587408
17
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/22
Pagina verder
www.fu ji tsuclimate.nl
ASYG 18 - 24 - 30 LF
BEDIENINGSHANDLEIDING
LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP
TYPE
!
"
INHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 2
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES .................................................................................. 3
OVERZICHT ONDERDELEN ......................................................................................... 5
VOORBEREIDING ..................................................................................................... 7
BEDIENING .............................................................................................................. 8
WERKING TIMER .................................................................................................... 10
WERKING SLEEP TIMER .......................................................................................... 12
REGELEN VAN DE UITBLAASRICHTING ...................................................................... 13
ZWAAIFUNCTIE (SWING) ......................................................................................... 14
ECONOMY-FUNCTIE................................................................................................. 14
FUNCTIE ‘10°C VERWARMEN’ ................................................................................... 15
AUTOMATISCHE HANDBEDIENING ............................................................................ 15
REINIGING EN ONDERHOUD .................................................................................... 16
SIGNAALCODE AFSTANDSBEDIENING SELECTEREN ..................................................... 19
FOUTOPSPORING ................................................................................................... 20
WERKINGSTIPS ..................................................................................................... 21
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
! Lees voor gebruik deze “VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN” grondig door en volg ze steeds op.
! Dit hoofdstuk bevat voorschriften die u stipt dient op te volgen om de unit veilig te kunnen
gebruiken.
! “GEVAAR”, “WAARSCHUWING” en “OPGELET” staan voor:
GEVAAR! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding leidt tot de dood of tot
ernstig letsel voor de gebruiker of de servicetechnicus.
WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding zou kunnen leiden
tot de dood of tot ernstig letsel voor de gebruiker of de servicetechnicus.
OPGELET! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding zou kunnen leiden tot
verwondingen bij de gebruiker of schade aan de apparatuur.
GEVAAR!
! Probeer deze airco niet zelf te installeren.
! De onderdelen in dit toestel kunnen niet door de gebruiker worden gerepareerd of vervangen.
Alle reparaties dienen te worden uitgevoerd door een erkend servicetechnicus.
! Als u verhuist, vraag dan aan een erkend servicetechnicus de unit los te koppelen en opnieuw te
installeren.
! Blijf niet te lang in de koude luchtstroom staan, gevaar voor onderkoeling dreigt.
! Steek nooit vingers of voorwerpen in de uitlaatopening of aanzuigroosters.
! Start en stop de airconditioner niet door de voedingskabel in te steken of uit te trekken.
! Beschadig de voedingskabel niet.
! Zet in geval van bedrijfsstoring (brandlucht enz.) de unit ogenblikkelijk uit, trek de voedingskabel
uit en raadpleeg een servicetechnicus.
! In geval van een koelvloeistoflek, dient u vuur en andere ontvlambare producten uit de buurt te
houden van het toestel. (Raadpleeg een erkend servicetechnicus).
! Wanneer de voedingskabel beschadigd is, mag deze enkel vervangen worden door een erkend
servicetechnicus, aangezien deze beschikt over het gepaste materiaal.
OPGELET!
! Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
! Richt de luchtstroom niet op open haarden of verwarmingstoestellen.
! Klim niet op de airconditioner of plaats er geen voorwerpen op.
! Hang geen voorwerpen aan de binnenunit.
! Zet geen bloemvazen of andere recipiënten gevuld met water boven op de airconditioners.
! Breng de airconditioner nooit rechtstreeks in contact met water.
! Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
! Trek niet aan de voedingskabel.
! Zet de stroomtoevoer af wanneer u de unit een lange tijd niet gebruikt.
! Controleer of de installatie in goede staat verkeert.
! Zet geen dieren of planten in de directe luchtstroom.
! Het afvoerwater van de airconditioner is niet drinkbaar.
!
#
OPGELET!
! Gebruik de unit nooit in bewaar- of bergplaatsen van levensmiddelen, planten of dieren,
precisieapparatuur of kunstwerken.
! Tijdens het verwarmen worden de aansluitkranen warm: voorzichtig!
! Oefen geen zware druk op de radiatorlamellen uit.
! Gebruik de unit nooit zonder filters.
! Belemmer of bedek het aanzuigrooster en de uitlaatopening nooit.
! Installeer de binnen- en buitenunit op een afstand van ten minste 1 meter van andere
elektronische apparatuur.
! Installeer de airconditioner niet bij een open haard of een ander verwarmingstoestel.
! Installeer de binnen- en buitenunit op een voor kinderen onbereikbare plaats.
! Gebruik geen ontvlambare producten in de buurt van de airconditioner.
! Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
deze personen met betrekking tot het gebruik van het apparaat onder toezicht of onderricht staan
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht staan
om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen.
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES
! Comfort en energiebesparing
INVERTER
Bij het opstarten van het toestel is veel vermogen nodig om de kamer snel op de gewenste
temperatuur te brengen. Nadien zal het toestel automatisch naar een lagere stand schakelen voor
een economisch verbruik en comfortabele werking.
ECONOMY-FUNCTIE
Als u de ECONOMY-functie gebruikt, zal tijdens het koelen de ruimtetemperatuur iets hoger zijn
dan de ingestelde temperatuur, en tijdens het verwarmen iets lager. Zo bespaart u meer energie.
HORIZONTALE UITBLAAS: KOELING / NEERWAARTSE UITBLAAS:
VERWARMING
Laat het toestel tijdens het koelen horizontaal uitblazen zodat de koude lucht niet rechtstreeks op
de aanwezige personen in de ruimte valt. Laat tijdens het verwarmen het toestel naar beneden
uitblazen zodat de krachtige, warme luchtstroom een comfortabel klimaat kan creëren.
ZWAAIFUNCTIE (SWING)
Het toestel kan zowel op en neer als van links naar rechts uitblazen. Afhankelijk van de gekozen
werkingsmodus bewegen de uitblaaskleppen automatisch op en neer zodat de lucht alle hoeken en
kanten van de kamer kan bereiken.
SUPER QUIET FUNCTIE
De binnenunit blaast minder krachtig uit waardoor het geluidsniveau tijdens het draaien lager is.
AUTOMATISCHE OMSCHAKELFUNCTIE
Het toestel schakelt automatisch tussen de verschillende functies (koelen, drogen, verwarmen) om
de ingestelde temperatuur te allen tijde te bereiken en te behouden.
FUNCTIE ‘10°C VERWARMEN’
De kamertemperatuur kan op 10°C gehouden worden om te voorkomen dat, in de winter
bijvoorbeeld, de ruimte te veel afkoelt.
! Gemak
PROGRAM TIMER
Met de programtimer kunt u instellen, binnen een tijdsperiode van 24u, wanneer uw toestel AAN-
of UIT-geschakeld moet worden.
!
$
SLEEP TIMER
Wanneer tijdens de verwarmingsfunctie de SLEEP-toets wordt ingedrukt, daalt de
thermostaatinstelling geleidelijk aan. Tijdens het koelen of ontvochtigen verhoogt de
thermostaatinstelling geleidelijk aan. Als de ingestelde tijd bereikt is, zal het toestel automatisch
uitschakelen.
