761562
3
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/60
Pagina verder
Gebruiksaanwijzing
CI 282
Kookplaat
2
,(&
: :
: :
: :
: :

3
nl
Inhoudsopgave
Gebruiksaanwijzing
8
Gebruik volgens de voorschriften 5
(
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 6
]
Oorzaken van schade 8
Overzicht 8
7
Milieubescherming 9
Tips om energie te besparen 9
Milieuvriendelijk afvoeren 9
f
Koken met inductie 9
Voordelen bij koken met inductie 9
Pannen 9
*
Het apparaat leren kennen 11
Het bedieningspaneel 11
De kookzones 12
Restwarmte-indicatie 12
j
Twist-pad met Twist knop 13
De twist-knop verwijderen 13
De twist-knop bewaren 13
1
Apparaat bedienen 13
Kookplaat in- en uitschakelen 13
Kookzone instellen 14
Kookadvies 14
|
Flex-functie 17
Tips voor het gebruik van pannen 17
Als twee onafhankelijke kookplaten 17
Als afzonderlijke kookplaat 17
FlexPlus-kookzone 18
Aanwijzingen voor het kookgerei 18
Activeren 19
Deactiveren 19
u
Transfer-functie 19
ˆ
Automatische kookfunctie 20
Activeren 20
Deactiveren 21
Instellingen verwijderen 21
O
Timerfuncties 21
Automatische kooktijd 21
De kookwekker 22
Stopwatch-functie 22
v
Boosterfunctie voor pannen 23
Activeren 23
Deactiveren 23
v
Boosterfunctie voor bak- en braadpannen 23
Advies voor het gebruik 23
Activeren 23
Deactiveren 24
z
Warmhoudfunctie 24
Activeren 24
Deactiveren 24
Ü
Kookhulpfuncties 25
Kookhulpfunctietypes 25
Geschikte pannen 26
Sensoren en speciale accessoires 26
Functies en kookstanden 26
Aanbevolen gerechten 30
Teppan Yaki en Grill voor de Flex-zone 36
Draadloze temperatuursensor 38
Voorbereiding en verzorging van de draadloze
temperatuursensor 38
De draadloze temperatuursensor verbinden met het
bedieningspaneel 38
Reinigen 39
Batterij vervangen 40
Conformiteitsverklaring 40
A
Kinderslot 41
Kinderslot activeren en deactiveren 41
k
Display-reinigingsbescherming 41
b
Automatische veiligheidsuitschakeling 41
Q
Basisinstellingen 42
Zo komt u bij de basisinstellingen: 43
o
Home Connect 43
Instellen 43
Home Connect instellingen 45
Software-update 47
Afstandsdiagnose 48
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging 48
Conformiteitsverklaring 48
e
Verbinding afzuigkap 49
Instellen 49
Verbinding terugzetten 50
Kap via het kookveld regelen 50
Afzuigregeling instellingen 51
4
nl
t
Kookgerei-test 51
h
Power-Manager 52
D
Reinigen 53
Kookplaat 53
Omlijsting van de kookplaat 53
Twistknop 53
{
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) 54
3
Wat te doen bij storingen? 56
4
Servicedienst 58
Typenummer (E-nr.) en fabricagenummer (FD-nr.) 58
Meer informatie over producten, accessoires,
onderdelen en diensten vindt u op het internet:
www.gaggenau.com en in de online-shop:
www.gaggenau.com/zz/store
5
Gebruik volgens de voorschriften nl
m
8
Gebruik volgens de
voorschriften
Gebruik volgens de voorschri ft en
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas goed
op voor later gebruik of om ze door te geven
aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft opgelopen
tijdens het transport, schakel het dan niet in,
maar neem contact op met de technische
dienst en leg de veroorzaakte schade
schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk
recht op een schadevergoeding verloren.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting maakt u
geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het apparaat uitsluitend
voor het bereiden van gerechten en dranken.
Het kookproces moet regelmatig worden
gecontroleerd. Een kort kookproces moet
continu in de gaten worden gehouden. Gebruik
het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 4.000 meter boven
zeeniveau.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik uitsluitend beveiligingsvoorzieningen
of kindertralies die door ons zijn goedgekeurd.
Ongeschikte beveiligingsvoorzieningen of
kindertralies kunnen tot ongevallen leiden.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met
een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen
vanaf 8 jaar en door personen met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke vermogens
of personen die gebrek aan kennis of ervaring
hebben, wanneer zij onder toezicht staan van
een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of geleerd hebben het op een veilige
manier te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met zich
meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud van het toestel mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij
15 aar of ouder zijn en onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de
aansluitkabel.
Als u de kooksensorfuncties gebruikt, zorg er
dan voor dat de ingestelde kookzone met de
kookzone overeenstemt waarop zich het
serviesgoed met de temperatuursensor
bevindt.
Draagt u een actief geïmplanteerd medisch
apparaat (bijv. een pacemaker of defibrillator),
ga dan na of uw arts voldoet aan de richtlijn
90/385/EWG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 20 juni 1990 evenals
DIN EN 45502-2-1 en DIN EN 45502-2-2 en dat
het apparaat conform VDE-AR-E 2750-10
gekozen, geïmplanteerd en geprogrammeerd
is. Is aan deze voorwaarden voldaan en worden
bovendien non-ferro pannen met non-ferro
handgrepen gebruikt, dan kan deze
inductiekookplaat - als het op de juiste manier
gebeurt - zonder bezwaar worden gebruikt.
6
nl Belangrijke veiligheidsvoorschriften
m
(
Belangrijke
veiligheidsvoorschriften
Belangri j ke veiligheidsvoorschri ft en
mWaarschuwing – Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal is gevaarlijk voor
kinderen. Kinderen nooit met
verpakkingsmateriaal laten spelen.
mWaarschuwing – Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete
olie en heet vet nooit gebruiken zonder
toezicht. Vuur nooit blussen met water.
Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel of
iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat
leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later per
ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor verbranding!
Kookplaten mogen niet worden
afgedekt.Dit kan leiden tot ongevallen, bijv.
door oververhitting, ontbranding of
ontploffend materiaal.
mWaarschuwing – Risico van verbranding!
De kookzones en met name een eventueel
aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer
heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Risico van verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.
Brandgevaar!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
mWaarschuwing – Kans op een elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici
die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect, haal
dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering in
de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
7
Belangrijke veiligheidsvoorschriften nl
mWaarschuwing – Gevaar door
magnetisme!
Afneembare bedieningselementen zijn
magnetisch. Magneten kunnen invloed
hebben op elektronische implantaten, zoals
pacemakers of insulinepompen. Personen
met elektronische implantaten dienen het
bedieningselement niet in de buurt van hun
lichaam te dragen (bijv. in blouse- of
broekzak). Houd een minimale afstand van
10 cm tot de pacemaker aan.
Gevaar door magnetisme!
De draadloze temperatuursensor is
magnetisch. De magnetische componenten
kunnen schade toebrengen aan
elektronische implantaten, zoals
pacemakers en insulinepompen. Dragers
van elektronische implantaten dienen
daarom de temperatuursensor niet mee te
nemen in hun kleding en m.b.t. hun
pacemaker of een soortgelijk medisch
apparaat een minimale afstand van 10 cm
in acht te nemen.
mWaarschuwing – Storingsgevaar!
Deze kookplaat beschikt aan de onderkant
over een ventilator. Bevindt zich onder de
kookplaat een lade, bewaar daar dan geen
kleine of scherpe voorwerpen, geen papier en
geen theedoeken. Deze kunnen aangezogen
worden en de ventilator beschadigen of de
koeling belemmeren.
Tussen de inhoud van de lade en de ventilator-
ingang moet een minimale afstand van 2 cm
worden aangehouden.
mWaarschuwing – Gevaar voor letsel!
De draadloze kooksensor is met een
batterij uitgerust die kan worden
beschadigd als deze aan hoge
temperaturen wordt blootgesteld. De
sensor van het kookgerei nemen en uit de
buurt van elke warmtebron bewaren.
Risico van letsel!
Wanneer de pan wordt verwijderd kan de
temperatuursensor zeer heet zijn. Bij het
afnemen keukenhandschoenen dragen of
een vaatdoek gebruiken.
Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is gevuld.
Gebruik alleen hittebestendige vormen.
Risico van letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
8
nl Oorzaken van schade
]
Oorzaken van schade
Oorzaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de
kookplaat veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan
schade veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel,
de indicatorzones of op de omlijsting van de
kookplaat. Dit kan schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de
kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op
een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van
beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden.
Overzicht
In de volgende tabellen ziet u welke schade het meest
voorkomt:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schra-
per
Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor
dit soort kookplaten
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of
als werkvlak
Ruwe pannenbodems maken krassen op
de kookplaat
Controleer het kookgerei
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor
dit soort kookplaten
Slijtage door het kookgerei Til de pannen op wanneer u ze verplaatst.
Defecten Suiker, sterk suikerhoudende gerechten Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schra-
per
9
Milieubescherming nl
7
Milieubescherming
Milieubescherming
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de besparing
van energie en de afvoer van het apparaat.
Tips om energie te besparen
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke
kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is
aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een
glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben
zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet
vlakke bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet
overeenkomen met de afmeting van de kookzone.
Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de
bovenste diameter van de pan aan, die meestal
groter is dan de diameter van de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden.
Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze
wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en
mineralen van de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het
kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt
energie verspild.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
De draadloze temperatuursensor is voorzien van een
batterij.Zorg ervoor dat gebruikte batterijen op een
milieuvriendelijke manier worden afgevoerd.
f
Koken met inductie
Koken met inductie
Voordelen bij koken met inductie
Koken met inductie is radicaal anders dan gebruikelijk,
de warmte ontstaat direct in het kookgerei. Dit biedt
vele voordelen:
Tijdsbesparing bij het koken en bakken.
Besparing van energie.
Gemakkelijker te reinigen en te onderhouden.
Overgelopen etenswaar brandt niet zo snel in.
Warmteregeling en veiligheid: de kookplaat
verhoogt of verlaagt de toevoer van warmte altijd
direct na de bediening. Neemt u het kookgerei van
de kookzone, dan wordt de warmtetoevoer direct
onderbroken door de kookzone met inductie,
zonder dat deze eerst is uitgeschakeld.
Pannen
Gebruik alleen ferromagnetische vormen voor
inductiekoken, bijv.:
kookgerei van geëmailleerd staal
kookgerei van gietijzer
speciaal kookgerei van roestvrij staal dat geschikt is
voor inductie.
In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test" kunt u lezen of het
kookgerei geschikt is voor inductie.
Voor een goed bereidingsresultaat dient het
ferromagnetische gebied van de bodem van de pan
overeen te komen met de grootte van de kookzone.
Wordt een pan niet herkend op een kookzone, probeer
er dan een met een kleinere diameter.
Wanneer de flexibele kookzone als een afzonderlijke
kookzone wordt gebruikt, kunnen grotere vormen
worden gebruikt die hier speciaal geschikt voor zijn.
Gedetailleerde informatie over de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u hier ~ "Flex-
functie"
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese richtlijn
2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment -
WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de
EU geldige terugneming en verwerking van
oude apparaten.
FP FP
FP
10
nl Koken met inductie
Er zijn ook inductievormen waarvan de bodem niet
volledig ferromagnetisch is:
Is de bodem van de pan slechts gedeeltelijk
ferromagnetisch, dan wordt alleen het
ferromagnetische oppervlak heet. Hierdoor wordt
de warmte mogelijk niet gelijkmatig verdeeld. De
temperatuur van het niet-ferromagnetische gebied
kan dan te laag zijn om te koken.
Bestaat het materiaal van de bodem van het
kookgerei deels uit aluminium, dan is het
ferromagnetische oppervlak ook kleiner. Mogelijk
worden dit niet warm genoeg of zelfs helemaal niet
herkend.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Eigenschappen van de bodem van het kookgerei
Het bereidingsresultaat kan worden beïnvloed door de
kwaliteit van pannenbodem. Gebruik pannen waarvan
het materiaal de warmte gelijkmatig in de pan verdeelt,
bijv. pannen met "sandwich-bodems" van roestvrij staal.
Daarmee wordt tijd en energie bespaard.
Gebruik kookgerei met vlakke bodems. Ongelijke
bodems hebben invloed op de warmtetoevoer.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt
geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is
of geen geschikte afmeting heeft, knippert de
kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een
geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer
dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone
automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen
met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een
intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo
snel heet worden dat de functie “automatisch
uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor
de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan
kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen.
Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de
kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Herkenning van de pan
Elke kookzone heeft een ondergrens voor de
herkenning van de pan. Deze is afhankelijk van de
ferromagnetische diameter en het materiaal van de
bodem. Daarom dient u altijd de kookzone te gebruiken
die het beste past bij de diameter van de pannenbodem.
11
Het apparaat leren kennen nl
*
Het apparaat leren kennen
Het apparaat leren kennen
Informatie over afmetingen en vermogens van de
kookzones vindt u in~ Blz. 2
Aanwijzing: : Afhankelijk van het apparaattype zijn
kleur- en detailafwijkingen mogelijk.
Het bedieningspaneel
X|
Ü
Ê+
É
Â
Â
ÂÂ
Â
Y| [|
\|
W
Å
<ݲ
'
Keuzesensoren
ÿHoofdschakelaar
¨Kooksensor
ÚBraadsensor voor pannen
6Timer-functie
ŽBoosterfunctie voor kookpannen
©Boosterfunctie voor pannen
£Warmhoud-functie
ªFlex-functie
tBasisinstellingen
¬Automatische kookfunctie
YVentilatieregeling
·Home Connect - instelling bevestigen
žVerlichting van de afzuigkap
®Stopwatch
ŠWekker
Indicaties
Gebruikstoestand
vx
uy
Kookzones
-ŠVermogensstanden
¨Kooksensor
ÚBraadsensor voor pannen
6Automatische kooktijd
˜Boosterfunctie voor kookpannen
Boosterfunctie voor pannen
Warmhoud-functie
/œRestwarmte
DWLAN
, ,, ƒ,
, ˜, §, »
Ventilatiestanden
‹‹ Wekker
‹‹.‹‹ Stopwatch
šDisplay-reinigingsbescherming
HKinderslot
ªFlex-functie geactiveerd
«Flex-functie gedeactiveerd
º / »FlexPlus-kookzone
ˆTransfer-functie
12
nl Het apparaat leren kennen
Sensortoetsen
Wanneer de kookplaat warm wordt, zijn de symbolen
van de sensortoetsen verlicht die op dat moment ter
beschikking staan.
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
functie geactiveerd. Er klinkt een bevestigingssignaal.
Aanwijzingen
De betreffende symbolen van de sensortoetsen
lichten op wanneer ze beschikbaar zijn.
De indicaties van de functies die ter beschikking
staan lichten wit op. Zodra er een functie is
gekozen, is de indicatie ervan oranje verlicht.
Zorg ervoor dat het bedieningspaneel altijd schoon
en droog is. Vocht kan een nadelige invloed hebben
op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
dan oververhit raken.
De kookzones
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie. Hiermee wordt aangegeven dat een kookzone
nog heet is. Raak de kookzone niet aan zolang de
restwarmte-indicatie verlicht is.
Afhankelijk van de hoogte van de restwarmte wordt het
volgende weergegeven:
Indicatie: hoge temperatuur
Indicatie œ: lage temperatuur
Wanneer u de pan tijdens het koken van de kookzone
neemt, knipperen afwisselen de restwarmte-indicatie en
de gekozen kookstand.
Is de kookzone uitgschakeld, dan is restwarmte-indicatie
verlicht. Ook wanneer de kookplaat al uitgeschakeld is,
blijft de restwarmte-indicatie verlicht zolang de
kookzone nog warm is.
Kookzones
ÛKookzone met één ring Gebruik pannen die de juiste afmetingen hebben.
áFlexZone Meer informatie kunt u vinden in hoofdstuk ~ "Flex-functie".
à / ßFlexPlus-kookzone De FlexPlus-kookzones worden altijd in combinatie met de rechter- of linkerflexzone
ingeschakeld. Meer informatie kunt u vinden in hoofdstuk ~ "FlexPlus-kookzone".
Gebruik uitsluitend pannen die geschikt zijn voor inductie. Meer informatie kunt u vinden in hoofdstuk ~ "Koken met
inductie".
