45409
38
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/116
Pagina verder
Voordat u gaat
fotograferen
Basistechnieken
Geavanceerde
technieken
Instellingen
Installeren van
de software
Beelden
bekijken
GEBRUIKSAANWIJZING
Deze gebruiksaanwijzing toont u het juiste gebruik van de
FUJIFILM DIGITALE CAMERA FinePix S5000.
Volg de aanwijzingen nauwkeurig op.
Copyright
Dit is een uitgave van Fujifilm Nederland B.V.
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder toestemming van Fujifilm
Nederland B.V.
Fujifilm Nederland B.V. behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen zonder
voorafgaand bericht. Fujifilm Nederland B.V. kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade of letsel die het gevolg is van verkeerd gebruik of gebruik dat niet in over-
eenstemming is met de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningsknoppen
Knop Belichtings-
compensatie
Repeterende
opnamen
Cameraschakelaar
Weergeven
(Uit) Camera uitgeschakeld
Fotograferen
Vrijmaakknop flitser
Flitser
Bevestigingspunt
schouderriem
Klepje over de kaartsleuf
USB-connector
(Mini-B)
DC IN 5V
(gelijkspanningsconnector)
Indicatie-LED zelfontspanner
Vergrendeling keuzeknop
scherpstelfunctie
Keuzeknop
scherpstelfunctie
Microfoon
Flitsersensor
AF-hulpverlichting
Ontspanknop
Luidspreker
Sleuf voor de
xD-Picture Card
A/V OUT
(Audio/Video
uitgangsconnector)
Lens
Knop Photo
Functie ( )
Zoeker
Oogcorrectieknop
Keuzeknop
EVF (Elektronische
zoeker) / LCD-monitor
LCD-monitor
Indicatie-LED
Stand stilstaande beelden:
Stand filmbeelden:
Handinstelling
Filmbeelden
Sluitertijdvoorkeuze Auto
Diafragmavoorkeuze Auto
Motiefprogramma's
Programmagestuurd Auto
Stand AUTO
Functieknop
Shuttleknop (fg)
(d) Macroknop
(c)
Keuzeknop flitserfunctie
S5000
W Zoomknop groothoek
Knop Photo
Functie ( )
Knop BACK
Knop DISP
(Display -
Informatie-
weergave)
Deksel
batterijcompartiment
"MENU/OK"-knop
T Zoomknop Tele
Bevestigingspunt
schouderriem
Zoeker
Oogcorrectieknop
Keuzeknop
EVF (Elektronische
zoeker) / LCD-monitor
Statiefaansluiting
LCD-monitor
Indicatie-LED
Shuttleknop (fg)
(d) Macroknop
(c)
Keuzeknop flitserfunctie
Markering
Markering
C. Fotograferen
1. Houd de markering op de xD-Picture Card
tegenover de markering op de rand van de kaart-
sleuf. Steek het kaartje in de sleuf en druk het ste-
vig helemaal naar binnen.
Sluit het klepje over de kaartsleuf.
2. Zet de cameraschakelaar in de stand
Fotograferen "q
".
* Om u eraan te herinneren verschijnt de melding
"DATE/TIME NOT SET" (Datum / tijd niet ingesteld).
Om datum en tijd in te stellen, drukt u op de
"MENU/OK"-knop.
* Raadpleeg voor het instellen van datum en tijd de hand-
leiding.
1
2
1
Zet de cameraschakelaar in de stand "w"
(Weergeven).
Door op "
d" of "c" te drukken, kunt u in de opge-
slagen beelden bladeren.
D. Beelden bekijken
B. Camera gereed maken
Met deze camera kunt u stilstaande beelden bekij-
ken die met een FinePix S5000 werden gemaakt
of stilstaande beelden (met uitzondering van som-
mige ongecomprimeerde beeldbestanden) die
werden gefotografeerd en opgeslagen met een
digitale FUJIFILM camera die geschikt is voor
xD-
Picture Cards.
Opnamen die u op de FinePix S5000 kunt bekijken
1. Zet de cameraschakelaar in de stand "q"
Fotograferen en zet de functieknop in de stand
"B
".
2. Stel scherp door de ontspanknop half in te drukken.
3. Maak uw opname door de ontspanknop, zonder
hem los te laten, helemaal in te drukken. De
camera laat nu een klikgeluid horen en maakt de
opname.
1
2
A. Batterijen laden
1
2
1. Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is
(indicatie-LED gedoofd) voordat u het deksel van
het batterijcompartiment opent.
2. Zet de batterijen, als afgebeeld, in de juiste stand
in de camera.
1 2
Piep
2
Klik
3
21
5. Sluit de camera aan op uw PC met het bij de
camera geleverde USB-kabeltje (Mini-B).
6. Schakel de camera in.
7. Windows 98 / 98 SE / Me / 2000
Het programma FinePixViewer start automatisch.
Connector
DC IN 5V
USB-
connector
(Mini-B)
Opnamen bekijken op uw PC
A. Installeer de software
B. Sluit de camera aan op uw PC
Sluit de camera pas aan op uw PC nadat u alle soft-
ware geïnstalleerd heeft.
1. Schakel uw PC in en start Windows.
! Gebruikers van Windows 2000 of Windows XP melden zich
aan door middel van een systeem administrator account
(bijvoorbeeld "Administrator" te gebruiken).
2. Sluit alle andere actieve toepassingen totdat alle
functiepictogrammen ervan uit de taakbalk ver-
dwenen zijn.
3. Leg de bij de camera geleverde CD-ROM in het
CD-ROM-station. Het installatieprogramma start
nu automatisch.
4. In het scherm Setup dat geopend wordt, klikt u op
de knop [Installing FinePixViewer] (Installeren van
FinePixViewer).
5. Nadat de installatie voltooid is, drukt u op de knop
[Restart] (PC opnieuw starten).
1. Steek een xD-Picture Card waarop fotos zijn
opgeslagen in uw camera.
2. Zet in het functiemenu "SET-UP" de instelling van
"USB MODE" op "
". (Zie ook "Gebruik van
het functiemenu SET-UP", in de handleiding.)
3. Schakel de camera uit.
4. Beschikt u over een lichtnetadapter van het type
AC-5VH, dan steekt u de gelijkspanningsplug daar-
van in de connector "DC IN 5V" van de camera en
steekt vervolgens de lichtnetadapter zelf in het stop-
contact. Gebruikt u geen lichtnetadapter, dan moet
u voor nieuwe, geheel opgeladen batterijen zorgen.
USB-connector
Windows XP
(1) In de rechterbenedenhoek van het scherm ver-
schijnt de melding "Found New Hardware"
(Nieuwe hardware aangetroffen). Deze melding
verdwijnt weer zodra alle instellingen gemaakt
zijn. U hoeft verder niets te doen.
(2) Specificeer de instellingen in het dialoogvenster
"AutoPlay".
(3) Selecteer "Viewing images using FinePixViewer"
(Beelden bekijken met FinePixViewer) en vink het
keuzevakje "Always do the selected action" (Voer
altijd de geselecteerde actie uit) aan.
(4) Start FinePixViewer door op de [OK]-knop te klikken.
C. Sla de beelden op
D. Beelden bekijken
1. Klik in het venster van de Auto Download Wizard (Wizard automatisch downloaden) op de knop [NEXT]
(Volgende).
2. Overtuig u ervan dat de bestanden van de camera worden overgebracht naar uw PC en dat een map met
datum wordt aangemaakt.
Bijvoorbeeld: \ Mijn Documenten \ Mijn afbeeldingen \ 2003_0312 Image
1. Klik op de knop [Show List of Images] (Overzicht
van de beelden tonen).
2. Om een van de beelden in een eigen afbeelding-
venster te openen, dubbelklikt u op het betreffen-
de beeld.
raadpleegt u "How to use FinePixViewer" (Het juiste gebruik van FinePixViewer) in het HELP-menu, of
hoofdstuk 5 en 6 van de handleiding. Een andere mogelijkheid is dat u "Q&A Search" (Vragen &
Antwoorden zoeken) op de volgende website raadpleegt.
http://home.fujifilm.com/products/digital/
Macintosh-gebruikers raadplegen de hoofdstukken 5 en 6 van de handleiding.
Voor meer informatie...
2
MEDEDELING
Lees voordat u de verpakking opent van de door FUJIFILM Photo
Film Co., Ltd. geleverde CD-ROM, deze eindgebruiker licentieover-
eenkomst vooral aandachtig door. Alleen wanneer u zich met deze
overeenkomst akkoord verklaart, bent u gerechtigd de op deze CD-
ROM opgeslagen software te gebruiken. Door de verpakking te ope-
nen, verklaart u zich akkoord en gebonden aan deze overeenkomst.
Eindgebruiker Licentieovereenkomst
Deze Eindgebruiker Licentieovereenkomst (Overeenkomst) is een over-
eenkomst tussen FUJIFILM Photo Film Co., Ltd. (FUJIFILM) en u, die
de duur en voorwaarden bepaalt van de overeenkomst waaronder u de
software van FUJIFILM mag gebruiken.
De CD-ROM bevat software van derden. In het geval derde partij voor
haar software een afzonderlijke overeenkomst heeft gesloten, hebben de
voorwaarden van een dergelijke overeenkomst voor het gebruik van soft-
ware van derden, voorrang boven de bepalingen van deze Overeenkomst.
1. Definities
(a) Onder Media wordt de CD-ROM verstaan die onder de naam Soft-
ware for FinePix EX samen met deze Overeenkomst aan u geleverd werd.
(b) Met Software wordt de software bedoeld die op Media opgeslagen is.
(c) Onder Documentatie worden de handleidingen van de Software en
andere daaraan gerelateerde schriftelijke documenten verstaan die
samen met de Media aan u werden geleverd.
(d) OnderProduct worden de gezamenlijke Media (inclusief Software)
en Documentatie verstaan.
2. Gebruik van software
FUJIFILM verleent u het niet overdraagbare, niet exclusieve recht:
(a) één kopie van de Software op één computer te installeren in binaire
machinaal uitvoerbare vorm;
(b) de software te gebruiken op de computer waarop de Software
geïnstalleerd werd, en
(c) één reservekopie van de software te maken.
3. Beperkingen
3.1 Zonder vooraf verkregen schriftelijke toestemming van FUJIFILM is
het niet toegestaan een deel van of de gehele Software, Media of
Documentatie te verspreiden, te verhuren, te verpachten of op enige
andere wijze aan derden over te dragen. Ook is het zonder vooraf
verkregen schriftelijke toestemming van FUJIFILM niet toegestaan
de gehele of een deel van de aan u door FUJIFILM onder deze
Overeenkomst verleende rechten onder te verhuren, af te staan of op
enige andere wijze over te dragen.
3.2 Behalve wanneer daarvoor door FUJIFILM nadrukkelijk toestem-
ming is verleend, is het niet toegestaan de gehele of een deel van de
Software of de Documentatie te kopiëren of te reproduceren.
3.3 Het is niet toegestaan Software of Documentatie te modificeren,
aan te passen of te vertalen. Ook het wijzigen of verwijderen van
auteursrechtelijke en andere eigendomsindicaties op of in de Software
en Documentatie is niet toegestaan.
3.4 Decompileren, bewerken of splitsen van de Software door u of door
derden is niet toegestaan.
Waarschuwing
Stel de camera, om het gevaar van brand of een elektrische schok te vermijden, niet bloot aan regen of vocht.
Voor gebruikers in de Ver. Staten van Noord-Amerika van Amerika
Getest en gebleken te voldoen aan de FCC-normen
VOOR THUIS- OF KANTOORGEBRUIK
FCC-verklaring
Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC Rules. De werking is getest
op de volgende aspecten:
(1) Het apparaat mag geen schadelijke stoorsignalen afgeven.
(2) Het apparaat moet ongevoelig zijn voor eventuele ontvangen stoor-
signalen, met inbegrip van stoorsignalen die aanleiding kunnen geven tot
ongewenste werking.
Let op
Dit apparaat werd getest en is gebleken te voldoen aan de eisen voor
digitale apparatuur Class B volgens Part 15 van de FCC Rules. Deze eisen
werden opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen
schadelijke storingen in huisinstallaties. Deze apparatuur genereert en
werkt met hoogfrequentenergie, kan die ook uitstralen en kan, indien niet
geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de aanwijzingen,
hinderlijke storingen in radioapparatuur veroorzaken. Er wordt echter geen
enkele garantie gegeven dat in een bepaalde installatie geen storingen
zouden kunnen optreden. Als dit apparaat radio- en televisieontvangst
hinderlijk stoort, wat kan worden bepaald door het apparaat uit en weer in
te schakelen, wordt de gebruiker geadviseerd te trachten de storing op te
heffen door een of meer van de volgende maatregelen te treffen:
- Richt de ontvangstantenne anders of verplaats die.
- Vergroot de afstand tussen apparaat en ontvanger.
- Sluit het apparaat aan op een stopcontact van een andere groep dan
die waarop de ontvanger aangesloten is.
- Raadpleeg de dealer of een ervaren radio/TV-technicus.
U dient zich er wel van bewust te zijn dat na eventuele wijzigingen of
modificaties van het apparaat, waarvoor in deze gebruiksaanwijzing geen
uitdrukkelijke toestemming is verleend, de garantiebepalingen niet langer
van toepassing zijn.
Kanttekening bij de garantie
Om te voldoen aan Part 15 van de FCC-rules dient dit apparaat te worden
gebruikt met het door Fujifilm gespecificeerde A/V-kabeltje met ferriet
ontstoorkraal, USB-kabeltje en gelijkspanningskabeltje.
Voor gebruikers in Canada
Let op Dit digitale apparaat volgens Class B voldoet aan alle eisen
zoals die zijn vastgelegd in de Canadian Interference Causing
Equipment Regulations ICES-003.
Lees vooral ook de veiligheidsinstructies (zie blz. 108),
zodat u die kent voordat u de camera gaat gebruiken.
BELANGRIJK Lees deze pagina, voordat u de Software gaat gebruiken, aandachtig door.
4. Eigendomsrecht
Alle op Software en Documentatie van toepassing zijnde auteursrechten
en andere eigendomsrechten zijn en blijven eigendom van FUJIFILM
of van de derde partij waarnaar in Software en Documentatie verwezen
wordt. Niets hierin mag, expliciet of impliciet, opgevat worden als het
aan u overdragen of verlenen van enig recht, licentie of kwalificatie,
anders dan uitdrukkelijk toegestaan onder deze Overeenkomst.
5. Beperkte garantie
FUJIFILM garandeert dat de Media vrij zijn van enige onvolkomenheid in
materiaal en uitvoering, bij normaal gebruik gedurende negentig (90)
dagen, gerekend vanaf de datum van ontvangst van de Media. In het
geval de Media niet voldoen aan de hiervoor genoemde garantie, worden
de defecte Media door FUJIFILM vervangen door andere foutvrije Media.
FUJIFILMs onverdeelde verplichting en uw enige en exclusieve rechts-
middel met betrekking tot enige onvolkomenheid in de Media blijft uit-
drukkelijk beperkt tot vervangen van de Media zoals hierin is voorzien.
6. Aanspraak op garantie
Behalve zoals voorzien in paragraaf 5 van deze overeenkomst, levert
FUJIFILM het product zoals het is en zonder enige garantie van
enigerlei aard, expliciet noch impliciet. FUJIFILM geeft geen enkele
garantie, expliciet, impliciet of wettelijk voorgeschreven, op enige andere
materialen, met inbegrip van maar niet beperkt tot niet overtreding van
enig auteursrecht, patent, vakgeheim of enig ander eigendomsrecht
van derden, verkoopbaarheid of geschiktheid voor enig specifiek doel.
7. Beperkte aansprakelijkheid
FUJIFILM stelt zich op generlei wijze aansprakelijk voor enige
algemene, speciale, directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of
andere schade (met inbegrip van schade door derving van inkomsten
of verlies van besparingen) die voortvloeit uit het gebruik van of niet
kunnen gebruiken van het product, zelfs niet als FUJIFILM op de moge-
lijkheid van dergelijke schade gewezen werd.
8. Exportbeperking
U bevestigt dat noch de Software noch enig deel daarvan, naar enig
land zal worden overgebracht of geëxporteerd of op enigerlei wijze
gebruikt zal worden die strijdig is met welke exportregulerende wetten
en voorschriften dan ook waaraan Software onderworpen is.
9. Beëindiging
Bij schending van bepalingen en voorwaarden, kan FUJIFILM deze
Overeenkomst met onmiddellijke ingang en zonder enige voorafgaande
kennisgeving beëindigen.
10.Duur
Deze Overeenkomst is van kracht tot de datum waarop u ophoudt
Software te gebruiken, tenzij de Overeenkomst overeenkomstig para-
graaf 9 eerder beëindigd wordt.
11.Verplichting bij beëindiging van de Overeenkomst
Bij beëindiging of afloop van deze Overeenkomst moet u, voor eigen ver-
antwoordelijkheid en kosten, onmiddellijk alle Software (met inbegrip van
de kopieën ervan), Media en Documentatie verwijderen of vernietigen.
12.Naleving van de wet
Deze Overeenkomst zal worden nageleefd en geïnterpreteerd in over-
eenstemming met de wetten van Japan.
3
Ondergetekende Fuji Photo Film (Europe) G.m.b.H.
Adres: Heesenstrasse 31
40549 Düsseldorf
Duitsland
bevestigt dat de
Productnaam: DIGITALE CAMERA FUJIFILM FinePix S5000
Naam fabrikant: Fuji Photo Film Co., Ltd.
Adres fabrikant: 26-30, Nishiazabu 2-Chome, Minato-ku
Tokyo 106-8620
Japan
voldoet aan de volgende richtlijnen voor wat betreft:
Veiligheid: EN60065
EMC: EN55022 1998, Class B
EN55024 1998
EN61000-3-2 1995 + A1: 1998 + A2: 1998
zoals die zijn vastgelegd in de Richtlijnen voor EMC (89/336/EEC, 92/31/EEC en 93/68/EEC) en in de Richtlijn
voor Laagspanning (73/23/EEC).
Plaats Datum
Düsseldorf, Duitsland 1 juli 2003 Managing Director
EG Overeenstemmingsverklaring
4
1 Voordat u gaat fotograferen
BEVESTIGEN VAN LENSDOP / CAMERARIEM / VERLOOPRING........................................................10
BATTERIJEN IN DE CAMERA ZETTEN ..................................................................................................11
GEHEUGENKAARTJE IN DE CAMERA ZETTEN ...................................................................................12
CAMERA IN EN UITSCHAKELEN, DATUM EN TIJD INSTELLEN..........................................................14
DATUM EN TIJD GELIJKZETTEN, ANDERE DATUMFUNCTIE INSTELLEN.........................................15
Datum en tijd gelijkzetten.......................................................................................................................15
Andere datumfunctie instellen ...............................................................................................................15
TAAL INSTELLEN ....................................................................................................................................16
2 Basistechnieken
ELEMENTAIRE HANDELINGEN VOOR DE BEDIENING VAN DE CAMERA.........................................17
STAND STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN (a AUTO) ................................................................... 20
Betekenis van de zoeker-LED ........................................................................................................ 23
AANTAL BESCHIKBARE BEELDEN ......................................................................................................23
Standaard aantallen opnamen per xD-Picture Card ..................................................................... 23
GEBRUIK VAN HET AF/AE-GEHEUGEN .............................................................................................. 24
AF-HULPVERLICHTING ..........................................................................................................................25
ZOOMEN (OPTISCH ZOOMEN, DIGITAAL ZOOMEN) ......................................................................... 25
COMPOSITIESUGGESTIE .................................................................................................................... 26
STAND WEERGEVEN
w OPNAMEN BEKIJKEN (WEERGEVEN) ........................................................................................... 27
Enkelbeeldweergave, Bladeren in opgeslagen beelden, Multibeeldweergave ........................... 27
Enkelbeeldweergave, Opnamen gezoomd weergeven, Zwenken, Uitsneden maken ................ 28
BEELDEN WISSEN (EÉN BEELD WISSEN) ......................................................................................... 29
3 Geavanceerde technieken
STILSTAANDE BEELDEN
p FOTOGRAFEREN MET DE FUNCTIE PHOTO FUNCTIE
y BEELDKWALITEIT (AANTAL OPGESLAGEN PIXELS).....................................................................30
Kwaliteitsinstellingen voor de functie Stilstaande beelden fotograferen.............................................31
S ISO-EQUIVALENTE GEVOELIGHEID ...............................................................................................32
Fotograferen met hoge gevoeligheid (800).........................................................................................32
J FINEPIX COLOR ................................................................................................................................33
FUNCTIEMENU STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
SCHERPSTELLEN (AFSTAND)...............................................................................................................34
BELICHTING (SLUITERTIJD EN DIAFRAGMA)......................................................................................35
FOTOGRAFEREN SELECTEREN VAN DE CAMERA-INSTELLINGEN ..............................................36
Overzicht van in elk functiemenu beschikbare functies ............................................................37
Overzicht van in elk functie beschikbare menuopties ...............................................................37
B AUTO.............................................................................................................................................38
SP MOTIEFPROGRAMMAS ...................................................................................................................38
m Portret / , Landschap / . Sport / / Nachtscène ......................................................................38
P PROGRAMMAGESTUURD AUTO.....................................................................................................39
Programma-aanpassing .....................................................................................................................39
S SLUITERTIJDVOORKEUZE AUTO....................................................................................................40
A DIAFRAGMAVOORKEUZE AUTO .....................................................................................................41
M HANDINSTELLING.............................................................................................................................42
e MACRO (CLOSE-UP) FOTOGRAFIE ................................................................................................43
d FLITSFOTOGRAFIE...........................................................................................................................44
x Autoflitsen ...............................................................................................................................45
b Onderdrukken van rode ogen .................................................................................................45
d Invulflitsen ...............................................................................................................................45
c Synchronisatietijd met lang sluitertijd ......................................................................................46
n Onderdrukken van rode ogen + Synchronisatie met lange sluitertijd......................................46
Helderheid van de LCD-monitor aanpassen...........................................................................46
f REPETERENDE OPNAMEN..............................................................................................................47
f Eerste vijf beelden van de opnamenreeks..............................................................................48
j Automatische proefbelichting ..................................................................................................48
k Laatste vijf beelden van de opnamenreeks.............................................................................48
h Langdurig repeterende opnamen met 1280 x 960 pixels........................................................49
D BELICHTINGSCOMPENSATIE..........................................................................................................50
CONTINU AF............................................................................................................................................51
MET DE HAND SCHERPSTELLEN.........................................................................................................52
Inhoud
Waarschuwing .......................................2
BELANGRIJK ........................................2
EG Overeenstemmingsverklaring..........3
Voorwoord .............................................6
Meegeleverde accessoires....................7
De verschillende onderdelen.........................................8
Voorbeelden van indicaties in de LCD-monitor.........9
In de stand Stilstaande beelden fotograferen.....9
In de stand Weergeven ......................................9
5
FUNCTIEMENU STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
FUNCTIEMENU FOTOGRAFEREN.........................................................................................................53
GEBRUIK VAN HET FUNCTIEMENU FOTOGRAFEREN .................................................................53
* FOTOGRAFEREN MET DE ZELFONTSPANNER .................................................................54
+SCHERPSTELFUNCTIE.........................................................................................................55
A INSTELLEN VAN DE WITBALANS.........................................................................................56
BELICHTINGSMETING ..........................................................................................................56
j AUTOMATISCHE PROEFBELICHTING.................................................................................57
G SCHERPTE.............................................................................................................................57
z LICHTOPBRENGST VAN DE FLITSER AANPASSEN...........................................................57
FILMBEELDEN
STAND FILMBEELDEN
r FILMBEELDEN FOTOGRAFEREN....................................................................................................58
STAND WEERGEVEN
r FILMBEELDEN WEERGEVEN ..........................................................................................................60
Filmbeelden weergeven ............................................................................................................60
WEERGEVEN
FUNCTIEMENU WEERGEVEN
o EEN BEELD WISSEN / ALLE BEELDEN WISSEN............................................................................61
ALLE BEELDEN / EEN BEELD / BACK .............................................................................................61
i BEELDEN BEVEILIGEN: EEN BEELD BEVEILIGEN / ALLE BEELDEN BEVEILIGEN /
ALLE BEVEILIGINGEN OPHEFFEN..................................................................................................63
BEELD BEVEILIGEN..........................................................................................................................63
BEVEILIGING OPHEFFEN ................................................................................................................64
ALLES BEVEILIGEN ..........................................................................................................................64
ALLE BEVEILIGINGEN OPHEFFEN..................................................................................................64
T AUTO PLAY (AUTOMATISCH WEERGEVEN) ..................................................................................65
t GESPROKEN COMMENTAAR OPNEMEN .......................................................................................66
t GESPROKEN COMMENTAAR AFSPELEN.......................................................................................68
Gesproken commentaar afspelen .............................................................................................68
p FOTOGRAFEREN MET DE FUNCTIE PHOTO FUNCTIE
u AFDRUKOPTIES SPECIFICEREN (DPOF).......................................................................................69
U DPOF ALLES OP NUL ZETTEN.........................................................................................................71
4 Instellingen
6 HELDERHEID VAN DE LCD-MONITOR / VOLUME INSTELLEN .....................................................72
SET-UP (Instellen)....................................................................................................................................73
Opties van het functiemenu SET-UP...................................................................................73
F GEBRUIK VAN HET FUNCTIEMENU SET-UP.......................................................................73
BEELD WEERGEVEN..................................................................................................................74
Controlebeeld zoomen............................................................................................................74
Controlebeeld repeterende opnamen (beeld controle) ...........................................................74
INSTELLEN VAN DE AUTOMATISCHE CAMERA-UITSCHAKELING.........................................75
FORMATTEREN...........................................................................................................................75
BEELDNUMMERGEHEUGEN INSTELLEN.................................................................................76
CCD-RAW.....................................................................................................................................76
5 Installeren van de software
5.1 DE SOFTWARECOMPONENTEN .....................................................................................................77
5.2 INSTALLEREN OP EEN Windows PC ...............................................................................................78
5.3 INSTALLEREN OP EEN Mac OS 8.6 tot 9.2......................................................................................80
5.4 INSTALLEREN OP EEN Mac OS X....................................................................................................83
6 Beelden bekijken
6.1 AANSLUITEN VAN DE CAMERA.......................................................................................................86
6.1.1 Gebruik van de lichtnetadapter (los verkrijgbaar) ......................................................................86
6.1.2 Aansluiten op een TV-ontvanger................................................................................................86
6.1.3 Aansluiten op een computer ......................................................................................................87
6.1.4 Afkoppelen van de camera ........................................................................................................91
6.2 GEBRUIK VAN FinePixViewer ...........................................................................................................92
6.2.1 Goed omgaan met FinePixViewer .............................................................................................92
6.2.2 Verwijderen van de software......................................................................................................92
Opties voor Systeemuitbreidingen ..............................94
Los verkrijgbare accessoires.......................................95
Conversielens (los verkrijgbaar)..................................96
Wenken voor het juiste gebruik van de camera ..........97
Iets over de voeding....................................................97
Geschikte batterijen.....................................................97
Wenken voor het gebruik van batterije.....................97
Wenken voor het juiste gebruik van AA-formaat
NiMH-batterijen.........................................................98
Lichtnetadapter .................................98
Procedure voor het ontladen van herop-
laadbare NiMH-batterijen .....................99
Kanttekeningen bij het gebruik van de
xD-Picture Card .................................100
Waarschuwingssignalen ....................101
Storingen opheffen.............................103
Technische gegevens ........................105
Verklarende woordenlijst....................107
Veiligheid............................................108
Voordat u gaat
fotograferen
Basistechnieken
Geavanceerde
technieken
Instellingen
Installeren van
de software
Beelden
bekijken
6
Voorwoord
Proefopnamen voorafgaand aan de eigenlijke
opnamen
Maak voorafgaand aan echt belangrijke opnamen
(zoals bij trouwpartijen en buitenlandse reizen) altijd
eerst een proefopname om te controleren of de
camera naar behoren functioneert.
Fuji Photo Film Co. accepteert generlei aanspra-
kelijkheid ten aanzien van verliezen (zoals de
kosten van het fotograferen of het verlies van
inkomsten uit fotografie) die voortvloeien uit even-
tueel onjuist functioneren van dit product.
Iets over het auteursrecht
Het met uw digitale camera opgenomen beeldma-
teriaal mag u zonder uitdrukkelijke toestemming van
de eigenaar in geen geval zodanig gebruiken dat u
daarmee de wetten op het auteursrecht schendt,
dus uitsluitend voor persoonlijk gebruik of amuse-
ment. Opgemerkt dient ook te worden dat het foto-
graferen van toneeluitvoeringen, voorstellingen en
tentoonstellingen aan bepaalde beperkingen onder-
hevig is, ook wanneer dat voor zuiver persoonlijk
genoegen is bedoeld. Tevens dient de gebruiker te
bedenken dat overdracht van xD-Picture Cards met
daarop auteursrechtelijk beschermde beelden of
beeldmateriaal alleen is toegestaan binnen de
beperkingen zoals die worden opgelegd door het
auteursrecht.
Vloeibare kristallen – LCD
In het geval de LCD-monitor beschadigd raakt, dient
u bijzonder zorgvuldig om te gaan met de vloeibare
kristallen die kunnen weglekken. Neem in onder-
staande gevallen onmiddellijk de geadviseerde
actie:
Indien vloeibare kristallen in aanraking komen
met de huid:
De huid met een doek zorgvuldig droog deppen
en met zeep onder stromend water grondig
afwassen.
Indien vloeibare kristallen in de ogen komen:
Het betreffende oog met schoon water minstens
15 minuten spoelen en medische hulp inroepen.
Indien vloeibare kristallen zijn doorgeslikt:
De mond goed spoelen met water. Grote hoe-
veelheden water drinken, braken opwekken en
medische hulp inroepen.
Elektrische stoorsignalen
Wilt u de camera in een ziekenhuis of in een vlieg-
tuig gebruiken, houd er dan wel rekening mee dat
dit apparaat de andere apparatuur in vliegtuigen of
ziekenhuizen kan storen. Raadpleeg voor details de
ter plaatse geldende voorschriften.
Behandeling van uw digitale camera
Deze camera bevat elektronische precisiecompo-
nenten. Om ervan verzekerd te zijn dat uw opna-
men op de juiste wijze worden opgeslagen, moet u
de camera tijdens het opslaan van opnamen
beschermen tegen schokken en stoten.
Handelsmerken
en xD-Picture Card zijn handelsmerken
van Fuji Photo Film Co., Ltd.
IBM PC/AT is een wettig gedeponeerd handels-
merk van International Business Machines
Corporation in de Ver. Staten van Noord-Amerika.
Macintosh, Power Macintosh, iMac PowerBook,
iBook en Mac OS en zijn wettig gedeponeerde
handelsmerken van Apple Computer Inc. in de
Ver. Staten van Noord-Amerika en in andere lan-
den.
QuickTime en het QuickTime-logo zijn onder
licentie gebruikte handelsmerken. Het QuickTime-
logo is geregistreerd in de Ver. Staten van Noord-
Amerika en in andere landen.
Adobe Acrobat ® Reader is een handelsmerk
van Adobe Systems Incorporated in de Ver.
Staten van Noord-Amerika.
Microsoft, Windows en het Windows-logo zijn of
handelsmerken of wettig gedeponeerde han-
delsmerken van Microsoft Corporation in de Ver.
Staten van Noord-Amerika en/of andere landen.
De formele naam van Windows is Microsoft ®
Windows ® Operating System.
* Het logo Designed for Microsoft Windows XP
heeft uitsluitend betrekking op de camera en het
stuurprogramma.
Alle andere firmanamen of productnamen zijn
handelsmerken of wettig gedeponeerde han-
delsmerken van de betreffende firmas.
Kleurentelevisiesystemen
NTSC Afkorting van: National Television System
Committee. Voornamelijk in de Ver. Staten
van Noord-Amerika, Canada en Japan
gebruikt kleurentelevisiesysteem.
PAL Afkorting van: Phase Alternating Line.
Voornamelijk in de Europese landen en
China gebruikt kleurentelevisiesysteem.
Exif Print (Exif ver. 2.2)
Exif Print Format is en nieuw ontwikkeld bestand-
stype voor digitale cameras dat een grote ver-
scheidenheid van fotografische informatie voor
optimaal afdrukken kan bevatten.
7
Meegeleverde accessoires
AA-formaat (LR6) alkalinebatterijen (4)
16 MB, xD-Picture Card (1)
Wordt geleverd met antistatisch etui (1)
Schouderriem (1)
Verloopring: AR-FX5 (1)
Lensdop (1)
A/AV-kabeltje voor FinePix S5000 (1)
Circa 1,5 m; plug (2,5 mm diameter) naar
penstekker (2x)
USB-kabeltje (Mini-B) (1)
CD-ROM: Software for FinePix SX (1)
Handleiding (dit handboek) (1)
8
Zoomknop Groothoek – W (zie blz. 19, 25)
Knop Photo
Functie (p- zie blz. 18)
Knop BACK
(Terug –zie blz. 19)
Knop DISP (Display –
Informatieweergave)
(zie blz. 19)
Deksel
batterijcompartiment
(zie blz. 11)
"MENU/OK"
-knop
(zie blz. 19)
Shuttleknop (abcdzie blz. 19)
Zoomknop Tele T (zie blz. 19, 25)
Bevestigingspunt
schouderriem
(zie blz. 10)
Zoeker
Oogcorrectieknop
Keuzeknop EVF
(Elektronischezoeker) /
LCD-monitor
(zie blz. 18)
Statiefaansluiting
LCD monitor
Indicatie-LED
(zie blz. 22, 23)
( ) Macroknop (zie blz. 43)
( )
Keuzeknop flitserfunctie (zie blz. 45)
Knop Belichtings-
compensatie (zie blz. 50)
Keuzeknop
scherpstelfunctie
Repeterende
opnamen (zie blz. 47)
Vergrendeling
keuzeknop
scherpstel-
functie
Functieknop
Stand Stilstaande beelden:
Stand Filmbeelden:
Cameraschakelaar
Handinstelling (zie blz. 42)
Filmbeelden (zie blz. 58)
Sluitertijdvoorkeuze Auto (zie blz. 40)
Diafragmavoorkeuze Auto (zie blz. 41)
Motiefprogrammas (zie blz. 38)
U kunt de functieknop NIET in de
standen , , , zetten.
Ontspanknop
Weergeven (zie blz. 27)
(Uit) Camera uitgeschakeld
Fotograferen (zie blz. 20)
Programmagestuurd Auto (zie blz. 39)
Stand AUTO (zie blz. 38)
De verschillende onderdelen
* Voor de details van het gebruik van de camerafuncties
raadpleegt u de tussen haakjes vermelde bladzijden.
9
Vrijmaakknop flitser (zie blz. 18, 44)
Bevestigingspunt
schouderriem
Klepje over de
kaartsleuf
(zie blz. 12)
L USB-connector (zie blz. 88)
DC IN 5V (Gelijkspanningsconnector zie blz. 86)
A/V OUT (Audio/Video uitgangsconnector zie blz. 86)
Indicatie-LED
zelfontspanner
Microfoon
Flitser
(zie blz. 44)
Flitsersensor
AF-
hulpverlichting
(zie blz. 25)
Luidspreker
Sleuf voor xD-Picture Card
Lens
AF
Aantal nog beschikbare opnamen
| Waarschuwing tegen bewegen van de camera
Datum
FinePix COLOR
AF-waarschuwing
C Waarschuwing batterijlading
Waarschuwing batterijlading
Beeldkwaliteit
AF-kader
Indicatie belichtingscompensatie
D Belichtingscompensatie
Fotografische functie
Sluitertijd
Zoombalk
ISO-equivalente gevoeligheid
Ingesteld diafragma
Beveiligd beeld
Gesproken commentaar
DPOF
Stand Weergeven
Datum
Nummer weergegeven beeld
* Zelfontspanner
e Macro-opname (Close-up)
v Flitserfunctie
f Repeterende opnamen
8 Witbalans
Voorbeelden van indicaties in de LCD-monitor
In de stand Stilstaande beelden fotograferen
10
1
2
3
4
Bevestigen van Lensdop / Schouderriem /
Verloopring1
Voordat u gaat
fotograferen
Bevestig de schouderriem aan de bevestigingspun-
ten op het camerahuis. Controleer, nadat u beide uit-
einden van de riem bevestigd heeft, vooral of de riem
stevig bevestigd is.
! Bevestigt u de riem niet goed aan de camera, dan kan dat
tot gevolg hebben dat de camera valt.