! Reiniging
VERWIJDERBAAR AANZUIGROOSTER
Het aanzuigrooster van de binnenunit kan weggenomen worden om reiniging en onderhoud te
vergemakkelijken.
SCHIMMELWERENDE FILTER
De LUCHTFILTER is behandeld tegen schimmelvorming voor een schoner gebruik en eenvoudiger
onderhoud.
POLYFENOL CATECHIN LUCHTZUIVERINGSFILTER
Fijn stof, kleine deeltjes (tabaksrook, pollen), onzichtbare schimmelsporen en schadelijke micro-
organismen worden geabsorbeerd door de elektrostatische werking van de filter. De
polyfenolextracten op de filter zorgen er bovendien voor dat schimmels zich niet verder kunnen
ontwikkelen.
Wanneer deze filter gebruikt wordt, zal het rendement van de airconditioner lichtjes afnemen
omdat er iets minder lucht wordt uitgeblazen.
GEURELIMINERENDE NEGATIEVE-IONENFILTER
De filter bestaat uit extra fijne keramische deeltjes die negatieve ionen kunnen produceren. Deze
ionen werken geureliminerend en absorberen luchtjes in huis.
! Afstandsbediening
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
Met de draadloze bediening kan u de airconditioner van overal bedienen.
BEDRADE BEDIENING (OPTIE)
Optioneel kan u een bedrade bediening gebruiken. Hierna volgen de verschillen qua gebruik in
vergelijking met een draadloze afstandsbediening.
[extra functies bedrade afstandsbediening]
! Weektimer.
! Weektimer met nachtverlaging.
U kan tegelijkertijd een bedrade en een draadloze afstandsbediening gebruiken (elk met zijn eigen
functies echter).
Wanneer u een functie kiest die niet beschikbaar is, hoort u een pieptoon: het OPERATION-,
TIMER- en derde controlelampje op de binnenunit knipperen.
[functies enkel op draadloze afstandsbediening]
! Functie ‘10°C verwarmen’
! Timer (AAN- en UIT-timer en programtimer)
! Sleeptimer
!
%
OVERZICHT ONDERDELEN
!
&
Fig. 1 Binnenunit
1) Bedieningspaneel (Fig. 2)
2) MANUAL AUTO toets
! Wanneer deze toets langer dan 10 seconden ingedrukt wordt, start de geforceerde
koeling.
! De geforceerde koeling wordt tijdens de installatie gebruikt. Enkel voor bevoegde
servicetechnici.
! Wanneer de geforceerde koeling per ongeluk start, drukt u de START/STOP-toets in om
de functie te stoppen.
! Druk deze toets ook in voor het resetten van het filterlampje.
3) Controlelampjes (Fig. 3)
4) Signaalontvanger afstandsbediening
5) OPERATION controlelampje (groen)
6) TIMER controlelampje (oranje)
! Als het TIMER-lampje knippert wanneer de timer in werking is, duidt dit op een fout in de
timerinstelling. (Zie paragraaf Automatische herstart).
7) ECONOMY controlelampje (groen)
! Het ECONOMY controlelampje brandt wanneer de functies ECONOMY en 10°C
VERWARMEN in werking zijn.
8) Aanzuigrooster (Fig. 4)
9) Frontpaneel
10) Luchtfilter
11) Verticale uitblaaskleppen
12) Power diffuser
13) Horizontale uitblaaskleppen
(achter de verticale uitblaaskleppen)
14) Afvoerslang
15) Luchtfilter
Fig. 5 Afstandsbediening
16) Signaalzender
17) Toets MODE
18) Toets 10°C HEAT
19) Toets ECONOMY
20) SLEEP-toets
21) Toets TIMER MODE
22) FAN-toets
23) START/STOP-toets
24) SET-toets (Verticaal)
25) SET-toets (Horizontaal)
26) SWING-toets
27) Toets SET TEMP. (! /"#)
28) Toets TIMER SET (+/-)
29) Toets CLOCK ADJUST
30) Toets TEST RUN
! Deze toets wordt enkel gebruikt tijdens de installatie en mag niet gebruikt worden onder
normale omstandigheden omdat daardoor de thermostaat kan ontregeld worden.
! Wanneer, tijdens normale werking, deze toets wordt ingedrukt, schakelt de unit in
testmodus en beginnen de OPERATION en TIMER controlelampjes samen te knipperen.
! Om de testmodus te stoppen, drukt u op de START/STOP-toets om het toestel uit te
schakelen.
31) RESET-toets
32) Display afstandsbediening (Fig.6)
33) Temperatuurinstelling
34) Werkingsmodus
35) Sleeptimer
36) Indicator ‘verzenden’
37) Ventilatorsnelheid
38) Zwaaifunctie
39) Timer
40) Klok
!
'
VOORBEREIDING
Het toestel aanzetten
1 Zet de schakelaar aan
Batterijen plaatsen (AAA/R03/LR03 x 2)
1 Druk het batterijdeksel aan de achterkant van de afstandsbediening in en schuif
het open.
Schuif in de richting van de pijl.
2 Steek de batterijen erin.
Let op de polariteit (+/-).
3 Sluit het batterijdeksel.
De tijd instellen
1 Druk de CLOCK ADJUST toets in (Fig. 5-29).
Gebruik een balpen of een klein puntig voorwerp om de toets in te drukken.
2 Gebruik de TIMER SET ($/-) toetsen (Fig. 5-28) om de klok juist in te stellen.
$": Tijdinstelling verhogen.
%"": Tijdinstelling verlagen.
(Telkens u deze toetsen indrukt, verhoogt/verlaagt de tijdinstelling met stappen van 1 minuut; wanneer u de
toetsen ingedrukt houdt, met stappen van 10 minuten.)
3 Druk de CLOCK ADJUST toets nogmaals in (Fig. 5-29).
De tijd is nu ingesteld en de klok begint te lopen.
De afstandsbediening gebruiken
! Richt de afstandsbediening op de infrarood-signaalontvanger (Fig. 3-4) om de unit te bedienen.
! Bereik: ca. 7 m.
! Als de binnenunit het signaal goed heeft ontvangen, hoort u een pieptoon.
! Als u geen pieptoon hoort, moet u de toets op de afstandsbediening nogmaals indrukken.
Houder afstandsbediening
1) Monteer de houder. 2) Steek de bediening erin. 3) Neem de bediening eruit (bij handmatig gebruik)
OPGELET!
! Let er op dat kinderen de batterijen niet per ongeluk kunnen inslikken.
! Wanneer u de afstandsbediening voor een langere tijd niet gebruikt, haal dan de batterijen eruit zodat ze niet
gaan lekken waardoor de afstandsbediening beschadigd kan raken.
! Wanneer uw huid, ogen of mond in contact komen met lekkende batterijvloeistof, spoel dan overvloedig met
water en contacteer een dokter.
