101585
1
Verklein
Vergroot
Pagina terug
1/132
Pagina verder
Voordat u begint
Eerste stappen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Meer over fotogra e
Meer over afspelen
Films
Aansluitingen
Menu’s
Technische informatie
Probleemoplossing
Appendix
Voor informatie over aanverwante producten, bezoek onze website op
http://www.fujifilm.com/products/index.html
Gebruik saanwijzing
Dank u voor het vertrouwen dat u
in dit product heeft gesteld. Deze
gebruiksaanwijzing beschrijft hoe u
uw FUJIFILM FinePix S1500 digitale
camera en de meegeleverde soft-
ware gebruikt. Lees de gebruiks-
aanwijzing in zijn geheel aandach-
tig door voordat u de camera in
gebruik neemt.
BL00826- B01
NL
ii
Voor uw veiligheid
Lees deze opmerkingen voordat u de camera gebruikt
Veiligheidsopmerkingen
Zorg ervoor dat u uw camera goed gebruikt. Lees voor gebruik deze
Veiligheidsopmerkingen en uw Gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Bewaar deze veiligheidsopmerkingen na het lezen op een veilige
plaats.
Informatie over pictogrammen
De hieronder afgebeelde pictogrammen worden in deze gebruiksaan-
wijzing gebruikt om de ernst aan te geven van een letsel of schade die
kan ontstaan als de betekenis van het pictogram niet in acht wordt ge-
nomen en het product ten gevolge daarvan onjuist wordt gebruikt.
WAARSCHU-
WING
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instructies
kan leiden tot ernstig of fataal letsel.
ATTENTIE
Dit pictogram geeft aan dat het niet opvolgen van instructies
kan leiden tot persoonlijk letsel of materle schade.
De hieronder afgebeelde pictogrammen geven de ernst van de gevol-
gen aan als de instructies niet wordt nageleefd.
Driehoekige pictogrammen geven aan dat deze informatie
uw aandacht behoeft (“Belangrijk).
Cirkelvormige pictogrammen met een diagonale streep ge-
ven aan dat die handeling verboden is (Verboden”).
Opgevulde cirkels met een uitroepteken geven aan dat er een
handeling moet worden verricht (“Vereist”).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Uit het
stopcontact
verwijderen
Wanneer zich een probleem voordoet, zet u de camera uit, verwijdert u de
batterijen, koppelt u de netstroomadapter van de camera los en trekt u
de stekker van de adapter uit het stopcontact. Het blijven gebruiken
van de camera als deze rook verspreidt of een ongewone geur
afgeeft, of wanneer de camera een ander gebrek vertoont, kan
brand of een elektrische schok tot gevolg hebben. Neem con-
tact op met uw FUJIFILM-dealer.
Laat geen water of andere vreemde voorwerpen de camera binnendrin-
gen. Als water of andere vreemde voorwerpen in de camera
terechtkomen, schakelt u de camera uit, verwijdert u de bat-
terijen, koppelt u de netstroomadapter los en trekt u de stek-
ker van de adapter uit het stopcontact. Als u de camera blijft
gebruiken, kan dat leiden tot brand of een elektrische schok.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer.
Niet gebruiken
in de badkamer
of in de douche
Gebruik de camera niet in de badkamer of in de douche. Dit kan brand
of een elektrische schok veroorzaken.
Niet
demonteren
Probeer nooit om de camera te demonteren of aan te passen. (Open de be-
huizing onder geen enkele omstandigheid.) Gebruik de camera niet wan-
neer deze is gevallen of wanneer de behuizing beschadigd is. Dit kan
brand of een elektrische schok veroorzaken. Neem contact
op met uw FUJIFILM-dealer.
Het verbindingssnoer mag niet worden aangepast, verwarmd, overmatig
geplooid of uitgetrokken worden en er mogen geen zware voorwerpen op
worden geplaatst. Deze handelingen zouden het snoer kunnen
beschadigen en brand of een elektrische schok kunnen ver-
oorzaken. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer als het
snoer beschadigd is.
Plaats de camera niet op een onstabiele ondergrond. Hierdoor kan de
camera vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Probeer nooit foto’s te maken als u in beweging bent. Gebruik de ca-
mera niet tijdens het wandelen of als u in een auto rijdt. Dit
kan leiden tot een val of een verkeersongeluk.
Raak tijdens onweer de metalen onderdelen van de camera niet aan. Dit
kan tot een elektrische schok leiden door de ladingsoverdracht
van een blikseminslag.
iii
Voor uw veiligheid
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gebruik de batterijen niet voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn
bedoeld. Plaats de batterijen zoals op de camera wordt aan-
gegeven.
De batterijen mogen niet worden verwarmd, aangepast of gedemon-
teerd. Laat de batterijen niet vallen en stel ze niet bloot aan schokken.
Berg de batterijen niet samen met metalen voorwerpen op. Hierdoor
kunnen de batterijen gaan lekken wat kan leiden tot brand of
lichamelijk letsel.
Gebruik uitsluitend batterijen of netstroomadapters die voor gebruik
met deze camera goedgekeurd zijn. Gebruik geen andere spanning dan de
vermelde spanningsvoeding. Het gebruik van andere spannings-
bronnen kan leiden tot brand.
Als de batterijen hebben gelekt en batterijvloeistof in contact komt met
de ogen, huid of kleding, spoelt u het betre ende gebied onmiddellijk
met ruim stromend water en zoekt u medische hulp of belt u onmiddellijk
het alarmnummery.
Als u de batterijen bij u draagt, plaatst u deze in de digitale camera of be-
waart u de batterijen in de harde tas. Als u de batterijen wilt opbergen,
bergt u ze op in de harde tas. Als u de batterijen wegbrengt voor recycling,
bedekt u de polen met isolatietape. Door contact met andere bat-
terijen of metalen voorwerpen kunnen de batterijen in brand
vliegen of ontplo en.
Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Omdat
geheugenkaarten klein zijn, kunnen ze makkelijk door kinde-
ren worden ingeslikt. Bewaar geheugenkaarten buiten het
bereik van kleine kinderen. Als een kind een geheugenkaart
inslikt, moet u onmiddellijk medische hulp zoeken of het
alarmnummer bellen.
ATTENTIE
ATTENTIE
Gebruik de camera niet op plaatsen met oliedampen, stoom, vochtigheid
of stof. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken.
Laat de camera niet achter op plaatsen die aan extreem hoge tempera-
turen zijn blootgesteld. Laat de camera niet achter in afgesloten
ruimtes zoals in een afgesloten voertuig of in direct zonlicht.
Dit kan brand veroorzaken.
Buiten het bereik van kleine kinderen houden. Dit product kan letsel
aan de handen van kinderen veroorzaken.
Pla ats geen zware voorwerpe n op de came ra. Hierdoor kan het zware
voorwerp vallen of kantelen en letsel veroorzaken.
Verplaats de camera niet terwijl deze nog steeds met het netsnoer verbon-
den is. Trek niet aan het snoer om de netstroomadapter te verwijderen.
Deze handelingen zouden het snoer kunnen beschadigen en
brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken.
Bedek de camera en de netstroomadapter niet en wikkel deze niet in een
doek of deken. Hierdoor kan de temperatuur te hoog oplopen
waardoor de behuizing vervormt of waardoor er brand ont-
staat.
Als u de camera reinigt of u de camera voor langere tijd niet van plan bent
te gebruiken, verwijdert u de batterijen en koppelt u de netstroomadap-
ter los. Doet u dit niet, dan kan dat leiden tot brand of een
elektrische schok.
Na het opladen dient u de lader uit het stopcontact te verwijderen. Er kan
brand ontstaan als u de lader in het stopcontact laat zitten.
Als een  itser te dicht bij ogen wordt gebruikt, kan deze persoon daar
tijdelijk door verblind raken. Let bijzonder goed op bij het foto-
graferen van baby’s en kleine kinderen.
Bij het verwijderen van de geheugenkaart kan de kaart snel uit de gleuf
springen. Gebruik uw vinger om deze tegen te houden en laat de kaart
zachtjes los.
Laat uw camera regelmatig nakijken en schoonmaken. Een ophoping
van stof in uw camera kan tot brand of een elektrische schok
leiden. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer om de ca-
mera om de 2 jaar van binnen te laten reinigen. Dit is echter
niet gratis.
iv
Voor uw veiligheid
Batterijen gebruiken
Dit gedeelte beschrijft hoe u de batterijen moet hanteren zodat ze zo
lang mogelijk meegaan. Verkeerd gebruik kan de levensduur verkor-
ten en lekkage, oververhitting en ontplo en van de batterij tot gevolg
hebben.
Compatibele batterijen
Met deze camera kunnen AA alkaline, oplaadbare Ni-MH (nikkel-me-
taal hybride), of UL-gecerti ceerde lithium batterijen worden gebruikt.
Gebruik geen mangaan, nikkel-cadmium (NiCd), of niet UL-gecerti -
ceerde batterijen omdat de camera defect kan raken door de hitte die
door deze batterijen wordt ontwikkeld.
De capaciteit van de batterijen kan per merk variëren en tevens afhan-
kelijk van de opslagomstandigheden. Sommige van de in de handel
verkrijgbare batterijen hebben een lagere capaciteit dan de batterijen
die met de camera worden meegeleverd.
Attentie: De batterijen hanteren
Gebruik nooit batterijen die lekken of beschadigd of verkleurd zijn.
Waarschuwing: Als de batterijen in de camera hebben gelekt, maak
dan het batterijcompartiment goed schoon voordat u nieuwe bat-
terijen plaatst. Als batterijvloeistof in contact komt met de huid of
kleding, spoel het betre ende gebied af met ruim stromend water.
Als batterijvloeistof in contact komt met de ogen, spoel dan onmiddellijk de ogen
uit met ruim stromend water en raadpleeg een arts. Wrijf niet in de ogen. Als deze
voorzorgsmaatregelen niet in acht worden genomen, kan dat ernstig oogletsel tot
gevolg hebben.
Vervoer en bewaar de batterijen niet naast metalen voorwerpen, zo-
als kettinkjes of haarspelden.
Probeer batterijen noch hun behuizing te demonteren of te modi -
ceren.
Stel de batterijen niet bloot aan schokken.
Stel de batterijen niet bloot aan water, open vuur of hitte en bewaar
batterijen niet op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan warmte
of vocht.
Bewaar batterijen buiten het bereik van kinderen.
Plaats de batterijen met de polen in de juiste richting in de camera.
Gebruik oude en nieuwe batterijen, batterijen met verschillende la-
dingsniveaus of batterijen van verschillende merken niet samen.
Neem de batterijen uit de camera wanneer de camera gedurende
langere tijd niet wordt gebruikt Daarna zal de cameraklok echter wel
opnieuw moeten worden ingesteld (pag. 14).
• De batterijen kunnen onmiddellijk na gebruik enigszins warm aan-
voelen. Schakel de camera uit en laat de batterijen eerst afkoelen.
De capaciteit van batterijen neemt bij lage temperaturen enigszins
af. Bewaar reservebatterijen in een jaszak of op een andere warme
plek en vervang de batterijen wanneer nodig. Door koude batterijen
te verwarmen kan iets van de lading worden herkregen.
De prestaties van de batterijen kunnen negatief worden beïnvloed
door vingervlekken of vuil op de polen van de batterijen. Maak de
polen met behulp van een zachte, droge doek grondig schoon voor-
dat u de batterijen in de camera plaatst.
Ni-MH batterijen
De capaciteit van Ni-MH batterijen kan tijdelijk verminderen wanneer
ze gedurende langere tijd niet worden gebruikt of als ze worden op-
geladen voordat ze volledig ontladen zijn. Dit is normaal en duidt niet
op een defect. De capaciteit kan worden verhoogd door de batterijen
enkele malen te ontladen met behulp van de optie P ONTLADEN
van het instellingenmenu van de camera (pag. 94) en ze met behulp
van een batterijlader (los verkrijgbaar) weer op te laden. Gebruik deze
optie nooit met alkaline batterijen.
De camera verbruikt zelfs in uitgeschakelde toestand een kleine hoe-
veelheid stroom. Ni-MH batterijen die gedurende een zeer lange tijd
in de camera hebben gezeten, kunnen zodanig worden ontladen dat
ze niet langer in staat zijn hun lading vast te houden. De prestaties van
de batterijen kunnen eveneens afnemen door gebruik in bijvoorbeeld
een zaklantaarn. Gebruik de optie P ONTLADEN in het instellingen-
menu van de camera om Ni-MH batterijen te ontladen. Batterijen die
hun lading zelfs nadat ze enkele malen zijn ontladen en opgeladen niet
kunnen vasthouden, hebben het einde van hun levensduur bereikt en
moeten worden vervangen.
Ni-MH batterijen kunnen worden opgeladen in een batterijlader (los
verkrijgbaar). Batterijen kunnen na het opladen enigszins warm aanvoe-
v
Voor uw veiligheid
len. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de batterijlader voor meer
informatie. Gebruik de batterijlader alleen met compatibele batterijen.
Ni-MH batterijen die niet worden gebruikt, verliezen langzaam hun
lading.
Verwijdering
Verwijder verbruikte batterijen volgens de voorschriften voor klein
chemisch afval.
Netstroomadapters (los verkrijgbaar)
Gebruik uitsluitend de voor deze camera voorgeschreven FUJIFILM
netstroomadapters. Andere adapters kunnen de camera beschadi-
gen.
• De netstroomadapter is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Zorg ervoor dat de stekker stevig op de camera wordt aangesloten.
• Schakel de camera uit voordat u de adapter afkoppelt. Koppel de
adapter af door aan de stekker te trekken i.p.v. aan het snoer.
Gebruik de adapter niet met andere apparaten.
• Niet demonteren.
Stel de adapter niet bloot aan hoge temperaturen en vocht.
Stel de adapter niet bloot aan schokken.
• De netstroomadapter kan tijdens gebruik warm aanvoelen en een
laag, zoemend geluid veroorzaken. Dit is normaal.
De netstroomadapter kan de radio-ontvangst verstoren, in dat geval
moet de antenne opnieuw gericht of verplaatst worden.
De camera gebruiken
Stel de camera niet bloot aan schokken of trillingen wanneer de ca-
mera bezig is met het opslaan van foto’s. Dit om er voor te zorgen dat
de foto’s goed worden opgeslagen.
Elektrische interferentie
Deze camera kan interferentie van medische apparatuur of luchtvaart-
apparatuur veroorzaken. Raadpleeg de medische staf of het cabine-
personeel om toestemming te vragen voordat u de camera in een
ziekenhuis of vliegtuig gebruikt.
Vloeibare kristallen
In geval van beschadiging van het LCD-scherm of de elektronische
zoeker moet met uiterste zorg worden betracht ieder contact met de
vloeibare kristallen te vermijden. Onderneem onmiddellijk actie als
een van onderstaande situaties zich voordoet:
Als vloeibare kristallen in contact komen met de huid, moet de betre ende
plek onmiddellijk met een doek worden afgenomen en vervolgens
met veel stromend water en zeep worden gewassen.
Als vloeibare kristallen in contact komen met de ogen, moeten de ogen on-
middellijk gedurende ten minste 15 minuten met schoon stromend
water worden uitgespoeld en moet medische hulp worden ingeroe-
pen.
Als vloeibare kristallen worden ingeslikt, moet de mond met veel stro-
mend water worden gespoeld. Drink grote hoeveelheden water,
probeer te braken en roep medische hulp in.
Maak proefopnamen
Het is raadzaam dat u voordat u belangrijke gebeurtenissen (zoals
bruiloften of reizen) fotografeert enkele proefopnamen maakt die u op
het LCD-scherm goed bestudeert om te controleren of de camera naar
behoren functioneert. FUJIFILM Corporation aanvaardt geen aanspra-
kelijkheid voor schade of inkomstenderving voortkomend uit het niet
of niet goed functioneren van het product.
vi
Voor uw veiligheid
MEDEDELINGEN
Stel de camera niet bloot aan regen of vocht om gevaar voor brand of
elektrische schokken te vermijden.
Lees de “Veiligheidsopmerkingen” (pagina’s ii–v) voor gebruik aan-
dachtig door en zorg dat u deze begrijpt.
EU-conformiteitsverklaring
EU-conformiteitsverklaring
Wij
Naam: FUJIFILM Electronic Imaging Europe GmbH
Adres: Benzstrasse 2
47533 Kleve, Duitsland
verklaren dat het product
Productnaam: FUJIFILM DIGITAL CAMERA FinePix S1500
Naam fabrikant: FUJIFILM Corporation
Adres fabrikant: 7-3, AKASAKA 9-CHOME, MINATO-KU,
TOKYO 107-0052 JAPAN
voldoet aan de volgende normen:
Veiligheid: EN60065: 2002 + A1: 2006
EMC: EN55022: 1998 + A1: 2000 + A2: 2003 Class B
EN55024: 1998 + A1: 2001 + A2: 2003
EN61000-3-2: 2000 + A2: 2005
EN61000-3-3: 1995 + A1: 2001 + A2: 2005
volgens de voorziening van de EMC-richtlijn (2004/108/EG)
en de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EG).
Kleve, Duitsland 1 februari 2009
Plaats Datum Handtekening, Managing Director
vii
Voor uw veiligheid
Verwijdering van elektrische en elektronische huishoudelijke apparatuur
Verwijdering van elektrische en elektronische huishoudelijke apparatuur
Verwijdering van gebruikte elektrische & elektronische apparatuur (van toe-
passing in de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein)
Dit symbool op het product, in de handleiding of in
de garantie, en/of op de verpakking, duidt aan dat dit
product niet als huishoudelijk afval mag worden be-
handeld.
Het moet worden ingeleverd bij een speciaal inzamel-
punt voor de recycling van elektrische en elektroni-
sche apparatuur.
Wanneer u ervoor zorgt dat dit product juist wordt
verwerkt, worden schadelijke gevolgen voor mens en
milieu mogelijk voorkomen die kunnen optreden wan-
neer dit product onjuist wordt verwerkt.
Dit symbool op de batterijen of accumulatoren duidt
aan dat deze batterijen niet als huishoudelijk afval mo-
gen worden behandeld.
Als uw apparatuur verwisselbare batterijen of accu’s
bevat, moet u deze in overeenstemming met de lokale
normen afzonderlijk verwijderen.
Door de recycling van materialen bespaart u natuurlijke bronnen.
Neem contact op met uw lokale instantie voor afvalverwerking of met
de winkel waarin u dit product hebt gekocht voor meer informatie
over de recycling van het product.
Voor landen buiten de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein
Neem contact op met uw lokale overheid en vraag naar de juiste ma-
nier om dit product, inclusief de batterijen of accumulatoren, te ver-
wijderen.
Opmerking over auteursrechten
Opmerking over auteursrechten
De met uw digitale camera gemaakte foto’s mogen op geen enkele
wijze worden gebruikt op een manier waarmee inbreuk wordt ge-
pleegd op auteursrecht van de rechthebbenden tenzij bedoeld voor
eigen gebruik en/of met toestemming van de rechthebbenden. Het
is mogelijk dat er beperkingen gelden op het fotograferen van optre-
dens en tentoonstellingen, zelfs indien de foto’s zijn bedoeld voor ei-
gen gebruik. De gebruiker dient tevens op te merken dat het overdra-
gen van geheugenkaarten met daarop gegevens die auteursrechtelijk
zijn beschermd slechts is toegestaan binnen de beperkingen zoals die
door het betre ende auteursrecht zijn vastgesteld.
Informatie over handelsmerken
Informatie over handelsmerken
Macintosh, Power Macintosh, PowerMac, PowerBook, QuickTime en
Mac OS zijn in de Verenigde Staten en andere landen gedeponeerde
handelsmerken van Apple Inc. Microsoft, Windows, het Windows
logo, Windows Vista en het Windows Vista logo zijn in de Verenigde
Staten en/of andere landen gedeponeerde handelsmerken van Micro-
soft Corporation. “Windows” is een afkorting die wordt gebruikt als
verwijzing naar het Microsoft Windows besturingssysteem. Adobe
en Adobe Reader zijn handelsmerken of in de Verenigde Staten en/of
andere landen gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems In-
corporated. Het SDHC logo is een handelsmerk.
Opmerking: De logo’s “Designed for Microsoft® Windows® XP” en “
CER-
TIFIED FOR Windows Vista™” zijn alleen van toepassing op de camera en
op het stuurprogramma van de camera.
viii
Over deze gebruiksaanwijzing
Lees deze gebruiksaanwijzing en de waarschuwingen op de paginas ii–vii aandachtig door voordat
u de camera in gebruik neemt. Informatie over speci eke onderwerpen vindt u aan de hand van on-
derstaand overzicht.
Geheugenkaarten
De door u gemaakte foto’s kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera of op optionele
SD en SDHC-geheugenkaarten. In deze gebruiksaanwijzing worden SD-geheugenkaarten kortweg “geheugen-
kaarten” genoemd. Zie pagina 10 voor meer informatie.
Probleemoplossing
Probleemoplossing
........................................
........................................
pag. 98
pag. 98
Heeft u een probleem met uw camera? U vindt
de oplossing hier.
Verklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst
.............................
.............................
pag. 108
pag. 108
Hier vindt u de betekenis van enkele technische
termen.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
..............................................
..............................................
pag. xii
pag. xii
De “Inhoudsopgave” geeft een duidelijk over-
zicht van de gehele gebruiksaanwijzing. Alle ca-
merafuncties worden er in behandeld.
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
...
...
pag. 104
pag. 104
Lees hier wat die knipperende indicator of fout-
melding op het LCD-scherm of in de elektroni-
sche zoeker betekent.
V & A over de camera
V & A over de camera
.......................................
.......................................
pag. ix
pag. ix
U weet wat u wilt doen, maar u weet niet hoe
dat heet? U vindt het antwoord in “V & A over
de camera”.
Beperkingen op de camera-instellingen
Beperkingen op de camera-instellingen
.................
.................
BH
BH
Raadpleeg de Beginnershandleiding voor beper-
kingen op de beschikbare opties in elke opna-
mestand.
ix
V & A over de camera
Vragen en antwoorden zijn ingedeeld per taak.
Instelling van de camera
Instelling van de camera
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoe stel ik de klok van de camera in? Datum en tijd 14
Als ik op reis ben, kan ik dan de camera instellen op de plaatselijke
tijd?
Tijdverschil 93
Hoe voorkom ik dat het LCD-scherm automatisch uit gaat? Uitschakelen 92
Hoe maak ik het LCD-scherm lichter of donkerder? LCD helderheid 91
Hoe zet ik de geluiden van de camera uit?
Bedienings- en sluitervolume 88
Stille stand 18
Hoe verander ik het geluid van de sluiter? Sluitergeluid 88
Hoe worden de onderdelen van de camera genoemd? Delen van de camera 2
Wat is de betekenis van de pictogrammen in het LCD-scherm? LCD-indicators 4
Hoe gebruik ik de menu’s? Menu’s 64
Wat betekent die knipperende indicator of foutmelding? Meldingen en aanduidingen 104
Hoe is het gesteld met de batterijen? Batterijniveau 15
Kan de capaciteit van oplaadbare Ni-MH batterijen worden ver-
hoogd?
Ontladen 94
Foto’s delen
Fotos delen
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Kan ik foto’s afdrukken met mijn eigen printer? Foto’s afdrukken 53
Kan ik mijn foto’s naar mijn computer kopiëren?
Foto’s bekijken op een com-
puter
58
x
V & A over de camera
Fotograferen
Fotograferen
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoeveel foto’s kan ik nog maken? Geheugencapaciteit 109
Is er het mogelijk om snel wat kiekjes te maken?
Opnamestand
B
15
Hoe voorkom ik onscherpe foto’s? 2x stabilisatie 17, 90
Hoe maak ik goede portretfoto’s? Intelligente gezichtsdetectie 21
Kan de camera automatisch de instellingen aanpassen aan verschil-
lende scènes?
Opnamestand
M
32
Kan ik zelf de instellingen bepalen voor verschillende scènes? Onderwerpprogramma’s 32
Hoe maak ik close-up foto’s? Close-up opnamen (macrostand) 25
Hoe voorkom ik dat de  itser gaat  itsen?
Flitsstand 26
Hoe voorkom ik dat het onderwerp rode ogen krijgt van het  itsen?
Hoe moet ik schaduwpartijen “invullen” bij een onderwerp met te-
genlicht?