Steek het koordje van de lensdop door de camera-
riem.
! Door de lensdop aan de camerariem te bevestigen voor-
komt u dat u de lensdop kwijt raakt.
Zet de verloopring op de lens door de ring, als
afgebeeld, in de richting van de pijl te draaien.
Door de verloopring op de camera te bevestigen, voor-
komt u niet alleen dat ongewenst licht de lens binnen-
valt, maar beschermt u ook de lens en kunt u de los
verkrijgbare conversielenzen op het objectief bevestigen.
Bevestigen van de lensdop
Om te voorkomen dat tijdens fotograferen de
lensdop in uw opnamen verschijnt, bevestigt u de
lensdop aan de schouderriem.
Om de lensdop voor op de lensdop te plaatsen, knijpt
u de nokken aan weerszijden van de lensdop naar
elkaar toe.
11
1
2
1 2
BATTERIJEN IN DE CAMERA ZETTEN
Gebruik van batterijen
Geschikte batterijen
U heeft vier stuks AA-formaat alkalinebatterijen of vier stuks los verkrijgbare AA-formaat Ni-MH-batterijen
nodig.
! Het verdient aanbeveling alkalinebatterijen van hetzelfde merk te gebruiken als die welke bij de camera geleverd werden.
Gebruik nooit de volgende soorten batterijen, omdat deze ernstige problemen
kunnen veroorzaken als gevolg van weggelekte batterijvloeistof of oververhit-
ting:
1. Batterijen waarvan de isolatiemantel gebarsten of losgeraakt is.
2. Combinaties van verschillende soorten batterijen of van nieuwe en gebruik-
te batterijen door elkaar.
De camera is niet geschikt voor mangaan of nikkelcadmium (NiCd-)batterijen.
Vuil, zoals vingerafdrukken of vettigheid, op de batterijcontacten kan de gebruiksduur van de bat-
terijen aanzienlijk bekorten.
De gebruiksduur van AA-formaat alkalinebatterijen (hierna verder aan te duiden met alkalinebat-
terijen) is sterk afhankelijk van het merk. Zo kan de gebruiksduur van sommige batterijen aan-
zienlijk korter zijn dan die van de bij de camera geleverde batterijen. Onthoud ook dat het een
karakteristieke eigenschap van alkalinebatterijen is dat de gebruiksduur in een koude omgeving
(0 °C 10 °C) korter is. Op grond van deze overwegingen verdient het gebruik van AA-formaat
NiMH-batterijen de voorkeur.
Gebruik voor het opladen van AA-formaat NiMH-batterijen het Fujifilm batterijlaadapparaat (los
verkrijgbaar).
Zie blz. 97 99 voor andere kanttekeningen bij de omgang met batterijen.
Als u de AA-formaat NiMH-batterijen of de heroplaadbare batterij NH-10 pas gekocht heeft,
Voordat u het deksel van het batterijcompartiment
opent, overtuigt u zich ervan dat de camera uitge-
schakeld is (de indicatie-LED gedoofd is).
! Opent u het deksel van het batterijcompartiment terwijl de
camera ingeschakeld is, dan schakelt de camera uit.
! Oefen geen overmatig grote kracht uit op het deksel van
het batterijcompartiment.
Open nooit het deksel van het batterijcompartiment
terwijl de camera nog ingeschakeld is. Doet u dat toch,
dan kan dat de
xD-Picture Card beschadigen of de op
de
xD-Picture Card opgeslagen beeldbestanden ver-
minken.
1 Steek de batterijen met plus- en mintekens in de
juiste stand, zoals afgebeeld, in de camera.
2 Druk de batterijen met het deksel van het batte-
rijcompartiment naar binnen en schuif tegelijk het
deksel dicht.
Voordat u gaat
fotograferen
12
1
2
3
GEHEUGENKAARTJE IN DE CAMERA ZETTEN
Zet de cameraschakelaar in de stand OFF (Uit),
overtuig u ervan dat de indicatie-LED gedoofd is en
open dan pas het klepje over de kaartsleuf.
! Opent u het klepje over de kaartsleuf terwijl de camera nog
ingeschakeld is, dan schakelt de camera zichzelf, als vei-
ligheidsmaatregel, uit.
Houd de markering op de xD-Picture Card tegen-
over de markering op de kaartsleuf, steek het kaartje
in de sleuf en druk het stevig helemaal naar binnen.
! Houdt u de xD-Picture Card verkeerd tegenover de kaart-
sleuf, dan kunt u het kaartje niet helemaal naar binnen druk-
ken. Oefen geen overmatig grote kracht uit op de
xD-
Picture Card
.
Sluit het klepje over de kaartsleuf.
Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is
voordat u het klepje over de kaartsleuf opent.
Als u de
xD-Picture Card iets verder naar binnen
drukt, en dan uw vinger langzaam weghaalt, wordt
de blokkering opgeheven, en veert het kaartje
omhoog.
Als u de xD-Picture Card wilt vervangen
13
Nog beschikbare batterijlading controleren
Voordat u gaat
fotograferen
Schakel de camera in en overtuig u ervan dat in de LCD-monitor geen functiepictogram voor de
batterijlading (C
of V) zichtbaar is. Is geen van de functiepictogrammen zichtbaar, dan is de
batterijlading ruim voldoende.
1 De batterijlading is ruim voldoende.
2 De batterijlading is onvoldoende. Houd een
stel batterijen bij de hand.
3 De batterijen zijn uitgeput. Het LCD-venster
gaat op korte termijn op zwart waarna de
camera niet meer werkt. Vervang de batte-
rijen of laad ze op.
Het functiepictogram
C
verschijnt als een
klein pictogram aan de rechterrand van de LCD-
monitor. Het functiepictogram
V
verschijnt
als een groot pictogram middenin de LCD-monitor.
! Met de camera in de stand Fotograferen geldt bovenstaande informatie bij benadering. Afhankelijk van de camera-
functie en het gebruikte soort batterijen kan de overgang van C
naar V sneller plaatsvinden.
! Als de batterijen uitgeput raken,verschijnt het functiepictogram V en werkt de camera niet meer. Als dat gebeurt
is het nog wel mogelijk de camera te laten werken, door hem in te schakelen zonder nieuwe of volledig opgeladen bat-
terijen in de camera te zetten. Maar dat kan wel de juiste werking van de camera verstoren. De camera schakelt zich-
zelf dan bijvoorbeeld uit zonder de lens terug te trekken. Zet altijd nieuwe of volledig opgeladen batterijen in de came-
ra.
! Bepaald door de karakteristieke eigenschappen van de batterijen is het mogelijk dat bij koud weer de waarschuwing
voor te geringe batterijlading al snel verschijnt. Dat is normaal en wijst niet op een defect. Probeer de batterijen in uw
Energiespaarschakeling
Is de energiespaarschakeling geactiveerd en gebruikt u de camera op de een of andere manier gedu-
rende circa 30 seconden niet, dan schakelt deze functie bepaalde voorzieningen, zoals de LCD-monitor,
tijdelijk uit om het energieverbruik te verlagen (zie blz. 75 voor details). Wordt de camera dan nog eens
gedurende een bepaalde periode (2 minuten of 5 minuten) niet gebruikt, dan schakelt de energiespaar-
schakeling de camera helemaal uit. Wilt u de camera daarna weer inschakelen, dan draait u de camera-
schakelaar kortstondig in de stand OFF (Uit) en daarna weer in de stand Fotograferen of Weergeven.
14
1
2
3
4
1 2
CAMERA IN EN UITSCHAKELEN, DATUM EN TIJD INSTELLEN
Schakel de camera in met de cameraschakelaar,
zodat de indicatie-LED (groen) oplicht.
Met de camera in de stand
q
(Fotograferen) schuift de
lens naar voren. Omdat deze acties worden uitgevoerd
door precisie mechanismen moet u ervoor zorgen dat u
de lens niet met uw hand of vingers hindert.
Hinderen van de lens kan foutieve werking of een defect
tot gevolg hebben, tevens verschijnt de melding
ß
(Zoomfout) of
(Scherpstelfout). Let er ook op dat u geen vingerafdruk-
ken op de lens maakt, omdat daardoor de beeldkwaliteit
achteruit gaat.
Als u de camera voor het eerst inschakelt, is geen
datum ingesteld. Om datum en tijd in te stellen, drukt
u op de MENU/OK-knop.
! Wilt u datum en tijd op een ander moment instellen, dan
drukt u op de knop BACK (Terug).
! Als u geen datum en tijd instelt, wordt u daar, telkens wan-
neer u de camera inschakelt, aan herinnerd (DATE/TIME
NOT SET = Geen datum/tijd ingesteld).
1 Kies de cijfergroep van Jaar, Maand, Dag, Uur
of Minuten door op
d of c te drukken.
2 Stel de betreffende cijfergroep in door op a of
b te drukken.
! Houdt u a of b ingedrukt, dan blijven de getallen
ononderbroken doorlopen.
! Wanneer de cameraklok het tijdstip 12:00 passeert, scha-
kelt de camera automatisch over van AM (voor de middag)
naar PM (na de middag).
Nadat u datum en tijd ingesteld heeft, drukt u op de
"MENU/OK"-knop. Daarmee zet u dan tevens de
camera in de stand Fotograferen of Weergeven.
! Op het moment van aanschaf van de camera zijn datum
en tijd niet ingesteld. Laat u de camera langere tijd zonder
batterijen, dan gaan de ingestelde datum en tijd verloren. Is
de lichtnetadapter 2 uur of langer aangesloten geweest of
hebben gedurende die tijd batterijen in de camera geze-
ten, dan blijven de camera-instellingen gedurende circa 6
uur behouden, ook wanneer de camera geen elektrische
voeding heeft (batterijen uit de camera gehaald en de licht-
netadapter afgekoppeld).
15
1 2
1 3 2
1
2
1 2 3
3
1 2 3
DATUM EN TIJD GELIJKZETTEN, ANDERE DATUMFUNCTIE INSTELLEN
1 Druk op de "MENU/OK"-knop.
2 Selecteer
F
OPTION door op d of c te
drukken en selecteer SET-UP (Instellen) met
a of b.
3 Druk op de "MENU/OK"-knop.
1 Selecteer de optie DATE/TIME (Datum/tijd)
met
a of b.
2 Druk op de knop c.
Datum en tijd gelijkzetten
1 Kies de cijfergroep van Jaar, Maand, Dag, Uur
of Minuten door op
d of c te drukken.
2 Stel de betreffende cijfergroep in door op a of
b te drukken.
3 Druk nadat u de instellingen gemaakt heeft, op
de "MENU/OK"-knop.
! Houd u de knop a of b ingedrukt, dan blijven de getal-
len ononderbroken doorlopen.
! Wanneer de cameraklok het tijdstip 12:00 passeert, scha-
kelt de camera automatisch over van AM (voor de middag)
naar PM (na de middag).
Andere datumfunctie instellen
1 Selecteer de gewenste datumfunctie door op d
of
c te drukken.
2 Stel de datumfunctie in door op a of b te
drukken. Raadpleeg onderstaande tabel voor
details van de instellingen.
3 Druk, nadat u de instellingen voltooid heeft, altijd
op de MENU/OK-knop.
Datumfunctie Toelichting
YYYY.MM.DD Geeft de datum weer in de vorm
"jaar.maand.dag".
MM/DD/YYYY Geeft de datum weer in de vorm
"maand/dag/jaar".
DD.MM.YYYY Geeft de datum weer in de vorm
"dag.maand.jaar".
Voordat u gaat
fotograferen
16
1 3 2
1
1 2
2
TAAL INSTELLEN
1 Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
2 Selecteer in het functiemenu
F
OPTION
(Optie) de functie SET-UP (Instellen) door op
a, b, d of cte drukken.
3 Druk op de "MENU/OK"-knop.
1 Selecteer in het functiemenu SET-UP de functie
“” (Taal) door op
a of b te druk-
ken.
2 Kies de optie ENGLISH (Engels), FRANCAIS
(Frans), DEUTSCH (Duits), ESPAÑOL
(Spaans), of “” door op
c te druk-
ken. Door herhaald op
c te drukken, kunt u de
talen beurtelings laten verschijnen.
3 Druk, nadat u de instellingen voltooid heeft, altijd
op de "MENU/OK"-knop.
! De in deze handleiding getoonde schermen zijn in het
Engels gesteld.
! Zie blz. 73 voor meer informatie over het functiemenu
F
17
Elementaire handelingen voor de
bediening van de camera2
Basis-
technieken
Nu u gelezen heeft wat u moet doen voordat u kunt gaan fotograferen en de camera heeft ingesteld, bent u klaar om te gaan
fotograferen. Het hoofdstuk Basistechnieken beschrijft de primaire handelingen van het fotograferen van beelden
Fotograferen, Weergeven en Wissen.
Deze paragraaf beschrijft de functies van de camera.
Basistechnieken
18
Knop Photo functie
19
Basistechnieken
20
1
1 2
2
3
4
1 2
‘tsn‘tsn
S-AF
MF
C-AF
Stand STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN (AUTO)
1 Zet de cameraschakelaar in de stand
q
(Foto-
graferen) en
2 zet de functieknop in de stand
AUTO.
Scherpstelbereik:
Groothoek: circa 0,9 m (oneindig)
Tele: circa 2,0 m (oneindig)
! Wilt u onderwerpen dichterbij dan 90 cm fotograferen, dan
gebruikt u de macrofunctie (zie blz. 43).
! Verschijnt een van de meldingen
å
(Kaartfout),
˚
(Schrijffout),
ƒ
(Leesfout) of
©
(Kaartje niet geformat-
teerd), dan raadpleegt u blz. 101 102.
1 Ontgrendel de keuzeknop voor de scherpstel-
functie.
2 Kies als scherpstelfunctie S-AF door op de
keuzeknop voor de scherpstel functie te drukken.
! Zie voor de functies handmatig scherpstellen MF en conti-
nu autofocus C-AF, blz. 51 52.
Vergrendel de keuzeknop voor de scherpstelfunctie
om te voorkomen dat u onbedoeld een andere
scherpstelfunctie instelt.
Klap de flitser op door de vrijmaakknop in te drukken.
! Heeft u de flitser omhoog geklapt en gebruikt u de flitser
tijdens het fotograferen, dan is het mogelijk dat tijdens het
opladen van de flitser het beeld kortstondig verdwijnt en de
LCD-monitor op zwart gaat.
! Gebruikt u de flitser in zeer stoffige ruimten of wanneer het
sneeuwt, dan kunnen in het uiteindelijke beeld witte stip-
pen zichtbaar worden door het door stofdeeltjes of sneeuw-
vlokken gereflecteerde licht. In dat geval probeert u de
opname te maken zonder de flitser.
21
5
6
7
8
Basistechnieken
Bij elke druk op de knop EVF/LCD wisselt u tussen
zoeker (EVF) en monitor (LCD-monitor). Is het AF-
kader in de zoeker (EVF) moeilijk te zien, dan kunt
met de oogcorrectieknop het zoekerbeeld aanpas-
sen aan uw gezichtsvermogen.
De door u ingestelde functie EVF (Elektronische zoeker)
of LCD (monitor) blijft behouden, ook als u een andere
functie kiest of de camera uitschakelt.
Druk uw ellebogen stevig tegen uw lichaam en houd
de camera met beide handen goed vast. Plaats de
rechterduim zo dat u er de zoomknop makkelijk mee
kunt bedienen.
! Wordt de camera bewogen op het moment dat u de opna-
me maakt, dan wordt het beeld wazig (bewegingson-
scherpte). Fotografeert u bij weinig licht en met de flitser
uitgeschakeld, dan gebruikt u een statief om bewegings-
onscherpte te voorkomen.
! Het is mogelijk dat aan de onderrand van het beeld de hel-
derheid wat onregelmatig is. Dat is normaal en wijst niet
op een fout. Op het gefotografeerde beeld heeft dit ver-
schijnsel geen nadelige invloed.
Zorg er voor dat u niet uw vingers of de camerariem
voor de lens, de flitser, de AF-hulpverlichting of de
flitsersensor houdt.
Als u uw vingers of de camerariem voor de lens, de flit-
ser of de flitsersensor houdt, lukt het de camera waar-
schijnlijk niet de juiste belichting in te stellen, en mag u
geen geslaagde (goed belichte) opnamen verwachten.
! Overtuig u er ook van dat de lens schoon is. Als de lens vuil
is, maakt u die schoon zoals dat is beschreven op blz. 97.
Wilt u inzoomen op uw onderwerp, dan drukt u op
de knop
T (Tele-opname). Om uit te zoomen drukt
u op de knop
W (Groothoek). Tijdens het in of uit-
zoomen verschijnt een zoombalk in de LCD-moni-
tor.
Optisch zoombereik (equivalent van een klein-
beeldcamera)
Circa: 37 mm 370 mm
Maximale vergrotingsfactor: 10X
! Het zoomen stopt kortstondig als de camera wisselt tus-
sen optisch zoomen en digitaal zoomen (zie blz. 25). Door
opnieuw op dezelfde zoomknop te drukken, wisselt u tus-
sen de zoomfuncties.
! De ingestelde zoomfunctie blijft behouden, ook als u de
camera uitschakelt.
22
9
10
10
Stand STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN (AUTO)
Kader uw onderwerp in de LCD-monitor of in de zoeker
zo af dat het onderwerp het hele AF (autofocus)kader
vult.
! Staat het onderwerp niet in het midden van het beeld, dan
maakt u uw opname met het AF/AE-geheugen (zie blz. 24).
Drukt u de ontspanknop half in, dan laat de camera
een kort dubbel pieptoontje horen en stelt zich
scherp op het onderwerp. Op dat moment wordt het
AF-kader kleiner en stelt de camera sluitertijd en dia-
fragma in (de indicatie-LED (groen) houdt op met
knipperen en brandt constant).
! Het in de LCD-monitor getoonde beeld kan voor wat betreft
helderheid, kleur, enzovoort enigszins verschillen van het
daadwerkelijk gefotografeerde beeld. Indien nodig geeft u
het opgeslagen beeld weer, zodat u dat kunt controleren
(zie blz. 27).
! Hoewel de camera bij onderwerpen zonder scherp contrast
tussen donker en licht, geen kort dubbel pieptoontje afgeeft
als het AF-kader kleiner wordt, wordt de opname toch
scherp.
! Laat de camera geen kort dubbel pieptoontje horen en ver-
schijnt in het scherm de melding !AF, dan lukt het de
camera niet zich scherp te stellen.
! Drukt u de ontspanknop half in, dan wordt het beeld in het
scherm tijdelijk bevroren, maar dat is niet het beeld dat
wordt opgeslagen.
! Verschijnt in het scherm de melding !AF, probeer dan uw
opname op een afstand van circa 2 m te maken.
Drukt u de ontspanknop helemaal in zonder die eerst
los te laten, dan laat de camera een klikgeluid horen
en wordt de opname gemaakt. Vervolgens wordt het
gefotografeerde beeld opgeslagen.
! Tussen het moment dat u de ontspanknop indrukt en het
moment dat de opname gemaakt wordt, treedt een geringe
tijdvertraging op. Indien nodig geeft u het opgeslagen beeld
weer, zodat u dat kunt controleren.
! Drukt u de ontspanknop in één beweging helemaal in, dan
wordt de opname gemaakt zonder dat het AF-kader ver-
andert.
! Wanneer u de opname maakt licht de indicatie-LED oran-
je op (fotograferen uitgeschakeld). Daarna wisselt de indi-
catie-LED naar groen, ten teken dat u uw volgende opna-
me kunt maken.
! Tijdens het opladen van de flitser, knippert de indicatie-LED
oranje. De LCD-monitor kan dan kortstondig op zwart gaan.
Dat is normaal en wijst niet op een fout.
! Zie blz. 101 102 voor informatie over de diverse waar-
schuwingssignalen.
23
Betekenis van de zoeker-LED
Indicatie Betekenis
Brandt groen Camera gereed voor de opname.
Knippert groen AF/AE wordt uitgevoerd, waarschuwing tegen bewegen van de camera,
of AF-waarschuwing (u kunt fotograferen).
Knippert afwisselend groen Het beeld wordt opgeslagen op de xD-Picture Card (u kunt fotograferen).
en oranje
Brandt oranje Het beeld wordt opgeslagen op de xD-Picture Card (u kunt niet fotograferen).
Knippert oranje De flitser wordt opgeladen (en ontsteekt niet).
Knippert groen (met De energiespaarschakeling is geactiveerd (zie blz. 75).
intervallen van 1 seconde)
Knippert rood Waarschuwing die verband houdt met de xD-Picture Card.
Geen xD-Picture Card in de camera gezet, kaartje niet geformatteerd of verkeerd
geformatteerd, xD-Picture Card vol. Fout in de xD-Picture Card.
Fout in de lenssturing.
* In de LCD-monitor worden gedetailleerdere waarschuwingssignalen getoond (zie blz. 101 102).
AANTAL BESCHIKBARE BEELDEN
Het aantal beschikbare opnamen wordt aangegeven
in de LCD-monitor.
! Zie blz. 30 voor de wijze waarop u een andere beeldkwa-
liteit instelt.
! Bij aflevering door de fabriek is de beeldkwaliteit
y
stan-
daard ingesteld op
1
.
Standaard aantallen opnamen per xD-Picture Card
Onderstaande tabel toont het aantal beschikbare opnamen dat standaard op een nieuwe en in deze camera geformat-
teerde
xD-Picture Card kan worden opgeslagen. Hoe groter de opslagcapaciteit van de xD-Picture Card, hoe groter het ver-
schil tussen het daadwerkelijk beschikbare aantal beelden en de hier vermelde aantallen. Het is mogelijk dat het aantal
opnamen dat u op een xD-Picture Card kunt opslaan, bepaald door het onderwerp, na een opname niet kleiner is gewor-
den of zelfs met twee is afgenomen. Het gevolg is dat het feitelijke aantal beschikbare opnamen hoger of lager kan zijn dan
de hier gegeven aantallen.
Kwaliteit
5321
CCD-RAW
Aantal opgeslagen pixels 2816 x 2120 2048 x 1536 1600 x 1200 1280 x 960 2816 x 2120
DPC-16 (16 MB) 10 19 25 33 2
DPC-32 (32 MB) 21 40 50 68 4
DPC-64 (64 MB) 43 81 101 137 9
DPC-128 (128 MB) 86 162 204 275 18
DPC-256 (256 MB) 173 325 409 550 37
DPC-512 (512 MB) 347 651 818 1101 75
Voor het autofocussysteem ongeschikte onderwerpen
Hoewel de FinePix S5000 over een exact werkend
autofocusmechanisme beschikt, kan het voor-
komen hoewel zelden dat de camera er niet
in slaagt zich op de hieronder vermelde onder-
werpen scherp te stellen. In die gevallen wordt het
beeld onscherp.
Sterk reflecterende onderwerpen zoals een
spiegel of een autocarrosserie.
Onderwerpen achter glas.
Slecht reflecterende onderwerpen zoals haar of
bont.
Substantieloze onderwerpen zoals rook of vuur.
Donkere onderwerpen.
Wanneer er weinig contrast is tussen het onder-
werp en de achtergrond (bijvoorbeeld witte wan-
den of personen gekleed in dezelfde kleur als
de achtergrond).
Snel bewegende onderwerpen.
Als er in de zoeker iets anders dan uw onderwerp
dicht bij het AF-kader staat, over contrasterende
lichte en donkere vlakken beschikt en dichter bij of
verder weg van uw onderwerp staat (bijvoorbeeld
wanneer u iemand fotografeert tegen een achter-
grond met sterk contrasterende elementen).
Bij dit soort onderwerpen gebruikt u het AF/AE-
geheugen (zie blz. 24).
Basistechnieken
24
1
2
3
4
Stand STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN (AUTO)
In een opname zoals deze staan de onderwerpen
(de beide personen) buiten het autofocuskader. Als
u nu uw opname maakt, wordt het onderwerp
onscherp afgebeeld.
Richt de camera enigszins opzij, zodat een van de
onderwerpen het autofocuskader vult.
Wanneer u de ontspanknop half indrukt, laat de came-
ra een kort dubbel pieptoontje horen en stelt zich
scherp op het onderwerp. Op dat moment wordt het
autofocuskader in de LCD-monitor kleiner en stelt de
camera sluitertijd en diafragma in (de indicatie-LED
(groen) knippert niet meer, maar brandt constant).
Beweeg de camera, met de ontspanknop nog steeds
half ingedrukt (AF/AE-geheugen geactiveerd) terug
naar de oorspronkelijke compositie en maak dan uw
opname door de ontspanknop helemaal in te druk-
ken.
! Voordat u de ontspanknop helemaal indrukt, mag u auto-
focusgeheugen en autobelichtingsgeheugen net zo vaak
activeren als u wilt.
! Autofocusgeheugen en autobelichtingsgeheugen kunnen
in combinatie met alle fotografische functies worden
gebruikt en zorgen voor uitstekende resultaten.
GEBRUIK VAN HET AF/AE-GEHEUGEN
AF (autofocusgeheugen) en AE (autobelichtingsgeheugen)
Drukt u de ontspanknop van de FinePix S5000 half in, dan worden scherpstelling en gemeten belichting
vastgehouden (AF-geheugen respectievelijk AE-geheugen). Wilt u scherpstellen op een onderwerp dat niet
in het midden van het beeldkader staat, of wilt u de belichting instellen voordat u de uiteindelijke beeld-
compositie bepaalt, dan bereikt u het beste resultaat als u de gemeten scherpstelling en belichting vast-
houdt, de beeldcompositie bepaalt en dan uw opname maakt.
25
TW
TW
TW
TW
Basistechnieken
AF-HULPVERLICHTING
ZOOMEN (OPTISCH ZOOMEN / DIGITAAL ZOOMEN)
Drukt u bij weinig licht de ontspanknop half in, dan
ontsteekt de camera de AF-hulpverlichting (groen)
zodat de camera zich, afhankelijk van het onderwerp
over afstanden tot ruwweg 2 m makkelijker kan
scherpstellen.
De AF-hulpverlichting is niet effectief wanneer u de
zoomlens instelt op tele (sterke vergroting: 6x of
meer). Probeer waar mogelijk groothoek zoomop-
namen (geringe vergroting) te maken.
! Verschijnt terwijl de AF-hulpverlichting wordt gebruikt de
melding
{
, dan lukt het de camera niet zich scherp te
stellen. Als dat gebeurt, maakt u uw opname op een afstand
van circa 2 m van het onderwerp.
Met de zoomknoppen T en W zoomt u in respec-
tievelijk uit. Digitaal zoomen is mogelijk met de beeld-
kwaliteiten
3
,
2
en
1
.
Schakelt u tussen digitaal en optisch zoomen, dan
komt het functiepictogram
tot stilstand. Om het
functiepictogram
weer in beweging te zetten,
drukt u opnieuw op dezelfde zoomknop.
! Digitaal zoomen is niet mogelijk met de beeldkwaliteit
5
.
! Zie blz. 30 31 voor de wijze waarop u een andere beeld-
kwaliteit instelt.
! Wordt het beeld tijdens zoomen onscherp, dan houdt u de
ontspanknop half ingedrukt, om de opname opnieuw
scherp te stellen.
Brandpuntsafstand bij optisch zoomen
(equivalent van een kleinbeeldcamera)
Circa 37 mm 370 mm.
Maximale vergrotingsfactor: 10X
Brandpuntsafstand bij digitaal zoomen
(equivalent van een kleinbeeldcamera)
3
: circa 370 mm 509 mm. Maximale
vergrotingsfactor: circa 1,4X
2
: circa 370 mm 651 mm. Maximale
vergrotingsfactor: circa 1,8X
1
: circa 370 mm 814 mm. Maximale
vergrotingsfactor: circa 2,2X
26
Stand STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN
STILSTAANDE BEELDEN FOTOGRAFEREN (AUTO)
COMPOSITIESUGGESTIE
De functie Compositiesuggestie (Framing guideline)
stelt u in vanuit de stand Stilstaande beelden. Bij elke
druk op de DISP-knop verandert de weergave in
de LCD-monitor in de hiernaast, links, afgebeelde
volgorde. Druk zo vaak op de DISP-knop dat het
compositieraster in het LCD-venster verschijnt.
Gebruik bij het afkaderen van een opname altijd
het AF/AE-geheugen. Doet u dat niet, dan kan
het beeld onscherp worden.
Belangrijk
Landschapsopname
Dit kader gebruikt u wanneer u het hoofdonderwerp op het
snijpunt van twee lijnen wilt plaatsen of wanneer u een van de
horizontale lijnen wilt uitlijnen ten opzichte van de horizon.
Deze functie verschaft duidelijke informatie omtrent de groot-
te van het onderwerp en de evenwichtigheid van de opna-
me zodat u exact de gewenste opname krijgt.
! De in het beeld getoonde kaderlijnen verschijnen niet in de uiteinde-
lijke opname.
! De lijnen van het compositieraster voor landschapsopnamen delen
het aantal pixels dat wordt opgeslagen horizontaal en verticaal in
ongeveer drie gelijke delen. Wanneer de opname afgedrukt wordt,
is het mogelijk dat de uiteindelijke afdruk enigszins verschoven is ten
opzichte van de opname zoals die afgekaderd werd.
27
1 2
Basistechnieken
Stand WEERGEVEN
OPNAMEN BEKIJKEN (WEERGEVEN)
Enkelbeeldweergave
1 Zet de cameraschakelaar in de stand
w
(Weergeven).
2 Met d en c kunt u vooruit respectievelijk
achteruit in de opgeslagen opnamen bladeren.
! Zet u de cameraschakelaar in de stand
w
(Weergeven),
dan verschijnt de laatst gemaakte opname in de LCD-monitor.
! Staat de lens tijdens weergeven uitgeschoven en gebruikt
u de camera circa 6 seconden niet, dan wordt de lens, ter
bescherming ervan, automatisch teruggetrokken.
Bladeren in opgeslagen beelden
Tijdens weergeven kunt u snel achteruit respectie-
velijk vooruit in de opgeslagen opnamen bladeren
door de knop
d of c ongeveer één seconde
ingedrukt te houden.
! Een voortgangsbalk in het beeld geeft bij benadering de
plaats van het huidige beeld op de
xD-Picture Card aan.
Multibeeldweergave
In de stand Weergeven, wisselt het beeld in de LCD-
monitor bij elke druk op de DISP-knop in de hier-
naast, links, aangegeven volgorde. Druk zo vaak op
de DISP-knop tot het scherm voor multibeeld-
weergave (9 beelden) verschijnt.
1 Zet de cursor (het oranje kader) op het gewenste
beeld met de knoppen
a, b, d of c. Door
herhaald op
a of b te drukken, schakelt u
naar de voorgaande of naar de volgende pagina
met beelden.
(2) Om de gekozen opname beeldvullend te bekijken,
drukt u opnieuw op de DISP-knop.
1 2
Opnamen die u op de FinePix S5000 kunt bekijken
Met deze camera kunt u stilstaande beelden bekijken die met een FinePix S5000 werden gemaakt of stil-
staande beelden (met uitzondering van sommige ongecomprimeerde beeldbestanden) die werden
gemaakt en opgeslagen met een digitale FUJIFILM camera die geschikt is voor
xD-Picture Cards.
28
Stand WEERGEVEN
OPNAMEN BEKIJKEN (WEERGEVEN)
Enkelbeeldweergave
Opnamen gezoomd weergeven Zwenken
Om naar enkelbeeldweer-
gave terug te keren, drukt u
op de knop BACK (Terug).
Door tijdens enkelbeeldweergave op de knop T of
W te drukken, zoomt u in (vergroot u) het getoon-
de stilstaande beeld.
Tijdens zoomen is in het getoonde beeld een zoom-
balk zichtbaar.
Vergrotingsfactoren
5
2816 x 2120 pixels Maximaal 18x
3
2048 x 1536 pixels Maximaal 13x
2
1600 x 1200 pixels Maximaal 10x
1
1280 x 960 pixels Maximaal 8x
! Multibeeldweergave in combinatie met gezoomd weer-
geven is niet mogelijk.
Door op a, b, d of c te drukken, selecteert u
een ander vlak van het getoonde beeld.
De grootte van het beeld dat wordt opgeslagen wordt
bepaald door de vergrotingsfactor. Bij beeldkwaliteit 1M
of minder verdwijnt de melding OK TRIMMING
(Afkappen OK) en kunt u de uitsnede niet opslaan.
Bij CCD-RAW bestanden verschijnt de melding OK
TRIMMING niet en kunt u de uitsnede niet opslaan.
Uitsnede maken
Controleer de grootte van het beeld dat moet wor-
den opgeslagen en druk op de "MENU/OK"-knop.
Het afgekapte beeld wordt als een afzonderlijk
bestand achter het laatst opgeslagen beeld opge-
slagen.
Beeldformaten
3
Het best geschikt voor afdrukken op
A5- tot A4-formaat.
2
Het best geschikt voor afdrukken op
A6- tot A5-formaat.
1
Het best geschikt voor afdrukken op A6-formaat
Maak de uitsnede door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
29
Stand WEERGEVEN
BEELDEN WISSEN (EÉN BEELD WISSEN)
Zet de cameraschakelaar in de stand
w
(Weergeven).
1 Open het functiemenu in de LCD-monitor door
op de MENU/OK-knop te drukken.
2 Selecteer de functie
o
ERASE (Wissen) door
op
d of c te drukken.
Bedenk wel dat u abusievelijk gewiste beelden (bestan-
den) niet meer kunt herstellen. Belangrijke beeldbestan-
den, waarvan u niet wilt dat die gewist worden, kunt u beter
naar uw computer of naar een ander medium kopiëren.
1 Kies de functie FRAME (Beeld) door op a of
b te drukken.
2 Bevestig uw keuze door op de MENU/OK-knop
te drukken.
Zie blz. 61 voor meer informatie over de functie ALL
FRAMES (Alle beelden).
! Om naar enkelbeeldweergave terug te keren selecteert u
Q
BACK door op a of b te drukken en drukt dan op
de "MENU/OK"-knop.
! Om de functie Enkelbeeld wissen te annuleren, drukt u op
de knop BACK.
1 Selecteer het beeld (het bestand) dat u wilt wis-
sen door op
d of c te drukken.
2 Wis het getoonde beeld (bestand) door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
Wilt u nog andere beelden wissen, dan herhaalt u
de stappen
1 en 2.
! Door herhaald indrukken van de "MENU/OK"-knop wist u
opeenvolgende beelden. Let wel op dat u geen beelden
per ongeluk wist.
1
2
3
4
1 2
1 2
1 2
Basistechnieken
30
p Fotograferen met de Functie Photo Functie
y
Beeldkwaliteit (Aantal opgeslagen pixels)
3
Geavanceerde
technieken
1
2
3
1
2
1 2
Zet de cameraschakelaar in de stand
q
(Fotograferen).
1 Zet de functieknop in de stand Stilstaande beel-
den.
2 Druk op de knop
p
Photo functie.
1 Selecteer de functie
y
QUALITY (Kwaliteit)
door op
d of c te drukken, waarna u de
instelling kunt wijzigen met
a of b.
2 Bevestig uw keuze door op de MENU/OK-knop
te drukken.
31
Kwaliteitsinstellingen voor de functie Stilstaande beelden fotograferen
U kunt kiezen uit vier instellingen. Daarbij kunt u
onderstaande tabel als richtlijn gebruiken.
! In de monitor stellen de getallen, rechts naast de beeld-
kwaliteiten, de aantallen beschikbare opnamen voor.
! Kiest u een andere beeldkwaliteit, dan verandert daarmee
ook het aantal beschikbare opnamen (zie blz. 23).
Beeldkwaliteit Voorbeeld
5
(2816 x 2120) Voor afdrukken op A4- of voor het afdrukken van uitsneden in A5- of A6-formaat.
3
(2048 x 1536) Voor afdrukken op A4- of A5-formaat of voor het afdrukken van uitsneden in A6-formaat.
2
(1600 x 1200) Voor afdrukken op A5- of A6-formaat.
1
(1280 x 960) Voor afdrukken op A6-formaat.
Geavanceerde
technieken
Kwaliteitsinstelling in de stand hoge gevoeligheid (800)
Is de camera ingesteld op fotograferen met hoge gevoeligheid en probeert u een andere kwaliteit dan
1
in te stellen, dan begint het functiepictogram
^
te knipperen, ten teken dat u geen andere kwali-
teit kunt instellen.
32
p Fotograferen met de Functie Photo
S ISO-EQUIVALENTE GEVOELIGHEID
1 2
3
1 2
3
1 Zet de cameraschakelaar in de stand
q
(Fotograferen).
2 Zet de functieknop in de stand Stilstaande beel-
den.
3 Druk op de knop Photo functie
p
.
De hoge ingestelde ISO-equivalente waarde blijft
gehandhaafd, ook als u de cameraschakelaar of de func-
tieknop verstelt.
1 Selecteer de functie
S
door op d of c te
drukken en kies de gewenste instelling met
a of
b.
2 Bevestig de gemaakte instelling door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
3 De geselecteerde ISO-equivalente gevoeligheid
wordt aangegeven in de LCD-monitor (behalve
wanneer de instelling AUTO is geselecteerd).
Instellingen
B
: AUTO; 400; 800
P, S, A, M, SP: 200; 400; 800
! Selecteert u als beeldkwaliteit CCD-RAW (zie blz. 76), dan
kunt u alleen de gevoeligheden 200 en 400 instellen.
! Hoewel u met een hogere gevoeligheid ook bij weinig licht
kunt fotograferen, neemt daarbij ook het aantal stippen in
het beeld toe. Ook kunnen in opnamen zoals een nachte-
lijke hemel strepen ontstaan.
Kies de gevoeligheid die het beste op de fotografische con-
dities aansluit.
Kiest u als ISO-equivalente gevoeligheid AUTO, dan kiest
de camera automatisch de gevoeligheid die het beste bij
de helderheid van het onderwerp past.
De ISO-equivalente gevoeligheid AUTO kunt u selecteren
vanuit de fotografische functie AUTO.
Fotograferen met hoge gevoeligheid (800)
Selecteert u een hoge gevoeligheid (800), dan wordt
automatisch beeldkwaliteit
1
ingesteld.
! Met beeldkwaliteit CCD-RAW is fotograferen met hoge
gevoeligheid (800) niet mogelijk (zie blz. 76).
! Stelt u een hoge gevoeligheid in, dan neemt, voordat de
opname wordt gemaakt, de hoeveelheid ruis (interferentie)
in het in de LCD-monitor getoonde beeld toe. Dat is nor-
maal en wijst niet op een fout.
! Digitaal zoomen in combinatie met fotograferen met hoge
gevoeligheid is niet mogelijk.
Kwaliteitsinstelling in de stand hoge gevoeligheid (800)
Is de camera ingesteld op fotograferen met hoge gevoeligheid (zie blz. 30 31) en probeert u een ande-
re kwaliteit dan 1
in te stellen, dan begint het functiepictogram ^ te knipperen, ten teken dat u geen
andere kwaliteit kunt instellen.
1
2
33
p Fotograferen met de Functie Photo
J FINEPIX COLOR
1 2
3
1 2
1
2
1 Zet de cameraschakelaar in de stand
q
(Fotograferen).
2 Zet de functieknop in de stand Stilstaande beel-
den.
3 Druk op de knop Photo functie
p
.
De instelling FinePix COLOR blijft gehandhaafd, ook als
u de camera uit schakelt of de functieknop verstelt.
1 Selecteer de functie
J
FinePix COLOR door
op
d of c te drukken en kies de gewenste
instelling met
a of b.
2 Bevestig de gemaakte instelling door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
! Het is mogelijk dat
p
-CHROME bij sommige onderwerpen,
zoals close-ups van personen (portretopnamen), weinig
effect heeft.
! Omdat met de functie
p
-CHROME de invloed op de gefo-
tografeerde scène kan verschillen, maakt u uw opnamen
ook met de standaard functie. Het is heel goed mogelijk
dat u in de LCD-monitor het verschil niet kunt zien.
! Van opnamen die met de functie
p
-CHROME worden
gemaakt wordt de automatische kwaliteitsinstelling op Exif-
compatibele printer uitgeschakeld.
p
-STANDARD (STD) Voor contrast en kleurverzadiging worden de standaard instellingen gekozen. Deze functie
gebruikt u voor normale fotografie.
p
-CHROME (CHR) Voor contrast en kleurverzadiging worden de hoge instellingen gekozen.
p
-B&W (B&W) Deze optie zet het gefotografeerde beeld om in een zwart-wit beeld.
3
Kiest u de functie
p
-STANDARD of
p
-CHROME,
dan verschijnt het betreffende functiepictogram in
het scherm:
p
-CHROME:
E
p
-B&W:
R
Geavanceerde
technieken
34
Functiemenu Stilstaande beelden fotograferen
SCHERPSTELLEN (AFSTAND)
SCHERPSTELLEN
De afstand tussen onderwerp en camera wordt aangeduid met scherpstelbereik.
Van het beeld wordt gezegd dat het scherp is als op het juiste scherpstelbereik scherp wordt afgebeeld.
Drie scherpstelmethoden
Bij de FinePix S5000 kunt u kiezen uit drie scherpstelmethoden: Autofocus (S-AF), Continu AF (C-AF) en
Handinstelling (M-AF).
S-AF: Met dit mechanisme stelt de camera zich automatisch scherp op het onderwerp. De camera stelt zich
scherp op het moment dat u de ontspanknop half indrukt.
C-AF: De camera stelt zich voortdurend scherp op het hoofdonderwerp in het AF-kader. Deze functie
gebruikt u als u bewegende objecten wilt fotograferen. Zie blz. 51 voor details.
MF: Terwijl u de knop
D
ingedrukt houdt, stelt u scherp door de op de knop T of W te drukken. Zie
blz. 52 voor details.
Oorzaken van scherpstelfouten en oplossingen
Oorzaak Oplossing
Het onderwerp is niet geschikt voor AF. Gebruik het AF-geheugen (scherpstelfunctie AF (CENTER)) of MF*1.
Het onderwerp staat buiten het scherpstelbereik. Schakel de macrofunctie in of uit (*2).
Het onderwerp beweegt te snel. Gebruik de functie MF met vooringestelde scherpstelafstand voor een
opname (lock-pin techniek).
*1 Fotograferen met het AF-geheugen Stel scherp door de
ontspanknop half in te drukken.
Neem het onderwerp Kader de opname opnieuw
in de zoeker af en maak de opname
*2 Macrofunctie in of uit schakelen
Objecten waarop het autofocusmechanisme zich moeilijk kan scherpstellen
Glanzende of sterk reflecterende objecten, zoals
een spiegel of een autocarrosserie.
Objecten achter glas.
Zwak reflecterende objecten, zoals haar en bont.
Substantieloze onderwerpen, zoals vuur, rook,
enzovoort.
Donkere objecten.
Bij weinig contrast tussen onderwerp en achter-
grond, bijvoorbeeld witte wanden of personen
gekleed in dezelfde kleur als de achtergrond.
Zeer snel bewegende onderwerpen.
Als er dicht bij het autofocuskader een ander
object staat dan uw onderwerp en dat sterk
contrasterende lichte en donkere vlakken heeft
en dat dichter bij of verder van uw onderwerp
staat (bijvoorbeeld wanneer u iemand fotogra-
feert tegen een achtergrond met sterk contra-
sterende elementen).
Hoofdonderwerp
35
Functiemenu Stilstaande beelden fotograferen
BELICHTING (SLUITERTIJD EN AFSTAND)
BELICHTING
Onder de belichting wordt de hoeveelheid licht verstaan die de CCD treft, dus de hoeveelheid ingevangen licht,
en zo de helderheid van het beeld bepaalt.
De belichting wordt bepaald door de combinatie van diafragma en sluitertijd. Met AE (Automatic Exposure =
Automatische belichtingsregeling) stelt de camera automatisch de juiste belichting in en houdt daarbij reke-
ning met factoren als helderheid van het onderwerp en de ingestelde ISO-equivalente gevoeligheid.
De hiernaast, links, afgebeelde grafiek laat zien hoe u het ingestelde diafragma en
de sluitertijd kunt wijzigen terwijl toch hetzelfde belichtingsniveau ingesteld blijft.
Wordt de belichting met één stap verlaagd dan neemt ook de sluitertijd met
één stap af (de stip schuift langs de lijn omhoog en naar links).
Wordt de belichting met één stap verhoogd, dan neemt ook de sluitertijd met
één stap toe (de stip schuift langs de lijn omlaag en naar rechts).
Combinaties die tot gevolg hebben dat de sluitertijd of het diafragma buiten het
bereik van de beschikbare instellingen vallen kunt u niet kiezen (witte stippen).
Bij de fotografische functies P, S en A zijn afwijkende instellingen langs
deze lijn makkelijk te kiezen.
Instellingen kiezen die evenwijdig aan deze lijn lopen, door de helderheid van
het gefotografeerde beeld aan te passen, wordt aangeduid met compenseren
van de belichting.
Belichtingscompensatie:
Bij deze functie gebruikt u het ingestelde belichtingsniveau
als referentie (0) en maakt het beeld in aansluiting daarop
helderder (+) of donkerder (). Voert u een Automatische
proefbelichting uit, dan maakt u drie opnamen waarvan er
één onderbelicht is (), één de referentiebelichting is (0)
en één overbelicht is (+).
Sluitertijd