13
Twist-pad met Twist knop nl
j
Twist-pad met Twist knop
Twist- pad met Twist knop
Het twist-pad is het instelgebied waarin u met de twist-
knop de kookzones en kookstanden kunt kiezen.In het
gebied van het twist-pad centreert de twist-knop zich
automatisch.
De twist-knop is magnetisch en wordt op het twistpad
gelegd. Raak de twist-knop bij de gewenste kookzone
aan om een kookzone te activeren. U kiest de kookstand
door aan de twist-knop te draaien.
Leg de twist-knop zo op het twist-pad dat hij zich in het
midden bevindt van de indicaties die het twist-pad-
gebied omgrenzen.
Aanwijzing: Ook als de twist-knop niet precies in het
midden ligt, wordt de werking ervan hierdoor op geen
enkel moment negatief beïnvloed.
De twist-knop verwijderen
Bij verwijdering van de twist-knop wordt de
schoonmaakvergrendelingsfunctie geactiveerd.
De twist-knop kan tijdens het koken worden verwijderd.
De schoonmaakvergrendelingsfunctie wordt gedurende
10 minuten geactiveerd.Wordt de twist-knop hierna niet
opnieuw in zijn positie gebracht, dan schakelt de
kookplaat uit.
mWaarschuwing – Risico van brand!
Wordt binnen deze 10 minuten een metalen voorwerp in
het gebied van het twist-pad gelegd, dan warmt de
kookplaat mogelijk verder op. Daarom altijd de
kookplaat met de hoofdschakelaar uitschakelen.
De twist-knop bewaren
Binnenin de twist-knop zit een sterke magneet. Zorg
ervoor dat de twist-knop niet in de buurt komt van de
magnetische gegevensdrager, zoals bijv. creditkaarten
of kaarten met magneetstroken. Deze zouden kapot
kunnen gaan.
Ook kunnen er storingen bij televisieapparaten en
beeldschermen optreden.
Aanwijzing: De twist-knop is magnetisch. Metalen
deeltjes die aan de onderkant blijven plakken, kunnen
krassen veroorzaken op het oppervlak van de
kookplaat.De twist-knop altijd zorgvuldig reinigen.
1
Apparaat bedienen
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk kunt u lezen hoe u een kookzone instelt.
In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt met de hoofdschakelaar in- en
uitgeschakeld.
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
ingeschakeld, wordt de instelling van het thuisnetwerk
opgevraagd. Op het display licht gedurende enkele
seconden het symbool · zwak op. Om de
aansluitinstelling te starten, de sensor · aanraken en
de aanwijzingen in het hoofdstuk ~ "Home Connect"
op pagina 43 opvolgen. Om de eerste instelling te
verlaten een willekeurige sensor aanraken.
Inschakelen: de twist-knop op het instelgebied leggen.
Het symbool # aanraken. De symbolen die bij de
kookzones horen en de functies die op dit tijdstip ter
beschikking staan, zijn verlicht. Naast de kookzones is
. verlicht. De kookplaat is klaar voor gebruik.
Uitschakelen: het symbool # aanraken tot de indicatie
verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft verlicht tot de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
Wanneer er geen verbinding met het thuisnetwerk
is gemaakt of de verbinding is onderbroken, wordt
tijdens het inschakelen van de kookplaat altijd de
eerste instelling van de netwerkverbinding
geactiveerd.
De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones langer dan 20 seconden uitgeschakeld
zijn.
De gekozen instellingen blijven gedurende
5 seconden na uitschakeling van de kookplaat
bewaard.
Wordt de kookplaat binnen deze tijd weer
ingeschakeld, dan knipperen de vooraf ingestelde
kookstanden. Door binnen de volgende 5 seconden
op de twist-knop te tippen worden de instellingen
overgenomen.
Wanneer de twist-knop niet wordt aangetipt, of als
er een andere sensortoets wordt aangeraakt,
worden alle eerdere instellingen gewist.
14
nl Apparaat bedienen
Kookzone instellen
Met de twist-knop de gewenste kookstand instellen.
Kookstand 1 = laagste stand.
Kookstand 9 = hoogste stand.
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze wordt in de
kookzone-indicatie weergegeven met .5.
Aanwijzingen
Om de gevoelige onderdelen van het apparaat te
beschermen tegen oververhitting of elektrische
overbelasting, kan het vermogen van de kookplaat
voor korte tijd worden teruggebracht.
Om geluidshinder van het apparaat te voorkomen
kan het vermogen van de kookplaat voor korte tijd
worden teruggebracht.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1De kookzone kiezen. Hiervoor de twist-knop bij de
gewenste kookzone aanraken.
2Aan de twist-knop draaien tot de gewenste
kookstand in het display oplicht.
De kookstand is ingesteld.
Aanwijzingen
Wordt er een pan op de flexibele kookzone
geplaatst, dan moet deze qua afmetingen goed
gepositioneerd zijn, zie het hoofdstuk ~ "Flex-
functie".
Het kookgerei wordt herkend en de kookzone wordt
automatisch gekozen. Nu kunt u instellen.
Knipperen de indicaties na het instellen, ga dan na
of de pan geschikt is voor koken met inductie. Zie
het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test"
Kookstand wijzigen
De kookzone kiezen en de kookstand met de twist-knop
wijzigen.
Kookzone uitschakelen
De kookzone kiezen en aan de twist-knop draaien tot
verschijnt.De kookzone gaat uit en de restwarmte-
indicatie is verlicht.
Aanwijzingen
Staat er geen pan op de inductiekookzone, dan
knippert de kookstand-indicatie. Na enige tijd
schakelt de kookzone uit.
Staat er voordat de kookplaat wordt ingeschakeld
een pan op de kookzone, dan wordt deze uiterlijk
20 seconden na het aanraken van de
hoofdschakelaar herkend. De kookzone wordt
vervolgens automatisch gekozen. Stel binnen de
volgende 10 seconden de kookstand in. Anders
gaat de kookzone na 20 seconden weer uit.
Ook wanneer er tijdens het inschakelen meerdere
pannen op de kookplaat staan, wordt er slechts één
herkend.
Kookadvies
Advies
Bij het warm maken van puree, crèmesoepen en
dikvloeibare sauzen regelmatig roeren.
Voor het voorverwarmen kookstand 8 - 9 instellen.
Bij de bereiding met deksel de kookstand
terugschakelen, zodra er tussen deksel en
kookgerei stoom vrijkomt. Voor een goed
bereidingsresultaat is geen stoom nodig.
Na de bereiding het kookgerei tot het opdienen
gesloten houden.
Voor het koken met de snelkookpan de
aanwijzingen van de fabrikant in acht nemen.
De gerechten niet te lang laten koken of bakken, om
de voedingswaarde te behouden. Met de
kookwekker kan de optimale bereidingstijd worden
ingesteld.
Voor een gezonder bereidingsresultaat dient
rokende olie te worden voorkomen.
Voor een bruine kleur van de gerechten deze na
elkaar klaarmaken in kleine porties.
Kookgerei kan tijdens de bereiding hoge
temperaturen bereiken. Het gebruik van
pannenlappen is aan te bevelen.
Adviezen voor energie-efficiënt koken vindt u in het
hoofdstuk ~ "Milieubescherming"
ZZ
 
15
Apparaat bedienen nl
Bereidingstabel
In de tabel wordt voor alle gerechten weergegeven
welke kookstand geschikt is. De bereidingstijd kan
afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de
kwaliteit van de gerechten variëren.
Vermogens-
stand
Bereidings-
tijd (min.)
Smelten
Chocolade, couverture 1 - 1.5 -
Boter, honing, gelatine 1 - 2 -
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht, bijv. linzenschotel 1.5 - 2 -
Melk* 1.5 - 2.5 -
Gekookte worstjes* 3 - 4 -
Ontdooien en opwarmen
Spinazie, diepvries 3 - 4 15 - 25
Goulash, diepvries 3 - 4 35 - 55
Zachtjes gaar worden, sudderen
Aardappelballetjes* 4.5 - 5.5 20 - 30
Vis* 4 - 5 10 - 15
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1 - 2 3 - 6
Geklopte sauzen, bijv. bearnaisesaus, hollandaisesaus 3 - 4 8 - 12
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water) 2.5 - 3.5 15 - 30
Rijstepap*** 2 - 3 30 - 40
Aardappels in de schil 4.5 - 5.5 25 - 35
Gekookte aardappelen 4.5 - 5.5 15 - 30
Pasta* 6 - 7 6 - 10
Eenpansmaaltijd 3.5 - 4.5 120 - 180
Soep 3.5 - 4.5 15 - 60
Groente 2.5 - 3.5 10 - 20
Groente, diepvries 3.5 - 4.5 7 - 20
Eenpansgerecht met de snelkookpan 4.5 - 5.5 -
Stoven
Rollade 4 - 5 50 - 65
Stoofvlees 4 - 5 60 - 100
Goulash*** 3 - 4 50 - 60
*Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
16
nl Apparaat bedienen
Stoven / braden met weinig olie*
Schnitzel, ongepaneerd of gepaneerd 6 - 7 6 - 10
Schnitzel, diepvries 6 - 7 6 - 12
Koteletten, on/gepaneerd** 6 - 7 8 - 12
Steak (3 cm dik) 7 - 8 8 - 12
Borst van gevogelte (2 cm dik)** 5 - 6 10 - 20
Borst van gevogelte, diepvries** 5 - 6 10 - 30
Gehaktballen (3 cm dik)** 4.5 - 5.5 20 - 30
Hamburger (2 cm dik)** 6 - 7 10 - 20
Vis en visfilet, ongepaneerd 5 - 6 8 - 20
Vis en visfilet, gepaneerd 6 - 7 8 - 20
Vis, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks 6 - 7 8 - 15
Garnalen en krab 7 - 8 4 - 10
Sauteren van groente en paddestoelen, vers 7 - 8 10 - 20
Pangerechten, groente, vlees in reepjes op Aziatische wijze 7 - 8 15 - 20
Pangerechten, diepvries 6 - 7 6 - 10
Pannenkoeken (na elkaar bakken) 6.5 - 7.5 -
Omelet (na elkaar bakken) 3.5 - 4.5 3 - 10
Spiegelei 5 - 6 3 - 6
Frituren* (150-200 g per portie in 1-2 l olie, per portie frituren)
Diepvriesproducten, bijv. frites, chicken nuggets 8 - 9 -
Kroketten, diepvries 7 - 8 -
Vlees, bijv. stukken kip 6 - 7 -
Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6 - 7 -
Groente, paddestoelen, gepaneerd, in bierdeeg of in tempura 6 - 7 -
Klein gebak, bijv. beignets, Berliner bollen, fruit in bierdeeg 4 - 5 -
Vermogens-
stand
Bereidings-
tijd (min.)
*Zonder deksel
** Herhaaldelijk keren
***Voorverwarmen op kookstand 8 - 8.5
17
Flex-functie nl
|
Flex-functie
Flex- f uncti e
De flexibele kookzone kan naar wens als één kookzone
of als twee afzonderlijke kookzones worden gebruikt.
Hij bestaat uit vier inductoren, die onafhankelijk van
elkaar functioneren. Is de flexibele kookzone in gebruik,
dan wordt alleen het gebied geactiveerd dat door het
kookgerei wordt bedekt.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van
de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te
centreren:
Als twee onafhankelijke kookplaten
De flexibele kookzone wordt gebruikt als twee
onafhankelijke kookplaten.
Activeren
Zie het hoofdstuk ~ "Apparaat bedienen"
Als afzonderlijke kookplaat
Gebruik van de gehele kookzone door beide kookplaten
met elkaar te verbinden.
Beide kookzones verbinden
1Kookgerei plaatsen. Een van de twee kookzones
kiezen die bij de flexibele kookzone horen en de
kookstand instellen.
2Symbool ª aanraken. De indicatie ª is verlicht.
De flexibele kookzone is geactiveerd. De kookstand
verschijnt in beide indicaties van de flexibele kookzone.
Aanwijzingen
Is er voor beide kookzones voordat ze werden
gekoppeld een verschillende kookstand ingesteld,
dan schakelen beide kookzones bij activering naar
de kookstand 0.
Is er voor een kookzone een automatische kooktijd
geprogrammeerd, dan wordt deze tijdens de
koppeling ook op beide kookzones overgedragen.
Kookstand wijzigen
Kies een van de twee kookzones die bij de flexibele
kookzone horen en stel de kookstand in met de twist-
knop.
Nieuw kookgerei toevoegen
1Nieuw kookgerei qua grootte op de juiste plaats
zetten.
Bij een juiste positionering wordt het kookgerei
erkend en de kookzone automatisch gekozen. De
betreffende indicatie ª knippert.
2Binnen 90 seconden met de twist-knop de
instelling kiezen. De indicaties knipperen niet meer
en de pan wordt verwarmd.
Aanwijzing: Blijven de indicaties knipperen, ga
dan na of de pan geschikt is voor koken met
inductie ~ "Kookgerei-test"
Aanwijzing: Wordt de kookvorm op de gebruikte
kookzone verplaatst of opgetild, dan start de kookplaat
automatisch met zoeken, waardoor de eerder gekozen
kookstand behouden blijft.
Als afzonderlijke kookzone
Diameter kleiner dan of gelijk aan
13 cm
Plaats de vorm in een van de vier posi-
ties die op de afbeelding te zien zijn.
Diameter groter dan 13 cm
Plaats de vorm in een van de drie posi-
ties die op de afbeelding te zien zijn.
Is er meer dan één kookzone nodig
voor het kookgerei, plaats het dan met
de rand op de bovenste of onderste
rand van de flexibele kookzone.
Als twee onafhankelijke kookplaten
De voorste en achterste kookzones, elk met
twee inductoren, kunnen onafhankelijk van
elkaar worden gebruikt. Stel voor elke afzon-
derlijke kookzone de gewenste kookstand
in. Gebruik op elke kookzone slechts één
pan.
Advies
Bij kookplaten met meerdere flexi-
bele kookzones plaatst u het kook-
gerei zo dat het maar één van de
flexibele kookzones beslaat.
Anders worden de kookzones niet
volgens voorschrift geactiveerd en
wordt er geen goed kookresultaat
behaald.
18
nl Flex-functie
Beide kookzones van elkaar scheiden
1Kies een van beide kookzones die bij de Flex-zone
horen.
2Het symbool ª aanraken.
3In de kookzone-indicatie verschijnt het symbool «.
De Flex-functie is gedeactiveerd. Beide kookzones
functioneren nu als twee onafhankelijke kookzones.
Aanwijzing: Wordt de kookplaat uit- en later weer
ingeschakeld, dan wordt de flexibele kookzone weer
naar twee onafhankelijke kookzones omgeschakeld.
FlexPlus-kookzone
De kookplaat beschikt over twee FlexPlus-kookzones die
zich tussen de beide flexibele kookzones bevinden en in
combinatie met de rechter- of linker- flexibele kookzone
in gebruik zijn. Hierdoor kunnen grotere kookvormen
worden gebruikt en betere kookresultaten worden
behaald.
Elk van beide FlexPlus-kookzones wordt altijd in
combinatie met de rechter- of linker- flexibele kookzone
ingeschakeld. Het is niet mogelijk om ze los van elkaar
in te schakelen.
Aanwijzingen voor het kookgerei
Voor een goede warmteherkenning en -verdeling dient
het kookgerei in het midden te worden geplaatst.
Het kookgerei dient de kookzone aan de zijkant en de
FlexPlus-kookzone te bedekken.
Afhankelijk van de grootte van het kookgerei kan de
flexibele kookzone worden geactiveerd als twee
onafhankelijke kookzones of als één kookzone:
Kookgerei plaatsen
Langwerpig kookgerei:
De flexibele kookzone activeren
als twee onafhankelijke kookzo-
nes of als één kookzone.
Groot rond kookgerei:
De flexibele kookzone activeren
als één afzonderlijke kookzone.
Het kookgerei mag niet de beide
FlexPlus-kookzones afdekken.
19
Transfer-functie nl
Activeren
1Plaats het kookgerei op de kookzone en zorg ervoor
dat het ook de FlexPlus-kookzone bedekt.
2De kookzone en de gewenste kookstand kiezen. De
indicaties van de kookzone en de FlexPlus-
kookzone lichten op.
De FlexPlus-kookzone is geactiveerd.
