587403
25
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/31
Pagina verder
www.fu ji tsuclimate.nl
BEDIENINGSHANDLEIDING
LUCHT/LUCHT WARMTEPOMP
TYPE
ASYG09 - 12LT
INHOUD
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 1
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES .................................................................................. 2
OVERZICHT ONDERDELEN ......................................................................................... 4
VOORBEREIDING ..................................................................................................... 8
BEDIENING (Werking) ............................................................................................. 10
REGELEN VAN DE UITBLAASRICHTING ...................................................................... 12
ZWAAIFUNCTIE (SWING) ......................................................................................... 13
AANWEZIGHEIDSDETECTIE (ENERGIEBESPARING) ...................................................... 13
BOOSTERFUNCTIE................................................................................................... 15
ECONOMY-FUNCTIE................................................................................................. 15
FUNCTIE ‘10°C VERWARMEN’ ................................................................................... 16
FUNCTIE ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’ ...................................................................... 16
AUTOMATISCHE HANDBEDIENING ............................................................................ 17
WERKING TIMER AAN/UIT ....................................................................................... 18
WERKING PROGRAMTIMER ....................................................................................... 19
WERKING SLEEPTIMER ........................................................................................... 20
WERKING WEEKTIMER............................................................................................. 21
REINIGING EN ONDERHOUD .................................................................................... 25
FOUTOPSPORING ................................................................................................... 29
WERKINGSTIPS ..................................................................................................... 30
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Lees voor gebruik deze “VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN” grondig door en volg ze steeds op.
Dit hoofdstuk bevat voorschriften die u stipt dient op te volgen om de unit veilig te kunnen
gebruiken.
“GEVAAR”, “WAARSCHUWING” en “OPGELET” staan voor:
GEVAAR! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding leidt tot de dood of tot
ernstig letsel voor de gebruiker of de servicetechnicus.
WAARSCHUWING! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding zou kunnen leiden
tot de dood of tot ernstig letsel voor de gebruiker of de servicetechnicus.
OPGELET! Het niet opvolgen van de aanwijzingen onder deze hoofding zou kunnen leiden tot
verwondingen bij de gebruiker of schade aan de apparatuur.
GEVAAR!
Probeer deze airco niet zelf te installeren.
De onderdelen in dit toestel kunnen niet door de gebruiker worden gerepareerd of vervangen.
Alle reparaties dienen te worden uitgevoerd door een erkend servicetechnicus.
Als u verhuist, vraag dan aan een erkend servicetechnicus de unit los te koppelen en opnieuw te
installeren.
Blijf niet te lang in de koude luchtstroom staan, gevaar voor onderkoeling dreigt.
Steek nooit vingers of voorwerpen in de uitlaatopening of aanzuigroosters.
Start en stop de airconditioner niet door de voedingskabel in te steken of uit te trekken.
Beschadig de voedingskabel niet.
Wanneer de voedingskabel beschadigd is, mag deze enkel vervangen worden door een erkend
servicetechnicus, aangezien deze beschikt over het gepaste materiaal.
Zet in geval van bedrijfsstoring (brandlucht enz.) de unit ogenblikkelijk uit, trek de voedingskabel
uit, zet de hoofdschakelaar af en raadpleeg een servicetechnicus
.
In geval van een koelvloeistoflek, dient u vuur en andere ontvlambare producten uit de buurt te
houden van het toestel. (Raadpleeg een erkend servicetechnicus).
OPGELET!
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het gebruik.
Richt de luchtstroom niet op open haarden of verwarmingstoestellen.
Klim niet op de airconditioner of plaats er geen voorwerpen op.
Hang geen voorwerpen aan de binnenunit.
Zet geen bloemvazen of andere recipiënten gevuld met water boven op de airconditioners.
Breng de airconditioner nooit rechtstreeks in contact met water.
Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
Trek niet aan de voedingskabel.
Zet de stroomtoevoer af wanneer u de unit een lange tijd niet gebruikt.
OPGELET!
Controleer of de installatie in goede staat verkeert.
Zet geen dieren of planten in de directe luchtstroom.
Het afvoerwater van de airconditioner is niet drinkbaar.
Gebruik de unit nooit in bewaar- of bergplaatsen van levensmiddelen, planten of dieren,
precisieapparatuur of kunstwerken.
Tijdens het verwarmen worden de aansluitkranen warm: voorzichtig!
Oefen geen zware druk op de radiatorlamellen uit.
Gebruik de unit nooit zonder filters.
Belemmer of bedek het aanzuigrooster en de uitlaatopening nooit.
Installeer de binnen- en buitenunit op een afstand van ten minste 1 meter van andere
elektronische apparatuur.
Installeer de airconditioner niet bij een open haard of een ander verwarmingstoestel.
Installeer de binnen- en buitenunit op een voor kinderen onbereikbare plaats.
Gebruik geen ontvlambare producten in de buurt van de airconditioner.
Dit apparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (inclusief kinderen) met
verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
deze personen met betrekking tot het gebruik van het apparaat onder toezicht of onderricht staan
van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht staan
om te verzekeren dat ze niet met het apparaat spelen.
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIES
Comfort en energiebesparing
INVERTER
Bij het opstarten van het toestel is veel vermogen nodig om de kamer snel op de gewenste
temperatuur te brengen. Nadien zal het toestel automatisch naar een lagere stand schakelen voor
een economisch verbruik en comfortabele werking.
AANWEZIGHEIDSDETECTIE (ENERGIEBESPARING)
Als de detector geen aanwezigheid waarneemt, wordt het vermogen automatisch gereduceerd. Zo
bespaart u door minder energie te verbruiken.
ECONOMY-FUNCTIE
Als u de ECONOMY-functie gebruikt, zal tijdens het koelen de ruimtetemperatuur iets hoger zijn
dan de ingestelde temperatuur, en tijdens het verwarmen iets lager. Zo bespaart u meer energie.
ZWAAIFUNCTIE (SWING)
De uitblaaskleppen bewegen automatisch op en neer zodat de lucht alle hoeken en kanten van de
kamer kan bereiken.