Wanneer u een bewegend onderwerp fotografeert, kunt u door de sluitertijd aan te passen de beweging
bevriezen of een bewegingsimpressie creëren.
Diafragma
Door het diafragma aan te passen kunt u de scherptediepte wijzigen.
Als het niet lukt de juiste belichting in te stellen
Kort
Lang
Bevriest de beweging van
het onderwerp.
Fotografeert de sporen die
de beweging van het onder-
werp achterlaat.
Dicht
Open
In deze opname zijn ook de
gebieden voor en achter het
onderwerp scherp afge-
beeld.
De achtergrond is niet
scherp.
Hoofdonderwerp
Geavanceerde
technieken
36
Functiemenu Stilstaande beelden fotograferen
FOTOGRAFEREN SELECTEREN VAN DE CAMERA-INSTELLINGEN
Bij het instellen van de camera moet u rekening houden met de scène die u wilt fotograferen en het
soort beeld dat u wilt bereiken. Het nu volgende geeft algemene aanwijzingen voor deze procedure.
Selecteer de fotografische functie (zie blz. 38 42, 58 59).
B
Alle instellingen worden door de camera gemaakt, behalve beeldkwaliteit, ISO-equivalente
gevoeligheid en de functie FinePix COLOR.
SP Selecteer voor de te fotograferen scène de meest geschikte Scene Position
(Motiefprogramma):
m
PORTRET,
,
LANDSCHAP,
.
SPORT of
/
NACHTSCÈNE.
P / S / A Hiermee kunt u het ingestelde diafragma of de sluitertijd zo wijzigen dat de actie bevroren
wordt, dat het beeld een bewegingsimpressie creëert of dat de achtergrond wazig wordt afge-
beeld.
M Met deze functie stelt u zelf alle camerafuncties in.
r
Met deze functie fotografeert u filmbeelden.
Specificeer de nodige instellingen voor de fotografische functies (zie blz. 43 52).
e
Macro Deze functie gebruikt u voor het fotograferen van close-ups.
d
Flitser De flitser gebruikt u als u bij weinig licht fotografeert of wanneer u onder-
werpen in tegenlicht fotografeert, enzovoort.
f
Repeterende opnamen
Met deze functie kunt u een reeks opeenvolgende opnamen maken of
een automatische proefbelichting (met belichtingscompensatie) maken.
D
Belichtingscompensatie
Door bij automatische belichtingsregeling van 0 (nul) als referentiewaarde uit
te gaan, kunt u met deze functie de opname helderder (+) of donkerder ()
maken.
Maak de opname (controleer belichting en scherpstelling stel de beeldcompositie bij druk
de ontspanknop helemaal in).
Voor meer gedetailleerde instellingen kunt u gebruik maken van de menus (zie blz. 30 33, 53 57).
In onderstaande tabel zijn een aantal voorbeeldinstellingen bij elkaar gebracht. Door een doelmatig gebruik
van de instellingen kunt u elk gewenst effect bereiken. Probeer vooral zelf verschillende instellingen te maken
om te zien wat voor soort opnamen u kunt maken.
Voor dit resultaat doet u dit
Om de beweging van het onderwerp Zet de functieknop in de stand S en kies een lange sluitertijd.
tot uitdrukking te brengen (Gebruik wel een statief om bewegen van de camera tegen te gaan.)
Om de bewegingen van het onderwerp te bevriezen. Zet de functieknop in de stand S en kies een korte sluitertijd.
Om het onderwerp duidelijk uit te laten komen Zet de functieknop in de stand A en kies een groot diafragma.
door de achtergrond wazig te maken.
Voor een zeer grote scherptediepte. Zet de functieknop in de stand A en kies een klein diafragma.
Om te voorkomen dat het beeld als gevolg van de Stel in het fotografische menu de Witbalans in.
verlichting rood- of blauwzweem vertoont.
Als u wilt voorkomen dat u ook maar een kans Fotografeer met de camera in de stand AUTO (zie het hoofdstuk
mist om snapshots te maken. Basistechnieken).
Als u wilt voorkomen dat het onderwerp overbelicht Pas belichtingscompensatie toe.
of onderbelicht wordt en om de materie en de door- Kies positieve compensatie (+) als de achtergrond te helder
tekening van het onderwerp duidelijk uit te laten komen. is en negatieve compensatie () als de achtergrond te donker
is.
1
2
3
37
Overzicht van in elke stand beschikbare functies
Stand Fotograferen SP
m,./
B PSAMr
Functie
e Macro Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
x AUTO Autoflitsen Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee
b Onderdrukken rode ogen Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
d Flitser d Invulflitsen Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee
c Synch. met lange sluitertijd Nee Ja Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Nee
n Rode ogen +
Synch met lange sluitertijd Nee Ja Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Nee
ffEerste vijf beelden Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Repeterende
j Auto proefbelichting Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
Opnamen k Laatste vijf beelden Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Selecties* h Langdurig (tot 40 beelden) Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Scherpstelfunctie (S-AF / MF / C-AF) Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
D Belichtingscompensatie Nee Nee Ja Ja Ja Nee Nee
* Bij repeterende opnamen kunt u de flitser niet gebruiken.
* De functies repeterende opnamen en fotograferen met hoge gevoeligheid kunt u niet samen gebruiken.
Overzicht van in elk functie beschikbare menuopties
Fabrieks
instelling B
SP PSAMr
FinePix y Kwaliteit 1 M Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Photo S ISO AUTO *1 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Functie J FinePix COLOR p
-Standaard
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
* Zelfontspanner OFF Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
A Witbalans AUTO Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
MULTI Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
H
¢
AF
(CENTER)
CENTER Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
Scherpstellen
£
AF AREA Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
)
MULTI Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
™_
SPOT MULTI Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
Belichting
+
AVERAGE Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
j Auto Proefbelichting ± 1/3 EV Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
G Scherpte NORMAL Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
z Flitser (helderheid
instelling) 0 Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee
* 1 In de stand
B
kunt u alleen de functie
AUTO
instellen.
* Fotograferen met hoge gevoeligheid kunt u niet in combinatie met langdurige repeterende
opnamen gebruiken.
* AREA en Continu AF (C-AF) kunt u niet samen gebruiken.
Als de ingestelde sluitertijd en het diafragma niet de juiste belichting opleveren:
Nachtscène
Sport
Landschap
Portret
Menu
opties
Als het beeld te helder is
Stelt u een lagere ISO-equivalente gevoeligheid in.
Als het beeld te donker is
Stelt u een hogere ISO-equivalente gevoeligheid in.
Gebruik de flitser of pas belichtingscompensatie toe.
Geavanceerde
technieken
38
Functiemenu Stilstaande beelden fotograferen
B
AUTO / SP MOTIEFPROGRAMMAS
B AUTO
Zet de functieknop in de stand
B
(Programma-
gestuurd fotograferen).
Dit is de gemakkelijkste functie om mee te foto-
graferen en kan voor de meeste soorten opnamen
worden gebruikt.
SP SCENE POSITION (MOTIEFPROGRAMMAS)
Zet de functieknop in de stand SP.
Deze functie bestaat uit een aantal opties die op
maat gesneden zijn voor verschillende soorten
motieven.
! U kunt de functieknop niet in de standen m, ,, . of /
zetten.
U kunt geen van de SP-functies samen met de Macro-
functie gebruiken.
Aan de linkerrand van de LCD-monitor verschijnen
de functiepictogrammen van de vier motiefprogram-
mas die u kiest met de knoppen
ab.
1
2
SP
Toelichting
Beschikbare flitserfuncties
m Portret Dit is de beste functie voor het fotograferen van portretten.
De huidtinten worden fraai weergegeven en de algehele indruk x
, b, d, c, n
is zacht.
,
Landschap Dit is de beste functie om landschappen bij daglicht te foto-
graferen en levert scherpe, heldere beelden van motieven als Flitsen niet mogelijk *
gebouwen en gebergten.
.
Sport Dit is de beste functie voor het fotograferen van sportgebeur-
tenissen. Deze functie geeft voorrang aan kortere sluitertijden. x
, d
/
Nachtscène Dit is de beste functie voor opnamen bij avond of in de nacht.
Met deze functie kunt u opnamen maken waarbij langere sluiter- c
, n
tijden, tot 2 seconden, de voorrang krijgen. Om bewegen van de
camera tegen te gaan moet u altijd een statief gebruiken.
* Met de flitser opgeklapt, verschijnt het functiepictogram v.
39
Functiemenu Stilstaande beelden fotograferen
P PROGRAMMAGESTUURD AUTO
Zet de functieknop in de stand P.
Dit is een automatische functie waarbij u alles kunt
instellen behalve de sluitertijd en het diafragma.
Hiermee fotografeert u betrekkelijk eenvoudig op
dezelfde wijze als met de functies Sluitertijdvoor-
keuze Auto en Diafragmavoorkeuze Auto (Programma-
aanpassing).
Programma-aanpassing
Met deze functie kunt u, door eenvoudig op de knop
a of b te drukken, de combinatie van sluitertijd
en diafragma wijzigen zonder de ingestelde belich-
ting te beïnvloeden. Met de camera ingesteld op
Programma-aanpassing worden sluitertijd en dia-
fragma in de LCD-monitor in geel aangegeven.
! In de volgende situaties wordt de Programma-aanpassing
automatisch uitgeschakeld:
Als u een andere fotografische functie kiest.
Als u de camera in de stand Weergeven zet.
Als u de camera uitschakelt.
Geavanceerde
technieken
Indicatie van ingestelde sluitertijd en diafragma
40
Stand Stilstaande beelden fotograferen
S SLUITERTIJDVOORKEUZE AUTO
Zet de functieknop in de stand "S".
Dit is een automatische functie waarbij u de sluiter-
tijd instelt. Deze functie gebruikt u voor opnamen
waarbij u een bewegend onderwerp wilt bevriezen
(korte sluitertijd) of een bewegingsimpressie wilt cre-
ëren (lange sluitertijd).
Instellen van de sluitertijd
De sluitertijd stelt u in door op de knop "a" of "b" te
drukken.
Sluitertijdenbereik
2 s tot 1/1000 s in stappen van 1/3 EV.
In scènes met extreme overbelichting wordt het inge-
stelde diafragma in rood aangegeven. Als dat
gebeurt, kiest u een kortere sluitertijd (tot maximaal
1/1000 s).
In scènes met extreme onderbelichting wordt het
ingestelde diafragma in rood aangegeven. Als dat
gebeurt, kiest u een langere sluitertijd (tot maximaal
2 s).
Als de helderheid van het onderwerp buiten het licht-
meetbereik van de camera valt, verschijnt in de LCD-
monitor de indicatie "
F---", in plaats van een dia-
fragmawaarde. Als dat gebeurt,drukt u de ontspan-
knop opnieuw half in om opnieuw een lichtmeting te
verrichten en een waarde aan te geven.
Overbelicht
Onderbelicht
Lichtmeting mislukt
Indicatie van ingestelde sluitertijd en diafragma
41
Stand Stilstaande beelden fotograferen
A DIAFRAGMAVOORKEUZE AUTO
Zet de functieknop in de stand "A".
Dit is een automatische functie waarbij u het dia-
fragma instelt.
Deze functie gebruikt u voor opnamen waarbij u de
achtergrond onscherp wilt afbeelden (groot diafrag-
ma) of zowel onderwerpen dichtbij als onderwerpen
veraf scherp wilt afbeelden (klein diafragma).
Instellen van het diafragma
Het diafragma stelt u in door op de knoppen "a" of
"
b" te drukken.
Diafragmabereik
Groothoek: F2,8 F8 in stappen van 1/3 EV.
Tele: F3,2 F9 in stappen van 1/3 EV.
In scènes met extreme overbelichting wordt de inge-
stelde sluitertijd in rood aangegeven. Als dat gebeurt,
kiest u een grotere diafragmawaarde.
In scènes met extreme onderbelichting wordt de
ingestelde sluitertijd in rood aangegeven. Als dat
gebeurt, kiest u een kleinere diafragmawaarde.
! Is als flitserfunctie Invulflitsen ingesteld, dan is 1/60 s de
langste beschikbare sluitertijd.
Als de helderheid van het onderwerp buiten het licht-
meetbereik van de camera valt, verschijnt in de LCD-
monitor de indicatie "
----" in plaats van een sluitertijd.
Als dat gebeurt, drukt u de ontspanknop opnieuw
half in om een lichtmeting te verrichten en een
waarde aan te geven.
Overbelicht
Onderbelicht
Lichtmeting mislukt
Geavanceerde
technieken
De belichtingsindicator
42
l
Stand Stilstaande beelden fotograferen
M HANDINSTELLING
Zet de functieknop in de stand "M".
Met de camera ingesteld op Handinstelling stelt u
zelf het diafragma en de sluitertijd in.
Sluitertijdenbereik
2 s tot 1/2000 s in stappen van 1/3 EV.
Diafragmabereik
Groothoek: F2,8 tot F8 in stappen van 1/3 EV.
Tele: F3,2 tot F9 in stappen van 1/3 EV
! Zie blz. 107 voor een toelichting op het begrip EV.
Instellen van de sluitertijd
De sluitertijd stelt u in door op de knop "a" of "b" te
drukken.
! In opnamen met lange belichtingen, kan ruis (in de vorm
van stippen) optreden.
! Wordt een korte sluitertijd (1/2000 s) ingesteld, dan kun-
nen witte vegen in het beeld verschijnen (zie blz. 107).
! Stelt u een korte sluiter (1/2000 s) in, dan kan het beeld te
donker worden, zelfs wanneer de flitser wordt gebruikt.
Instellen van het diafragma
Het diafragma stelt u in door de knop voor de belich-
tingscompensatie "D
" ingedrukt te houden (1) en op
de knop "
a" of "b" (2) te drukken.
Bij het instellen van de belichting kunt u de belich-
tingsindicator in de LCD-monitor als richtlijn gebruiken.
Wanneer de helderheid van het onderwerp buiten
het lichtmeetbereik van de camera valt, beweegt
de indicator naar de (+) om aan te geven dat het
beeld overbelicht zal worden (het plusteken kleurt
geel) of naar de () om aan te geven dat het beeld
onderbelicht zal raken (het minteken kleurt geel).
Als u de flitser gebruikt
43
Door de functie Macro in te schakelen, kunt u close-
ups maken.
Zet de cameraschakelaar in de stand "
q"
(Fotograferen).
Effectief scherpstelbereik:
Groothoek: circa 0,1 m 2,0 m.
Tele: circa 0,9 m 2,0 m
Effectief flitsbereik:
Circa 0,3 m 2,0 m.
Druk op de "e
" Macroknop (d). In de LCD-monitor
verschijnt nu het functiepictogram "e
", wat aangeeft
dat u close-ups kunt maken.
Wilt u de macrofunctie uitschakelen, dan drukt u
opnieuw op de Macroknop "e
" (d).
! In de volgende situaties wordt de functie macrofotografie
automatisch uitgeschakeld:
Als u de functieknop in de stand r
(Filmbeelden foto-
graferen) of SP (Motiefprogrammas) zet.
Als u de camera uitschakelt.
! De te gebruiken flitserfunctie kiest u aan de hand van de
heersende verlichtingscondities.
! Fotografeert u bij weinig licht, zodat het functiepictogram
"|
" tegen bewegen van de camera verschijnt, dan moet
u een statief gebruiken om bewegingsonscherpte te voor-
komen.
Wilt u met de camera ingesteld op macrofotografie
(close-ups) de flitser gebruiken, dan moet u de ver-
loopring verwijderen.
Doet u dat niet, dan is het mogelijk dat midden
onderin uw opname de schaduw van de verloop-
ring zichtbaar wordt.
Stand Stilstaande beelden fotograferen
e MACRO (CLOSE-UP) FOTOGRAFIE
Geavanceerde
technieken
De functie Flitser uit
44
1
2
3
Zet de cameraschakelaar in de stand "q"
(Fotograferen).
Zet de functieknop in de stand Stilstaande beelden.
Klap de flitser op door op de vrijmaakknop te drukken.
Effectief flitsbereik (B):
Groothoek: circa 0,3 m 6,0 m
Tele: circa 0,8 m 5,5 m
! Stelt u een sluitertijd korter dan 1/1000 s in, dan kan het
beeld te donker worden, zelfs wanneer u de flitser gebruikt.
! Heeft u de flitser opgeklapt, of fotografeert u met de flitser,
dan is het mogelijk dat het beeld kortstondig verdwijnt en de
monitor op zwart gaat, omdat de flitser wordt opgeladen.
Tijdens het opladen van de flitser knippert de indicatie-LED
oranje.
Door de flitskop omlaag te drukken, schakelt u de
flitser uit.
Deze functie gebruikt u als u bewust niet wilt flit-
sen, bijvoorbeeld om bij bestaand licht binnenshuis
te fotograferen, voor het fotograferen van voorwer-
pen achter glas of van ver verwijderde objecten die
buiten het bereik van de ingebouwde flitser staan,
zoals bij theatervoorstellingen en zaalsporten.
Fotografeert u met de flitser uitgeschakeld, dan
werkt de automatische witbalans (zie blz. 107) zo
dat natuurlijke kleuren worden gereproduceerd,
samen met de sfeer van het heersende licht.
! Fotografeert u bij weinig licht met de flitser uitgeschakeld,
dan moet u een statief gebruiken om bewegen van de
camera tegen te gaan.
! Zie blz. 23, 101 voor meer informatie over waarschuwingen
tegen bewegen van de camera.
Stand Stilstaande beelden fotograferen
d FLITSFOTOGRAFIE
(ZONDER ,)
Bepaald door het soort opname kunt u kiezen uit zes flitserfuncties.
Het rode-ogeneffect
45
4
Selecteer de gewenste flitserfunctie door op de keu-
zeknop voor de flitserfunctie "d
" (c) te drukken.
! Gebruikt u de flitser in zeer stoffige ruimten of wanneer het
sneeuwt, dan kunnen in het uiteindelijke beeld witte stip-
pen zichtbaar worden door het door stofdeeltjes of sneeuw-
vlokken gereflecteerde licht. In dat geval probeert u de
opname te maken zonder de flitser.
Afhankelijk van de ingestelde fotografische func-
tie, is het mogelijk dat niet alle flitserfuncties
beschikbaar zijn (zie blz. 37).
x
Autoflitsen
Deze functie gebruikt u voor normale opnamen. Als
de verlichtingscondities dat nodig maken, ontsteekt
de flitser automatisch.
! Drukt u de ontspanknop in terwijl de flitser wordt opgela-
den, dan wordt de opname gemaakt zonder dat de flitser
ontsteekt.
b Onderdrukken van rode ogen
Met deze functie kunt u het verschijnsel "rode ogen"
in geflitste portretopnamen onderdrukken, zodat de
ogen van de gefotografeerde personen er natuurlijk
uitzien. Voorafgaand aan de eigenlijke opname geeft
de flitser een inleidende flits af. Vervolgens ontsteekt
de flitser opnieuw en wordt de eigenlijke opname
gemaakt. Als de verlichtingscondities dat nodig
maken, ontsteekt de flitser automatisch.
! Drukt u de ontspanknop in terwijl de flitser wordt opgela-
den, dan wordt de opname gemaakt zonder dat de flitser
ontsteekt.
d Invulflitsen
De functie Invulflitsen gebruikt u om onderwerpen in
tegenlicht, zoals een onderwerp voor een venster of
in de schaduw van een boom, te fotograferen of om
de juiste kleuren te reproduceren wanneer u foto-
grafeert onder TL-licht. In deze stand ontsteekt de
flitser zowel bij helder licht als bij weinig licht.
Fotografeert u personen bij weinig licht, dan worden in geflitste portretopnamen de ogen soms rood
gekleurd. De oorzaak daarvan is dat het netvlies in het oog het flitslicht terugkaatst naar de camera. Met
de functie Flitsen met onderdrukken van rode ogen wordt de kans op rode ogen aanzienlijk kleiner.
Het rode-ogeneffect kunt u het beste tegengaan door u aan de volgende regels te houden:
Vraag de persoon die u fotografeert naar de camera te kijken.
Houd de camera-onderwerpafstand zo klein mogelijk.
Geavanceerde
technieken
46
1 2
c Synchronisatie met lange sluitertijd
Deze flitserfunctie werkt met een lange sluitertijd,
wat het mogelijk maakt fraaie opnamen te maken
van personen tegen een avondlijke achtergrond en
waarbij zowel het onderwerp als de nachtelijke
achtergrond helder wordt afgebeeld. Omdat een
lange sluitertijd wordt gebruikt, moet u een statief
gebruiken om bewegen van de camera tegen te
gaan.
Langste sluitertijd:
/
(SP Nachtscène): Tot 2 s.
n
Onderdrukken van rode ogen +
Synchronisatie met lange sluitertijd
Deze flitserfunctie werkt met een lange sluitertijd en
onderdrukt tevens rode ogen.
! Fotografeert u een helder verlichte scène, dan kan het
beeld overbelicht worden.
Om s nachts een opname van uw hoofdonder-
werp met een helder verlichte achtergrond te
maken, gebruikt u het motiefprogramma "SP"
"/
" Nachtscène (zie blz. 38).
Dit is vooral een handige functie wanneer u bij-
voorbeeld de beeldcompositie van een zwak ver-
lichte scène (Synchronisatie met lange sluitertijd,
enzovoort) wilt controleren. Terwijl u de "DISP"-
knop (2) ingedrukt houdt, drukt u op de knop
Belichtingscompensatie "D
" (1). In de LCD-moni-
tor verschijnt dan het functiepictogram "
" en het
onderwerp wordt helder afgebeeld.
Om weer de oorspronkelijke helderheid van de
LCD-monitor in te stellen, drukt u, terwijl u de Knop
"D
" (1) ingedrukt houdt, opnieuw op de "DISP"-
knop (2).
! Deze functie wordt na elke opname automatisch uitge-
schakeld.
! Deze functie is uitsluitend bedoeld om de compositie van
uw opnamen te controleren. De helderheid van het gefo-
tografeerde beeld vergroot u er niet mee.
! Fotografeert u bij weinig licht, dan wil instellen van een
grotere helderheid niet zeggen dat u het onderwerp dui-
delijker ziet.
Stand Stilstaande beelden fotograferen
d FLITSFOTOGRAFIE
Helderheid van de LCD-monitor aanpassen
Kanttekeningen bij het gebruik van de functies voor Repeterende opnamen
@TOO@@@@eTDU@TOO@@@@eTDU
47
1
2
3
Zet de cameraschakelaar in de stand "q"
(Fotograferen).
De functie voor repeterende opnamen die u wilt
gebruiken selecteert u door (1) de knop "f"
Repeterende opnamen ingedrukt te houden en (2)
op de knoppen "
d" of "c" te drukken. Door de knop
"f
" (Repeterende opnamen) los te laten, bevestigt
u de gemaakte instelling.
De door u gekozen functie voor repeterende opna-
men (behalve "OFF" Uit) wordt aangegeven in de
LCD-monitor.
f
: Eerste vijf beelden van de repeterende opnamen
j
: Automatische proefbelichting.
k
: Laatste vijf beelden van de repeterende opnamen
h
: Langdurige repeterende opnamen met 1280 x
960 pixels.
Stand Stilstaande beelden fotograferen
f REPETERENDE OPNAMEN
De camera blijft achter elkaar door fotograferen zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. In de stand
Automatische proefbelichting hoeft u de ontspanknop maar één keer in te drukken om drie beelden te
fotograferen.
Als er op de
xD-Picture Card onvoldoende ruimte is, fotografeert de camera zoveel beelden als er in
de beschikbare geheugenruimte opgeslagen kunnen worden. Maar is er in de stand Automatische
proefbelichting onvoldoende ruimte op de
xD-Picture Card om drie beelden op te slaan, dan worden
die beelden niet gefotografeerd.
De scherpstelling wordt ingesteld voor het eerste beeld en kunt u tussentijds niet wijzigen.
De belichting wordt bepaald voor het eerste beeld, maar bij Langdurige repeterende opnamen met
1280 x 960 pixels wordt de belichting van elk te fotograferen beeld automatisch aangepast.
De snelheid waarmee de repeterende opnamen gemaakt worden, is afhankelijk van de sluitertijd.
De snelheid waarmee de repeterende opnamen gemaakt worden, verandert niet met het aantal opge-
slagen pixels.
De flitser kunt u niet gebruiken, omdat de flitser uitgeschakeld wordt.
Bij repeterende opnamen worden de laatste vijf beelden van de opnamenreeks en de opnamen van een
automatische proefbelichting altijd getoond. Om in te stellen of u de beelden wel of niet wilt laten weer-
geven, zet u in het menu SET-UP (Instellen) de functie "IMAGE DISP" (Beeld weergeven) op ON (Aan)
(zie blz. 74). Onthoud ook dat de opnamen die u maakt met Langdurige repeterende opnamen altijd
worden opgeslagen, ongeacht de instelling die u in SET-UP maakt.
Geavanceerde
technieken
1
2
48
Druk de ontspan-
knop in
Max. 40 opnamen
5 beelden
Laat de ontspan-
knop los
Met deze functie kunt u tot vijf beelden fotograferen
met intervallen van slechts 0,2 seconde. Terwijl u de
beelden fotografeert, verschijnen de gefotografeerde
beelden (in volgorde van fotograferen, vanaf links) in
de LCD-monitor en worden automatisch opgeslagen.
! De maximale opnametijd is 4,2 seconden (voor vijf beel-
den repeterende opnamen.)
Met deze functie fotografeert u automatisch drie
beelden met afwijkende belichtingen. Daarvan is er
één goed belicht (A), één overbelicht (B) en één
onderbelicht (C). De instelling daarvan (het belich-
tingsbereik) kunt u wijzigen in het menu Foto-
graferen.
Instellingen automatische proefbelichting (3)
± 1/3 EV, ± 2/3 EV, ± 1 EV.
! Ligt het overbelichte of het onderbelichte beeld buiten het
regelbereik van de camera, dan wordt die opname niet met
de gespecificeerde belichtingsstap gemaakt.
! Het maken van een automatische proefbelichting is niet
mogelijk in de standen "B
" of "SP".
Stand Stilstaande beelden fotograferen
f REPETERENDE OPNAMEN
f Eerste vijf beelden van de opnamenreeks
j Automatische proefbelichting
k Laatste vijf beelden van de repeterende opnamen
Wijzigen van de belichtingsinstelling (belichtingsbereik)
Open het menu door op de "MENU/OK-knop" te
drukken en wijzig de instelling in de menuoptie "j
AUTO BRACKETING" (zie blz. 57).
Met deze functie ontspant de sluiter tot maximaal 40
maal (met intervallen van slechts 0,2 seconde) en
worden de laatste vijf gefotografeerde beelden opge-
slagen. Laat u de ontspanknop los voordat er 40
beelden gefotografeerd zijn, dan slaat de camera de
laatste vijf van de gefotografeerde beelden op voor-
dat u de ontspanknop losliet.
Is er onvoldoende geheugenruimte op de
xD-
Picture Card
, dan slaat de camera zoveel van de
gefotografeerde beelden op voordat u de ontspan-
knop losliet als er op de
xD-Picture Card passen.
Beeldkwaliteit en flitsen
Scherpstellen op een bewegend onderwerp
49
Met deze functie kunt u tot maximaal 40 repeterende
opnamen maken (met intervallen van slechts 0,6 s).
Bij langdurige repeterende opnamen met 1280 x 960
pixels wordt als resolutie automatisch "
1" (1280 x
960 pixels) ingesteld.
! Langdurige repeterende opnamen met 1280 x 960 pixels
kunt u niet samen met de functies "SP, P, S, A" of
"M"gebruiken.
h Langdurige repeterende opnamen met 1280 x 960 pixels
Drukt u de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen op het onderwerp op beginpunt (A), dan
zal dat onderwerp niet langer scherp afgebeeld worden als het het punt (B) bereikt, waar u de opname wilt
maken. In dergelijke situaties gebruikt u het autofocusgeheugen of stelt u met de hand tevoren scherp op
punt (B) en houdt de scherpstelling dan vast zodat die niet meer verloopt (lock-pin techniek).
De lock-pin techniek is ook handig bij het fotograferen van snel bewegende onderwerpen waarop moei-
lijk scherpgesteld kan worden.
Stelt u een van de functies voor repeterende opnamen in, dan wordt de flitser automatisch uitgeschakeld
"v
". Bij langdurige repeterende opnamen met 1280 x 960 pixels wordt automatisch de beeldkwaliteit
"1
" ingesteld.
Maar wordt de camera daarna weer ingesteld op normaal fotograferen, dan wordt weer de flitserfunctie
ingesteld die gebruikt werd voordat de functie repeterende opnamen werd ingesteld. Op soortgelijke wijze
wordt, nadat de functie langdurige repeterende opnamen met 1280 x 960 pixels werd gebruikt, weer de
voorgaande beeldkwaliteit ingesteld.
Stelt u scherp op dan is de scherpstelling op punt verkeerd.
Beginpunt Punt waarop u de foto wilt maken.
A
B
Gebruik de lock-pin techniek om de scherpstelling vast te houden.
Veraf
Dichtbij
Geavanceerde
technieken
Onderwerpen waarbij compenseren van de belichting bijzonder effectief kan blijken
50
Deze functie gebruikt u bij opnamen waarvoor u niet de optimale helderheid (belichting) kunt instellen, bij-
voorbeeld wanneer het onderwerp veel helderder of donkerder is dan de achtergrond.
Stand Stilstaande beelden fotograferen
D BELICHTINGSCOMPENSATIE
Zet de cameraschakelaar in de stand "q"
(Fotograferen).
Zet de functieknop in de stand "P", "S" of "A".
Houd de belichtingscompensatieknop
D
(1) inge-
drukt en druk (2) op de knoppen "
d" of "c" om de
compensatiewaarde in te stellen. Tijdens het instel-
len van de belichtingscompensatie kleurt het func-
tiepictogram dat de richting ("" of "+") van de com-
pensatie aangeeft geel en kleurt daarna blauw als
de instelling voltooid is.
Compensatiebereik:
2 EV tot + 2 EV in 13 stappen van 1/3 EV.
! Belichtingscompensatie is niet mogelijk bij de functies
"AUTO", "SP" of "M".
! In de volgende gevallen wordt de belichtingscompensatie
uitgeschakeld:
Wanneer de camera wordt ingesteld op "
d
" (Invulflitsen) of
op "
b
" (Onderdrukken van rode ogen) en de gefotogra-
feerde scène donker is.
Deze instelling blijft behouden wanneer een
andere functie wordt ingesteld of wanneer de
camera wordt uitgeschakeld (het functiepicto-
gram "
D
" is zichtbaar). Stel als compensatie-
waarde de waarde "0" (nul) in, tenzij de belich-
ting gecompenseerd moet worden.
1
2
3
Indicatie
belichtings-
compensatie
Om de helderheid van het beeld optimaal in te stellen, corrigeert u de belichting aan de hand van de hel-
derheid of de donkerte van het gefotografeerde beeld.
Het onderwerp is te helder.
Probeer het beeld in negatieve () zin te corrigeren. De
opname wordt nu zo gemaakt dat het hele beeld donker-
der wordt.
Het onderwerp is te donker.
Probeer het beeld in positieve (+) zin te corrigeren. De
opname wordt nu zo gemaakt dat het hele beeld helder-
der wordt.
Enkele voorbeelden
Portretopnamen in tegenlicht: +0,6 EV + 1,5 EV.
Zeer heldere scènes (bijvoorbeeld sneeuwvlakten) en sterk reflecterende onderwerpen: + 0,9 EV.
Opnamen waarin luchten overheersen: + 0,9 EV.
Onderwerpen in spotlicht, met name tegen een donkere achtergrond: 0,6 EV.
Scènes met gering reflectievermogen, bijvoorbeeld bij opnamen van sparrenbomen of donker gebladerte: 0,6 EV.
1
2
51
Functiemenu stilstaande beelden fotograferen
CONTINU AF
1
1 2
2
3
1
2
De functie Continu AF, die u gebruikt wanneer u een bewegend onderwerp wilt fotograferen, vermindert de
voor het scherpstellen benodigde tijd.
1 Zet de cameraschakelaar in de stand
q
(Fotograferen).
2 Zet de functieknop in de stand Stilstaande
beelden.
1 Ontgrendel de keuzeknop voor de scherp-
stelfunctie.
2 Druk zo vaak op de keuzeknop voor de
scherpstelfunctie dat de functie-indicatie
C-AF verschijnt.
3 Vergrendel de keuzeknop voor de scherpstel-
functie weer om te voorkomen dat onbedoeld
een andere functie wordt ingesteld.
Kader het beeld in de LCD-monitor zo af dat het
het onderwerp in het AF-kader helemaal vult.
Druk de ontspanknop half in (AF/AE-geheugen) en
maak vervolgens uw opname door de ontspan-
knop, zonder hem eerst los te laten, helemaal in te
drukken.
Op die manier bekort u de voor het scherpstellen
benodigde tijd.
! De scherpstelfunctie wordt automatisch teruggezet in de
stand AF (CENTER).
3
4
S-AF
MF
C-AF
Kanttekeningen bi Continu AF
Omdat de camera zich voortdurend scherpstelt, ook als u de ontspannop niet indrukt, moet u met de
volgende punten rekening houden:
Let zorgvuldig op de batterijlading, omdat de camera met deze functie meer energie verbruikt
dan bij de andere scherpstelmethoden (S-AF en MF).
Vooral wanneer u de functie voor de automatische camera-uitschakeling heeft uitgeschakeld
(OFF), dan dient u speciale aandacht aan de batterijlading te besteden.
Geavanceerde
technieken
52
Functiemenu stilstaande beelden fotograferen
MET DE HAND SCHERPSTELLEN
Zet de cameraschakelaar in de stand
q
(Fotograferen).
! Met de camera in de stand Filmbeelden
r
kunt u niet met de hand instellen.
! Omdat de opname door bewegen van de
camera onscherp kan worden, dient u een
statief te gebruiken.
Zet de functieknop in de stand Stilstaande beelden
fotograferen.
1Ontgrendel de keuzeknop voor de scherpstel-
functie.
2Druk zo vaak op de keuzeknop voor de scherp-
stelfunctie dat de functie-indicatie C-AF ver-
schijnt, stel scherp op het onderwerp en druk
de ontspanknop half in. De camera is nu
scherpgesteld op het onderwerp.
3Druk zo vaak op de keuzeknop voor de scherp-
stelfunctie dat de functie-indicatie MF ver-
schijnt. Daarmee ligt de scherpstelpositie vast
op het onderwerp. Dit is de lock-pin status (zie
blz. 49).
! Verplaatst het onderwerp zich of wijzigt u de zoom-
instelling, dan moet u de procedure herhalen vanaf
stap
2.
U kunt ook met de hand scherpstellen door, terwijl u
naar het beeld in de monitor kijkt, de belichtings-
compensatieknop
D
ingedrukt te houden 1 en op
de knop
T of W te drukken 2.
1
2
3
4
S-AF
MF
C-AF
1
2 3
1
2
53
Functiemenu stilstaande beelden fotograferen
FUNCTIEMENU FOTOGRAFEREN
GEBRUIK VAN HET FUNCTIEMENU FOTOGRAFEREN
1
2
3
Open het functiemenu door op de MENU/OK-knop
te drukken.
1Kies de gewenste functie door op d en c te
drukken en wijzig vervolgens de instelling met
a
of
b.
2Bevestig de door u gemaakte instelling door op
de MENU/OK-knop te drukken.
Nadat u de instelling bevestigd heeft, verschijnt
een pictogram in de linkerbovenhoek van de LCD-
monitor.
! Welke instellingen in het menuscherm verschijnen is afhan-
kelijk van de fotografische functie voor het fotograferen van
stilstaande beelden.
De zelfontspanner gebruikt u bijvoorbeeld voor groeps-
opnamen waarin u, als fotograaf, ook zelf in beeld wilt
verschijnen.
Een andere witbalans kiest u wanneer u een opna-
me wilt maken waarbij de witbalans, op het moment
van de opname, vast is ingesteld op de omgeving
en de verlichting.
Hiermee kiest u de gewenste scherpstelfunctie.
**
FOTOGRAFEREN MET DE ZELFONTSPANNER blz 54
MM
SCHERPTE blz 57
dd
± LICHTOPBRENGST VAN DE FLITSER INSTELLEN blz 57
jj
AUTOMATISCHE PROEFBELICHTING blz 57
++
SCHERPSTELFUNCTIE blz 55
AA
WITBALANS (AANPASSEN AAN DE LICHTBRON) blz 56
BELICHTINGSMETING blz 56
Deze instelling wijzigt u voor scènes waarin de hel-
derheid van onderwerp en achtergrond zo duidelijk
verschillen dat de instelling MULTI niet het gewen-
ste resultaat oplevert.
Met deze functie fotografeert u hetzelfde beeld maar
met verschillende belichtingsinstellingen.
Met deze functie kunt u de contouren in het beeld
verzachten of accentueren teneinde de kwaliteit van
het gefotografeerde beeld te verbeteren.
Door de instelling van deze functie te wijzigen, past
u de door de flitser geleverde hoeveelheid licht aan
aan de fotografische condities om het gewenste
effect te bereiken.
Geavanceerde
technieken
1
2
54
Functiemenu stilstaande beelden fotograferen
FUNCTIEMENU FOTOGRAFEREN
**
FOTOGRAFEREN MET DE ZELFONTSPANNER
o
eTDUeTDU
1
2
3
4
De zelfontspanner gebruikt u in situaties waarin u, als foto-
graaf, ook zelf in beeld wilt verschijnen.
Als u voor de zelfontspanner de optie ON (Aan) kiest,
verschijnt in de LCD-monitor het functiepictogram
*
.
*
: De opname wordt ongeveer 10 seconden uitgesteld.
! In de volgende gevallen wordt de zelfontspanner na
elke opname automatisch uitgeschakeld:
Als de opname gemaakt is.
Als u de functieknop in een andere stand zet.
Als u de camera in de stand Weergeven zet.
Als u de camera uitschakelt.
1Druk de ontspanknop half in om de camera
scherp te stellen op het onderwerp.
2Start de zelfontspanner door de ontspanknop,
zonder die eerst los te laten, helemaal in te
drukken.
! In combinatie met de zelfontspanner kunt u ook het AF/AE-
geheugen (zie blz. 24) gebruiken.
! Ga niet vóór de camera staan om de ontspanknop in te
drukken, omdat daardoor fouten in de scherpstelling en de
belichting kunnen ontstaan.
Voordat de opname gemaakt wordt, brandt de zelf-
ontspanner-LED en knippert dan tot de opname
gemaakt wordt.
! Loopt de zelfontspanner eenmaal, dan kunt u hem stop-
pen door op de knop BACK (Terug) te drukken.
Indicatie-LED zelfontspanner
*
Brandt 5 sec. en knippert dan nog eens 5 sec.
De tijd die nog resteert voordat de opname wordt
gemaakt, wordt afgeteld in een voortgangsbalk in de
LCD-monitor.
De zelfontspanner wordt na elke opname automa-
tisch uitgeschakeld.
1
2
55
++
SCHERPSTELFUNCTIE
AREA
CENTER
MULTI
CENTER
AREA
De plaats in de LCD-monitor waarop de camera zich
scherpstelt kunt u wijzigen. Deze mogelijkheid gebruikt
u als u uw opname heeft afgekaderd vanaf een statief
en vervolgens van positie wilt veranderen.
Hiermee stelt de camera zich scherp op het midden
van het scherm.
De camera stelt scherp op het midden van het
scherm. Dit is vooral een handige mogelijkheid bij
gebruik van opnamen met het AF/AE-geheugen (zie
blz. 24).
Het AF-kader verschijnt op de plaats waar u het heeft
neergezet.
Maak uw opname zoals gebruikelijk.
Om het AF-kader weer op zijn oorspronkelijke plaats
terug te zetten, selecteert u de optie
£
AREA in het
scherpstelmenu
+
AF MODE.
Zet met
a, b, d of c het richtpunt
W
op de
plaats waarop u wilt scherpstellen.
Drukt u de ontspanknop half in, dan herkent de came-
ra automatisch een sterk contrasterend onderwerp in
of dichtbij het midden van het scherm en toont het AF-
kader op het object waarop is scherpgesteld.
! Kan de camera het hoofd onderwerp maar moeilijk identi-
ficeren, dan kiest u als scherpstelfunctie CENTER en
gebruikt u het AF/AE-geheugen (zie blz. 24).
De AF-functie kunt u alleen selecteren wanneer als
scherpstelfunctie S-AF is ingesteld (zie blz. 20).
De belichting wordt altijd ingesteld aan de hand van het vlak in het midden van het scherm, ongeacht de plaats van
het AF-kader.
Geavanceerde
technieken
1
2
Na
verplaatsen
Voor
verplaatsen
Bovengenoemde lichtmeetfuncties zijn bijzonder doeltreffend voor de volgende onderwerpen
56
AA
INSTELLEN VAN DE WITBALANS
BELICHTINGSMETING
Een andere witbalans kiest u wanneer u een opna-
me wilt maken waarbij de witbalans, op het moment
van de opname, vast is ingesteld op de omgeving
en de verlichting. Het is mogelijk dat in de stand
AUTO de witbalans niet goed staat ingesteld voor
onderwerpen zoals close-ups van het gelaat en bij
opnamen onder het licht van speciale lichtbronnen.
In dergelijke situaties kiest u de witbalans die bij de
lichtbron past. Zie blz. 107 voor meer informatie over
de witbalans.
9
: Opnamen onder TL-licht (kleur: "Daglicht")
0
: Opnamen onder TL-licht (kleur: "Warmwit")
-
: Opnamen onder TL-licht (kleur: "Koelwit")
8
: Opnamen onder gloeilamplicht.
Deze functie gebruikt u voor scènes waarin de hel-
derheid van het onderwerp en de achtergrond zo
sterk verschillen dat een MULTI-meting waarschijn-
lijk niet het gewenste resultaat oplevert.
AVERAGE (Gemiddelde): Lichtmeting waarbij een
gemiddelde waarde voor
het hele beeld gebruikt
wordt.
SPOT (Spotmeting): Lichtmeting waarbij de belich-
ting optimaal is afgestemd op
het beeldmidden (circa 6,25 %).
MULTI (Meervoudig): Lichtmeting waarbij de camera
automatisch de scène beoor-
deelt en de optimale belichting
instelt.
! Bij de functies "
B
", "SP" (Motiefprogrammas) en "
r
"
(Filmbeelden) wordt als lichtmeetfunctie "MULTI" vast inge-
steld. Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Stand Stilstaande beelden fotograferen
FUNCTIEMENU FOTOGRAFEREN
AUTO: Automatische instelling
(Voor opnamen die de sfeer van de
lichtbron weergeven.)
6
: Opnamen buitenshuis bij mooi weer.
7
: Opnamen in de schaduw.
* Wanneer de flitser ontsteekt, wordt de voor de flitser ingestelde witbalans gebruikt. Wilt u met de witbalans een spe-
ciaal effect in uw opname bereiken, dan zet u de flitser in de stand Flitser uit (zie blz. 44).
* Afhankelijk van de fotografische condities (lichtbron, enzovoort) kunnen de kleurtinten enigszins afwijken.
AVERAGE (Gemiddeld)
Het voordeel van deze functie is dat de belichting bij verschillende beeldcomposities of onderwerpen
niet de neiging vertoont te veranderen. Deze lichtmeetfunctie is bijzonder effectief voor opnamen van
personen die zwarte of witte kleding dragen en bij landschapsopnamen.
SPOT (Spotmeting)
Dit is een bijzonder praktische lichtmeetfunctie voor onderwerpen met sterk contrasterende lichte en
