Werking
VOORDAT U MET EENTECHNICUS CONTACT OPNEEMT
PROBLEEM
De bedieningselementen en
de lampjes van het
vriesgedeelte werken, maar
de compressor werkt niet.
De temperatuur in de
groentelade is te hoog.
De koelkast werkt niet.
De koelkast werkt nog altijd
niet.
De temperatuur van de
voedingswaren is te laag.
De temperatuur van de
voedingswaren is te hoog.
De koelkast stinkt.
Aan de buitenzijde van de
koelkast vormen zich
waterdruppeltjes.
Aan de binnenzijde van de
koelkast vormen zich
waterdruppeltjes.
De koelkast of de ijsmachine
maken een vreemd geluid of
lijken te veel lawaai te maken.
MOGELIJKE OORZAKEN
De koelkast staat in de stand voor ontdooien.
De regelknoppen zijn te laag ingesteld.
De regelknoppen van het vriesgedeelte zijn te laag
ingesteld.
De lade bevindt zich in de verkeerde positie.
De stekker van de koelkast zit niet in het
stopcontact.
De regelknop van het vriesgedeelte staat niet aan.
De zekering is doorgeslagen of de
stroomonderbreker moet worden teruggesteld.
Er heeft zich een stroomuitval voorgedaan.
De koelkast werkt niet goed.
De spoelen van de condensator zijn vuil.
De regelknoppen van het koel- of het vriesgedeelte
zijn te hoog ingesteld.
De deur sluit niet goed.
De regelknoppen moeten opnieuw worden
ingesteld.
De spoelen van de condensator zijn vuil.
De luchtrooster aan de achterzijde is verstopt.
De deur werd vaak geopend of heeft lang
opengestaan.
Er werd nog maar net voedsel aan de koelkast
toegevoegd.
Het vak is vuil of bevat voedsel dat een geur
afgeeft.
Controleer of de afdichtingen goed afsluiten.
De vochtigheidsgraad is hoog.
De regelknoppen moeten opnieuw worden
ingesteld.
De vochtigheidsgraad is hoog of de deur werd vaak
geopend.
Controleer of de afdichtingen goed afsluiten.
Normale werking.
OPLOSSING
Normale werking. Wacht 40 minuten om na te gaan of de koelkast
opnieuw start.
Lees het hoofdstuk in verband met de groentelade om de
regelknoppen in te stellen.
Lees het hoofdstuk over regelknoppen in de handleiding om de
knoppen in te stellen.
Lees het hoofdstuk in verband met de groentelade om de positie van
de lade na te gaan.
Steek de stekker van de koelkast in het stopcontact.
Lees het hoofdstuk over de regelknoppen in de handleiding.
Vervang doorgeslagen zekeringen. Controleer de stroomonderbreker
en stel hem indien nodig terug.
Neem contact op met het lokale elektriciteitsbedrijf om de stroomuitval
te rapporteren.
Trek de stekker van de koelkast uit het stopcontact en plaats de
voedingswaren in een andere koelkast. Indien u niet over een andere
koelkast beschikt, leg dan droog ijs in het vriesvak om het voedsel te
bewaren. De garantie dekt geen verlies van voedsel t.g.v. bederving.
Neem voor assistentie contact op met een technicus.
Maak de koelkast conform de instructies van de handleiding schoon.
Lees het hoofdstuk over regelknoppen in de handleiding om de
knoppen in te stellen.
De koelkast staat niet waterpas. Lees het hoofdstuk over het waterpas
plaatsen van de koelkast voor bijkomende details.
Controleer of de afdichtingen goed afsluiten. Maak ze indien nodig
schoon volgens de schoonmaakinstructies van de handleiding.
Ga na of iets binnenin de koelkast misschien verhindert dat de deur
goed wordt gesloten (bijv. slecht gesloten laden, ijsemmers, te grote of
slecht geplaatste bakjes of verpakkingen etc.).
Lees het hoofdstuk over regelknoppen in de handleiding om de
knoppen in te stellen.
Maak de koelkast conform de instructies van de handleiding schoon.
Controleer of voedingswaren in de koelkast de rooster niet verstoppen.
De achterste luchtroosters bevinden zich onder de groenteladen.
Zorg ervoor dat de deur zo kort mogelijk openstaat. Plaats de
voedingswaren zodanig dat de deur zo kort mogelijk open blijft.
Geef nieuwe voedingswaren de tijd om op de temperatuur van het
koel- of het diepvriesgedeelte te komen.
Lees het hoofdstuk ‘Onderhoud en schoonmaak’ voor instructies i.v.m.
ontgeuren.
Maak de koelkast, indien nodig, conform de instructies van de
handleiding schoon.
Dit is normaal in geval van hoge vochtigheid.
Lees het hoofdstuk over regelknoppen in de handleiding om de
knoppen in te stellen.
Lees het hoofdstuk over regelknoppen in de handleiding om de
knoppen in te stellen.
Zorg ervoor dat de deur zo kort mogelijk openstaat. Plaats de
voedingswaren zodanig dat de deur zo kort mogelijk open blijft.
Maak de koelkast, indien nodig, conform de instructies van de
handleiding schoon.
Lees het hoofdstuk over normale geluiden in de handleiding.
