Belangrijke aanwijzingen voor het
inbouwen
Houdt u zich aan de veiligheidsvoorschriften en
de belangrijke aanwijzingen uit hoofdstuk 1.
De installateur is verantwoordelijk voor het goed
functioneren van het apparaat op de plaats van
opstelling. Hij dient de gebruiker (aan de hand
van de gebruiksaanwijzing) de werkwijze van het
apparaat te verklaren. Voorts dient hij de gebruiker
te tonen, hoe – in geval van nood – het apparaat
spanningsvrij kan worden gemaakt en hoe de
gastoevoer kan worden afgesloten.
Controleer het apparaat na het uitpakken op even-
tuele transportschade en meld deze onmiddellijk
bij het expeditiebedrijf.
Let op! Het apparaat mag niet naast een rand-
afzuiging VL 430/431 worden gebruikt.
Let op!
Controleer voordat u het apparaat aansluit of de
plaatselijke specificaties van het aansluitpunt
overeenkomen met de specificaties van het
apparaat voor wat betreft gassoort, gasdruk en
netspanning. De gegevens van het apparaat vindt
u op de sticker bij het gasaansluitpunt of op het
typeplaatje. Deze gaskookplaat voldoet aan de
eisen van de categorieën die op het typeplaatje
staan vermeld. Het typeplaatje bevindt zich op het
apparaat en staat bovendien op het bijgevoegde
losse blad. Door de gasregelaars te vervangen, kan
het apparaat voor alle vermelde gassoorten worden
ingesteld. Mochten de gegevens niet overeen-
komen, dan moet het apparaat aan de desbetref-
fende gassoort en gasdruk worden aangepast.
De gaskookplaat heeft geen eigen afvoerkanaal
voor verbrandingsgassen. De geldende installatie-
voorschriften moeten dan ook zorgvuldig in acht
worden genomen.
Dit apparaat mag zonder speciale voorzorgsmaat-
regelen in keukenmeubilair van hout of ander
brandbaar materiaal worden ingebouwd.
De muur achter het apparaat dient uit niet brand-
baar materiaal te bestaan.
Tussen het apparaat en temperatuurgevoelige
meubeldelen of zijwanden (bijvoorbeeld de zijwand
van een kast) dient een afstand te worden aange-
houden van minimaal 100 mm.
De kookplaat valt onder apparaatklasse 3 en moet
volgens de inbouwschets in het werkblad worden
ingebouwd.
Het apparaat mag niet onder een hangkast worden
ingebouwd. Bij plaatsing onder een afzuigkap dient
een afstand te worden aangehouden van minimaal
650 mm tussen de bovenkant van de pandrager en
de onderkant van de afzuigkap. Bij een combinatie
van meerdere apparaten op gas kan er overeen-
komstig een grotere afstand tot de afzuigkap nodig
zijn.
Houdt u zich aan de aanwijzingen in de montage-
handleiding van de afzuigkap. Wandafdichtstrips
moeten hittebestendig zijn. Neem tussen kookplaat
en wandafdichtstrip een afstand in acht van
minimaal 35 mm.
De gaskookplaat dient door een erkend installateur
te worden ingebouwd en aangesloten. Deze houdt
zich strikt aan de landelijke voorschriften.
Technische wijzigingen voorbehouden.
16
12. Montagehandleiding