AUTOMATISCHE OMSCHAKELFUNCTIE
Het toestel schakelt automatisch tussen de verschillende functies (koelen, drogen, verwarmen) om
de ingestelde temperatuur te allen tijde te bereiken en te behouden.
SUPER QUIET FUNCTIE
De binnenunit blaast minder krachtig uit waardoor het geluidsniveau tijdens het draaien lager is.
FUNCTIE ‘10°C VERWARMEN’
De kamertemperatuur kan op 10°C gehouden worden om te voorkomen dat, in de winter
bijvoorbeeld, de ruimte te veel afkoelt.
FUNCTIE ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’
Deze functie reduceert het geluidsniveau van de buitenunit door de ventilatorsnelheid en het aantal
compressorrotaties te beperken. Bijvoorbeeld ’s nachts, als alles stil is, komt deze functie van pas.
Gemak
WEEKTIMER
U kan voor de zeven dagen van de week (maandag t/m zondag) temperatuur- en timerinstellingen
configureren.
U kan tot vier timerinstellingen AAN of UIT per dag configureren.
PROGRAM TIMER
Met de programtimer kunt u instellen wanneer uw toestel AAN- of UIT-geschakeld moet worden.
Binnen een tijdspanne van 24u kan u 1 keer omschakelen van UIT naar AAN of van AAN naar UIT.
SLEEP TIMER
Wanneer tijdens de verwarmingsfunctie de SLEEP-toets wordt ingedrukt, daalt de
thermostaatinstelling geleidelijk aan. Tijdens het koelen of ontvochtigen verhoogt de
thermostaatinstelling geleidelijk aan. Als de ingestelde tijd bereikt is, zal het toestel automatisch
uitschakelen.
BOOSTERFUNCTIE
Het toestel werkt op maximumvermogen, voor een snelle afkoeling of opwarming van de ruimte.
Reiniging
SCHIMMELWERENDE FILTER
De luchtfilter is behandeld tegen schimmelvorming voor een schoner gebruik en eenvoudiger
onderhoud.
POLYFENOL CATECHIN LUCHTZUIVERINGSFILTER
Fijn stof, kleine deeltjes (tabaksrook, pollen), onzichtbare schimmelsporen en schadelijke micro-
organismen worden geabsorbeerd door de elektrostatische werking van de filter. De
polyfenolextracten op de filter zorgen er bovendien voor dat schimmels zich niet verder kunnen
ontwikkelen.
Wanneer deze filter gebruikt wordt, zal het rendement van de airconditioner lichtjes afnemen
omdat er iets minder lucht wordt uitgeblazen.
GEURELIMINERENDE NEGATIEVE-IONENFILTER
De filter bestaat uit extra fijne keramische deeltjes die negatieve ionen kunnen produceren. Deze
ionen werken geureliminerend en absorberen luchtjes in huis.
Afstandsbediening
DRAADLOZE AFSTANDSBEDIENING
Met de draadloze bediening kan u de airconditioner zeer eenvoudig van overal bedienen.
BEDRADE BEDIENING (OPTIE)
Optioneel kan u een bedrade bediening gebruiken. Hierna volgen de verschillen qua gebruik in
vergelijking met een draadloze afstandsbediening.
U kan tegelijkertijd een bedrade en een draadloze afstandsbediening gebruiken (elk met zijn eigen
functies echter).
Wanneer u een functie kiest die niet beschikbaar is, hoort u een pieptoon: het OPERATION-,
TIMER- en derde controlelampje op de binnenunit knipperen.
[functies enkel op draadloze afstandsbediening]
Aanwezigheidsdetectie (energiebesparing)
Functie ‘10°C verwarmen’
Functie ‘outdoor unit low noise’
Weektimer
AAN- en UIT-timer
Programtimer
Sleeptimer
Boosterfunctie
OVERZICHT ONDERDELEN
BINNENUNIT
Opent wanneer het toestel in werking is en sluit wanneer het toestel uitschakelt.
Let er op dat u tijdens het openen/sluiten het paneel niet aanraakt, noch uw vingers er tussen
steekt. U kan uw vingers verwonden.
Open het paneel niet manueel. Dit kan storing veroorzaken. Damp kan neerslaan op de kleppen
en er kan water uitlopen bij het forceren.
Hang geen voorwerpen aan het open paneel, steek er ook geen voorwerpen in. Dit kan storing
veroorzaken.
Opendraaiend voorpaneel Aanzuigrooster
Aanwezigheidsdetector
Controlelampjes
Horizontale uitblaaskleppen
(achter de verticale uitblaaskleppen)
Controlelampjes:
1
2 3 4
1) Signaalontvanger afstandsbediening en toets MANUAL AUTO (automatische handbediening)
Indien u uw afstandsbediening verloren bent of als de batterijen leeg zijn, kan u het toestel met
de MANUAL AUTO toets bedienen.
Wanneer u de MANUAL AUTO toets gedurende minstens 10 seconden ingedrukt houdt, start de
geforceerde koeling.
De geforceerde koeling wordt tijdens de installatie gebruikt. Enkel voor bevoegde servicetechnici.
Wanneer de geforceerde koeling per ongeluk start, drukt u de START/STOP-toets in om de
functie te stoppen.
2) OPERATION controlelampje (groen)
Brandt tijdens normale werking en knippert langzaam tijdens de automatische ontdooicyclus.
3) TIMER controlelampje (oranje)
Als het TIMER-lampje knippert wanneer de timer in werking is, duidt dit op een fout in de
timerinstelling.
4) ECONOMY controlelampje (groen)
Het ECONOMY controlelampje brandt wanneer de functies ECONOMY en 10°C VERWARMEN in
werking zijn.
AFSTANDSBEDIENING
Signaalzender
Toets 10°C HEAT
Toets TEMP (Temperatuur)
START/STOP-toets
Toets POWERFUL (booster)
Display afstandsbediening
Temperatuur Indicator ‘verzenden’
Op deze afbeelding worden alle meldingen getoond die op het display kunnen verschijnen. Tijdens
de werking van het toestel toont het display enkel de op dat moment relevante meldingen.
Over de MODE-toets en het display van de afstandsbediening
Nadat u op de MODE-toets gedrukt heeft, verschijnt, tijdens het verzenden van het signaal, op het
display van de afstandsbediening enkel de door u gekozen informatie. Zo kan u gemakkelijk de
gekozen functie controleren.