Deactiveren
Neem het kookgerei van de kookzone. De indicaties
verdwijnen.
De FlexPlus-kookzone is gedeactiveerd.
u
Transfer-functie
Transfer- functi e
Met deze functie kunt u de vermogensstand, de
ingestelde bereidingstijd en de gekozen
kooksensorfunctie overdragen van de ene naar de
andere kookzone.
Om de instellingen over te dragen zet u de pan van de
ingeschakelde kookzone op een andere kookzone.
Deze functie is beschikbaar voor de flexibele
kookzones.
Aanwijzing: Extra informatie over de juiste plaatsing van
het kookgerei vindt u in het hoofdstuk ~ "Flex-functie"
1Pan optillen.
De indicatie van de kookzone begint te
knipperen.De kookzone warmt niet op.
2In de volgende 90 seconden de pan op een
flexibele kookzone plaatsen. De nieuwe kookzone
wordt herkend en het symbool ˆ licht op. In de
kookzone-indicatie knippert de overgenomen
kookstand.
3Binnen 90 seconden met de twist-knop de nieuwe
kookzone kiezen. De instelling is overgenomen.

[|
\|
X|
Y|

X|
Y| [|
\|
X|
Y| [|
\|
Å
20
nl Automatische kookfunctie
Aanwijzingen
Verplaats de pan naar een kookzone die niet
ingeschakeld is, die u nog niet vooraf hebt
ingesteld of waarop eerder geen andere pan stond.
Wanneer de Flex-functie tijdens het verplaatsen van
een pan op de flexibele kookzone is geactiveerd,
worden de instellingen automatisch overgenomen.
De Booster-functies kunnen alleen van links naar
rechts of van rechts naar links worden omgezet als
er geen kookzone actief is.
Wordt er een nieuwe pan op een andere kookzone
geplaatst voordat de instellingen bevestigd zijn, dan
kan deze functie voor beide pannen worden
gebruikt. De gewenste kookzone bevestigen.
Wanneer u meer dan één pan omzet, kan de functie
alleen worden gebruikt voor de pan die het laatst is
omgezet.
Wanneer u de pan weer op dezelfde plaats zet,
blijven de instellingen behouden.
ˆ
Automatische kookfunctie
Automati sche kookfuncti e
Met de automatische kookfunctie worden voor elke
kookzone vooraf ingestelde kookstanden
gebruikt.Plaats binnen 9,5 minuten een geschikte pan,
zodat de voorgestelde waarde kan worden
overgenomen.
Activeren
1Kookplaat inschakelen.
2Het symbool ¬ aanraken.
In de kookzone-indicaties lichten de vooringestelde
vermogensstanden op.
3Plaats binnen 8 minuten een geschikte pan. Zodra
de pan wordt herkend, is de betreffende kookzone
gekozen. De vermogensstand kan met de twist-knop
worden aangepast.
Is de insteltijd afgelopen, dan beginnen de
vermogensstand-indicaties van de niet-bezette
kookzones te knipperen.
4Binnen 90 seconden het symbool ¬ opnieuw
aanraken, om de automatische kookfunctie te
verlengen. Wordt het symbool niet aangeraakt,
schakel dan de niet-bezette kookzones uit.
Aanwijzingen
In de automatische kookfunctie kan ook de
warmhoud-functie worden ingesteld.
Wanneer u een ongeschikte pan plaatst (bijv. van
aluminium)., blijft de indicatie voor de
vermogensstanden knipperen tot de pan weer wordt
verwijderd. In het hoofdstuk ~ "Kookgerei-test"
staat hoe u kunt nagaan of de pan geschikt is voor
inductie.
X|
Y| [|
\|
Ü
21
Timerfuncties nl
Deactiveren
Functie direct beëindigen: Het symbool ¬
aanraken.Alle kookzones schakelen naar kookstand
.Het symbool ¬ is wit verlicht.
Functie eindigt automatisch: Wanneer er na 8 minuten
op een of meerdere kookzones geen geschikte pan is
geplaatst, knipperen het symbool ¬ en de betreffende
kookzone-indicaties gedurende 90 seconden. Om de
functie uit te schakelen het symbool ¬ twee keer
aanraken.
Wanneer het symbool ¬ niet wordt aangeraakt,
schakelt de automatische kookfunctie na 90 seconden
automatisch uit. Het symbool ¬ is wit verlicht en
kookzones zonder pan schakelen naar kookstand . Bij
kookzones die in gebruik zijn blijft de ingestelde
kookstand behouden.
Instellingen verwijderen
De voorgestelde waarden kunnen in het menu
Basisinstellingen worden gewijzigd. Zie het hoofdstuk
~ "Basisinstellingen"
O
Timerfuncties
Timerf uncti es
Uw kookplaat beschikt over drie timerfuncties:
Automatische kooktijd
Kookwekker
Stopwatch-functie
Automatische kooktijd
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
U kunt een tijd tot 99 minuten instellen. De tijd loopt in
de timer-indicatie af in minuten, de laatste 30 seconden
worden in seconden weergegeven.
Zo stelt u in:
1De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2Symbool 6 aanraken. De indicatie 6 van de
kookzone is verlicht.In de timer-indicatie is ‹‹
verlicht.
3Met de twist-knop de gewenste bereidingstijd
kiezen.
De bereidingstijd begint af te lopen.
Aanwijzing: Wordt de flexibele kookzone gekozen als
een afzonderlijke kookzone, dan is de ingestelde tijd
voor de gehele zone hetzelfde.
X|
Ü
Â
Y|
X|
Ü
Â
Y|
22
nl Timerfuncties
Braadsensor voor pannen/kooksensor
Als u voor een kookzone met geactiveerde braadsensor
of geactiveerde kooksensor een duur instelt, begint de
duur onmiddellijk af te lopen en niet pas als het
temperatuurniveau is bereikt.
Tijd veranderen of wissen
Kies de kookzone en raak vervolgens het symbool 6
aan.
Kooktijd met de twist-knop wijzigen of ‹‹ instellen om
de kooktijd te wissen.
Aan het einde van de ingestelde tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een signaal,
de kookzone geeft weer en in de timer-indicatie
knippert ‹‹. Een willekeurig symbool of de twist-knop
aanraken; de indicaties en het geluidssignaal
verdwijnen.
Aanwijzingen
Is er een kooktijd voor meerdere kookzones
geprogrammeerd, dan verschijnt in de timer-
indicatie altijd de bereidingstijd die het eerst
afloopt. De indicatie 6 van de kookzone is oranje
verlicht.
Voor het opvragen van de resterende kooktijd van
een kookzone: de betreffende kookzone kiezen.De
kookduur verschijnt gedurende 10 seconden.
De kookwekker
Met de kookwekker kunt u een tijd tot 99 minuten
instellen.
Hij functioneert onafhankelijk van de kookzones en
andere instellingen. Deze functie schakelt een kookzone
niet automatisch uit.
Zo wordt de functie ingesteld
1Symbool Š aanraken, in de kookwekker-indicatie
verschijnt ‹‹.
2Met de twist-knop de gewenste tijd kiezen.
3Raak opnieuw het symbool Š aan om de gekozen
tijd te bevestigen.
De tijd begint af te lopen.
Tijd veranderen of wissen
Het symbool Š aanraken en met de twistknop de tijd
veranderen of op het symbool ‹‹ zetten.
Aan het einde van de ingestelde tijd
Drie minuten lang klinkt er een signaal. In de wekker-
indicatie knippert ‹‹. Raak opnieuw het symbool Š
aan, de indicaties en het signaal verdwijnen.
Wekker plus
Als u het symbool Š enkele seconden ingedrukt houdt
voordat het geluidssignaal stopt, wordt de stopwatch
geactiveerd.
In de stopwatch-indicatie verschijnt de tijd die
afgelopen is vanaf het moment dat de wekkertijd is
ingesteld. In de wekker-indicatie knippert de
vooringestelde tijd.
Het symbool Š enkele seconden lang ingedrukt
houden. De stopwatch wordt stilgezet en de stopwatch-
indicaties verdwijnen.
De functie is gedeactiveerd.
Stopwatch-functie
De stopwatch wijst de tot nu toe afgelopen kooktijd in
minuten en seconden aan (mm.ss). De maximale
tijdsduur is 99 minuten en 59 seconden (99.59). Is deze
waarde bereikt, dan begint de indicatie weer bij 00.00.
De stopwatch functioneert onafhankelijk van de
kookzones en andere instellingen. Deze functie schakelt
een kookzone niet automatisch uit.
Activeren
Symbool ® aanraken.Op het display van de stopwatch
verschijnt ‹‹.‹‹.
De tijd begint te lopen.
Deactiveren
Het symbool ® aanraken, de stopwatch-functie wordt
onderbroken. De indicaties van de stopwatch blijven
verlicht.
Wordt het symbool ® opnieuw aangeraakt zolang het
nog oranje oplicht, dan loopt de tijd verder.
Wanneer het symbool ® lang wordt aangeraakt,
verdwijnen de indicaties.
De functie is gedeactiveerd.
23
Boosterfunctie voor kookpannen nl
v
Boosterfunctie voor pannen
Boosterf uncti e voor kookpannen
Met deze functie worden grote hoeveelheden nog
sneller verwarmd dan met de vermogensstand Š.De
booster-functie voor kookpannen verhoogt gedurende
korte tijd de hoogste stand van de gekozen kookzone.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: Op de flexibele kookzone kan de booster-
functie ook worden geactiveerd wanneer de kookzone
als één afzonderlijke kookzone wordt gebruikt.
Activeren
1Kies de kookzone.
2Symbool Ž aanraken.
De indicatie ˜ licht op.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1Kies de kookzone.
2Symbool Ž aanraken, twist-knop gebruiken of een
andere functie kiezen.
De indicatie ˜ verdwijnt en de kookzone schakelt
terug naar de kookstand Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzingen
Onder bepaalde omstandigheden kan deze functie
automatisch uitschakelen, om de elektronische
elementen binnenin de kookplaat te beschermen.
Wanneer er voor activering van de functie een
kookstand was ingesteld, wordt deze na
deactivering van de functie automatisch weer
overgenomen.
v
Boosterfunctie voor bak- en
braadpannen
Boosterfuncti e voor pannen
Met deze functie kunnen pannen nog sneller worden
opgewarmd dan met de kookstandŠ.
Kies na deactivering van de functie de geschikte
kookstand voor uw gerechten.
Deze functie kan alleen worden geactiveerd voor een
kookzone wanneer de andere kookzone van dezelfde
groep niet in gebruik is (zie Afb.).
Aanwijzing: Op de flexibele kookzone kan de booster-
functie voor pannen ook worden geactiveerd wanneer
de kookzone als één afzonderlijke zone wordt gebruikt.
Advies voor het gebruik
Gebruik altijd kookgerei dat niet van tevoren
verwarmd is.
Gebruik pannen met een egale bodem. Gebruik
geen kookgerei met een dunne bodem.
Nooit leeg kookgerei, olie, boter of vet verwarmen
zonder dat er toezicht bij is.
Geen deksel op het kookgerei leggen.
Plaats het kookgerei in het midden van de
kookzone. Zorg ervoor dat de diameter van de
pannenbodem overeenkomt met de grootte van de
kookzone.
Informatie over het soort, de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u in paragraaf
~ "Koken met inductie"
Activeren
1Kookzone kiezen.
2Symbool © aanraken. De indicatie licht op.
De functie is geactiveerd.
24
nl Warmhoudfunctie
Deactiveren
1Kookzone kiezen.
2Het symbool © aanraken, de twist-knop gebruiken
of een andere functie kiezen. De indicatie
verdwijnt. Op het display van de kookzone is de
kookstand Š verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzingen
Na 30 seconden schakelt deze functie automatisch
uit.
Wanneer er voor de activering van de functie een
vermogensstand was ingesteld, wordt deze na de
deactivering van de functie weer automatisch
overgenomen.
z
Warmhoudfunctie
Warmhoudfuncti e
Deze functie is geschikt voor het smelten van chocolade
of boter en voor het warmhouden van gerechten.
Activeren
1Kies de gewenste kookzone.
2Raak binnen de volgende 10 seconden het symbool
£ aan.
Op het display is verlicht.
De functie is geactiveerd.
Deactiveren
1Kies de juiste kookzone uit.
2Symbool £ aanraken, aan de twist-knop draaien of
een andere functie kiezen.
De indicatie verdwijnt. De kookzone schakelt uit
en de restwarmte-indicatie is verlicht.
De functie is gedeactiveerd.
25
Kookhulpfuncties nl
Ü
Kookhulpfuncties
Kookhulpfuncti es
De kookhulpfuncties garanderen eenvoudig koken en
vormen de garantie voor uitstekende kookresultaten. De
aanbevolen temperatuurstanden zijn geschikt voor elke
manier van koken.
Hiermee zijn bereidingswijzen mogelijk zonder dat het
gerecht bovenmatig kookt en u krijgt perfecte kook- en
bakresultaten.
De sensoren meten permanent de temperatuur van het
kookgerei. Hierdoor kan het kookvermogen zo worden
geregeld dat altijd de juiste temperatuur behouden
wordt.
Als de gekozen temperatuur is bereikt, kunt u het
gerecht toevoegen. De temperatuur wordt constant
gehouden zonder dat u het temperatuurniveau hoeft te
veranderen.
Deze functie bestaat voor alle kookzones.
Als een draadloze kooksensor voorhanden is, staan de
kookfuncties voor alle kookzones ter beschikking.
Dit hoofdstuk bevat informatie over:
Kookhulpfunctietypes
Geschikte pannen
Sensoren en speciale accessoires
Functies en kookstanden
Aanbevolen gerechten
Kookhulpfunctietypes
Met de kookhulpfuncties kiest u voor elk gerecht de
meest geschikte bereidingswijze.
In de tabel kunt u zien welke verschillende functie-
instellingen er voor de kookhulp beschikbaar zijn:
Kookprocessen Tempera-
tuurstanden
Kookgerei Beschikbaarheid Activeren
Braadsensor voor pannen
Met weinig olie braden 1, 2, 3, 4, 5 Alle kookzones Ú
Kooksensor
Warmhouden, opwarmen 70 °C Alle kookzones ¨
Zachtjes laten koken in melk 85 °C Alle kookzones ¨
Zachtjes laten koken in water 90°C Alle kookzones ¨
Koken 100 °C Alle kookzones ¨
Koken met de snelkookpan 115 °C Alle kookzones ¨
Frituren bij lage temperatuur 160 °C Alle kookzones ¨
Frituren bij matige temperatuur 170 °C Alle kookzones ¨
Frituren bij hoge temperatuur 180 °C Alle kookzones ¨
*Voorverwarmen met deksel en frituren zonder deksel.
Als de kookplaat niet over een draadloze kooksensor beschikt, kunt u deze achteraf aanschaffen in de vakhandel, via onze ser-
vicedienst of via onze officiële website.
26
nl Kookhulpfuncties
Geschikte pannen
Kies de kookzone die qua diameter het meest geschikt
is voor de bodem van de pan en plaats de pan in het
midden van de kookzone.
Gebruik voor de kookfuncties vormen die zo hoog zijn
dat de benodigde hoeveelheid water boven de
siliconenpatch van de draadloze kooksensor uitkomt.
Voor de braadsensor bestaan geoptimaliseerde pannen
en accessoires. Deze kunt u achteraf aanschaffen in de
vakhandel of via onze technische servicedienst of
officiële website. Geef steeds het corresponderende
referentienummer op.:
GP900001 pan met een diameter van 15 cm.
GP900002 pan met een diameter van 19 cm.
GP900003 pan met een diameter van 21 cm.
GP900004 pan met een diameter van 28 cm. Alleen
aanbevolen voor de FlexPlus-kookzone.
CA051300 teppanyaki. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
CA052300 grillplaat. Alleen aanbevolen voor de
flexibele kookzone.
Deze pannen zijn voorzien van een antiaanbaklaag,
zodat er voor het bakken en braden niet veel olie nodig
is.
Aanwijzingen
De braadsensor voor pannen is speciaal voor dit
type en deze grootte van pannen geoptimaliseerd
en ideaal om de Teppanyaki en de grillaccessoires
in de flexibele kookzone te gebruiken.
Als de pannen een ander formaat hebben of niet
juist zijn geplaatst, wordt de braadsensor van de
FlexZone mogelijk niet geactiveerd. Zie hoofdstuk
~ "Flex-functie".