donkere vlakken en waarbij u naar een juiste belichting van een bepaald facet in de opname streeft.
MULTI (Meervoudig)
Met deze functie past de camera automatische scèneherkenning toe om het onderwerp te analyseren
en over een groot bereik van opnamecondities de optimale belichting in te stellen. Deze functie gebruikt
u voor alledaagse fotografie.
o
jj
AUTOMATISCHE PROEFBELICHTING
57
Met deze functie fotografeert u automatisch een
reeks van drie opeenvolgende beelden met afwij-
kende belichtingen. Daarvan is er één goed belicht,
één overbelicht en één onderbelicht.
Instellingen automatische proefbelichting (3)
± 1/3 EV, ± 2/3 EV, ± 1 EV. Zie blz. 107 voor meer
informatie over het begrip EV.
! Ligt het overbelichte of het onderbelichte beeld buiten het
regelbereik van de camera, dan wordt die opname niet met
de gespecificeerde belichtingsstap gemaakt.
! Flitsen in combinatie met een automatisch proefbelichting
is niet mogelijk.
! Met deze functie maakt u altijd een reeks van drie opeen-
volgende opnamen. Is er op de xD-Picture Card onvol-
doende ruimte om de reeks van drie opname op te slaan,
dan worden de opnamen niet gemaakt.
Nadat u de belichtingen heeft ingesteld waarmee de
automatische proefbelichting moet worden gemaakt,
drukt u (1) op de knop "
f
" (Repeterende opnamen)
en selecteert u (2) de optie "
j
" door op "d" of "c"te
drukken.
Deze functie gebruikt u om de contouren van het
beeld te accentueren of te verzachten of om de
beeldkwaliteit bij te stellen.
HARD: Benadrukt de contouren.
Het best geschikt voor fotos van gebou-
wen of tekst waarvan u scherpe beelden
wenst.
SOFT: Verzacht de contouren.
Het best geschikt voor fotos van personen
waarvan een zachter beeld gewenst is.
NORMAL: Het best geschikt voor normale opnamen.
De scherpte van de randen is ideaal voor
normale opnamen.
Met deze functie stelt u de door de flitser geleverde
hoeveelheid licht in teneinde die aan te passen aan
de fotografische condities of als u een bepaald effect
in uw opname nastreeft.
Instelbereik: ± 2 stappen. 0,6 EV tot + 0,6 EV in
stappen van 0,3 EV (totaal 5 instelbare niveaus).
Zie blz. 107 voor een toelichting op het begrip EV.
! Bepaald door het soort onderwerp en de afstand tot het
onderwerp is het mogelijk dat instellen van de lichtop-
brengst geen effect heeft.
! Stelt u een kortere sluitertijd in dan 1/1000 s, dan kan dat
het beeld te donker maken.
1
2
1 2
GG
SCHERPTE
zz
LICHTOPBRENGST VAN DE FLITSER AANPASSEN
Geavanceerde
technieken
58
Zet de functieknop in de stand "
r
" (Filmbeelden
fotograferen). Met deze functie fotografeert u film-
beelden met geluid.
Bestandstype filmbeelden:
Motion JPEG met monogeluid
Beeldkwaliteit
$
: 320 x 240 pixels
Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde.
Stand Filmbeelden
r FILMBEELDEN
1
! Bepaald door de vrije ruimte op de xD-Picture Card is het mogelijk dat de beschikbare opnametijd per reeks filmbeel-
den korter is.
! Omdat de reeks filmbeelden tijdens het fotograferen ervan op de xD-Picture Card wordt opgeslagen, moet u er voor
zorgen dat de voedingsspanning van de camera niet plotseling onderbroken wordt, bijvoorbeeld door het openen van
het deksel van het batterijcompartiment of door het afkoppelen van de lichtnetadapter.
Het is mogelijk dat u uw filmbeelden niet op andere cameras kunt weergeven.
Standaard opnametijden op xD-Picture Cards
* De beschikbare opnametijden gelden voor in de camera geformatteerde xD-Picture Cards
Beeldkwaliteit
$
(30 beelden per seconde)
DPC-16 (16 MB) Circa 26 s
DPC-32 (32 MB) Circa 54 s
DPC-64 (64 MB) Circa 109 s
DPC-128 (128 MB) Circa 219 s
DPC-256 (256 MB) Circa 7,3 min.
DPC-512 (512 MB) Circa 14,6 min.
In de LCD-monitor verschijnt de voor opname
beschikbare tijd en de melding "STANDBY" (Gereed
voor opname).
! Omdat samen met de beelden ook het geluid wordt opge-
nomen, moet u er op letten dat u niet de microfoon (zie blz.
9) met uw vingers, enzovoort afdekt.
Wilt u inzoomen of uitzoomen op uw onderwerp, dan
moet u dat tevoren doen, omdat u tijdens het foto-
graferen van filmbeelden niet kunt zoomen.
Brandpuntsafstand bij optisch zoomen (equi-
valent van een kleinbeeldcamera)
:
Circa 37 mm 370 mm.
Maximale zoomfactor: 10x
Effectief scherpstelbereik:
Groothoek: Circa 0,9 m oneindig.
Tele: Circa 2,0 m oneindig.
2
3
2/26/2003
59
Start de opname door de ontspanknop helemaal in te
drukken.
! Het beeld dat in de LCD-monitor getoond wordt voordat u
het opnemen van de filmbeelden start, kan voor wat betreft
helderheid, kleur, enzovoort enigszins verschillen van het
tijdens de opname in de LCD-monitor getoonde beeld.
! U hoeft de ontspanknop niet ingedrukt te houden.
Als u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt de
scherpstelling vastgehouden maar belichting en
witbalans stellen zich automatisch in op de gefo-
tografeerde scène.
Een teller in de rechterbovenhoek van de monitor
geeft de nog beschikbare opnametijd aan.
! Wanneer tijdens het fotograferen van de filmbeelden de
helderheid van het onderwerp verandert, is het mogelijk
dat ook het geluid van het verstelmechanisme van de lens
wordt opgenomen.
! Fotografeert u filmbeelden buitenshuis, dan is het mogelijk
dat windgeluiden opgenomen worden.
! Als de nog beschikbare tijd verstreken is, wordt het foto-
graferen van filmbeelden automatisch beëindigd en worden
de filmbeelden opgeslagen op de
xD-Picture Card.
Wilt u het fotograferen van filmbeelden beëindigen,
dan drukt u tijdens de opname opnieuw op de ont-
spanknop. De gefotografeerde beelden worden dan
opgeslagen op de xD-Picture Card.
! Zelfs als u de opname stopt, onmiddellijk nadat die begon-
nen is, wordt er op de xD-Picture Card toch nog circa één
seconde filmbeelden opgeslagen.
4
5
6
Geavanceerde
technieken
60
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2)Selecteer het bestand met filmbeelden met de
knop "
d" of "c".
! Met de functie Multibeeldweergave kunt u geen filmbeel-
den weergeven. Met de "DISP"-knop keert u terug naar
enkelbeeldweergave.
In de LCD-monitor verschijnt het functiepicto-
gram "
r
" (Filmbeelden).
(1) Geef de filmbeelden weer door op de knop "
b"
te drukken.
(2) In de LCD-monitor verschijnt een voortgangsbalk
en wordt de vestreken tijd aangegeven.
! Let er vooral op dat u niet de luidspreker blokkeert.
! Is het geluid moeilijk te horen, dan stelt u een hoger volu-
me in (zie blz. 72).
! Is het gefotografeerde onderwerp erg helder, dan kunnen
tijdens weergeven verticale witte strepen of zwarte hori-
zontale strepen in het beeld verschijnen. Dat is normaal en
wijst niet op een fout.
Stand Filmbeelden
r FILMBEELDEN WEERGEVEN
1
1
2
1
2
2
Filmbeelden weergeven
Knop Beschrijving
De weergave begint. Aan het einde van de filmbeel-
den stopt de weergave automatisch. Tijdens weerge-
ven kunt u met deze knop pauzeren.
Deze knop stopt het weergeven.
* Drukt u, terwijl het weergeven van filmbeelden
gestopt is, op "
d" of "c" dan opent u daarmee het
voorgaande respectievelijk het volgende bestand.
Door tijdens weergeven de knop "
d" of "c" in te druk-
ken, verplaatst u zich snel achteruit of vooruit door de
filmbeelden.
Tijdens een pauze worden bij elke druk op de knop
"
d" of "c" de filmbeelden één beeld achteruit of voor-
uit getransporteerd.
Weergeven/
Pauzeren
Stop
Snel vooruit/
Achteruit
Weergave
overslaan
Compatibele filmbestanden
Het is mogelijk dat u filmbeelden die u met een andere camera fotografeert niet met deze camera kunt
weergeven.
Achteruit Vooruit
Tijdens pauze
61
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2) Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
Onthoud vooral dat u per ongeluk gewiste beelden
niet meer kunt herstellen. Belangrijke beelden
waarvan u niet wilt dat ze gewist worden, kunt u
beter eerst naar uw computer of naar een ander
opslagmedium kopiëren.
Kies de functie "
o
" ERASE (Wissen) door op "d" of
"
c"te drukken.
ALL FRAMES (Alle beelden)
Met deze optie wist u alle niet-beveiligde bestanden.
Belangrijke bestanden, waarvan u wilt dat ze niet
gewist worden, kopieert u eerst naar uw computer
of naar een ander opslagmedium.
FRAME (Beeld)
Wist uitsluitend het geselecteerde beeld (bestand).
Q
BACK (Terug)
Met deze functie keert u terug naar Weergeven zon-
der een enkel beelden te wissen.
(1) Selecteer de gewenste functie "ALL FRAMES"
(Alle beelden) of "FRAME" (Beeld) door op "
a"
of "
b" te drukken.
(2) Bevestig de gemaakte keuze door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
Functiemenu Weergeven
o EEN BEELD WISSEN/ALLE BEELDEN WISSEN
1
2
1
2
3
1 2
Geavanceerde
technieken
62
Functiemenu Weergeven
o EEN BEELD WISSEN/ALLE BEELDEN WISSEN
1 2
Verschijnt de melding "DPOF SPECIFIED" (DPOF-instellingen gespecificeerd), dan drukt u nog eens op
de "MENU/OK"-knop om de beelden te wissen.
Als u de procedure tussentijds wilt stoppen
Een beeld wissen (FRAME)
(1) Selecteer het beeld (bestand) dat u wilt wissen
door op "
d" of "c" te drukken.
(2) Wis het op dat moment weergegeven beeld door
op de "MENU/OK"-knop te drukken.
Wilt u nog een ander beeld wissen, dan herhaalt u de
stappen (1) en (2).
Bent u klaar met het wissen van beelden, dan drukt
u op de knop "BACK".
! Beveiligde beelden kunt u niet wissen. Daarvoor moet u
eerst de beveiliging ervan opheffen (zie blz. 63).
Alle beelden wissen (ALL FRAMES)
Drukt u op de "MENU/OK"-knop, dan wist u daar-
mee alle niet-beveiligde beelden (bestanden).
! Om het wissen van alle beelden (bestanden) te stoppen
terwijl de procedure nog wordt uitgevoerd, drukt u op de
knop "BACK" (Terug).
! Beveiligde beelden (bestanden) kunt u niet wissen, daar-
voor moet u eerst de beveiliging opheffen (zie blz. 63).
Wilt u het wissen van alle beelden (bestanden)
stoppen, dan drukt u op de knop "BACK" (Terug).
Een aantal niet beveiligde beelden (bestanden) zal
dan nog niet gewist zijn.
! Start u de procedure en stopt u die onmiddellijk weer,
dan zullen er toch al enkele beelden gewist zijn.
1 2
63
Geavanceerde
technieken
Functiemenu Weergeven
i
Beelden beveiligen Een beeld beveiligen,
Alle beelden beveiligen, Alle beveiligingen opheffen
1
2
1
2
3
1 2
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2) Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
Door uw beelden (bestanden) te beveiligen voor-
komt u dat ze abusievelijk worden gewist. De
functie "FORMAT" (Formatteren) daarentegen
wist wel alle beelden (bestanden), ook beveilig-
de bestanden (zie blz. 75).
Selecteer de functie "
i
" PROTECT (Beveiligd) door
op "
d" of "c" te drukken.
RESET ALL
Heft de beveiliging op van alle beelden (bestanden) op.
SET ALL
Beveiligt alle beelden (bestanden).
FRAME
Beveiligt alleen een geselecteerd beeld (bestand) of
heft de beveiliging daarvan op.
(1) Selecteer de functie "FRAME", "SET ALL" of
"RESET ALL" door op "
a" of "b" te drukken.
(2) Bevestig de gemaakte keuze door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
Eén beeld beveiligen FRAME SET
(1) Selecteer het beeld (bestand) dat u wilt beveili-
gen door op "
d" of "c"te drukken.
(2) Beveilig het op dat moment weergegeven beeld
door op de "MENU/OK"-knop te drukken.
Wilt u nog een ander beeld (bestand) beveiligen, dan
herhaalt u de stappen (1) en (2).
Om het beveiligen van beeldbestanden te beëindi-
gen, drukt u op de knop "BACK".
1 2
64
Functiemenu Weergeven
i
Beelden beveiligen Een beeld beveiligen,
Alle beelden beveiligen, Alle beveiligingen opheffen
Beveiliging opheffen FRAME RESET
(1) Selecteer het beveiligde beeld (bestand) door op
"
d" of "c"te drukken.
(2) Hef de beveiliging van het op dat moment getoonde
beeld op door op de "MENU/OK"-knop te drukken.
Alle beelden beveiligen SET ALL
Wilt u alle beelden (bestanden) beveiligen, dan drukt
u op de "MENU/OK"-knop.
Alle beveiligingen opheffen RESET ALL
Hef de beveiliging van alle beeld (bestanden) op
door op de "MENU/OK"-knop te drukken.
Als u de procedure tussentijds wilt stoppen
Zijn de gefotografeerde beelden erg groot, dan kan
het beveiligen of opheffen van de beveiliging ervan
enkele ogenblikken duren.
Wilt u, terwijl een van deze procedures wordt uit-
gevoerd, een foto maken, dan drukt u op de knop
"BACK". Om daarna weer het beveiligen of het
opheffen van de beveiliging te hervatten, start u de
procedure weer vanaf stap 1 op blz. 63.
65
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2) Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
! De automatische camera-uitschakeling werkt niet tijdens
weergeven.
! De functie Filmbeelden start automatisch. Wanneer de
functie Controlebeeld of Filmbeelden eindigt, wordt het vol-
gende beeld weergegeven.
Selecteer de functie "
T
" PLAYBACK door op "d"
of "
c" te drukken.
(1) Kies de gewenste weergaveinterval en het soort
beeldovergang door op "
a" of "b" te drukken.
(2) Druk op de "MENU/OK"-knop. De beelden wor-
den nu automatisch getransporteerd en weerge-
geven.
! Drukt u tijdens weergeven eenmaal op de "DISP"-knop,
dan verschijnt het nummer van het weergegeven beeld in
het scherm.
! Wilt u de functie "
T
" PLAYBACK onderbreken, dan drukt
u op de knop "BACK" (Terug).
Functiemenu Weergeven
T AUTO PLAY (AUTOMATISCH WEERGEVEN)
1
2
3
1
2
1 2
Geavanceerde
technieken
66
Met deze camera kunt u gesproken commentaren
aan stilstaande beelden toevoegen.
Audio bestandstype: WAVE (zie blz. 107)
Opnamesysteem: Puls Code Modulatie (PCM).
Grootte audiobestand: Circa 480 KB (voor een
gesproken commentaar van 30 seconden).
(1)
Zet de cameraschakelaar in de stand "w" (Weergeven).
(2)
Selecteer het stilstaande beeld waaraan u gesproken com-
mentaar wilt toevoegen door op "
d" of "c" te drukken.
(1) Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
(2) Selecteer de functie "
t
" VOICE MEMO (Gesproken
commentaar) door op "
d" of "c" te drukken.
(3) Druk ter bevestiging op de "MENU/OK"-knop.
! Verschijnt de melding "PROTECTED FRAME", dan moet
u eerst de beveiliging van dat beeld opheffen.
In de LCD-monitor verschijnt de melding "REC
STANDBY" (Klaar voor geluidsopname).
Start de opname door op de "MENU/OK"-knop te
drukken.
Spreek om het gespro-
ken commentaar op te
nemen in de microfoon
voorop de camera (zie
blz. 9). Het beste resul-
taat bereikt u als u de
camera op circa 20 cm
van uw mond houdt.
Gedurende de opname wordt in de LCD-monitor de
nog beschikbare opnametijd aangegeven en knip-
pert de zelfontspanner-LED.
Wanneer de nog beschikbare tijd tot 5 seconden
afgenomen is, begint de zelfontspanner-LED snel te
knipperen.
! Om de geluidsopname voortijdig te stoppen, drukt u op de
"MENU/OK"-knop.
Functiemenu Weergeven
t GESPROKEN COMMENTAAR OPNEMEN
1
1 2
2
1 3 2
3
4
Voortgangsbalk
verstreken tijd
Nog beschik-
bare tijd
Microfoon
Wanneer het beeld al van een gesproken commentaar voorzien is
67
Nadat u 30 seconden geluid opgenomen heeft, ver-
schijnt in de LCD-monitor de melding "FINISH"
(Beëindigen).
Om uw commentaar te beëindigen: drukt u op de
"MENU/OK"-knop.
Om uw commentaar opnieuw in te spreken: drukt
u op de knop "BACK".
Selecteert u een beeld dat al van een gesproken
commentaar voorzien is, dan verschijnt een
scherm waarin u kunt aangeven of u het gesproken
commentaar wel of niet opnieuw wilt opnemen.
! Verschijnt de melding "PROTECTED FRAME", dan moet
u eerst de beveiliging van dat beeld opheffen.
5
Geavanceerde
technieken
68
Functiemenu Weergeven
t GESPROKEN COMMENTAAR AFSPELEN
1
1 2
2
1
2
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2) Selecteer een beeldbestand waarbij gesproken
commentaar opgenomen werd, door op "
d" of
"
c" te drukken.
! Tijdens multibeeldweergave kunt u geen gesproken com-
mentaar afspelen. Selecteer Enkelbeeldweergave door op
de "DISP"-knop te drukken.
In de LCD-monitor verschijnt het functiepictogram "
t
".
(1) Speel het gesproken commentaar af door op "b"
te drukken.
(2) In de LCD-monitor worden de afspeeltijd en een
voortgangsbalk weergegeven.
! Is het geluid moeilijk te horen, dan past u het volume aan
(zie blz. 72).
Let op dat u niet de
luidspreker afdekt.
Luidspreker
Gesproken commentaar afspelen
Knop Beschrijving
Aan het einde van het gesproken commentaar stopt
het afspelen automatisch.
Deze knop pauzeert het gesproken commentaar tij-
dens het afspelen. Om het afspelen te hervatten, drukt
u opnieuw op deze knop.
Deze knop stopt het afspelen.
* Drukt u, terwijl het weergeven van gesproken com-
mentaar gestopt is, op "
d" of "c", dan opent u daar-
mee het voorgaande respectievelijk het volgende
bestand.
Door op deze knoppen te drukken, bladert u vooruit
of achteruit door het gesproken commentaar.
* Is het afspelen van gesproken commentaar gepau-
zeerd, dan werken deze knoppen niet.
Afspelen
Pauzeren/
Hervatten
Stop
Snel vooruit/
Achteruit
Compatibele gesproken commentaarbestanden
Met de FinePix S5000 kunt u gesproken commentaren afspelen die opgenomen werden met deze
camera of tot 30 seconden lange gesproken commentaarbestanden die met digitale FUJIFILM came-
ras op een xD-Picture Card opgeslagen werden.
Achteruit Vooruit
69
DPOF is het letterwoord voor Digital Print Order Format (Afdrukken digitaal bestellen) en verwijst
naar een bestandstype dat gebruikt wordt voor het opslaan op geheugenmedia, zoals een
xD-
Picture Card
. De specificaties bevatten informatie van de beelden die afgedrukt moeten worden.
De nu volgende paragraaf beschrijft gedetailleerd hoe u vanuit de FinePix S5000 uw afdrukken
bestelt.
Met de FinePix S5000 kunt u in de DPOF-instellingen van elk beeld maar één kopie specificeren.
* Opgemerkt dient te worden dat sommige printers het afdrukken van datum en tijd of van het
gespecificeerde aantal afdrukken niet ondersteunen.
* Als u afdrukken specificeert, kunnen onderstaande meldingen verschijnen.
"!DPOF SPECIFIED. ERASE OK?"
"!DPOF SPECIFIED. ERASE ALL OK?" (zie blz. 62)
Wanneer u een beeld wist, wist u tegelijkertijd ook de DPOF-instelling voor dat beeld.
"RESET DPOF OK?" (zie blz. 70)
Steekt u een
xD-Picture Card in de FinePix S5000 met daarop beelden die in een andere
camera gespecificeerd werden om afgedrukt te worden, dan worden die specificaties alle-
maal opgeheven en vervangen door de nieuwe afdrukspecificaties.
"!DPOF FILE ERROR" (zie blz. 102)
Op één
xD-Picture Card kunt u niet meer dan 999 afdrukken specificeren.
Functiemenu
p
Photo mode
f AFDRUKOPTIES SPECIFICEREN (DPOF)
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2) Druk op de knop "
p
" Photo Mode.
Selecteer de functie "
u
" DPOF met "d" of "c".
1
1 2
2
Geavanceerde
technieken
Als de DPOF-instellingen met een andere camera werden ingesteld
70
Functiemenu
p
Photo mode
u AFDRUKOPTIES SPECIFICEREN (DPOF)
3
1 2
4
1 2
Instelling van het getoonde beeld
Totaal aantal afdrukken
5
Totaal aantal afdrukken
(1) Selecteer de functie "WITH DATE" (Met datum)
of "WITHOUT DATE" (Zonder datum) door op "
a"
of "
b" te drukken. Selecteert u de functie "WITH
DATE" dan wordt de datum op uw fotos afgedrukt.
(2) Druk op de "MENU/OK"-knop.
Komt in het beeldmateriaal een beeld (bestand) voor met
DPOF-instellingen die op een andere camera gespecifi-
ceerd werden, dan verschijnt de melding "RESET DPOF
OK?" (DPOF-instellingen opheffen, OK?). Drukt u nu op de
"MENU/OK"-knop of op de knop Photo Mode "F", dan wor-
den alle voor elk beeld gespecificeerde DPOF-instellingen
gewist, zodat u die opnieuw moet specificeren.
! Wilt u de eerder gemaakte instellingen handhaven, dan
drukt u op de knop "BACK".
(1) Selecteer het beeld (bestand) waarvoor u DPOF-
instellingen wilt specificeren door op "
d" of "c" te
drukken.
(2) Stel met "
a" of "b" het aantal kopieën (maximaal
99) in van het beeld (bestand) dat u wilt laten
afdrukken. Van beelden (bestanden) waarvan u
geen afdrukken wenst, stelt u voor het aantal
afdrukken 0 (nul) in.
Wilt u voor nog andere beelden de DPOF-instellingen
specificeren, dan herhaalt u de stappen (1) en (2).
! Op een en dezelfde xD-Picture Card kunt u maximaal 999
afdrukken specificeren.
! Voor filmbeelden of CCD-RAW bestanden kunt u geen
DPOF-instellingen specificeren.
Drukt u tijdens het instellen op de knop "BACK", dan
worden alle nieuw gemaakte instellingen geannuleerd.
Waren al eerder DPOF-instellingen gespecificeerd,
dan worden alleen de wijzigingen geannuleerd.
Wanneer u verder geen DPOF-instellingen meer wilt
specificeren, moet u altijd op de "MENU/OK"-knop
drukken.
Drukt u op de knop "BACK", dan worden geen
DPOF-instellingen gespecificeerd.
71
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
w
"
(Weergeven).
(2) Druk op de knop "
p
" Photo mode.
(1) Selecteer "
U
" DPOF ALL RESET (Alles op nul-
zetten) met "
d" of "c".
(2) Druk op de "MENU/OK"-knop.
In het scherm dat nu geopend wordt, wordt u
gevraagd uw keuze te bevestigen.
Om alle DPOF-instellingen te annuleren, drukt u op
de "MENU/OK"-knop.
Functiemenu
p
Photo mode
u ALLES OP NUL ZETTEN
1
1 2
2
1 2
Geavanceerde
technieken
3
72
(1) Zet de cameraschakelaar in de stand "
q
"
(Fotograferen) of "
w
" (Weergeven).
(2) Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
(1) Selecteer de functie
F
OPTION (Optie) door op
"
d" of "c" te drukken en selecteer dan de optie
"
6
EVF/LCD" of "VOLUME" met "a" of "b".
(2) Bevestig uw keuze door op de "MENU/OK"-knop
te drukken.
(1) Stel de helderheid van de monitor of het volume
in door op "d" of "c" te drukken.
(2) Bevestig de nieuwe instelling door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
6
HELDERHEID VAN DE LCD-MONITOR/
VOLUME INSTELLEN4 Instellingen
1
1
2
2
1 2
3
1 2
Functies binnen het functiemenu SET-UP
Over welke opties u in het functiemenu SET-UP beschikt is afhankelijk van welke functie werd ingesteld:
"
q
" (Stilstaande beelden), "
w
" (Weergeven) of "
r
" (Filmbeelden).
"
q
" Stilstaande beelden "
r
" Filmbeelden "
w
" Weergeven
4 5
73
De menuopties van SET-UP
Instellingen
SET-UP (INSTELLEN)
(1) Open het functiemenu door op de "MENU/OK"-
knop te drukken.
(2) Selecteer "
F
"OPTION" door op "d" of "c" te
drukken en selecteer "SET-UP" met "
a" of "b".
(3) Open het functiemenu SET-UP door op de
"MENU/OK-knop" te drukken.
(4) Selecteer een optie in het menu door op "
a" of "b"
te drukken en wijzig de instelling met "
d" of "c".
(5) Nadat u de instellingen gewijzigd heeft, bevestigt
u de gemaakte instellingen door op de
"MENU/OK-knop" te drukken.
! Schakel altijd de camera uit als u de batterijen vervangt.
Opent u het batterijcompartiment of koppelt u de lichtneta-
dapter af zonder eerst de camera uit te schakelen, dan is
het mogelijk dat de camera-instellingen af fabriek hersteld
worden.
! Voor "FORMAT" (Formatteren), "DATE/TIME" (Datum/tijd),
"DISCHARGE" (Ontladen) of "RESET ALL" (Alles herstel-
len) drukt u op "
q
".
Menuoptie
IMAGE DISPLAY
POWER SAVE
FORMAT
§
BEEP
§
SHUTTER
DATE / TIME
FRAME NO.
USB MODE
CCD RAW
VIDEO SYSTEM
DISCHARGE
q
RESET
Instelling
ON/OFF/PREVIEW
2 MIN/5 MIN/OFF
OK
OFF / 1 / 2 / 3
OFF / 1 / 2 / 3
SET
CONT. / RENEW
/
q
PC
OFF / ON
NTSC / PAL
OK
OK
Standaard
af fabriek
ON
2 MIN
––
2
2
––
CONT.
OFF
ENGLISH
––
––
––
Toelichting
Met deze optie specificeert u of, nadat de opname gemaakt is, het controle-
beeld (het gefotografeerde beeld) getoond moet worden. Zie blz. 74 voor details.
Met deze functie specificeert u of het door de camera opgenomen elektrische ver-
mogen verminderd moet worden en de camera in aansluiting daarop automatisch
uitgeschakeld moet worden wanneer die niet gebruikt wordt. Zie blz. 75 voor details.
Wist alle bestanden. Zie blz. 75 voor details.
Met deze optie stelt u het volume in van het geluid dat de camera bij
de bediening ervan laat horen.
Met deze optie stelt u het volume in van het geluid dat de camera laat
horen als de sluiter ontspant.
Met deze functie stelt u datum en tijd in. Zie blz. 14 voor details.
Met deze optie specificeert u of de beeldnummers doorlopend genummerd moe-
ten worden of dat de nummering opnieuw moet beginnen. Zie blz. 76 voor details.
Selecteert of de functie "
" (Verwisselbare schijf) of "qPC" (Webcam) wordt
gebruikt als de camera wordt aangesloten op de computer. Zie blz. 87 voor details.
Met deze functie stelt u als beeldkwaliteit CCD-RAW in. Omdat de
camera aan CCD-RAW bestanden geen beeldbewerking uitvoert,
moet u deze beelden op een computer bewerken.
Met deze functie stelt u in welke taal de teksten in de LCD-monitor
moeten verschijnen.
Met deze functie specificeert u of als video-uitgangssignaal NTSC of PAL wordt gebruikt.
Met deze functie ontlaadt u heroplaadbare batterijen. Zie blz. 99 voor details.
Met deze functie zet u alle camera-instellingen, behalve DATE/TIME, FRAME NO.,
LANG. en VIDEO SYSTEM terug op de oorspronkelijke standaard instellingen af
fabriek. Drukt u op "
c", dan opent u daarmee een scherm waarin u om bevestiging
wordt gevraagd. Als u door wilt gaan, drukt u op de "MENU/OK"-knop.
GEBRUIK VAN HET FUNCTIEMENU SET-UP
1 3 2
74
Met deze functie stelt u in of de gefotografeerde beel-
den na de opname worden weergegeven.
! Wordt de functie Langdurige repeterende opnamen met
1280 x 960 pixels gebruikt, dan worden de gefotografeerde
beelden niet weergegeven.
! Bij de functies Eerste vijf beelden van de repeterende opna-
men en Laatste vijf beelden van de repeterende opnamen
worden de beelden gedurende een vooringestelde tijd
weergegeven voordat ze automatisch opgeslagen worden,
zelfs wanneer hier de optie "OFF" (Uit) is geselecteerd.
Inzoomen op het controlebeeld
Heeft u de functie "PREVIEW" geselecteerd, dan
kunt u met deze functie de beelden vergroten zodat
u de details ervan kunt controleren.
(1) Zoom in of uit door op de knoppen "
T" of "W" te
drukken.
(2) Om een ander deel van het beeld te controleren,
drukt u op "
a", "b", "d" of "c".
! Vanuit het Controlebeeld kunt u geen beelduitsneden
opslaan.
! De functie Preview (Controlebeeld) werkt op dezelfde
manier als gezoomd weergeven (zie blz. 28).
Beelden van repeterende opnamen controleren
Heeft u de functie "PREVIEW" geselecteerd, dan
kunt u beelden controleren die werden gefotogra-
feerd met de functies "CONT" (Repeterende opna-
men) en "FINAL 5" (Laatste vijf).
U kunt de controlebeeld functie niet in combinatie
met gezoomde weergave gebruiken.
(1) U kunt de beelden controleren door op de knop
"
d" of "c" te drukken.
(2) Om alle beelden op te slaan, drukt u op de
"MENU/OK-knop".
! Wilt u geen van de beelden opslaan, dan drukt u op de
knop "BACK".
SET-UP (INSTELLEN)
CONTROLEBEELD WEERGEVEN - IMAGE DISPLAY
POSTVIEW (Kort controlebeeld) De gefotografeerde beelden worden gedurende circa twee seconden
getoond en vervolgens automatisch opgeslagen.
OFF (Uit) De gefotografeerde beelden worden automatisch opgeslagen zonder dat
ze getoond worden.
PREVIEW (Controlebeeld) De gefotografeerde beelden worden getoond waarbij u kunt kiezen of de
beelden wel of niet opgeslagen moeten worden.
Wilt u het beeld opslaan, dan drukt u op de "MENU/OK"-knop.
Wilt u het beeld niet opslaan, dan drukt u op de knop "BACK".
U kunt ook inzoomen op het controlebeeld zodat u het beeld kunt contro-
leren voordat het opgeslagen wordt.
1 2
1 2
Camera opnieuw inschakelen
75
Is deze functie geactiveerd en wordt de camera gedu-
rende circa 30 seconden niet gebruikt, dan wordt, om
het energieverbruik te verminderen, de LCD-monitor
tijdelijk uitgeschakeld (sluimerfunctie) en knippert de
indicatie-LED (groen) met intervallen van 1 seconde.
Wordt de camera daarna nog eens twee of vijf minu-
ten niet gebruikt, dan schakelt hij zichzelf automa-
tisch uit. Deze functie gebruikt u wanneer u het maxi-
maal mogelijke uit de batterij wilt halen.
! De Automatische camera-uitschakeling is buiten bedrijf tij-
dens automatisch weergeven en wanneer de camera op
een USB-poort is aangesloten.
Met de camera in de sluimerstand (de indicatie-LED
knippert groen) is half indrukken van de ontspanknop
voldoende om de camera weer volledig operationeel
te maken, zodat u weer kunt fotograferen. Dit is een
bijzonder handige functie omdat de camera vrijwel
onmiddellijk weer gebruiksklaar is.
! Om de camera weer te activeren, kunt u behalve op de ont-
spanknop ook op elke willekeurige andere knop drukken.
Heeft de automatische camera-uitschakeling de
camera uitgeschakeld (na twee minuten of vijf
minuten), dan kunt u hem weer inschakelen door
de cameraschakelaar kortstondig in de stand OFF
(Uit) en daarna weer in de een van de ON-stan-
den (Aan) "
w
" (Weergeven) of "
q
" (Fotograferen)
te zetten.
Door te formatteren wist u ook beveiligde bestanden.
Formatteren wist alle bestanden.
Voordat u de
xD-Picture Card in de camera kunt
gebruiken, moet u het kaartje formatteren.
Belangrijke bestanden waarvan u niet wilt dat die
gewist worden, kunt u het beste naar uw computer of
een ander medium kopiëren.
(1)Selecteer de optie "OK" door op "
d" of "c" te
drukken.
(2) Druk u nu op de "MENU/OK"-knop, dan wordt de
xD-Picture Card geformatteerd waarbij alle
bestanden gewist worden.
! Verschijnt de melding "!CARD ERROR" (Kaartfout),
"!WRITE ERROR" (Schrijffout), "!READ ERROR" (Leesfout)
of "!CARD NOT INITIALIZED" (Kaartje niet geformatteerd)
dan raadpleegt u, voordat u de
xD-Picture Card formatteert,
eerst blz. 101 102 zodat u de juiste maatregelen kunt treffen.
Instellingen
INSTELLEN VAN DE AUTOMATISCHE CAMERA-UITSCHAKELING
FORMATTEREN
Met de camera ingesteld op SETUP (Instellen) of PLAYBACK (Weergeven) wordt de LCD-monitor niet
automatisch uitgeschakeld als de camera niet gebruikt wordt, maar de camera schakelt zichzelf wel auto-
matisch uit als die gedurende een bepaalde tijd (twee minuten of vijf minuten) niet gebruikt wordt.
76
CONT: De opnamen worden opgeslagen, te begin-
nen vanaf het hoogste opgeslagen nummer
op de laatst gebruikte
xD-Picture Card.
RENEW: Op elke xD-Picture Card worden de
opnamen opgeslagen, te beginnen met
bestandsnummer "0001".
Stelt u deze functie in op "CONT.", dan vergemakkelijkt
dat het bestandsbeheer omdat deze functie verhindert
dat bestandsnamen dubbel voorkomen wanneer beel-
den naar een computer worden overgebracht.
! Bevat de xD-Picture Card al opnamen met bestandsnum-
mers hoger dan het hoogste bestandsnummer op de laatst
gebruikte
xD-Picture Card, dan worden de opnamen opge-
slagen te beginnen vanaf het hoogste bestandsnummer op
de huidige
xD-Picture Card.
Het bestandsnummer kunt u controleren door het
beeld te bekijken. De laatste 4 cijfers van het 7-cij-
ferige getal in de rechterbovenhoek van het scherm
vormen het bestandsnummer en de eerste 3 cijfers
het directory-nummer.
! Om de xD-Picture Card te verwisselen, schakelt u altijd eerst
de camera uit voordat u het deksel van het batterijcompar-
timent opent. Opent u het deksel zonder de camera uit te
schakelen, dan werkt het beeldnummergeheugen niet.
! De bestandsnummers lopen van 0001 tot en met 9999. Als
het aantal 9999 wordt overschreden, wordt het directory-
nummer met 1 (één) verhoogd (van 100 naar 101). Het
maximale aantal is derhalve: 999-9999.
! Het getoonde beeldnummer kan verschillen van dat van
opnamen die gefotografeerd werden met andere cameras.
! Verschijnt de melding "FILE NO. FULL" (Geheugen vol),
dan raadpleegt u blz. 101.
SET-UP
BEELDNUMMERGEHEUGEN INSTELLEN
CCD-RAW
CONT. RENEW
A en B stellen geformatteerde
xD-Picture Cards voor.
(doortellen)
(opnieuw)
Directory-nummer
Bestandsnummer
Beeldnummer
Door de functie CCD-RAW in te schakelen (ON) worden de door de camera uitgevoerde functies voor sig-
naalbewerking (opnieuw opbouwen van het beeld uit de van de CCD ontvangen data) buiten bedrijf gesteld.
Het gevolg daarvan is dat deze functies op de computer uitgevoerd moeten worden.
Om beelden opnieuw op uw computer te kunnen bewerken, heeft u het op de bij de camera geleverde
CD-ROM opgeslagen hulpprogramma RAW FILE CONVERTER LE nodig. Converteren met RAW FILE CON-
VERTER LE is een eenvoudige manier om beelden in het bestandstype TIFF aan te maken.
* Om beelden op uw computer te kunnen bewerken moet u FinePixViewer (op de bij de camera geleverde
CD-ROM) op uw computer installeren.
De hieronder genoemde functies kunt u niet in combinatie met CCD-RAW gebruiken.
Tijdens fotograferen De functies digitaal zoomen, repeterende opnamen en FinePix Photo Mode (beeld-
kwaliteit, ISO-equivalente gevoeligheid 800) en FinePix COLOR) zijn niet beschikbaar.
Tijdens weergeven De beeldkwaliteit is bij weergeven vast ingesteld op "
1
" (1280 x 960).
Gezoomd weergeven is mogelijk tot 800 %, maar uitsneden kunt u niet opslaan.
Installeren van
de software
5.1 De softwarecomponenten5
Installeren van
de software
77
78
5.2 INSTALLEREN OP EEN WINDOWS PC
Voordat u gaat installeren
Om deze software te kunnen gebruiken moet u over de hieronder beschreven hardware en software beschik-
ken, Controleer eerst uw systeem voordat u de software gaat installeren.
Geschikte computers IBM PC / AT of daarmee compatibele computers *1
Besturingssysteem Windows 98 (inclusief de Second Edition)
Windows Millennium Edition (Windows Me)
Windows 2000 Professional *2
Windows XP Home Edition *2
Windows XP Professional *2.
CPU 200 MHz Pentium of beter aanbevolen.
(800 MHz Pentium III of beter aanbevolen voor Windows XP.)
RAM Minimaal 64 MB (minimaal 128 MB voor Windows XP).
Minimaal 256 MB wanneer RAW FILE CONVERTER LE wordt gebruikt.
Harde schijf Vrije ruimte op de harde schijf ten behoeve van de installatie: minimaal 140 MB.
Vrije ruimte op de harde schijf ten behoeve van het gebruik: minimaal 300 MB.
(Wanneer FinePix CD Album Maker wordt gebruikt: 2 GB of meer.)
Minimaal 1 GB wanneer RAW FILE CONVERTER LE wordt gebruikt.
Monitor 800 x 600 pixels of beter, 16-bit kleur of meer.
Internetaansluiting *3 Om de FinePixViewer Service of de e-mail functie te kunnen gebruiken:
Een internetverbinding en e-mail software.
Transmissiesnelheid:
56 kbps of beter aanbevolen.
Geluidsfuncties *4 Luidsprekers, microfoon en geluidskaart.
*1 Modellen met een USB-interface als standaardvoorziening en een van de hierboven genoemde besturingsystemen af fabriek
geïnstalleerd.
*2 Wanneer u de software installeert moet u zich aanmelden als Administrator.
*3 Nodig om FinePixViewer Internet Service en videovergaderen te kunnen gebruiken. U kunt de software ook installeren als
u niet over een internetverbinding beschikt.
*4 De geluidsfuncties zijn nodig bij videovergaderen en voor audio invoer/uitvoer met VideoImpression.
Sluit de camera met het speciale USB-kabeltje (Mini-B) rechtstreeks op uw computer aan. Wordt een verlengkabel
gebruikt of de camera aangesloten via een USB-hub, dan is het mogelijk dat de software niet goed werkt.
Beschikt uw computer over meer dan een USB-poort, dan mag u de camera op elk van die poorten aansluiten.
Druk de USB-plug stevig helemaal in de connector. Bij een gebrekkige verbinding werkt de software mogelijk niet
goed.
De juiste werking van een losse USB-kaart kan niet worden gegarandeerd.
De software is niet geschikt voor Windows 95 en Windows NT.
De werking op zelfgebouwde computers of op computers die onder een opgewaardeerd besturingssysteem werken
kan niet worden gegarandeerd.
Loopt uw internetverbinding via een router of via een LAN (die de op de LAN aangesloten machines met het internet
verbindt), dan is videovergaderen niet mogelijk.
Werkt u met Windows XP en vinkt u in de Firewall-instellingen van de internetverbinding het keuzevakje Protect my
computer and network by limiting or preventing access to this computer from the Internet (Deze computer en netwerk
beschermen door de toegang tot deze computer vanaf het internet te beperken of te verhinderen) aan, dan is videover-
gaderen niet mogelijk.
Wanneer u FinePixViewer opnieuw installeert of het programma verwijdert, worden het internetmenu en uw gebruiker-
ID en wachtwoord voor de FinePix Internet Service uit de computer verwijderd. Klik op de knop [Register now] (Nu
registreren), typ uw geregistreerde gebruiker-ID en wachtwoord en download het menu opnieuw.
OPMERKING
79
Sluit de camera pas aan op uw PC als alle software geïnstalleerd is.
Installeer FinePixViewer zoals dat is beschreven in de Quick Start Guide.
1 Dubbelklik op het pictogram My Computer(Deze computer).
* Windows XP-gebruikers klikken op My Computer in het menu Start.
2 Klik met de rechtermuisknop in het venster My Computer op FinePix (CD-ROM-station) en selec-
teer OPEN.
3 Dubbelklik in het CD-ROM-venster op SETUP of op SETUP.exe
* Bepaald door de computerinstellingen verschilt de wijze waarop bestandsnamen worden weergegeven zoals het onder-
staande laat zien.
Bestandstoevoegingen (drieletterige achtervoegsels die het bestandstype aangeven) kunnen worden zichtbaar of ver-
borgen zijn (bijvoorbeeld Setup.exe of Setup).
De tekst kan normaal of helemaal in hoofdletters worden weergegeven (bijvoorbeeld Setup of SETUP).
Er verschijnen meldingen voor het installeren van QuickTime, NetMeeting, ImageMixer VCD for FinePix
en WINASPI. Installeer deze toepassingen volgens de aanwijzingen in het scherm. Als dat nodig is ver-
schijnen de installatievensters voor deze toepassingen.
Nadat u uw PC opnieuw heeft gestart, installeert u DirectX volgens de aanwijzingen in het scherm en
start dan uw computer opnieuw. Als de laatste versie van DirectX geïnstalleerd is, wordt deze installa-
tie niet uitgevoerd.
Nadat u uw PC opnieuw heeft gestart, verschijnt de melding Installation of the FinePixViewer has been
completed (Installatie van FinePixViewer voltooid).
1
Het installatieprogramma met de hand starten
Installeren van andere toepassingen
2
3
Installeren van
de software
80
5.3 INSTALLEREN OP EEN Mac OS 8.6 TOT 9.2
Voordat u gaat installeren
Om deze software te kunnen gebruiken moet u over de hieronder beschreven hardware en software beschik-
ken. Controleer eerst uw systeem voordat u de software gaat installeren.
Geschikte Mac Power Macintosh G3 *1, PowerBook G3 *1,
Power Macintosh G4, iMac, iBook,
Power Macintosh G4 Cube of PowerBook G4.
Besturingssysteem Mac OS 8.6 tot 9.2.2 *2
RAM Minimaal 64 MB *3
Minimaal 256 MB wanneer RAW FILE CONVERTER LE wordt gebruikt.
Harde schijf Vrije ruimte op de harde schijf ten behoeve van de installatie: minimaal 110 MB.
Vrije ruimte op de harde schijf ten behoeve van het gebruik: minimaal 300 MB.
(Wanneer FinePix CD Album Maker wordt gebruikt: 2 GB of meer.)
Minimaal 1 GB wanneer RAW FILE CONVERTER LE wordt gebruikt.
Monitor 800 x 600 pixels of beter, minstens 32.000 kleuren.
Internetaansluiting *4 Om de FinePixViewer Service of de e-mail functie te kunnen gebruiken heeft u
een internetverbinding en e-mail software.
Transmissiesnelheid: 56 kbps of beter aanbevolen.
*1 Modellen met een USB-interface als standaardvoorziening en een van de hierboven genoemde besturingsystemen af fabriek
geïnstalleerd.
*2 Wanneer u de software installeert moet u zich aanmelden als Administrator.