Voorbeeld: Als u de ingestelde temperatuur van 24°C tijdens het koelen wil wijzigen naar 25°C.
Display indicator verzenden
Voor het indrukken Na het indrukken Verzenden beëindigd
van de toets van de toets
Ventilatorsnelheid
Zwaaifunctie
Klok en Timer
Werkingsmodus
Energiebesparing
“Low noise”
modus
SEND (verzenden)
VOORBEREIDING
Het toestel aanzetten
Zet de schakelaar aan
Batterijen plaatsen (R03/LR03 x 2)
1 Schuif het batterijdeksel aan de voorkant van de afstandsbediening open.
Schuif in de richting van de pijl.
2 Steek de batterijen erin.
Let op de polariteit (+/-).
3 Sluit het batterijdeksel.
Actuele dag en tijd instellen
1 Druk de toets CLOCK ADJUST in.
2 Gebruik de SELECT-toetsen om de dag van de week te selecteren.
Druk de toets NEXT in.
3 Gebruik de SELECT-toetsen om de klok juist te zetten.
Toets : Tijdinstelling verhogen.
Toets : Tijdinstelling verlagen.
(Telkens u deze toetsen indrukt, verhoogt/verlaagt de tijdinstelling met stappen van 1 minuut; wanneer u de
toetsen ingedrukt houdt, met stappen van 10 minuten.)
4 Druk de SEND-toets in.
De tijd is nu ingesteld en de klok begint te lopen.
Druk de SEND-toets in als u zich in de buurt van het hoofdtoestel bevindt. Wanneer u er verder
vanaf staat, zou het kunnen dat het signaal niet correct verzonden wordt en dat de instellingen niet
correct geconfigureerd zijn.
OPGELET!
Let er op dat kinderen de batterijen niet per ongeluk kunnen inslikken.
Wanneer u de afstandsbediening voor een langere tijd niet gebruikt, haal dan de batterijen eruit
zodat ze niet gaan lekken waardoor de afstandsbediening beschadigd kan raken.
Wanneer uw huid, ogen of mond in contact komen met lekkende batterijvloeistof, spoel dan
overvloedig met water en contacteer een dokter.
Lege batterijen moeten onmiddellijk verwijderd worden. Breng ze naar een erkend inzamelpunt.
Probeer lege batterijen niet te herladen.
Gebruik geen nieuwe en reeds gebruikte batterijen door elkaar of batterijen van verschillende
types. Bij normaal gebruik gaan batterijen ongeveer een jaar mee. Wanneer u begint te merken
dat het gebruik afneemt, vervang dan de batterijen en druk de RESET-toets in met een balpen of
ander spits voorwerp. Hou de pen recht.
Oorspronkelijk (of tijdens het resetten) is de energiebesparingsfunctie geactiveerd.
De afstandsbediening gebruiken
Richt de afstandsbediening op de infrarood-signaalontvanger om de unit te bedienen.
Bereik: ca. 6 m.
Als de binnenunit het signaal goed heeft ontvangen, hoort u een pieptoon.
Als u geen pieptoon hoort, moet u de toets op de afstandsbediening nogmaals indrukken.
Houder afstandsbediening
1) Monteer de houder 2) Steek de bediening erin. 3) Neem de bediening eruit (bij handmatig gebruik).
met de schroeven.
OPGELET!
Wanneer er zich tussen de binnenunit en de afstandsbediening een gordijn of een muur bevindt, is het
mogelijk dat het signaal de binnenunit niet bereikt.
Wanneer de ontvanger blootgesteld is aan fel licht, is het mogelijk dat de airconditioner niet correct werkt.
Vermijd blootstelling aan directe zonnestraling en scherm de ontvanger af van lichtbronnen en flatscreens.
Het is mogelijk dat in ruimtes met neonverlichting het signaal niet ontvangen wordt (zoals bij de invertertypes).
Raadpleeg in dit geval uw dealer.
Bewaar uw afstandsbediening op een plaats beschut tegen de warmte van huishoudelijke
verwarmingstoestellen of directe zonnestraling.
Laat de afstandsbediening niet vallen en bescherm ze tegen water.
Correct:
Niet
correct:
BEDIENING (Werking)
Werking starten
Druk de START/STOP-toets in.
Het OPERATION controlelampje (groen) van de binnenunit begint te branden.
De airconditioner begint te werken.
Werkingsmodus selecteren
Druk de MODE-toets in om de gewenste werkingsmodus te
selecteren.
Bij elke druk op deze toets verandert de werkingsmodus in deze volgorde:
Na ongeveer 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
Temperatuur instellen
Druk de TEMP. toets in
: Temperatuurinstelling verhogen.
:Temperatuurinstelling verlagen.
Instelbereik thermostaat:
AUTO .......................................................18-30 °C
COOL/DRY (Koelen/Ontvochtigen) ................18-30 °C
HEAT (Verwarmen) .....................................16-30 °C
Tijdens het ventileren (FAN) kan de temperatuur niet worden ingesteld met
de thermostaat (de temperatuur verschijnt niet op het display).
Na ongeveer 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
De thermostaatinstellingen moeten als standaardinstellingen beschouwd
worden en kunnen een beetje afwijken van de eigenlijke kamertemperatuur.
Ventilatiesnelheid instellen
Druk de FAN-toets in.
Bij elke druk op deze toets verandert de ventilatiesnelheid als volgt:
Na ongeveer 3 seconden verschijnt het volledige display opnieuw.
Wanneer AUTO is ingesteld:
Verwarmen : De ventilator verspreidt zo optimaal mogelijk warme lucht.
Wanneer echter de uitgeblazen lucht van de binnenunit koud
is, zal de ventilator met zeer lage snelheid draaien.
Koelen : Als de kamertemperatuur de thermostaatinstelling benadert,
vermindert de ventilatiesnelheid.
Als de kamertemperatuur de thermostaatinstelling benadert,
is het mogelijk dat de ventilator van de binnenunit stopt met
draaien om energie te besparen.
Ventileren : De ventilator draait met gemiddelde snelheid (MED).