Pannen van een ander type kunnen oververhit raken
en de temperatuur kan lager of hoger zijn dan de
gekozen temperatuurstand. Probeer eerst de
laagste temperatuurstand uit en verander deze zo
nodig.
Voor de kooksensor zijn alle pannen geschikt die voor
inductiekoken kunnen worden gebruikt. Informatie over
kookgerei dat geschikt is voor inductiekoken vindt u in
het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
In de kookassistenttabel vindt u het geschikte kookgerei
voor elke functie.
Sensoren en speciale accessoires
De sensoren meten permanent de temperatuur van het
kookgerei. Hierdoor wordt het koken met hoge precisie
geregeld en wordt de juiste temperatuur aangehouden
om perfecte kookresultaten te krijgen.
Uw kookplaat beschikt over twee verschillende
systemen voor het meten van de temperatuur, om tot de
beste resultaten te komen:
Temperatuursensoren die zich binnen de kookplaat
bevinden en de temperatuur van de bodem van het
kookgerei controleren. Geschikt voor de
braadsensor voor pannen.
Draadloze kooksensor, die de informatie over de
temperatuur van de pan verder leidt naar het
bedieningspaneel. Geschikt voor de kookfuncties.
De kooksensor is absoluut noodzakelijk voor het
gebruik van de kookfuncties.
Als uw kookplaat niet over een draadloze kooksensor
beschikt, kunt u deze achteraf aanschaffen in de
vakhandel, via onze technische servicedienst of officiële
website, met opgave van het referentienummer
CA060300.
Informatie over de draadloze temperatuursensor vindt u
in paragraaf ~ "Draadloze temperatuursensor".
Functies en kookstanden
Braadsensor voor pannen
Als u gerechten braadt, behoudt u met deze functie de
geschikte pantemperatuur.
Deze functie bestaat voor alle kookzones.
Voordelen bij het bakken en braden
De kookzone warmt alleen op wanneer dit nodig is
ter handhaving van de temperatuur. Zo kan er
energie worden bespaard en raakt de olie of het vet
niet oververhit.
De braadsensor geeft aan wanneer de lege pan de
optimale temperatuur voor het toevoegen van olie
en vervolgens van voedsel heeft bereikt.
Aanwijzingen
Leg geen deksel op de pan. Anders wordt de
functie niet goed geactiveerd. Een
spatbescherming gebruiken om vetspatten te
vermijden.
Gebruik olie of vet die geschikt zijn. Wordt er boter,
margarine, koudgeperste olijfolie of varkensvet
gebruikt, zet de temperatuurstand dan op 1 of 2.
Verhit nooit vet of olie zonder erbij te blijven.
27
Kookhulpfuncties nl
Heeft de kookzone een hogere temperatuur dan de
pan of omgekeerd, dan wordt de kooksensor niet
op de juiste manier geactiveerd.
Als u met een grote hoeveelheid olie braadt, dan
altijd volgende kooksensorfunctie gebruiken: met
een grote hoeveelheid olie in een pan frituren,
temperatuur op 160 - 180 °C instellen.
Temperatuurstanden
Zo stelt u in
Kies de juiste temperatuurstand in de tabel. Een lege
pan op de kookzone plaatsen.
1De kookzone kiezen en het symbool Ú aanraken.In
de kookzone-indicatie is Ú verlicht en wordt de
temperatuurstand ‘‚ weergegeven.
2Binnen de volgende 10 seconden met de twist-knop
de gewenste temperatuurstand kiezen.
3In de kookzone-indicatie wordt het verloop van het
opwarmproces van ¬ tot ª weergegeven en dit
knippert in afwisseling met de ingestelde
temperatuurstand. Als de ingestelde
braadtemperatuur bereikt is, klinkt er een signaal
en verdwijnt de opwarmindicatie. De
temperatuurstand wordt opnieuw weergegeven.
4Doe wanneer de braadtemperatuur bereikt is eerst
de olie en vervolgens de gerechten in de pan.
Aanwijzing: U dient de gerechten te keren, zodat ze niet
aanbranden.
De braadsensor voor pannen uitschakelen
De kookzone selecteren en het symbool Ú aanraken of
met de twist-knop de temperatuurstand instellen. Er
weerklinkt een signaal en het symbool Ú verdwijnt. De
functie is gedeactiveerd.
Kooksensor
Met deze functies kunt u levensmiddelen opwarmen,
garen, koken, bereiden met de snelkookpan of frituren
in een gewone pan met rijkelijk olie.
De functies zijn beschikbaar voor alle kookzones.
Voordelen
De kookzone verwarmt alleen om de temperatuur te
behouden. Dit spaart energie. Olie of vet raken niet
oververhit.
De temperatuur wordt voortdurend gecontroleerd.
Op deze manier wordt voorkomen dat er voedsel
overkookt en u hoeft de temperatuurstand niet te
wijzigen.
De kooksensorfuncties melden wanneer het water
of de olie de optimale temperatuur heeft bereikt om
het product toe te voegen (zie uitzonderingen in de
tabel voor producten die meteen aan het begin
worden toegevoegd).
Aanwijzingen
Gebruik potten en pannen met een egale en dikke
bodem. Gebruik geen potten en pannen waarvan de
bodem dun of vervormd is.
De pan zo vullen dat de inhoud de juiste hoogte
bereikt om de siliconenpatch van de kooksensor af
te dekken.
Als u met weinig olie braadt, altijd de braadsensor
voor pannen gebruiken.
Plaats de pan op zo'n manier dat de draadloze
kooksensor naar de buitenzijde van de kookplaat
wijst.
Temperatuurstand Geschikt voor
1 zeer laag Bereiden en reduceren van sauzen, stoven van groente en bakken van gerechten met koudgeperste
olijfolie, boter of margarine.
2 laag Bakken en braden van gerechten met koudgeperste olijfolie, boter of margarine, bijv. omeletten.
3 laag gemiddeld Het bakken of braden van vis en dikke producten, zoals bijv. gehaktballen en worstjes.
4 gemiddeld hoog Het bakken van steaks, medium of well done, gepaneerde diepvriesproducten, dunne bakproducten
zoals schnitzels, in reepjes gesneden vlees in saus, en groente.
5 hoog Het bakken en braden van gerechten bij hoge temperaturen, bijv. aardappelpannenkoekjes, gebakken
aardappels en steaks rare (saignant).
X|
Y|
Â
Â
X|
Y|
Â
Â
28
nl Kookhulpfuncties
De draadloze kooksensor tijdens het koken niet van
de pan afnemen.
Na het bereiden de draadloze kooksensor van de
pan afnemen. Opgelet, de draadloze kooksensor
kan erg heet zijn.
Temperatuurbereiken en -standen
Tips voor het koken met de kooksensor
Warmhouden/opwarmen: diepvriesproducten in
porties, bijv. spinazie. Het diepvriesproduct in de
pan doen. De aangegeven waterhoeveelheid
toevoegen. De pan met een deksel afsluiten en de
temperatuur op 70 °C instellen. Af en toe
doorroeren.
Gaar trekken: deze functie is geschikt om
levensmiddelen bij lage temperaturen te garen en
om sauzen en eenpansgerechten in te dikken.
Temperatuur op 90 °C instellen.
Koken: met deze functie kunt u water met gesloten
deksel koken zonder dat het overkookt. De
temperatuurregeling maakt efficiënt koken mogelijk.
Temperatuur op 100 °C instellen.
Koken in de snelkookpan: de aanbevelingen van de
fabrikant in acht nemen. Na het geluidssignaal
verder bereiden gedurende de aanbevolen tijd.
Temperatuur op 115 °C instellen.
Frituren met veel olie in de pan: de olie verwarmen
met gesloten deksel. De deksel na het
geluidssignaal afnemen en het gerecht toevoegen,
voor zover er in de tabel Aanbevolen gerechten
niets anders vermeld staat. De temperatuur op 170
°C instellen.
Aanwijzingen
Altijd met gesloten deksel koken, behalve als u de
functie met veel olie in de pan frituren, 170 °C
gebruikt.
Als er geen signaal te horen is, dan controleren of
zich een deksel op de pan bevindt. Voor een
optimale werking van de kooksensor wordt
aangeraden om altijd een deksel te gebruiken,
behalve als u de functie met veel olie in de pan
frituren gebruikt.
Olie niet zonder toezicht verhitten. Gebruik olie die
geschikt is om te frituren. Gebruik geen mengsel
van verschillende frituurvetten, zoals olie en reuzel,
omdat er dan schuim van hete vetmengsels kan
ontstaan.
Bent u bijv. na het koken van aardappels niet
tevreden met het resultaat, gebruik de volgende
keer dan meer water. Behoud het aanbevolen
temperatuurniveau.
Kookpunt instellen
Het punt waarop het water begint te koken hangt af van
hoe hoog uw woonplaats zich boven zeeniveau bevindt.
Kookt het water te sterk of te zwak, dan kunt u het
kookpunt instellen. Hiervoor:
Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" voor de
keuze van de basisinstelling ™†.
De basisinstelling is standaard ingesteld op 3. Ligt
uw woonplaats op een hoogte tussen de 200 en
400 m boven zeeniveau, dan hoeft het kookpunt niet
te worden ingesteld. Kies anders de instelling die in
de volgende tabel voor de betreffende hoogte
vermeld staat:
Aanwijzing: Het temperatuurniveau 100 °C volstaat
voor efficiënt koken, ook als het water hierbij niet al te
sterk kookt. Het kookpunt kunt u echter wijzigen. Als u
bijvoorbeeld sterker wilt laten opkoken, een lagere
hoogte kiezen.
Kooksensor Temperatuurbereik Geschikt voor
Verwarmen / Warmhouden 60-70 °C Bijv. soepen, punch
Zachtjes laten koken 80-90 °C Bijv. rijst, melk
Koken 90-100 °C Bijv. deegwaren, groente
Garen in de snelkookpan 110-120 °C Bijv. kip, eenpansmaaltijd.
Frituren met veel olie in de pan 170-180 °C Bijv. donuts, balletjes
Hoogte Instelwaarde ™†
0 - 100 m
100 - 200 m ƒ
200 - 400 m *
400 - 600 m
600 - 800 m
800 - 1000 m
1000 - 1200 m ˆ
1200 - 1400 m
Boven 1400 m Š
* Basisinstelling
29
Kookhulpfuncties nl
Programmering
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1Zie hoofdstuk ~ "Voorbereiding en verzorging
van de draadloze temperatuursensor" voor het
bevestigen van de temperatuursensor aan de pan
2Een pan met voldoende vloeistof op de gewenste
kookzone plaatsen en altijd een deksel erop doen.
3Met de twist-knop de gewenste kookzone kiezen.
Op het display van de kookstand verschijnt .
4Op het symbool ¨ van het bedieningspaneel
drukken. Er klinkt een signaal. In de indicatie van de
kookzone is het symbool ¨ verlicht.
5Het symbool ¨ op de draadloze kooksensor
indrukken. Zodra de kooksensor is herkend, licht
als voorgestelde temperatuur 95° C op in de
kookzone-indicatie.
6Met de twist-knop de gewenste tijdsduur instellen.
De temperatuur kan in stappen van 5°C worden
gewijzigd.
7In de kookzone-indicatie wordt het verloop van het
opwarmproces van ¬ tot ª weergegeven en dit
knippert in afwisseling met de ingestelde
temperatuur. Als de ingestelde temperatuur bereikt
is, klinkt er een signaal en verdwijnt de
opwarmindicatie. De gekozen temperatuur wordt
weer weergegeven.
8De deksel na het geluidssignaal afnemen en het
voedsel toevoegen. Tijdens de bereiding de pan
gesloten houden.
Aanwijzing: Bij de functie “Frituren met veel olie in
de pan” de pan niet afdekken.
De kooksensorfuncties roept u via de draadloze
kooksensor op. Hiervoor:
Het kookgerei plaatsen en op het symbool ¨ van
de draadloze temperatuursensor drukken.
Met de twistknop de kookzone selecteren.
Wanneer de functie gereed is, wordt als voorgestelde
temperatuur 95° C weergegeven.
Kooksensor-functie uitschakelen
U heeft meerdere mogelijkheden om de functie te
deactiveren:
Kookzone kiezen en het symbool ¨ aanraken.
Kookzone kiezen en met de twist-knop de
temperatuur instellen.
Symbool ¨ op de draadloze kooksensor drukken.
Er klinkt een signaal en het symbool ¨ verdwijnt van de
kookzone-indicatie.De functie is gedeactiveerd.
X|
Y|
Â
X|
Y|
Â
30
nl Kookhulpfuncties
Aanbevolen gerechten
De volgende tabel bevat een keur aan gerechten en is
op levensmiddelen gesorteerd. De temperatuur en
bereidingstijd zijn afhankelijk van de hoeveelheid, de
toestand en de kwaliteit van de levensmiddelen.
Kookhulpfuncties:
ÚBraadsensor voor pannen
¨Kooksensor
Vlees Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Schnitzel, ongepaneerd 1Ú4 6 - 10
Schnitzel, gepaneerd 1Ú4 6 - 10
Filet 2Ú4 6 - 10
Koteletten 1Ú3 10 - 15
Cordon bleu 1Ú4 10 - 15
Wiener schnitzel 1Ú4 10 - 15
Steak, rare (3 cm dik) 2Ú5 6 - 8
Steak, medium (3 cm dik) 2Ú5 8 - 12
Steak, well done (3 cm dik) 1Ú4 8 - 12
Gevogeltefilet (2 cm dik) 1Ú3 10 - 20
In reepjes gesneden vlees 3Ú4 7 - 12
Gyros 3Ú4 7 - 12
Spek 1Ú2 5 - 8
Gehakt 3Ú4 6 - 10
Hamburger (1,5 cm dik) 1Ú3 6 - 15
Gehaktballen (2 cm dik) 1Ú3 10 - 20
Gevulde gehaktballen 1Ú3 10 - 20
Gekookte worst 1Ú3 8 - 20
Worstjes, rauw 1Ú3 8 - 20
Zachtjes laten koken
Worstjes 4¨90 ºC 10 - 20
Koken
Vleesballetjes 4¨100 ºC 20 - 30
Soepkip 4¨100 ºC 60 - 90
Gekookt rundvlees in soep 4¨100 ºC 60 - 90
Koken met de snelkookpan
Soepkip 5¨115 ºC 15 - 25
Gekookt rundvlees in soep 5¨115 ºC 15 - 25
1 Herhaaldelijk keren.
2 Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal er bij doen.
3 Regelmatig roeren.
4 Warm maken en bereiden met deksel. Na de signaaltoon de gerechten er in doen.
5 Het product aan het begin toevoegen.
6 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel braden.
31
Kookhulpfuncties nl
Met veel olie frituren
Stukken kip frituren6¨170 ºC 10 - 15
Vleesballetjes frituren 6¨170 ºC 10 - 15
Vlees Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
1 Herhaaldelijk keren.
2 Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal er bij doen.
3 Regelmatig roeren.
4 Warm maken en bereiden met deksel. Na de signaaltoon de gerechten er in doen.
5 Het product aan het begin toevoegen.
6 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel braden.
Vis Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Visfilet ongepaneerd 1Ú4 10 - 20
Visfilet, gepaneerd 1Ú3 10 - 20
Krabben 1Ú4 4 - 8
Garnalen 1Ú4 4 - 8
Vis in zijn geheel gebakken 1Ú3 10 - 20
Zachtjes laten koken
Gestoofde vis 2¨90 ºC 15 - 20
Met veel olie frituren
Vis in bierdeeg frituren 3¨170 ºC 10 - 15
Gepaneerde vis frituren 3¨170 ºC 10 - 15
1 Herhaaldelijk keren.
2 Warm maken en bereiden met deksel. Na de signaaltoon de gerechten er in doen.
3 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel braden.