*3 Nodig om FinePixViewer Internet Service en videovergaderen te kunnen gebruiken. U kunt de software ook installeren als
u niet over een internetverbinding beschikt.
*4 De geluidsfuncties zijn nodig bij videovergaderen en voor audio invoer/uitvoer met VideoImpression.
Sluit de camera met het speciale USB-kabeltje rechtstreeks op uw Macintosh aan. Wordt een verlengkabel gebruikt of
de camera aangesloten via een USB-hub, dan is het mogelijk dat de software niet goed werkt.
Zorg voor een goede verbinding door de USB-plug stevig helemaal in de connector te drukken. Bij een gebrekkige
verbinding werkt de software mogelijk niet goed.
De juiste werking van een losse USB-kaart kan niet worden gegarandeerd.
Wordt op een Macintosh de RAW FILE CONVERTER LE gebruikt, dan moet u minstens 400 MB virtueel geheugen
toewijzen. Worden tegelijkertijd nog andere toepassingen gebruikt, dan moet u ook voor deze toepassingen extra
geheugenruimte toewijzen.
Overtuig u ervan dat File Exchange geactiveerd is.
Om een voor de camera geschikte
xD-Picture Card te kunnen gebruiken, moet het met Mac OS meegeleverde hulp-
programma File Exchange actief zijn.
Schakel uw Macintosh in en start Mac OS 8.6 tot 9.2.2.
! Sluit de camera pas op uw Macintosh aan nadat u alle software geïnstalleerd heeft.
Selecteer in het Control Panel de Extension Manager en overtuig u ervan dat het keuzevakje File
Exchange aangevinkt is. Is dat niet het geval, dan klikt u in het keuzevakje zodat daarin een
verschijnt en start uw Macintosh opnieuw.
Als u de bij de camera geleverde CD-ROM in het CD-ROM-station legt, verschijnt automatisch het
venster FinePix.
! Verschijnt het venster FinePix niet automatisch, dan dubbelklikt u op het pictogram van de CD-ROM.
Start het installatieprogramma door dubbelklikken op Installer for MacOS8.6-9.x.
OPMERKING
File Exchange activeren
1
2
3
4
81
5
Klik in het openingsvenster van het installatieprogramma op de
knop [Installing FinePixViewer] (FinePixViewer installeren).
! Voor meer informatie over wat er wordt geïnstalleerd, klikt u op de
knop [Read Me First] (Lees mij eerst) en op de knop [Using
FinePixViewer] (FinePixViewer gebruiken).
In het venster, waarin u gevraagd wordt of de installatie wilt voortzetten, klikt u op de knop [OK].
Daarop verschijnt de User License Agreement (Gebruikerslicentieovereenkomst). Lees de overeen-
komst aandachtig door en klik, als u met de voorwaarden akkoord gaat, op de knop [Yes] (Ja). Klikt u
op de knop [No] (Nee), dan wordt de software niet geïnstalleerd.
Selecteer de bestemming waar FinePixViewer en Image-
Mixer VCD for FinePix geïnstalleerd moeten worden.
1 Open de bestemmingsmap voor de installatie door op
[Open] te klikken.
2 Klik op de knop [Save] (Opslaan).
Installeer ImageMixer VCD for FinePix volgens de aanwijzingen in het scherm.
6
7
8
9
Installeren van
de software
82
5.3 INSTALLEREN OP EEN Mac OS 8.6 TOT 9.2
10
Installeer QuickTime volgens de aanwijzingen in het scherm en start dan uw Macintosh opnieuw.
Is op uw Macintosh al QuickTime versie 5.0.2 of later geïnstalleerd, dan
wordt deze installatie niet uitgevoerd.
Klik in het venster License (Licentie overeenkomst) op de knop [Agree]
(Akkoord).
Als het dialoogvenster Connection speed (Transmissiesnelheid) verschijnt, voert u de juiste snelheid
van uw werkomgeving in en klikt dan op de knop [Next].
! Kent u de snelheid van uw verbinding niet, dan klikt u zonder meer op de knop [Next].
11
12
13
Nadat u uw Macintosh opnieuw gestart heeft, verschijnt de
melding FinePixViewer installation completed (Installeren
van FinePixViewer voltooid). Klik op Using FinePixViewer
(FinePixViewer gebruiken) om de primaire functies van
FinePixViewer te kunnen inkijken.
Om Acrobat Reader te installeren, klikt u op Install Acrobat Reader (Acrobat Reader installeren).
! Het programma Acrobat Reader van Adobe Systems installeert u om de Users Guide FinePixViewer (Handleiding van
FinePixViewer en een PDF-bestand) te kunnen lezen.
Is op uw Macintosh al de meest recente versie geïnstalleerd, dan hoeft u deze stap niet uit te voeren.
Vervolg de installatie volgens de aanwijzingen in het scherm.
Als u Acrobat Reader later wilt installeren
1 Open het CD-ROM-venster door dubbelklikken op het pictogram van de CD-ROM FinePix.
2 Dubbelklik op FinePixViewer for Mac OS 8.6-9.x, dan op Acrobat Reader en dan op de map English.
3 Dubbelklik op English Reader Installer (Engels installatieprogramma voor Reader).
4 Vervolg de installatie volgens de aanwijzingen in het scherm.
83
5.4 INSTALLEREN OP EEN Mac OS X
Voordat u gaat installeren
Hardware en software vereisten
Om deze software te kunnen gebruiken moet u over de hieronder beschreven hardware en software beschik-
ken. Controleer eerst uw systeem voordat u de software gaat installeren.
Geschikte Mac Power Macintosh G3 *1, PowerBook G3 *1,
Power Macintosh G4, iMac, iBook,
Power Macintosh G4 Cube of PowerBook G4.
Besturingssysteem Mac OS X (compatibel met versie 10.04 10,2,4 *2)
RAM Minimaal 192 MB
Minimaal 256 MB wanneer RAW FILE CONVERTER LE wordt gebruikt.
Harde schijf Vrije ruimte op de harde schijf ten behoeve van de installatie: minimaal 110 MB.
Vrije ruimte op de harde schijf ten behoeve van het gebruik: minimaal 300 MB.
Minimaal 1 GB wanneer RAW FILE CONVERTER LE wordt gebruikt.
Monitor 800 x 600 pixels of beter, minstens 32.000 kleuren.
Internetaansluiting *4 Om de FinePixViewer Service of de e-mail functie te kunnen gebruiken heeft u
een internetverbinding en e-mail software nodig.
Transmissiesnelheid: 56 kbps of beter aanbevolen.
*1 Modellen met een USB-poort als standaard.
*2 Met versie 10.0.4 kunt u geen AVI filmbeelden weergeven.
*3 Nodig om de FinePix Internet Service te kunnen gebruiken. Deze software kunt u ook installeren als u niet over een inter-
netaansluiting beschikt.
Sluit de camera met het speciale USB-kabeltje (Mini-B) rechtstreeks op uw Macintosh aan. Wordt een verlengkabel
gebruikt of wordt de camera aangesloten via een USB-hub, dan is het mogelijk dat de software niet goed werkt.
Zorg voor een goede verbinding door de USB-plug stevig helemaal in de connector te drukken. Bij een gebrekkige ver-
binding werkt de software mogelijk niet goed.
De juiste werking van een losse USB-kaart kan niet worden gegarandeerd.
Wordt op een Macintosh de RAW FILE CONVERTER LE gebruikt, dan moet u minstens 400 MB virtueel geheugen
toewijzen. Worden tegelijkertijd nog andere toepassingen gebruikt, dan moet u ook voor deze toepassingen extra
geheugenruimte toewijzen.
Niet ondersteunde functies in FinePixViewer voor Mac OS X
Functie Toelichting
Weergeven van AVI filmbeelden Niet ondersteund in versie 10.0.4.
Batch conversie Uitsluitend ondersteund voor stilstaande beelden
Data aanmaken voor het branden van CDs.
Niet ondersteund.
On-line opwaarderen Informatie omtrent opwaarderingen kunnen worden verkregen met [Support] in
het internet menu.
On-line Help Online Help kan worden geraadpleegd door in de installatie map het bestand
English.pdf te openen.
Gebruik van de FinePix Internet Service
De procedure om u als gebruiker van de FinePix Internet Service te registreren en de upload methode ver-
schillen van die welke in Mac OS 8.6 tot 9.2.2 worden gebruikt.
OPMERKING
Installeren van
de software
84
5.4 INSTALLEREN OP EEN Mac OS X
Op een Mac OS X moet u FinePixViewer en RAW FILE CONVERTER LE installeren.
! Op versie 10.0.4 kunt u geen AVI-filmbestanden weergeven.
1
Schakel uw Macintosh in en start Mac OS X. Start geen andere toepassingen.
Leg de bij de camera geleverde CD-ROM in het CD-ROM-
station. Daarmee opent u tevens het venster FinePix
! Wordt het venster FinePix niet automatisch geopend, dan dubbel-
klikt u op het pictogram van de CD-ROM.
Dubbelklik op Installer for Mac OS X (Installatieprogramma
voor Mac OS X).
Klik op het pictogram “”.
Deze stap is niet nodig bij versie 10.2 of later.
Voer de naam van de beheerder en het wachtwoord in en
klik op de knop [OK].
! Het bij Mac OS X getoonde venster kan enigszins verschillen.
Klik op de knop [Continue] (Doorgaan).
Sluit alle andere programmas die actief zijn en klik op de knop [Continue].
2
3
4
5
6
7
Installatieprogramma voor Mac OS X
Klik in het venster Software Licence Agreement (Gebruikerslicentieovereenkomst) op de knop
[Continue].
Selecteer de Mac OS X startschijf als installatiebestemming
en klik op de knop [Continue].
Klik op de knop [Install (upgrade)] (Upgrade installeren).
Klik op de knop [Continue Installation] (Installatie voortzetten).
Deze stap is niet nodig bij versie 10.0.x of later.
Nadat u de installatie voltooid heeft, klikt u op de knop
[Restart] (Opnieuw starten).
85
8
9
10
11
12
Installeren van
de software
86
6.1 Aansluiten van de camera6
Beelden
bekijken
6.1.1 Gebruik van de lichtnetadapter (los verkrijgbaar)
Om van een ononderbroken elektrische voeding verzekerd te zijn, doet u er goed aan de lichtnetadapter AC-
5VH / AC-5VHS (zie blz. 95) te gebruiken. Een ononderbroken elektrische voeding voorkomt dat gegevens-
overdracht als gevolg van een onderbreking in de elektrische voeding mislukt.
De lichtnetadapter gebruikt u wanneer uitvallen van de voedingsspanning van de camera problemen kan
veroorzaken, bijvoorbeeld tijdens het downloaden van gefotografeerde beelden naar de computer. Gebruik
van de lichtnetadapter betekent ook dat u langdurig achtereen kunt doorgaan met fotograferen en weerge-
ven zonder dat u zich over leeg raken van de batterijen hoeft te bekommeren.
! Sluit de lichtnetadapter alleen aan en koppel die alleen af wanneer de camera uitgeschakeld is.
Aansluiten en afkoppelen van de lichtnetadapter terwijl de camera ingeschakeld is onderbreekt tijdelijk de stroomvoorzie-
ning van de camera zodat de op dat moment gefotografeerde beelden of filmbeelden niet opgeslagen worden. Schakelt u de
camera niet eerst uit, dan kan daarbij de xD-Picture Card beschadigd raken of de verbinding met de PC verstoord worden.
Overtuig u ervan dat de camera uitgeschakeld is.
Steek de gelijkspanningsplug van de lichtnetadap-
ter in de gelijkspanningsconnector DC IN 5V en
steek de lichtnetadapter in het stopcontact.
! Het stopcontact moet zich in de buurt van de apparatuur
bevinden, zodat het gemakkelijk bereikbaar is.
! De vormen van stekkerpennen en stopcontactbussen kun-
nen per land verschillen.
! Zie blz. 98 voor kanttekeningen bij het gebruik van de licht-
netadapter.
Het gebruik van de AC adapter houd niet in dat u er de
Ni-MH batterijen mee kunt opladen. Gebruik hiervoor de
optioneel verkrijgbare lader (zie blz. 95).
6.1.2 Aansluiten op een TV-ontvanger
Schakel de camera en de TV-ontvanger uit. Steek
de plug van het bij de camera geleverde videoka-
beltje in de connector A/V OUT (Audio/video-uit-
gang) van de camera.
! Is er een stopcontact in de buurt, dan steekt u de lichtnet-
adapter AC-5VH in het stopcontact.
Steek de andere plug van het kabeltje in de video-
ingangsconnector van de TV-ontvanger. Schakel ver-
volgens camera en TV-ontvanger in en geef de beel-
den weer zoals u dat normaal met de camera doet.
! Beelden naar de TV zenden is alleen mogelijk in de stand
Weergeven.
! Raadpleeg voor meer informatie over de video-ingang van
uw TV-ontvanger, de bij de TV-ontvanger geleverde hand-
leiding.
1
2
87
6.1.3 Aansluiten op een computer
Het hoofdstuk Aansluiten van de camera beschrijft de wijze waarop u de camera met het bij de camera
geleverde USB-kabeltje (Mini-B) op uw computer aansluit en beschrijft de functies waarover u beschikt als
computer en camera op elkaar aangesloten zijn.
Treedt tijdens het overbrengen van beeldmateriaal een onderbreking in de voedingsspanning op, dan wordt het beeldma-
teriaal niet goed overgebracht. Gebruik, als u de camera op een computer aansluit, altijd de lichtnetadapter.
Raadpleeg hoofdstuk 5 als u de camera voor het eerst op een computer aansluit
Voordat u de camera op uw PC aansluit, moet u alle software installeren.
CD-ROM
(Software voor FinePix SX)
De functie DSC (Mass storage device = Apparaat voor massaopslag)
Met deze functie kunt u op eenvoudige wijze de op een xD-Picture Card opgeslagen beelden lezen, maar
daar ook op opslaan (zie blz. 88).
De functie PC CAM (PS Camera = Webcam)
Met deze functie is videovergaderen mogelijk tussen PCs die via internet met elkaar verbonden zijn.
! Videovergaderen (PictureHello) is niet mogelijk met Macintosh-computers.
! Aansluiten is alleen mogelijk met een FUJIFILM-camera die over een PC Camera (Webcam) functie beschikt.
Voor meer informatie over het gebruik van de software
raadpleegt u How to use FinePixViewer (Hoe u FinePix-
Viewer gebruikt) in het Help-menu dat eveneens vanaf
de CD-ROM geïnstalleerd werd.
In het functiemenu SET-UP kunt u wisselen tussen
de functies
en
qPC
.
Beelden
bekijken
88
6.1 AANSLUITEN VAN DE CAMERA
GEBRUIK VAN DE FUNCTIE DSC (VERWISSELBARE SCHIJF
Stel de camera in
1 Steek een xD-Picture Card waarop fotos zijn
opgeslagen in de camera. Steek de gelijkspan-
ningplug van de lichtnetadapter in de gelijkspan-
ningsconnector DC IN 5V van de camera en
steek de lichtnetadapter zelf in het stopcontact.
2 Schakel de camera in met de cameraschakelaar.
3 Zet in het functiemenu SET-UP de instelling van
USB MODE op DSC (zie blz. 73).
4 Schakel de camera uit.
! U doet er goed aan de lichtnetadapter AC-5VH te gebruiken.
Een ononderbroken elektrische voeding voorkomt storingen
in de data overdracht.
Sluit een camera aan op een computer
1 Schakel de computer in.
2 Sluit de camera met het bij de camera geleverde
USB-kabeltje (Mini-B) aan op de computer.
3 Schakel de camera in.
! Zorg ervoor dat u het bij de camera geleverde USB-kabel-
tje (Mini-B) op de juiste wijze aansluit en dat u de pluggen
helemaal in de betreffende connectors drukt.
Tijdens dataverkeer tussen camera en computer
knippert de zelfontspanner-LED en knippert de
zoeker-LED afwisselend groen en oranje.
In de LCD-monitor verschijnt het functiepictogram
DSC.
Als een USB-aansluiting tot stand wordt gebracht,
worden de energiespaarschakeling en de auto-
matische camera-uitschakeling uitgeschakeld.
! Schakel bij het verwisselen van de xD-Picture Card altijd
eerst de camera uit zoals dat is beschreven op blz. 91).
! Koppel nooit het USB-kabeltje af als er dataverkeer tussen
camera en computer plaats vindt. Zie blz.91 voor informa-
tie over de afkoppelprocedure.
1
2
1
3
2 4
89
Stel de computer in
Windows 98 / 98 SE / Me / 2000 Professional / Macintosh
! Het is mogelijk dat u tijdens het installeren de Windows CD-ROM nodig heeft. In dat geval wisselt u de CD-ROMs
volgens de aanwijzingen in het scherm.
Het programma FinePixViewer wordt automatisch
gestart.
* Scherm bij Windows 98 SE
In het scherm verschijnt het pictogram van een verwisselbare schijf en u kunt de computer nu
gebruiken om bestanden van en naar de camera over te brengen.
Windows Macintosh
Als het bovenstaande niet gebeurt, zijn niet de vereiste programmas en drivers (stuurprogrammas) op uw compu-
ter geïnstalleerd. Werk de vereiste installatieprocedures voor de computer af. Vervolgens sluit u de camera weer
aan op de computer.
3
Beelden
bekijken
90
6.1 AANSLUITEN VAN DE CAMERA
Windows XP
1 In de rechterbenedenhoek van het scherm verschijnt de
melding Found New Hardware (Nieuwe hardware aan-
getroffen). Deze melding verdwijnt zodra u de instellingen
voltooid heeft. U hoeft geen verdere actie te ondernemen.
! De volgende keer dat u de camera aansluit, hoeft u deze stap niet
uit te voeren.
2 Specificeer de instellingen in het dialoogvenster AutoPlay.
Wanneer FinePixViewer voorkomt in de lijst van uit te voeren acties.
Selecteer Viewing images using FinePixViewer (Beelden bekijken met FinePixViewer) en vink het
keuzevakje Always do the selected action (Voer altijd de geselecteerde actie uit) aan. (In sommige
gevallen wordt dit keuzevakje niet getoond.)
Start FinePixViewer door op de knop [OK] te klikken.
Wanneer FinePixViewer niet voorkomt in de lijst van uit te voeren acties.
Selecteer Take no action (Voer geen actie uit) en selecteer vervolgens Always do the selected
action. (In sommige gevallen wordt dit keuzevakje niet getoond.)
Klik op de knop [OK] om FinePixViewer met de hand te starten.
3 In het venster My Computer (Deze computer) verschijnt het pictogram van een nieuwe verwissel-
bare schijf.
De volgende keer dat u de camera aansluit, zijn het pictogram van de verwisselbar schijf en de
naam gewijzigd in het FinePix-pictogram en naam.
Ga door naar Gebruik van FinePixViewer op blz. 92.
Over de pictogrammen
91
6.1.4 Camera uitschakelen
1
1
Voer, voordat u de camera uitschakelt, onderstaande handelingen uit. De juiste procedure is afhanke-
lijk van het op uw PC gebruikte besturingssysteem.
Windows 98 of 98 SE
Op de PC hoeft u niets te doen.
Windows Me / 2000 Professional / XP
1 Klik in het venster My computer (Deze computer) met de
rechtermuisknop op het pictogram van de verwisselbare
schijf en selecteer Eject (Verwijderen). Dit is de enige stap
die u in Windows Me hoeft uit te voeren.
2 Klik in de taakbalk op het pictogram Eject (Hardware
veilig verwijderen) en verwijder USB Disk.
* Scherm voor Windows Me
3 Nu verschijnt de hiernaast, rechts, afgebeelde menuop-
tie. Klik op deze optie.
* Scherm voor Windows Me
4 In het dialoogvenster To remove hardware (Hardware verwijderen) klikt u op de knop [OK] of op de
knop Sluiten.
Macintosh
Sleep het pictogram Removable drive (Verwisselbare
schijf) van het bureaublad naar de Trash (Prullenbak).
! Als u het pictogram naar de Prullenbak sleept, verschijnt in de LCD-
monitor van de camera de melding REMOVE OK (Verwijderen OK).
(Naamloos)
(Prullenbak)
1 Schakel de camera uit.
2 Trek de plug van het USB-kabeltje (Mini-B) uit de
camera.
Beelden
bekijken
92
6.2 GEBRUIK VAN FinePixViewer
6.2.1 Goed omgaan met FinePixViewer
Voor meer informatie over de functies van FinePixViewer raadpleegt u How to Use FinePixViewer (Hoe
gebruik ik FinePixViewer) in het Help-menu.
Om How to Use FinePixViewer te kunnen lezen
Daarvoor moet u het programma Acrobat Reader van Adobe Systems installeren. Zie blz. 82 voor de
wijze waarop u Acrobat Reader installeert.
! Voor meer informatie over het gebruik van Acrobat Reader raadpleegt u het Help-menu van Acrobat Reader.
Wat is er beschreven in How to Use FinePixViewer”…
How to Use FinePixViewer bestrijkt een heel scala onderwerpen, waaronder batch processing (groeps-
gewijze verwerking) en het bestellen van afdrukken.
Een voorbeeld: Opzoeken van een diavertoning
1 Klik in het Help-menu van FinePixViewer op How to use FinePixViewer.
2 Klik in het menu dat geopend wordt op Basic Operation en dan op Basic Slide Show Operations.
3 Nu verschijnt het informatievenster Basic Slide Show Operations. Om een voorgaande pagina met infor-
matie te bekijken klikt u op de knop <<< en voor een volgende pagina op >>>.
6.2.2 Verwijderen van de software
De nu volgende handelingen voert u alleen uit als u de geïnstalleerde software niet meer nodig heeft of wan-
neer de software niet correct geïnstalleerd werd.
Windows
1 Schakel uw PC in.
2 Koppel de camera af (zie blz. 91).
3 Sluit alle actieve toepassingen.
4 Sluit alle bestanden.
5 Open het venster My Computer (Deze compu-
ter), open het Configuratiescherm en dubbelklik
op Software.
6 Selecteer in het dialoogvenster Eigenschappen
van software het tabblad Installeren en verwij-
deren. Selecteer de software die u wilt verwij-
deren (FinePixViewer of het stuurprogramma)
en klik dan op de knop Toevoegen/Verwijderen.
<Om FinePixViewer te verwijderen>
<Om het stuurprogramma te verwijderen>
Macintosh
93
(7) Klik in het dialoogvenster waarin u om bevestiging
gevraagd wordt, op de knop [OK]. Controleer uw
keuze vooral zorgvuldig omdat u niets meer kunt
herstellen, nadat u op [OK] geklikt heeft.
(8) De software wordt nu automatisch verwijderd.
Wanneer de verwijdering voltooid is, klikt u op de
knop [OK].
Macintosh
! De nu volgende handelingen voert u alleen uit als u de geïnstalleerde software niet meer nodig heeft
of wanneer de software niet correct geïnstalleerd werd.
Mac OS 8.6 9.2.2
Verwijderen van de Mass Storage Driver en de PC Camera Driver
(1) Overtuig u ervan dat de camera niet meer aangesloten is op uw Macintosh.
(2) Open in de map System de map Extensions en sleep alle bestanden die beginnen met
USB04CB…” naar de Prullenmand.
(3) Start uw Macintosh opnieuw.
(4) Selecteer in het menu Special de menuopdracht Empty Trash (Prullenbak leegmaken).
Verwijderen van Exif Launcher, FinePixViewer en DP Editor
(1) Nadat u in het menu Settings (Instellingen) van FinePixViewer het programma Exif Launcher
gesloten heeft, sleept u het bestand Exif Launcher vanuit de map Opstarten in de map Systeem naar
de Prullenbak. Vervolgens selecteert u in het menu Special de menuopdracht Empty Trash
(Prullenbak leegmaken).
(2) Nadat u FinePixViewer en DP Editor afgesloten heeft, sleept u de map waarin FinePixViewer
geïnstalleerd werd naar de Prullenbak. Vervolgens klikt u in het menu Special op de menuopdracht
Empty Trash (Prullenbak leegmaken).
Mac OS X
Verwijderen van FinePixViewer
Sluit FinePixViewer en DP Editor af. Sleep vervolgens de map waarin FinePixViewer geïnstalleerd werd
naar de prullenbak en selecteer de menuopdracht Empty Trash in het menu Special.
Beelden
bekijken
94
Opties voor Systeemuitbreidingen
c Door de FinePix S5000 in combinatie met andere FUJIFILM-producten te gebruiken, kunt u uw systeem
geschikt maken voor een heel scala van toepassingsmogelijkheden.
C
O
M
P
A
C
T
F
L
A
S
H
D
P
C
-C
F
T
M
fo
r
x
D
-P
ic
tu
re
C
a
rd
C
A
R
D
A
D
A
P
T
E
R
Personal Computer
(in de handel verkrijgbaar)
(
USB
)
Digitale Camera
FinePix S5000
xD-Picture Card
TV-ontvanger
(
in de handel verkrijgbaar)
Video-uitgang
Digitale Fotoprinter
CX-400
Tevens weergave
op TV
PC-kaartadapter
DPC-AD (PC-kaartsleuf)
Beeld ingang/uitgang naar de PC
Afdrukken
(PC-kaartsleuf)
Lezer voor geheugenkaartjes DPC-R1
CompactFlash Kaartadapter DPC-CF
PC-kaartadapter DPC-AD
(
USB
)
95
Los verkrijgbare accessoires
xD-Picture Card
De volgende typen xD-Picture Cards zijn los verkrijgbaar.
U kunt kiezen uit de volgende typen:
DPC-16 (16 MB), DPC-32 (32 MB), DPC-64 (64 MB), DPC128 (128 MB),
DPC256 (256 MB), DPC512 (512 MB).
Fujifilm Heroplaadbare batterij 2HR-3UF (2x)
De 2HR-3UF wordt geleverd met twee stuks AA-formaat nikkel-metaalhydride
(NiMH-)batterijen met hoge capaciteit.
Fujifilm batterijlaadapparaat met batterij BK-NH / BK-NH2 (met Euro-
of UK-stekker)
De BK-NH / BK-NH2 bestaat uit een batterij snellaadapparaat BCH-NH / BCH-
NH2 en twee stuks NiMH-batterijen.
De BCH-NH / BCH-NH2 kan twee NiMH-batterijen in circa 120 minuten opladen.
In totaal kunnen vier NiMH-batterijen tegelijk worden opgeladen.
De BK-NH en de BK-NH2 worden geleverd met batterijen met een capaciteit
van 1700 mAh respectievelijk 2100 mAh. De met het laadapparaat geleverde
batterijen kunnen tot hun volle capaciteit worden opgeladen.
Lichtnetadapter AC-5VH / AC-5VHS
De lichtnetadapter AC-5VH / AC-5VHS gebruikt u als u langdurig achtereen wilt
fotograferen of beelden wilt weergeven of wanneer u de FinePix S5000 op een
personal computer aansluit.
* De vormen van stekkerpennen en stopcontactbussen kunnen per land ver-
schillen.
Draagtas SC-FXS5
Dit is en speciale, uit leer en polyester vervaardigde cameratas die de camera bij
het meedragen beschermt tegen vuil, stof en lichte schokken.
Lezer voor geheugenkaartjes DPC-R1
Met de DPC-R1 kunt u snel en eenvoudig beeldmateriaal tussen uw PC en het
geheugenkaartje (
xD-Picture Card en SmartMedia) in beide richtingen uitwisselen.
De DPC-R1 werkt voor een hoge overdrachtsnelheid met de USB-connector.
Geschikt voor Windows 98 / 98 SE, Windows Me, Windows 2000 Professional,
Windows XP of iMac, Mac OS 8.6 tot 9.2.2, Mac OS X (10.1.2 tot 10.2.2) en
modellen die USB standaard ondersteunen.
Geschikt voor
xD-Picture Cards van 16 MB tot 512 MB en 3,3 volt
SmartMedia van 4 MB tot 128 MB.
PC-kaartadapter DPC-AD
Met de PC-kaartadapter kunnen xD-Picture Cards en SmartMedia worden
gebruikt als ATA-compatibele (PCMCIA 2.1) PC-kaarten (Type II).
Geschikt voor xD-Picture Cards van 16 MB tot 512 MB en 3,3 volt SmartMedia
van 4 MB tot 128 MB.
CompactFlash kaartadapter DPC-CF
Door een xD-Picture Card in deze adapter te leggen kunt u de adapter als een
CompactFlash kaart (Type 1) gebruiken.
Windows 95 / 98 / 98 SE / Me / 2000 Professional / XP.
MAC OS 8.6 tot 9.2 / X (10.1.2 tot 10.1.5).
c Er zijn tal van optionele accessoires (los verkrijgbaar) die het fotograferen met de FinePix S5000 nog ver-
der vergemakkelijken. Raadpleeg voor informatie over bevestigen en gebruik van de accessoires de met
het betreffende accessoire meegeleverde handleiding.
Bezoek ook de FUJIFILM website voor de meest recente informatie over camera-accessoires.
http://home.fujifilm.com/products/digital/index.html
96
Groothoekconverter WL-FX9 / WL-FX9B
Verkort de brandpuntsafstand met een factor 0,79x (groothoek; komt overeen met
30 mm) zonder de F-stopwaarde van de lens te wijzigen.
Technische gegevens groothoekconverter
Vergroting: 0,79x
Configuratie: 3 lenzen in 3 groepen
Scherpstelbereik: Circa 0,9 m oneindig
Afmetingen: 70 mm x 32 mm
Massa (gewicht): Circa 185 g
Accessoires: Verloopring AR-FX9 (zie onderstaande opmerkingen), lens-
doppen (voor en achter), lenstas.
* Met uitzondering van de kleur zijn de technische gegevens van de WL-FX9 en
de WL-FX9B identiek.
WL-FX9: Zilver
WL-FX9B: Zwart
! De met de FinePix S5000 (AR-FX5) geleverde verloopring moet worden gebruikt met deze
conversielens. De verloopringen die met deze converters worden geleverd (AR-FX9 voor
FinePix 4900 zoom / 6900 zoom en S602 zoom zijn niet geschikt voor de FinePix S5000.
! Gebruik de groothoekconverter uitsluitend in de stand groothoek.
! De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt als de groothoek converter op de lens is
geplaatst.
! In de handel verkrijgbare filters kunnen op de lens worden bevestigd als de verloopring op
de lens is geplaatst, maar u kunt niet meer dan één filter tegelijk gebruiken.
Teleconverter TL-FX9 / TL-FX9B
Verlengt de brandpuntsafstand met een factor 1,5x (tele; komt overeen met 555
mm) zonder de F-stopwaarde van de lens te wijzigen.
Technische gegevens groothoekconverter
Vergroting: 1,5x
Configuratie: 3 lenzen in 3 groepen
Scherpstelbereik: Circa 5,0 m oneindig
Afmetingen: 65 mm x 55 mm
Massa (gewicht): Circa 100 g
Accessoires: Verloopring AR-FX9 (zie onderstaande opmerkingen), lens-
doppen (voor en achter), lenstas.
* Met uitzondering van de kleur zijn de technische gegevens van de TL-FX9 en
de TL-FX9B identiek.
WL-FX9: Zilver
WL-FX9B: Zwart
! De met de FinePix S5000 (AR-FX5) geleverde verloopring moet worden gebruikt met deze
conversielens. De verloopringen die met deze converters worden geleverd (AR-FX9 voor
FinePix 4900 zoom / 6900 zoom en S602 zoom zijn niet geschikt voor de FinePix S5000.
! Gebruik de teleconverter uitsluitend in de stand tele.
! De ingebouwde flitser kan niet worden gebruikt als de groothoek converter op de lens is
geplaatst.
! In de handel verkrijgbare filters kunnen op de lens worden bevestigd als de verloopring op
de lens is geplaatst, maar u kunt niet meer dan één filter tegelijk gebruiken.
Conversielenzen (los verkrijgbaar)
97
c Lees, om ervan verzekerd te zijn dat u de camera op de juiste wijze gebruikt, deze paragraaf samen met
de paragraaf "Veiligheid" (zie blz. 108), aandachtig door.
Wenken voor het juiste gebruik van de camera
Plaatsen die u moet vermijden
Gebruik of berg de camera niet op op de volgende plaatsen:
In de regen of op zeer vochtige, vuile of stoffige plaatsen.
In het volle zonlicht of op erg warme plaatsen, zoals in
een afgesloten auto in de volle zon.
Extreem koude plaatsen.
Plaatsen waar sterke trillingen optreden.
Plaatsen waar zich rook of stoom ontwikkelt.
Plaatsen waar sterke magnetische velden optreden (in de
nabijheid van elektromotoren, transformatoren of magne-
ten).
In de buurt van chemicaliën zoals pesticiden of geduren-
de langere tijd in aanraking met rubber-of vinylproducten.
Bescherm de camera tegen water en zand
Water en zand zijn bijzonder schadelijk voor de FinePix
S5000. Zorg er aan het strand of in de nabijheid van water
voor dat de camera niet in aanraking komt met water of zand.
Leg de camera ook niet op een nat oppervlak. Water of zand
dat in het inwendige van de camera doordringt kan niet alleen
storingen veroorzaken, maar kan ook resulteren in onher-
stelbare schade.
Iets over condensvorming
Als de camera snel van een koude naar een warme ruimte
wordt overgebracht, kunnen zich in het inwendige van de
camera of tegen de binnenkant van de lens waterdruppeltjes
(condens) vormen. Als dat gebeurt, schakelt u de camera uit
en wacht een uur voordat u de camera weer in gebruik neemt.
Ook op de
xD-Picture Card kan zich condens vormen. Als
dat het geval is, haalt u de xD-Picture Card uit de camera en
wacht enige tijd voordat u het kaartje weer gebruikt.
Als u de camera langere tijd niet gebruikt
Als u denkt de camera langere tijd achtereen niet te ge-
bruiken, neemt u de batterij en de xD-Picture Card uit de
camera voordat u hem opbergt.
Reinigen van de camera
Verwijder stof en vuil van het lensoppervlak, de LCD-moni-
tor of de zoeker met een blaaskwastje of door licht wrijven
met een zachte, droge doek. Hardnekkig vuil verwijdert u
door schoonwrijven met lensreinigingspapier dat met wat
lensreinigingsvloeistof bevochtigd is.
Kras niet met een hard voorwerp over het oppervlak van
de lens, over het scherm van de LCD-monitor of de zoe-
ker omdat deze makkelijk beschadigd raken.
Reinig het camerahuis met een zachte, droge doek.
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen zoals verfverdunner,
benzine of insecticiden, omdat deze het camerahuis kunnen
aantasten en vervormen of de coating kunnen aantasten.
Met de camera op reis
Pak de camera, als u die meeneemt op reis, nooit bij de baga-
ge die u aan de incheckbalie afgeeft. Tijdens de bagageaf-
handeling op vliegvelden kan de camera aan zware schok-
ken worden blootgesteld zodat die inwendig beschadigd kan
raken, ook al is daarvan uiterlijk niets zichtbaar.
Geschikte batterijen
Gebruik in deze camera uitsluitend AA-formaat alkaline-
batterijen of nikkel-metaalhydride batterijen.
AA-formaat mangaanbatterijen of NiCd-batterijen zijn niet
geschikt voor de FinePix S5000, omdat ze te veel warm-
te ontwikkelen, wat onjuiste werking of beschadiging van
de camera kan veroorzaken.
De capaciteit van alkalinebatterijen varieert met het merk,
terwijl de gebruiksduur (de tijd gedurende welke ze ener-
gie kunnen leveren) van de batterijen die u aanschaft aan-
zienlijk korter kan zijn dan die van de bij de camera gele-
verde alkalinebatterijen.
Wenken voor het gebruik van batterijen
Worden batterijen onoordeelkundig gebruikt, dan kunnen ze
gaan lekken, heet worden, ontbranden of barsten. Houd u bij
het gebruik van batterijen aan onderstaande punten.
Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in
het vuur.
Vervoer batterijen nooit en berg ze ook niet op samen met
metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarpennen,
die de pluspolen (+) en minpolen () van de batterijen kun-
nen kortsluiten.
Stel batterijen niet bloot aan zoet of zout water en zorg er
met name voor dat de contacten droog blijven.
Probeer nooit batterijen te vervormen, uit elkaar te halen of
aan te passen.
Probeer niet de isolatiemantel van batterijen te verwijderen,
of de isolatiemantel in te snijden.
Laat batterijen niet vallen, sla er niet op en stel ze ook niet
op andere manieren bloot aan zware schokken.
Gebruik geen batterijen die lekken, vervormd of verkleurd
zijn of andere duidelijke afwijkingen vertonen.
Berg batterijen niet op in zeer warme of vochtige ruimten.
Houd batterijen buiten het bereik van babys en kleine kinderen.
Zet batterijen vooral in de juiste stand in de camera, waarbij u
zich houdt aan de plus- en min-indicaties in het camerahuis.
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik in het geval van heroplaadbare batterijen nooit
geladen en ontladen batterijen door elkaar. Gebruik geen
batterijen van verschillende soorten en merken door elkaar.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken,
haal dan de batterijen uit de camera. (Bedenk wel dat wan-
neer u de camera zonder batterijen opbergt, de datum- en
tijdinstellingen verloren gaan.)
Batterijen kunnen onmiddellijk na gebruik warm aanvoelen.
Schakel de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afge-
koeld, voordat u de batterijen er uit haalt.
Gebruik bij het vervangen van batterijen altijd twee nieuwe
batterijen. Onder "nieuw" wordt hier verstaan: recent aan-
geschafte, ongebruikte alkalinebatterijen of een paar AA-
formaat NiMH-batterijen (nikkel-metaalhydride batterijen)
die nog kort geleden gezamenlijk opgeladen werden.
Bij lage temperaturen (+ 10
O
C of lager) neemt de lading
van batterijen aanzienlijk af, en daarmee ook de tijd dat
ze kunnen worden gebruikt. Dit geldt in het bijzonder voor
alkalinebatterijen. Houd bij koud weer de batterijen warm
in uw jaszak of broekzak en zet ze pas weer in de camera
op het moment dat u gaat fotograferen. Houd u de batterij-
en warm met een warmtekussen, zorg er dan voor dat de
batterijen niet in direct aanrakingscontact komen met het
kussen.
Iets over de voeding
98
Vettigheid, zoals van achtergebleven vingerafdrukken, op
de batterijcontacten kan het aantal opnamen dat u met de
batterijen kunt maken aanzienlijk verminderen. Wrijf de
batterijcontacten met een zachte, droge doek zorgvuldig
schoon voordat u de batterijen in de camera zet.
Wrijf het batterijcompartiment, als batterijvloeistof uit
de batterijen is gelekt, onmiddellijk grondig schoon
en zet nieuwe batterijen in de camera.
Reinig uw huid of kleding, indien die met batte-
rijvloeistof in aanraking zijn geweest, grondig met
water. Bedenk wel dat wanneer batterijvloeistof in de
ogen terecht komt dat verlies van het gezichtsver-
mogen tot gevolg kan hebben. Komt er batterijvloei-
stof in uw ogen terecht, wrijf dan niet in uw ogen,
maar spoel de ogen grondig met schoon water en
roep medische hulp in.
Wenken voor het juiste gebruik van AA-formaat NiMH-batte-
rijen en de heroplaadbare batterij NH-10
AA-formaat NiMH-batterijen en de heroplaadbare batterij
NH-10 (hierna verder aan te duiden als NiMH-batterijen)
zijn als voedingsbron voor een digitale camera superieur
aan alkalinebatterijen, in die zin dat u er meer opnamen
mee kunt maken. Om er voor te zorgen dat NiMH-batte-
rijen hun oorspronkelijke karakteristieke eigenschappen
behouden, dient u er op de juiste wijze mee om te gaan.
NiMH-batterijen die lange tijd ongebruikt opgeslagen blij-
ven, kunnen "gedeactiveerd" raken. Ook kan herhaald
opladen van slechts gedeeltelijk ontladen NiMH-batterij-
en tot gevolg hebben dat het "geheugeneffect" optreedt.
NiMH-batterijen die "gedeactiveerd" zijn of het "geheu-
geneffect" vertonen leveren, nadat ze opgeladen zijn,
maar gedurende korte tijd energie. Om dit probleem te
voorkomen, moet u dergelijke batterijen met de functie
"Discharging rechargeable batteries" (Ontladen van her-
oplaadbare batterijen) van de camera enkele malen ont-
laden en opladen. Door deze cyclus een aantal malen te
herhalen kan de tijdelijke verslechtering van de karakte-
ristieke eigenschappen als gevolg van het "geheugenef-
fect" of door "deactivering" teniet worden gedaan en de
oorspronkelijke eigenschappen worden hersteld.
Deactivering en geheugeneffect zijn kenmerkend voor
NiMH-batterijen. Zie blz. 99 voor de wijze waarop u her-
oplaadbare batterijen kunt ontladen.
Gebruik de functie "Discharging rechargeable batteries"
(Ontladen van heroplaadbare batterijen) NIET voor alka-
linebatterijen.
Gebruik voor het opladen van AA-formaat NiMH-batterijen
altijd het speciale batterijlaadapparaat (los verkrijgbaar).
Laad de batterijen zoals dat is beschreven in de bij het
batterijlaadapparaat geleverde gebruiksaanwijzing.
Gebruik het batterijlaadapparaat (los verkrijgbaar) niet om
er andere batterijen mee op te laden dan die waarvoor het
laadapparaat bedoeld is.
Onthoud ook dat batterijen onmiddellijk nadat ze opgela-
den zijn warm kunnen aanvoelen.
De elektronica van de camera functioneert zo dat er altijd
een geringe hoeveelheid stroom vloeit, ook als de came-
ra uitgeschakeld is. U moet AA-formaat NiMH-batterijen
dan ook nooit gedurende lange tijd achtereen in de came-
ra laten zitten, omdat ze dan te diep ontladen worden en
daarna, ook als u probeert ze eerst op te laden, niet lan-
ger bruikbaar zijn.
Ook als de AA-formaat NiMH-batterijen niet worden
gebruikt, zullen ze geleidelijk hun lading verliezen, zodat
u ze minder lang kunt gebruiken.
De kwaliteit van NiMH-batterijen verslechtert snel als ze te
diep ontladen worden (bijvoorbeeld als de batterijen ont-
laden worden in een flitser). Gebruik om de batterijen te
ontladen de functie "Discharging rechargeable batteries"
(Ontladen van heroplaadbare batterijen) waarover de
camera beschikt.
NiMH-batterijen hebben een beperkte bruikbare levens-
duur. Een batterij die na een aantal herhaalde
ontlaad/laadcycli nog maar gedurende een korte tijd ener-
gie levert, heeft waarschijnlijk het einde van zijn bruikba-
re levensduur bereikt.
Wenken voor het gebruik van de lichtnetadapter
Gebruik voor uw digitale camera FinePix S5000 uitsluitend
de Lichtnetadapter AC-5VH / AC-5VHS. Bij gebruik van ande-
re typen lichtnetadapters dan de AC-5VH / AC-5VHS kan uw
digitale camera beschadigd raken.
De lichtnetadapter werd uitsluitend voor gebruik binnens-
huis ontworpen.
Steek de gelijkspanningsplug vooral stevig helemaal in de
gelijkspanningsconnector DC IN van de digitale FUJIFILM
camera.
Schakel de digitale FUJIFILM camera uit voordat u het
aansluitsnoer van de lichtnetadapter loskoppelt van de
gelijkspanningsconnector van de digitale FUJIFILM came-
ra. Pak om het aansluitsnoer los te koppelen de gelijk-
spanningsplug vast en trek die uit de connector. Trek voor-
al niet aan het snoer.
Gebruik deze lichtnetadapter uitsluitend met het gespeci-
ficeerde apparaat en niet met andere apparaten.
Tijdens gebruik wordt de lichtnetadapter flink warm, maar
dat is normaal.
Probeer nooit de lichtnetadapter te demonteren, omdat
dat gevaar kan opleveren.
Gebruik de lichtnetadapter niet in ruimten met een hoge
temperatuur en hoge relatieve vochtigheid.
Laat de lichtnetadapter niet vallen en stel hem ook niet
bloot aan andere zware schokken.
Tijdens gebruik kan de lichtnetadapter een zoemend
geluid laten horen, dat is normaal.
Gebruikt u de lichtnetadapter in de buurt van een radio,
