Voor de afvoerlucht kunnen flexibele aluminium
buizen en roestbestendige metalen buizen worden
gebruikt, alsmede buizen van materiaal dat voldoet
aan de eisen van brandklasse B1, DIN 4102. De
gebruikte buizen dienen een doorsnede van
150 mm te hebben.
Let op!
– Houd het afvoerkanaal en de buizen zo kort
mogelijk.
– Maak geen scherpe bochten. Verleg de buizen
tot een ruime bocht en sluit de pijp schuin aan
op het afvoerkanaal.
– Verklein de buisdoorsnede naar boven toe niet.
Dit leidt tot een geringere afvoercapaciteit.
De afzuigkap is standaard voorzien van een
afvoeropening aan de bovenkant.
Voor een buitenmuurconstructie adviseren wij de
telescoopmuurkast TM 150-045 (Ø 150).
Let op!
Om te voorkomen dat water, bijvoorbeeld condens-
of regenwater, via een niet afgedekt afvoerkanaal
in de afzuigkap komt, dient nabij de afzuigkap de
condenswaterafscheider RV 060-150 te worden
gemonteerd. De condenswaterafscheider moet
ook na de montage toegankelijk zijn.
Let bij het inbouwen op het volgende:
Indien u de afzuigkap tussen twee hangkasten
inbouwt, is het raadzaam om links en rechts van de
afzuigkap een afstand van minimaal 5 cm tot aan de
kasten aan te houden.
Wanneer u de afzuigkap gebruikt om de lucht af te
voeren, kunt u – afhankelijk van de hoogte van uw
plafond – kiezen uit de volgende luchtafvoerkanalen:
– LK 360-010: luchtafvoerkanaal voor een
plafondhoogte van 2,35 - 2,66 m
– LK 360-020: luchtafvoerkanaal voor een
plafondhoogte van 2,66 - 3,00 m
De genoemde afmetingen gelden voor een afstand
van 1,60 m tussen de vloer en de onderkant van de
afzuigkap.
Afwijkende luchtafvoerkanalen zijn op bestelling
tegen bijbetaling leverbaar.
De contactdoos moet achter de kanaalafdekking
aan de wand worden bevestigd.
13