Voorbeeld:
Ingesteld op
Cool (koelen)
Voorbeeld:
Ingesteld op
26°C.
Voorbeeld:
Ingesteld op
AUTO.
SUPER QUIET functie
De SUPER QUIET functie start. De binnenunit blaast minder krachtig uit voor een stillere werking.
De SUPER QUIET functie kan niet geselecteerd worden tijdens het ontvochtigen. (Idem wanneer
ontvochtigen geselecteerd wordt tijdens de AUTO-functie.)
Tijdens de SUPER QUIET functie zal de verwarmings- en koelcapaciteit iets lager zijn. Als de
ruimte niet voldoende opwarmt/afkoelt tijdens de SUPER QUIET functie moet de ventilatiesnelheid
aangepast worden.
BEDIENING (Werking)
Over de AUTO CHANGEOVER functie (automatisch omschakelen)
AUTO:
Wanneer de automatische omschakelfunctie geselecteerd is, zal de ventilator gedurende enkele
minuten aan zeer lage snelheid draaien. Gedurende deze tijd zal het toestel de ruimtecondities
detecteren en de gepaste functie selecteren.
Wanneer de ingestelde temperatuur op de thermostaat minstens 2°C lager is dan de eigenlijke
kamertemperatuur Koelen of ontvochtigen
Wanneer het verschil in temperatuur tussen de thermostaatinstelling en de eigenlijke
kamertemperatuur ±2°C is Afhankelijk van de buitentemperatuur
Wanneer de ingestelde temperatuur op de thermostaat minstens 2°C hoger is dan de eigenlijke
kamertemperatuur Verwarmen
Wanneer de kamertemperatuur de thermostaatinstelling nadert, start de airconditioner de
monitoringfunctie. In deze modus draait de ventilator met lage snelheid. Als de kamertemperatuur
nadien verandert, zal de binnenunit opnieuw de gepaste functie selecteren (verwarmen, koelen)
om de temperatuur aan te passen aan de thermostaatinstelling.
Als de functie die door de binnenunit wordt geselecteerd niet naar wens is, kies dan een andere
functie (HEAT, COOL, DRY, FAN).
Over de werkingsmodus
HEAT:
Selecteer deze functie om te verwarmen.
Wanneer deze functie geselecteerd is, zal de binnenunit zo’n 3 tot 5 minuten met zeer lage
ventilatiesnelheid draaien, nadien wordt overgeschakeld op de ingestelde snelheid. Deze tijdspanne
is voorzien om de binnenunit eerst te laten opwarmen vooraleer op volle kracht te draaien.
Wanneer de kamertemperatuur zeer laag is, kan er ijs gevormd worden op de buitenunit
waardoor de prestaties van het toestel kunnen verminderen. Om dit ijs te verwijderen, zal het
toestel regelmatig automatisch een ontdooicyclus starten. Tijdens de automatische ontdooifunctie
zal het OPERATION controlelampje knipperen en zal de verwarmingsfunctie onderbroken worden.
Wanneer u de verwarmingsfunctie heeft opgestart, zal het nog enige tijd duren vooraleer de
kamer warmer wordt.
COOL:
Selecteer deze functie om te koelen.
DRY:
Selecteer deze functie om de ruimte geleidelijk aan te koelen tijdens het ontvochtigen.
U kan niet verwarmen tijdens het ontvochtigen.
Tijdens het ontvochtigen zal het toestel met lage snelheid draaien. Om de luchtvochtigheid van
de ruimte te regelen, zal de ventilator van de binnenunit af en toe stoppen of met lagere snelheid
draaien.
Tijdens het ontvochtigen kan de ventilatorsnelheid niet manueel veranderd worden.
FAN:
Selecteer deze functie om lucht door de ruimte te laten circuleren.
Tijdens de verwarmingsfunctie: Stel de thermostaat in op een hogere temperatuur dan de actuele
kamertemperatuur. De verwarmingsfunctie zal niet werken wanneer de thermostaatinstelling lager is dan
de actuele kamertemperatuur.
Tijdens koelen/ontvochtigen: Stel de thermostaat in op een lagere temperatuur dan de actuele
kamertemperatuur.
De functies koelen en ontvochtigen zullen niet werken wanneer de thermostaatinstelling hoger is dan de
actuele kamertemperatuur (in de koelingfunctie zal enkel de ventilator draaien).
Tijdens het ventileren: Ondertussen kan de binnenunit niet koelen of verwarmen.
De werking stoppen
Druk de START/STOP-toets in.
Het OPERATION controlelampje (groen) gaat uit.
REGELEN VAN DE UITBLAASRICHTING
De verticale uitblaasrichting (op-en-neer) wordt ingesteld met de SET-toetsen op de
afstandsbediening. De horizontale uitblaasrichting (links-rechts) wordt ingesteld door de
uitblaaskleppen manueel te verzetten.
Wanneer u de horizontale uitblaasrichting wenst aan te passen, start u de airconditioner op. Let er
op dat de verticale uitblaaskleppen niet meer bewegen.
Verticale uitblaasrichting regelen
Druk de SET-toets in.
Telkens deze toets wordt ingedrukt, verandert de uitblaas als volgt:
Verschillende instellingen uitblaasrichting:
1, 2, 3, 4: Tijdens koelen/ontvochtigen
4, 5, 6, 7: Tijdens verwarmen
Het display van de afstandsbediening verandert niet.
Aanpassingen aan de uitblaasrichting binnen het hierboven opgegeven bereik.
De verticale uitblaas wordt automatisch ingesteld zoals weergegeven, afhankelijk van de
geselecteerde functie.
Tijdens koelen / ontvochtigen : Horizontale uitblaas (1)
Tijdens verwarmen : Neerwaartse uitblaas (6)
Tijdens de AUTO-modus wordt er de eerste minuten horizontaal uitgeblazen (1); ondertussen kan
de uitblaasrichting nog niet aangepast worden.
Wanneer bij het begin van de verwarmingsmodus de temperatuur van de uitgeblazen lucht laag is,
is de uitblaasstand tijdelijk (1).
Horizontale uitblaasrichting regelen
Horizontale uitblaaskleppen instellen.