Hoe kan ik in één keer een reeks van foto’s maken? Opnamestand continu fotograferen 28
Hoe kom ik als fotograaf zelf ook op de foto? Zelfontspanner
70
Hoe maak ik close-up foto’s?
Opnamestand
N
34
Hoe schakel ik de lamp aan de voorkant van de camera uit? AF-hulplicht 24
Hoe moet ik scherpstellen als het onderwerp zich niet in het midden
van het beeld bevindt?
Scherpstelvergrendeling 23
Kan ik de sluitertijd en de diafragma-opening instellen? Opnamestanden P, S, A en M 36
Kan ik camera-instellingen opslaan en weer oproepen? Opnamestand
C
40
Hoe stel ik de belichting in? Belichtingscompensatie 41
Hoe maak ik een  lm? Films opnemen 49
Hoe kader ik foto’s met de zoeker?
EVF
/
LCD
-knop 5
xi
V & A over de camera
Foto’s bekijken
Fotos bekijken
Vraag
Vraag
Sleutelwoorden
Sleutelwoorden
Zie pagina
Zie pagina
Hoe speel ik mijn foto’s af? Enkele foto afspelen 43
Hoe wis ik de huidige foto?
De knop b
20
Kan ik een andere foto selecteren om te wissen? Foto’s wissen 47
Kan ik ook op foto’s inzoomen tijdens het afspelen? Afspeelzoom 44
Hoe speel ik meerdere foto’s tegelijk af? Multi-foto afspelen 46
Hoe speel ik alle foto’s af die op een bepaalde dag zijn gemaakt? Sorteren op datum 46
Hoe voorkom ik dat mijn foto’s per ongeluk worden gewist? Beveiligen 81
Kan ik de pictogrammen op het LCD-scherm verbergen wanneer
ik foto’s afspeel?
Een weergave selecteren 43
Kan ik mijn foto’s in een diavoorstelling afspelen? Diavoorstelling 77
Kan ik een korte voice memo aan mijn foto’s toevoegen? Voice memo 84
Kan ik van mijn foto’s een uitsnede maken om ongewensteele-
menten te verwijderen?
Uitsnede maken (beelduitsnede) 86
Kan ik foto’s uit het interne geheugen naar een geheugenkaart ko-
piëren?
Kopiëren 82
Hoe speel ik mijn foto’s af op een televisietoestel?
Foto’s afspelen op eentelevisie-
toestel
52
xii
Voor uw veiligheid .......................................................................... ii
Veiligheidsopmerkingen ............................................................ ii
MEDED ELI N GEN ............................................................................. vi
Over deze gebruiksaanwijzing ..............................................viii
V & A over de camera .................................................................... ix
Voordat u begint
Voordat u begint
Inleiding ...............................................................................................1
Symbolen en conventies .............................................................1
Meegeleverde accessoires .........................................................1
Delen van de camera ....................................................................2
LCD-indicators.............................................................................. 4
De functieknop ............................................................................ 6
Eerste stappen
Eerste stappen
De draagriem en de lensdop ...................................................... 7
De batterijen plaatsen .................................................................. 8
Een geheugenkaart plaatsen ..................................................10
De camera in- en uitschakelen ................................................ 13
Opnamestanden ..........................................................................13
Afsp eels tand .................................................................................. 13
Basisinstellingen............................................................................14
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Fotograferen met de stand B (automatisch) ..................15
Foto’s bekijken................................................................................20
Meer over fotogra e
Meer over fotogra e
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen
verwijdering ....................................................................................21
Scherpstelvergrendeling ........................................................... 23
F Opnamestanden Macro en Super Macro
(close-ups).........................................................................................25
N De  itser gebruiken .................................................................26
I Continustand (continu fotograferen) ............................28
c Instant Zoom ............................................................................30
Opnamestanden ............................................................................ 32
B AUTOMATISCH .......................................................................32
M SCÈNEHERKENNING ....................................................32
SP ONDERWERPPROGRAMMA ...............................................32
Scènebeschrijvingen ..................................................................33
N PANORAMASTAND .........................................................34
Opnamestanden P, S, A en M ..................................................36
C: AANGEPAST ...............................................................................40
d Belichtingscompensatie .....................................................41
Inhoudsopgave
xiii
Inhoudsopgave
Meer over afspelen
Meer over afspelen
Afspeelfuncties ..............................................................................43
Afsp ee lzoom ..................................................................................4 4
Foto-informatie weergeven.....................................................45
Multi-Frame afspelen .................................................................46
Sorteren op datum ......................................................................46
A Foto’s wissen .............................................................................47
Films
Films
F Films opnemen ........................................................................49
a Films afspelen...........................................................................51
Aansluitingen
Aansluitingen
Foto’s afspelen op een televisietoestel...............................52
Foto’s afdrukken via USB ...........................................................53
De camera aansluiten .................................................................53
Geselecteerde foto’s afdrukken .............................................53
DPOF printopdrachten afdrukken ........................................54
Een DPOF printopdracht aanmaken.....................................56
Foto’s bekijken op een computer ..........................................58
FinePixViewer installere ............................................................58
De camera aansluiten .................................................................62
Menu’s
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden ............................64
Het menu F-standen gebruiken ...........................................64
De opties van het menu F-standen ....................................65
N ISO ............................................................................................65
O KWALITEIT .............................................................................66
P G KLEUR ................................................................67
Het menu Opnamestanden gebruiken ...............................68
De opties van het menu Opnamestanden.........................69
B ZELFONTSPANNER .............................................................70
C LICHTMEETSYSTEEM .........................................................71
D WITBALANS ...........................................................................72
E SNELLER AF en AE ..............................................................73
F SCHERPSTELLING ...............................................................73
G SCHERPSTELLING ...............................................................74
H SCHERPTE ..............................................................................75
I FLITSLICHT ............................................................................75
J BELICHTINGSTRAP .............................................................75
De menu’s gebruiken: Afspeelstand ....................................76
Het menu F-standen gebruiken ...........................................76
De opties van het menu F-standen ....................................77
I DIAVOORSTELLING ............................................................77
Het Afspeelmenu gebruiken ...................................................78
De opties van het Afspeelmenu .............................................79
B VERWIJDER R. OGEN ..........................................................79
C FOTO DRAAIEN ....................................................................80
D BEVEILIGEN ...........................................................................81
E KOPIËREN ...............................................................................82
F VOICE MEMO ........................................................................84
G BEELDUITSNEDE .................................................................86
xiv
Inhoudsopgave
Het menu Instellingen ................................................................87
Het menu Instellingen gebruiken .........................................87
De opties van het menu Instellingen ...................................88
A WEERGAVE ............................................................................89
B NUMMERING .......................................................................90
L 2X STABILISATIE ...................................................................90
D DIGIT. ZOOM .........................................................................91
I AFSPEEL VOLUME ...............................................................91
J LCD HELDERHEID ...............................................................91
K FORMATTEREN ....................................................................92
M UITSCHAKELEN ....................................................................92
N TIJDVERSCHIL ......................................................................93
P ONTLADEN (alleen Ni-MH batterijen) ........................94
Technische informatie
Technische informatie
Optionele accessoires .................................................................95
Accessoires van FUJIFILM ..........................................................96
Onderhoud van de camera .......................................................97
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleemoplossing ......................................................................98
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen .................. 104
Appendix
Appendix
Verklarende woordenlijst ....................................................... 108
Capaciteit van het interne geheugen of de
geheugenkaart ............................................................................ 109
Technische gegevens ................................................................110
FUJIFILM Digitale Camera Wereldwijd Netwerk ...........114
1
Voordat u begint
Inleiding
Symbolen en conventies
Symbolen en conventies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende symbolen gebruikt:
3 Attentie: Informatie die u moet lezen voordat u de camera in gebruik neemt en die u leert hoe u de
camera correct bedient.
1 Opmerking: Punten waarop u tijdens het gebruik van de camera moet letten.
2 Tip: Aanvullende informatie die tijdens het gebruik van de camera van pas kan komen.
Menu’s en andere teksten die op het LCD-scherm van de camera verschijnen, worden vetgedrukt
weergegeven. In de illustraties in deze gebruiksaanwijzing wordt het LCD-scherm van de camera ten
behoeve van de duidelijkheid soms enigszins vereenvoudigd afgebeeld.
Meegeleverde accessoires
Meegeleverde accessoires
De volgende accessoires worden bij de camera meegeleverd:
Cd met gebruiksaanwijzing
(bevat deze gebruiksaan-
wijzing)
• Beginnershandleiding
AA alkaline (LR6) batterijen
(×4)
USB-kabel A/V-kabel
FinePix software-cd
(BELANGRIJK: lees de ge-
bruikersovereenkomst op de
laatste pagina van deze hand-
leiding alvorens te openen)
Draagriem Lensdop
2
Inleiding
Delen van de camera
Delen van de camera
Voor meer informatie, zie de pagina rechts van elk item.
10 Flitser ................................................................26
11 N-knop ( itser uitklappen).................26
12 Microfoon .................................................... 84
13 Luidspreker ...................................................85
14 Lens ...................................................................13
5 f-knop (2x stabilisatie) ...................17
6 G-schakelaar ................................. 13
7 Indicatorlamp .............................................19
8 Functieknop ..................................................6
9 AF-hulplicht .................................................24
Lampje voor de zelfontspanner .....70
1 Bevestigingsoog voor de
draagriem........................................................ 7
2 Zoomregelaar .....................................16, 44
3 Ontspanknop .............................................19
4 g-knop (Intelligente gezichtsde-
tectie/rode-ogenverwijdering) ......21
3
Voordat u begint
Inleiding
22 Vergrendeling van het batterij-
encompar timent .............................. 8
23 EVF/LCD-knop
(schermkeuze) ................................... 5
24 a-knop (afspelen) .......................43
25 F-knop (Finepix
foto-s tan den) ...................................6 4
26 Afdekklepje aansluiting .............52
27 Geheugenkaartsleuf ....................11
28 Aansluiting voor A/V-kabel .....52
Aansluiting voor USB-kabel .....53
15 Elektronische zoeker ...................... 5
16 Keuzeknop (zie hieronder)
17 LCD-scherm .........................................4
18 DISP (display)/
BACK-knop ....................................17, 43
19 d-knop (belichtingscompen-
satie /foto-informatie) ..........41, 45
20 Bevestigingspunt voor statief
21 Afdekkap van het batterijen-
compar timent .................................... 8
De keuzeknop
MENU/OK-knop (pag. 14)
Cursor links
F
-knop (macro) (pag.
25)
Cursor rechts
N
-knop ( itser)
(pag. 26)
Cursor omhoog
c
-knop (instant zoom) (pag. 30)
b
-knop (wissen) (pag. 20)
Cursor omlaag
I
-knop (continu fotograferen) (pag. 28)
4
Inleiding
LCD-indicators
LCD-indicators
Tijdens het opnemen en afspelen kunnen de volgende indicators verschijnen. De weergegeven indi-
cators kunnen verschillen naargelang de camera-instellingen.
Opname
Opname
*
OK
F
3.5
10: 00
AM
ISO AUTO
(
800
)
ISO AUTO
(
800
)
P
9
9
N
N
12/31/2050
12/31/2050
250
* a: geeft aan dat er geen geheu-
genkaart in het toestel zit en dat de
beelden in het interne geheugen
van de camera worden opgeslagen
(pag. 10).
12 Indicator zelfontspanner .....................70
13 Datum en tijd ..............................................14
14 Sluitertijd en diafragma .......................36
15 Kwaliteit ..................................................49, 66
16 Resterend aantal opnamen ............109
17 FinePix kleur ................................................67
18 Onscherptewaarschuwing .....26, 104
19 Belichtingsmeting ...................................71
20 Scherpstelframe........................................18
21 Indicator intern geheugen
*
............... 10
22 Belichtingscompensatie
indicator .........................................................41
23 Belichtingsindicator ................................40
1 Gevoeligheid ..............................................65
2 Witbalans.......................................................72
3 Flitsstand .......................................................26
4 Stille stand ....................................................18
5 Indicator intelligente
gez ichtsd etec tie ....................................... 21
6 2x stabilisatie ..............................................90
7 Opnamestand ............................................32
8 Batterijniveau ..............................................15
9 Macrostand (close-up) ..........................25
10 Sneller AF en AE ........................................73
11 Opnamestand continu
fotograferen ................................................28
Afspelen
Afspelen
10: 00
AM
10: 00
AM
100-0001
100-0001
N
N
12/31/2050
12/31/2050
5 Indicator stille stand ...............................18
6 Indicator afspeelstand ..........................43
7 Voice memo-indicator ......................... 84
8 Geschenkbeeld .........................................43
9 Framenummer ...........................................90
1 Beveiligd beeld..........................................81
2 DPOF-afdrukindicator ...........................54
3 Indicator rode-
ogenver wijdering ....................................79
4 Indicator intelligente
gez ichtsd etec tie ....................................... 21
5
Voordat u begint
Inleiding
De elektronische zoeker (EVF)
De elektronische zoeker, waarin dezelfde informatie wordt getoond als op het LCD-scherm, kan worden ge-
bruikt wanneer het licht direct op het LCD-scherm valt waardoor het erg moeilijk is om iets op het scherm te
zien. Druk op de EVF/LCD-knop om van het LCD-scherm over te schakelen naar de elektronische zoeker of vice
versa (uw keuze blijft bewaard wanneer de camera wordt uitgeschakeld of de functieknop in een andere stand
wordt gezet).
LCD
EVF
6
Inleiding
De functieknop
De functieknop
Om een opnamestand te selecteren, draait u aan de functieknop en zet u
het pictogram van de gewenste opnamestand tegenover het merkteken
dat naast de functieknop is aangebracht.
P, S, A, M: selecteren voor volledige con-
trole over de instellingen van de camera,
inclusief diafragma (M en A) en/of sluiter-
tijd (M en S; pag. 36).
C (AANGEPAST): om opgeslagen instellin-
gen voor de opnamestanden P, S, A, en
M (pag. 40).
N (PANORAMA): neem een reeks foto’s
en combineer ze om een panorama te
maken (pag. 34).
B (AUTOMATISCH): een eenvoudige “rich-
ten-en-fotograferen” stand, speciaal voor
beginnende gebruikers van digitale ca-
mera’s (pag. 15).
SP (ONDERWERPPROGRAMMA): kies een
stand die bij het onderwerp of de om-
standigheden past, en de camera doet
de rest (pag. 32).
M (SCÈNEHERKENNING): een “richten
en fotograferen” stand waarbij de camera
automatisch wordt ingesteld voor de
scène (pag. 32).
F (VIDEO) : om  lms met geluid op te ne-
men (pag. 49).
Eerste stappen
7
De draagriem en de lensdop
De draagriem bevestigen
De draagriem bevestigen
Bevestig de draagriem aan de twee bevestigings-
ogen zoals onderstaande afbeelding laat zien.
3 Attentie
Controleer of de draagriem goed vastzit, want anders
kan de camera vallen.
De lensdop
De lensdop
Bevestig de lenskap zoals afgebeeld.
Bind de lensdop vast om te voorkomen dat u hem
verliest. Haal het meegeleverde koord eerst door
het oog (
q
) en bevestig de lensdop daarna aan
de draagriem (
w
).
8
De batterijen plaatsen
Deze camera kan worden gevoed door vier AA alkaline, lithium of oplaadbare Ni-MH batterijen. Er
wordt een pakje met vier alkaline batterijen met de camera meegeleverd. Plaats de batterijen volgens
onderstaande aanwijzingen in de camera.
1
Open de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
Schuif de vergrendeling
van het batterijencom-
partiment in de aangege-
ven richting en open de
afdekkap van het batterij-
encompartiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de camera is uitgeschakeld
voordat u de afdekkap van het batterijencom-
partiment opent.
3 Attentie
Open de afdekkap van het batterijencomparti-
ment nooit wanneer de camera is ingeschakeld.
Het niet in acht nemen van deze voorzorgs-
maatregel kan beschadiging van fotobestan-
den of geheugenkaarten tot gevolg hebben.
Gebruik niet te veel kracht wanneer u de afdek-
kap van het batterijencompartiment opent of
sluit.
2
Plaats de batterijen.
Plaats de batterijen met
de “+“ en “–“ polen in de
juiste richting in het bat-
terijencompartiment zo-
als wordt aangegeven met de aanduidingen
aan de binnenkant van het compartiment.
3 Attentie
Plaats de batterijen in de juiste richting in het
batterijencompartiment.
Gebruik nooit batterijen waarvan
de behuizing is beschadigd of loslaat
en gebruik oude en nieuwe batterij-
en, batterijen met verschillende la-
dingsniveaus of batterijen van ver-
schillende merken niet samen. Als
deze voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden genomen,
kunnen de batterijen gaan lek-
ken of ovezverhit raken.
Gebruik nooit mangaan of NiCd batterijen.
De capaciteit van alkaline batterijen kan per merk ver-
schillen en kan bij temperaturen onder 10 °C aanzien-
lijk dalen, Ni-MH batterijen verdienen de voorkeur.
De levensuur van de batterijen kan door vinger-
vlekken of vuil op de polen van de batterijen
worden verkort.
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Batterijbehuizing
Eerste stappen
9
De batterijen plaatsen
3
Sluit de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
Sluit de afdekkap van het
batterijencompartiment
en schuif hem vast totdat
de vergrendeling vastklikt.
3 Attentie
Oefen geen kracht uit. Als de afdekkap van het
batterijencompartiment niet wil sluiten, contro-
leer dan of de batterijen goed zijn geplaatst en
probeer het opnieuw.
2 Tip: Een wisselstroomadapter gebruiken
De camera kan worden gevoed door een optio-
nele wisselstroomadapter en DC-koppelstuk (los
verkrijgbaar).
Het batterijtype selecteren
Als u de batterijen vervangt
door batterijen van een
ander type, dan dient u het
batterijtype in te stellen
met behulp van de optie
T
BATTERIJTYPE in het menu Instellingen (pag. 88)
om er zeker van te zijn dat het batterijniveau goed
wordt weergegeven en de camera niet onverwachts
wordt uitgeschakeld.
2
MIN
NEDERLANDS
UITSCHAKELEN
TIJDVERSCHIL
SCHERMKLEUR
ONTLADEN
BATTERIJTYPE
INSTELLINGEN
NI-MH
LITHIUM
ALKALINE
10
Een geheugenkaart plaatsen
Hoewel de camera beschikt over een intern geheugen waarin de foto’s kunnen worden opgeslagen,
kunnen er meer foto’s worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart (los verkrijgbaar).
Als er geen geheugenkaart is geplaatst, verschijnt a op het LCD-scherm en worden de foto’s opgeslagen
in het interne geheugen. Omdat het interne geheugen door een storing van de camera zou kunnen
worden beschadigd, is het van belang dat u de foto’s die in het interne geheugen zijn opgeslagen re-
gelmatig naar de harde schijf van de computer of andere mediadragers, zoals cd’s of dvd’s, kopieert. De
foto’s kunnen ook van het interne geheugen naar een geheugenkaart worden gekopieerd (zie pagina
82). Wis daarna de foto’s uit het interne geheugen om te voorkomen dat het geheugen vol raakt.
Als er een geheugenkaart is geplaatst zoals hieronder wordt beschreven, dan worden de foto’s opgeslagen
op de geheugenkaart.
Compatibele geheugenkaarten
Compatibele geheugenkaarten
SanDisk SD- en SDHC-geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd om in deze camera te worden ge-
bruikt. Een volledige lijst met goedgekeurde geheugenkaarten is beschikbaar op http://www.fujifilm.
com/products/digital_cameras/index.html. Met andere geheugenkaarten kan de werking niet worden
gegarandeerd. De camera is niet geschikt om te worden gebruikt met MultiMediaCards (MMC) of xD-
Picture-Cards.
3 Attentie
Geheugenkaarten kunnen worden beveiligd zodat de kaart niet geformatteerd kan worden
en het niet mogelijk is om foto’s op te slaan of te wissen. Schakel de schrijfbeveiliging uit met
behulp van het schakelaartje, voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Schakelaar voor
Schakelaar voor
schrijfbeveiliging
schrijfbeveiliging
Eerste stappen
11
Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart plaatsen
1
Open de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
1 Opmerking
Controleer altijd of de came-
ra is uitgeschakeld voordat u
de afdekkap van het batterij-
encompartiment opent.
2
Plaats de geheugenkaart.
Houd de geheugenkaart in de hieronder ge-
toonde richting en schuif de kaart helemaal
in de camera.
Let erop dat u de geheugen-
kaart in de juiste richting in de
kaartsleuf steekt, steek de kaart
er niet onder een hoek in en oe-
fen geen kracht uit.
3
Sluit de afdekkap van het batterijencom-
partiment.
De geheugenkaart verwijderen
Controleer of de camera is uitgeschakeld, druk de ge-
heugenkaart voorzichtig naar beneden en laat hem
vervolgens langzaam los. De geheugenkaart kan nu
worden verwijderd.
3 Attentie
De geheugenkaart kan uit de camera wegschieten
als u te hard op de kaart drukt en hem vervolgens te
abrupt loslaat.
• Een geheugenkaart die net uit de camera is gehaald,
kan enigszins warm aanvoelen. Dit is normaal en
duidt niet op een defect.
12
Een geheugenkaart plaatsen
3 Attentie
Voorkom dat de camera wordt uitgeschakeld of dat de geheugenkaart wordt verwijderd terwijl de camera bezig is met het format-
teren van de geheugenkaart of met het lezen van, of schrijven naar de geheugenkaart. Anders kan de geheugenkaart wor-
den beschadigd.
Nieuwe geheugenkaarten moeten voor het eerste gebruik worden geformatteerd en alle geheugenkaarten die
in een computer of ander apparaat zijn gebruikt, moeten ook weer worden geformatteerd. Zie pagina 92 voor
meer informatie over het formatteren van geheugenkaarten.
• Geheugenkaarten zijn klein en kunnen worden ingeslikt, bewaar geheugenkaarten buiten het bereik van kinde-
ren. Roep onmiddellijk medische hulp in wanneer een kind een geheugenkaart heeft ingeslikt.
Gebruik geen miniSD- of microSD-adapters waaruit het uiteinde van de kaart uitsteekt. Der-
gelijke adapters kunnen storingen of defecten veroorzaken. Adapters die groter of kleiner
zijn dan de standaardafmetingen van een SD-geheugenkaart, worden mogelijk niet goed
uitgeworpen, breng de camera naar een erkend servicecenter als de geheugenkaart in de
camera vast blijft zitten. Probeer de kaart niet met geweld uit de camera te halen.
Kleef geen etiketten op geheugenkaarten. Etiketten die losraken kunnen defecten veroorzaken.
Bij sommige soorten van geheugenkaarten kunnen lmopnamen onderbrekingen vertonen.
Bij het repareren van de camera kunnen de gegevens die in het interne geheugen zijn opgeslagen, gewist of
beschadigd worden. Tevens dient u zich er van bewust te zijn dat de reparateur de in het geheugen opgesla-
gen foto’s kan bekijken.
Door het formatteren van een geheugenkaart of het interne geheugen wordt een map aangemaakt waarin de
foto’s worden opgeslagen. U mag deze map niet verwijderen of een andere naam geven. Ook mag u de fotobe-
standen in deze map niet bewerken, wissen of herbenoemen met behulp van een computer of ander apparaat.
Gebruik alleen de camera om foto’s van geheugenkaarten en uit het interne geheugen te wissen, kopieer de
bestanden naar de computer en bewerk of herbenoem de kopieën, en niet de originele bestanden.
Eerste stappen
13
De camera in- en uitschakelen
Opnamestanden
Opnamestanden
Schuif de G-schakelaar in de hieronder getoon-
de richting. De lens wordt automatisch uitgeschoven.
Schuif de G-schakelaar terug om de camera
uit te schakelen.
2 Tip: Overschakelen naar de afspeelstand
Druk op de a-knop om het afspelen te starten. Druk
de ontspanknop half in om weer terug te keren naar
de opnamestand.
3 Attentie
• De camera kan beschadigen of defect raken als de
lens bij het uitschuiven wordt tegengehouden.
Vingervlekken en vuil op de lens zijn van invloed op de kwa-
liteit van de foto’s. Zorg ervoor dat de lens schoon blijft.
• De G-knop koppelt de camera niet volledig af
van de voeding.
Afspeelstand
Afspeelstand
Houd de a-knop gedurende ongeveer een se-
conde ingedrukt om de camera in te schakelen
en het afspelen te starten.
Druk nogmaals op de a-knop om de camera uit
te schakelen.