Eiergerechten Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Spiegeleieren in boter 1Ú2 2 - 6
Spiegeleieren 2Ú4 2 - 6
Roerei 3Ú2 4 - 9
Omelet 4Ú2 3 - 6
Crêpes 4Ú5 1,5 - 2,5
Wentelteefjes 4Ú3 4 - 8
Kaiserschmarrn (pannenkoek) 4Ú3 10 - 15
Koken
Gekookte eieren 5¨100 ºC 5 - 10
1 De boter en het product na het geluidssignaal toevoegen.
2 Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
3 Regelmatig roeren.
4 Totale tijdsduur per portie. Na elkaar braden.
5 Product aan het begin toevoegen.
32
nl Kookhulpfuncties
Groente en peulvruchten Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Knoflook 1Ú2 2 - 10
Uien, gefruit 1Ú2 2 - 10
Uienringen 1Ú3 5 - 10
Courgettes 2Ú3 4 - 12
Aubergines 2Ú3 4 - 12
Paprika 1Ú3 4 - 15
Groene asperges bakken 2Ú3 4 - 15
Paddestoelen 1Ú4 10 - 15
Groente in olie stoven 1Ú1 10 - 20
Geglaceerde groente 1Ú3 6 - 10
Koken
Broccoli 3¨100 ºC 10 - 20
Bloemkool 3¨100 ºC 10 - 20
Spruitjes 3¨100 ºC 30 - 40
Gewone bonen 3¨100 ºC 15 - 30
Kikkererwten 4¨100 ºC 60 - 90
Erwten 3¨100 ºC 15 - 20
Linzen 4¨100 ºC 45 - 60
Koken met de snelkookpan
Groenten in snelkookpan 4¨115 ºC 3 - 6
Kikkererwten in de snelkookpan 4¨115 ºC 25 - 35
Witte bonen in de snelkookpan 4¨115 ºC 25 - 35
Linzen in de snelkookpan 4¨115 ºC 10 - 20
Met veel olie frituren
Gepaneerde groente frituren 5¨170 ºC 4 - 8
Groente in bierdeeg frituren 5¨170 ºC 4 - 8
Gepaneerde paddenstoelen frituren 5¨170 ºC 4 - 8
Paddestoelen in bierdeeg frituren 5¨170 ºC 4 - 8
1 Regelmatig roeren.
2 Herhaaldelijk keren.
3 Warm maken en bereiden met deksel. De levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
4Het product aan het begin toevoegen.
5 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel braden.
33
Kookhulpfuncties nl
Aardappels Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Gebakken aardappels van gekookte aardappels 1Ú5 6 - 12
Frites (van ongekookte aardappels) 1Ú4 15 - 25
Aardappelkoekjes 2Ú5 2,5 - 3,5
Zwitserse rösti 3Ú2 50 - 55
Geglaceerde aardappels 1Ú3 10 - 15
Zachtjes laten koken
Aardappelballetjes garen 4¨85 ºC 30 - 40
Koken
Aardappelen koken 5¨100 ºC 30 - 45
Koken met de snelkookpan
Aardappels in de snelkookpan 5¨115 ºC 10 - 20
1 Regelmatig roeren.
2 Totale tijdsduur per portie. Na elkaar braden.
3 Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen.
4 Warm maken en bereiden met deksel. Na de signaaltoon de gerechten er in doen.
5 Het product aan het begin toevoegen.
Pasta en granen Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Zachtjes laten koken
Rijst 1¨90 ºC 25 - 35
Polenta2¨85 ºC 3 - 8
Griesmeelpap 2¨85 ºC 5 - 10
Koken
Deegwaren 2¨100 ºC 7 - 10
Deegflappen 2¨100 ºC 6 - 15
Koken met de snelkookpan
Rijst in de snelkookpan 3¨115 ºC 5 - 8
1 Warm maken en bereiden met deksel. Na de signaaltoon de gerechten er in doen.
2 Regelmatig roeren.
3 Product aan het begin toevoegen.
Soep Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Zachtjes laten koken
Instant crèmesoepen 1¨90 ºC 10 - 15
Koken
Huisbereide bouillons 2¨100 ºC 60 - 90
Instantsoepen1¨100 ºC 5 - 10
Koken met de snelkookpan
Huisbereide bouillon in de snelkookpan 2¨115 ºC 20 - 30
1 Regelmatig roeren.
2 Het gerecht aan het begin toevoegen.
34
nl Kookhulpfuncties
Sauzen Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Tomatensaus met groente 1Ú1 25 - 35
Bechamelsaus 1Ú1 10 - 20
Kaassaus 1Ú1 10 - 20
Saus inkoken 1Ú1 25 - 35
Zoete sauzen 1Ú1 15 - 25
1 Regelmatig roeren.
Dessert Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Zachtjes laten koken
Rijstepap1¨85 ºC 40 - 50
Havermoutpap1¨85 ºC 10 - 15
Chocoladepudding1¨85 ºC 3 - 5
Koken
Compote 2¨100 ºC 15 - 25
Met veel olie frituren
Berliner bollen frituren 3¨160 ºC 5 - 10
Donuts frituren 3¨160 ºC 5 - 10
Buñuelos frituren 3¨160 ºC 5 - 10
1 Regelmatig roeren.
2 Het gerecht aan het begin toevoegen.
3 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel braden.
35
Kookhulpfuncties nl
Diepvriesproducten Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Schnitzel 1Ú4 15 - 20
Cordon bleu 1Ú4 10 - 30
Filet van gevogelte 1Ú4 10 - 30
Chicken Nuggets 1Ú4 10 - 15
Gyros 2Ú4 10 - 15
Kebab 2Ú4 10 - 15
Visfilet ongepaneerd 1Ú3 10 - 20
Visfilet, gepaneerd 1Ú3 10 - 20
Vissticks 1Ú4 8 - 12
Frites bakken 2Ú5 4 - 6
Pangerechten 2Ú3 6 - 10
Loempia's 1Ú4 10 - 30
Camembert 1Ú3 10 - 15
Warmhouden, opwarmen
Groente in roomsaus 2¨70 ºC 15 - 20
Koken
Gewone boontjes, diepvries 3¨100 ºC 15 - 30
Met veel olie frituren
Frites frituren 4¨180 ºC 4 - 8
1 Herhaaldelijk keren.
2 Regelmatig roeren.
3 Warm maken en bereiden met deksel. Na de signaaltoon de gerechten er in doen.
4 De olie met gesloten deksel verhitten. Na elkaar en zonder deksel braden.
Diversen Kookhulp-
functies
Temperatuur-
stand
Totale bereidingstijd vanaf
het geluidssignaal (min.)
Met weinig olie braden
Camembert 1Ú3 7 - 10
Croûtons 2Ú3 6 - 10
Droge kant-en-klaarmaaltijden 3Ú1 5 - 10
Amandelen roosteren 4Ú4 3 - 15
Noten roosteren 4Ú4 3 - 15
Pijnboompitten roosteren 4Ú4 3 - 15
Warmhouden, opwarmen
Goulashsoep opwarmen 5¨70 ºC 10 - 20
Glühwein opwarmen 5¨70 ºC 5 - 15
Zachtjes laten koken
Melk verhitten 5¨85 ºC 3 - 10
1 Herhaaldelijk keren.
2 Regelmatig roeren.
3 Het water na het geluidssignaal toevoegen. Levensmiddelen toevoegen zodra het water begint te koken.
4De producten na het geluidssignaal toevoegen.
5 Het product aan het begin toevoegen.
36
nl Kookhulpfuncties
Teppan Yaki en Grill voor de
Flex-zone
De Teppanyaki en de grillaccessoires zijn ideaal voor de
flexibele kookzone en optimaal kookgerei om de
braadsensor te gebruiken.
¬Grill
De Grill past zich aan de Flex-zone aan. U kunt grote en
kleine hoeveelheden vlees, vis, verse groente en brood
gezond en eenvoudig klaarmaken met heel weinig olie.
De geribbelde vorm zorgt ervoor dat de gerechten
minder vet opnemen. Heel eenvoudig kunnen gerechten
worden gegrild die eruit zien en smaken alsof ze op een
traditionele grill zijn bereid. Doe wat olie op de grill of
het oppervlak van het gerecht om de warmteoverdracht
te vergemakkelijken.
«Teppan Yaki
Met de Teppan Yaki kunt u eenvoudig en gezond vlees,
vis, zeevruchten, groente, zoete gerechten en brood
klaarmaken met heel weinig olie. De Teppan Yaki past
zich perfect aan de Flex-zone aan. Door het directe
contact met de plaat en de gelijkvormige
warmteoverdracht blijven consistentie, kleur en
malsheid van de levensmiddelen bij het aanbraden
behouden.
De volgende tabel bevat een keur aan gerechten en is
op levensmiddelen gesorteerd. De temperatuur en
bereidingstijd zijn afhankelijk van de hoeveelheid, de
toestand en de kwaliteit van de levensmiddelen.
Aanwijzing: Flex-zone als enige kookzone instellen om
de functie naar behoren te activeren.
Kookgerei Temperatuur-
stand
Totale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
Vlees
Schnitzel, ongepaneerd1« / ¬4 6 - 10
Filet1« / ¬4 6 - 10
Koteletten1« / ¬3 10 - 15
Steak, rare (3 cm dik)1« / ¬5 6 - 8
Steak, medium (3 cm dik)1« / ¬5 8 - 12
Steak, well done (3 cm dik)1« / ¬4 8 - 12
Gevogeltefilet (2 cm dik)1« / ¬3 10 - 20
Spek1« / ¬3 5 - 8
Hamburger1« / ¬3 6 - 15
Gekookte worst1« / ¬4 8 - 20
Worstjes, rauw 1« / ¬4 8 - 20
Gyros2«4 7 - 12
Gehakt2«4 6 - 10
Vis en zeevruchten
Visfilet, ongepaneerd1« / ¬4 10 - 20
Krabben1« / ¬4 4 - 8
Garnalen1« / ¬4 4 - 8
Hele vis bakken1« / ¬3 15 - 30
1 Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren
2 Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Regelmatig roeren.
3 Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
4 Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
5 Olie (oppervlak van het gerecht inwrijven) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
6 Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
37
Kookhulpfuncties nl
Groente
Courgette1« / ¬3 4 - 12
Aubergines1« / ¬3 4 - 12
Paprika1« / ¬3 4 - 15
Groene asperges bakken1« / ¬3 4 - 15
Paddestoelen2« / ¬4 10 - 15
Knoflook2«2 2 - 10
Uien stoven2«2 2 - 10
Groente glaceren2«3 6 - 10
Aardappels
Gebakken aardappels van gekookte aardappels2«5 6 - 12
Aardappelkoekjes4«5 2,5 - 3,5
Geglaceerde aardappels2«3 10 - 15
Eiergerechten
Spiegeleieren in boter3«2 2 - 6
Spiegelei in olie1«4 2 - 6
Roerei2«2 4 - 9
Omelet4«2 3 - 6
Pannenkoeken4«5 1,5 - 2,5
Wentelteefjes4«3 4 - 8
Kaiserschmarrn (pannenkoek)4«3 10 - 15
Diversen
Roosteren5« / ¬4 4 - 6
Croûtons2«3 6 - 10
Amandelen roosteren6«4 3 - 15
Noten roosteren6«4 3 - 15
Pijnboompitten roosteren6«4 3 - 15
Kookgerei Temperatuur-
stand
Totale braadtijd vanaf het
geluidssignaal (min.)
1 Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren
2 Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Regelmatig roeren.
3 Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
4 Olie (zo nodig) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Totale tijdsduur per portie. Na elkaar bakken.
5 Olie (oppervlak van het gerecht inwrijven) en levensmiddelen na het geluidssignaal in de pan doen. Zo nodig keren.
6 Levensmiddelen na het geluidssignaal toevoegen.
38
nl Draadloze temperatuursensor
Draadloze temperatuursensor
Draadloze temperatuursensor
Vooraleer u de kooksensorfuncties de eerste keer
gebruikt, de draadloze temperatuursensor met het
bedieningsveld verbinden.
Voorbereiding en verzorging van de
draadloze temperatuursensor
In deze paragraaf krijgt u de volgende informatie:
Opplakken van de siliconenpatch
Draadloze kooksensor aanbrengen
Reiniging
Batterij vervangen
U kunt de siliconenpatch en de kooksensor achteraf
aanschaffen in de vakhandel of via onze technische
servicedienst of officiële website. Geef hiervoor steeds
het juiste referentienummer op:
Siliconenpatch opplakken
Met behulp van de siliconenpatch wordt de kooksensor
vastgemaakt aan het kookgerei.
Als u een pan voor het eerst gebruikt met de
kooksensorfuncties, moet de siliconenpatch direct op
deze pan worden aangebracht. Hiervoor:
1De plaats waar de patch wordt opgeplakt dient vrij
van vet te zijn. De pan schoonmaken, goed drogen
en de plaats van de lijm inwrijven met bijv. spiritus.
2De beschermfolie van de siliconenpatch nemen.
Met behulp van het meegeleverde sjabloon de
siliconenpatch op de juiste plaats aan de
buitenkant van de pan lijmen.
3De siliconenpatch over het hele oppervlak
aandrukken, ook aan de binnenkant.
De lijm heeft een uur nodig om goed uit te harden. De
pan in deze tijd niet gebruiken of schoonmaken.
Aanwijzingen
De pan met de siliconenpatch niet gedurende
langere tijd in het zeepsop laten liggen.
Mocht de siliconenpatch loslaten, dan moet er
nieuwe worden gebruikt.
Draadloze temperatuursensor aanbrengen
De temperatuursensor zo op de siliconenpatch
aanbrengen dat hij zich perfect aanpast.
Aanwijzingen
Zorg ervoor dat de siliconenpatch volledig droog is
voordat de temperatuursensor wordt aangebracht.
Plaats de pan op zo'n manier dat de
temperatuursensor naar de buitenzijde van de
kookplaat wijst.
De temperatuursensor mag niet op een andere hete
pan worden gericht, ter vookoming van
oververhitting.
Neem de temperatuursensor na het koken van de
pan. Bewaar hem op een schone, veilige plaats en
niet in de buurt van warmtebronnen.
U kunt maximaal drie temperatuursensoren
tegelijkertijd gebruiken.
De draadloze temperatuursensor
verbinden met het bedieningspaneel
Om de draadloze kooksensor met het bedieningsveld te
verbinden, als volgt te werk gaan:
1Zie het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen" voor de
keuze van de basisinstelling ™†
. Het symbool ¨ is wit verlicht.
2Het symbool ¨ aanraken. Er klinkt een signaal, het
symbool ¨ is oranje verlicht. De kookstanden zijn
wit verlicht en de kookzone-indicaties van de
kookzones knipperen.
Raak binnen de volgende 30 seconden kort het
symbool ¨ op de draadloze kooksensor aan.
00577921 Set met 5 siliconenpatches
CA060300 Kooksensor en set met 5 siliconenpatches
39
Draadloze temperatuursensor nl
3 Registratie geslaagd: binnen enkele seconden
wordt de draadloze temperatuursensor herkend. Er
klinken drie korte pieptonen en het symbool ¨
verandert van oranje in wit. De kooksensor-
indicaties aan de kookzones verdwijnen.
Registratie mislukt: er zijn vijf pieptonen te horen.
Het symbool ¨ verandert direct van oranje in wit en
de kooksensor-indicaties verdwijnen van de
kookzones.
Zodra de draadloze kooksensor correct verbonden
is met het bedieningspaneel zijn de kookfuncties
beschikbaar.
Als gevolg van een storing van de draadloze
kooksensor kan er vanwege de volgende redenen
sprake zijn van een foutieve verbinding:
Bluetooth-communicatiefout.
U hebt het symbool ¨ aan de kooksensor niet
binnen 30 seconden na selectie van de
kookzone ingedrukt.
De batterij van de draadloze kooksensor is bijna
leeg.
De draadloze kooksensor resetten en de
verbindingsprocedure opnieuw uitvoeren.
Bij een foutieve verbinding vanwege een
overdrachtsfout de verbindingsprocedure opnieuw
uitvoeren.
Komt er geen verbinding tot stand, neem dan
contact op met de servicedienst.
Draadloze temperatuursensor resetten
1Symbool ¨ gedurende ca. 8-10 seconden
aanraken.
Gedurende deze periode licht de LED-indicatie van
de temperatuursensor drie maal op. Bij de derde
keer oplichten van de LED start het resetten. Op
dat moment de vinger van het symbool afnemen.
Zodra de LED gedoofd is, is de draadloze
temperatuursensor gereset.
2Verbindingsprocedure vanaf punt 2 herhalen.
Reinigen
De draadloze temperatuursensor mag niet in de
vaatwasmachine worden gereinigd.
Temperatuursensor
Reinig de temperatuursensor met een vochtige doek.