dan kan dat de ontvangst storen. Is dat het geval, dan sluit
u de lichtnetadapter ergens anders aan.
Iets over de voeding
99
Procedure voor het ontladen van heroplaadbare NiMH-batterijen
Gebruik de functie "Discharging rechargeable batteries" uitsluitend voor NiMH-batterijen (herop-
laadbare batterijen).
Gebruik de functie "Discharging rechargeable batteries" NIET voor alkalinebatterijen, omdat deze de
batterijen volledig zal ontladen.
De functie "Discharging rechargeable batteries" gebruikt u in de volgende situaties:
Als de batterijen, nadat ze op de normale wijze opgeladen zijn, maar gedurende een korte tijd gebruikt
kunnen worden.
Als de batterijen lange tijd niet gebruikt werden.
Als u nieuwe NiMH-batterijen aangeschaft heeft.
U mag de functie "Discharging rechargeable batteries" niet gebruiken als u de lichtnetadapter gebruikt. In deze
gevallen worden de NiMH-batterijen niet ontladen, omdat de elektrische voeding van buitenaf geleverd wordt.
1
1 3 2
2
1 2
3
1 2
(1) Druk op de "MENU/OK"-knop.
(2) Selecteer de functie "
F
"OPTION (Optie) met "d"
of "
c" en selecteer de functie "SET-UP" door op
"
a" of "b" te drukken.
(3) Druk op de "MENU/OK"-knop.
! Gebruik de functie "Discharging rechargeable batteries"
NIET met alkalinebatterijen.
(1) Selecteer de functie "DISCHARGE" (Ontladen)
met "
a" of "b".
(2) Druk op "
c".
(1) Selecteer "OK" met "
d" of "c".
(2) Druk op de "MENU/OK"-knop.
De inhoud van het scherm verandert en het ontladen
begint. Als het rode functiepictogram voor geringe
batterijlading begint te knipperen en het ontladen
beëindigd wordt, schakelt de camera zichzelf uit.
! Het ontladen duurt maximaal 15 uur.
! Om de ontlaadprocedure te beëindigen, drukt u op de knop
"BACK" (Terug).
100
Geheugenkaartjes
Het geheugenkaartje dat bij uw FinePix S5000 werd gele-
verd, is een nieuw ontwikkeld medium voor het opslaan
van beeldmateriaal (
xD-Picture Card) en speciaal bedoeld
voor gebruik in digitale cameras. Het geheugenkaartje
bestaat uit een halfgeleidergeheugen (NAND flash memo-
ry) waarin het digitale beeldmateriaal wordt opgeslagen.
Omdat het beeldmateriaal langs elektronische weg opge-
slagen wordt, kan het worden gewist en kunnen er weer
nieuwe beelden op worden opgeslagen.
Wilt u een nieuw geheugenkaartje gaan gebruiken, of een
geheugenkaartje dat werd geformatteerd met een PC, dan
moet u dat kaartje eerst in uw digitale camera formatteren
voordat u het kunt gebruiken.
Beveiligen van beeldmateriaal
In onderstaande situaties kan het voorkomen dat opgeno-
men beeldmateriaal wordt gewist (verloren gaat). Bedenk
wel dat FUJIFILM geen enkele aansprakelijkheid aanvaardt
voor het verloren gaan van opgenomen beeldmateriaal.
1. Als de
xD-Picture Card uit de camera genomen wordt
of de camera uitgeschakeld wordt tijdens het opnemen
of wissen van beeldmateriaal (met inbegrip van het for-
matteren van de
xD-Picture Card) of tijdens beeldwis-
seling bij de weergave.
2. Als de
xD-Picture Card door de eigenaar of door der-
den onoordeelkundig gehanteerd en gebruikt wordt.
Maak van belangrijk beeldmateriaal altijd reservekopieën
op andere media (magneto-optische schijf, CD-R, harde
schijf, enzovoort).
Iets over het gebruik van de xD-Picture Card
Houd xD-Picture Cards buiten het bereik van kleine kin-
deren. Zorg er bij het opbergen van
xD-Picture Cards
voor dat ze buiten het bereik van kleine kinderen blijven,
om te voorkomen dat een kaartje per ongeluk wordt inge-
slikt. Inslikken van een
xD-Picture Card kan verstikking
tot gevolg hebben. Raadpleeg, als per ongeluk een
xD-
Picture Card
werd ingeslikt, onmiddellijk een arts.
Houd de
xD-Picture Card vooral goed recht als u dat in de
camera steekt.
xD-Picture Cards behoren tot de elektronische precisie-
componenten. Oefen er geen grote druk op uit, stel ze niet
bloot aan schokken en voorkom doorbuigen.
Gebruik of berg
xD-Picture Cards niet op in ruimten met
hoge temperatuur of grote vochtigheid, of in een corrosieve
omgeving.
Zijn de contactvlakjes van het kaartje vuil geworden (stof,
vingerafdrukken, enzovoort) dan wrijft u ze schoon met
een zachte, droge doek.
Is het geheugenkaartje vuil geworden, dan wrijft u het
schoon met een zachte, droge doek.
Bewaar de
xD-Picture Card, als u hem bij u draagt of
opbergt, altijd in het met het kaartje geleverde antistati-
sche etui.
De
xD-Picture Card is gedurende lange tijd betrouwbaar
te gebruiken, maar zal uiteindelijk zijn eigenschappen om
beeldmateriaal op te slaan en weer te geven verliezen. Als
dat punt bereikt wordt, moet u het geheugenkaartje ver-
vangen door een nieuw exemplaar.
Haal nooit de
xD-Picture Card uit de camera en schakel
de camera ook niet uit tijdens het opslaan of wissen van
beelden (formatteren van de
xD-Picture Card) of tijdens
het wisselen van beelden. Dergelijke handelingen kunnen
de
xD-Picture Card beschadigen.
Gebruik geen andere
xD-Picture Cards dan die welke
voor de FinePix S5000 voorgeschreven zijn. Bij gebruik
van
xD-Picture Card van een ander fabrikaat dan FUJI-
FILM kan de kwaliteit van de camera niet worden gega-
randeerd.
Na langdurig opnemen en weergeven kan een
xD-Picture
Card
warm aanvoelen. Dat is normaal en wijst niet op een
defect.
Plak geen etiketten op een
xD-Picture Card. Dergelijke
etiketten kunnen loslaten en storingen veroorzaken als u
het kaartje in de camera zet of eruit haalt.
Kanttekeningen bij het gebruik van xD-Picture Cards
in een personal computer
Wanneer u wilt gaan fotograferen met een xD-Picture
Card
die werd gebruikt met een PC, dan moet u die xD-
Picture Card
eerst formatteren in de camera.
Formatteert u een
xD-Picture Card in de camera en gaat
u dan fotograferen en er beelden op opslaan, dan wordt
automatisch een directory (map) gemaakt. In deze direc-
tory (map) wordt later het beeldmateriaal opgeslagen.
Probeer niet vanuit de personal computer de namen van
de directory (map) of de bestandsnamen op de
xD-Picture
Card
te wijzigen of te verwijderen, omdat u daarmee de
xD-Picture Card ongeschikt maakt voor verder gebruik in
de camera.
Gebruik altijd de camera om beeldmateriaal van een
xD-
Picture Card
te verwijderen.
Kopieer het beeldmateriaal dat u wilt bewerken altijd eerst
naar de harde schijf van de computer en bewerk van daar-
uit het gekopieerde materiaal.
Kopieer alleen bestanden die voor gebruik in de camera
bestemd zijn.
Technische gegevens
Type Geheugenkaartje voor digitale
cameras (
xD-Picture Card).
Geheugentype NAND Flashgeheugen
Bedrijfscondities Temperatuur:
0
O
C tot 40
O
C
Relatieve vochtigheid:
80% of minder
(niet condenserend)
Afmetingen 25,0 mm x 20,0 mm x 2,2 mm
(b x h x d)
Kanttekeningen bij het gebruik van de xD-Picture Card
101
Vervang de batterijen door nieuwe of geheel opge-
laden batterijen.
Gebruik de flitser en gebruik voor bepaalde scè-
nes en functies een statief.
Is het beeld te donker, probeer dan de opname
op een afstand van circa 2 m te maken.
Maak de opname met het AF-geheugen.
U kunt de opname weliswaar maken, maar de
opname wordt niet goed belicht.
Zet een
xD-Picture Card in de juiste stand in de
camera.
Formatteer de xD-Picture Card in de camera.
Wrijf het contactvlak van de
xD-Picture Card
schoon met een zachte, droge doek. Misschien
moet u de
xD-Picture Card formatteren. Blijft de
foutmelding bestaan, dan moet u de
xD-Picture
Card
vervangen.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Wrijf het contactvlak van de xD-Picture Card
schoon met een zachte, droge doek. Misschien
moet u de
xD-Picture Card formatteren. Blijft de
foutmelding bestaan, dan moet u de
xD-Picture
Card
vervangen.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Wis enkele beelden of gebruik een xD-Picture
Card
met daarop voldoende vrije ruimte.
De beelden kunnen niet worden weergegeven.
Wrijf het contactvlak van de
xD-Picture Card
schoon met een zachte, droge doek. Misschien
moet u de
xD-Picture Card formatteren.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Filmbeelden weergeven is niet mogelijk.
(1) Steek een geformatteerde
xD-Picture Card in
de camera.
(2) Kies in het menu SET-UP voor de functie
FRAME NO. de optie "RENEW".
(3) Als u nu gaat fotograferen begint de beeld-
nummering met "100-0001".
(4) Kies in het menu SET-UP voor de functie
FRAME NO. de optie "CONT.".
(Brandt rood)
(Knippert rood)
Waarschuwingssignalen
c Onderstaande tabel geeft een overzicht van de waarschuwingssignalen in de LCD-monitor.
|
{
Verklaring Betekenis Remedie
De batterijen in de camera zijn volledig of
bijna uitgeput.
Omdat een lange sluitertijd is ingesteld,
bestaat de kans op bewegen van de camera.
Het AF (autofocussysteem kan niet goed
werken.
Buiten het regelbereik van de automatische
belichtingsregeling.
Er is geen
xD-Picture Card in de camera
gezet.
De xD-Picture Card is niet geformatteerd.
De contacten van de
xD-Picture Card zijn
vuil.
Camerafout
De contacten van de
xD-Picture Card zijn vuil.
De
xD-Picture Card is beschadigd.
De
xD-Picture Card is verkeerd gefor-
matteerd.
Camerafout
Op de
xD-Picture Card is geen ruimte
meer beschikbaar.
Het bestand dat wordt weergegeven werd
niet op de juiste wijze opgeslagen.
De contacten van de
xD-Picture Card zijn
vuil.
Camerafout
U heeft geprobeerd filmbeelden weer te
geven die niet werden gefotografeerd met
deze camera.
Het beeldnummer 999-9999 is bereikt.
Diafragma/
sluitertijd indicatie
(Brandt rood)
102
Steek de xD-Picture Card opnieuw in de came-
ra of schakel de camera uit en weer in. Neem,
als de fout blijft bestaan, contact op met uw FUJI-
FILM-dealer.
Gebruik een nieuwe
xD-Picture Card.
Beveiligde bestanden kunt u niet wissen, daarvoor
moet u eerst de beveiliging opheffen.
Het maximale aantal beelden waarvoor u op
dezelfde xD-Picture Card afdrukken kunt specifi-
ceren, is 999.
Kopieer de beelden waarvoor u afdrukken wilt spe-
cificeren naar een andere
xD-Picture Card en
specificeer vervolgens de DPOF-instellingen.
Schakel de camera weer in en let op dat u niet de
lens aanraakt.
Schakel de camera uit en weer in.
Het gesproken commentaar kunt u niet afspelen.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Zet in het functiemenu SET-UP de functie CCD-
RAW op "OFF" (zie blz. 73).
DPOF afdrukken is met dit beeld niet mogelijk.
Gebruik een
xD-Picture Card die in de camera
werd geformatteerd.
Waarschuwingssignalen
Verklaring Betekenis Remedie
Het beeldmateriaal kon niet worden opge-
slagen als gevolg van een fout in de
xD-
Picture Card
of een fout in de verbinding
tussen de
xD-Picture Card en de camera.
Het gefotografeerde beeld kan niet wor-
den opgeslagen, omdat het niet in de
beschikbare ruimte op de
xD-Picture
Card
past.
U heeft geprobeerd een beveiligde opname
te wissen.
U heeft getracht DPOF instellingen te spe-
cificeren voor meer dan 1000 beelden.
Camera storing of defect.
Bestand met het gesproken commentaar
is verminkt.
Camerafout.
In het functiemenu SET-UP is de functie
CCD-RAW ingesteld op "ON".
Getracht werd DPOF-instellingen te specifi-
ceren voor een beeld dat niet geschikt is
voor DPOF
De timing voor het opslaan was verkeerd
omdat de
xD-Picture Card werd geformat-
teerd op een computer.
103
Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
Zet de batterijen in de juiste stand in de camera.
Sluit het deksel van het batterijcompartiment
goed.
Steek de lichtnetadapter weer in het stopcontact.
Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
Houd de batterijen warm in uw jaszak of op een
andere warme plaats en zet ze vlak voordat u
gaat fotograferen terug in de camera.
Wrijf de contacten schoon met een droge scho-
ne doek.
Zet nieuwe batterijen in de camera.
Zet een
xD-Picture Card in de camera.
Zet een nieuwe xD-Picture Card in de camera
of wis een aantal overbodig geworden opnamen.
Formatteer de xD-Picture Card.
Reinig het contactvlak van de
xD-Picture Card
met een schone, droge doek.
Zet een nieuwe xD-Picture Card in de camera.
Schakel de camera weer in.
Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
De flitser instellingen zijn beperkt omdat de camera
instellingen zijn aangepast aan de te fotograferen
scène. Kies voor een groter aantal flitser instellin-
gen een andere fotografische functie.
Kies een andere fotografische functie.
Kies als flitserfunctie Auto, Onderdrukken rode
ogen of Invulflitsen (met sommige functies kan
de flitser niet worden gebruikt).
Wacht tot de flitser geheel geladen is voordat u
de ontspanknop indrukt.
Zet een stel nieuwe of geheel geladen batterij-
en in de camera.
Zet de functie repeterende opnamen op OFF (Uit).
Stel in het functiemenu Fotograferen gevoelig-
heid 400 of minder in.
Kies voor repeterende opnamen een functie
anders dan Langdurige repeterende opnamen.
Zorg ervoor dat u binnen het effectieve flitsbe-
reik blijft.
Houd de camera op de juiste wijze vast.
Maak de lens schoon.
Probeer de opname te maken op een afstand
van circa 2 m van het onderwerp.
Schakel de macrofunctie uit.
Selecteer de macrofunctie.
Maak de opname met het AE/AF-geheugen.
Storingen opheffen
c
Controleer voordat u de camera ter reparatie aanbiedt, de volgende punten:
Probleem Oorzaak Remedie
Batterijen uitgeput.
Batterijen verkeerd in de camera gezet.
Het batterijcompartiment is niet goed
gesloten.
De stekker van de lichtnetadapter zit niet
meer in het stopcontact.
De batterijen zijn uitgeput.
De camera wordt bij erg koud weer
gebruikt.
De contacten van de batterijen zijn vuil.
De batterijen kunnen niet meer worden
opgeladen.
U heeft geen
xD-Picture Card in de
camera gezet.
De
xD-Picture Card is vol.
De xD-Picture Card is niet geformatteerd.
Het contactvlak van de xD-Picture Card
is vuil.
De xD-Picture Card is beschadigd.
De camera werd gedurende 2 minuten
niet gebruikt.
De batterijen zijn uitgeput.
De functie SP (Motiefprogrammas) is
geselecteerd.
Als fotografische functie is Auto, SP
(Motiefprogrammas) of M (Handinstelling)
gekozen.
De flitser is uitgeschakeld.
Ontspankop ingedrukt terwijl de flitser
werd opgeladen.
De batterijen zijn uitgeput.
De functie repeterende opnamen is inge-
steld.
Als gevoeligheid is 800 (fotograferen met
hoge gevoeligheid) ingesteld.
Voor repeterende opnamen is
"Langdurige repeterende opnamen"
ingesteld.
Het onderwerp is te ver weg.
U hield uw vinger voor de flitser of de flit-
sersensor.
De lens is vuil.
Het gefotografeerde onderwerp was te
donker.
U heeft een ver verwijderd object gefoto-
grafeerd terwijl de camera in de stand
Macro stond.
U heeft een close-up gemaakt zonder de
macrofunctie te selecteren.
U probeert een onderwerp te fotografe-
ren dat niet geschikt is voor automatisch
scherpstellen (AF).
Geen elektrische voeding.
De voedingsspanning
schakelt uit tijdens
gebruik.
De batterijen raken snel
leeg.
Als ik de ontspanknop
indruk, wordt er geen foto
gemaakt.
De flitser instellingen zijn
beperkt en kunnen niet
worden geselecteerd.
Belichtingscompensatie is
niet mogelijk.
Fotograferen met de flit-
ser is niet mogelijk.
Alleen de flitserfunctie
"Flitser uit" is instelbaar.
De kwaliteit "6M" is niet
instelbaar.
Het weergegeven beeld is
te donker, ook van geflit-
ste opnamen.
Het weergegeven beeld is
wazig.
104
Dit is een karakteristieke eigenschap van CCDs
en wijst niet op een fout in de camera.
Wrijf het contactvlak van de
xD-Picture Card
schoon met een schone, droge doek.
Hef de beveiliging op met de camera waarmee
de beveiliging werd ingesteld.
Verwijder kortstondig de batterijen of koppel de
lichtnetadapter af. Zet de batterijen opnieuw in
de camera of sluit de lichtnetadapter weer aan
en probeer het opnieuw.
Vervang de batterijen door nieuwe of geheel
geladen batterijen.
Sluit camera en TV-ontvanger op de juiste wijze
op elkaar aan.
Sluit camera en TV-ontvanger op de juiste wijze
op elkaar aan.
Stel als TV-ingang "VIDEO" in.
Stel het volume in.
Stel het volume in.
Let op dat u tijdens fotograferen/opnemen niet
de microfoon afdekt.
Let op dat u niet de luidspreker afdekt.
Sluit het USB-kabeltje op de juiste wijze op PC
en camera aan.
Schakel de PC in.
Verwijder kortstondig de batterijen of koppel de
lichtnetadapter af. Zet de batterijen opnieuw in
de camera of sluit de lichtnetadapter weer aan
en probeer het opnieuw.
Zet de cameraschakelaar in de stand fotografe-
ren en wacht tot de camera opnameklaar is (in
de LCD-monitor is dan een beeld zichtbaar)
voordat u de camera uitschakelt.
Storingen opheffen
c
Controleer voordat u de camera ter reparatie aanbiedt, de volgende punten:
Probleem Oorzaak Remedie
De opname werd gemaakt met een lange
sluitertijd (lange belichting) en in een zeer
warme omgeving.
Het contactvlak van de xD-Picture Card
is vuil.
Het is mogelijk dat sommige beelden
beveiligd zijn.
Storing in de camera.
De batterijen zijn uitgeput.
Het A/V-kabeltje was aangesloten tijdens
het weergeven van filmbeelden.
De camera is niet goed aangesloten op
de TV-ontvanger.
Als TV-ingang is "TV" ingesteld.
Het volume van de TV-ontvanger is laag
ingesteld.
Het volume van de camera is te laag
ingesteld.
De microfoon was geblokkeerd tijdens
fotograferen/opnemen.
De luidspreker is tijdens het afspelen
afgedekt.
U heeft het speciale USB-kabeltje niet
goed op de PC of op de camera aange-
sloten.
U heeft de PC niet ingeschakeld.
In de camera heeft zich een onverwacht
probleem voorgedaan.
De camera werd te snel uitgeschakeld
nadat de cameraschakelaar in de stand
fotograferen wed gezet.
Er zitten stipjes in het
beeld.
Formatteren van de xD-
Picture Card lukt niet.
De functie FRAME
ERASE (Eén beeld wis-
sen) wist het beeld niet.
De functie ERASE ALL
wist niet alle beelden.
Als ik de functieknop
gebruik, gebeurt er niets.
Geen beeld of geluid op
de TV-ontvanger.
De camera laat geen
enkel geluid horen.
Als de camera aangeslo-
ten is op een personal
computer (PC), verschijnt
het gefotografeerde beeld
in de LCD-monitor van de
camera.
De camera werkt niet
goed meer.
De lens trekt zich niet
terug als de camera uit-
geschakeld wordt.
105
Technische gegevens (FinePix S5000)
Systeem
Model Digitale camera FinePix S5000
Aantal effectieve pixels 3,1 miljoen pixels.
Beeldopneemelement 1/2,7 inch CCD HR in een geïnterlinieerd patroon.
Totaal aantal pixels: 3,14 miljoen.
Aantal opgeslagen pixels Stilstaande beelden: 2816 x 2120 pixels / 2048 x 1536 pixels /
1600 x 1200 pixels / 1280 x 960 pixels (6M, 3M, 2M, 1M).
Filmbeelden: 320 x 240 pixels (30 beelden per seconde, met mono geluid).
Opslagmedium xD-Picture Card (16 MB, 32 MB, 64 MB, 128 MB, 256 MB, 512 MB).
Bestandstype Stilstaande beelden: Gecomprimeerd: JPEG (EXIF versie 2.2).
Ongecomprimeerd: CCD-RAW (RAF)
*DPOF-compatibele (DPOF = Design rule for Camera
File system = ontwerpnormen voor camera bestandssy-
stemen).
Filmbeelden: Bestandstype AVI, Motion JPEG.
Audio: Bestandstype WAVE, mono geluid.
Lens Fujinon 10X optische zoomlens.
Diafragma: F2,8 F8 (groothoek) / F3,2 F9 (tele).
Diafragma F2,8 F8; 10 stappen van 1/3 EV. Handmatig / Auto kiesbaar.
Brandpuntsafstand f = 5,7 mm 57 mm
(komt overeen met een 37 mm 370 mm lens van een kleinbeeldcamera).
Scherpstelbereik Normaal: Groothoek: circa 0,9 m oneindig.
Tele: circa 2,0 m oneindig
Macro: Groothoek: circa 1,0 m 2,0 m.
Tele: circa 0,9 m 2,0 m
Sluitertijden Auto: 2 s 1/2000 s
Handmatig: 2 s 1/2000 s
Scherpstelling DDL contrastdetectiesysteem. Autofocus. Handmatig scherpstellen.
Gevoeligheid Handmatig: Komt overeen met ISO 200 / 400 / 800 (beeldkwaliteit vast inge-
steld op 1M voor opnamen gemaakt met ISO 800).
Auto: Komt overeen met ISO 160 200 (Flitser uitgeschakeld)
Komt overeen met ISO 200 400 (Flitser ingeschakeld).
Belichtingsmeting DDL-gestuurde lichtmeting aan 64 zones. Multi-meting, Spotmeting
Gemiddelde waardemeting.
Belichtingsregeling Programmagestuurde automatische belichtingsregeling. (AUTO, P, SP),
Sluitertijdvoorkeuze Auto, Diafragmavoorkeuze Auto, Handinstelling.
Belichtingscompensatie 2,0 EV tot + 2,0 EV in stappen van 1/3EV (bij handinstelling).
Witbalans AUTO (
B
, SP)
7 instelbare functies bij handinstelling.
Zoeker 0,33 inch elektronische zoeker. 114.000 pixels.
LCD-monitor 1,5 inch; lagetemperatuur polysilicium TFT, 114.000 pixels. Beeldveld: 90 %.
Flitser Automatische flitser met flitsersensor.
Effectief flitsbereik:Groothoek: circa 0,3 m 6,0 m (Macro: circa 0,3 m 2,0 m)
Tele: circa 0,8 m 5,5 m
Flitserfuncties: autoflitsen, onderdrukken van rode ogen, invulflitsen, flitser uit,
synchronisatie met lange sluitertijd, onderdrukken van rode ogen
+ synchronisatie met lange sluitertijd.
Zelfontspanner Vertragingstijd: 10 seconden.
Video-uitgang NTSC of PAL (instelbaar)
Connectors in en uit.
A/V-uitgangsconnector Connector 2,5 mm Ø
L
(USB) connector Voor dataverkeer met een computer.
Gelijkspanningsconnector
Connector voor het voorgeschreven type lichtnetadapter AC-5VH / AC-5VHS
DC IN (los verkrijgbaar).
106
Elektrische voeding en overige
Elektrische voeding U heeft een van de volgende typen batterijen / lichtnetadapters nodig:
Vier stuks AA-formaat alkalinebatterijen.
Vier stuks AA-formaat NiMH-(nikkel-metaalhydride)batterijen (los verkrijgbaar).
Lichtnetadapter AC-5VH / AC-5VHS (los verkrijgbaar).
Aantal mogelijke Soort Batterij Met LCD-monitor Aan Met zoeker (EVF) Aan
opnamen met de
Alkalinebatterijen Circa 260 opnamen Circa 270 opnamen
batterij(en) NiMH-batterijen 2100 mAh Circa 420 opnamen Circa 440 opnamen
De hier vermelde aantallen opnamen bij batterijgebruik zijn richtgetallen voor het aantal opna-
men dat achter elkaar kan worden gemaakt. Deze aantallen werden vastgesteld volgens de
FUJIFILM standaard testprocedures.
Gebruikte batterijen: Bij gebruik van de bij de camera geleverde alkalinebatterijen.
Bij gebruik van volledig opgeladen NiMH-batterijen.
Testcondities: Vastgesteld bij normale temperatuur en de helft van de opnamen geflitst.
Opmerking: Het aantal beschikbare opnamen is afhankelijk van de capaciteit van de alkaline-
batterijen en de ladingsgraad van de NiMH-batterijen. Derhalve geeft FUJIFILM
geen enkele garantie met betrekking tot de hier verstrekte aantallen opnamen
bij gebruik van batterijen. Onthoud ook dat bij lage temperaturen het aantal
beschikbare opnamen geringer is.
Bedrijfscondities Temperatuur: 0
O
C tot + 40
O
C. Relatieve vochtigheid: 80 % of minder (niet con-
denserend).
Afmetingen camerahuis 112,7 mm x 81,1 mm x 79,3 mm
(b x h x d) (zonder accessoires en bevestigingsmiddelen).
Massa (gewicht) camerahuis
Circa 337 g (zonder accessoires, batterijen en xD-Picture Card).
Massa (gewicht) gebruiksklaar
Circa 479 g (met batterijen en xD-Picture Card).
Accessoires Zie blz. 7.
Optionele accessoires Zie blz. 95.
Aantal beschikbare opnamen / Opnametijd per xD-Picture Card
Het aantal beschikbare opnamen, de opnametijd of de bestandsgrootte variëren enigszins met het gefotografeerde onderwerp.
Opgemerkt dient te worden dat het verschil tussen het standaard aantal beschikbare opnamen en het daadwerkelijke aantal
beschikbare opnamen groter wordt naarmate de
xD-Picture Card een grotere opslagcapaciteit heeft.
Kwaliteit 6M 3M 2M 1M CCD-RAW Filmbeelden
Aantal opgeslagen pixels 2816x2120 2048x1536 1600x1200 1280x960 2816x2120 320x240
Beeldformaat 1,5 MB 780 KB 630 KB 470 KB 6,7 MB -
DPC-16 (16 MB) 10 19 25 33 2 26 sec.
DPC-32 (32 MB) 21 40 50 68 4 54 sec.
DPC-64 (64 MB) 43 81 101 137 9 109 sec.
DPC-128 (128 MB) 86 162 204 275 18 219 sec.
DPC-256 (256 MB) 173 325 409 550 37 7,3 min.
DPC-512 (512 MB) 347 651 818 1101 75 14,6 min.
*Wijzigingen in uitvoering en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
FUJIFILM aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor fouten in deze gebruiksaanwijzing.
*De LCD-monitor van uw camera werd vervaardigd met geavanceerde, uiterst precieze technologieën. Maar in weerwil
daarvan kunnen in de LCD-monitor kleine heldere punten en verkeerde kleuren optreden (met name rond tekst). Dit zijn
normale karakteristieke eigenschappen van de LCD-monitor en wijzen niet op een defect ervan. In het opgeslagen beeld
worden deze verschijnselen niet zichtbaar.
*In digitale cameras kunnen functiefouten optreden die veroorzaakt worden door sterke hoogfrequent stoorsignalen, elek-
trische velden, statische elektriciteit, netstoringen, enzovoort.
*Als gevolg van karakteristieke eigenschappen van de lens kunnen de randen van het gefotografeerde beeld vertekenin-
gen te zien geven. Dat is normaal en wijst niet op een fout.
Technische gegevens
107
AF/AE-geheugen:
Bij de FinePix S5000 worden, als de ontspanknop half wordt ingedrukt, de gemeten scherpstelling en belichting vastgehouden
(AF en AE-geheugen). Stelt u scherp op een onderwerp dat niet in het beeldmidden staat of wanneer u de beeldcompositie wij-
zigt nadat de belichting is ingesteld, dan kunt u goede resultaten bereiken door de beeldcompositie te wijzigen nadat de AF en
AE-instellingen vastgehouden.
Automatische camera-uitschakeling:
Wordt de camera op de een of andere manier gedurende 30 seconden niet gebruikt, dan schakelt deze functie voorzieningen zoals
de LCD-monitor uit (sluimerfunctie) om te voorkomen dat de batterij uitgeput raakt en om het energiegebruik te verminderen
wanneer de lichtnetadapter aangesloten is. Wordt de camera daarna nog eens gedurende een bepaalde periode niet gebruikt,
dan wordt de camera automatisch uitgeschakeld. Bij deze camera kan die periode worden ingesteld op 2 of 5 minuten.
De Automatische camera-uitschakeling komt niet in actie wanneer de camera is aangesloten op een PC, tijdens automatisch
weergeven of tijdens het instellen (Setup) van de camera.
Beeldsnelheid (Frame rate of fps):
In de eenheid "fps" wordt uitgedrukt hoeveel beelden (frames) per seconde worden weergegeven. Bijvoorbeeld u fotografeert
reeksen filmbeelden met een snelheid van 10 beelden per seconde, technische schrijfwijze: 10 fps. Ter vergelijking: TV-beelden
worden afgespeeld met 30 fps.
DPOF:
Digital Print Order Format = Digitale afdrukbestelling
DPOF is een bestandstype waarmee informatie kan worden vastgelegd op een opslagmedium (geheugenkaartjes, enzovoort)
en waarmee u kunt specificeren welke van de met de digitale camera gemaakte opnamen moeten worden afgedrukt, met daar-
bij het aantal afdrukken van elke opname.
EV:
EV (Exposure Value = belichtingswaarde) is een eenheid die de belichting aangeeft. De EV wordt bepaald door de helderheid
van het onderwerp en gevoeligheid (snelheid) van de film of van de CCD. Het getal is groter voor heldere onderwerpen en klei-
ner voor donkere onderwerpen. Verandert de helderheid van het onderwerp, dan houdt een digitale camera de hoeveelheid licht
die op de CCD binnenvalt op een constant niveau door diafragma en sluitertijd bij te stellen. Verdubbelt de hoeveelheid licht die
op de CCD binnenvalt dan neemt de EV toe met 1 (één). Op dezelfde wijze neemt de EV af met 1 (één) als de hoeveelheid
binnenvallend licht wordt gehalveerd.
Gedeactiveerde batterijen:
Worden een NiMH-batterij gedurende langere tijd opgeslagen, dan kan daardoor de hoeveelheid stoffen die de stroomdoorgang
door de batterij belemmeren zodanig toenemen dat de batterij in een rusttoestand komt te verkeren. Een batterij die in deze toe-
stand verkeert, wordt aangeduid met "gedeactiveerd".
Omdat de stroomdoorgang in een gedeactiveerde batterij belemmerd wordt, kan het oorspronkelijke prestatieniveau niet meer
gehaald worden.
Geheugeneffect:
Wordt een NiMH-batterij veelvuldig opgeladen zonder geheel ontladen te zijn, dan nemen de prestaties daardoor af tot onder
het normale niveau. Dit verschijnsel wordt aangeduid met "geheugeneffect".
JPEG:
Joint Photographic Experts Group
Een bestandstype voor het comprimeren en opslaan van kleurenbeelden. De compressiefactor is instelbaar, maar hoe groter
de compressiefactor, hoe geringer de beeldkwaliteit van het vergrote beeld.
Motion JPEG:
Een soort AVI-bestandstype (AVI = Audio Video Interleave) dat beeld en geluid als een enkel bestand behandelt. De beelden
in het bestand worden opgeslagen in het bestandstype JPEG. Motion JPEG-bestanden kunnen worden afgespeeld met
QuickTime 3.0 of later.
PC-kaart:
Een algemene term voor computerkaarten die voldoen aan de PC Card Standard.
PC Card Standard:
Een door de PCMCIA opgestelde norm voor PC-kaarten.
PCMCIA:
De afkorting van Personal Computer Memory Card International Association (V.S.).
Smear:
Een verschijnsel, dat specifiek bij CCDs optreedt. Daarbij verschijnen bij opnamen onder een zeer sterke lichtbron, zoals de
zon of gereflecteerd zonlicht, witte vegen in het beeld.
WAVE:
Een norm die op Windows systemen wordt gebruikt voor het opslaan van geluidsmateriaal. WAVE-bestanden worden geken-
merkt door de bestandstoevoeging ".WAV" en het geluidsmateriaal kan worden opgeslagen in gecomprimeerde of in onge-
comprimeerde vorm. In deze camera wordt het geluidsmateriaal ongecomprimeerd opgeslagen.
WAVE-bestanden kunnen worden afgespeeld op personal computers waarop de volgende software is geïnstalleerd:
Windows: MediaPlayer.
Macintosh: QuickTime Player (QuickTime 3.0 of later)
Witbalans:
Wanneer de helderheid van het licht verandert, past het menselijk oog zich zo aan dat een wit object er nog steeds wit uitziet.
Apparaten zoals digitale cameras daarentegen zien een wit object pas als wit als eerst de witbalans is aangepast aan de kleur
van het heersende licht. Dit wordt "instellen van de witbalans" genoemd. Een functie die de witbalans automatisch aanpast, wordt
Automatische witbalans genoemd.
Exif Print Format is een nieuw ontwikkeld bestandstype voor digitale cameras dat voor optimaal afdrukken een grote ver-
scheidenheid van fotografische informatie kan bevatten.
Verklarende woordenlijst
108
Veiligheid
Lees de volgende veiligheidsvoorschriften en de
gebruiksaanwijzing vooral aandachtig door ten-
einde u met de juiste bediening van de FinePix
S5000 vertrouwd te maken.
Bewaar de gebruiksaanwijzing als u hem heeft
doorgelezen, op een zodanige plaats dat u hem
later altijd nog eens kunt raadplegen.
Iets over de pictogrammen
In deze gebruiksaanwijzing zijn een aantal picto-
grammen afgebeeld. Deze pictogrammen moeten er
toe bijdragen dat u de camera veilig en op de juiste
wijze gebruikt, zodat u als gebruiker en andere per-
sonen geen letsel wordt toegebracht en beschadi-
ging van apparatuur of andere objecten wordt voor-
komen.
Geeft aan dat negeren van
deze informatie de dood
of ernstig letsel tot gevolg
kan hebben.
Geeft aan dat negeren van
deze informatie persoon-
lijk letsel of materiële
schade kan veroorzaken.
Met onderstaande pictogrammen wordt de aard van
de informatie aangegeven waarmee rekening moet
worden gehouden.
Driehoekige pictogrammen wijzen de
gebruiker op informatie die speciale
aandacht verdient ("Belangrijk").
Ronde pictogrammen met een schuine
balk er door geven aan dat de aange-
geven handeling niet is toegestaan
("Niet toegestaan").
Opgevulde cirkels betekenen dat u
als gebruiker een handeling moet
verrichten ("Vereist").
WARNING
WAARSCHUWING
CAUTION
LET OP
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit
het stopcontact
Schakel de camera uit en koppel de voeding
(batterijen of lichtnetadapter) af en trek de
lichtnetadapter uit het stopcontact wanneer
zich een storing voordoet.
Gebruik de camera niet als er rook uit komt,
een ongewone geur verspreidt of in een ande-
re abnormale toestand verkeert die brand kan
veroorzaken of het gevaar van een elektrische
schok kan opleveren.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Zorg er voor dat geen water of vreemde
voorwerpen in de camera binnendringen.
Schakel de camera uit als er water of een
vreemd voorwerp in is binnengedrongen en
koppel vervolgens de voeding (batterij of licht-
netadapter) af en trek de lichtnetadapter uit
het stopcontact.
Voortgezet gebruik kan brand veroorzaken of het
gevaar van een elektrische schok opleveren.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Gebruik de camera nooit in de badkamer
of in de douche.
Dit kan brand veroorzaken of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
Probeer niet de camera aan te passen of
te demonteren. Open ook nooit het came-
rahuis.
Gebruik de camera ook niet meer als u die
heeft laten vallen of het camerahuis
beschadigd is.
Dit kan brand veroorzaken of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Probeer niet de kabels aan te passen, te
verhitten of ze in elkaar te draaien, trek er
niet onnodig hard aan en plaats er geen
zware voorwerpen op.
Dergelijke handelingen kunnen de kabels
beschadigen wat brand of een elektrische
schok tot gevolg kan hebben.
Neem als een kabel beschadigd is contact
op met uw FUJIFILM-dealer.
Leg de camera niet op een instabiel vlak.
De camera kan vallen of omvallen en letsel
veroorzaken.
Probeer nooit te fotograferen terwijl u zich
voortbeweegt.
Gebruik deze camera nooit terwijl u wandelt,
een auto of een ander voertuig bestuurt,
omdat u daarbij kunt vallen of bij een ver-
keersongeluk betrokken kunt raken.
Raak tijdens een onweer nooit de metalen
delen van de camera aan.
U loopt daarbij het gevaar van een elektrische
schok als gevolg van door de bliksem geïn-
duceerde spanningen.
Gebruik de batterijen uitsluitend op de
voorgeschreven wijze.
Zet de batterijen vooral in de juiste stand (als
aangegeven door de + en tekens) in het bat-
terijcompartiment.
Niet demonteren
Niet in natte ruimten
109
Veiligheid
LET OP
Gebruik de camera niet op plaatsen
waar zich oliedampen, stoom, vocht
en stof kunnen ontwikkelen.
Dit kan brand veroorzaken of een elek-
trische schok tot gevolg hebben.
Laat de camera niet achter op plaat-
sen met extreem hoge temperaturen.
Laat de camera niet achter in een afge-
sloten auto of in het volle zonlicht.
Dit kan brand veroorzaken.
Houd xD-Picture Cards buiten het
bereik van kleine kinderen.
In de handen van kinderen kan dit pro-
duct letsel veroorzaken.
Leg geen zware voorwerpen op de
camera.
Deze kunnen omvallen en zo letsel ver-
oorzaken.
Verplaats de camera niet met aangesloten
lichtnetadapter. Trek niet aan het netsnoer
om de stekker uit het stopcontact te trekken.
Daardoor kunnen netsnoer of kabeltjes bescha-
digd raken wat brand kan veroorzaken of een
elektrische schok tot gevolg kan hebben.
Gebruik de lichtnetadapter niet meer als de
stekker ervan beschadigd is of de contact-
bussen van het stopcontact los zitten.
Daardoor kunnen de contactvlakken heet worden
waardoor het huis vervormd raakt of brand ontstaat.
Wikkel de camera of de lichtnetadap-
ter niet in doeken.
Daardoor kan de temperatuur stijgen en
het camerahuis vervormd raken als
gevolg waarvan brand kan ontstaan.
Wilt u de camera reinigen of denkt u
hem lange tijd achtereen niet te
gebruiken, haal de batterijen er dan
uit en koppel de lichtnetadapter af.
Doet u dat niet dan kan dat brand ver-
oorzaken of een elektrische schok tot
gevolg hebben.
Trek, als het opladen voltooid is, de
stekker uit het stopcontact.
De stekker van het laadapparaat in het
stopcontact laten zitten, kan brand ver-
oorzaken.
Flits niet vlak voor iemands ogen,
omdat dat het gezichtsvermogen tij-
delijk kan beschadigen.
Let vooral goed op als u babys en klei-
ne kinderen fotografeert.
Bij het uit de camera halen van een
xD-Picture Card kan het gebeuren
dat het kaartje uit de kaartsleuf
schiet. Houd voordat u het kaartje uit
de camera haalt een vinger boven het
kaartje.
Een xD-Picture Card die uit de camera
schiet kan iemand treffen en letsel ver-
oorzaken.
Laat uw camera regelmatig testen en
schoonmaken.
Stof dat zich in de camera ophoopt, kan
brand veroorzaken of een elektrische
schok tot gevolg hebben.
Neem om de twee jaar contact op met
uw FUJIFILM-dealer om het inwendige
van de camera te laten reinigen.
WAARSCHUWING
Probeer niet de batterijen te verhit-
ten, aan te passen of open te maken.
Laat de batterijen niet vallen en stel
ze niet bloot aan schokken.
Probeer niet lithiumbatterijen of
alkalinebatterijen opnieuw te laden.
Berg batterijen niet samen met meta-
len voorwerpen op.
Gebruik geen andere laadapparaten
dan het voor het opladen van de bat-
terij(en) voorgeschreven type.
Onder invloed van dergelijke handelin-
gen kunnen de batterijen barsten of gaan
lekken en brand of letsel veroorzaken.
Gebruik uitsluitend het voor de
camera voorgeschreven type batterij-
en of lichtnetadapter. Sluit een licht-
netadapter uitsluitend aan op de
gespecificeerde netspanning.
Gebruik van andere typen kan brand
veroorzaken.
Is uit de batterijen weggelekte batte-
rijvloeistof op uw kleding, huid of in uw
ogen terecht gekomen, dan kan dat letsel
en ook verlies van het gezichtsvermogen
tot gevolg hebben. Reinig de besmette
plaats onmiddellijk en grondig met
schoon water en roep medische hulp in.
Gebruik het laadapparaat niet om er
andere dan het voorgeschreven type bat-
terijen mee op te laden.
Het laadapparaat is ontworpen voor Fujifilm HR-
AA NiMH-batterijen. Gebruik van het laadapparaat
om er conventionele batterijen of andere soorten
oplaadbare batterijen mee op te laden kan tot
gevolg hebben dat de batterijen batterijvloeistof
gaan lekken, oververhit raken of barsten.
Dek bij het opbergen of afvoeren van
batterijen de contacten af met isola-
tieband.
Aanrakingscontact met andere metalen
voorwerpen kan tot gevolg hebben dat
de batterijen ontbranden of barsten.
Houd xD-Picture Cards buiten het bereik van
kleine kinderen.
Door de geringe afmetingen van xD-Picture
Cards
is het niet ondenkbaar dat kleine kinderen
een dergelijk kaartje per ongeluk doorslikken. Zorg
er vooral voor dat u
xD-Picture Cards kaartjes
buiten het bereik van kleine kinderen opbergt.
Heeft een kind per ongeluk een
xD-Picture Card
doorgeslikt, roep dan onmiddellijk medische hulp in.
110
111
LEGE BATTERIJEN
Lege batterijen behoren tot het klein chemisch afval. Gooi ze nooit bij het gewone
huishoudelijke afval, maar lever ze in. Houd u in ieder geval aan de bij u ter plaatse gel-
dende regels voor het afvoeren van klein chemisch afval.
Copyright
Dit is een uitgave van Fujifilm Nederland B.V.
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder toestemming van Fujifilm
Nederland B.V.
Fujifilm Nederland B.V. behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen zonder
voorafgaand bericht. Fujifilm Nederland B.V. kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade of letsel die het gevolg is van verkeerd gebruik of gebruik dat niet in over-
eenstemming is met de instructies in deze gebruiksaanwijzing.
FUJIFILM NEDERLAND B.V.
Hoogstraat 39
3011 PE ROTTERDAM
Postbus 8
3000 AA ROTTERDAM
Tel. +31 (0)10 281 23 45
Fax. +31 (0)10 281 23 34
E-mail: fuji@fujifilm.nl
Website: www.fujifilm.nl
On Line fotoservice: www.onlinefotoservice.com
BELGIAN FUJI AGENCY S.A.
Avenue Lavoisier 20
1300 WAVRE
BELGIË
Tel. 010 242090
E-mail: info@fuji.be
38