2 Tip: Overschakelen naar de opnamestand
Druk de ontspanknop half in om over te schakelen naar
de opnamestand. Druk op de a-knop om terug te
keren naar het afspelen.
2 Tip: Uitschakelen
De camera wordt automatisch uitgeschakeld als de camera niet wordt bediend gedurende de tijdsduur die is
ingesteld via het menu UITSCHAKELEN (zie pagina 92). Gebruik de G-schakelaar of houd de a-knop
gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen.
14
Basisinstellingen
Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt er een taalkeuzevenster. Stel de ca-
mera volgens onderstaande aanwijzingen in (zie pagina 88 voor informatie over het opnieuw instellen
van de klok of het veranderen van de taal).
1
Kies een taal.
START MENU
SET NO
1.1 Druk op de keuzeknop om-
hoog, omlaag, links of rechts
om de taal te selecteren.
1.2 Druk op MENU/OK.
2
Stel de datum en tijd in.
DATUM / TIJD NIET INGESTELD
OK AFBREKEN
2011
2010
2008
2007
JJ. MM. DD
1. 1 12
:
00
AM
2009
2.1
Druk op de keuzeknop links of
rechts om het jaar, de maand, de
datum, de uren of de minuten te
selecteren en druk op de keuzeknop omhoog
of omlaag om de juiste waarden in te stellen.
Om de volgorde te veranderen waarin het
jaar, de maand en de datum worden weerge-
geven, selecteert u de datumnotatie en drukt
u op de keuzeknop omhoog of omlaag.
2.2 Druk op MENU/OK.
2 Tip: De klok van de camera
Als er gedurende langere tijd geen batterijen in de camera zitten, dan wordt de klok weer teruggezet en ver-
schijnt nogmaals het taalkeuzevenster wanneer de camera weer wordt ingeschakeld. Als de batterijen enige tijd
in de camera hebben gezeten, of als gedurende ongeveer 10 uur een los verkrijgbare netstroomadapter aange-
sloten is geweest, dan kunnen de batterijen gedurende ongeveer 24 uur uit de camera worden gehaald zonder
dat de klok, de taal en de opties voor energiebesparing opnieuw ingesteld hoeven te worden.
15
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Fotograferen met de stand
B
(automatisch)
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u foto’s kunt maken met de stand
B
(automatisch).
1
Schakel de camera in.
Verschuif de
G
-schakelaar om de ca-
mera in te schakelen.
2
Selecteer de stand
B
.
Zet de functieknop op
B
.
3
Controleer het batterijniveau.
Controleer het batterijniveau op het LCD-
scherm.
qw
Indicator
Indicator
Beschrijving
Beschrijving
GEENPICTOGRAM De batterijen zijn vrijwel geheel
ontladen.
q
B
(rood)
De batterijen zijn bijna leeg.
Vervang de batterijen zo snel
mogelijk.
w
A
(knippert rood)
De batterijen zijn leeg. Schakel
de camera uit en vervang de
batterijen.
1
Opmerking
Het kan voorkomen dat er geen waarschuwing voor een te laag batterijniveau op het LCD-scherm verschijnt
voordat de camera wordt uitgeschakeld. Dit kan vooral het geval zijn met batterijen die eerder volledig leeg zijn
geraakt. Het stroomverbruik kan per functie enorm variëren, bij sommige functies en bij het overschakelen van
de opnamestand naar de afspeelstand wordt de waarschuwing voor een te laag batterijniveau (
B
) mogelijk
slechts kort of helemaal niet getoond voordat de camera wordt uitgeschakeld.
16
Fotograferen met de stand B(automatisch)
4
Bepaal de compositie.
Richt het scherpstelframe op het onderwerp
en gebruik vervolgens de zoomregelaar om
de compositie te bepalen zodat het onder-
werp binnen de begrenzingen van het LCD-
scherm past.
Standaard gebruikt de
camera enkel de optische
zoom. Indien gewenst kan
met de digitale zoom (pag.
91) nog verder worden in-
gezoomd.
Selecteer W om uit te
zoomen
Selecteer T om in te
zoomen
Zoomindicator
De camera vasthouden
Houd de camera goed en
met beide handen vast en
laat uw ellebogen rusten in
uw zij. Een onvaste hand kan
bewegingsonscherpte ver-
oorzaken.
Houd uw vingers en andere
voorwerpen uit de buurt
van de lens en de flitser om
te voorkomen dat de foto’s
onscherp of te donker (onder-
belicht) worden.
2 Tip: Scherpstelvergrendeling
Gebruik scherpstelvergrendeling (pag. 23) om scherp te stellen op onderwerpen die zich niet in het scherpstel-
frame bevinden.
17
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Fotograferen met de stand B(automatisch)
De scherpstelhulp en het Post-Shot Assist venster
Druk op de DISP/BACK-knop om opname-informatie en
rasterlijnen op het LCD-scherm weer te geven.
Indicators worden verborgen
Indicators worden getoond
Post-Shot Assist venster Optimale framing
ISO AUTO
(
800
)
ISO AUTO
(
800
)
9
9
N
N
10: 00
AM
10: 00
AM
12/31/ 2050
12/31/ 2050
Optimale framing: om optimale framing te gebruiken,
houdt u het onderwerp op de plaats waar twee lijnen
elkaar kruisen of houdt u één van de horizontale lijnen
op de horizon gericht. Gebruik scherpstelvergrende-
ling (pag. 23) om scherp te stellen op een onderwerp
dat zich niet in het midden van het frame van de uit-
eindelijke foto zal bevinden.
Post-Shot Assist venster: aan de linkerkant worden de
vorige drie foto’s weergegeven, de meest recent ge-
nomen foto onderaan. Bij het maken van meerdere
foto’s van hetzelfde onderwerp kan deze functie wor-
den gebruikt om de resultaten te vergelijken.
Onscherpe foto’s vermijden
Als het onderwerp slecht belicht is, kan bewegings-
onscherpte worden verminderd door middel van de
f
-knop. In de stand
B
, kunt u onscherpte door
beweging van het onderwerp ook verminderen
door op de
f
-knop te drukken (2x stabilisatie).
Druk op f om 2x stabilisatie in of uit te schakelen. Er
verschijnt een pictogram als 2x stabilisatie is ingeschakeld
(het getoonde pictogram hangt af van de optie die werd
geselecteerd voor L 2X STABILISATIE; zie pag. 90):
De gevoeligheid wordt verhoogd wanneer 2x stabili-
satie is ingeschakeld. Let wel, bewegingsonscherpte
is niet altijd te voorkomen.
18
Fotograferen met de stand B(automatisch)
h
Stille stand
Wanneer u niet wilt dat de camera geluiden maakt
of licht geeft, drukt u op de DISP/BACK-knop totdat
h
op het LCD-scherm verschijnt (let wel, de stille
stand is niet beschikbaar tijdens het afspelen van
een video of voice memo).
De luidspreker en het AF-hulplicht/de zelfontspan-
nerlamp van de camera worden uitgeschakeld en
het volume (pag. 91) kan niet worden ingesteld. Wilt
u de camera weer normaal laten werken, druk dan
op de DISP/BACK-knop totdat het
h
-pictogram ver-
dwijnt.
5
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in zodat de ca-
mera scherpstelt op het onderwerp dat zich
in het scherpstelframe bevindt.
Scherpstelframe
De camera selecteert een
klein scherpstelframe en stelt
scherp op het onderwerp
250
250
F
3.5
F
3.5
Half
indrukken
1
Opmerking
De lens kan tijdens het scherpstellen geluid ma-
ken. Dit is normaal.
Als de camera in staat is om scherp te stellen,
klinken twee pieptonen en licht de indica-
torlamp groen op.
Als de camera niet in staat is om scherp te stellen,
wordt het scherpstelframe rood, verschijnt
s
op het LCD-scherm en begint de indi-
catorlamp groen te knipperen. Pas de com-
positie aan of gebruik scherpstelvergrende-
ling (pag. 23).
19
Eenvoudig fotograferen en afspelen
Fotograferen met de stand B(automatisch)
De indicatorlamp
De indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als
volgt weer:
De indicatorlamp
De indicatorlamp
Status van de camera
Status van de camera
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Knippert groen
Waarschuwing voor bewegingson-
scherpte, scherpstelling of belichting.
De foto kan worden gemaakt.
Knippert groen
en oranje
Bezig met een opname. Er kunnen
extra foto’s worden gemaakt.
Brandt oranje
Bezig met een opname. Er kunnen
momenteel geen extra foto’s worden
gemaakt.
Knippert oranje
De  itser wordt opgeladen, wanneer een
foto wordt genomen, wordt niet ge itst.
Knippert rood
Lens- of geheugenfout (intern geheu-
gen of geheugenkaart vol of niet ge-
formatteerd, formatteerfout of andere
geheugenfout).
2
Tip: Waarschuwingen
Op het LCD-scherm verschijnen gedetailleerde waar-
schuwingen. Zie de pagina’s 104107 voor meer infor-
matie.
6
Maak de foto.
Druk de ontspanknop rustig en
volledig in om de foto te maken.
2
Tip: Ontspanknop
De ontspanknop heeft twee standen. Als de ontspan-
knop half (
q
) wordt ingedrukt, wordt de scherpstel-
ling en de belichting ingesteld, om de foto te maken,
drukt u de ontspanknop vervolgens volledig in (
w
).
q
w
Half indrukken
Volledig indrukken
Twe e
pieptonen
Klik
1
Opmerking
Als het onderwerp slecht belicht is, kan het AF-
hulplicht beginnen te branden om te helpen bij het
scherpstellen (pag. 24). Zie pagina 26 voor informatie
over het gebruik van de  itser bij weinig licht.
20
Foto’s bekijken
U kunt de foto’s die u heeft gemaakt op het LCD-scherm bekijken. Het verdient aanbeveling om bij be-
langrijke gebeurtenissen eerst enkele proefopnamen te maken die u op het LCD-scherm controleert.
1
Houd de
a
-knop gedurende ongeveer
een seconde ingedrukt.
De foto die het laatst is gemaakt, wordt op
het LCD-scherm afgespeeld.
100-0001
100-0001
N
N
12/31/ 2050
12/31/ 2050
10: 00
AM
10: 00
AM
2
Meer foto’s bekijken.
Druk op keuzeknop rechts om de
fotos af te spelen in de volgorde
waarin ze zijn gemaakt, en op
keuzeknop links om de foto’s af te spelen in
omgekeerde volgorde.
Druk op de ontspanknop om de opna-
mestand weer in te schakelen.
Fotos wissen
Druk op de keuzeknop omhoog (
b
) om
de foto te wissen die op het LCD-scherm
wordt afgespeeld. Onderstaand dialoog-
scherm verschijnt.
WIJZIG
WISSEN OK?
OK STOP
Druk op de keuzeknop links om OK te se-
lecteren en op MENU/OK om de foto te wis-
sen. Selecteer STOP en druk op MENU/OK
om het dialoogvenster te verlaten zonder
de foto te wissen.
2
Tip: Het Afspeelmenu
Met het Afspeelmenu kunt u ook foto’s wissen (pag.
47).
21
Meer over fotogra e
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen verwijdering
Met Intelligente gezichtsdetectie herkent de camera automatisch de gezichten van mensen die zich
in het beeld bevinden en worden de scherpstelling en de belichting hierop aangepast. Gebruik deze
functie voor groepsportretten (zowel liggend als staand) zodat de camera niet scherpstelt op de ach-
tergrond. Intelligente gezichtsdetectie heeft tevens de optie Rode-ogen verwijdering om het e ect
van “rode ogen” door  itslicht te voorkomen.
1
Schakel Intelligente gezichtsdetectie in.
Druk diverse keren op de g-knop om één
van onderstaande opties te selecteren.
OFF
GEZICHTSDETECTIE
VERWIJDER UIT
GEZICHTSDETECTIE
VERWIJDER AAN
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
g OFF
Intelligente gezichtsdetec-
tie en Rode-ogen verwijde-
ring uit.
g GEZICHTSDETECTIE
J VERWIJDER AAN
Intelligente gezichtsdetec-
tie en Rode-ogen verwij-
dering aan. Te gebruiken in
combinatie met de  itser.
g GEZICHTSDETECTIE
J VERWIJDER UIT
Intelligente gezichtsdetec-
tie aan, Rode-ogen verwij-
dering uit.
2
Bepaal de compositie.
Als gezichtsdetectie
een gezicht herkent,
wordt het omgeven
door een groene rand.
Als er meerdere gezich-
ten in beeld zijn, dan
selecteert de camera het gezicht dat zich
het dichtst bij het midden van het beeld be-
vindt, de overige gezichten worden omge-
ven door witte randen.
Groene randGroene rand
22
Intelligente gezichtsdetectie en Rode-ogen verwijdering
3
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om
de scherpstelling en belichting in
te stellen voor het onderwerp dat
met de groene rand is omgeven.
3 Attentie
Als de camera geen gezichten herkent wanneer
de ontspanknop half ingedrukt wordt (pag. 100),
dan stelt de camera scherp op het onderwerp dat
zich in het midden van het LCD-scherm bevindt
en wordt rode-ogenverwijdering uitgeschakeld.
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in
om de foto te maken.
3 Attentie
Als het onderwerp beweegt terwijl de ontspan-
knop wordt ingedrukt, dan bevindt het gezicht
zich wellicht niet meer in het met de groene rand
omgeven gedeelte op het moment waarop de
foto wordt gemaakt.
Als g GEZICHTSDE-
TECTIE J VERWIJDER
AAN is geselecteerd,
wordt rode-ogenver-
wijdering toegepast
voordat de foto wordt opgeslagen.
Intelligente gezichtsdetectie
Het verdient aanbeveling om
Intelligente gezichtsdetectie
te gebruiken wanneer u bij
groeps- of zelfportretten de
zelfontspanner gebruikt (pag.
70).
7
Bij het afspelen van een foto die is genomen met Intel-
ligente gezichtsdetectie, kan de camera automatisch
gezichten selecteren voor rode-ogenverwijdering
(pag. 79), afspeelzoom (pag. 44), diavoorstelling (pag.
77), printen (pag. 53) en uitsnede maken (pag. 86).
VERWIJDERING R.OGENVERWIJDERING R.OGEN
23
Meer over fotogra e
Scherpstelvergrendeling
Voor fotocomposities waarbij het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt:
1
Richt het scherpstelframe op het onder-
werp.
2
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen en de belichting in te stellen, De
scherpstelling en de belichting worden ver-
grendeld zolang de ontspanknop half inge-
drukt blijft (AF/AE-vergrendeling).
F
3.5
F
3.5
250
250
Half
indrukken
Herhaal zo nodig de stappen 1 en 2 om op-
nieuw scherp te stellen voordat u de foto
maakt.
3
Bepaal de compositie opnieuw.
Houd de ontspanknop half ingedrukt en be-
weeg de camera om de compositie te be-
palen.
F
3.5
F
3.5
250
250
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop rustig en volledig in
om de foto te maken.
Volledig
indrukken
24
Scherpstelvergrendeling
Automatische scherpstelling
Hoewel de camera is uitgerust met uiterst nauwkeurige
automatische scherpstelling, is het mogelijk dat er niet
kan worden scherpgesteld op onderstaande onder-
werpen. Als de camera niet in staat is om automatisch
scherp te stellen, gebruik dan scherpstelvergrendeling
(pag. 23) om eerst scherp te stellen op een ander onder-
werp dat zich op dezelfde afstand bevindt en bepaal pas
daarna de compositie van de foto.
• Zeer glimmende onder-
werpen, zoals spiegels
of auto’s.
Zeer snel bewegende
onderwerpen.
Onderwerpen die zich achter een raam of andere re-
ecterende voorwerpen bevinden.
Donkere onderwerpen en onderwerpen die licht ab-
sorberen in plaats van re ecteren, zoals haar of bont.
Niet tastbare onderwerpen, zoals rook of vuur.
Onderwerpen die niet contrasteren met de achter-
grond (bijvoorbeeld een persoon in kleding die de-
zelfde kleur heeft als de achtergrond).
Onderwerpen die zich voor of achter een contrastrijk
voorwerp bevinden dat eveneens in het scherpstel-
frame valt (bijvoorbeeld een onderwerp tegen een
achtergrond met veel contrasterende elementen).
Het AF-hulplicht
Indien het onderwerp slecht wordt belicht, gaat het
AF-hulplicht branden wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt. Dit licht maakt het eenvoudiger om
op het onderwerp scherp te stellen.
AF-hulplicht
1 Opmerkingen
• Schijn met het AF-hulplicht niet recht in de ogen
van het onderwerp. Zie pagina 88 voor informatie
over het uitschakelen van het AF-hulplicht.
• Het kan voorkomen dat de camera niet in staat is
om scherp te stellen terwijl het AF-hulplicht wordt
gebruikt. Als de camera niet in staat is om scherp te
stellen in de macrostand (pag. 25), vergroot dan de
afstand tot het onderwerp en probeer opnieuw.
Het AF-hulplicht is niet beschikbaar in de stille
stand.
25
Meer over fotogra e
F Opnamestanden Macro en Super Macro (close-ups)
Druk voor close-ups op de keuzeknop links (F) om een keuze te maken uit de onderstaande macros-
tanden.
Kies uit F (MACRO),
G (SUPER MACRO) of H (OFF)
Als de macrostand is ingeschakeld, stelt de camera scherp op onderwerpen die zich nabij het mid-
den van het scherpstelframe bevinden. Gebruik de zoomregelaar om de compositie van de foto te
bepalen. In de Super macrostand kan de zoom niet worden ingesteld en kan de itser niet worden
gebruikt.
Om de macrostand uit te schakelen, drukt u op keuzeknop links (F) totdat H verschijnt.
1 Opmerkingen
Het is raadzaam om een statief te gebruiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Bij gebruik van de  itser kan  itslichtcompensatie vereist zijn (pag. 75).
26
N De  itser gebruiken
Gebruik de  itser als er weinig licht is, bijvoorbeeld ‘s avonds of bij weinig licht binnenshuis.
1
Klap de  itser uit.
Druk op de ontgrendelknop om de  itser uit te klappen.
De  itser uitschakelen
Klap de  itser in als  itsen niet is toegestaan of als u het natuurlijke licht onder sche-
merige omstandigheden wilt vastleggen. Bij lange sluitertijden verschijnt k op
het LCD-scherm om aan te geven dat de foto bewegingsonscherpte kan vertonen.
Het is raadzaam een statief te gebruiken.
2
Selecteer een  itsstand.
Druk op de keuzeknop rechts (N). Telkens wanneer de keuzeknop wordt in-
gedrukt, verandert de  itsstand.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
A (AUTOM. FLITSEN)
De  itser  itst wanneer nodig. Aanbevolen voor de meeste situaties.
N (INVULFLITS)
De  itser  itst steeds wanneer een foto wordt gemaakt. Te gebruiken bij
onderwerpen met tegenlicht en voor het verkrijgen van natuurlijk kleuren
bij het fotograferen met helder licht.
O (LANGZAME SYNCHRO)
Om bij het fotograferen bij weinig licht zowel het onderwerp als de ach-
tergrond vast te leggen (let wel, helder verlichte delen kunnen overbelicht
worden).
27
Meer over fotogra e
N De  itser gebruiken
3
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen. Als de camera de  itser zal
gebruiken, verschijnt p op het LCD-scherm wanneer de ontspanknop half ingedrukt
wor dt. Bij lange sluitertijden verschijnt k op het LCD-scherm om aan te geven dat de
foto bewegingsonscherpte kan vertonen. Het is raadzaam een statief te gebruiken.
4
Maak de foto.
Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
3 Attentie
De  itser kan voor iedere opname diverse keren  itsen. Houd de camera stil totdat de opname
volledig klaar is.
Rode-ogen verwijdering
Wanneer Intelligente gezichtsdetectie is ingesteld op g GEZICHTSDETECTIE J VERWIJDER
AAN (pag. 22), is rode-ogenverwijdering (J) beschikbaar voor AUTOMATISCH (K), INVULFLITS
(L) en LANGZAME SYNCHRO (M). Rode-ogen verwijdering reduceert het e ect van “rode ogen
dat wordt veroorzaakt door de weerkaatsing van het  itslicht in de pupillen van het onderwerp,
zoals in nevenstaande afbeelding.
N
De  itser gebruiken
28
I Continustand (continu fotograferen)
Leg een bewegend onderwerp vast in een serie van snel achter elkaar genomen foto’s.
1
Selecteer een stand voor continu fotograferen.
Druk op de keuzeknop omlaag (I). Telkens wanneer de keuzeknop wordt
ingedrukt, verandert de stand voor continu fotograferen.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
J
(EERSTE 15 I)
De camera maakt een serie van 15 foto’s terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. De kwali-
teit en gevoeligheid worden automatisch aangepast aan de hoogst mogelijke continusnelheid.
*
K
(EERSTE 6 G)
De camera maakt een serie van 6 foto’s terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. De kwali-
teit en gevoeligheid worden automatisch aangepast aan een hoge continusnelheid.
*
N
(ONBEPERKT)
De camera maakt een serie foto’s zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. Het fotografe-
ren stopt pas wanneer de ontspanknop wordt losgelaten of het geheugen vol is. U kunt het Post-Shot
Assist venster gebruiken om de foto’s nog tijdens het fotograferen te kunnen bekijken (pag. 17).
L
(LAATSTE 3)
De camera maakt een serie van maximaal 40 foto’s terwijl de sluiterknop ingedrukt wordt gehouden,
maar enkel de laatste drie worden bewaard.
O
(BELICHT. TRAP)
Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera drie foto’s: de eerste foto wordt
gemaakt met de gemeten belichtingswaarde, de tweede foto wordt overbelicht met de waarde die
bij J BELICHTINGSTRAP in het menu Opnamestanden (pag. 75) is ingesteld, de derde foto wordt
met dezelfde waarde onderbelicht (het kan voorkomen dat de camera niet in staat is de voor de be-
lichtingstrap gekozen intervalwaarde te gebruiken als hierbij het bereik van het lichtmetingssysteem
wordt overschreden).
I
(EERSTE 3)
De camera maakt een serie van maximaal 3 foto’s terwijl de sluiterknop ingedrukt wordt gehouden.
UIT
Opnamestand continu fotograferen uit. Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt
één foto gemaakt.
* Instellingen die afwijken van de door de gebruiker gekozen waarden, worden geel weergegeven;de oorspronkelijke
instellingen worden hersteld wanneer een andere stand voor continu fotograferen wordt geselecteerd.
29
Meer over fotogra e
2
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om de camera scherp te stellen.
3
Maak de foto.
De camera maakt een serie foto’s zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden.
Het fotograferen stopt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten, het gekozen aantal
foto’s is gemaakt of het geheugen vol is.
1 Opmerkingen
In alle standen voor continu fotograferen behalve N worden de scherpstelling en belichting bepaald bij de
eerste foto in iedere serie. De itser wordt automatisch uitgeschakeld (pag. 26), de eerder ingestelde  itsstand
wordt weer geselecteerd wanneer de stand voor continu fotograferen wordt uitgeschakeld.
De framesnelheid is afhankelijk van de sluitertijd.
• Indien de zelfontspanner wordt gebruikt als L en N zijn geselecteerd, wordt er slechts één foto gemaakt wan-
neer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Bij de instelling J kunnen er in de heldere delen van het beeld witte strepen verschijnen, dit kan worden voor-
komen door de stand K te selecteren.
Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt, is afhankelijk van het beschikbare ge-
heugen. De belichtingstrap is alleen beschikbaar als er voldoende geheugenruimte is
voor drie opnamen. In alle standen voor continu fotograferen behalve N worden de
scherpstelling en belichting bepaald bij de eerste foto in iedere serie. De gemaakte fo-
to’s worden, terwijl ze worden opgeslagen, op het LCD-scherm getoond.
OPSLAAN VIDEOOPSLAAN VIDEO
I
Continustand (continu fotograferen)
30
Het kader wordt weer-
gegeven zoals de af-
beelding rechts laat
zien. De compositie
kan met behulp van de
zoomregelaar nog verder worden aange-
past.
3
Stel scherp en maak de foto.
Het omkaderde ge-
deelte wordt uitver-
groot tot een foto op
volledig formaat.
2 Intelligente gezichtsdetectie
Intelligente gezichtsdetectie is niet in staat gezichten
te herkennen die zich buiten het gekozen kader bevin-
den.