Nooit in de vaatwasmachine reinigen. Nooit in water
dompelen of schoonmaken onder stromend water.
Haal de temperatuursensor na het koken van de pan.
Bewaar hem op een schone, veilige plaats, bijv. in de
verpakking, en niet in de buurt van warmtebronnen.
Siliconenpatch
Alvorens deze aan te brengen op de temperatuursensor
moet de sensor worden schoongemaakt en afgedroogd.
Geschikt voor de afwasmachine.
Aanwijzing: Het kookgerei met de siliconenpatch niet
gedurende langere tijd in het zeepsop laten liggen.
Venster van de temperatuursensor.
Het sensorvenster moet altijd schoon en droog zijn. Ga
hierbij als volgt te werk:
U dient regelmatig vuil en vetvlekken te verwijderen.
Gebruik voor het schoonmaken een zachte doek of
wattenstaafjes en een schoonmaakmiddel voor glas.
Aanwijzingen
Gebruik geen scherpe reinigingsmiddelen, zoals
schuursponzen en schuurborstels of
reinigingscrème.
Raak het sensorvenster niet aan met uw vingers.
Hierdoor kan het vuil worden of er kunnen krassen
ontstaan.
40
nl Draadloze temperatuursensor
Batterij vervangen
Licht de temperatuursensor niet op wanneer het
symbool is ingedrukt, dan is de batterij ontladen.
Batterij vervangen:
1De siliconenafdekking van het onderste deel van de
behuizing van de temperatuursensor trekken en
beide schroeven verwijderen met een
schroevendraaier.
2De afsluiting van de temperatuursensor openen. De
batterij uit het oderste deel van de behuizing nemen
en een nieuwe batterij inbrengen (let erop dat de
patterijpolen in de juiste richting wijzen).
Attentie!
Geen voorwerpen van metaal gebruiken om de
batterij te verwijderen. De aansluitpunten van de
batterij niet aanraken.
3De afsluiting van de temperatuursensor sluiten (de
uitsparingen voor de schroeven van de afsluiting
moeten corresponderen met de inkepingen van het
onderste deel van de behuizing). De schroeven met
een schroevendraaier aandraaien.
4De siliconenafdekking weer aanbrengen op het
onderste deel van de behuizing van de
temperatuursensor.
Aanwijzing: Uitsluitend hoogwaardige batterijen
gebruiken van het type CR2032, om een langere
levensduur te garanderen.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Gaggenau Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met de functie Draadloze temperatuursensor
voldoet aan de fundamentele vereisten en de overige
toepasselijke bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.gaggenau.com op de
productpagina van uw apparaat bij de aanvullende
documenten.
De logo's en het merk Bluetooth® zijn geregistreerde
handelsmerken en eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
Het gebruik van deze merken door Gaggenau
Hausgeräte GmbH staat onder licentie. Alle andere
merken en merknamen zijn eigendom van de
betreffende bedrijven.
41
Kinderslot nl
A
Kinderslot
Kinderslot
Kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: twist-knop van de kookplaat nemen. Er klinkt
een signaal. De indicatie H is 10 seconden lang
verlicht. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: de twist-knop op het twist-pad plaatsen.
Aanwijzing: Wanneer de kookplaat bij het verwijderen
van de twist-knop ingeschakeld is, wordt eerst de
reinigingsbescherming van het display
geactiveerd.Wordt de twist-knop er na 10 minuten niet
opnieuw op geplaatst, dan schakelt de kookplaat uit en
wordt het kinderslot geactiveerd.
k
Display-reinigingsbescherming
Display-reinigingsbescherming
Wanneer u over het bedieningspaneel wrijft als de
kookplaat ingeschakeld is, kunnen er instellingen
veranderen. Om dit te voorkomen beschikt de kookplaat
over een functie om het bedieningspaneel voor
reinigingsdoeleinden te blokkeren.
Activeren: De twist-knop verwijderen.
Er klinkt een signaal. De indicatie en de
kookplaatinstellingen knipperen. Het verwarmen wordt
onderbroken. Is er een automatische kooktijd
geprogrammeerd, dan wordt deze op pauze gezet. Het
bedieningspaneel is gedurende 10 minuten
geblokkeerd.
U kunt over het oppervlak van het bedieningspaneel
wrijven zonder de instellingen te veranderen.
Deactiveren: Binnen 10 minuten de twist-knop weer
terugplaatsen.
Het bedieningspaneel is gedeblokkeerd. De kookplaat
warmt verder op met de vorige instellingen.
Om de functie voortijdig te beëindigen, plaatst u de
twist-knop binnen 10 minuten weer terug.
b
Automatische
veiligheidsuitschakeling
Automati sche veiligheidsuitschakeling
Wanneer een kookzone langere tijd in gebruik is en er
geen instellingen gewijzigd zijn, wordt de automatische
veiligheidsuitschakeling geactiveerd.
De kookzone warmt niet meer op. Er klinkt een signaal
en in de indicatie van de kookzone verschijnt de
restwarmte-indicatie œ of .
De kookzone kan op elk moment weer worden gekozen
en opnieuw ingesteld.
Het tijdstip waarop de automatische
veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd hangt af van
de ingestelde kookstand (na 1 tot 10 uur).
42
nl Basisinstellingen
Q
Basisinstellingen
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over verschillende
basisinstellingen. Deze basisinstellingen kunnen aan uw
persoonlijke behoeften worden aangepast.
--------
Indicatie Functie
™‚
Geluidssignalen
‹¯ Alle signalen zijn ingeschakeld.*
ŒDe meeste signalen zijn uitgeschakeld.
™ƒ
Keuzetijd van de kookzone
De kookzone blijft 5 seconden lang geselecteerd.
‚‹ De kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd.*
‚† De kookzone blijft slechts 15 seconden lang geselecteerd.*
Œ Onbegrensd: de laatste ingestelde kookzone blijft geselecteerd.
™„
Power-management-functie. Totale vermogen van de kookplaat begrenzen
Gedeactiveerd.Maximale vermogen van de kookplaat.*/**
1000 W minimaal vermogen.
.1500 W
...
3000 W aanbevolen voor 13 ampère.
.3500 W aanbevolen voor 16 ampère.
4000 W
.4500 W aanbevolen voor 20 ampère.
...
Š of Š.Maximaal vermogen van de kookplaat.**
™…
Terugzetten naar de fabrieksinstellingen
‹””Individuele instellingen aanhouden.*
‹¯ Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
™†
Kooksensor
De draadloze kooksensor verbinden met de kookplaat.
De instelling afhankelijk van de hoogte boven de zeespiegel:
- ƒ verlaging
Basisinstelling
- Š verhoging
™‡
Automatische kookfunctie
Een afzonderlijke kookzone kiezen om de vermogensstand voor de automatische kookfunctie vooraf in te stel-
len.
™ˆ
Kookgerei, resultaat van het bereidingsproces controleren
Niet geschikt
Niet optimaal
ƒGeschikt
™Š
Home Connect
~ "Home Connect instellingen" op pagina 45
* Fabrieksinstelling
**Het maximale vermogen van de kookplaat wordt aangegeven op het typeplaatje.
43
Home Connect nl
Zo komt u bij de basisinstellingen:
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1De kookplaat inschakelen.
2In de volgende 10 seconden op het symbooI t
drukken.
De eerste vier indicaties geven de
productinformatie weer. Aan de twist-knop draaien
om elke afzonderlijke indicatie te kunnen zien.
3Door opnieuw het symbool t aan te raken, komt u
bij de basisinstellingen.
In de indicaties lichten ™‚ en ‹¯ op als
voorinstelling.
4Het symbool t zo vaak aanraken tot de gewenste
functie wordt weergegeven.
5Vervolgens de gewenste instelling kiezen met de
twist-knop.
6Het symbool t minstens 4 seconden lang
aanraken.
De instellingen zijn opgeslagen.
De basisinstellingen verlaten
Schakel de kookplaat uit met de hoofdschakelaar.
o
Home Connect
Home Connect
Dit apparaat is voorzien van WLAN, zodat er via een
mobiel eindapparaat instellingen naar het apparaat
kunnen worden gezonden.
Als het apparaat niet met het thuisnetwerk wordt
verbonden, functioneert het als een kookveld zonder
netwerkaansluiting. Het kookveld kan altijd via het
bedieningspaneel worden bediend.
De beschikbaarheid van de functie Home Connect is
afhankelijk van de beschikbaarheid van de Home
Connect diensten in uw land. De Home Connect
diensten zijn niet in elk land beschikbaar.Meer
informatie hierover vindt u op www.home-connect.com.
Aanwijzingen
Kookvelden zijn niet bedoeld voor gebruik zonder
toezicht - het koken moet worden gecontroleerd.
Houd u aan de veiligheidsadviezen in deze
gebruiksaanwijzing. Zorg ervoor dat deze ook
worden nageleefd wanneer u het apparaat via de
Home Connect app bedient. Houd u ook aan de
aanwijzingen in de Home Connect
app.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 6
U kunt met de Home Connect app instellingen naar
uw apparaat zenden. Deze moeten vervolgens op
het apparaat worden bevestigd. Het is niet mogelijk
het apparaat te bedienen terwijl u onderweg bent.
De directe bediening van het apparaat heeft altijd
voorrang. In deze tijd is de bediening via de
Home Connect app niet mogelijk.
Instellen
Om instellingen via Home Connect te kunnen uitvoeren,
moet de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat geïnstalleerd en geconfigureerd zijn.
Aanwijzing: Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max. 2 W nodig.
Configureren van de Home Connect App
Aanwijzing: U heeft een mobiel eindapparaat nodig dat
is voorizen van de actuele versie van het betreffende
besturingssysteem.
1Open op uw mobiele eindapparaat de App Store
(Apple-apparaten) of de Google Play Store
(Android-apparaten).
2Voer het zoekbegrip “Home Connect” in.
3Kies de Home Connect App en installeer deze op
uw mobiele eindapparaat.
4Start de app en stel uw Home Connect toegang in.
De app leidt u daarbij door het aanmeldingsproces.
Noteer vervolgens uw e-mailadres en uw password.
Productinformatie Indicatie
Klantenservice-index (KI) ‹‚
Fabricagenummer ”š
Fabricagenummer 1 Š†.
Fabricagenummer 2 .
W
W
44
nl Home Connect
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
Informatie hierover vindt u in de handleiding van uw
router. U dient toegang tot uw router te hebben.
Is dit niet het geval, doorloop dan de stappen
“Handmatige aanmelding in het thuisnetwerk”.
1Basisinstellingen openen.
2Symbool t zo vaak aanraken tot de instelling ™Š
•’ verschijnt.
3Symbool ® aanraken om Home Connect-
instellingen te openen.
In het instelgebied knipperen •’‚ en ¯“£
afwisselend.In de kookzone-indicatie is ‹””
verlicht.
4Met de twist-knop de waarde ’‹‚ instellen.
In de kookzone-indicatie knipperen ’‹‚ en het
symbool D.
5Binnen 2 minuten de WPS-toets van de router
indrukken.
De kookplaat is met het netwerk verbonden
wanneer het symbool D op het bedieningspaneel
niet meer knippert maar verlicht is.
Aanwijzing: Als er geen verbinding kan worden
gemaakt, verschijnt de waarde ’‹ƒ “handmatig
verbinden”. Het apparaat handmatig aanmelden bij
het thuisnetwerk of de automatische verbinding
opnieuw starten.
Het apparaat probeert automatisch om verbinding
met de app te maken. In het instelgebied knipperen
•’ƒ en ˜‘‚ afwisselend. In de kookzone-
indicatie knippert de waarde ‹¯.
6App op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen voor de automatische
netwerkaanmelding opvolgen.
Het aanmelden is afgesloten wanneer in de kookzone-
indicatie de waarde ‹¯ niet meer knippert en de
waarde ‹”” weer oplicht.
Handmatige aanmelding bij het thuisnetwerk
Aanwijzing: Voor de handmatige aanmelding bij het
thuisnetwerk (WLAN) heeft u de netwerknaam (SSID)
en het wachtwoord (key) van uw thuisnetwerk nodig.
1Basisinstellingen openen.
2Symbool t zo vaak aanraken tot de instelling ™Š
•’ verschijnt.
3Symbool ® aanraken om Home Connect-
instellingen te openen.
In het instelgebied knipperen •’ en ¯“£
afwisselend.In de kookzone-indicatie is ‹””
verlicht.
4Met de twist-knop de waarde ’‹ƒ instellen.
In de kookzone-indicatie knipperen ’‹ƒ en het
symbool D.
5Naar het algemene instellingenmenu van het
mobiele eindapparaat gaan en de WLAN-
instellingen opvragen.
W
W
'
W
W
'
45
Home Connect nl
6Mobiel eindapparaat bij het netwerk van de
kookplaat en de SSID “HomeConnect” aanmelden
met de sleutel “HomeConnect”. Het kan tot
60 seconden duren voordat de verbinding tot stand
gebracht is.
7Wanneer het verbinden gelukt is de Home Connect
app openen.
De app zoekt nu enkele seconden naar de
kookplaat. Wanneer de kookplaat gevonden is,
wordt u - voor zover dit nog niet gebeurd mocht zijn
- verzocht de netwerknaam (SSID) en het
wachtwoord (key) van uw thuisnetwerk (WLAN) in te
voeren in de betreffende velden.
8Druk vervolgens op “Naar huishoudapparaat
zenden”.
9De kookplaat is met het netwerk verbonden
wanneer op het bedieningspaneel het symbool D
verlicht is.
Het apparaat probeert automatisch om verbinding
met de app te maken. In het instelgebied knipperen
•’ƒ en ˜‘‚ afwisselend. In de kookzone-
indicatie knippert de waarde ‹¯.
Het aanmelden is afgesloten wanneer in de kookzone-
indicatie de waarde ‹¯ niet meer knippert en de
waarde ‹”” weer oplicht.
Vervolgens kunt u hier uw mobiele eindapparaat weer
verbinden met het thuisnetwerk.
Volg de aanwijzingen van de app op.
Home Connect instellingen
U kunt Home Connect op elk moment aan uw wensen
aanpassen.
Navigeer in de basisinstellingen van uw kookveld naar
de Home Connect instellingen om de netwerk- en
apparaatinformatie weer te geven.
W
'
Indicatie Functie
•’‚ / ¯“£ Aanmelding in het thuisnetwerk (WLAN)
‹”” Niet verbonden/netwerkverbinding ver-
breken
’‹‚ Automatisch verbinden
’‹ƒ Handmatig verbinden
‹¯ Verbonden
•’ƒ / ˜‘‚ Verbinding met app
‹”” Niet verbonden/
Het aanmeldproces is afgesloten
‹¯ Verbinding maken
•’„ / ’‹¯ Verbinding met het thuisnetwerk (WLAN)
‹”” Draadloze module uitgeschakeld
‹¯ Draadloze module ingeschakeld
•’… / ¥“† Instellingen via app
‹”” Uitgeschakeld
‹¯ Ingeschakeld*
•’† / —˜š Software-update
š“” Update beschikbaar en gereed voor
installatie
‚¯† Starten van de installatie
•’‡ / ¥“š Externe toegang door servicedienst
‹”” Niet toegestaan
‹¯ Toegestaan
•’ˆ / †£¥ WLAN signaalsterkte
¯‘ Niet verbonden met het thuisnetwerk
(WLAN)
Signaalsterkte 1 (zwak)
ƒ Signaalsterkte 2 (gemiddeld)
Signaalsterkte 3 (goed)
•’‰ / †“¥ Verbinding met Home Connect server
¯‘ Niet verbonden
‹¯ Verbonden
* Basisinstelling
46
nl Home Connect
Aanwijzingen
De instelling •’ƒ wordt alleen weergegeven
wanneer het apparaat met het thuisnetwerk is
verbonden.
De instelling •’„ wordt alleen weergegeven
wanneer het apparaat al eens met een netwerk is
verbonden.
De instelling •’† wordt alleen weergegeven
wanneer er een update beschikbaar is.
De instelling •’‡ wordt alleen weergegeven
wanneer de servicedienst verbinding met het
apparaat probeert te maken. Nadat u toegang heeft
verleend, kunt u deze op elk gewenst moment weer
beëindigen.
De instellingen •’ˆ en •’‰ worden alleen
weergegeven als er een WLAN-verbinding is.
