
Extra kookplaat met de dampafzuiging verbinden
1Beide kookplaten met Home Connect verbinden.
~ "Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk"
op pagina 24 of ~ "Automatische aanmelding in
het thuisnetwerk (WPS)" op pagina 25
2De dampafzuiging met Home Connect
verbinden.De aanwijzingen in de
gebruiksaanwijzing van uw dampafzuiging in acht
nemen.
3In de Home Connect app de eerste kookplaat met
de dampafzuiging verbinden.
4In de Home Connect app de tweede kookplaat met
de dampafzuiging verbinden.
Apparaat direct verbinden
Wordt het apparaat direct verbonden met een
dampafzuiging, dan is een verbinding met het
thuisnetwerk niet meer mogelijk. Het apparaat
functioneert als een kookplaat zonder
netwerkaansluiting en kan nog steeds via het
bedieningspaneel worden bediend.
Vóór het verbinden van de apparaten alle bestaande
verbindingen met het thuisnetwerk of andere apparaten
terugzetten.
Directe verbinding instellen
Zorg ervoor dat de dampafzuiging ingeschakeld is en
zich in de zoekmodus bevindt. Zoekmodus betekent dat
de verbindingsprocedure aan de dampafzuiging werd
gestart.
Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw
dampafzuiging in acht.
1Het Home Connect instelmenu openen. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
2Draai de bedieningsknop naar rechts op de positie
2.
Na circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop afwisselend blauw en geel. Op het
bedieningspaneel wordt ••’ weergegeven. De
kookplaat is met de dampafzuiging verbonden als
de lichtring van de bedieningsknop permanent
groen oplicht.
3Het Home Connect instelmenu sluiten. ~ "Home
Connect instelmenu openen of sluiten"
op pagina 23
De lichtring van de bedieningsknop gaat uit.
Directe verbinding niet succesvol
Als na circa 30seconden geen verbinding tot stand kon
worden gebracht, licht de lichtring van de
bedieningsknop rood op. De bedieningsknop op een
andere positie en dan opnieuw op de positie 2 draaien.
De lichtring van de bedieningsknop licht blauw op. Na
circa 5seconden knippert de lichtring van de
bedieningsknop blauw en geel. Het apparaat probeert
opnieuw om een verbinding tot stand te brengen.
Extra kookplaat met de dampafzuiging verbinden
Om een bijkomende kookplaat met de dampafzuiging te
verbinden, voert u de directe verbinding opnieuw met de
tweede kookplaat uit.
Dampafzuiging via de kookplaat
regelen
In de Home Connect app kunt u het gedrag van uw
afzuigkap afhankelijk van het inschakelen en
uitschakelen van de kookplaat of afzonderlijke
kookzones instellen.
30
nl Vormtest
t
Vormtest
Vormtest
Met deze functie kunnen de snelheid en kwaliteit van
het kookproces afhankelijk van het kookgerei worden
gecontroleerd.
Het resultaat is een referentiewaarde en hangt af van de
eigenschappen van het kookgerei en de gebruikte
kookzone.
1De pan bij kamertemperatuur met ca. 200ml water
in het midden plaatsen.
2Ga naar de basisinstellingen en kies de
instelling ™„. De indicatie ‹”” is verlicht.
3Symbool @ of A aanraken. De indicatie ‹¯ is
verlicht. Er klinkt een signaal en de kookzone-
indicatieis verlicht.
De functie is geactiveerd.
De indicatie ¥—¯ is verlicht. Na enkele seconden
verschijnt het resultaat over de kwaliteit en snelheid van
het bereidingsproces in de kookzone-indicatie.
Controleer het resultaat aan de hand van de volgende
tabel:
Om de functie opnieuw te activeren kiest u het symbool
@ of A.
Aanwijzingen
Bij deze functie mogen de wok en wokaccessoires
niet worden gebruikt.
Is de gebruikte kookzone veel kleiner dan de
diameter van het kookgerei, dan zal waarschijnlijk
alleen het midden van de pan warm worden en valt
het resultaat mogelijk niet optimaal of naar
tevredenheid uit.
Informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Informatie over het soort, de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk
~ "Koken met inductie" op pagina 8.
Resultaat
Het kookgerei is niet geschikt voor de kookzone en
wordt daarom niet verwarmd.*
Het kookgerei wordt langzamer warm dan verwacht en
het kookproces verloopt niet optimaal.*
ƒHet kookgerei wordt goed verwarmd en het kookproces
verloopt goed.
* Is er een kleinere kookzone aanwezig, test het kookgerei
dan nog een keer op de kleinere kookzone.
31
Reinigen nl
D
Reinigen
Reinigen
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u
kopen via de klantenservice of in onze e-shop.
Kookplaat
Schoonmaken
Maak de kookplaat altijd schoon na het koken. Hierdoor
wordt voorkomen dat achtergebleven resten van
etenswaar inbranden. Maak de kookplaat pas schoon
wanneer de indicatie van de restwarmte verdwenen is.
Reinig de kookplaat met een vochtig schoonmaakdoekje
en droog hem vervolgens met een doek na, zodat er
geen kalkvlekken ontstaan.
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn
voor dit soort kookplaten. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant op de productverpakking.
Gebruik in geen geval:
onverdunde afwasmiddelen
schoonmaakmiddelen voor de vaatwasmachine
schuurmiddelen
scherpe schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddelen
schuursponsjes
hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten
Hardnekkig vuil verwijdert u het best met een in de
handel verkrijgbare schraper. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
Geschikte schrapers kunt u kopen via de klantenservice
of in onze online-shop.
Met speciale sponsjes voor het reinigen van kookplaten
van glaskeramiek bereikt u goede resultaten.
Aanwijzing: Gebruik geen schoonmaakmiddelen zolang
de kookplaat warm is. Hierdoor kunnen vlekken
ontstaan. Zorg ervoor dat alle resten van het gebruikte
schoonmaakmiddel worden verwijderd.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te
voorkomen, dient u zich te houden aan de volgende
aanwijzingen:
Gebruik alleen warm zeepsop.
Was nieuwe schoonmaakdoekjes voor gebruik
grondig uit.
Gebruik geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen.
Gebruik geen schraper of scherpe voorwerpen.
Bedieningsknop
Uitsluitend warm zeepsop gebruiken. Geen schurende
of scherpe reinigingsmiddelen gebruiken. Geen
schrapers gebruiken, de bedieningsknop kan hierdoor
beschadigd raken.
Citroen en azijn zijn niet geschikt om de
bedieningsknop schoon te maken. Hierdoor kunnen
matte plekken ontstaan.
Wok opzetring
De wok opzetring mag niet in de vaatwasser worden
gereinigd.
Mogelijke vlekken
Resten van kalk en
water
Maak de kookplaat schoon zodra hij
afgekoeld is. Er kan een geschikt
schoonmaakmiddel voor kookplaten van
glaskeramiek worden gebruikt.*
Suiker, maïzena of
plastic
Direct verwijderen, gebruik een schra-
per. Voorzichtig: risico van verbranding.*
* Vervolgens met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen en
met een doek nadrogen.
32
nl Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
{
Veelgestelde vragen en antwoorden
(FAQ)
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
Geluiden
Waarom zijn tijdens het koken geluiden te horen?
Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem van de pan kunnen bij gebruik van de kookplaat geluiden te horen zijn. Deze
geluiden zijn normaal en horen bij de inductietechnologie. Ze wijzen niet op een defect.
Mogelijke geluiden:
Diep zoemen zoals bij een transformator:
Is te horen bij het koken op een hogere kookstand. Het geluid verdwijnt of neemt af wanneer de kookstand lager wordt
gezet.
Diep fluiten:
Is te horen wanneer de pan leeg is. Dit geluid verdwijnt wanneer er water of levensmiddelen in de pan worden gedaan.
Knisperen:
Is te horen bij pannen die uit verschillende materiaallagen bestaan of bij gelijktijdig gebruik van pannen van verschil-
lende grootte en verschillend materiaal. Het volume van het geluid kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid en de
bereidingswijze van de gerechten.