3 Attentie
Enkel liggende kaders (landschap) zijn beschikbaar als
I, L, of N is geselecteerd voor de stand continu
fotograferen. Het maximale aantal foto’s dat u kunt ne-
men als J of K is geselecteerd, neemt af als staande
kaders (portret) worden gebruikt.
c Instant Zoom
Met Instant Zoom kunt u snel de compositie van uw foto’s bepalen.
Optische zoom
Optische zoom
1
Richt het scherpstelframe op het onderwerp.
Gebruik de zoomregelaar om het onderwerp
centraal in het LCD-scherm te plaatsen.
2
Kies een kader.
Druk op de keuzeknop
omhoog (c) om één
van onderstaande
zoomkaders te selecte-
ren.
Geen zoom
Horizontaal,
lage zoom
Horizontaal,
hoge zoom
Verticaal,
lage zoom
Verticaal,
hoge zoom
31
Meer over fotogra e
Digitale zoom
Digitale zoom
1
Schakel digitale zoom in.
Stel menu-item D DIGIT. ZOOM in het
menu Instellingen in op AAN (pag. 91).
2
Kies een onderwerp.
Positioneer het onderwerp centraal in het
LCD-scherm.
3
Zoomen naar de digitale zoompositie.
4
Druk op de keuzeknop omhoog (c).
De camera zoomt in met maximale optische
zoom. Het gedeelte dat met digitale zoom
zal worden gefotografeerd, wordt aange-
duid met een kader in het midden van het
LCD-scherm.
5
Bepaal de compositie.
Gebruik de zoomregelaar om het gedeelte
aan te geven dat in de uiteindelijke opname
moet worden opgenomen.
6
Stel scherp en maak de foto.
Het omkaderde gedeel-
te wordt uitvergroot tot
een foto op volledig
formaat.
3 Attentie
Foto’s die met Instant Zoom worden gemaakt, hebben
een lagere kwaliteit dan foto’s die met normale zoom
zijn gemaakt.
c Instant Zoom
32
Opnamestanden
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past. Dit doet u door de functieknop in de ge-
wenste stand te zetten (pag. 6). De volgende opnamestanden zijn beschikbaar:
B
B
AUTOMATISCH
AUTOMATISCH
Kies deze opnamestand voor scherpe, heldere fo-
to’s (pag. 15). Deze opnamestand kan vrijwel altijd
worden gebruikt.
M
M
SCÈNEHERKENNING
SCÈNEHERKENNING
In deze stand analyseert de camera automatisch
de compositie en wordt de juiste scènestand
geselecteerd in functie van het onderwerp en
de opnameomstandigheden. De geselecteerde
stand wordt weergegeven als de ontspanknop
half wordt ingedrukt.
Stand
Stand
Gedetecteerd type onderwerp of scène
Gedetecteerd type onderwerp of scène
b
Portret: menselijk portret.
c
Landschap: kunstmatig of natuurlijk landschap.
d
Landschap nacht: slecht verlicht landschap.
e
Macro: onderwerp dicht bij camera.
g
Portret met tegenlicht: Portret met tegenlicht.
f
Nachtportret: portretonderwerp is slecht belicht.
1 Opmerkingen: M
a (A) zal worden geselecteerd als het onderwerp
niet overeenkomt met de hierboven weergegeven
scènes.
De camera stelt voortdurend scherp op de gezichten
van portretonderwerpen of voorwerpen in de buurt
van het midden van het kader. Daardoor wordt de
batterij extra belast en kan de camera een hoorbaar
geluid produceren tijdens het scherpstellen.
SP
SP
ONDERWERPPROGRAMMA
ONDERWERPPROGRAMMA
U kunt met de camera kiezen uit een aantal “om-
gevingen, elk aangepast aan bepaalde omstan-
digheden voor opnames of aan een speci ek
type onderwerp. Die omgevingen kunnen wor-
den toegewezen aan de SP-positie op de func-
tieknop.
1
Zet de functieknop op SP.
2
Druk op MENU/OK om het menu Op-
namestanden op het LCD-scherm
weer te geven.
33
Meer over fotogra e
Opnamestanden
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om A ONDERWERPPRO-
GRAMMA te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop rechts om
een lijst met onderwerpprogram-
ma’s weer te geven.
5
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om een programma te se-
lecteren (pag. 33).
6
Druk op MENU/OK om de geselec-
teerde optie te activeren.
Totdat de instelling wordt gewijzigd, wordt het
geselecteerde onderwerpprogramma automa-
tisch weer geactiveerd wanneer de functieknop
op SP wordt gezet. Het standaard onderwerp-
programma is
L.
1 Opmerking: onder werpprogramma
Het item F KLEUR in het menu Opnamestanden kan
niet worden ingesteld op G-CHROME/DIA
(pag. 67).
Scènebeschrijvingen
Scènebeschrijvingen
Onderwerp
Onderwerp
Beschrijving
Beschrijving
L PORTRET
Selecteer deze opnamestand om portretten
met zachte contouren en natuurlijke huid-
tinten te maken.
M LANDSCHAP
Selecteer deze opnamestand voor scherpe,
heldere daglichtfoto’s van gebouwen en
landschappen. De  itser wordt automatisch
uitgeschakeld.
N SPORT
Gebruik deze opnamestand voor het foto-
graferen van bewegende onderwerpen.
E SNELLER AF en AE wordt automatisch
ingeschakeld en er wordt prioriteit gegeven
aan kortere sluitertijden.
O NACHT
Kies deze stand voor onderwerpen in sche-
merlicht of ’s nachts. De gevoeligheid wordt
automatisch verhoogd om bewegingson-
scherpte te voorkomen.
H NACHT
(STAT.)
Kies deze stand voor trage sluitertijden tij-
dens nachtopnames. Gebruik een statief om
onscherpte te voorkomen.
D NATURAL
LIGHT
Om het aanwezige licht binnenshuis op na-
tuurlijke wijze vast te leggen of te fotografe-
ren op plaatsen waar itsen niet mogelijk is.
De  itser wordt uitgeschakeld en de gevoe-
ligheid wordt verhoogd om bewegingson-
scherpte te reduceren.
34
Opnamestanden
Onderwerp
Onderwerp
Beschrijving
Beschrijving
P VUURWERK
Om de lichte ecten van vuurwerk goed vast
te kunnen leggen worden er lange sluiter-
tijden gebruikt. Druk op de d-knop om
een keuzevenster voor de sluitertijd weer te
geven en druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om een sluitertijd te selecteren. De
itser wordt automatisch uitgeschakeld.
Q ZONSOP-
KOMST
Selecteer deze opnamestand om de le-
vendige kleuren van zonsondergangen en
zonsopkomsten vast te leggen.
R SNEEUW
Selecteer deze opnamestand voor scherpe,
heldere foto’s waarin de schittering van
sneeuw optimaal tot haar recht komt.
S STRAND
Selecteer deze opnamestand voor scherpe,
heldere foto’s van zonovergoten stranden.
T MUSEUM
Gebruik deze opnamestand op plaatsen
waar  itslicht of camerageluid ongewenst is.
De  itser, de luidspreker en het AF-hulplicht/
de zelfontspannerlamp worden automatisch
uitgeschakeld.
U FEESTEN
Om achtergrondverlichting onder omstan-
digheden met weinig licht vast te leggen.
V BLOEMEN
Selecteer deze opnamestand om levendige
close-ups van bloemen te maken. De came-
ra stelt scherp binnen het macrobereik en de
 i t s e r w o r d t u i t g e s c h a k e l d .
W DOCUMENTEN
Maak duidelijke foto’s van gedrukte tekst of
tekeningen. De camera stelt scherp binnen
het macrobereik.
N
N
PANORAMASTAND
PANORAMASTAND
In deze stand kunt u tot drie foto’s nemen en ze
samenvoegen om een panorama te maken. Het is
raadzaam een statief te gebruiken om de overlap-
pende opnames te kaderen.
1
Zet de functieknop op N.
2
Druk de keuzeknop omhoog om een foto te
selecteren en druk de keuzeknop naar links of
rechts om een panrichting te kiezen en druk
op MENU/OK.
21 3 23 1
3
Neem een foto. De belichting en de
witbalans bij een panorama worden
ingesteld bij de eerste opname.
35
Meer over fotogra e
Opnamestanden
4
Druk op MENU/OK. Een rand van de
foto die u net hebt genopen, wordt
getoond aan de zijkant van het kader.
2
2
3
3
1
1
KIES VELD
99
99
5
Stel de volgende foto zo samen dat hij over-
lapt met de vorige.
6
Neem de tweede foto zoals wordt beschreven
in stappen 3-4 (om een panorama te maken
met slechts twee foto’s, drukt u de keuzeknop
omhoog na de tweede foto).
7
Zorg voor een overlapping met de
eerste foto om vervolgens de twee-
de foto te maken. Druk op MENU/OK
om het panorama te voltooien (de
individuele foto’s worden niet be-
waard).
8
Druk op MENU/OK om de foto op te slaan.
36
Opnamestanden
De standen P, S, A, en M zorgen voor volledige
toegang tot de menu’s opname en F-stand. De
S, A, en M-standen geven ook controle over slui-
tertijd en diafragma.
Stand
Stand
Beschrijving
Beschrijving
P (PROGRAMMA
AE, zie pag. 37)
De camera stelt de belichting au-
tomatisch in.
S (SLUITER AE, zie
pag. 37)
U kiest de sluitertijd en de camera
kiest de diafragma-opening om tot
de optimale belichting te komen.
A (DIAFRAGMA
AE, zie pag. 38)
U kiest de diafragma-opening en
de camera kiest de sluitertijd om tot
de optimale belichting te komen.
M (HANDMATIG;
zie pag. 39).
U kiest zowel de sluitertijd als de
diafragma-opening.
Sluitertijd en de diafragma-opening
Kies een korte sluitertijd om beweging te bevriezen,
langere sluitertijden suggereren beweging doordat
bewegende voorwerpen iets onscherp worden vast-
gelegd.
Korte sluitertijd Lange sluitertijd
Kleinere diafragmaopeningen brengen voorwerpen
achter en voor het hoofdonderwerp scherp in beeld,
terwijl grote diafragmaopeningen de nadruk leggen
op het hoofdonderwerp en de achtergrond en voor-
grond onscherp vastleggen.
Hoofd-
onder-
werp
Kleine diafragma-ope-
ning (hoog F-nummer)
Grote diafragma-ope-
ning (laag F-nummer)
Opnamestanden
Opnamestanden
P
P
,
,
S
S
,
,
A
A
en
en
M
M
37
Meer over fotogra e
Opnamestanden
P: PROGRAMMA AE
P: PROGRAMMA AE
In deze stand stelt de camera de belichting auto-
matisch in.
3 Attentie
Als het onderwerp zich buiten
het bereik van de belichtings-
meter van de camera bevindt,
dan worden de sluitertijden en
diafragma-openingen weer-
gegeven als “---”. Druk de ont-
spanknop half in om de belichting opnieuw te meten.
S: SLUITER AE
S: SLUITER AE
In deze stand kiest u de sluitertijd en kiest de ca-
mera de diafragma-opening om tot de optimale
belichting te komen.
1
Zet de functieknop op S.
2
Druk op de
d
-knop. De sluitertijd
en de diafragma-opening worden
weergegeven.
S
OK
F
2. 880
Sluitertijd
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste sluitertijd
te selecteren.
----
F
---
P
PROGRAMMA SHIFT
----
F
---
P
PROGRAMMA SHIFT
38
Opnamestanden
4
Maak de foto’s. Indien het met de gekozen
sluitertijd niet mogelijk is om tot een goede
belichting te komen, dan wordt de diafragma-
opening in het rood weergegeven wanneer
de ontspanknop half ingedrukt wordt. Pas
de sluitertijd aan totdat een goede belichting
mogelijk is.
3 Atteontie
Als het onderwerp zich buiten het bereik van de
belichtingsmeter van de camera bevindt, dan
worden de sluitertijden en diafragma-openingen
weergegeven als “---”. Druk de ontspanknop half
in om de belichting opnieuw te meten.
A: DIAFRAGMA AE
A: DIAFRAGMA AE
In deze stand kiest u de sluitertijd en kiest de ca-
mera de diafragma-opening om tot de optimale
belichting te komen.
1
Zet de functieknop op A.
2
Druk op de d-knop. De sluitertijd
en de diafragma-opening worden
weergegeven.
OK
A
F
2. 880
Diafragma
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste diafragma-
opening te selecteren.
39
Meer over fotogra e
Opnamestanden
4
Maak de foto’s. Indien het met het gekozen di-
afragma niet mogelijk is om tot een goede be-
lichting te komen, dan wordt de sluitertijd in
het rood weergegeven wanneer de ontspan-
knop half ingedrukt wordt. Pas het diafragma
aan totdat een goede belichting mogelijk is.
3 Attentie
Als het onderwerp zich buiten het bereik van de
belichtingsmeter van de camera bevindt, dan
worden de sluitertijden en diafragma-openingen
weergegeven als “---”. Druk de ontspanknop half
in om de belichting opnieuw te meten.
M: HANDMATIG
M: HANDMATIG
In deze stand selecteert u zowel de sluitertijd als
de diafragma-opening. Desgewenst kunt u de
door de camera voorgestelde belichtingswaarde
veranderen.
1
Zet de functieknop op M.
2
Druk op de d-knop. De sluitertijd
en de diafragma-opening worden
weergegeven.
M
F
2. 880
OK
Diafragma
Sluitertijd
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste sluitertijd
te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de diafragma-opening te selec-
teren.
5
Maak de foto’s.
40
Opnamestanden
De belichtingsindicator
De belichtingsindicator laat zien in welke mate de
foto wordt over- of onderbelicht bij de huidige instel-
lingen. Foto’s die worden genomen met de indicator
links van het midden (“–“) zullen onderbelicht zijn, fo-
to’s die worden genomen met de indicator rechts van
het midden (“+”) zijn overbelicht.
M
F
2. 880
OK
Belichtingsindicator
Onderbelicht Overbelicht
C
C
: AANGEPAST
: AANGEPAST
In de opnamestan-
den P, S, A, en M
kan het menu-item
the K AANGEP.
INSTELLEN van het
menu Opnamestanden (pag. 68) worden ge-
bruikt om de huidige camera-instellingen op te
slaan. Deze instellingen worden weer opgeroe-
pen wanneer de functieknop op C (aangepast)
wordt gezet.
Menutype
Menutype
Instellingen die kunnen worden bewaard
Instellingen die kunnen worden bewaard
F
F
-standen
-standen
N ISO, O KWALITEIT,
P GKLEUR
Opnamestanden
Opnamestanden
C LICHTMEETSYSTEEM, D WITBALANS,
E SNELLER AF en AE, F SCHERPSTELLING,
G SCHERPSTELLING, H SCHERPTE,
I FLITSLICHT, J BELICHTINGSTRAP
Instellingen
Instellingen
A WEERGAVE, L 2X STABILISATIE,
C AF-HULPLICHT, D DIGIT. ZOOM,
E EVF/LCD
Overige
Overige
opnamestand (P, S, A, of M), opnamestand
continu fotograferen, intelligente gezichts-
detectie, instant zoom, macrostand, be-
lichtingscompensatie,  itsstand, gebruikte
scherm (EVF/LCD), indicators/scherpstel-
frames/Post-Shot Assist venster
41
Meer over fotogra e
d Belichtingscompensatie
Gebruik belichtingscompensatie wanneer u zeer heldere, zeer donkere of zeer contrastrijke onder-
werpen wilt fotograferen.
1
Druk op de d-knop.
De belichtingsindicator wordt getoond.
P
F
2. 880
OK
Belichtingsindicator
2
Kies een waarde.
Druk op de keuzeknop links of
rechts. Het e ect is direct zicht-
baar op het LCD-scherm.
Kies een negatieve
waarde om de belichting
te verlagen
(het “–” teken wordt geel)
Kies een positieve waarde
om de belichting te
verhogen
(het “+” teken wordt geel)
3
Keer terug naar de opnamestand.
Druk op de d-knop om terug te keren naar
de opnamestand.
4
Maak de foto’s.
1 Opmerking
Een d-pictogram en belichtingsindicator wor-
den weergegeven bij instellingen die verschillen
van ±0. De instelling van de belichtingscom-
pensatie wordt niet gereset wanneer de camera
wordt uitgeschakeld, kies een waarde van ±0 om
de normale belichtingsregeling te herstellen.
42
d Belichtingscompensatie
Een waarde voor de belichtingscompensatie selecteren
Onderwerpen met tegenlicht: kies waarden van +
2
/
3 EV tot +1
2
/
3 EV (zie de Verklarende
woordenlijst op pagina 108 voor uitleg over de betekenis van “EV)
Zeer re ecterende onderwerpen of zeer heldere composities (sneeuwlandschappen, e.d.):
+1 E V
Composities met veel lucht: +1 EV
Onderwerpen met spotverlichting (vooral met een donkere achtergrond): –
2
/
3 EV
Weinig re ecterende onderwerpen (naaldbomen of donker gekleurde bladeren): –
2
/
3 EV
43
Meer over afspelen
Afspeelfuncties
Houd de a-knop ongeveer een seconde inge-
drukt om de foto af te spelen die als laatste is ge-
maakt.
100-0001
100-0001
N
N
12/31/ 2050
12/31/ 2050
10: 00
AM
10: 00
AM
Druk op keuzeknop rechts om de fo-
to’s af te spelen in de volgorde waarin
ze zijn gemaakt, en op keuzeknop links
om de foto’s af te spelen in omgekeerde
volgorde. Houd de knop ingedrukt om
snel langs de foto’s te bladeren totdat
de gezochte foto wordt bereikt.
Een weergave selecteren
Druk diverse keren op de DISP/BACK-knop om een van
de onderstaande weergaven te selecteren.
Indicators
worden
getoond
Indicators
worden
verborgen
100-0001
100-0001
N
N
12/31/ 2050
12/31/ 2050
10: 00
AM
10: 00
AM
Sorteren op
datum
2050
2/13
2/13
12/31
1 Opmerking
Foto’s die met een andere camera zijn gemaakt, worden tijdens het afspelen aangeduid met het pictogram m
(“Geschenkbeeld).
44
Afspeelfuncties
Afspeelzoom
Afspeelzoom
Selecteer T om tijdens het afspelen van een en-
kele foto in te zoomen op de foto. selecteer W om
uit te zoomen. Nadat op de foto is ingezoomd,
kan de keuzeknop worden gebruikt om de foto
te verschuiven.
Het navigatievenster toont
het gedeelte van de foto
dat op het LCD-scherm
wordt weergegeven
Zoomindicator
Druk op DISP/BACK om de normale afspeelstand te
herstellen.
1 Opmerking
De maximale zoomverhouding is afhankelijk van het
formaat van de foto. Afspeelzoom is niet beschikbaar
voor foto’s van het formaat J.
Intelligente gezichtsdetectie
Foto’s die zijn gemaakt met
Intelligente gezichtsdetectie
(pag. 21) worden aangeduid
met een
g
-pictogram. Druk
op de
g
-knop om in te
zoomen op het onderwerp dat met Intelligente ge-
zichtsdetectie is geselecteerd. Vervolgens kunt u de
zoomregelaar gebruiken om in en uit te zoomen.
AFBREKENZOOM
45
Meer over afspelen
Afspeelfuncties
Foto-informatie weergeven
Foto-informatie weergeven
Druk op d om tijdens het
afspelen van een enkele foto
de hieronder vermelde foto-
informatie weer te geven of
te verbergen.
:STD
:
:
: UIT
ISO
400
1/250
F
3.5
N
2
3
-
1
12/ 31 /2050 10:00
AM
100-0001
q
Beeldkwaliteit,
w
Gevoeligheid,
e
Sluitertijd/
diafragma,
r
FinePix kleur,
t
Flitsstand,
y
Witbalans,
u
Belichtingscompensatie,
i
Framenummer,
o
Foto
(overbelichte delen knipperen),
!0
Histogram
Histogrammen
Histogrammen laten de verdeling van kleuren in een
afbeelding zien. De horizontale as geeft de helder-
heid weer, de verticale as het aantal pixels.
Optimale belichting: de verdeling
van pixels verloopt in een gelijk-
matige curve over het volledige
kleurenbereik.
Overbelicht: het aantal pixels
piekt aan de rechterkant van de
gra ek.
Onderbelicht: het aantal pixels
piekt aan de linkerkant van de
gra ek.
46
Afspeelfuncties
Multi-Frame afspelen
Multi-Frame afspelen
Speel een enkele foto op oorspronkelijk
formaat af en druk op W om het getoonde
aantal miniaturen van foto’s te veranderen.
100-0001
100-0001
N
N
10: 00
AM
10: 00
AM
12/31/ 2050
12/31/ 2050
Selecteer W
om het aantal
getoonde minia-
turen te verhogen
tot twee, negen of
honderd.
Druk op T om het
aantal getoonde
miniaturen weer te
verlagen.
Gebruik de keuzeknop om een foto te selecteren en
druk vervolgens op MENU/OK om de geselecteerde
foto op oorspronkelijk formaat af te spelen. Gebruik
tijdens het afspelen van negen of van honderd mini-
aturen de keuzeknop omhoog en omlaag om meer
foto’s te bekijken.
Sorteren op datum
Sorteren op datum
Selecteer sorteren-op-datum om foto’s te bekij-
ken die op een bepaalde datum zijn gemaakt.
1
Druk op DISP/BACK totdat het sorte-
ren-op-datum scherm verschijnt.
2050
2/13
12/31
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om een datum te selecte-
ren. Houd de knop ingedrukt om
snel naar de gewenste datum te bla-
deren.
3
Druk de keuzeknop naar links of
rechts om door de foto’s te blade-
ren die op de geselecteerde datum
werden genomen. Houd de knop
ingedrukt om snel langs de foto’s
te bladeren totdat de gezochte foto
wordt bereikt.
47
Meer over afspelen
A Foto’s wissen
De optie WISSEN van het Afspeelmenu kan worden gebruikt om stilbeelden en  lms te wissen en
daarmee de beschikbare ruimte in het interne geheugen of op de geheugenkaart te vergroten (zie
pagina 20 voor informatie over het wissen van fotos tijdens het afspelen van een enkele foto). Let op.
Gewiste foto’s kunnen niet worden teruggehaald. Kopieer eerst alle belangrijke foto’s naar een compu-
ter of ander opslagapparaat.
1
Druk op MENU/OK om het Afspeel-
menu op het LCD-scherm weer te
geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om WISSEN te selecteren.
3
Druk op de keuzeknop rechts om de
wisopties weer te geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
ENKELE FOTO
ALLE FOTO'S
AFBREKEN
4
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om ENKELE FOTO of ALLE
FOTO’S te selecteren.
5
Druk op MENU/OK om de opties weer
te geven die voor het geselecteerde
item beschikbaar zijn (zie de volgen-
de pagina).
2 Tips: Foto’s wissen
Wanneer een geheugenkaart is geplaatst, worden de
foto’s van de geheugenkaart gewist, anders worden
de foto’s uit het interne geheugen gewist.
Beveiligde foto’s kunnen niet worden gewist. Verwij-
der van foto’s die u wilt wissen eerst de beveiliging
(pag. 81).
Als er een waarschuwing verschijnt die vermeldt dat
de geselecteerde foto’s deel uitmaken van een DPOF
printopdracht, druk dan op MENU/OK om de foto’s te
wissen.
48
ENKELE FOTO
ENKELE FOTO
: Geselecteerde foto’s wissen
: Geselecteerde foto’s wissen
Wanneer u ENKELE FOTO
selecteert, verschijnt neven-
staand dialoogscherm.
OK AFBREKEN
WISSEN OK?
Druk op de keuzeknop links of rechts
om langs de foto’s te bladeren en druk
op MENU/OK om de huidige foto te wis-
sen (de foto wordt onmiddellijk gewist,
let er op dat u niet de verkeerde foto’s
wist).
Druk op DISP/BACK wanneer u alle foto’s die u wilde
wissen, heeft gewist.
ALLE FOTO’S: Alle foto’s wissen
Wanneer u ALLE FOTO’S
selecteert, verschijnt neven-
staand bevestigingsscherm.
DIT KAN ENIGE TIJD
DUREN
ALLES WISSEN?
WIJZIG
OK STOP
Selecteer OK en druk op
MENU/OK om alle onbevei-
ligde foto’s te wissen.
Tijdens het wissen wordt ne-
venstaand scherm weerge-
geven. Druk op DISP/BACK om
met wissen te stoppen voor-
dat alle foto’s zijn gewist (fo-
to’s die werden gewist voordat op de knop werd
gedrukt, kunnen niet worden teruggehaald).