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Fujifilm-Finepix-S5000
6
  • Ik krijg geen beeld meer bij het aanzetten van mijn camera ?
    Alleen een verlicht venster ?
    Wat zou hier de oorzaak van kunnen zijn ? Gesteld op 15-4-2012 om 14:21

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Weet u al hoe het komt im heb ook dit probleem bij mij camera en vind het heel erg..

      Bij het maken van een foto is er alleen maar wit beeld .. Hij werkt nog wel maar ik zie niks en bij menu is het scherm wel gewoon goed Geantwoord op 7-11-2013 om 14:52

      Waardeer dit antwoord (14) Misbruik melden
  • Je moet op het knopje rechts boven het schermpje klikken. Dit dient om te wisselen van scherm naar zoeker (kijkvenstertje) Geantwoord op 20-11-2013 om 22:42

    Waardeer dit antwoord (13) Misbruik melden
  • Fujifilm s5000 . Heb precies hetzefde. Zou een of andere sensor moeten zijn. Als dit al vervangen cq. gerepareerd zou kunnen worden dan is het veel te duur.
    Komt bij dit type blijkbaar vaker voor. Geantwoord op 13-12-2020 om 12:42

    Waardeer dit antwoord Misbruik melden
  • Ik ben ook op zoek naar een nederlandstalige handleiding voor de finepix S5000. Wie kan mij een tip geven?