! Lege batterijen moeten onmiddellijk verwijderd worden. Breng ze naar een erkend inzamelpunt.
! Probeer lege batterijen niet te herladen.
Gebruik geen nieuwe en reeds gebruikte batterijen door elkaar of batterijen van verschillende types. Bij
normaal gebruik gaan batterijen ongeveer een jaar mee. Wanneer u begint te merken dat het gebruik afneemt,
vervang dan de batterijen en druk de RESET-toets in met een balpen of ander spits voorwerp.
!
(
BEDIENING
De werkingsmodus instellen
1 Druk de START/STOP-toets in (Fig.5-23).
Het OPERATION controlelampje (groen) van de binnenunit (Fig. 3-5) begint
te branden.
De airconditioner begint te werken.
2 Druk de MODE-toets in (Fig.5-17) om de gewenste
werkingsmodus te selecteren.
Bij elke druk op deze toets verandert de werkingsmodus in deze volgorde:
AUTO -> COOL -> DRY -> FAN -> HEAT -> AUTO …
Na ongeveer 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
De thermostaat instellen
Druk de SET TEMP. toets in (Fig. 5-27).
!: thermostaatinstelling verhogen.
#: thermostaatinstelling verlagen.
! Instelbereik thermostaat:
AUTO ....................................18-30 °C
Verwarmen ............................16-30 °C
Koelen/Ontvochtigen ...............18-30 °C
Tijdens het ventileren (FAN) kan de temperatuur niet worden ingesteld met
de thermostaat (de temperatuur verschijnt niet op het display).
Na ongeveer 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
De thermostaatinstellingen moeten als standaardinstellingen beschouwd
worden en kunnen een beetje afwijken van de eigenlijke kamertemperatuur.
De ventilatiesnelheid instellen
Druk de FAN-toets in (Fig. 5-22).
Bij elke druk op deze toets verandert de ventilatiesnelheid als volgt:
AUTO -> HIGH -> MED -> LOW -> QUIET -> AUTO …
Na ongeveer 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
Wanneer AUTO is ingesteld:
Verwarmen : De ventilator verspreidt zo optimaal mogelijk warme lucht.
Wanneer echter de uitgeblazen lucht van de binnenunit koud is, zal de
ventilator met zeer lage snelheid draaien.
Koelen : Als de kamertemperatuur de thermostaatinstelling benadert,
vermindert de ventilatiesnelheid.
Ventileren : De ventilator draait met lage snelheid.
Bij het opstarten van de verwarmingsfunctie en tijdens de monitoringfunctie
zal de ventilator met zeer lage snelheid draaien.
SUPER QUIET functie
De SUPER QUIET functie start. De binnenunit blaast minder krachtig uit voor
een stillere werking.
! De SUPER QUIET functie kan niet geselecteerd worden tijdens het
ontvochtigen. (Idem wanneer ontvochtigen geselecteerd wordt tijdens de
AUTO-functie.)
! Tijdens de SUPER QUIET functie zal de verwarmings- en koelcapaciteit iets
lager zijn. Als de ruimte niet voldoende opwarmt/afkoelt tijdens de SUPER
QUIET functie moet de ventilatiesnelheid aangepast worden.
Voorbeeld:
Ingesteld op
COOL.
Voorbeeld:
Ingesteld op
26 °C.
Voorbeeld:
Ingesteld op
AUTO.
!
)
BEDIENING
De werking stoppen
Druk de START/STOP-toets in (Fig. 5-23).
Het OPERATION controlelampje (groen) (Fig. 3-5) gaat uit.
Over de AUTO CHANGEOVER functie (automatisch omschakelen)
AUTO:
! Wanneer de automatische omschakelfunctie geselecteerd is, zal de ventilator ongeveer 1 minuut
aan zeer lage snelheid draaien. Gedurende deze tijd zal het toestel de ruimtecondities detecteren
en de gepaste functie selecteren.
Wanneer de ingestelde temperatuur op de thermostaat minstens 2°C lager is dan de eigenlijke
kamertemperatuur ! Koelen of ontvochtigen
Wanneer het verschil in temperatuur tussen de thermostaatinstelling en de eigenlijke
kamertemperatuur ±2°C is ! Afhankelijk van de buitentemperatuur
Wanneer de ingestelde temperatuur op de thermostaat minstens 2°C hoger is dan de eigenlijke
kamertemperatuur ! Verwarmen
! Wanneer de kamertemperatuur de thermostaatinstelling nadert, start de airconditioner de
monitoringfunctie. In deze modus draait de ventilator met lage snelheid. Als de kamertemperatuur
nadien verandert, zal de binnenunit opnieuw de gepaste functie selecteren (verwarmen, koelen)
om de temperatuur aan te passen aan de thermostaatinstelling.
! Als de functie die door de binnenunit wordt geselecteerd niet naar wens is, kan een andere
functie worden gekozen (HEAT, COOL, DRY, FAN).
Over de werkingsmodus
HEAT:
! Selecteer deze functie om te verwarmen.
! Wanneer deze functie geselecteerd is, zal de binnenunit zo’n 3 tot 5 minuten met zeer lage
ventilatiesnelheid draaien, nadien wordt overgeschakeld op de ingestelde snelheid. Deze tijdspanne
is voorzien om de binnenunit eerst te laten opwarmen vooraleer op volle kracht te draaien.
! Wanneer de kamertemperatuur zeer laag is, kan er ijs gevormd worden op de buitenunit
waardoor de prestaties van het toestel kunnen verminderen. Om dit ijs te verwijderen, zal het
toestel regelmatig automatisch een ontdooicyclus starten. Tijdens de automatische ontdooifunctie
zal het OPERATION controlelampje (Fig. 3-5) knipperen en zal de verwarmingsfunctie onderbroken
worden.
! Wanneer u de verwarmingsfunctie heeft opgestart, zal het nog enige tijd duren vooraleer de
kamer warmer wordt.
COOL:
! Selecteer deze functie om te koelen.
DRY:
! Selecteer deze functie om de ruimte zachtjes te koelen tijdens het ontvochtigen.
! U kan niet verwarmen tijdens het ontvochtigen.
! Tijdens het ontvochtigen zal het toestel met lage snelheid draaien. Om de luchtvochtigheid van
de ruimte te regelen, zal de ventilator van de binnenunit af en toe stoppen of met lagere snelheid
draaien.
! Tijdens het ontvochtigen kan de ventilatorsnelheid niet manueel veranderd worden.
FAN:
! Selecteer deze functie om lucht door de ruimte te laten circuleren.
Tijdens de verwarmingsfunctie: Stel de thermostaat in op een hogere temperatuur dan de
kamertemperatuur. De verwarmingsfunctie zal niet werken wanneer de thermostaatinstelling lager is dan
de actuele kamertemperatuur.
Tijdens koelen/ontvochtigen: Stel de thermostaat in op een lagere temperatuur dan de
kamertemperatuur.
De functies koelen en ontvochtigen zullen niet werken wanneer de thermostaatinstelling hoger is dan de
actuele kamertemperatuur (in de koelingfunctie zal enkel de ventilator draaien).