Ventilatorgeluid:
De kookplaat beschikt over een ventilator die bij hoge temperaturen wordt ingeschakeld. De ventilator kan ook na uit-
schakeling van de kookplaat verder lopen, wanneer de gemeten temperatuur nog te hoog is.
Kookgerei
Welk pannen zijn geschikt voor de inductiekookplaat?
Informatie over kookgerei dat geschikt is voor inductie vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Waarom wordt de kookzone niet warm en knippert de kookstand?
De kookzone waarop de pan staat, is niet ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de kookzone waarop de pan staat ingeschakeld is.
De pan is te klein voor de ingeschakelde kookzone of niet geschikt voor inductiekoken.
Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met
inductie".
Waarom duurt het zo lang tot de pan warm wordt, of waarom wordt hij niet warm genoeg, hoewel er een hoge kookstand is
ingesteld?
De pan is te klein voor de ingeschakelde kookzone of niet geschikt voor inductiekoken.
Informatie over het soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met
inductie".
Hoe worden kookzones met twee of drie ringen ingeschakeld?
Deze kookzones kunnen pannen van verschillende afmetingen herkennen. Afhankelijk van het materiaal en de eigen-
schappen van de pan past de kookzone zich automatisch aan door de kookzone met één, twee of drie ringen te active-
ren. Zo is het juiste vermogen voor een goed bereidingsresultaat gegarandeerd.
Zeer geschikt zijn pannen die zo goed mogelijk overeenkomen met de grootte van de kookzones en een volledig ferro-
magnetische bodem hebben. Informatie over kookgerei dat geschikt is voor inductiekoken vindt u in het hoofdstuk
~ "Koken met inductie".
33
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) nl
Reinigen
Hoe wordt de kookplaat schoongemaakt?
U bereikt optimale resultaten met speciale reinigingsmiddelen voor glaskeramiek. Gebruik geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen, schoonmaakmiddelen voor vaatwasmachines (concentraten) of schoonmaakdoekjes.
Meer informatie over de reiniging en het onderhoud van de kookplaat vindt u in het hoofdstuk ~ "Reinigen".
34
nl Wat te doen bij storingen?
3
Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij stori ngen?
In de regel gaat het bij storingen om kleinigheden ie
gemakkelijk op te lossen zijn. Neem alstublieft de
aanwijzingen in de tabel in acht voor u de servicedienst
belt.
Aanwijzingen
Staat de storingscode niet vermeld in de tabel, haal
de stekker van de kookplaat dan uit het stopcontact,
wacht 30 seconden en sluit hem vervolgens
opnieuw aan. Verschijnt de indicatie opnieuw, neem
dan contact op met de technische servicedienst en
geef de exacte storingscode op.
Treedt er een fout op, dan gaat het apparaat niet
meer over naar de standby-modus.
Indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
Geen De stroomtoevoer is onderbroken. Controleer met behulp van andere elektrische appara-
ten of er kortsluiting bij de stoomtoevoer is opgetreden.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het schakelschema.
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakel-
schema is aangesloten.
Storing in het elektronisch systeem. Kan de storing niet worden verholpen, neem dan con-
tact op met de technische servicedienst.
Er klinkt een signaal Het bedieningspaneel is vochtig of wordt
afgedekt door een voorwerp.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voor-
werp.
De kookzone is uitgescha-
keld. De lichtring van de
bedieningsknop knippert.
Er is lang niet aan de bedieningsknop
gedraaid. De automatische veiligheidsuit-
schakeling is geactiveerd.
Draai de bedieningsknop in de stand 0. De kookzone
opnieuw inschakelen.
Het apparaat is te heet. Let op de foutmelding op het bedieningspaneel.
De kookzone-indicatie knip-
pert.
De pan wordt niet herkend. Zorg ervoor
dat de pan geschikt is voor inductiekoken.
Zorg ervoor dat de diameter van de bodem van de pan
overeenkomt met de kookzone. Draai de bedienings-
knop in de stand 0. De kookzone opnieuw inschakelen.