AFBREKENAFBREKEN
A Foto’s wissen
49
Films
1
Draai het keuzewiel in de stand F
( lmstand).
STANDBY
STANDBY
12
s
De beschikbare
tijd wordt op het
LCD-schermweer-
gegeven
2
Druk op de F-knop en
selecteer een beeld-
formaat uit het menu
O KWALITEIT menu
(pag. 66). Selecteer a
(640 × 480 pixels) voor een hogere kwaliteit of
b (320 × 240 pixels) voor een langere opna-
metijd. Druk op MENU/OK om terug te keren
naar de  lmstand.
3
Druk op MENU/OK om het
menu Opnamestanden
weer te geven en selec-
teer een van de zoom-
functies die in het menu
Q TYPE FILMZOOM beschikbaar zijn. Kies
2 OPTISCH om optisch zoomen mogelijk
te maken zodat de camera continu scherp-
stelt tijdens het opnemen (houd er rekening
mee dat het geluid van de camera mogelijk
wordt opgenomen). Kies 1 DIGITAAL om
digitaal zoomen mogelijk te maken en schakel
scherpstelling uit tijdens het opnemen (houd
er rekening mee dat digitale zoom mogelijk
beelden van lagere kwaliteit oplevert dan op-
tische zoom). Druk op MENU/OK om terug te
keren naar de  lmstand.
1 Opmerking
De beeldkwaliteit- en zoominstellingen worden
opgeslagen wanneer de camera wordt uitgescha-
keld of wanneer een andere opnamestand wordt
geselecteerd. Ze worden weer opgeroepen wan-
neer de functieknop op F wordt gezet.
F Films opnemen
U kunt korte  lms opnemen met een snelheid van 30 frames per seconde. Geluid wordt opgenomen
via de ingebouwde microfoon, voorkom dat de microfoon tijdens het opnemen wordt bedekt.
OPNAMESTANDEN
INSTELLINGEN
TYPE FILMZOOM
DIGITAL
OFF
DIGITAAL
OPTISCH
OPNAMESTANDEN
INSTELLINGEN
TYPE FILMZOOM
DIGITAL
OFF
DIGITAAL
OPTISCH
STANDEN MENU
KWALITEIT
8
m
30
s
2
m
00
s
STANDEN MENU
KWALITEIT
8
m
30
s
2
m
00
s
50
Bewegende camera
De gevolgen van een bewegende camera kunnen
worden beperkt door middel van de f-knop om
de beeldstabilisatie te activeren. Continu stabilisatie
wordt gebruikt in de videostand, ongeacht de optie
die werd geselecteerd voor L 2X STABILISATIE
in het menu Instellingen. Het l-pictogram wordt
weergegeven als de beeldstabilisatie is geactiveerd.
STANDBY
STANDBY
12
s
4
Druk de ontspanknop volledig in
om de opname te starten.
REC
12
s
z REC en de reste-
rende opnametijd
worden op het
LCD-scherm weerge-
geven
1 Opmerking
De belichting en de witbalans worden tijdens de opna-
me voortdurend aangepast. De kleuren en de helder-
heid van het beeld kunnen enigszins afwijken van het
beeld dat werd getoond voordat de opname begon.
2 Tip
U hoeft de ontspanknop tijdens het  lmen niet inge-
drukt te houden.
5
Druk de ontspanknop half in om de
opname te beëindigen. De opname
wordt automatisch beëindigd wan-
neer de maximale lmlengte wordt
bereikt of het geheugen vol is.
3 Attentie
De indicatorlamp licht tijdens het  lmen op. Het bat-
terijencompartiment mag niet worden geopend ter-
wijl u opnamen maakt of als de indicatorlamp brandt.
Doet u dit wel, dan kan de  lm wellicht niet worden
afgespeeld.
1 Opmerkingen
De met deze camera opgenomen  lms kunnen
mogelijk niet met een andere camera worden afge-
speeld.
In de  lmstand heeft de optie E EVF/LCD van het
menu Instellingen een vaste waarde van 30 fps.
F Films opnemen
51
Films
a Films afspelen
Bij het afspelen (pag. 43)
worden  lms op het LCD-
scherm getoond zoals ne-
venstaande afbeelding laat
zien. Tijdens het afspelen
van een  lm zijn de volgen-
de handelingen mogelijk:
100-006
100-006
AFSPELEN
12/31/ 2050
12/31/ 2050
10: 00
AM
10: 00
AM
Bediening
Bediening
Beschrijving
Beschrijving
Afspelen
starten/
pauzeren
Druk op de keuzeknop omlaag om het afspe-
len te starten. Druk nogmaals op dezelfde
knop om het afspelen te pauzeren.
Afspelen
stoppen/
 l m w i s s e n
Druk op de keuzeknop omhoog om het afspelen
te beëindigen. Indien er geen  lm wordt
afgespeeld, zal de huidige  lm worden
gewist wanneer de keuzeknop omhoog
wordt ingedrukt.
Vooruit-/te-
rugspoelen
Druk op de keuzeknop rechts om vooruit, of op
keuzeknop links om terug te spoelen. Als
het afspelen is gepauzeerd, wordt de  lms
bij iedere druk op de betre ende keuze-
knop met één frame vooruit- of terugge-
spoeld.
Volume
instellen
Druk op MENU/OK om het afspelen te pauze-
ren en een volumeregelaar weer te geven.
Druk op de keuzeknop omhoog of omlaag
om het volume in te stellen, druk nogmaals
op MENU/OK om het volume in te stellen.
De voortgang wordt tijdens het afspelen op het
LCD-scherm weergegeven.
STOP PAUZE
15
s
Voortgangsbalk
2 Tip: Films bekijken op een computer
Kopieer de  lms naar de computer voordat u ze op de
computer afspeelt.
3 Attentie
• Zorg ervoor dat de luidspreker tijdens het afspelen
niet wordt bedekt.
In  lms met zeer heldere onderwerpen kunnen ver-
ticale of horizontale strepen verschijnen. Dit is nor-
maal en duidt niet op een defect.
52
Aansluitingen
Foto’s afspelen op een televisietoestel
Sluit de camera aan op een TV en stel de televisie af op het videokanaal om de fotos aan een groep te
tonen. Sluit de meegeleverde A/V-kabel aan zoals onderstaande afbeelding laat zien. Houd de a-knop
gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen.
Sluit de gele stekker aan
op de video-ingang
Sluit de witte stekker aan op
de audio-ingang
Aansluiten op de aansluiting
voor een A/V-kabel
Houd a gedurende ongeveer een seconde ingedrukt om de camera in te schakelen. Het LCD-scherm
van de camera wordt uitgeschakeld en fotos en  lms worden op het televisiescherm afgespeeld. De
volume-instelling van de camera heeft geen invloed op het met het televisietoestel weergegeven
geluid, gebruik de volumeregeling van het televisietoestel om het volume in te stellen.
1 Opmerking
De beeldkwaliteit neemt tijdens het afspelen van  lms wat af.
3 Attentie
Let er bij het aansluiten van de kabels op dat u de stekkers volledig in de aansluitingen steekt.
53
Aansluitingen
Fotos afdrukken via USB
Als de printer PictBridge ondersteunt, dan kan de camera rechtstreeks op de printer worden aan-
gesloten en kunnen foto’s worden afgedrukt zonder ze eerst naar een computer te hoeven kopi-
eren. Het kan voorkomen dat de printer niet alle hieronder beschreven functies ondersteunt.
De camera aansluiten
De camera aansluiten
1
Sluit de meegeleverde USB-kabel aan zoals de
afbeelding laat zien en schakel de printer in.
2
Houd de a-knop gedurende ongeveer een
seconde ingedrukt om de camera in te scha-
kelen. Op het LCD-scherm verschijnt eerst
t USB, gevolgd door het rechtsonder afge-
beelde PictBridge-scherm.
USB
00
OK
FOTO
TOTAAL:
00000
PRINTS
PICTBRIDGE
WIJZIG
Geselecteerde foto’s afdrukken
Geselecteerde fotos afdrukken
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de foto af te spelen die u wilt af-
drukken.
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het aantal afdrukken te
selecteren (maximaal 99).
3
Herhaal de stappen 12 om meer fo-
to’s te selecteren. Druk op MENU/OK
om een bevestigingsscherm weer te
geven als alle instellingen voltooid
zijn.
OK AFBREKEN
PRINT DEZE FOTO'S
TOTAAL:
9
PRINTS
4
Druk op MENU/OK om het afdrukken
te starten.
54
Foto’s afdrukken via USB
2 Tip: De opnamedatum afdrukken
Wilt u de opnamedatum afdrukken, dan drukt u in de
stappen 12 op DISP/BACK om het menu PictBridge weer
te geven (zie “DPOF printopdrachten afdrukken”). Druk
op de keuzeknop omhoog of omlaag om MET DATUM
s te selecteren en druk op MENU/OK om terug te keren
naar het PictBridge scherm (om foto’s zonder opname-
datum af te drukken, selecteert u PRINT ZONDER DA-
TUM). Stel de cameraklok in alvorens u fotos neemt
zodat u er zeker van bent dat de datum correct is.
1 Opmerking
Als er geen foto’s zijn geselecteerd wanneer op de
MENU/OK-knop wordt gedrukt, dan wordt één afdruk
van de huidige foto gemaakt.
DPOF printopdrachten afdrukken
DPOF printopdrachten afdrukken
Om de printopdracht af te drukken die met
K OPDRACHT (DPOF) in het menu F-STAN-
DEN van het afspeelmenu (pag. 77) werd ge-
maakt:
1
Druk in het PictBridge-scherm op
DISP/BACK om het menu PictBridge
te openen.
PICTBRIDGE
PRINT DPOF
MET DATUM
PRINT ZONDER DATUM
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om u PRINT DPOF te se-
lecteren.
3
Druk op MENU/OK om een bevesti-
gingsvenster weer te geven.
OK AFBREKEN
PRINT DPOF OK?
TOTAAL:
9
PRINTS
55
Aansluitingen
Foto’s afdrukken via USB
4
Druk op MENU/OK om het afdrukken
te starten.
Tijdens het afdrukken
Tijdens het afdrukken wordt
nevenstaand scherm weer-
gegeven. Druk op DISP/BACK
om het afdrukken te annu-
leren voordat alle foto’s zijn
afgedrukt (bij sommige printers kan het afdrukken
al worden beëindigd voordat de huidige foto is vol-
tooid).
Als het afdrukken wordt onderbroken, druk dan op
a
om de camera uit en weer aan te zetten.
BEZIG MET PRINTEN
AFBREKEN
De camera afkoppelen
Controleer of de aanduidingBEZIG MET PRINTEN
niet op het LCD-scherm wordt weergegeven en
schakel de camera uit. Koppel de USB-kabel af.
1 Opmerkingen
Druk foto’s af uit het interne geheugen of van geheu-
genkaarten die met deze camera zijn geformatteerd.
• Als de printer geen ondersteuning voor het afdrukken
van de datum biedt, dan is de optie MET DATUM s
in het menu PictBridge niet beschikbaar en wordt op
de foto’s in de DPOF printopdracht geen datum afge-
drukt.
Bij het afdrukken via een rechtstreekse USB-aansluiting
worden de standaard instellingen van de printer voor
het papierformaat en de afdrukkwaliteit gebruikt.
56
Foto’s afdrukken via USB
De optie K OPDRACHT (DPOF) in het menu
F-STANDEN van het Afspeelmenu kan worden
gebruikt om een digitale “printopdracht” aan
te maken voor PictBridge-compatibele printers
(pag. 54) of andere apparaten die ondersteuning
bieden voor DPOF.
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format) is een
norm waarmee foto’s kunnen worden afge-
drukt op basis van “printopdrachten” die in
het interne geheugen of op een geheugen-
kaart zijn opgeslage. De printopdracht bevat infor-
matie over welke foto’s en in welke aantallen de foto’
s moeten worden afgedrukt.
MET DATUM
MET DATUM
s
s
/ ZONDER DATUM
/ ZONDER DATUM
Wilt u de DPOF printopdracht aanpassen, selec-
teer dan K OPDRACHT (DPOF) in het menu
F-STANDEN van het Afspeelmenu en druk op
de keuzeknop omhoog of omlaag om MET DA-
TUM s of ZONDER DATUM te selecteren.
DIAVOORSTELLING
STANDEN MENU
OPDRACHT
(
DPOF
)
ZONDER DATUM
ALLES RESETTEN
MET DATUM
MET DATUM
s
: Druk de
opnamedatum af op de foto.
ZONDER DATUM: Druk de foto af
zonder opnamedatum.
Druk op MENU/OK en volg de onderstaande stap-
pen.
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om een foto af te spelen die u aan
de printopdracht wilt toevoegen of
uit de printopdracht wilt verwijderen.
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het aantal afdrukken te
selecteren (maximaal 99). Wilt u een
foto uit een printopdracht verwijde-
ren, druk dan op de keuzeknop omlaag totdat
het aantal afdrukken 0 bedraagt.
PRINTS
DPOF:
00001
01
PRINTOPDRACHT
(
DPOF
)
GEREEDKIES FOTO
Totaal aantal afdrukken
Aantal kopieën
3
Herhaal de stappen 12 om de
printopdracht te voltooien. Druk op
MENU/OK om de printopdracht op te
slaan wanneer de instellingen zijn voltooid, of
druk op DISP/BACK om af te sluiten zonder de
printopdracht te veranderen.
Een DPOF printopdracht aanmaken
Een DPOF printopdracht aanmaken
57
Aansluitingen
Foto’s afdrukken via USB
4
Het totale aantal afdrukken wordt
op het LCD-scherm afgebeeld. Druk
op MENU/OK om af te sluiten.
De fotos in de huidige
printopdracht worden tij-
dens het afspelen aange-
duid met een u.
ALLES RESETTEN
ALLES RESETTEN
Wilt u de huidige printafdruk
annuleren, selecteer dan AL-
LES RESETTEN in het menu
K OPDRACHT (DPOF). Het
nevenstaande bevestigings-
venster verschijnt, druk op MENU/OK om alle foto’s
uit de printopdracht te verwijderen.
1 Opmerkingen
• Verwijder de geheugenkaart om een printopdracht
aan te maken of te wijzigen voor foto’s die in het in-
terne geheugen zijn opgeslagen.
Printopdrachten kunnen maximaal 999 foto’s bevat-
ten.
Als een geheugenkaart wordt
geplaatst waarop een printop-
dracht staat die met een an-
dere camera is aangemaakt,
dan verschijnt nevenstaand
venster. De printopdracht
wordt geannuleerd als op MENU/OK wordt gedrukt, er
moet een nieuwe printopdracht worden aangemaakt
volgens bovenstaande aanwijzingen.
OK AFBREKEN
RESETTEN ALLE DPOF OK?
OK AFBREKEN
RESETTEN ALLE DPOF OK?
OK AFBREKEN
RESETTEN ALLE DPOF OK?
OK AFBREKEN
RESETTEN ALLE DPOF OK?
58
Foto’s bekijken op een computer
De meegeleverde FinePixViewer software kan worden gebruikt om uw foto’s naar een computer te
kopiëren zodat u de foto’s kunt bewaren, bekijken, organiseren en afdrukken. Installeer FinePixViewer
volgens de onderstaande aanwijzingen voordat u verder gaat. Sluit de camera NIET aan op de
computer voordat de installatie is voltooid.
FinePixViewer installere
FinePixViewer installere
FinePixViewer is beschikbaar voor Windows- en Macintosh-versies. De instructies voor installatie onder
Windows staan op pagina’s 58–59, die voor Macintosh op pagina’s 6061.
FinePixViewer installeren: Windows
FinePixViewer installeren: Windows
1
Controleer of de computer voldoet aan de volgende systeemvereisten:
Besturings-
Besturings-
systeem
systeem
Vooraf geïnstalleerde versies van Windows Vista, Windows XP Home Edition (Service Pack 2), Windows XP Pro-
fessional (Service Pack 2) of Windows 2000 Professional (Service Pack 4)
Processor
Processor
Windows Vista: 800 MHz Pentium 4 of hoger (3 GHz Pentium 4 of hoger aanbevolen)
Windows XP: 800 MHz Pentium 4 of hoger (2 GHz Pentium 4 of hoger aanbevolen)
Windows 2000: 200 MHz Pentium of hoger
RAM
RAM
Windows Vista: 512 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Windows XP: 512 MB of meer
Windows 2000: 128 MB of meer
Vereiste vrije
Vereiste vrije
ruimte op de
ruimte op de
harde schijf
harde schijf
Voor de installatie is minimaal 450 MB vereist plus 600 MB tijdens het gebruik van FinePixViewer (15 GB of meer
wordt aanbevolen voor gebruik onder Windows Vista, 2 GB of meer voor gebruik onder Windows XP)
Beeldscherm
Beeldscherm
800 × 600 pixels of hoger met 16-bits kleuren of hoger (1024 × 768 pixels of hoger met 32-bits kleuren aanbe-
volen)
Overige
Overige
Ingebouwde USB-poort aanbevolen. Met andere USB-poorten kan de werking niet worden gegarandeerd.
• Voor het gebruik van FinePix Internet Service is een internetverbinding (56 kbps of hoger aanbevolen) vereist,
voor het gebruik van de e-mailfunctie is een internetverbinding en een e-mailtoepassing vereist.
3
Attentie
Andere versies van Windows worden niet ondersteund. Op zelfgebouwde computers en op computers
waarop oudere versies van Windows zijn geüpgrade, kan de werking niet worden gegarandeerd.
59
Aansluitingen
Foto’s bekijken op een computer
2
Start de computer op. Meld u op de computer aan als gebruiker met beheerdersrechten voordat u
verder gaat.
3
Sluit alle actieve toepassingen af en plaats de installatie-CD in een CD-ROM-station.
Windows Vista
Als het dialoogvenster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op SETUP.exe. Vervolgens verschijnt een
dialoogvenster “Gebruikersaccountbeheer geetoond”, klik op Toestaan.
Het installatieprogramma wordt automatisch opgestart, klik op Installing FinePixViewer en volg
de instructies op het scherm om FinePixViewer te installeren. Het is mogelijk dat tijdens installatie
om de Windows-cd wordt gevraagd.
Als het installatieprogramma niet automatisch opstart
Als het installatieprogramma niet automatisch opstart, selecteert u Computer of Deze computer in het
menu Start (Windows Vista/XP) of dubbelklikt u op het pictogram Deze computer op het bureaublad
(Windows 2000), Vervolgens dubbelklikt u op het pictogram FINEPIX CD om het venster FINEPIX CD te
openen en dubbelklikt u op SETUP of SETUP.exe.
4
Wanneer wordt gevraagd om Windows Media Player, QuickTime of DirectX te installeren, volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.
5
Verwijder desgevraagd de installatie-CD uit het CD-ROM-station en klik op Opnieuw Restart (op-
starten) om de computer opnieuw op te starten. Bewaar de installatie-cd op een droge plaats die
niet blootstaat aan direct zonlicht voor het geval dat u de software later opnieuw moet installeren.
Het versienummer dat bovenaan op het label van de cd wordt vermeld, heeft u wellicht nodig wan-
neer u contact opneemt met de klantenondersteuning of bij het updaten van de software.
Hiermee is de installatie voltooid. Ga verder met “De camera aansluiten” op pagina 62.
60
Foto’s bekijken op een computer
FinePixViewer installeren: Macintosh
FinePixViewer installeren: Macintosh
1
Controleer of de computer voldoet aan de volgende systeemvereisten:
Processor
Processor PowerPC of Intel
Besturings-
Besturings-
systeem
systeem
Voorgeïnstalleerde versies van Mac OS X versie 10.3.9 – 10.4 (voor de meest recente informatie, raadpleegt
u http://www.fujifilm.com/)
RAM
RAM 256 MB of meer
Vereiste vrije
Vereiste vrije
ruimte op de
ruimte op de
harde schijf
harde schijf
Voor de installatie is minimaal 200 MB vereist plus 400 MB tijdens het gebruik van FinePixViewer
Beeldscherm
Beeldscherm 800 × 600 pixels of hoger met duizenden kleuren of hoger
Overige
Overige
Ingebouwde USB-poort aanbevolen. Met andere USB-poorten kan de werking niet worden gegaran-
deerd.
Voor het gebruik van FinePix Internet Service is een internetverbinding (56 kbps of hoger aanbevolen)
vereist, voor het gebruik van de e-mailfunctie is een internetverbinding en een e-mailtoepassing vereist.
2
Nadat u de computer heeft opgestart en alle actieve toepassingen heeft afgesloten, plaatst u de
installatie-cd in een cd-rom-station. Dubbelklik op het pictogram FinePix CD op het bureaublad
en dubbelklik op Installer for Mac OS X.
3
Er verschijnt een dialoogvenster met diverse installatieopties, klik op Installing FinePixViewer om
de installatie te starten. Voer desgevraagd de gebruikersnaam en het wachtwoord van de beheer-
der in, klik op OK en volg de aanwijzingen op het scherm om FinePixViewer te installeren. Klik op
Exit om het installatieprogramma af te sluiten nadat de installatie is voltooid.
61
Aansluitingen
Foto’s bekijken op een computer
4
Neem de installatie-CD uit het CD-ROM-station. Let wel, de cd kan mogelijk niet verwijderd worden
wanneer Safari actief is, sluit Safari zo nodig af om de cd te verwijderen. Bewaar de installatie-cd
op een droge plaats die niet blootstaat aan direct zonlicht voor het geval dat u de software later
opnieuw moet installeren. Het versienummer dat bovenaan op het label van de cd wordt vermeld,
heeft u wellicht nodig wanneer u contact opneemt met de klantenondersteuning of bij het upda-
ten van de software.
5
Selecteer Programma’s in het menu Ga van de Macintosh Finder om de toe-
passingsmap te openen. Dubbelklik op het pictogram Fotolader en selecteer
Voorkeuren… uit het toepassingsmenu van Fotolader.
Het dialoogvenster Fotolader-voorkeuren verschijnt. Selecteer Andere… in
het menu Open bij aansluiting camera en selecteer FPVBridge in de map
Toepassingen/FinePixViewer” en klik op Open.
Selecteer Stop Fotolader in het toepassingsmenu Fotolader.
Hiermee is de installatie voltooid. Ga verder met “De camera aansluiten” op pagina 62.
62
Foto’s bekijken op een computer
1
Als de foto’s die u wilt kopiëren op een ge-
heugenkaart zijn opgeslagen, plaats dan de
geheugenkaart in de camera (pagina 11). Als
er geen geheugenkaart in de camera is ge-
plaatst, dan worden de foto’s gekopieerd die
in het interne geheugen zijn opgeslagen.
3 Attentie
Spanningsverlies tijdens het kopiëren kan gege-
vensverlies of beschadiging van het interne geheu-
gen of de geheugenkaart tot gevolg hebben. Laad
de batterijen op voordat u de camera aansluit.
2
Schakel de camera uit en sluit de meegele-
verde USB-kabel aan zoals de afbeelding laat
zien, er op lettend dat de stekkers volledig
in de aansluitingen worden gestoken. Sluit
de camera rechtstreeks aan op de computer,
gebruik geen USB-hub noch eventuele USB-
aansluitingen in het toetsenbord.
3
Houd de a-knop gedurende ongeveer een
seconde ingedrukt om de camera in te scha-
kelen. FinePixViewer wordt automatisch op-
gestart en de “Save Image Wizard” (Wizard Fo-
to’s opslaan) verschijnt. Volg de aanwijzingen
op het scherm om de foto’s naar de computer
te kopiëren. Klik op Cancel om af te sluiten
zonder foto’s te kopiëren.
3 Attentie
Als FinePixViewer niet automatisch opstart, dan
is de software mogelijk niet goed geïnstalleerd.
Koppel de camera af en installeer de software op-
nieuw.
Selecteer How to Use FinePixViewer in het
menu Help van FinePixViewer voor meer infor-
matie over het gebruik van FinePixViewer.
De camera aansluiten
De camera aansluiten
1 Opmerking
De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld terwijl hij op een computer is aangesloten.
63
Aansluitingen
Foto’s bekijken op een computer
3 Attentie
Gebruik uitsluitend geheugenkaarten die met de ca-
mera zijn geformatteerd en waarop foto’s staan die
met de camera zijn genomen. Als er een geheugen-
kaart wordt geplaatst waarop een groot aantal foto’s
staat, dan kan het enkele momenten duren voordat
FinePixViewer opstart en is FinePixViewer mogelijk
niet in staat de fotos te importeren of op te slaan.