Tijdens het ventileren: Ondertussen kan de binnenunit niet koelen of verwarmen.
!
*+
WERKING TIMER
Kijk of de afstandsbediening op de juiste tijd ingesteld staat vooraleer u de timerfunctie gebruikt.
Timer ON/OFF selecteren
1 Druk de START/STOP-toets in (Fig. 5-23)
(als de binnenunit al aan staat, ga dan verder met stap 2).
Het OPERATION controlelampje (groen) (Fig. 3-5) van de binnenunit brandt.
2 Druk de toets TIMER MODE in (Fig. 5-21) voor de timerinstelling (ON of OFF).
Bij elke druk op deze toets verandert de timerinstelling als volgt:
CANCEL -> OFF -> ON -> PROGRAM (OFF->ON, OFF<-ON) -> CANCEL …
Het TIMER controlelampje (oranje) (Fig. 3-6) van de binnenunit brandt.
3 Gebruik de TIMER SET-toetsen (Fig. 5-28) om de gewenste AAN- en UIT-tijd in
te stellen.
Stel de tijd in terwijl het tijddisplay knippert (display knippert gedurende 5 seconden).
$": Tijdinstelling verhogen.
%"": Tijdinstelling verlagen.
Na zo’n 5 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
Timer annuleren
Gebruik de TIMER MODE-toets en selecteer CANCEL.
De airconditioner werkt weer gewoon.
De timerinstellingen veranderen
Voer stap 2 en 3 uit.
De airconditioner stoppen terwijl de Timerfunctie actief is
Druk de START/STOP-toets in.
De werkingscondities veranderen
Als u de werkingscondities wil veranderen (modus, ventilatorsnelheid, thermostaatinstelling, SUPER QUIET
functie) nadat de timer is ingesteld, wacht dan tot het volledige display weer verschijnt en druk dan de juiste
toetsen in om de instellingen te veranderen.
Gebruik van de Programtimer
1 Druk de START/STOP-toets in (Fig. 5-23)
(als de binnenunit al aan staat, ga dan verder met stap 2).
Het OPERATION controlelampje (groen) (Fig. 3-5) van de binnenunit brandt.
2 Stel de gewenste AAN- en UIT-tijd in.
Consulteer de paragraaf “Timer ON/OFF selecteren” om de gewenste functie en tijd in te stellen.
Na ca. 3 seconden verschijnt het volledige display weer.
Het TIMER controlelampje (oranje) (Fig. 3-6) van de binnenunit brandt.
3 Druk de TIMER MODE toets in (Fig. 5-21) om de programtimerfunctie te
selecteren (OFF->ON of OFF<-ON verschijnt).
Op het display zal afwisselend “OFF timer” en “ON timer” verschijnen, daarna verschijnt de
ingestelde tijd van de eerste functie.
! De programtimer start. (Wanneer als eerste “ON” ingesteld staat, zal de unit op dit moment
stoppen.)
Na ca. 5 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
!
**
Over de Programtimer
! De programtimer maakt het mogelijk om de OFF timer en de ON timer in 1 tijdspanne te
gebruiken, waarin van de OFF timer naar de ON timer en van de ON timer naar de OFF timer
omgeschakeld kan worden binnen een periode van 24 uur.
! De timerfunctie die het eerst in werking zal treden, is diegene die het dichtst bij de actuele tijd
ingesteld is. De volgorde wordt aangegeven door de pijl op het display van de bediening (OFF !
ON, of OFF " ON).
! De programtimer kan bijvoorbeeld gebruikt worden om de airconditioner automatisch te doen
stoppen (OFF timer) nadat u gaat slapen, om dan automatisch te starten (ON timer) ‘s morgens
voor u ontwaakt.
Timer annuleren
Gebruik de TIMER MODE-toets en selecteer CANCEL.
De airconditioner werkt weer gewoon.
Timerinstellingen wijzigen
1. Volg de stappen uit de paragraaf “Timer ON/OFF selecteren” om de timerinstelling te kiezen die u wil
veranderen.
2. Druk ON TIMER of OFF TIMER
De airconditioner stoppen terwijl de Timerfunctie actief is
Druk de START/STOP-toets in.
De werkingscondities veranderen
Als u de werkingscondities wil veranderen (modus, ventilatorsnelheid, thermostaatinstelling, SUPER QUIET
functie) nadat de timer is ingesteld, wacht dan tot het volledige display weer verschijnt en druk dan de juiste
toetsen in om de instellingen te veranderen.
!
*"
WERKING SLEEP TIMER
In tegenstelling tot de andere timerfuncties, kan u met de sleep timer bepalen hoelang de
airconditioner blijft doorwerken alvorens deze zichzelf uitschakelt.
Gebruik van de SLEEP Timer
Druk op de SLEEP-toets (Fig. 5-20) terwijl de airconditioner draait of uit staat.
Het OPERATION controlelampje (groen) (Fig. 3-5) en het TIMER controlelampje (oranje) (Fig. 3-6)
gaan branden.
Timerinstellingen wijzigen
Druk de SLEEP-toets (Fig. 5-20) nogmaals in en stel de tijd in met de TIMER SET-toetsen (Fig. 5-
28).
Stel de tijd in wanneer het Timer-display knippert (het knipperen duurt ongeveer 5 seconden).
"
Toets"$": Tijdinstelling verhogen
Toets"%"": Tijdinstelling verlagen
Na ca. 5 seconden verschijnt het volledige display weer.
De Timer annuleren:
Gebruik de TIMER MODE-toets en selecteer CANCEL.
De airconditioner werkt weer gewoon.
De airconditioner stoppen terwijl de Timerfunctie actief is
Druk de START/STOP-toets in.
Over de SLEEP Timer
Om overmatig verwarmen of koelen te voorkomen tijdens de nacht, zal de SLEEP timer de
thermostaatinstellingen automatisch aanpassen gedurende de vooraf ingestelde periode. Wanneer
de ingestelde tijd is verlopen, zal de airconditioner volledig stoppen.
Tijdens verwarmen:
Wanneer de SLEEP timer is ingesteld, wordt de thermostaatinstelling iedere 30 minuten
automatisch met 1°C verlaagd. Als de thermostaatinstelling in totaal met 4°C is verlaagd, blijft
deze instelling behouden tot na afloop van de ingestelde tijdsduur, waarna de unit automatisch
uitschakelt.
Tijdens koelen/ontvochtigen:
Wanneer de SLEEP timer is ingesteld, wordt de thermostaatinstelling ieder uur automatisch met
1°C verhoogd. Als de thermostaatinstelling in totaal met 2°C is verhoogd, blijft deze instelling
behouden tot na afloop van de ingestelde tijdsduur, waarna de unit automatisch uitschakelt.
!
*#
REGELEN VAN DE UITBLAASRICHTING
! De uitblaasrichting (op-en-neer, links-rechts) wordt ingesteld met de SET-toetsen op de
afstandsbediening.