Beweeg de horizontale uitblaaskleppen om de gewenste uitblaasrichting te kiezen.
(Haakjes, op 2 plaatsen)
GEVAAR!
Steek nooit vingers of voorwerpen in de uitblaasopeningen aangezien de ventilator met hoge snelheid draait
en zo verwondingen kan veroorzaken.
De verticale uitblaaskleppen moet u aanpassen met de SET-toets van de afstandsbediening. Probeert u deze
manueel aan te passen, dan kan dit de goede werking verstoren. Zet in dit geval de unit uit en start opnieuw
op. De kleppen moeten nu correct werken.
Let er op dat tijdens het koelen en ontvochtigen de uitblaaskleppen niet voor langere tijd in de
verwarmingspositie (4-7) blijven staan. Zo wordt er condens gevormd op de uitblaaskleppen en lekken er
waterdruppels uit het toestel. Als tijdens het koelen en ontvochtigen de uitblaaskleppen in de
verwarmingspositie blijven staan, keren ze na 30 minuten automatisch terug naar positie 3.
Wanneer het toestel gebruikt wordt in een ruimte met kleine kinderen, oudere of zieke personen moet u bij
het instellen van de temperatuur en de uitblaasrichting hiermee rekening houden.
OPGELET!
Wanneer u de horizontale uitblaaskleppen regelt, moet u de verticale uitblaaskleppen eerst stoppen. Let er op
dat deze volledig gestopt zijn vooraleer u de horizontale uitblaasrichting instelt.
(Horizontale
uitblaaskleppen)
(Handgreep)
ZWAAIFUNCTIE
De uitblaaskleppen bewegen op en neer zodat de koude of warme lucht alle hoeken en kanten van
de kamer kan bereiken.
Zwaaifunctie selecteren
Druk de SWING-toets in.
Het SWING-display licht op.
In deze modus zwaaien de uitblaaskleppen automatisch op en neer.
Zwaaifunctie stoppen
Druk de SWING-toets nogmaals in.
Het SWING-display gaat uit.
De uitblaasrichting wordt weer aangepast aan de oorspronkelijke instelling.
Over de zwaaifunctie
Tijdens koelen / ontvochtigen : Zwaaibereik tussen 1 en 4.
Tijdens verwarmen : Zwaaibereik tussen 4 en 7.
De zwaaifunctie kan tijdelijk stoppen wanneer de ventilator niet of met zeer lage snelheid draait.
AANWEZIGHEIDSDETECTIE (ENERGIEBESPARING)
Deze functie beheert de temperatuur wanneer er zich gedurende een bepaalde tijd niemand in de
ruimte bevindt. Zo vermijdt u energieverspilling.
De ENERGIEBESPARINGSFUNCTIE activeren
De optie ENERGIEBESPARING kiest u bij de aankoop.
Druk de toets SENSOR in.
Op de afstandsbediening knippert
.
De functie ENERGIEBESPARING is geconfigureerd.
De functie blijft actief tot u ze deactiveert.
De ENERGIEBESPARINGSFUNCTIE deactiveren
Druk de toets SENSOR in.
De melding
verdwijnt van het display.
De functie ENERGIEBESPARING is gedeactiveerd.
Over de functie ENERGIEBESPARING
Wanneer er zich gedurende een twintigtal minuten niemand in de ruimte bevindt, wordt de
ingestelde temperatuur automatisch gereduceerd.
(Wanneer er weer iemand binnenkomt, detecteert de sensor de aanwezigheid en wordt de originele
instelling hersteld.)
Werkingsmodus Werkingsdetails
(wanneer er zich gedurende een bepaalde tijd niemand in de ruimte
bevindt)
Koelen/Ontvochtigen De temperatuurinstelling verhoogt met ongeveer 2°C maximaal.
Verwarmen De temperatuurinstelling verlaagt met ongeveer 4°C maximaal.
AUTO Automatische aanpassing in functie van de gekozen werkingsmodus
(Koelen/Verwarmen/Ontvochtigen).
Bereik sensor:
Verticale hoek van 90° (zijaanzicht) Horizontale hoek van 100° (bovenaanzicht)
Als u tegelijkertijd de SLEEPTIMER gebruikt, is deze laatste prioritair.
Wanneer er zich tijdens de functie “10°C VERWARMEN” niemand in de ruimte bevindt, heeft dit
geen invloed op de temperatuurinstelling.
Over de AANWEZIGHEIDSDETECTOR
Details met betrekking tot de aanwezigheidsdetectie door de sensor.
- De sensor detecteert
aanwezigheid in de ruimte door
de bewegingen van de aanwezige
personen te bestuderen.
TIP
Aangezien de sensor ook infraroodstraling van personen detecteert, kan dit voor incorrecte
waarnemingen zorgen.
Situaties waarin de sensor niemand detecteert ook al bevindt er zich toch iemand in de ruimte
Wanneer de temperatuur hoog is en het verschil met de lichaamstemperatuur van de aanwezige
persoon klein is. (bv. in de zomer wanneer het 30°C of meer is).
Wanneer er zich iemand in de ruimte bevindt maar deze persoon zit al een hele tijd
onbeweeglijk.
Wanneer deze persoon zich achter een zetel, kast, raam, e.d. bevindt.
Wanneer deze persoon uiterst fijne kleding draagt en zich met de rug naar de sensor bevindt.
Situaties waarin de sensor iemand detecteert ook al bevindt er zich niemand in de ruimte
Wanneer er zich een hond of een kat in de ruimte bevindt.
Wanneer gordijnen of bladeren van planten bewegen onder invloed van de wind.
Wanneer er een kamerventilator aan staat in de ruimte.
BOOSTERFUNCTIE
Het toestel werkt op maximumvermogen, zeer handig voor een snelle afkoeling of opwarming van
de ruimte.
Zet eerst de airconditioner aan vooraleer u deze functie selecteert.
De BOOSTER-functie selecteren
Druk de POWERFUL-toets in.
Bij het indrukken van deze toets hoort u een andere pieptoon dan bij de overige toetsen.
De boosterfunctie start: 3 x piep / andere functies: 2 x piep.