WLAN deactiveren
Is WLAN geactiveerd, dan kunt u gebruikmaken van de
Home Connect functionaliteit.
Aanwijzing: Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max. 2W nodig.
1Basisinstelling ™Š openen.
2Symbool ® zo vaak aanraken tot afwisselend de
instelling •’„ en ’‹¯ verschijnen.
In de kookzone-indicatie is ‹¯ verlicht.
3Met de twist-knop de waarde ‹”” instellen.
WLAN is gedeactiveerd en op het bedieningspaneel
verdwijnt het symbool D.
Aanwijzing: De netwerkinstellingen worden
opgeslagen. Wanneer de WLAN-functie opnieuw wordt
geactiveerd, probeert de kookplaat verbinding te maken
met het opgeslagen netwerk.
Loskoppelen van het netwerk
U kunt de kookplaat op elk moment van het netwerk
loskoppelen.
Aanwijzing: Wanneer de kookplaat losgekoppeld is van
het netwerk kan hij niet via Home Connect worden
bediend.
1Basisinstelling ™Š openen.
2Symbool ® zo vaak aanraken tot afwisselend de
instellingen •’‚ en ¯“£ verschijnen.
In de kookzone-indicatie is ‹¯ verlicht.
3Met de twist-knop de waarde ‹”” instellen.
Het apparaat heeft geen verbinding met het
thuisnetwerk meer en het symbool D verdwijnt van het
bedieningspaneel.
Netwerk verbinden
1Basisinstelling ™Š openen.
2Symbool p zo vaak aanraken tot afwisselend de
instellingen •’‚ en ¯“£ verschijnen.
In de kookzone-indicatie is ‹”” verlicht.
3Met de twist-knop de waarde
’‹‚ “Automatisch verbinden” of
’‹ƒ “Handmatig verbinden” instellen.
4Aanwijzingen in het hoofdstuk
“Automatische aanmelding in het thuisnetwerk” of
“Handmatige aanmelding in het thuisnetwerk”
opvolgen.
W
'
W
47
Home Connect nl
Met app verbinden
Wanneer de Home Connect app op uw mobiele
eindapparaat is geïnstalleerd, kunt u hem verbinden met
uw kookplaat.
Aanwijzingen
Het apparaat moet verbonden zijn met het netwerk.
De app moet zijn geopend en geconfigureerd.
Wanneer er een directe verbinding met een
afzuigkap is, dient u de kookplaat eerst te
ontkoppelen van het thuisnetwerk en de verbinding
opnieuw te starten. ~ "Loskoppelen van het
netwerk" op pagina 45, ~ "Netwerk verbinden"
op pagina 45
1Basisinstelling ™Š openen.
2Symbool p zo vaak aanraken tot afwisselend de
instellingen •’ƒ en ˜‘‚ verschijnen.
In de kookzone-indicatie is ‹”” verlicht.
3Met de twist-knop de waarde ‹¯ instellen.
4De app op het mobiele eindapparaat starten en de
aanwijzingen opvolgen, om het verbindingsproces
af te sluiten.
Het aanmelden is afgesloten wanneer in de kookzone-
indicatie de waarde ‹¯ niet meer knippert en de
waarde ‹”” weer oplicht.
Instellingen via app
U kunt met de Home Connect app op comfortabele
wijze toegang krijgen tot de basisinstellingen van de
kookplaat en instellingen voor de kookzones naar de
kookplaat zenden.
Aanwijzingen
Voor het wijzigen van de basisinstellingen moet de
kookplaat uitgeschakeld zijn.
De directe bediening van het apparaat heeft altijd
voorrang. In deze tijd is de bediening via de Home
Connect app niet mogelijk.
In de leveringstoestand is de overbrenging van
instellingen geactiveerd.
Als de overbrenging van instellingen is
gedeactiveerd, worden alleen de
bedrijfstoestanden van de kookplaat in de Home
Connect app weergegeven.
1Basisinstelling ™Š openen.
2Symbool p zo vaak aanraken tot afwisselend de
instellingen •’… en ¥“† verschijnen.
3Om de overbrenging te activeren, met de twist-knop
de waarde ‹¯ kiezen en om hem te deactiveren, de
waarde ‹”” kiezen.
Kookinstellingen bevestigen
Zodra kookinstellingen naar een kookzone worden
doorgestuurd, begint de kookzone-indicatie te
knipperen. Om de instellingen te bevestigen, de
knipperende indicatie aanraken ·. Om de instellingen
te annuleren, een willekeurige andere toets van de
kookplaat aanraken.
Software-update
Met de functie Software-update wordt de software van
uw kookplaat geactualiseerd (bijv. voor optimalisatie,
het verhelpen van fouten of veiligheidsrelevante
updates). Voorwaarde is dat u een geregistreerde Home
Connect gebruiker bent, de app op uw mobiele
eindapparaat hebt geïnstalleerd en verbonden bent met
de Home Connect server.
Zodra er een software-update beschikbaar is, wordt u
via de Home Connect app geïnformeerd over de plaats
waar u de update ook kunt downloaden.
Nadat het downloaden met succes is afgesloten kunt u
de installatie starten via de kookplaat (basisinstellingen,
instellingen ™Š, instelling •’†/—˜š) of de Home
Connect app, wanneer u zich in uw lokale netwerk
bevindt.
Nadat de installatie met succes is afgesloten wordt u via
de Home Connect app geïnformeerd.
Aanwijzingen
Tijdens het downloaden kunt u de kookplaat
gewoon blijven gebruiken.
Afhankelijk van de persoonlijke instellingen in de
app kunnen software-updates ook automatisch
worden gedownload.
In geval van een veiligheidsrelevante update is het
raadzaam deze zo snel mogelijk te installeren.
W
'
W
'
48
nl Home Connect
Afstandsdiagnose
De klantenservice kan via de diagnose op afstand
toegang verkrijgen tot uw apparaat als u zich met de
desbetreffende wens tot de klantenservice richt, uw
apparaat met de Home Connect server verbonden is en
de diagnose op afstand in het land waarin u het
apparaat gebruikt, beschikbaar is.
Aanwijzing: Meer informatie alsook aanwijzingen over
de beschikbaarheid van de diagnose op afstand in uw
land vindt u in het gedeelte service/support van de
lokale website: www.home-connect.com
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
Eenduidige identificatie van het apparaat
(bestaande uit apparaatsleutels en het MAC addres
van de gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudelijke apparaat.
Status van een eventuele eerdere reset naar de
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de Home
Connect functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging kan in de Home
Connect app worden opgevraagd.
Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart Gaggenau Hausgeräte GmbH dat het
apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet aan
de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke
bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder www.gaggenau.com op de
productpagina van uw apparaat bij de aanvullende
documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max.
5 GHz band: 100 mW max.
y
BE BG CZ DK DE EE IE EL
ES FR HR IT CY LV LT LU
HU MT NL AT PL PT RO SI€
SK FI SE UK NO CH TR
5 GHz WLAN (Wi-Fi): alleen voor het gebruik binnenshuis
49
Verbinding afzuigkap nl
e
Verbinding afzuigkap
Verbinding afzuigkap
U kunt dit apparaat met een passende afzuigkap
verbinden en zo de functies van de kap regelen via de
kookplaat.
Er zijn verschillende mogelijkheden om de apparaten
met elkaar te verbinden:
Home Connect
Wanneer beide apparaten geschikt zijn voor Home
Connect, is het mogelijk ze te verbinden via de Home
Connect app.
Zie hiervoor de meegeleverde documentatie van Home
Connect.
Apparaten direct verbinden
Als het apparaat rechtstreeks met een afzuigkap wordt
verbonden, is er geen verbinding met het thuisnetwerk
meer mogelijk. Het apparaat functioneert als een
kookplaat zonder netwerkverbinding. De kookplaat kan
altijd via het bedieningspaneel worden bediend.
Apparaten verbinden via het thuisnetwerk
Als de apparaten via het thuisnetwerk met elkaar
worden verbonden, dan kan zowel de afzuigregeling als
Home Connect voor de kookplaat worden gebruikt.
Aanwijzingen
Houd u aan de veiligheidsadviezen in de
gebruiksaanwijzing van de afzuigkap. Zorg ervoor
dat deze ook worden opgevolgd als u het apparaat
via de afzuigregeling van de kookplaat
bedient.~ "Belangrijke veiligheidsvoorschriften"
op pagina 6
De bediening op de afzuigkap heeft altijd voorrang.
Gedurende deze tijd is bediening via de
afzuigregeling van de kookplaat niet mogelijk.
Bij de functie Gereed voor bedrijf heeft uw
apparaat binnen het netwerk max. 2 W nodig.
Instellen
Om de verbinding tussen kookplaat en afzuigkap in te
kunnen stellen, moet de kookplaat ingeschakeld zijn.
Directe verbinding
Zorg ervoor dat de afzuigkap uitgeschakeld is.
Lees hiervoor het hoofdstuk “Verbinding kookplaat” in
de gebruiksaanwijzing van uw afzuigkap.
Aanwijzing: Als u de kookplaat rechtstreeks met de
afzuigkap verbindt, is er geen verbinding met het
thuisnetwerk meer mogelijk en kunt u Home Connect
niet meer gebruiken.
1Basisinstellingen openen.
2Symbool t zo vaak aanraken tot de instelling ™“
verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹”” verlicht.
3Met de twist-knop de waarde instellen.
In de kookzone-indicatie knippert .
4Binnen 2 minuten op de afzuigkap de verbinding
starten.
De kookplaat is met de afzuigkap verbonden als in de
kookzone-indicatie de waarde ‹¯ verschijnt. Op het
bedieningspaneel van de kookplaat worden de
symbolen voor de afzuigregeling van de kookplaat
weergegeven.
50
nl Verbinding afzuigkap
Verbinding via thuisnetwerk
U heeft een router met WPS-functionaliteit nodig.
U dient toegang tot uw router te hebben.Als dat niet het
geval is, volgt u de stappen bij “Rechtstreekse
verbinding”.
Zorg er aan het begin voor dat de afzuigkap zich in het
thuisnetwerk bevindt.
1Basisinstellingen openen.
2Symbool t zo vaak aanraken tot de instelling ™“
verschijnt.
In de kookzone-indicatie is ‹”” verlicht.
3Met de twist-knop de waarde instellen.
In de kookzone-indicatie knippert .
4Binnen 2 minuten de WPS-toets van de router
indrukken.
De kookplaat wordt verbonden met het thuisnetwerk
en in de kookzone-indicatie verschijnt de waarde ƒ.
5Verbinding op de afzuigkap starten.
De kookplaat is verbonden met de afzuigkap als in de
kookzone-indicatie de waarde ‹¯ verschijnt. Op het
bedieningspaneel van de kookplaat worden de
symbolen voor de afzuigregeling van de kookplaat
weergegeven.
Aanwijzing: Er kan alleen verbinding worden gemaakt
wanneer beide apparaten met het thuisnetwerk zijn
verbonden en met het verbindingsproces bezig zijn. Is
de tijd voor het verbindingsproces bij een van beide
apparaten reeds verstreken, start de verbinding dan
opnieuw (Basisinstellingen, instelling ™“).
Verbinding terugzetten
U kunt de opgeslagen verbindingen met het
thuisnetwerk en met de afzuigkap op elk moment
terugzetten.
1Basisinstellingen openen.
2Symbool t zo vaak aanraken tot de instelling ™“
verschijnt.
3Met de twist-knop de waarde ‹”” instellen.
Kap via het kookveld regelen
In de basisinstellingen van uw kookveld kunt u het
gedrag van uw afzuigkap afhankelijk van in- en
uitschakeling van het kookveld of afzonderlijke
kookplaten instellen. ~ "Afzuigregeling instellingen"
op pagina 49
Via het bedieningspaneel kunt u andere instellingen
uitvoeren.
Ventilator instellen
Inschakelen
Symbool } aanraken.
Ventilatorstand instellen
Twist-knop naar links of rechts draaien om de
ventilatiestand aan te passen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
Uitschakelen
Uitschakelen en verder gaan met de bereiding
1Symbool } aanraken.
2Met de twist-knop ventilatiestand kiezen.
De kookplaat uitschakelen:
Wat de ventilator na het uitschakelen van de kookplaat
doet, hangt af van de gekozen basisinstelling.
De ventilator bevindt zich in de naventilatiestand
wanneer ¥ te zien is.
Aanwijzing: Het symbool E kan ook na het
uitschakelen van de kookplaat en de ventilator nog zwak
te zien zijn.
Verlichting van de kap instellen
U kunt het licht van de kap via het bedieningspaneel van
de kookplaat in- en uitschakelen.
Symbool ž aanraken.
Afhankelijk van de gekozen basisinstellingen gaat het
licht samen met het gebuik van de kookplaat aan of uit.
~ "Afzuigregeling instellingen"
Indicatie Functie
Ventilator uit
Automatische stand
Bij dampvorming start de ventilator automatisch
, ƒ, Ventilatiestanden
Intensiteit: laag, gemiddeld, hoog
˜PowerBoost-functie
»Interval-ventilatie
¥Naventilatie
51
Kookgerei-test nl
Afzuigregeling instellingen
U kunt de afzuigregeling van het kookveld op elk
moment aan uw wensen aanpassen.
Basisinstellingen wijzigen ~ "Basisinstellingen"
Aanwijzing: De instellingen ™‘, ™›, ™™ en ™š
worden alleen weergegeven als het apparaat is
verbonden met een afzuigkap.
t
Kookgerei-test
Kookgerei-test
Met deze functie kunnen de snelheid en kwaliteit van
het kookproces afhankelijk van het kookgerei worden
gecontroleerd.
Het resultaat is een referentiewaarde en hangt af van de
eigenschappen van het kookgerei en de gebruikte
kookzone.
1Plaats de onverwarmde pan met ca. 200 ml water in
het midden van de kookzone die qua diameter het
meest geschikt is voor de bodem ervan.
2Ga naar de basisinstellingen en kies de
instelling ™ˆ.
3Raak het instelbereik aan. In de kookzone-indicatie
knippert A.
De functie is geactiveerd.
Na 10 seconden verschijnt in de kookzone-indicatie het
resultaat over de kwaliteit en snelheid van het
kookproces.
Controleer het resultaat aan de hand van de volgende
tabel:
Draai aan de twist-knop om de functie weer te activeren.
Indica-
tie
Functie
™“ Verbinding kookplaat - kap
‹”” Niet verbonden* / verbinding verbreken.
Verbinding maken.
ƒVerbonden met het thuisnetwerk.
‹¯ Verbonden met de afzuigkap.
™‘ Automatisch starten van de ventilator
‹”” Uitgeschakeld.
De kap moet zo nodig handmatig worden
ingeschakeld.
Ingeschakeld in de automatische stand.*
De kap wordt bij inschakeling van een kook-
plaat in de automatische modus ingescha-
keld.
Ingeschakeld in de handmatige stand.
De kap wordt bij inschakeling van een kook-
zone op de laagste stand ingeschakeld.
ƒIngeschakeld in de handmatige stand.
De kap wordt bij inschakeling van een kook-
zone op de middelste stand ingeschakeld.
Ingeschakeld in de handmatige stand.
De kap wordt bij inschakeling van een kook-
zone op de hoogste stand ingeschakeld.
™› Naventilatie
‹”” De ventilator wordt samen met de kook-
plaat uitgeschakeld.
Ingeschakeld in de automatische stand.*
‹¯ Ingeschakeld met standaard naventilatie.
¯‹ Geen wijziging van de instellingen.
™™ Automatisch inschakelen van de verlichting
‹”” Uitgeschakeld.*
‹¯ Ingeschakeld.
De verlichting wordt bij inschakeling van de
kookplaat ingeschakeld.
™š Automatisch uitschakelen van de verlichting
‹”” Uitgeschakeld.*
‹¯ Ingeschakeld.
De verlichting wordt bij uitschakeling van
de kookplaat uitgeschakeld.
* Basisinstelling
Resultaat
Het kookgerei is niet geschikt voor de kookzone en
wordt daarom niet verwarmd.*
Het kookgerei wordt langzamer warm dan verwacht en
het kookproces verloopt niet optimaal.*
ƒHet kookgerei wordt goed verwarmd en het kookproces
verloopt goed.
* Is er een kleinere kookzone aanwezig, test het kookgerei
dan nog een keer op de kleinere kookzone.