! Zorg er voor dat de airconditioner gestopt is en de uitblaaskleppen niet meer bewegen vooraleer
u de instellingen voor de uitblaasrichting maakt.
Verticale uitblaasrichting regelen
Druk de (verticale) SET-toets in (Fig. 5-24).
Telkens deze toets wordt ingedrukt, verandert de uitblaas als volgt:
!
Verschillende instellingen uitblaasrichting:
1, 2, 3, 4, 5, 6 : Tijdens verwarmen / koelen / ontvochtigen
Het display van de afstandsbediening verandert niet.
! Aanpassingen aan de uitblaasrichting binnen het hierboven opgegeven bereik.
! De verticale uitblaas wordt automatisch ingesteld zoals weergegeven, afhankelijk van de
geselecteerde functie.
Tijdens koelen / ontvochtigen : Horizontale uitblaas (1)
Tijdens verwarmen : Neerwaartse uitblaas (5)
! Tijdens de AUTO-modus wordt er de eerste minuten horizontaal uitgeblazen (1); ondertussen kan
de uitblaasrichting nog niet aangepast worden.
! Uitblaasrichting
Enkel de richting van de verticale uitblaaskleppen wijzigt; de richting van de Power Diffuser
verandert niet.
Wanneer bij het begin van de verwarmingsmodus de temperatuur van de uitgeblazen lucht laag is,
is de uitblaasstand tijdelijk (1).
! Bij het begin van de AUTO- en verwarmingsmodus en tijdens de automatische ontdooiing (zie
pag. 21) is de uitblaasrichting horizontaal (1).
Bij het begin van de AUTO-modus kan de uitblaasrichting nog niet aangepast worden.
GEVAAR!
! Steek nooit vingers of voorwerpen in de uitblaasopeningen aangezien de ventilator met hoge snelheid draait
en zo verwondingen kan veroorzaken.
! De verticale uitblaaskleppen moet u aanpassen met de SET-toets van de afstandsbediening. Probeert u deze
manueel aan te passen, dan kan dit de goede werking verstoren. Zet in dit geval de unit uit en start opnieuw
op. De kleppen moeten nu correct werken.
! Let er op dat tijdens het koelen en ontvochtigen de uitblaaskleppen niet voor langere tijd in de
verwarmingspositie blijven staan. Zo wordt er condens gevormd op de uitblaaskleppen en lekken er
waterdruppels uit het toestel. Als tijdens het koelen en ontvochtigen de uitblaaskleppen in de
verwarmingspositie blijven staan, keren ze na 20 minuten automatisch terug naar positie 3.
! Wanneer het toestel gebruikt wordt in een ruimte met kleine kinderen, oudere of zieke personen moet u bij
het instellen van de temperatuur en de uitblaasrichting hiermee rekening houden.
Horizontale uitblaasrichting regelen
Druk de (horizontale) SET-toets in (Fig. 5-25).
Telkens deze toets wordt ingedrukt, verandert de uitblaas als
volgt:
!
Het display van de afstandsbediening verandert niet.
!
*$
ZWAAIFUNCTIE
Zet eerst het toestel aan vooraleer u deze functie selecteert.
Zwaaifunctie selecteren
Druk de SWING toets in (Fig. 5-26).
Het SWING Display (Fig. 6-38) licht op.
Telkens deze toets wordt ingedrukt, verandert de uitblaas als volgt:
Zwaaifunctie stoppen
Druk de SWING toets (Fig. 5-26) in en selecteer STOP.
De uitblaasrichting wordt weer aangepast aan de oorspronkelijke instelling.
Over de zwaaifunctie
! Op/neer: afhankelijk van de uitblaasrichting kent de zwaaifunctie het volgende bereik.
Bij koelen en ontvochtigen: bereik 1-4.
Met de bovenste uitblaasklep in horizontale positie beweegt de onderste uitblaasklep in een
breed bereik.
Bij verwarmen: bereik 3-6.
Met de uitblaaskleppen ingesteld op neerwaartse uitblaas wordt de luchtstroom direct naar
de vloer gericht.
! Links/rechts: de uitblaaskleppen bewegen van links naar rechts.
! Op/neer/links/rechts: de uitblaaskleppen bewegen zowel op en neer, als van links naar rechts.
! De zwaaifunctie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator niet of met zeer lage snelheid draait.
! Wanneer de SET-toets (verticaal) wordt ingedrukt tijdens het op-en-neer zwaaien dan stopt het
zwaaien en wanneer de SET-toets (horizontaal) wordt ingedrukt tijdens het links-rechts zwaaien
dan stopt het zwaaien ook.
ECONOMY
Zet eerst de airconditioner aan vooraleer u deze functie selecteert.
De ECONOMY-functie selecteren
Druk de ECONOMY-toets in (Fig.5-19).
Het ECONOMY controlelampje (groen) (Fig. 3-7) begint te
branden.
De ECONOMY-functie start.
De ECONOMY-functie stoppen
Druk de ECONOMY-toets (Fig.5-19) nogmaals in.
Het ECONOMY controlelampje (groen) (Fig. 3-7) gaat uit.
Het toestel werkt terug gewoon.
Over de ECONOMY-functie
Bij maximaal vermogen geeft de ECONOMY-functie ongeveer 70% van de normale koel- en
verwarmingscapaciteit.
! Indien de ruimte niet voldoende gekoeld (of verwarmd) wordt in deze functie, selecteer dan de
normale werking.
! Tijdens de monitoringperiode in de AUTO-modus zal de airconditioner niet naar ECONOMY
omschakelen ook al heeft u deze toets ingedrukt.
! Als u de ECONOMY-functie gebruikt, zal tijdens het koelen de ruimtetemperatuur iets hoger zijn
dan de ingestelde temperatuur, en tijdens het verwarmen iets lager. Zo bespaart u meer energie.
! Bij een multisplit is de ECONOMY-functie enkel beschikbaar voor die binnenunit waarvoor de
functie geselecteerd is.
!
*%
10°C VERWARMEN
Functie ‘10°C VERWARMEN’ selecteren
Druk de ‘10°C HEAT’ toets in (Fig.
5-18)
Het OPERATION controlelampje (groen) (Fig. 3-5) gaat uit en
het ECONOMY controlelampje (groen) (Fig. 3-7) begint te
branden.
Functie ‘10°C VERWARMEN’ stoppen
Druk de START/STOP toets in (Fig.5-23)
Het toestel stopt en het ECONOMY controlelampje (groen) (Fig. 3-7) gaat uit.
Over de functie ‘10°C VERWARMEN’
! De verwarmingsfunctie zal niet werken als de ruimtetemperatuur hoog genoeg is.
! De kamertemperatuur kan op 10°C gehouden worden om te voorkomen dat, in de winter
bijvoorbeeld, de ruimte te veel afkoelt.
! Wanneer u, in het geval van een multisplit, een andere binnenunit gebruikt om te verwarmen, zal
de temperatuur van de ruimte waarin u de functie ‘10°C verwarmen’ toepast, verhogen. Als u de
functie ‘10°C verwarmen’ gebruikt, raden wij aan deze functie bij alle binnenunits in te stellen.