De BOOSTER-functie stoppen
Druk de POWERFUL-toets nogmaals in.
Het toestel werkt terug gewoon.
Over de BOOSTER-functie
Koelen/Ontvochtigen
De boosterfunctie slaat automatisch af wanneer de ruimtetemperatuur de ingestelde temperatuur
bereikt heeft of anders na 20 minuten. U kan hiervoor niet zelf een tijdsduur ingeven.
Verwarmen
De boosterfunctie slaat automatisch af wanneer de ruimtetemperatuur de ingestelde temperatuur
bereikt heeft of anders na 20 minuten. U kan hiervoor niet zelf een tijdsduur ingeven.
Uitblaasrichting en –volume zijn automatisch ingesteld in deze modus. De uitblaasrichting kan
gewijzigd worden met de corresponderende toets.
De boosterfunctie en de ECONOMY-functie kunnen niet tegelijkertijd worden ingesteld.
De functie die het laatst is ingesteld op de afstandsbediening krijgt voorrang.
Wanneer tijdens de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie of de energiebesparingsfunctie, de
boosterfunctie wordt ingesteld, begint de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie of de
energiebesparingsfunctie nadat de boosterfunctie beëindigd is.
ECONOMY
Zet eerst de airconditioner aan vooraleer u deze functie selecteert.
De ECONOMY-functie selecteren
Druk de ECONOMY-toets in.
Het ECONOMY controlelampje (groen) begint
te branden.
De ECONOMY-functie start.
De ECONOMY-functie stoppen
Druk de ECONOMY-toets nogmaals in.
Het ECONOMY controlelampje (groen) gaat uit.
Het toestel werkt terug gewoon.
Over de ECONOMY-functie
Als u de ECONOMY-functie gebruikt, zal tijdens het koelen de ruimtetemperatuur iets hoger zijn
dan de ingestelde temperatuur, en tijdens het verwarmen iets lager. Zo bespaart u meer energie.
Bij optimaal vermogen geeft de ECONOMY-functie ongeveer 70% van de normale koel- en
verwarmingscapaciteit.
Indien de ruimte niet voldoende gekoeld (of verwarmd) wordt in deze functie, selecteer dan de
normale werking.
Tijdens de monitoringperiode in de AUTO-modus zal de airconditioner niet naar ECONOMY
omschakelen ook al heeft u deze toets ingedrukt.
10°C VERWARMEN
Functie ‘10°C VERWARMEN’
selecteren
Druk de toets ‘10°C HEAT’ in.
Het ECONOMY controlelampje (groen) begint
te branden.
Functie ‘10°C VERWARMEN’
stoppen
Druk de START/STOP toets in.
Het toestel stopt en het ECONOMY
controlelampje (groen) gaat uit.
Tijdens de functie ‘10°C VERWARMEN’ kan enkel de volgende functie gebruikt worden:
• SWING (horizontale en verticale zwaaifunctie)
Over de functie ‘10°C VERWARMEN’
De verwarmingsfunctie zal niet werken als de ruimtetemperatuur hoog genoeg is.
De kamertemperatuur kan op 10°C gehouden worden om te voorkomen dat, in de winter
bijvoorbeeld, de ruimte te veel afkoelt.
FUNCTIE ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’
Deze functie reduceert het geluidsniveau van de buitenunit door de ventilatorsnelheid en het aantal
compressorrotaties te beperken.
Bijvoorbeeld ’s nachts, als alles stil is, komt deze functie van pas.
De functie ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’ selecteren
Druk de toets ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’ in.
Op het display van de afstandsbediening verschijnt “LOW NOISE”.
De functie ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’ stoppen
Druk de toets ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’ in.
“LOW NOISE” verdwijnt van het display van de afstandsbediening.
Het toestel werkt terug gewoon.
Over de functie ‘OUTDOOR UNIT LOW NOISE’
• Deze functie kan gebruikt worden tijdens het koelen en verwarmen en tijdens de automatische
modus. De functie kan niet gebruikt worden tijdens het ventileren en ontvochtigen.
• Deze functie-instelling blijft bewaard ook als de airconditioner uitgezet wordt. De melding op het
display van de afstandsbediening blijft eveneens behouden.
• Wanneer de ventilatorsnelheid en het aantal compressorrotaties van de buitenunit in voldoende
mate gereduceerd is, blijft de functie actief maar gaat het reduceren niet verder.
Wanneer tijdens de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie of de energiebesparingsfunctie, de
boosterfunctie wordt ingesteld, begint de OUTDOOR UNIT LOW NOISE functie of de
energiebesparingsfunctie nadat de boosterfunctie beëindigd is.
Wanneer de buitentemperatuur hoog is, is het mogelijk dat deze functie niet werkt, ook al heeft
u de functie ingesteld.
• Wanneer de rotatiesnelheid van de compressor en de ventilatorsnelheid laag genoeg zijn, is het
mogelijk dat deze functie niet werkt, ook al heeft u de functie ingesteld.
AUTOMATISCHE HANDBEDIENING
Gebruik de MANUAL AUTO functie (automatische handbediening) als de afstandsbediening verloren
of niet beschikbaar is.
Hoe de bediening op het toestel gebruiken
Druk de MANUAL AUTO toets op het toestel gedurende minstens 3 seconden in
(maar niet langer dan 10 sec).
Om de functie te stoppen, drukt u de MANUAL AUTO toets nogmaals gedurende 3 seconden in.
Voor meer informatie over de MANUAL AUTO toets, zie blz. 4.
Als de airconditioner via de automatische handbediening bediend wordt, werkt het toestel in dezelfde modus
als wanneer u AUTO zou geselecteerd hebben via de afstandsbediening.
De ventilatiesnelheid is ingesteld op “AUTO” en de thermostaat op “standaard” (24°C).
WERKING TIMER AAN/UIT
TIMER AAN: het toestel start op de door u ingestelde tijd.
TIMER UIT: het toestel stopt op de door u ingestelde tijd.
Kijk of de afstandsbediening op de juiste tijd ingesteld staat vooraleer u de timerfunctie gebruikt.
Timer AAN/UIT selecteren
1 Druk de toets TIMER SETTING in.
Eerst knippert , druk vervolgens de toets SELECT in om
bij “ON” of “OFF” te selecteren.