X|
É
Y| [|
\|
52
nl PowerManager
Aanwijzingen
De flexibele kookzone is één kookzone; gebruik
slechts één kookvorm.
Is de gebruikte kookzone veel kleiner dan de
diameter van het kookgerei, dan zal waarschijnlijk
alleen het midden van de pan warm worden en valt
het resultaat mogelijk niet optimaal of naar
tevredenheid uit.
Voor informatie over deze functie, zie hoofdstuk
~ "Basisinstellingen".
Informatie over het soort, de grootte en de
plaatsing van het kookgerei vindt u in de
hoofdstukken ~ "Koken met inductie" en
~ "Flex-functie".
h
Power-Manager
PowerManager
Met de functie Power-Manager kan het totale vermogen
van de kookplaat worden ingesteld.
De kookplaat is in de fabriek vooringesteld. Het hoogste
vermogen is aangegeven op het typeplaatje. Met de
functie Power-Manager kan de waarde volgens de
vereisen van de betreffende elektro-installatie worden
gewijzigd.
Om deze instelwaarde niet te overschrijden, verdeelt de
kookplaat het beschikbare vermogen automatisch over
de ingeschakelde kookzones.
Zolang de functie Power-Manager is geactiveerd, kan
het vermogen van een kookzone tijdelijk onder de
normale waarde vallen. Wordt er een kookzone
ingeschakeld en is de vermogensbegrenzing bereikt,
dan verschijnt ¬ kort in de kookstanden-indicatie. Het
apparaat regelt en kiest automatisch een zo hoog
mogelijke vermogensstand.
Voor meer informatie over de manier waarop het totale
vermogen van de kookplaat wordt gewijzigd, zie het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
53
Reinigen nl
D
Reinigen
Reinigen:
Geschikte reinigings- en onderhoudsmiddelen kunt u
kopen via de klantenservice of in onze e-shop.
Kookplaat
Schoonmaken
Maak de kookplaat altijd schoon na het koken. Hierdoor
wordt voorkomen dat achtergebleven resten van
etenswaar inbranden. Maak de kookplaat pas schoon
wanneer de indicatie van de restwarmte verdwenen is.
Reinig de kookplaat met een vochtig schoonmaakdoekje
en droog hem vervolgens met een doek na, zodat er
geen kalkvlekken ontstaan.
Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn
voor dit soort kookplaten. Lees de aanwijzingen van de
fabrikant op de productverpakking.
Gebruik in geen geval:
onverdunde afwasmiddelen
schoonmaakmiddelen voor de vaatwasmachine
schuurmiddelen
scherpe schoonmaakmiddelen zoals ovensprays of
vlekkenmiddelen
schuursponsjes
hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten
Hardnekkig vuil verwijdert u het best met een in de
handel verkrijgbare schraper. Houd u aan de
aanwijzingen van de fabrikant.
Geschikte schrapers kunt u kopen via de klantenservice
of in onze online-shop.
Met speciale sponsjes voor het reinigen van kookplaten
van glaskeramiek bereikt u goede resultaten.
Aanwijzing: : Gebruik geen schoonmaakmiddelen
zolang de kookplaat warm is. Hierdoor kunnen vlekken
ontstaan. Zorg ervoor dat alle resten van het gebruikte
schoonmaakmiddel worden verwijderd.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te
voorkomen, dient u zich te houden aan de volgende
aanwijzingen:
Gebruik alleen warm zeepsop.
Was nieuwe schoonmaakdoekjes voor gebruik
grondig uit.
Gebruik geen scherpe of schurende
reinigingsmiddelen.
Gebruik geen schraper of scherpe voorwerpen.
Twistknop
Voor het schoonmaken van de twistknop kunt u het best
lauwwarm zeepsop gebruiken. Gebruik geen scherpe of
schurende reinigingsmiddelen. Maak de twistknop niet
schoon in de vaatwasmachine of in afwaswater.
Hierdoor kan hij beschadigd raken.
Mogelijke vlekken
Resten van kalk en
water
Maak de kookplaat schoon zodra hij
afgekoeld is. Er kan een geschikt
schoonmaakmiddel voor kookplaten van
glaskeramiek worden gebruikt.*
Suiker, maïzena of
plastic
Direct verwijderen, gebruik een schra-
per. Voorzichtig: risico van verbranding.*
* Vervolgens met een vochtig schoonmaakdoekje reinigen en
met een doek nadrogen.
54
nl Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ)
{
Veelgestelde vragen en antwoorden
(FAQ)
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ):
--------
Gebruik
Waarom kan ik de kookplaat niet inschakelen en waarom is het symbool van het kinderslot verlicht?
Het kinderslot is geactiveerd. Plaats de twist-knop op het twist-pad.
Informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk ~ "Kinderslot"
Waarom is er een geluidssignaal te horen?
Verwijder de vloeistof of etensresten van het bedieningspaneel. Verwijder alle voorwerpen die op het bedieningspa-
neel liggen.
De aanwijzingen voor het deactiveren van het geluidssignaal vindt u in het hoofdstuk ~ "Basisinstellingen"
Waarom kunnen de kookassistentiefuncties niet worden geactiveerd?
Het maximale opgenomen vermogen van het apparaat is bereikt of de functie PowerManager is geactiveerd. De vermo-
gensstanden van de actieve kookplaten uitschakelen of verlagen.
Meer informatie over deze functie vindt u in het hoofdstuk ~ "PowerManager"
Geluiden
Waarom zijn tijdens het koken geluiden te horen?
Afhankelijk van de kwaliteit van de bodem van het kookgerei kunnen bij gebruik van de kookplaat geluiden te horen
zijn. De geluiden zijn normaal, horen bij de inductietechnologie en wijzen niet op een defect.
Mogelijke geluiden:
Diep zoemen zoals bij een transformator:
Is hoorbaar bij het koken op een hogere kookstand. Het geluid verdwijnt of neemt af wanneer een lagere kookstand
wordt gekozen.
Diep fluiten:
Is hoorbaar wanneer het kookgerei leeg is. Dit geluid verdwijnt wanneer water of levensmiddelen in het kookgerei wor-
den gedaan.
Knisperen:
Is hoorbaar bij kookvormen die uit verschillende materiaallagen bestaan of bij gelijktijdig gebruik van kookgerei van ver-
schillende grootte en verschillend materiaal. Het volume van het geluid kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid en
bereidingswijze van de gerechten.
Hoge fluittonen:
Kunnen ontstaan wanneer voor twee kookzones tegelijk de hoogste kookstand wordt gebruikt. De fluittonen verdwij-
nen of worden zwakker wanneer de kookstand lager wordt gezet.
Ventilatorgeluid:
De kookplaat beschikt over een ventilator, die bij hoge temperaturen wordt ingeschakeld. De ventilator kan ook na uit-
schakeling van de kookplaat verder lopen, wanneer de gemeten temperatuur nog te hoog is.
55
Veelgestelde vragen en antwoorden (FAQ) nl
--------
--------
--------
Kookgerei
Welk kookgerei is geschikt voor de inductiekookplaat?
Informatie over kookgerei dat geschikt is voor inductie vindt u in het hoofdstuk ~ "Koken met inductie".
Waarom wordt de kookzone niet warm en knippert de kookstand?
De kookzone waarop de pan staat, is niet ingeschakeld.
Zorg ervoor dat de kookzone waarop de pan staat ingeschakeld is.
De pan is te klein voor de ingeschakelde kookzone of niet geschikt voor inductie.
Ga na of de pan geschikt is voor inductie en of hij op de kookzone met de meest geschikte afmetingen staat. Informa-
tie over het soort, de grootte en de plaatsing van de pan vindt u in de hoofdstukken ~ "Koken met inductie",
~ "Flex-functie" en ~ "Transfer-functie"
Waarom duurt het zo lang tot de pan warm wordt of waarom wordt hij niet warm genoeg, hoewel er een hoge kookstand
is ingesteld?
De pan is te klein voor de ingeschakelde kookzone of niet geschikt voor inductie.
Ga na of de pan geschikt is voor inductie en of hij op de kookzone met de meest geschikte afmetingen staat. Informa-
tie over het soort, de grootte en de plaatsing van het kookgerei vindt u in de hoofdstukken ~ "Koken met
inductie", ~ "Flex-functie" en ~ "Transfer-functie"
Reinigen
Hoe wordt de kookplaat schoongemaakt?
Met de speciale schoonmaakmiddelen voor glaskeramiek worden optimale resultaten bereikt. Wij adviseren om geen
scherpe of schurende schoonmaakmiddelen, reinigingsmiddelen voor afwasmachines (concentraten) of poetslappen
te gebruiken.
Meer informatie voor de reiniging en het onderhoud van uw kookplaat vindt u in het hoofdstuk~ "Reinigen"
56
nl Wat te doen bij storingen?
3
Wat te doen bij storingen?
Wat te doen bij stori ngen?:
In de regel gaat het bij storingen om kleinigheden ie
gemakkelijk op te lossen zijn. Neem alstublieft de
aanwijzingen in de tabel in acht voor u de servicedienst
belt.
Indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
Geen De stroomtoevoer is onderbroken. Controleer met behulp van andere elektrische apparaten
of er kortsluiting bij de stoomtoevoer is opgetreden.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het schakelschema.
Zorg ervoor dat het apparaat volgens het schakel-
schema is aangesloten.
Storing in het elektronisch systeem. Als u de storing niet kunt verhelpen, schakel dan de
technische servicedienst in.
De indicaties knipperen. Het bedieningspaneel is vochtig of er
bevindt zich een voorwerp op.
Maak het bedieningspaneel droog of verwijder het voor-
werp.
”ƒ / “‰ƒ‹ˆ De elektronica is oververhit, waardoor de
betreffende kookzone is uitgeschakeld.
Wacht tot de elektronica voldoende afgekoeld is. Raak
vervolgens een willekeurig symbool op de kookplaat
aan.
”… / “‰ƒ‹‰ De elektronica is oververhit, waardoor alle
kookzones zijn uitgeschakeld.
Ӡ + vermogensstand en
geluidssignaal
In het gebied van het bedieningspaneel
staat een hete pan. De elektronica dreigt
oververhit te raken.
De betreffende pan verwijderen.Kort daarna verdwijnt
de foutindicatie. U kunt het koken voortzetten.
Ӡ en geluidssignaal In het gebied van het bedieningspaneel
staat een hete pan. Ter bescherming van
de elektronica is de kookzone uitgescha-
keld.
Neem de pan weg en wacht enkele seconden. Raak een
willekeurig bedieningsvlak aan. Wanneer de foutindica-
tie verdwijnt, kunt u het koken voortzetten.
”‚ / ”‡ De kookzone is oververhit geraakt en uit-
geschakeld ter beveiliging van het werk-
blad.
De elektronica voldoende laten afkoelen en de kookplaat
opnieuw inschakelen.
”‹ De functie Instellingsoverdracht kan niet
worden geactiveerd.
De foutindicatie bevestigen door een willekeurige sen-
sor aan te raken. U kunt koken zoals u gewend bent, zon-
der de functie Instellingenoverdracht te gebruiken. De
technische servicedienst informeren.
”‰ De kookzone is lange tijd en zonder onder-
breking in gebruik geweest.
De automatische veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
Zie het hoofdstuk
”Š De FlexPlus-kookzone kan niet worden
geactiveerd.
Controleer de foutindicatie door een willekeurig bedie-
ningsvlak aan te raken. U kunt de overige kookzones
gebruiken zoals u gewend bent. Neem contact op met
de technische servicedienst.
“‰ƒ‹ƒ De temperatuursensor is oververhit
geraakt en de kookzone is uitgeschakeld.
Wacht tot de kooksensor voldoende is afgekoeld en acti-
veer de functie opnieuw.
“‰ƒ‹„ De temperatuursensor is oververhit, waar-
door alle kookzones zijn uitgeschakeld.
Als u de temperatuursensor niet gebruikt, neem hem
dan van de pan af en bewaar hem niet in de buurt van
andere kookzones of warmtebronnen. De kookzones
weer inschakelen.
“‰ƒ‹… De batterij van de temperatuursensor is
leeg.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie de paragraaf “Batterij
vervangen”.
“‰ƒ‹† De temperatuursensor heeft geen verbin-
ding meer.
De functie uit- en vervolgens weer inschakelen.
“‰ƒ‹‡ De temperatuursensor is kapot/defect. De technische servicedienst informeren.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
57
Wat te doen bij storingen? nl
--------
Aanwijzingen
Wanneer in de indicatie verschijnt, moet u het
sensorveld van de bijbehorende kookzone
ingedrukt houden om de storingscode te kunnen
aflezen.
Staat de storingscode niet vermeld in de tabel, haal
de stekker van de kookplaat dan uit het stopcontact,
wacht 30 seconden en sluit de kookplaat
vervolgens opnieuw aan. Verschijnt de indicatie
opnieuw, neem dan contact op met de technische
servicedienst en geef de exacte storingscode op.
Treedt er een fout op, dan gaat het apparaat niet
meer over naar de standby-modus.
De indicatie van de tempe-
ratuursensor is niet ver-
licht.
De temperatuursensor reageert niet en de
indicatie licht niet op.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie de paragraaf “Batterij
vervangen”.
Blijft het probleem bestaan, houd het symbool van de
temperatuursensor dan 8 seconden lang ingedrukt en
verbindt de temperatuursensor opnieuw met de kook-
plaat.
Is het probleem hiermee nog niet verholpen, neem dan
contact op met de technische servicedienst.
De indicatie van de tempe-
ratuursensor knippert
twee keer.
De batterij van de temperatuursensor is
bijna leeg. De volgende bereiding kan wor-
den afgebroken omdat de batterij leeg is.
Batterij 3V CR2032 vervangen. Zie de paragraaf “Batterij
vervangen”.
De indicatie van de tempe-
ratuursensor knippert drie
keer.
De temperatuursensor heeft geen verbin-
ding meer.
Houd het symbool van de temperatuursensor 8 secon-
den lang ingedrukt en verbindt de sensor opnieuw met
de kookplaat.
“Š‹‹‹
“Š‹‚‹
De bedrijfsspanning is onjuist en buiten
het normale bedrijfsgebied.
Neem contact op met uw elektriciteitsbedrijf.
—…‹‹ De kookplaat is niet op de juiste manier
aangesloten.
Haal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat hij volgens het schakelschema is aange-
sloten.
š“ De demo-modus is geactiveerd. Haal de stekker van de kookplaat uit het stopcontact. 30
seconden wachten en opnieuw aansluiten. Binnen de
volgende 3 minuten een willekeurig bedieningsvlak aan-
raken. De demo-modus is uitgeschakeld.
Indicatie Mogelijke oorzaak Oplossing
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel.
58
nl Servicedienst
4
Servicedienst
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat
onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een
passende oplossing, ook om een onnodig bezoek van
medewerkers van de servicedienst te voorkomen.
Typenummer (E-nr.) en
fabricagenummer (FD-nr.)
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst
altijd het productnummer (E-nr.) en het
fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op.
Het typeplaatje met de nummers vindt u:
Op de apparaatpas.
Aan de onderkant van de kookplaat.
Het productnummer (E-nr.) is ook op de kookplaat van
glaskeramiek te vinden. De index van de klantendienst
(KI) en het fabricagenummer (FD-nr.) kunt u controleren
door naar de basisinstellingen te gaan. Zie hiervoor het
hoofdstuk ~ "Basisinstellingen".
Houd er rekening mee dat een bezoek van een
technicus van de servicedienst in het geval van een
verkeerde bediening ook tijdens de garantieperiode
kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de
bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent
u er zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door
geschoolde onderhoudstechnici, die beschikken over
de originele onderdelen voor uw huishoudelijke
apparaten.
NL 088 424 4030
B070 222 148
*DJJHQDX+DXVJHUlWH*PE+
&DUO:HU\6WUDH
0QFKHQ
*(50$1<
ZZZJDJJHQDXFRP
*9001494479* 9001494479 (990910)
nl
3

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Gaggenau CI282102 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Gaggenau CI282102 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 1,87 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Gaggenau CI282102

Gaggenau CI282102 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 60 pagina's

Gaggenau CI282102 Gebruiksaanwijzing - English - 60 pagina's

Gaggenau CI282102 Gebruiksaanwijzing - Français - 60 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info