Gebruik in dergelijke gevallen een geheugenkaartle-
zer om de foto’s te kopiëren.
• Controleer of de indicatorlamp uit is voordat u de
camera uitschakelt of de USB-kabel afkoppelt. Het
niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan
gegevensverlies of beschadiging van het interne ge-
heugen of de geheugenkaart tot gevolg hebben.
Koppel de camera af voordat u een geheugenkaart
plaatst of verwijdert.
U kunt FinePixViewer gebruiken om voice memo’s te
kopiëren.
• Het kan in sommige gevallen voorkomen dat het niet
mogelijk is om met FinePixViewer foto’s die op een
netwerkserver zijn opgeslagen, op dezelfde wijze te
openen als op een stand-alone computer.
Bij het gebruik van diensten waarvoor een internet-
verbinding vereist is, is de gebruiker verantwoordelijk
voor alle door de telefoonmaatschappij en/of inter-
netprovider in rekening gebrachte kosten.
De camera afkoppelen
Controleer of de indicatorlamp uit is en volg de
aanwijzingen die op het scherm verschijnen om de
camera uit te schakelen en de USB-kabel af te kop-
pelen.
FinePixViewer updaten
De meest recente versie van de FinePixViewer kan
worden gedownload op http://www.fujifilm.com/.
De installatie van FinePixViewer ongedaan maken
Maak de installatie van FinePixViewer alleen onge-
daan wanneer u de software opnieuw wilt installeren
of niet langer gebruikt. Sluit FinePixViewer af, kop-
pel de camera af en sleep de map “FinePixViewer” uit
“Programma’s” naar de Prullenbak en selecteer Leeg
prullenmand in het menu Finder (Macintosh), of
open het Con guratiescherm en gebruik “Program-
ma’s en onderdelen” (Windows Vista) of “Software”
(overige versies van Windows) om de installatie van
FinePixViewer, FinePix Resource en FinePix Studio on-
gedaan te maken. Onder Windows kunnen er diverse
dialoogvensters verschijnen, lees de teksten van de
dialoogvensters aandachtig voordat u op OK klikt.
64
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
De menus F-standen en Opnamestanden kunnen worden gebruikt om de instellingen aan te passen
aan diverse omstandigheden.
Het menu
Het menu
F
F
-standen gebruiken
-standen gebruiken
1
Druk op de F-knop om het menu
F-STANDEN weer te geven.
N
AUTO
STANDEN MENU
ISO
KWALITEIT
KLEUR
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-
item te selecteren.
3
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
N
AUTO
STANDEN MENU
ISO
KWALITEIT
KLEUR
STANDAARD
CHROME/DIA
ZWART/WIT
4
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te
selecteren.
5
Druk op MENU/OK om de geselec-
teerde optie te activeren.
65
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
De opties van het menu
De opties van het menu
F
F
-standen
-standen
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
N
N
ISO
ISO
Om de ISO gevoeligheid in te stellen. Kies
een hogere waarde als het onderwerp
slecht belicht is.
AUTO / AUTO (800) / AUTO (400) /
6400 (H) / 3200 (H) / 1600 / 800 /
400 / 200 / 100 / 64
AUTO
O
O
KWALITEIT
KWALITEIT
Om het beeldformaat en de -kwaliteit te
selecteren (pag. 66).
BF/BN/C3:2/G/H/I/JBN
P
P
G
G
KLEUR
KLEUR
Om foto’s te maken in standaard kleuren,
verzadigde kleuren of zwart-wit (pag. 67).
F-STANDAARD/a/bF-STANDAARD
N
N
ISO
ISO
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de camera voor licht. Om bewegingsonscherpte bij omstan-
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de camera voor licht. Om bewegingsonscherpte bij omstan-
digheden met weinig licht te voorkomen, kan een hogere waarde worden gebruikt. In foto’s die met
digheden met weinig licht te voorkomen, kan een hogere waarde worden gebruikt. In foto’s die met
hoge gevoeligheid zijn gemaakt, kunnen echter wel spikkels voorkomen, vooral bij de instellingen
hoge gevoeligheid zijn gemaakt, kunnen echter wel spikkels voorkomen, vooral bij de instellingen
3200 (
3200 (
H
H
)
)
en
en
6400 (
6400 (
H
H
)
)
. Als de instelling
. Als de instelling
AUTO
AUTO
,
,
AUTO (800)
AUTO (800)
of
of
AUTO (400)
AUTO (400)
is geselecteerd, past
is geselecteerd, past
de camera de gevoeligheid automatisch aan de omstandigheden aan. De maximumwaarden die door
de camera de gevoeligheid automatisch aan de omstandigheden aan. De maximumwaarden die door
de camera kunnen worden geselecteerd bij de instellingen
de camera kunnen worden geselecteerd bij de instellingen
AUTO (800)
AUTO (800)
en
en
AUTO (400)
AUTO (400)
zijn respectie-
zijn respectie-
velijk 800 en 400. Met een instelling van
velijk 800 en 400. Met een instelling van
3200 (
3200 (
H
H
)
)
en
en
6400 (
6400 (
H
H
)
)
, worden beeldformaten groter dan
, worden beeldformaten groter dan
H
H
(pag. 66) automatisch ingesteld op
(pag. 66) automatisch ingesteld op
H
H
. Instellingen die afwijken van de door de gebruiker geko-
. Instellingen die afwijken van de door de gebruiker geko-
zen waarden, worden geel weergegeven. De eerder geselecteerde gevoeligheid wordt hersteld wan-
zen waarden, worden geel weergegeven. De eerder geselecteerde gevoeligheid wordt hersteld wan-
neer een andere beeldkwaliteit wordt geselecteerd.
neer een andere beeldkwaliteit wordt geselecteerd.
Andere instellingen dan AUTO worden met een pictogram op het LCD-scherm
weergegeven.
1 Opmerking
De gevoeligheid verandert niet als de camera wordt uitgeschakeld of een andere opna-
mestand wordt geselecteerd.
9
N
ISO AUTO
(
800
)
P
9
N
ISO AUTO
(
800
)
P
66
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Selecteer het formaat en de kwaliteit van de te
maken foto’s. Grote foto’s kunnen zonder kwali-
teitsverlies op groot formaat worden afgedrukt;
kleine foto’s vergen minder geheugen, waardoor
er meer foto’s opgeslagen kunnen worden.
Optie
Optie
Voor afdrukken tot
Voor afdrukken tot
BF (3648 × 2736)
31 × 23 cm. Selecteer BF voor
afdrukken van hoge kwaliteit.
BN (3648 × 2736)
C3:2 (3648 × 2432)
31 × 21 cm. De beeldverhouding
is 3 : 2.
G (2592 × 1944)
22 × 16 cm
H (2048 × 1536)
17 × 13 cm
I (1600 × 1200)
14 × 10 cm
J (640 × 480)
5 × 4 cm. Geschikt voor e-mail en
webpagina’s.
Het aantal foto’s dat met de huidige instellingen
(pag. 109) kan worden opgeslagen, wordt op het
LCD-scherm weergegeven rechts van het picto-
gram voor de beeldkwaliteit.
Beeldverhouding
Foto’s die zijn gemaakt met beeldkwaliteitinstelling
C3:2 hebben een beeldverhouding van 3 : 2, wat
gelijk is aan een frame van een 35 mm  lm. Foto’s
gemaakt met alle overige instellingen, hebben een
beeldverhouding van 4 : 3.
3:2
3:2
4 : 3 3 : 2
1 Opmerkingen
De gekozen beeldkwaliteit verandert niet als de
camera wordt uitgeschakeld of een andere opna-
mestand wordt geselecteerd.
• De gevoeligheid (pag. 65) wordt automatisch vermin-
derd bij een hogere beeldkwaliteit; instellingen die
afwijken van de door de gebruiker gekozen waarden,
worden geel weergegeven. De eerder geselecteerde
gevoeligheid wordt hersteld wanneer een andere
beeldkwaliteit wordt geselecteerd.
O
O
KWALITEIT
KWALITEIT
67
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
P
P
G
G
KLEUR
KLEUR
Voor het verhogen van het contrast en de kleurverzadiging of voor het maken van zwart-wit foto’s.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
F-STANDAARD
Standaard contrast en verzadiging. Aanbevolen voor de meeste situaties.
a F-CHROME/DIA
Meer contrast en kleur. Gebruik deze instelling voor levendige foto’s van bloemen of
om de groene en blauwe kleuren in landschappen te benadrukken.
b F- ZWART/WIT
Voor het maken van zwart-wit foto’s.
Andere instellingen dan F-STANDAARD worden aangeduid met een pictogram op het LCD-
scherm.
1 Opmerkingen
• De instelling van GKLEUR verandert niet als de camera wordt uitgeschakeld of een andere opna-
mestand wordt geselecteerd.
• Het e ect van a F-CHROME/DIA kan per onderwerpprogramma variëren en is bij sommige onderwerpen
nauwelijks merkbaar. Bij sommige onderwerpen is het e ect van a F-CHROME/DIA niet zichtbaar op het
LCD-scherm.
68
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Het menu Opnamestanden gebruiken
Het menu Opnamestanden gebruiken
1
Druk op MENU/OK om het menu Op-
namestanden op het LCD-scherm
weer te geven.
AUTO
UIT
OPNAMESTANDEN
WITBALANS
LICHTMEETSYSTEEM
SCHERPSTELLING
SNELLER AF en AE
SCHERPSTELLING
UIT
ZELFONTSPANNER
1 Opmerking
De in het menu Opnamestanden getoonde op-
ties zijn afhankelijk van de geselecteerde opna-
mestand.
2
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-
item te selecteren.
3
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
OPNAMESTANDEN
WITBALANS
LICHTMEETSYSTEEM
SCHERPSTELLING
SNELLER AF en AE
SCHERPSTELLING
UIT
AUTO
UIT
ZELFONTSPANNER
MULTI
SPOT
INTEGRAAL
4
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te
selecteren.
5
Druk op MENU/OK om de geselec-
teerde optie te activeren.
69
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
De opties van het menu Opnamestanden
De opties van het menu Opnamestanden
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
A
A
ONDERWERPPRO-
ONDERWERPPRO-
GRAMMA
GRAMMA
Selecteer een onderwerpprogramma voor de stand SP
(pag. 32).
L/M/N/O/H/D/P/Q/
R/S/T/U/V/W
L
B
B
ZELFONTSPANNER
ZELFONTSPANNER
Om foto’s te maken met de zelfontspanner (pag. 70). 10 SEC / 2 SEC / UIT UIT
C
C
LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Om aan te geven hoe de camera de belichting meet
(pag. 71).
o/p/qo
D
D
WITBALANS
WITBALANS
Om de kleur aan te passen aan verschillende lichtbron-
nen (pag. 72).
AUTO/h/i/j/
k/l/m/n
AUTO
E
E
SNELLER AF en AE
SNELLER AF en AE
Om sneller te kunnen fotograferen (pag. 73). AAN / UIT UIT
F
F
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
Om aan te geven hoe de camera scherpstelt (pag. 73).
u/v
v
G
G
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
Om aan te geven hoe de camera het scherpstelveld se-
lecteert (pag. 74).
r/s/t/xr
H
H
SCHERPTE
SCHERPTE
Om aan te geven of contouren al dan niet moeten wor-
den verzacht (pag. 75).
HARD / STANDAARD / UIT
STAN-
DAARD
I
I
FLITSLICHT
FLITSLICHT
Om de lichtsterkte van de  itser in te stellen (pag. 75).
2
/
3 EV – +
2
/
3 EV in stappen
van
1
/
3 EV
0
J
J
BELICHTINGSTRAP
BELICHTINGSTRAP
Om de grootte van de intervalwaarde voor de belich-
tingstrap van de stand continu fotograferen O aan te
geven (pag. 75).
±
1
/
3 EV / ±
2
/
3 EV / ±1 E V
±
1
/
3
EV
K
K
AANGEP. INSTELLEN
AANGEP. INSTELLEN
Om de instellingen voor de opnamestanden P, S, A en M
op te slaan (pag. 40).
M
M
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Om de basisinstellingen van de camera in te voeren, zo-
als de taal en de datum en tijd (pag. 87).
W/X/Y/Z
70
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Selecteer de wachttijd van de zelfontspanner. De
zelfontspanner is in iedere opnamestand beschik-
baar.
10 SEC: gebruik deze instelling voor zelfportretten
of groepsfoto’s waar u zelf ook op wilt staan.
2 SEC: gebruik deze instelling om bewegingson-
scherpte als gevolg van het indrukken van de
ontspanknop te voorkomen.
UIT: de zelfontspanner is uitgeschakeld.
Wilt u de zelfontspanner gebruiken, selecteer dan
10 SEC of 2 SEC van het menu Zelfontspanner en
volg onderstaande aanwijzingen.
1
Stel scherp.
Druk de ontspanknop half in om
de camera scherp te stellen.
3 Attentie
Zorg er wel voor dat u zich achter de camera be-
vindt wanneer u de ontspanknop half indrukt.
Als u voor de lens staat, heeft dit invloed op de
scherpstelling en de belichting.
2
Activeer de zelfontspanner.
Druk de ontspanknop rustig en
volledig in om de zelfontspanner
te activeren. De aanduiding op
het LCD-scherm laat het aantal seconden
tot het openen van de sluiter zien. Wilt u de
zelfontspanner onderbreken voordat de foto
is genomen, druk dan op DISP/BACK.
9
Vlak voordat de foto
wordt genomen, begint
de zelfontspannerlamp
op de voorkant van de
camera te knipperen.
Als de vertraging van
twee seconden is ge-
selecteerd, dan knippert de zelfontspanner-
lamp gedurende deze tijd.
B
B
ZELFONTSPANNER
ZELFONTSPANNER
71
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Intelligente gezichtsdetectie
Het is raadzaam Intelligente gezichtsdetectie (pag.
22) te gebruiken wanneer u de zelfontspanner ge-
bruikt voor groeps- of zelfportretten omdat u er dan
zeker van kunt zijn dat de camera scherpstelt op de
gezichten. Wilt u de zelfontspanner gebruiken in
combinatie met Intelligente gezichtsdetectie, selec-
teer dan 10 SEC of 2 SEC van het menu Zelfontspan-
ner en druk vervolgens de ontspanknop volledig in
om de zelfontspanner te activeren. De gezichtsde-
tectie zal tijdens de vertraging worden uitgevoerd en
vlak voordat de sluiter opent, zullen de scherpstelling
en de belichting worden ingesteld. Zorg ervoor dat
het onderwerp niet beweegt tot nadat de foto ge-
maakt is.
1 Opmerking
De zelfontspanner wordt automatisch uitgeschakeld
nadat de foto is gemaakt en wanneer een andere op-
namestand of de afspeelstand wordt geselecteerd en
wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
C
C
LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Bepaal hoe de camera de belichting meet als in-
telligente gezichtsdetectie is uitgeschakeld.
o MULTI: Automatische scèneherkenning wordt
gebruikt om de belichting aan te passen aan di-
verse omstandigheden.
p SPOT: De camera meet de lichtomstandighe-
den in het midden van het beeld. Aan te be-
velen wanneer de achtergrond veel lichter of
donkerder is dan het belangrijkste onderwerp.
Deze optie kan worden gebruikt in combinatie
met scherpstelvergrendeling (pag. 23) om de
belichting te meten van onderwerpen die zich
niet in het midden van het beeld bevinden.
q INTEGRAAL: De belichting wordt ingesteld op
basis van het gemiddelde van het gehele beeld.
Zorgt voor dezelfde belichting bij meerdere fo-
to’s met hetzelfde licht en is in het bijzonder ef-
fectief voor het fotograferen van landschappen
en het maken van portretten van onderwerpen
met witte of zwarte kleding.
72
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
Selecteer een instelling die overeenkomt met de
lichtbron zodat uw foto’s natuurlijke kleuren krijgen
(zie de Verklarende woordenlijst op pagina 108 voor
uitleg over de betekenis van “witbalans”).
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
AUTO De witbalans wordt automatisch ingesteld.
h
Om een witbalanswaarde te meten.
i
Voor onderwerpen in direct zonlicht.
j
Voor onderwerpen in de schaduw.
k
Voor “daglicht” tl-buizen.
l
Voor “warmwitte” tl-buizen.
m
Voor “koelwitte” tl-buizen.
n
Voor gloeilampverlichting.
Indien AUTO niet het gewenste resultaat oplevert
(bij het maken van close-ups, bijvoorbeeld), dan
kunt u h selecteren en een witbalanswaarde me-
ten of een optie selecteren die overeenkomt met
het aanwezige licht.
1 Opmerkingen
Bij andere instellingen dan h, wordt de witbalans au-
tomatisch ingesteld wanneer de  itser wordt gebruikt.
Klap de  itser in (pag. 26) om met een andere instelling
foto’s te maken.
De resultaten variëren met de omstandigheden waar-
onder wordt gefotografeerd. Speel de foto’s direct af
om op het LCD-scherm te controleren of de kleuren
naar wens zijn.
h
h
: Aangepaste witbalans
: Aangepaste witbalans
Selecteer h om de witbalans
aan ongebruikelijke lichtom-
standigheden aan te passen.
De hiernaast afgebeelde op-
ties worden getoond. Richt de
camera op een wit voorwerp
zodat het gehele beeld gevuld is en druk de ont-
spanknop volledig in om de witbalans te meten.
Als vervolgens de melding “VOLTOOID!” verschijnt,
drukt u op MENU/OK om de witbalans op de geme-
ten waarde te zetten. Deze waarde, die zelfs be-
waard blijft wanneer de batterijen uit de camera
worden gehaald, kan weer worden opgeroepen
door de hierboven beschreven opties voor de
aangepaste witbalans op het LCD-scherm weer
te geven en op MENU/OK te drukken.
Als de melding “ONDER” verschijnt, verhoog dan de
belichtingscompensatie (pag. 41) en probeer het
opnieuw.
Als de melding “OVER” verschijnt, verlaag dan de be-
lichtingscompensatie en probeer het opnieuw.
2 Tip
Om met opzet een speciaal kleure ect aan uw foto’s te
geven, gebruikt u bij het meten van de persoonlijke wit-
balans een gekleurd in plaats van een wit voorwerp.
NIET WIJZIGEN STOP
NIEUWE WB
PERSOONLIJKE WB
ONTSPANNER
NIET WIJZIGEN STOP
NIEUWE WB
PERSOONLIJKE WB
ONTSPANNER
D
D
WITBALANS
WITBALANS
73
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
E
E
SNELLER AF en AE
SNELLER AF en AE
Wanneer deze optie op AAN wordt gezet, stelt de
camera de scherpstelling en de belichting sneller
in en kunt u sneller foto’s maken.
1 Opmerkingen
• De stand AAN verhoogt het energiegebruik. Selec-
teer de stand UIT om energie te sparen.
• De optie E EVF/LCD in het instelmenu wordt auto-
matisch ingesteld op 60 fps wanneer sneller AF en
AE is ingeschakeld (pag. 88).
F
F
SCHERPSTELLING
SCHERPSTELLING
Hiermee wordt bepaald hoe de camera scherp-
stelt.
u CONTINU AF: wanneer de ontspanknop half
ingedrukt wordt, stelt de camera voortdurend
scherp op het onderwerp om de focus aan te
passen aan eventuele veranderingen in de af-
stand tot het onderwerp (let wel, hierdoor wor-
den de batterijen extra belast). Intelligente ge-
zichtsdetectie wordt automatisch uitgeschakeld
en G SCHERPSTELLING wordt automatisch
ingesteld op r AF(CENTRUM). Gebruik deze
optie voor bewegende onderwerpen.
v ENKELVOUDIG AF: wanneer de ontspanknop
half ingedrukt wordt, wordt scherpgesteld
waarna deze scherpstelling wordt vastgehou-
den. Gebruik deze optie voor stilstaande onder-
werpen.
74
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
t AF-VELD KEUZE: Het
scherpstelveld kan hand-
matig worden geselec-
teerd met de keuzeknop
omhoog, omlaag, links of
rechts. Wanneer het scherpstelframe zich in de
gewenste positie bevindt, drukt u op MENU/OK.
Selecteer deze optie om nauwkeurig te kunnen
scherpstellen wanneer de camera op een statief
staat. Let wel, de belichting wordt ingesteld op
het onderwerp in het midden van het scherp-
stelframe, gebruik AF/AE-vergrendeling om de
belichting in te stellen voor een ander onder-
werp (pag. 23).
x VOLGEN: Positioneer het
onderwerp in het midden
van het scherpstelgebied
en druk de ontspanknop
half in om scherp te stel-
len. Houd de ontspanknop ingedrukt om het
voorwerp te volgen terwijl het door het kader
beweegt. Gebruik deze optie voor grillig bewe-
gende onderwerpen.
P
80
F
2. 8
PROGRAMMA SHIFT
P
80
F
2. 8
PROGRAMMA SHIFT
G SCHERPSTELLING
Deze optie bepaalt de manier van scherpstellen
van de camera wanneer Intelligente gelaatsde-
tectie is uitgeschakeld (pag. 22). Wanneer de ma-
cromodus (pag. 25) is ingeschakeld, stelt de ca-
mera scherp op het onderwerp in het midden
van het scherm, ongeacht welke instelling is gese-
lecteerd.
r AF(CENTRUM): De ca-
mera stelt scherp op het
onderwerp dat zich in het
midden van het frame be-
vindt. Bij deze instelling
kan scherpstelvergrendeling worden gebruikt.
s AF(MULTI): Wanneer de ontspanknop half in-
gedrukt wordt, meet de camera contrastrijke
onderwerpen nabij het midden van het frame
en selecteert de camera het scherpstelveld au-
tomatisch (wordt het scherpstelframe niet weer-
gegeven, selecteer dan r AF(CENTRUM) en
gebruik scherpstelvergrendeling, pag. 23).
P
F
2. 880
PROGRAMMA SHIFT
Scherpstelframe
Half
indrukken
OK AFBREKEN
KIES AF VELD
OK AFBREKEN
KIES AF VELD
P
F
2. 880
PROGRAMMA SHIFT
P
F
2. 880
PROGRAMMA SHIFT
75
Menu’s
De menu’s gebruiken: Opnamestanden
H
H
SCHERPTE
SCHERPTE
Om aan te geven of contou-
ren al dan niet moeten wor-
den verzacht.
HARD: om foto’s van gebou-
wen of documenten harde
contouren te geven.
STANDAARD: standaard scherpte. Aanbevolen
voor de meeste situaties.
UIT:
om portretten e.d. zachte contouren te geven.
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
INSTELLINGEN
AANGEP. INSTELLEN
STANDAARD
UIT
HARD
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
INSTELLINGEN
AANGEP. INSTELLEN
STANDAARD
UIT
HARD
I
I
FLITSLICHT
FLITSLICHT
Om de lichtsterkte van de
itser in te stellen. Kies uit
waarden tussen +
2
/
3 EV en
2
/
3 EV. De standaard instel-
ling is ±0. Hierbij moet wor-
den opgemerkt dat de resultaten in grote mate
afhankelijk zijn van de heersende omstandighe-
den en de afstand tot het onderwerp.
J
J
BELICHTINGSTRAP
BELICHTINGSTRAP
Hiermee bepaalt u de inter-
valwaarde voor de belich-
tingstrap wanneer de stand
O (BELICHT.TRAP) als conti-
nustand is geselecteerd. U
heeft keuze uit ±
1
/
3 EV, ±
2
/
3 EV en ±1 EV (zie de Ver-
klarende woordenlijst op pagina 108 voor uitleg
over de betekenis van “EV).
INSTELLINGEN
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
3
1
3
2
0
INSTELLINGEN
0
3
1
STD
OPNAMESTANDEN
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
3
1
3
2
0
INSTELLINGEN
OPNAMESTANDEN
0
3
1
STD
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
1
EV
EV
EV
INSTELLINGEN
OPNAMESTANDEN
0
3
1
STD
SHERPTE
BELICHTINGSTRAP
FLITSLICHT
AANGEP. INSTELLEN
3
1
3
2
1
EV
EV
EV
76
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
In de menu’s F-standen en Afspeelmenu kunt u de foto’s beheren die in het interne geheugen of op
de geheugenkaart zijn opgeslagen.
1
Houd de a-knop gedurende onge-
veer een seconde ingedrukt om de
afspeelstand in te schakelen (pag.