Tijdens de functie ‘10°C VERWARMEN’ kan enkel de volgende functie gebruikt worden:
AUTOMATISCHE HANDBEDIENING
Gebruik de MANUAL AUTO functie (automatische handbediening) als de afstandsbediening verloren
of niet beschikbaar is.
Hoe de bediening op het toestel gebruiken
Druk de MANUAL AUTO toets op het toestel (Fig. 2-2) gedurende minstens 3
seconden in (maar niet langer dan 10 sec).
Om de functie te stoppen, drukt u de MANUAL AUTO toets (Fig. 2-2) nogmaals in.
(De bediening bevindt zich binnenin, achter het aanzuigrooster)
! Als de airconditioner via de automatische handbediening bediend wordt, werkt het toestel in dezelfde modus
als wanneer u AUTO zou geselecteerd hebben via de afstandsbediening.
! De ventilatiesnelheid is ingesteld op “AUTO” en de thermostaat op “standaard” (24°C).
!
*&
REINIGING EN ONDERHOUD
OPGELET!
! Schakel het toestel voor reiniging uit en trek de voedingskabel uit.
! Let er op dat het aanzuigrooster (Fig. 1-8) veilig geïnstalleerd is.
! Let er op dat u bij het verwijderen of vervangen van de filters de warmtewisselaar niet aanraakt,
dit kan ernstige verwondingen veroorzaken.
Aanzuigrooster reinigen
1. Open het aanzuigrooster.
1) Plaats uw vingers aan beide uiteinden van het rooster en hef het naar voor; als het rooster
halfweg stropt, heft u het verder omhoog om het te openen.
2) Druk achter de middelste pal en open het aanzuigrooster tot het horizontaal staat.
2. Reinig met water.
Verwijder het stof met een stofzuiger; reinig de binnenunit met warm water en droog af met een
zachte droge doek.
3. Het aanzuigrooster terugplaatsen.
1) Druk de knopjes volledig in.
2) Houd het rooster horizontaal en steek de linkse en rechtse as in de steunen bovenaan het
paneel.
3) Druk op de plaats aangeduid met de pijl en sluit het aanzuigrooster.
Luchtfilter reinigen
1. Open het aanzuigrooster en verwijder de filter.
Hef de filter op met het hendeltje, maak de onderliggende haakjes los en haal de filter er uit.
2. Verwijder het stof met een stofzuiger of was de filter.
Droog de filter na het wassen op een plaats in de schaduw.
!
*'
3. De filter terugplaatsen en het aanzuigrooster sluiten.
1) Druk de filter correct en volledig in het paneel. Let er op dat de haakjes terug op de juiste plaats
in de gaatjes in het paneel zitten.
2) Sluit het aanzuigrooster.
(Deze illustratie toont de binnenunit zonder aanzuigrooster.)
! Stof kan van de filter verwijderd worden met een stofzuiger of door de filter te wassen met een
zachte detergent en warm water. Als u de filter wast, laat deze dan goed drogen op een plaats in
de schaduw vooraleer u de filter terugplaatst.
! Als stof zich opgehoopt heeft op de filter zal de uitblaas verminderen waardoor de werking
minder efficiënt wordt en het geluidsniveau verhoogt.
! Bij normaal gebruik dienen de filters elke twee weken gereinigd te worden.
! Laat de airconditioner niet draaien terwijl het aanzuigrooster open is.
! Vuil en stof kan zich in de unit ophopen wanneer deze lange tijd gebruikt wordt, de werking van
de unit kan hierdoor afnemen. Het is aan te raden om naast uw eigen reiniging en onderhoud
geregeld een nazicht te laten doen, voor meer informatie contacteer een erkend servicetechnicus.
! Gebruik geen water van meer dan 40°C, ruwe voorwerpen of agressieve schoonmaakmiddelen bij
de reiniging van het toestel.
! Gebruik geen insecticiden of haarsprays in de buurt van het toestel.
! Wanneer u het toestel langer dan een maand niet gaat gebruiken, laat dan de ventilator minstens
een halve dag draaien, zo kan de binnenkant grondig drogen.
Installatie luchtzuiveringsfilter
1. Open het aanzuigrooster en haal de filters uit het toestel.
2. Installeer de luchtfilterkit (2 onderdelen).
1) Steek de filter in het rooster.
Luchtfilterkit Rooster luchtzuiveringsfilter
Luchtzuiveringsfilter
2) Steek de greep met de twee uiteinden in de haakjes achteraan het rooster.
2 haakjes aan de achterkant
Greep met 2 uiteinden
Let er op dat de filter niet uit het rooster uitsteekt.
3) Bevestig de filter met de haakjes aan de 6 bevestigingspunten boven- en onderaan het
rooster.
!
*(
Achterkant filter
6 bevestigingspunten
3. Installeer de 2 luchtfilters en sluit het aanzuigrooster.
! Het effect van de luchtzuiveringsfilters wordt nog verhoogd als u de ventilator op hoge snelheid
zet.
Vuile luchtzuiveringsfilters vervangen
Vervang de filters door filters van het volgende type (apart aan te kopen):
! POLYPHENOL CATECHIN luchtzuiveringsfilter : UTR-FA13-1
! Negatieve-ionenfilter: UTR-FA13-2
1. Open het aanzuigrooster en haal de filters uit het toestel.
2. Vervang ze door 2 nieuwe luchtzuiveringsfilters.
1) Ga voor het wegnemen van de oude filters in omgekeerde volgorde van installatie te
werk.
2) Installeer de nieuwe filters zoals hiervoor vermeld.
3. Installeer de 2 luchtfilters en sluit het aanzuigrooster.
Over de luchtzuiveringsfilters
POLYPHENOL CATECHIN LUCHTZUIVERINGSFILTER (1 filter)
! De luchtzuiveringsfilters zijn wegwerpfilters. (Ze kunnen niet gewassen en hergebruikt worden.)
! Eens u de verpakking geopend hebt, moet u de filters zo snel mogelijk gebruiken.
(Het luchtzuiverend effect neemt af zodra de verpakking geopend is.)
! Over het algemeen moeten de filters elke drie maanden vervangen worden.
Koop enkel de hier vermelde luchtzuiveringsfilters (UTR-FA13-1) (worden apart verkocht).
[Negatieve-ionenfilter (1 filter) — lichtblauw]
! Deze filter moet ongeveer om de drie jaar vervangen worden om het geureliminerende effect te
behouden.
! Het filterframe is geen wegwerpproduct.
Koop enkel de hier vermelde geureliminerende filter (UTR-FA13-2) (worden apart verkocht).
Onderhoud geureliminerende filters
Om het geureliminerende effect te behouden, dient u de filter elke 3 maanden als volgt te reinigen:
1) Haal de filter uit het toestel.
2) Reinig met water en laat aan de lucht drogen.
