18
Bereidingstabel
Groente
•
Alle aangegeven waarden hebben betrekking op 1 kg schoongemaakte groente.
•
Gebruik voor het stomen van groente de schaal met gaten, deze dient in de tweede inschuifhoogte van
onderen te worden geschoven.
•
Plaats de schaal zonder gaten eronder zodat u het groentenat dat in de schaal zonder gaten
terechtkomt als basis voor een saus of een groentebouillon kunt gebruiken.
•
U kunt alle genoemde groentesoorten ook op 120°C / 100% gaar laten worden. Verkort in dat geval de
aangegeven bereidingstijd met ca. 5 minuten.
Voedingsmiddel Schaal Temp. (°C) Vochtigheids- Bereidings-
graad (%) tijd (min.)
Artisjokken, groot met gaten 100 100 25-35
Artisjokken, klein met gaten 100 100 15-20
Bloemkool, heel met gaten 100 100 20-25
Bloemkool, in roosjes met gaten 100 100 10-20
Bonen, groene met gaten 100 100 20-25
Broccoli, in roosjes met gaten 100 100 10-15
Venkel, in schijfjes met gaten 100 100 10-15
Belangrijke aanwijzingen
•
De in de tabel genoemde waarden dienen ter
oriëntatie. De werkelijke bereidingstijd is
afhankelijk van de kwaliteit en de temperatuur
van de ingrediënten, van het gewicht en de
hoogte van de gerechten.
•
Verwarm het apparaat altijd voor. Op die manier
lukken de gerechten het best.
•
Bij de bereidingstijden in de tabel wordt ervan
uitgegaan dat het apparaat wordt
voorverwarmd. De bereidingstijden worden ca.
5 minuten langer als u de stoomoven niet
voorverwarmt.
•
Bij de aangegeven waarden wordt van
gemiddelde hoeveelheden voor vier personen
uitgegaan. Wanneer u meer wilt bereiden, dient
u rekening te houden met een langere
bereidingstijd.
•
Gebruik het geadviseerde kookgerei. Als u
ander kookgerei gebruikt, kunnen de
bereidingstijden langer of korter worden.
•
Begin met de kortste bereidingsduur wanneer u
weinig ervaring heeft met een gerecht. Indien
nodig kunt u het bereidingsproces verlengen.
•
Zorg ervoor dat u de deur van de
voorverwarmde oven slechts kort opent en de
gerechten snel in het apparaat plaatst.
•
Indien u slechts één schaal gebruikt, dient deze
in de tweede inschuifhoogte van onderen te
worden geschoven.
•
Tijdens het stomen, ontdooien, gisten en
regenereren kunt u tot en met drie
inschuifhoogtes (tweede, derde en vierde
inschuifhoogte van onderen) gebruiken. Hierbij
nemen de gerechten niet de smaak aan van de
andere gerechten, echter de aangegeven
bereidingstijden kunnen bij grote hoeveelheden
langer worden.
•
U kunt slechts op één niveau bakken. Gebruik
hiervoor de tweede inschuifhoogte van onderen.
•
De voedingsmiddelen mogen niet in aanraking
komen met de ovenwand, het vetfilter of de plaat
aan de achterwand.
•
De ovendeur moet goed sluiten. Houd daarom
de delen waar de deur sluit altijd goed schoon.
•
Leg niet teveel op het rooster en in de schalen.
Dan is een optimale stoomcirculatie
gewaarborgd.
•
Laat het vetfilter bij ieder gebruik in het
apparaat.