43).
2
Druk op de F-knop om het menu
F-STANDEN weer te geven.
DIAVOORSTELLING
STANDEN MENU
OPDRACHT
(
DPOF
)
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-
item te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
DIAVOORSTELLING
STANDEN MENU
OPDRACHT
(
DPOF
)
ZONDER DATUM
ALLES RESETTEN
MET DATUM
5
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te
selecteren.
6
Druk op MENU/OK om de geselec-
teerde optie te activeren.
Het menu
Het menu
F
F
-standen gebruiken
-standen gebruiken
77
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
De opties van het menu
De opties van het menu
F
F
-standen
-standen
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
I
I
DIAVOORSTELLING
DIAVOORSTELLING
Om foto’s in een diavoorstelling af te spelen (pag. 77).
K
K
OPDRACHT (DPOF)
OPDRACHT (DPOF)
Om foto’s te selecteren voor afdruk met een DPOF- en PictBridge-compatibele printer (pag. 54).
I
I
DIAVOORSTELLING
DIAVOORSTELLING
Met deze functie kunt u uw foto’s afspelen in een
diavoorstelling. Selecteer het type diavoorstel-
ling en druk op MENU/OK om de diavoorstelling te
starten. U kunt op ieder moment tijdens de voor-
stelling op DISP/BACK drukken om een helpscherm
weer te geven. Opgenomen  lms worden auto-
matisch afgespeeld en de diavoorstelling gaat na
a oop van de  lm automatisch verder. De dia-
voorstelling kan op elk gewenst moment worden
beëindigd door op MENU/OK te drukken.
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
NORMAAL Druk op de keuzeknop links of rechts om
een foto voor- of achteruit te gaan. Selec-
teer FADE-IN om overgangen tussen foto’s
weer te geven.
FADE-IN
NORMAAL g
Zie boven, maar de camera zoomt automa-
tisch in op gezichten die met Intelligente
gezichtsdetectie zijn herkend.
FADE-IN g
MULTI BEELD Om meerdere foto’s tegelijk weer te geven.
KLOKSGEWIJS
Er wordt een diavoorstelling weergegeven
met een wijzigend bolletjespatroon dat de
seconden aftelt in de linker bovenhoek op
het scherm.
1 Opmerking
De camera wordt tijdens diavoorstellingen niet auto-
matisch uitgeschakeld.
78
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
1
Druk op a om de afspeelstand in
te schakelen (pag. 43).
2
Druk op MENU/OK om het Afspeel-
menu op het LCD-scherm weer te
geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om het gewenste menu-
item te selecteren.
4
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
ENKELE FOTO
ALLE FOTO'S
AFBREKEN
5
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om de gewenste optie te
selecteren.
6
Druk op MENU/OK om de geselec-
teerde optie te activeren.
Het Afspeelmenu gebruiken
Het Afspeelmenu gebruiken
79
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
De opties van het Afspeelmenu
De opties van het Afspeelmenu
De volgende opties zijn beschikbaar:
Optie
Optie
Beschrijving
Beschrijving
A
A
WISSEN
WISSEN
Om de geselecteerde foto’s of alle foto’s
te wissen (pag. 47).
B
B
VERWIJDER R.
VERWIJDER R.
OGEN
OGEN
Maak kopieën waarop rode-ogenver-
wijdering is toegepast (pag. 79).
C
C
FOTO DRAAIEN
FOTO DRAAIEN
Om foto’s te draaien (pag. 80).
D
D
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
Om foto’s tegen wissen te beveiligen
(pag. 81).
E
E
KOPIËREN
KOPIËREN
Om foto’s te kopiëren van het interne
geheugen naar een geheugenkaart of
vice versa (pag. 82).
F
F
VOICE MEMO
VOICE MEMO
Om voice memo’s aan foto’s toe te voe-
gen (pag. 84).
G
G
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
Om een uitsnede van een foto te maken
(pag. 86).
M
M
INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Om de basisinstellingen van de camera
in te voeren (pag. 87).
B
B
VERWIJDER R. OGEN
VERWIJDER R. OGEN
Indien de huidige foto is voorzien van een g-pic-
togram om aan te geven dat de foto met Intel-
ligente gezichtsdetectie is gemaakt, dan kan deze
functie worden gebruikt om rode ogen te verwij-
deren. De foto wordt door de camera geanaly-
seerd, als er rode ogen worden waargenomen,
ondergaat de foto een speciaal proces en wordt
er een kopie aangemaakt waarop rode-ogenver-
wijdering is toegepast.
OK AFBREKEN
VERWIJDEREN OK? VERWIJDERING R.OGEN
1 Opmerkingen
Rode ogen worden niet verwijderd wanneer de ca-
mera geen gezicht kan detecteren of wanneer het
gezicht in pro el werd gefotografeerd. De resultaten
kunnen per omgeving verschillen. Rode ogen kun-
nen niet worden verwijderd van foto’s waarop rode-
ogenverwijdering al eerder is toegepast noch van
foto’s die met andere camera’s zijn gemaakt.
De hoeveelheid tijd die nodig is om een foto te ver-
werken, hangt af van het aantal gedetecteerde ge-
zichten.
• Kopieën die werden gemaakt met B VERWIJDER
R. OGEN worden tijdens het afspelen voorzien van
een e-pictogram.
80
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
C
C
FOTO DRAAIEN
FOTO DRAAIEN
Standaard worden foto’s
die als portret (staand) zijn
gemaakt als landschap (lig-
gend) weergegeven. Ge-
bruik deze optie om de fo-
to’s in de juiste richting op het LCD-scherm af te
spelen. Deze instelling heeft geen enkele invloed
op de manier waarop ze op een computer of een
ander apparaat worden weergegeven.
1 Opmerkingen
Beveiligde fotos kunnen niet worden gedraaid. Ver-
wijder de beveiliging van foto’s die u gedraaid wilt
afspelen (pag. 81).
De camera is mogelijk niet in staat om foto’s te draai-
en die met andere camera’s zijn gemaakt.
Speel de te draaien foto af en selecteer C FOTO
DRAAIEN in het Afspeelmenu (pag. 78).
AFBREKENWIJZIG
FOTO DRAAIEN
AFBREKENWIJZIG
FOTO DRAAIEN
1
Druk op de keuzeknop omlaag om
de foto 90 ° rechtsom, of op de keu-
zeknop omhoog om de foto 90 °
linksom te draaien.
2
Druk op MENU/OK om de bewerking
te bevestigen (druk op DISP/BACK om
af te sluiten zonder de foto te draai-
en).
De foto wordt de volgende keer tijdens het afspe-
len automatisch gedraaid.
81
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
D
D
BEVEILIGEN
BEVEILIGEN
U kunt foto’s beveiligen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. De volgende opties zijn
beschikbaar.
FOTO
FOTO
Geselecteerde foto’s beveiligen.
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de gewenste foto af te spelen.
OK AFBREKEN
BEVEILIGEN OK?
OK AFBREKEN
WIS BEVEILIGING?
Onbeveiligde foto Beveiligde foto
2
Druk op MENU/OK om de foto te be-
veiligen. Als de foto al is beveiligd,
dan wordt de beveiliging ongedaan
gemaakt wanneer op MENU/OK wordt
gedrukt.
3
Herhaal de stappen 12 om meer
fotos te beveiligen. Druk op DISP/
BACK om af te sluiten.
BEVEILIG ALLES
Druk op MENU/OK om alle fo-
to’s te beveiligen, of op DISP/
BACK om af te sluiten zonder
de beveiliging van de foto’s
te veranderen.
OK AFBREKEN
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
ALLES BEVEILIGEN?
ALLES RESETTEN
ALLES RESETTEN
Druk op MENU/OK om de be-
veiliging van alle foto’s on-
gedaan te maken, of op DISP/
BACK om af te sluiten zonder
de beveiliging van de foto’s
te veranderen.
OK AFBREKEN
DIT KAN ENIGE TIJD DUREN
ALLES RESETTEN?
Als het aantal foto’s waarop
de bewerking moet worden
uitgevoerd erg groot is, dan
wordt nevenstaande afbeel-
ding op het LCD-scherm weer-
gegeven. Druk op DISP/BACK
om af te sluiten voordat de bewerking is voltooid.
3 Attentie
Beveiligde foto’s worden wel gewist wanneer de ge-
heugenkaart of het interne geheugen wordt gefor-
matteerd (pag. 92).
AFBREKENAFBREKEN
82
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
1
Druk op de keuzeknop omhoog
of omlaag om a INTERN y
b KAART (foto’s kopiëren van intern
geheugen naar geheugenkaart) of b KAART
y a INTERN (fotos kopiëren van geheu-
genkaart naar intern geheugen) te selecteren.
2
Druk op de keuzeknop rechts om de
opties van het geselecteerde item
weer te geven.
OK AFBREKEN
KOPIËREN
KAART
KAART
INTERN
INTERN
ALLE FOTO'S
FOTO
3
Druk op de keuzeknop omhoog of
omlaag om FOTO of ALLE FOTO’S
te selecteren.
4
Druk op MENU/OK.
2 Tip: Foto’s van een geheugenkaart kopren naar een an-
dere geheugenkaart
Om foto’s van de ene naar de andere geheugenkaart te
kopiëren, plaatst u eerst de geheugenkaart met de fo-
to’s en kopieert u de foto’s naar het interne geheugen.
Daarna verwijdert u de kaart, plaatst u de andere ge-
heugenkaart en kopieert u de foto’s vanuit het interne
geheugen naar deze kaart.
E
E
KOPIËREN
KOPIËREN
U kunt foto’s kopiëren van het interne geheugen naar een geheugenkaart, of vice versa.
83
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
ENKELE FOTO
ENKELE FOTO
Geselecteerde foto’s kopië-
ren.
100-0001
KOPIËREN OK?
OK AFBREKEN
1
Druk op de keuzeknop links of rechts
om de gewenste foto af te spelen.
2
Druk op MENU/OK om de foto te kopi-
eren.
3
Herhaal de stappen 12 om meer
foto’s te kopiëren. Druk op DISP/BACK
om af te sluiten.
ALLE FOTO’S
ALLE FOTO’S
Druk op MENU/OK om alle
foto’s te kopiëren, of op DISP/
BACK om af te sluiten zonder
de foto’s te kopiëren.
OK AFBREKEN
100-0001
100-0001
DIT KAN ENIGE TIJD
DUREN
ALLES KOPIËREN?
3 Attentie
Het kopiëren wordt onderbroken wanneer de be-
stemming onvoldoende capaciteit heeft.
Informatie voor DPOF printopdrachten wordt niet
meegekopieerd (pag. 54).
84
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
F
F
VOICE MEMO
VOICE MEMO
Gebruik de afspeelstand om
een foto af te spelen en se-
lecteer F VOICE MEMO
om een voice memo aan
een foto toe te voegen.
1 Opmerking
Aan  lms en beveiligde foto’s kunnen geen voice me-
mos worden toegevoegd. Verwijder de beveiliging
voordat u een voice memo aan een foto toevoegt
(pag. 81).
1
Houd de camera vast op een afstand van on-
geveer 20 cm met de microfoon op de mond
gericht.
30
s
OPNAME STANDBY
START AFBREKEN
30
s
OPNAME STANDBY
START AFBREKEN
2
Druk op MENU/OK om de opname te
starten.
28
s
NEEMT OP
OPNAME HER-OPNAME
Resterende tijd
Knippert rood
3
Druk nogmaals op MENU/OK om de
opname te beëindigen. De opname
wordt na 30 seconden automatisch
beëindigd.
OPNAME HER-OPNAME
VOLTOOID
1 Opmerkingen
Als er voor de huidige foto al een voice memo is opgenomen, dan worden de rechts
afgebeelde opties weergegeven. Selecteer HER-OPNAME om de bestaande voice
memo te vervangen.
Voice memo’s worden opgeslagen als WAV-bestanden in PCM-indeling (pag. 108).
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
HER-OPNAME
TERUG
WISSEN
AFSPEELMENU
FOTO DRAAIEN
VERWIJDER R. OGEN
VOICE MEMO
BEVEILIGEN
KOPIËREN
HER-OPNAME
TERUG
85
Menu’s
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
Voice memo’s afspelen
Foto’s met voice memo’s worden tijdens het afspelen aange-
duid met het pictogram q. Druk op de keuzeknop omlaag om
de voice memo af te spelen. Druk nogmaals op de keuzeknop
omlaag om het afspelen te pauzeren, druk op de keuzeknop
omhoog om het afspelen te beëindigen. Druk op de keuzeknop
links om terug te spoelen, rechts om snel vooruit te spoelen. De
volumeregeling kan worden weergegeven door op de MENU/OK-
knop te drukken; druk op de keuzeknop omhoog of omlaag om
het volume in te stellen en druk nogmaals op MENU/OK om het
afspelen te hervatten.
STOP PAUZE
15
s
Voortgangsbalk
De voortgang wordt
op het LCD-scherm
weergegeven.
1 Opmerking
Voice memo’s die met andere apparaten zijn opgenomen, kunnen mogelijk niet door de camera worden afge-
speeld.
3 Attentie
Zorg ervoor dat de luidspreker tijdens het afspelen niet wordt bedekt.
Luidspreker
86
De menu’s gebruiken: Afspeelstand
G
G
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
Gebruik de afspeelstand om een foto af te spelen en selecteer G BEELDUITSNEDE in het Afspeel-
menu (pag. 78).
1
Gebruik de zoomregelaar om op de foto in of
uit te zoomen, en de keuzeknop om de foto
te verschuiven totdat het gewenste gedeelte
wordt weergegeven (druk op DISP/BACK) om
terug te keren naar de afspeelstand zonder
een uitvergroting te hebben gemaakt).
OK AFBREKEN
BEELDUITSNEDE
Het navigatievenster
toont het gedeelte
van de foto dat op
het LCD-scherm
wordt weergegeven
Zoomindicator
Wanneer de grootte van de uiteindelijke kopie
J is, wordt OK weergegeven in het geel.
2 Tip: Intelligente gezichtsdetectie
Als de foto werd gemaakt
met Intelligente gezichts-
detectie (pag. 22), dan
verschijnt g op het LCD-
scherm. Druk op de g-
knop om in te zoomen op
het geselecteerde gezicht.
2
Druk op MENU/OK. Er verschijnt een
bevestigingsscherm.
OK AFBREKEN
OPSLAAN OK?
Het formaat (G, H, I of J; zie pagina
66) van de kopie wordt bovenaan getoond.
Grotere uitsneden produceren grotere kopie-
en, alle kopieën hebben een beeldverhouding
van 4 : 3.
3
Druk op MENU/OK om de uitsnede op
te slaan in een afzonderlijk bestand.
OK AFBREKEN
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
OK AFBREKEN
BEELDUITSNEDE
BEELDUITSNEDE
87
Menu’s
Het menu Instellingen
Het menu Instellingen gebruiken
Het menu Instellingen gebruiken
1
Geef het menu Instellingen weer op het
LCD-scherm.
1.1 Druk op MENU/OK om het menu
voor de huidige stand weer ge-
ven.
1.2 Druk op keuzeknop omhoog of
omlaag om M INSTELLINGEN
te selecteren.
1.3 Druk op de keuzeknop rechts
om het menu Instellingen weer
te geven.
UIT
WEERGAVE
NUMMERING
2X STABILISATIE
AF-HULPLICHT
AAN
CONT.
1.5
S
DIGIT. ZOOM
60fps
EVF/LCD
INSTELLINGEN
2
Selecteer een pagina.
2.1 Druk op de keuzeknop links of
rechts om een pagina te selec-
teren.
2.2 Druk op de keuzeknop omlaag
om een menu te openen.
3
Pas de instellingen aan.
3.1 Druk op de keuzeknop om-
hoog of omlaag om een menu-
item te selecteren.
3.2 Druk op de keuzeknop rechts
om de opties van het geselec-
teerde item weer te geven.
INSTELLINGEN
2
MIN
NEDERLANDS
UITSCHAKELEN
TIJDVERSCHIL
SCHERMKLEUR
ONTLADEN
BATTERIJTYPE
2
MIN
UIT
5
MIN
3.3 Druk op de keuzeknop om-
hoog of omlaag om een optie
te selecteren.
3.4 Druk op MENU/OK om de gese-
lecteerde optie te activeren.
88
Het menu Instellingen
De opties van het menu Instellingen
De opties van het menu Instellingen
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
W
A
A
WEERGAVE
WEERGAVE
Om aan te geven hoe lang foto’s moeten worden afgespeeld
nadat ze zijn gemaakt (pag. 89).
CONTINU / 3 SEC / 1.5 SEC /
ZOOM (CONTINU) / UIT
1.5 SEC
B
B
NUMMERING
NUMMERING
Om de naamgeving van bestanden te bepalen (pag. 90). CONTINU / RESET CONTINU
L
L
2X STABILISATIE
2X STABILISATIE
Bij het uitvoeren van beeldstabilisatie (pag. 90).
l CONTINU /
m ALLEEN OPNAME
l
C
C
AF-HULPLICHT
AF-HULPLICHT
Om het AF-hulplicht aan of uit te zetten (pag. 24). AAN / UIT AAN
D
D
DIGIT. ZOOM
DIGIT. ZOOM
Om digitale zoom te activeren of te deactiveren (pag. 91). AAN / UIT UIT
E
E
EVF/LCD
EVF/LCD
Kies 30 fps om de levensduur van de batterij te verlengen,
60 fps voor een betere weergavekwaliteit.
30 fps / 60 fps 30 fps
X
F
F
DATUM/TIJD
DATUM/TIJD
Om de klok van de camera in te stellen (pag. 14).
G
G
BEDIENING VOL.
BEDIENING VOL.
Om het volume van het geluid van de bedieningsorganen
in te stellen.
b (hoog) /
c (middelmatig) /
d (laag) / eUIT (gedempt)
c
H
H
SLUITER VOLUME
SLUITER VOLUME
Om het volume van het sluitergeluid in te stellen.
I
I
AFSPEEL VOLUME
AFSPEEL VOLUME
Pas het volume aan voor de weergave van  lms en voice me-
mo’s (pag. 91).
7
J
J
LCD HELDERHEID
LCD HELDERHEID
Om de helderheid van het LCD-scherm in te stellen (pag. 91). –5+5 0
K
K
FORMATTEREN
FORMATTEREN
Om het interne geheugen of een geheugenkaart te format-
teren (pag. 92).
——
Y
L
L
a
a
Om een taal te selecteren (pag. 14). Zie pagina 112 ENGLISH
M
M
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Om de tijd voor het uitschakelen in te stellen (pag. 92). 5 MIN / 2 MIN / UIT 2 MIN
N
N
TIJDVERSCHIL
TIJDVERSCHIL
Om de klok op de plaatselijke tijd in te stellen (pag. 93).
h/gh
O
O
SCHERMKLEUR
SCHERMKLEUR
Om een kleurschema te selecteren.
T
T
BATTERIJTYPE
BATTERIJTYPE
Om aan te geven door welk batterijtype de camera wordt
gevoed (pag. 9).
ALKALINE/NI-MH/LITHIUM ALKALINE
P
P
ONTLADEN
ONTLADEN
Om de oplaadbare Ni-MH batterijen te ontladen (pag. 94).
89
Menu’s
Het menu Instellingen
Menu-item
Menu-item
Beschrijving
Beschrijving
Opties
Opties
Standaard
Standaard
Z
Q
Q
VIDEO SYST.
VIDEO SYST.
Om een videostand voor aansluiting op een televisietoestel
te selecteren (pag. 52).
NTSC / PAL
R
R
RESET
RESET
Om de standaardwaarden te herstellen van alle instellingen,
behalve DATUM/TIJD, TIJDVERSCHIL, SCHERMKLEUR, BATTERIJTYPE
en VIDEO SYST.. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Druk
op keuzeknop links of rechts om OK te selecteren en druk op
MENU/OK.
——
S
S
AANGEP. RESET-
AANGEP. RESET-
TEN
TEN
Om alle instellingen voor opnamestand C te resetten. Er ver-
schijnt een bevestigingsscherm. Druk op keuzeknop links of
rechts om OK te selecteren en druk op MENU/OK.
——
A
A
WEERGAVE
WEERGAVE
Wilt u uw foto’s direct na het fotograferen terugzien op het LCD-scherm, selecteer dan een andere
instelling dan UIT. De foto’s kunnen gedurende 1,5 seconde (1.5 SEC), 3 seconden (3 SEC) of totdat
op MENU/OK wordt gedrukt (CONTINU en ZOOM (CONTINU) wordt getoond). Als CONTINU is ge-
selecteerd, kan de d-knop worden gebruikt om de belichting te controleren (pag. 45). Als ZOOM
(CONTINU) is geselecteerd, is het mogelijk om in te zoomen op foto’s met een hogere beeldkwaliteit
dan J, zodat u de scherpstelling en andere details kunt controleren (zie pagina 44). Let wel, ZOOM
(CONTINU) is niet beschikbaar in de stand continu fotograferen (pag. 28). Bovendien kunnen de kleu-
ren bij de instellingen 1.5 SEC en 3 SEC enigszins afwijken van de uiteindelijke foto.
1 Opmerking
Foto’s die in andere standen voor continu fotograferen zijn genomen dan de stand N worden altijd weergege-
ven na de opname. Foto’s die zijn genomen in de stand N worden bewaard zonder te worden weergegeven.
90
Het menu Instellingen
B
B
NUMMERING
NUMMERING
Nieuwe foto’s worden opgeslagen in bestanden waarvan de bestandsnamen
beginnen met een viercijferig bestandsnummer dat telkens met één wordt ver-
hoogd. Tijdens het afspelen wordt het bestandsnummer weergegeven, zoals
de afbeelding rechts laat zien. Met NUMMERING kan het bestandsnummer
worden teruggezet op 0001, bijvoorbeeld omdat er een nieuwe geheugenkaart
is geplaatst of omdat de geheugenkaart of het interne geheugen opnieuw is
geformatteerd.
CONTINU: De nummering gaat verder vanaf het laatst gebruikte bestandsnummer of het eerst beschik-
bare bestandsnummer, welke dan ook het hoogst is. Selecteer deze opties om minder bestanden
met dezelfde bestandsnaam te krijgen.
RESET: De nummering wordt teruggezet op 0001 als een nieuwe geheugenkaart is geplaatst of het
geheugen is geformatteerd.
1 Opmerkingen
Wanneer het framenummer de waarde 999-9999 bereikt, dan wordt de ontspanknop geblokkeerd (pag. 106).
• Met R RESET (pag. 89) wordt B NUMMERING ingesteld op CONTINU, maar de framenummering wordt niet
teruggesteld.
De framenummers van foto’s die met andere camera’s zijn genomen, zijn meestal niet dezelfde.
L
L
2X STABILISATIE
2X STABILISATIE
Selecteer of beeldstabilisatie altijd moet worden uitgevoerd als de camera zich in een opnamestand
bevindt (l CONTINU), of alleen als de ontspanknop half wordt ingedrukt (m ALLEEN OPNAME).
100-0001
100-0001
Framenummer
Bestands-
nummer
Map-
nummer
100-0001
100-0001
Framenummer
Bestands-
nummer
Map-
nummer
91
Menu’s
Het menu Instellingen
D
D
DIGIT. ZOOM
DIGIT. ZOOM
Als deze instelling op AAN wordt gezet en T
wordt geselecteerd wanneer het maximale bereik
van optische zoom is bereikt, dan wordt digitale
zoom gebruikt waardoor het beeld nog verder
wordt uitvergroot. Om digitale zoom te annule-
ren, zoomt u uit tot het minimumbereik van digi-
tale zoom en selecteert u W.
Zoomindicator
Zoomindicator,
DIGIT. ZOOM aan
Zoomindicator,
DIGIT. ZOOM uit
WWTT
Digit.
zoom
Optische zoomOptische zoom
3 Attentie
Digitale zoom levert een lagere beeldkwaliteit op dan
optische zoom.
I
I
AFSPEEL VOLUME
AFSPEEL VOLUME
Druk de keuzeknop omhoog
of omlaag om het volume te
kiezen voor de weergave
van  lms en voice memo’s
en druk op MENU/OK om te
selecteren.
7
OK AFBREKEN
VOLUME
J
J
LCD HELDERHEID
LCD HELDERHEID
Druk op keuzeknop omhoog
of omlaag om de helderheid
van het LCD-scherm in te
stellen en druk op MENU/OK
om de instelling te active-
ren.