Druk de toets NEXT in.
2 Druk de toets SELECT in om de gewenste AAN- en
UIT-tijd in te stellen.
3 Druk op SEND.
Als de timer AAN staat, stopt de airconditioner.
Wanneer u ondertussen de instelling wil annuleren, drukt u op de
toets TIMER SETTING in plaats van op SEND.
– “ON” of
“OFF” knippert
De airconditioner
stoppen terwijl de
timer in werking is.
Druk op de toets
START/STOP
Timer annuleren
1 Druk de toets ON/OFF in wanneer op het display staat.
2 verdwijnt van het display.
Om opnieuw TIMER AAN in te stellen op het tijdstip dat u als laatste had ingesteld, drukt u op de
toets ON/OFF wanneer niet op het display staat.
U kan de WEEKTIMER, de AAN/UIT TIMER en de SLEEPTIMER niet combineren.
WERKING PROGRAMTIMER
Met de programtimer kunt u instellen wanneer uw toestel AAN- of UIT-geschakeld moet worden.
Binnen een tijdspanne van 24u kan u 1 keer omschakelen van uit naar aan of van aan naar uit.
Kijk of de afstandsbediening op de juiste tijd ingesteld staat vooraleer u de timerfunctie gebruikt.
Programtimer selecteren
1 Druk de toets TIMER SETTING in.
Eerst knippert , druk vervolgens de toets SELECT in om
bij
te selecteren.
Druk de toets NEXT in.
2 Druk de toets SELECT in om de gewenste AAN-tijd in
te stellen.
Druk de toets NEXT in.
3 Druk de toets SELECT in om de gewenste UIT-tijd in
te stellen.
4 Druk de toets SEND in.
Als de timer AAN staat, stopt de airconditioner.
Wanneer u ondertussen de instelling wil annuleren, drukt u op de
toets TIMER SETTING in plaats van op SEND.
knippert
De airconditioner
stoppen terwijl de
timer in werking is.
Druk op de toets
START/STOP
Programtimer annuleren
1 Druk de toets ON/OFF in wanneer op het display staat.
2 verdwijnt van het display.
Om opnieuw TIMER AAN (UIT) in te stellen op het tijdstip dat u als laatste had ingesteld, drukt u
op de toets ON/OFF wanneer niet op het display staat.
U kan slechts 1 keer TIMER AAN en TIMER UIT combineren. (1 keer UIT -> AAN of AAN -> UIT)
De timerfunctie die het eerst in werking zal treden, is diegene die het dichtst bij de actuele tijd
ingesteld is. U kan de instellingen met behulp van de pijltjestoetsen op de afstandsbediening op
het scherm bekijken.
U kan de WEEKTIMER, de AAN/UIT TIMER en de SLEEPTIMER niet combineren.
De PROGRAMTIMER kan niet meer dan 24 uur op voorhand geprogrammeerd worden.
WERKING SLEEPTIMER
U kan de OFF TIMER op eender welk uur instellen wanneer u gaat slapen.
Het toestel regelt zelf de temperatuur zodat u comfortabel kan inslapen.
Nadat u het tijdstip van uw keuze heeft ingesteld, kan u zeer eenvoudig de timer instellen zodat u
de volgende keer enkel maar op SLEEP hoeft te drukken.
SLEEPTIMER selecteren
1 Druk de toets TIMER SETTING in.
Eerst knippert , druk vervolgens de toets SELECT in
om
te selecteren.
Druk de toets NEXT in.
2 Druk de toets SELECT in om de gewenste UIT-tijd in
te stellen.
Toets:
Toets:
3 Druk de toets SEND in
Wanneer u ondertussen de instelling wil annuleren, drukt u op de
toets TIMER SETTING in plaats van op SEND.
“OFF” -
knippert
De airconditioner
stoppen terwijl de
timer in werking is.
Druk op de toets
START/STOP
SLEEPTIMER annuleren
1 Druk de toets SLEEP in wanneer op het display staat.
2 verdwijnt van het display.
Wanneer u op de SLEEP-toets drukt wanneer
niet meer op het display staat, wordt de
sleeptimerinstelling die u als laatste had ingesteld opnieuw geconfigureerd.
U kan de WEEKTIMER, de AAN/UIT TIMER en de SLEEPTIMER niet combineren.
Over de SLEEPTIMER
Om overmatig verwarmen of koelen te voorkomen tijdens de nacht, zal de SLEEPTIMER de
thermostaatinstellingen automatisch aanpassen gedurende de vooraf ingestelde periode. Wanneer de
ingestelde tijd is verlopen, zal de airconditioner volledig stoppen.
Tijdens verwarmen:
Wanneer de SLEEPTIMER is ingesteld, wordt de thermostaatinstelling
iedere 30 minuten automatisch met 1°C verlaagd. Als de
thermostaatinstelling in totaal met 4°C is verlaagd, blijft deze
instelling behouden tot na afloop van de ingestelde tijdsduur, waarna
de unit automatisch uitschakelt.
Tijdens koelen/ontvochtigen:
Wanneer de SLEEPTIMER is ingesteld, wordt de thermostaatinstelling
ieder uur automatisch met 1°C verhoogd. Als de thermostaatinstelling
in totaal met 2°C is verhoogd, blijft deze instelling behouden tot na
afloop van de ingestelde tijdsduur, waarna de unit automatisch
uitschakelt.
WERKING WEEKTIMER
WEEKTIMER selecteren
Het is mogelijk de UIT-timer (werking stopt) en de AAN-timer (werking start) te combineren en tot
4 programma’s (1-4) per dag in te stellen en tot 28 per week.
Vooraleer u een programma aanmaakt, dient u eerst de week en het uur in te stellen. Stuur
vervolgens deze instelling naar het toestel.
Als u de week en het uur niet instelt, zal het programma niet kunnen lopen op het ingestelde uur.
Zie paragraaf “Actuele dag en tijd instellen” (blz. 8).
Na deze instelling wordt het programma elke dag en elke week uitgevoerd.
Voorbeeld timerinstelling 1
Van maandag tot vrijdag:
Programma 1: Timer AAN instellen op een temperatuur van 24°C om 7u00.