1) Spoel de filter met heet water uit de kraan tot het filteroppervlak helemaal nat is. Spoel met een
verdunde neutrale detergent. (Oefen geen druk uit of schrob niet tijdens het wassen om de filter niet
te beschadigen.)
2) Spoel overvloedig met water.
3) Droog op een plaats in de schaduw.
3) Plaats de filter terug.
!
*)
REINIGING EN ONDERHOUD
Reset filterlampje (speciale instelling)
• Deze instelling moet tijdens de installatie correct gebeuren.
Gelieve een erkend servicetechnicus te contacteren wanneer u deze functie wenst te gebruiken.
• Wanneer het tijd is om de filters te reinigen, gaat het lampje branden.
Reinig de filter zoals wordt voorgeschreven in het hoofdstuk “REINIGING EN ONDERHOUD”.
Na het reinigen, drukt u gedurende minstens 2 seconden de MANUAL AUTO toets op de binnenunit
in (Fig.2-2).
SIGNAALCODE AFSTANDSBEDIENING SELECTEREN
Wanneer er meerdere airconditioners in 1 ruimte geïnstalleerd zijn en de afstandsbediening is
ingesteld voor een andere airconditioner dan degene die u wenst te bedienen, wijzig dan de
signaalcode van de afstandsbediening om enkel die unit te bedienen die u wenst (4 keuzes
mogelijk).
Wanneer er meerdere airconditioners in 1 ruimte geïnstalleerd zijn, contacteer dan uw
servicetechnicus om de signaalcodes in te stellen.
Signaalcode afstandsbediening selecteren
Volg onderstaande stappen op om de signaalcode van de afstandsbediening in te stellen.
(NB: de airconditioner kan geen signaal ontvangen als de code niet ingesteld is).
1 Druk de START/STOP toets in tot op het display van de afstandsbediening de
klok verschijnt.
2 Druk de MODE-toets in gedurende minstens 5 seconden zodat de huidige
signaalcode (ingesteld op A) verschijnt.
3 Druk de toetsen (
!&#'"in om de signaalcode te wijzigen van A->b->c->d.
Stem de code op het display af op de signaalcode van de airconditioner.
4 Druk de MODE-toets nogmaals in om terug te keren naar het klokdisplay. De
signaalcode is aangepast.
Indien u binnen de 30 seconden nadat de signaalcode op het display verschenen is geen enkele toets heeft
ingedrukt, keert het systeem terug naar het klokdisplay. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
De fabrieksinstelling van de signaalcode is A. Contacteer uw servicetechnicus om de signaalcode te wijzigen.
Na een vervanging van de batterijen van de afstandsbediening, staat de signaalcode terug op A. U moet dan
de signaalcode terug resetten.
Indien u de ingestelde signaalcode niet meer weet, probeer dan alle signaalcodes uit (A->b->c->d) tot u de
juiste gevonden heeft.
!
"+
FOUTOPSPORING
WAARSCHUWING!
Bij abnormaal functioneren (brandgeur, enz.) moet u het toestel onmiddellijk uitzetten. Trek de
voedingskabel uit en contacteer een erkend servicetechnicus.
Het is niet voldoende het binnentoestel uit te zetten. U moet ook de elektriciteitstoevoer
verbreken. Trek dus altijd de stekker uit het stopcontact of zet de hoofdschakelaar af.
Controleer eerst volgende punten vooraleer u een beroep doet op een servicetechnicus:
Symptoom Probleem Zie pag.
Werkt niet
onmiddellijk
! Als het toestel is gestopt en onmiddellijk weer wordt
opgestart, zal de compressor gedurende 3 minuten niet
draaien, dit beschermt de zekeringen tegen springen.
! Als de stekker wordt uitgetrokken en daarna opnieuw
ingestoken, zal gedurende 3 minuten het beveiligingscircuit in
werking treden om het toestel te beschermen.
-
! Tijdens de werking van het toestel en onmiddellijk erna kan
het zijn dat u ‘water’ hoort lopen in de leidingen. Dit kan ook
hoorbaar zijn 2 à 3 minuten na het opstarten (= geluid van
stromend koelmiddel).
! Tijdens de werking is het mogelijk dat u gepiep hoort. Dit
komt door de uitzetting en inkrimping van het frontpaneel
door de temperatuursverandering.
-
Geluid:
! Tijdens de verwarmingsmodus kan af en toe een sissend
geluid te horen zijn. Dit komt van de automatische
ontdooiing.
21
Geur: ! De binnenunit kan bepaalde geuren afgeven. Dit komt door
geuren uit de ruimte die worden opgenomen door de
binnenunit (tabak, meubels, …).
-
! Tijdens het koelen of ontvochtigen kan er wat damp uit de
binnenunit komen. Dit komt door de plotse afkoeling van de
lucht wat condensvorming en damp kan veroorzaken.
-
Damp of stoom komt
uit het toestel:
! Tijdens het verwarmen kan het gebeuren dat de ventilator
van de buitenunit stopt en er stoom uit de unit komt. Dit
komt door de automatische ontdooiing.
21
! Wanneer de verwarmingsmodus wordt opgestart, draait de
ventilator tijdelijk zeer traag zodat de binnenkant kan
opwarmen.
! Wanneer de ruimtetemperatuur tijdens de verwarmings-
modus stijgt tot boven de ingestelde temperatuur, dan stopt
de buitenunit en de ventilator van de binnenunit draait met
zeer lage snelheid. Als u de ruimte verder wil verwarmen,
moet de thermostaat hoger ingesteld worden.
-
! Tijdens het verwarmen zal de binnenunit tijdelijk stoppen (7
tot 15 minuten) als de automatische ontdooiing bezig is.
Tijdens de automatische ontdooiing knippert het OPERATION
controlelampje.
21
! Tijdens het ontvochtigen draait de ventilator van de
binnenunit met lage snelheid; om de vochtigheidsgraad van
de ruimte te regelen, kan het zijn dat de ventilator van de
binnenunit af en toe stopt of met zeer lage snelheid draait.
3
! In de SUPER QUIET functie draait de ventilator met zeer
lage snelheid.
3
! In de monitorfunctie draait de ventilator met zeer lage
snelheid.
3
Uitblaas zwak of
gestopt:
! Wanneer, in het geval van een multisplit, u een
binnentoestel programmeert om te draaien in een combinatie
van modi die niet geprogrammeerd is, knippert het groene
OPERATION controlelampje en het toestel gaat uit.
Combinatie verwarmen en koelen (of ontvochtigen)
Combinatie verwarmen en ventileren
22
Normale
werking
De buitenunit lekt
water:
! Tijdens het verwarmen kan er water uit de buitenunit
lekken door de automatische ontdooiing.
21
!
"*
FOUTOPSPORING
Symptoom Te controleren Zie pag.
Toestel werkt niet: ! Staat de hoofdschakelaar uit?
! Is er een stroomonderbreking geweest?
! Is er een zekering gesprongen?
-
! Werkt de timer? 11-12
! Is de filter vuil?