    A.M Kouwenhoven Gesteld op 5-1-2012 om 09:35

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Heb deze handleiding nog in mijn bezit.
      Hier mijn gegevens.
      Hoeylaerts frans
      Krakelaarsveld 57
      Herentals-België
      014 219929 vaste lijn
      0498-845175 gsm

      Geantwoord op 29-2-2012 om 12:06

      Waardeer dit antwoord (3) Misbruik melden
  • wie heeft er voor mij de nl. handleiding van de finepix s 5000(feep@zeelandnet.nl) Gesteld op 6-7-2011 om 11:48

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
    • Beste,
      Ik zie hier dat jij op ook zoek bent (was) naar de Nederlandstalige handleiding van de S5000.
      Mijn vraag is heb jij deze al ergens kunnen vinden?
      Ik ben er momenteel zelf op zoek naar maar tot nu toe zonder resultaat

      vriendelijke groet

      norbert.jennerich@telenet.be Geantwoord op 13-11-2011 om 10:43

      Waardeer dit antwoord Misbruik melden
  • Ik zou deze handleiding graag (als het mogelijk is) in het Nederlands ontvangen.
    In z'n geheel of voorlopig de pagina's 8 t/m 20.
    Met vriendelijke groet,
    P. Smit Gesteld op 21-4-2011 om 15:29

    Reageer op deze vraag Misbruik melden
  • Ik heb de ned handleiding.
    Tegen een gering bedrag met Finepix 5000 erbij in originele verpakking.
    Heb inmiddels een andere camera
    JOan Gesteld op 17-6-2009 om 22:35

    Reageer op deze vraag Misbruik melden

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Fujifilm Finepix S5000 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Fujifilm Finepix S5000 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 10,43 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Fujifilm Finepix S5000

Fujifilm Finepix S5000 Gebruiksaanwijzing - English - 57 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info