Programma 2: Timer UIT instellen om 9u00
Programma 3: Timer AAN instellen op een temperatuur van 26°C om 17u00.
Programma 4: Timer UIT instellen om 23u00
Zaterdag:
Programma 1-4: Geen timerinstelling.
Zondag:
Timer UIT voor programma 1 instellen op 9u00, programma 2 om 11u00, programma 3 om 17u00
en programma 4 om 23u00.
Van maandag tot vrijdag:
Prog. 1 Prog. 2 Vertrek werk Prog.3 Prog.4 Gaan slapen
7u00 AAN 24°C 9u00 UIT 17u00 AAN 26°C 23u00 UIT
Opstaan Thuiskomst
Zaterdag: Geen timerinstelling
Zondag: AAN> Prog.1> AAN> Prog.2> AAN> Prog.3> AAN> Prog.4
9u00 UIT 11u00 UIT 17u00 UIT 23u00 UIT
Voorbeeld timerinstelling 2
U kan zelf een temperatuur instellen bij de AAN-tijd in de weektimer.
* Bij Auto, koelen en ontvochtigen een temperatuur van 18 tot 30°C, bij verwarmen van 10 of 16 tot 30°C.
Indien u bij Auto, koelen en ontvochtigen 10, 16 of 17°C ingeeft, werkt het toestel toch op 18°C.
Tijdens het verwarmingsseizoen, zelfs indien u precieze instellingen ingeeft, schakelt het toestel
automatisch naar een lage temperatuur wanneer er zich niemand in de ruimte bevindt en naar een
hoge temperatuur wanneer er zich wel iemand bevindt.
Prog.1 Prog.2 Prog.3 Prog.4
7u00 AAN 22°C 9u00 AAN 24°C 17u00 AAN 26°C 23u00 AAN 22°C
OPGELET!
De verschillende temperatuurinstellingen zijn identiek aan de instellingen van de laatste uit-
stand. Daardoor is het niet mogelijk automatisch werkingstypes in te stellen zoals Koelen ->
Verwarmen -> Koelen -> Verwarmen.
Als de AAN- en UIT-programma’s op hetzelfde tijdstip geprogrammeerd staan, voert het toestel
het AAN-programma uit.
Wanneer twee AAN-programma’s op hetzelfde uur ingesteld staan, voert het toestel het eerst
geconfigureerde programma uit.
In het geval van een stroomonderbreking, bv. door een stroompanne tijdens het instellen van de
weektimer of door het uitzetten van de hoofdschakelaar, staat de interne timer van de
airconditioner niet meer correct ingesteld. (Zie paragraaf “Automatische herstart”). In dit geval
knippert het controlelampje van de hoofdtimer en moet u de datum en het uur opnieuw correct
instellen. (Zie paragraaf “Actuele dag en tijd instellen” ).
Bij de sleeptimer kan u niet tegelijkertijd de AAN/UIT-timer gebruiken. Indien u wenst dat het
toestel de weektimerinstellingen gebruikt nadat u de instellingen van de AAN/UIT-timer, de
programtimer of de sleeptimer heeft gebruikt, moet u de weektimer opnieuw instellen.
WERKING WEEKTIMER
WEEKTIMER selecteren
1 Druk de toets TIMER SETTING in.
Eerst knippert .
Druk de toets NEXT in.
knippert
2 Selecteer het programma en de dag met de toets SELECT.
Druk op NEXT wanneer het gewenste programma 1-4 en de
gewenste dag knipperen.
Programma en
dag/”SEND”
knippert
3 Selecteer met de SELECT-toets de gewenste functie met de
AAN of UIT-timer of zonder timer.
Voor werking zonder timer:
1. Druk op NEXT om terug te keren naar stap 2 en de volgende
instelling te maken.
2. Druk op SEND om te beëindigen.
Druk op NEXT.
ON” of
OFF” –
“SEND”
knippert
WERKING WEEKTIMER
4 Druk de toets SELECT in om naar keuze de AAN of UIT-timer
in te stellen.
Indien u bij stap 3 ‘OFF’ heeft gekozen:
1. Druk op NEXT om terug te keren naar stap 2 en de volgende
instelling te maken.
2. Druk op SEND om te beëindigen.
Druk op NEXT.
Display uur /
”SEND”
knippert
5 Druk de toets SELECT in om de temperatuur in te stellen.
Indien u naar de volgende instelling wil gaan, druk op NEXT, keer
terug naar stap 2 en configureer de volgende instelling.
Om de instelling te beëindigen drukt u op SEND.
Als u ondertussen de instelling wil annuleren, drukt u op TIMER SETTING in
plaats van op SEND.
Display tempe-
ratuur/”SEND”
knippert
OPGELET!
Bij het annuleren van de weektimer, kiest u ‘werking zonder timer’ bij stap 3 van het hoofdstuk
“Weektimer selecteren”.
Indien u naar de voorgaande stap wil terugkeren om de instellingen te configureren, drukt u op
BACK om naar de voorgaande stap te kunnen terugkeren.
Druk op SEND als u zich in de buurt van de hoofdunit bevindt. Wanneer u er verder
van
verwijderd bent, is het mogelijk dat het signaal niet correct verzonden wordt en dat de parameters
niet correct geconfigureerd worden.
WERKING WEEKTIMER
Programma verifiëren
1 Druk de toets TIMER SETTING in.
Eerst knippert
.
Druk de toets NEXT in.
2 Verifieer het programma en de dag met de toets SELECT.
3 Druk de toets TIMER SETTING nogmaals in om naar het
oorspronkelijke scherm terug te keren.
Weektimer annuleren
1 Druk de toets WEEKLY in terwijl op het scherm staat.
2 verdwijnt van het scherm.
staat niet op het scherm, druk de toets WEEKLY in om de weektimer opnieuw in te
stellen.
U kan de WEEKTIMER, de AAN/UIT-TIMER en de SLEEPTIMER niet combineren.
25

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Fujitsu ASYG 09LT bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Fujitsu ASYG 09LT in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 0,95 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Fujitsu ASYG 09LT

Fujitsu ASYG 09LT Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 22 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info