68
Geschikte batterijen
• Gebruik in deze camera uitsluitend AA-formaat alkalinebatterijen,
nikkel-metaalhydride batterijen (Ni-MH) of NiCd-batterijen. AA-
formaat lithiumbatterijen of mangaanbatterijen zijn niet geschikt
voor de FinePix A201 omdat ze te veel warmte ontwikkelen, wat
onjuiste werking of beschadiging van de camera kan veroorzaken.
• De capaciteit van alkalinebatterijen varieert met het merk,
terwijl de gebruiksduur (de tijd gedurende welke ze energie
kunnen leveren) van de batterijen die u aanschaft aanzienlijk
korter kan zijn dan die van de bij de camera geleverde
alkalinebatterijen.
Wenken voor het gebruik van batterijen
Worden batterijen verkeerd gebruikt, dan kunnen ze gaan
lekken, heet worden, ontbranden of barsten. Houdt u bij het
gebruik van de oplaadbare batterij aan onderstaande punten.
• Probeer nooit batterijen te verhitten en gooi ze ook niet in het vuur.
• Vervoer batterijen nooit samen met metalen voorwerpen, zoals
halskettingen of haarpennen, die de pluspolen (+) en minpolen
(-) van de batterijen kunnen kortsluiten.
• Stel batterijen niet bloot aan zoet of zout water en zorg er met
name voor dat de contacten droog blijven.
• Probeer nooit batterijen te vervormen, uit elkaar te halen of aan
te passen.
• Probeer niet de isolatiemantel van batterijen te verwijderen, of
de mantel van de batterij in te snijden.
• Laat batterijen niet vallen, sla er niet op en stel ze ook niet op
andere manieren bloot aan zware schokken.
• Gebruik geen batterijen die lekken, vervormd of verkleurd zijn
of andere duidelijke afwijkingen vertonen.
• Berg batterijen niet op in zeer warme of vochtige ruimten.
• Houd batterijen buiten het bereik van baby’s en kleine kinderen.
• Zet batterijen vooral in de juiste stand in de camera, waarbij u
zich houdt aan de plus+ en min–indicaties in het camerahuis.
• Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar. Gebruik
in het geval van oplaadbare batterijen nooit geladen en
ontladen batterijen door elkaar. Gebruik geen batterijen van
verschillende soorten en merken door elkaar.
• Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken,
haal dan de batterijen uit de camera. (Bedenk wel dat wanneer
u de camera zonder batterijen opbergt, de datum– en tijd-
instellingen verloren gaan.)
• Batterijen kunnen onmiddellijk na gebruik warm aanvoelen.
Schakel de camera uit en wacht tot de batterijen zijn afgekoeld,
voordat u de batterijen er uit haalt.
• Gebruik bij vervangen van batterijen altijd twee nieuwe batterijen.
Onder “nieuw” wordt hier verstaan: recent aangeschafte,
ongebruikte alkalinebatterijen of NiMH-batterijen (nikkel-
metaalhydride batterijen) die nog kort geleden gezamenlijk
werden opgeladen.
• Bij lage temperaturen (+10 ˚C of lager) neemt de capaciteit van
batterijen af, en daarmee ook de tijd dat ze kunnen worden
gebruikt. Dit geldt in het bijzonder voor alkalinebatterijen. Houd
bij koud weer de batterijen warm in uw jaszak of broekzak en
zet ze pas weer in de camera op het moment dat u gaat
fotograferen. Houd u de batterijen warm met een warmte-
kussen, zorg er dan voor dat de batterijen niet in direct
aanrakingscontact komen met het kussen.
• Huidvet, zoals van achtergelaten vingerafdrukken, kan het aan-
tal opnamen dat u met batterijen kunt maken aanzienlijk ver-
minderen. Wrijf de batterijcontacten met een zachte, droge doek
zorgvuldig schoon voordat u de batterijen in de camera zet.
IETS OVER DE VOEDING