! Is de aanzuig of de uitblaas geblokkeerd?
! Staat de thermostaat correct ingesteld?
! Staat er een deur of raam open?
! In de koelingmodus: schijnt de zon volop binnen door een
raam? (Sluit de gordijnen.)
! In de koelingmodus: staan er verwarmingstoestellen en
computers in de ruimte of zijn er te veel mensen aanwezig?
-
Zwakke koeling (of
verwarming):
! Staat het toestel in de SUPER QUIET functie?
! Staat het toestel in de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie?
3
Controleer
nogmaals
Het toestel werkt niet
volgens de
instellingen van de
afstandsbediening:
! Zijn de batterijen van de afstandsbediening leeg?
! Zitten de batterijen correct in de afstandsbediening?
7
Als de problemen aanhouden nadat u bovenstaande punten gecontroleerd heeft, als u een
brandgeur ruikt, of als het OPERATION controlelampje (Fig. 3-5) en het TIMER controlelampje (Fig.
3-6) knipperen, en het ECONOMY controlelampje (Fig.3-7) snel knippert, zet het toestel dan
onmiddellijk uit, trek de stekker uit het stopcontact en contacteer een erkend servicetechnicus.
WERKINGSTIPS
Werking en rendement
Verwarmingsrendement
! Deze airconditioner werkt volgens het warmtepompprincipe: warmte wordt uit de buitenlucht
opgenomen en naar de binnenunit overgebracht. Daardoor vermindert het rendement als de
buitentemperatuur daalt. Als u vindt dat het verwarmingsrendement te laag is, plaats dan een
extra verwarmingstoestel.
! Warmtepompen verwarmen uw ruimte door de lucht te laten circuleren door de kamer. Daardoor
kan het even duren vooraleer de kamer opgewarmd is.
Microcomputergestuurde automatische ontdooiing
! In de verwarmingsmodus, bij lage buitentemperaturen en een hoge vochtigheidsgraad, kan er
vorst gevormd worden op de buitenunit waardoor het rendement verlaagt.
Om dit te vermijden, is de airconditioner uitgerust met een microcomputergestuurde automatische
ontdooifunctie. Als er vorst gevormd wordt, zal de airconditioner tijdelijk stoppen met draaien.
Daarop start het ontdooiproces (ongeveer 7-15 minuten).
Tijdens de automatische ontdooiing knippert het OPERATION controlelampje (groen).
! Wanneer de verwarmingsmodus gestopt is en er heeft zich vorst gevormd op de buitenunit, dan
start de automatische ontdooicyclus. De buitenunit zal dan automatisch na enkele minuten stoppen
met draaien.
Automatische herstart
Bij een stroomonderbreking
! Bij een stroomonderbreking krijgt de airconditioner geen voeding meer. Wanneer het toestel
terug stroom krijgt, start het automatisch terug op in de voorgaande werkingsmodus.
! Bij een stroomonderbreking terwijl de TIMER in werking is, wordt de timer gereset en de
binnenunit begint (of stopt) bij de nieuwe timerinstelling. Bij dit soort fout knippert het TIMER
controlelampje.
! Het gebruik van andere elektrische toestellen (scheerapparaat, enz.) of een draadloze
radiozender kan storingen veroorzaken in de werking van de airconditioner. Trek in dit geval even
de stekker uit, steek terug in en zet het toestel weer aan met de afstandsbediening.
!
""
Multisplit airconditioner
Deze binnenunit kan aangesloten worden op een multisplit buitenunit. Op een multisplit buitenunit
kan u meerdere binnenunits, in verschillende kamers, aansluiten. De binnenunits kunnen
tegelijkertijd werken, volgens hun respectieve vermogens.
Gelijktijdig gebruik van meerdere toestellen
! Wanneer u een multisplit installeert, kunnen de verschillende binnenunits tegelijkertijd werken,
maar bij gelijktijdige werking van twee of meerdere binnenunits van dezelfde groep, zal het
verwarmings- en het koelrendement lager zijn dan wanneer slechts één binnenunit draait.
Wanneer u dus meerdere binnenunits tegelijkertijd wenst te laten koelen, doet u dat het beste ’s
nachts of op momenten dat een lager vermogen nodig is. En wanneer meerdere units tezamen
moeten verwarmen, is het raadzaam, afhankelijk van de behoefte, uw installatie te combineren
met andere verwarmingstoestellen.
! De efficiëntie van uw installatie hangt af van de klimatologische omstandigheden, de
buitentemperatuur, de te klimatiseren ruimte en het aantal personen in die ruimte. Het is daarom
raadzaam verschillende werkingsmodellen uit te proberen om het prestatievermogen in
verwarming en in koeling te kunnen bekijken, zodat u een zo optimaal mogelijk klimaat naar uw
wensen kan creëren.
! Wanneer u, bij gelijktijdige werking van meerdere units, constateert dat één of meerdere units
zwakker koelen of verwarmen, schakel dan over op enkelvoudige werking.
! Het toestel werkt niet in de volgende modi:
Wanneer u het binnentoestel programmeert om te draaien in een combinatie van modi die niet
geprogrammeerd is, knippert het groene OPERATION controlelampje (1 sec aan, 1 sec uit) en het
toestel gaat in slaapstand.
Combinatie verwarmen en koelen (of ontvochtigen)
Combinatie verwarmen en ventileren
! Het toestel kan wel werken bij de volgende combinaties:
Koelen en ontvochtigen
Koelen en ventileren
Ontvochtigen en ventileren
! De werkingsmodus van het buitentoestel (verwarmen of koelen (ontvochtigen)) wordt bepaald
door de modus van het binnentoestel dat als eerste wordt aangezet. Wanneer echter het eerste
binnentoestel op ‘ventileren’ staat, wordt het buitentoestel hierdoor niet beïnvloed.
Bijvoorbeeld: Wanneer binnentoestel A wordt opgestart in ‘ventileren’, terwijl binnentoestel B op
‘verwarmen’ staat, start toestel A voorlopig op in stand ‘ventileren’, maar wanneer toestel B begint
te verwarmen, gaat het groene OPERATION controlelampje van toestel A beginnen knipperen (1
sec aan, 1 sec uit) en het toestel gaat in slaapstand. Toestel B gaat verder met verwarmen.
Nota
! In de verwarmingsmodus begint het buitentoestel soms kortstondig te ontdooien. Indien u
tijdens de ontdooiing het binnentoestel opnieuw instelt op verwarmen, gaat de ontdooiing verder
en pas na afloop hiervan zal het toestel beginnen verwarmen. U moet dus even geduld hebben
vooraleer het toestel weer warme lucht uitblaast.
! Tijdens het verwarmen kan de onderkant van uw binnentoestel warm worden omdat koelvloeistof
door het toestel stroomt, zelfs nadat het gestopt is. Dit is dus volkomen normaal.
!
17

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Fujitsu ASYG 30LF bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Fujitsu ASYG 30LF in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,95 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Fujitsu ASYG 30LF

Fujitsu ASYG 30LF Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 19 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info