”ƒ De elektronica is oververhit, waardoor de
betreffende kookzone is uitgeschakeld.
Keukenbenodigdheden van de kookzone verwijderen.
Wanneer de foutindicatie verdwijnt, is de kookzone vol-
doende afgekoeld. Draai de bedieningsknop in de
stand 0. Vervolgens de kookstand instellen zoals
gebruikelijk.
”… De elektronica is oververhit, waardoor alle
kookzones zijn uitgeschakeld.
Ӡ + kookstand en geluids-
signaal
In het gebied van het bedieningspaneel
staat een hete pan. De elektronica dreigt
oververhit te raken.
De pan verwijderen.Kort daarna verdwijnt de foutindica-
tie. U kunt doorgaan met koken.
Ӡ en geluidssignaal In het gebied van het bedieningspaneel
staat een hete pan. Ter bescherming van
de elektronica is de kookzone uitgescha-
keld.
De pan verwijderen.Enkele seconden wachten. Als de
foutindicatie verdwijnt, kunt u verder koken.
”‚ / ”‡ De kookzone is oververhit geraakt en is ter
beveiliging van het werkblad uitgescha-
keld.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is en
schakel de kookzone opnieuw in.
”‰ De kookzone is lange tijd en zonder onder-
breking in gebruik geweest.
De automatische veiligheidsuitschakeling is geacti-
veerd. Zie hoofdstuk ~ "Bedieningspaneel
blokkeren voor reinigingsdoeleinden".
“Š‹‹‹
“Š‹‚‹
De bedrijfsspanning is onjuist, buiten het
normale bedrijfsgebied.
Neem contact op met uw elektriciteitsbedrijf.
—…‹‹ De kookplaat is niet op de juiste manier
aangesloten
Haal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat hij volgens het schakelschema is aan-
gesloten.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
35
Servicedienst nl
Demomodus
Verschijnen de indicaties š“ ‹¯ , dan is de demo-
modus geactiveerd. Het apparaat warmt niet op. Het
apparaat loskoppelen van het stroomnet. 30seconden
wachten en het opnieuw aansluiten. Vervolgens de
demonstratiemodus binnen 3minuten als volgt
deactiveren:
1De bedieningsknop naar links in de stand Ž
draaien.
2De bedieningsknop naar rechts in de stand
1draaien.
3De bedieningsknop naar links in de stand
0draaien.
De lichtring van de bedieningsknop is geel verlicht.
4De bedieningsknop naar rechts in de stand
1draaien. Het display ‹¯ is verlicht en de lichtring
is groen.
5seconden wachten. De indicatie ‹”” is verlicht
en de verlichting van de lichtring verandert in geel.
De demo-modus is gedeactiveerd.
4
Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar.Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
E-nummer en FD-nummer
Geef tijdens het telefoongesprek altijd het volledige
productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst kunnen
zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u aan de
onderkant van het apparaat.
Het productnummer (E-nr.) is ook op de kookplaat van
glaskeramiek te vinden. De index van de klantendienst
(KI) en het fabricagenummer (FD-nr.) kunt u controleren
door naar de basisinstellingen te gaan. Zie hiervoor het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Om niet te lang te hoeven zoeken kunt u hier direct de
gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van
de servicedienst invullen.
Houd er rekening mee dat een bezoek van medewerkers
van de servicedienst in het geval van een verkeerde
bediening ook tijdens de garantieperiode kosten met
zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent
u er zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door
geschoolde onderhoudstechnici, die beschikken over
de originele onderdelen voor uw huishoudelijke
apparaten.
E-nr. FD-nr.
Servicedienst O
NL 0884244030
B070222148
=1U)'(1U
7\SH
*DJJHQDX+DXVJHUlWH*PE+
&DUO:HU\6WUDH
0QFKHQ
*(50$1<
ZZZJDJJHQDXFRP
*9001570781* 9001570781 (000922)
nl
8

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Gaggenau VI 414 110 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Gaggenau VI 414 110 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,23 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Gaggenau VI 414 110

Gaggenau VI 414 110 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 36 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info