OK AFBREKEN
0
LCD HELDERHEID
92
Het menu Instellingen
K
K
FORMATTEREN
FORMATTEREN
Met deze functie kan het
interne geheugen of een ge-
heugenkaart worden gefor-
matteerd. Wanneer er een
geheugenkaart in de camera
is geplaatst, dan verschijnt b in het dialoogven-
ster dat hier rechts wordt afgebeeld en wordt de
geheugenkaart geformatteerd. Wanneer er geen
geheugenkaart is geplaatst, dan verschijnt a en
wordt het interne geheugen geformatteerd. Druk
op keuzeknop links om OK te selecteren, en op
MENU/OK om te beginnen met formatteren.
3 Attentie
• Alle gegevens—inclusief beveiligde foto’s—worden
gewist. Kopieer belangrijke foto’s eerst naar een
computer of ander opslagapparaat.
Tijdens het formatteren, mag de afdekkap van het
batterijencompartiment niet worden geopend.
M
M
UITSCHAKELEN
UITSCHAKELEN
Hiermee selecteert u hoe lang het duurt totdat de
camera automatisch wordt uitgeschakeld wan-
neer de camera niet wordt bediend. De batterij
gaat langer mee als voor een kortere tijd wordt
gekozen, bij instelling op UIT moet de camera
handmatig worden uitgeschakeld. De camera
wordt niet automatisch uitgeschakeld wanneer
de camera is aangesloten op een printer (pag. 53)
of computer (pag. 62) en tijdens diavoorstellingen
(pag. 77).
2 Tip: De camera inschakelen
Om de camera opnieuw te activeren nadat hij automa-
tisch werd uitgeschakeld, gebruikt u de G-scha-
kelaar of druk u op de a-knop gedurende ongeveer
een seconde (pag. 13).
OK STOPPEN
OK
FORMATTEREN OK?
ALLE DATA WORDT GEWIST!
FORMATTEREN
OK STOPPEN
OK
FORMATTEREN OK?
ALLE DATA WORDT GEWIST!
FORMATTEREN
93
Menu’s
Het menu Instellingen
N
N
TIJDVERSCHIL
TIJDVERSCHIL
Gebruik deze functie tijdens het reizen om de klok van de camera op een eenvoudige manier in te stel-
len op de plaatselijke tijd van uw bestemming zonder de tijd van thuis te verliezen.
1
Voer het verschil tussen de plaatselijke tijd
en de tijd van uw eigen tijdzone in.
1.1 Druk op keuzeknop omhoog
of omlaag om g LOKAAL te
selecteren.
1.2 Druk op de keuzeknop rechts
om het tijdverschil weer te ge-
ven.
00
:
00
12 / 31 / 2050
12 / 31 / 2050
10:00
AM
10:00
AM
OK AFBREKEN
TIJDSVERSCHIL
1.3 Druk op de keuzeknop links of
rechts om +, , uren of minuten
te selecteren; druk op omhoog
of omlaag om de instelling te
wijzigen. De minimale instelling is 15 mi-
nuten.
1.4 Druk op MENU/OK als de instel-
ling is voltooid.
2
Schakel over tussen de plaatselijke tijd en
de tijd van uw eigen tijdzone.
Selecteer g LOKAAL en druk op MENU/OK
om de klok van de camera in te stellen op
de lokale tijd. Selecteer h THUIS om de
klok van de camera in te stellen op de tijd
van uw eigen tijdzone. Als g LOKAAL is
geselecteerd, dan verschijnt gedurende drie
seconden het g-pictogram op het LCD-
scherm wanneer de opnamestand wordt
ingeschakeld en wordt de datum in het geel
weergegeven.
12/31/ 2050
10: 00
AM
Controleer of de datum en tijd correct zijn
nadat u de tijdzone heeft veranderd.
94
Het menu Instellingen
2
Druk op de keuzeknop links of rechts
om OK te selecteren.
3
Druk op MENU/OK om te beginnen
met het ontladen van de batterijen.
Wanneer de batterijen volledig zijn
ontladen, begint de indicator voor het batte-
rijniveau rood te knipperen en gaat de camera
uit. Druk op DISP/BACK om het ontladen te an-
nuleren voordat de batterijen volledig ontla-
den zijn.
P
P
ONTLADEN
ONTLADEN
(alleen Ni-MH batterijen)
(alleen Ni-MH batterijen)
De capaciteit van oplaadba-
re Ni-MH batterijen kan tij-
delijk verminderen wanneer
ze gedurende langere tijd
niet worden gebruikt of als
ze worden opgeladen voordat ze volledig ontla-
den zijn. De capaciteit kan worden verhoogd
door de batterijen enkele malen te ontladen met
behulp van de optie P ONTLADEN en ze met
behulp van een batterijlader (los verkrijgbaar)
weer op te laden. Gebruik P ONTLADEN niet
met niet-oplaadbare batterijen. Bovendien moet
worden opgemerkt dat de batterijen niet worden
ontladen wanneer de camera wordt gevoed door
de los verkrijgbare netstroomadapter met DC-
koppelstuk.
1
Wanneer u P ONTLADEN se-
lecteert, verschijnt bovenstaand
scherm. Druk op MENU/OK.
ONTLADEN OK?
HET ONTLADEN KAN
ENIGE TIJD DUREN
OK STOPPEN
OK
ONTLADEN
OK AFBREKEN
ONTLAAD UITSLUITEND
OPLAADBARE
NI-MH BATTERIJEN!
ONTLADEN
OK AFBREKEN
ONTLAAD UITSLUITEND
OPLAADBARE
NI-MH BATTERIJEN!
ONTLADEN
95
Technische informatie
Optionele accessoires
De camera ondersteunt een grote verscheidenheid aan accessoires van FUJIFILM en andere merken.
Computer-gerelateerd
Computer-gerelateerd
Audio/video
Audio/video
Printen
Printen
TV (verkrijgbaar via
de detailhandel)
PictBridge-compatibele printer
(verkrijgbaar via de detail-
handel)
USB
USB
Audio/video-
uitgang
SD-kaartsleuf of kaartlezer
Computer (verkrijgbaar via
de detailhandel)
SD/SDHC-
geheugenkaarten
Printer (verkrijgbaar
via de detailhandel)
96
Optionele accessoires
Accessoires van FUJIFILM
Accessoires van FUJIFILM
De volgende optionele accessoires zijn verkrijgbaar bij FUJIFILM. Informeer bij uw lokale FUJIFILM ver-
tegenwoordiger naar de allernieuwste accessoires die in uw regio leverbaar zijn of ga naar http://www.
fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html.
Netstroomadapter AC-5VX (vereist DC-koppelstuk CP-04): Te gebruiken bij langdurig afspelen en bij
het naar een computer kopiëren van foto’s (de vorm van de adapter en de stekker kunnen
per land variëren).
CP-04 DC-koppelstuk:
Om de netstroomadapter AC-5VX op de camera aan te kunnen sluiten.
97
Technische informatie
Onderhoud van de camera
Om langdurig van uw camera te kunnen genieten, moeten onderstaande voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen.
Opslag en gebruik
Opslag en gebruik
Neem de batterij en de geheugenkaart uit de camera
wanneer de camera gedurende langere tijd niet zal
worden gebruikt. Bewaar en gebruik de camera niet
op plaatsen waar de camera wordt blootgesteld aan,
of in contact kan komen met:
• regen, stoom of rook
• vocht en vuil
direct zonlicht of zeer hoge temperaturen, zoals in
een auto op een zonnige dag
• extreme kou
• sterke trillingen
• sterke magnetische velden, zoals een zendmast,
hoogspanningskabel, radarstation, motor, transfor-
mator of magneet
• vluchtige chemicaliën, zoals pesticiden
• rubber of vinyl
Water en zand
Water en zand
Water en zand kunnen ook de camera en de interne
circuits en mechanismen beschadigen. Bescherm de
camera tegen zand en water wanneer u de camera
meeneemt naar het strand e.d. Leg de camera niet
neer op een natte of vochtige ondergrond.
Condensatie
Condensatie
Door plotselinge temperatuursstijgingen, zoals wanneer
u op een koude dag een verwarmd gebouw binnen-
komt, kan er in de camera condensatie optreden. Als dit
gebeurt, schakelt u de camera uit en wacht u minimaal
een uur voordat u de camera weer inschakelt. Als zich
condensatie op de geheugenkaart voordoet, verwijdert
u de kaart en wacht u totdat alle condens is verdampt.
Reiniging
Reiniging
Gebruik een blaaskwast om stof van de lens en het
LCD-scherm te verwijderen en neem ze vervolgens met
een zachte, droge doek af. Vlekken kunnen worden
verwijderd door de lens of het LCD-scherm voorzich-
tig te reinigen met een FUJIFILM lensreinigingsdoekje
waarop een kleine hoeveelheid lensreinigingsvloeistof
is aangebracht. Wees voorzichtig om geen krassen op
de lens of het LCD-scherm te maken. Het camerahuis
kan worden schoongemaakt met een zachte, droge
doek. Gebruik nooit alcohol, verfverdunner of andere
vluchtige chemicaliën.
Op reis
Op reis
Houd de camera bij u in uw handbagage. Bagage die
moet worden ingecheckt, kan aan hevige schokken
worden blootgesteld waardoor de camera zou kunnen
worden beschadigd.
98
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Voeding en batterij
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Voeding
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De batterijen zijn niet in de juiste richting in het
batterijcompartiment geplaatst.
Plaats de batterijen in de juiste richting in het bat-
terijcompartiment.
8
De afdekkap van het batterijcompartiment is
niet vergrendeld.
Vergrendel de afdekkap van het batterijcomparti-
ment.
9
De netstroomadapter en het koppelstuk zijn
niet goed aangesloten.
Sluit de netstroomadapter en het koppelstuk goed
aan.
Er hebben gedurende langere tijd geen batte-
rijen in de camera gezeten en de camera werd
ook niet gevoed door de netstroomadapter
met DC-koppelstuk.
Plaats batterijen of sluit de netstroomadapter met
DC-koppelstuk aan, wacht enkele ogenblikken en
schakel de camera in.
De batterij raakt
snel leeg.
De batterijen zijn koud.
Warm de batterijen op in een van uw zakken of op
een andere plaats en stop de batterijen pas vlak
voordat u gaat fotograferen in de camera.
iv
Er zit vuil op de polen van de batterij.
Maak de polen schoon met een zachte, droge
doek.
De M-stand van de camera is geactiveerd.
Selecteer een andere opnamestand. 13, 32
De batterijen zijn nieuw, zijn gedurende lange
tijd niet gebruikt of zijn weer opgeladen zonder
dat ze eerst volledig zijn ontladen (alleen van
toepassing op oplaadbare Ni-MH batterijen).
Ontlaad de Ni-MH batterijen met behulp van de
optie P ONTLADEN en laad ze op in een batterijla-
der (los verkrijgbaar). Batterijen die hun lading zelfs
nadat ze enkele malen zijn ontladen en opgeladen
niet kunnen vasthouden, hebben het einde van hun
levensduur bereikt en moeten worden vervangen.
94
De opnamestand E SNELLER AF en AE is in-
geschakeld.
Schakel de opnamestand E SNELLER AF en AE uit
om de stroomafname van de batterij te verlagen.
F SCHERPSTELLING staat ingesteld op
u CONTINU AF.
Selecteer een andere instelling voor de scherpstel-
ling.
73
De camera wordt
plotseling uitge-
schakeld.
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De netstroomadapter of het koppelstuk is af-
gekoppeld.
Sluit de netstroomadapter en het koppelstuk goed
aan.
99
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Menu’s en schermen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
De menu’s en de schermen
zijn niet in het Nederlands.
De optie L a van het menu Instel-
lingen is niet ingesteld op Nederlands.
Selecteer NEDERLANDS.14
Opname
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Fotograferen
Er wordt geen foto
gemaakt wanneer
de ontspanknop
wordt ingedrukt.
Het geheugen is vol.
Plaats een nieuwe geheugenkaart of maak
ruimte door foto’s te wissen.
11, 47
Het geheugen is niet geformatteerd.
Formatteer het interne geheugen of de geheu-
genkaart.
92
Er zit vuil op de contacten van de geheugen-
kaart.
Maak de contacten schoon met een zachte,
droge doek.
11
De geheugenkaart is beschadigd. Plaats een nieuwe geheugenkaart. 10
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De camera is automatisch uitgeschakeld. Schakel de camera in. 13
Na het maken van
een foto wordt
het LCD-scherm
donker.
De  itser heeft ge itst.
Het LCD-scherm kan donker worden terwijl de
itser weer wordt opgeladen. Wacht totdat de
itser is opgeladen.
26
Scherpstelling
De camera stelt
niet scherp.
Het onderwerp bevindt zich te dicht bij de
camera.
Gebruik de macrostand.
25
Het onderwerp is te ver verwijderd van de
camera.
Schakel de macrostand uit.
Het onderwerp is niet geschikt voor automa-
tische scherpstelling.
Gebruik scherpstelvergrendeling. 23
100
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Intelligente
gezichts-de-
tectie
Gezichtsdetectie is
niet beschikbaar.
Intelligente gezichtsdetectie is niet beschik-
baar in de huidige opnamestand.
Selecteer een andere opnamestand. 32
Gezichten worden
niet herkend.
Het gezicht van het onderwerp wordt verbor-
gen door een zonnebril, hoed, lang haar, e.d.
Verwijder het voorwerp wat het gezicht ver-
bergt.
21
Het gezicht van het onderwerp beslaat slechts
een minuscuul deel van het beeld.
Pas de compositie zo aan dat het gezicht van
het onderwerp een groter deel van het beeld
beslaat.
Het onderwerp houdt het hoofd schuin of
zelfs horizontaal.
Vraag het onderwerp het hoofd rechtop te hou-
den.
De camera wordt schuin gehouden. Houd de camera recht. 16
Het gezicht van het onderwerp is onderbe-
licht.
Zorg voor meer licht.
Er is een verkeerd
onderwerp
gekozen.
Het gekozen onderwerp bevindt zich dichter
bij het midden van het scherpstelframe dan
het belangrijkste onderwerp.
Pas de compositie aan of schakel gezichtsdetectie
uit en gebruik scherpstelvergrendeling.
21, 23
Close-ups
De macrostand is
niet beschikbaar.
De macrostand is niet beschikbaar in de hui-
dige opnamestand.
Selecteer een andere opnamestand. 25, 32
Flitser
D e  i t s e r  i t s t n i e t .
De  itser is ingeklapt. Klap de  itser uit. 26
De  itser is bezig met opladen. Wacht totdat de  itser is opgeladen. 26
De  itser is niet beschikbaar in de huidige op-
namestand.
Selecteer een andere opnamestand. 32
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De camera bevindt zich in de stand super ma-
cro of de continustand.
Schakel de stand super macro en de continus-
tand uit.
25, 28
De continustand is
niet beschikbaar.
De  itser is niet beschikbaar in de huidige op-
namestand.
Selecteer een andere opnamestand. 32
Het onderwerp
wordt niet volledig
door de  itser
verlicht.
Het onderwerp bevindt zich buiten het bereik
van de itser.
Breng het onderwerp dichterbij. 111
Het venster van de  itser is bedekt. Houd de camera op de juiste wijze vast. 16
Korte sluitertijd geselecteerd. Kies een langere sluitertijd. 36
101
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Beeldproble-
men
De fotos zijn
bewogen.
De lens is vuil. Maak de lens schoon. 97
De lens is bedekt.
Houd geen voorwerpen of vingers voor de
lens.
16
s verschijnt tijdens het fotograferen en het
scherpstelframe wordt rood.
Controleer de scherpstelling voordat u de foto
maakt.
104
k verschijnt tijdens het fotograferen.
Gebruik de  itser of een statief. 27
De foto’s hebben
spikkels.
De omgevingstemperatuur is hoog en het
onderwerp is onderbelicht.
Dit is normaal en duidt niet op een defect. Kies
een lagere gevoeligheid.
65
Lange sluitertijd geselecteerd en onderwerp
slecht belicht.
Kies een kortere sluitertijd. 37, 39
Verticale lijnen ver-
schijnen op foto’s.
De camera werd lange tijd gebruikt bij hoge
temperaturen.
Schakel de camera uit en wacht tot hij is afge-
koeld.
Verticale lichtspie-
geling (smear) op
de foto.
Korte sluitertijd geselecteerd en onderwerp
fel belicht.
Kies een langere sluitertijd. 37, 39
Opslaan
De foto’s worden
niet opgeslagen.
De voeding werd tijdens het fotograferen on-
derbroken.
Schakel de camera uit voordat u de netstroom-
adapter/het koppelstuk aansluit. De bestan-
den, de geheugenkaart en het interne geheu-
gen kunnen beschadigd worden als de camera
ingeschakeld blijft.
Opnamestand
continu
fotograferen
Er wordt maar één
foto gemaakt.
De zelfontspanner is ingeschakeld en de
opties L en N werden geselecteerd in de
stand continu fotograferen.
Schakel de zelfontspanner uit. 70
102
Probleemoplossing
Afspelen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Foto’s
De foto’s zijn korrelig.
De foto’s zijn gemaakt met een camera van
een ander merk of model.
——
Afspeelzoom is niet
beschikbaar.
De foto’s werden genomen met een beeld-
grootte van J of met een verschillend
merk of model van camera.
—66
Audio
Geen geluid bij het
afspelen van voice
memo’s en  lms.
De stille stand van de camera is geactiveerd. Deactiveer de stille stand. 18
Het volume is te laag ingesteld. Stel het volume in. 91
De microfoon was bedekt.
Houd de camera tijdens het  lmen op de
juiste wijze vast.
84
De luidspreker is bedekt.
Houd de camera tijdens het afspelen op de
juiste wijze vast.
84
Wissen
De geselecteerde foto’s
worden niet gewist.
Sommige van de te wissen foto’s zijn bevei-
ligd.
Maak de beveiliging ongedaan met het appa-
raat waarmee de beveiliging is aangebracht.
81
Nummering
De bestandsnumme-
ring wordt onverwacht
teruggezet.
De afdekkap van het batterijcompartiment
werd geopend terwijl de camera was inge-
schakeld.
Schakel de camera uit voordat u de afdekkap
van het batterijcompartiment opent.
8
Aansluitingen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
TV
Geen beeld of geluid.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 52
Een A/V-kabel werd aangesloten tijdens het
weergeven van een  lm.
Sluit de camera pas aan nadat het afspelen is
beëindigd.
51, 52
Het kanaal van het televisietoestel is ingesteld
op “TV”.
Stel het kanaal in op “VIDEO”.
De camera is niet ingesteld op het juiste vi-
deosysteem.
Stel de camera via Q VIDEO SYST. in op het-
zelfde systeem als het televisietoestel.
89
Het volume van het televisietoestel is te laag. Stel het volume in.
Geen kleur.
De camera is niet ingesteld op het juiste vi-
deosysteem.
Stel de camera via Q VIDEO SYST. in op het-
zelfde systeem als het televisietoestel.
89
103
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Computer
De computer herkent
de camera niet.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 62
PictBridge
Foto’s kunnen niet
worden afgedrukt.
De camera is niet goed aangesloten. Sluit de camera op de juiste wijze aan. 53
De printer is niet ingeschakeld. Schakel de printer in.
Er wordt maar een
exemplaar afgedrukt.
De printer is niet compatibel met PictBridge.
De datum wordt niet
afgedrukt.
Diversen
Probleem
Probleem
Mogelijke oorzaak
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Pagina
Pagina
Er gebeurt niets wanneer de
ontspanknop wordt ingedrukt.
Tijdelijke storing van de camera.
Verwijder de batterijen en plaats ze terug of
koppel de netstroomadapter en het DC-kop-
pelstuk af en weer aan.
8
De batterijen zijn leeg. Plaats nieuwe of opgeladen batterijen. 8
De camera functioneert niet
naar behoren.
Tijdelijke storing van de camera.
Verwijder de batterijen en plaats ze terug of
koppel de netstroomadapter en het DC-kop-
pelstuk af en weer aan. Neem contact op met
uw FUJIFILM-dealer wanneer het probleem
zich blijft voordoen.
8, 114
104
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Op het LCD-scherm kunnen de volgende waarschuwingen worden weergegeven:
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
B (rood)
De batterijen zijn bijna leeg.
Plaats nieuwe of opgeladen batterijen.
A (knippert rood)
De batterijen zijn leeg.
k
Lange sluitertijd. De foto kan bewegings-
onscherpte gaan vertonen.
Gebruik de  itser of plaats de camera op een statief.
s
(rood weergegeven
met een rood scherp-
stelframe)
De camera is niet in staat scherp te stellen.
Gebruik scherpstelvergrendeling om eerst scherp te stellen op
een ander onderwerp dat zich op dezelfde afstand bevindt en
bepaal pas daarna de compositie van de foto (pag. 23).
Probeer een onderbelicht onderwerp scherp te stellen op een
afstand van ongeveer 2 m.
• Gebruik bij het maken van close-ups de macrostand om scherp
te stellen.
De diafragma-opening
of de sluitertijd wordt
rood weergegeven
Het onderwerp is te helder of te donker. De
foto wordt over- of onderbelicht.
Gebruik de  itser als het onderwerp te donker is.
SCHERPSTELFOUT
Storing van de camera.
Schakel de camera uit en weer aan zonder de lens aan te raken.
Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer het pro-
bleem zich blijft voordoen (pag. 114).
ZOOM DEFECT
LENSAANSTURING DEFECT
GEEN KAART
Geen geheugenkaart geplaatst wanneer
KOPIËREN in het Afspeelmenu wordt ge-
selecteerd.
Plaats een geheugenkaart.
KAART NIET GEFORMATTEERD!
De geheugenkaart of het interne geheugen
is niet geformatteerd of de geheugenkaart
is geformatteerd met een computer of an-
der apparaat.
Formatteer de geheugenkaart of het interne geheugen met
behulp van de menu-optie K FORMATTEREN van het menu
Instellingen van de camera (pag. 92).
De contacten van de geheugenkaart moe-
ten worden schoongemaakt.
Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. Format-
teer de geheugenkaart (pag. 92). Wanneer de melding voortdu-
rend terugkomt, moet de geheugenkaart worden vervangen.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer (pag. 114).
BEVEILIGDE KAART De geheugenkaart is schrijfbeveiligd. Verwijder de schrijfbeveiliging van de geheugenkaart (pag. 10).
105
Probleemoplossing
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
BEZIG MET OPSLAAN
De geheugenkaart is verkeerd geformat-
teerd.
Formatteer de geheugenkaart met de camera (pag. 92).
KAARTFOUT
De geheugenkaart is niet geformatteerd
voor gebruik in deze camera.
Formatteer de geheugenkaart (pag. 92).
De contacten van de geheugenkaart moe-
ten worden schoongemaakt of de geheu-
genkaart is beschadigd.
Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. Format-
teer de geheugenkaart (pag. 92). Wanneer de melding voortdu-
rend terugkomt, moet de geheugenkaart worden vervangen.
Incompatibele geheugenkaart. Gebruik een compatibele geheugenkaart.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer (pag. 114).
b GEHEUGEN VOL
De geheugenkaart of het interne geheugen
is vol, er kunnen geen foto’s worden opge-
slagen of gekopieerd.
Wis foto’s of plaats een geheugenkaart waarop ruimte beschik-
baar is.
a GEHEUGEN VOL
INTERN GEHEUGEN IS VOL
PLAATS EEN NIEUWE KAART
SCHRIJFFOUT NAAR KAART
Geheugenkaartfout of verbindingsfout.
Plaats de geheugenkaart nog een keer of schakel de camera uit
en weer aan. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer wanneer
het probleem zich blijft voordoen (pag. 114).
Onvoldoende geheugen om extra foto’s op
te slaan.
Wis foto’s of plaats een geheugenkaart waarop ruimte beschik-
baar is.
De geheugenkaart of het interne geheugen
is niet geformatteerd.
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart (pag.
92).
KAART LEESFOUT
Het bestand is beschadigd of niet met deze
camera aangemaakt.
Het bestand kan niet worden afgespeeld.
De contacten van de geheugenkaart moe-
ten worden schoongemaakt.
Maak de contacten schoon met een zachte, droge doek. Format-
teer de geheugenkaart (pag. 92). Wanneer de melding voortdu-
rend terugkomt, moet de geheugenkaart worden vervangen.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer (pag. 114).
106
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
MAX. NUM. BEREIKT
De camera heeft het hoogste framenum-
mer (999-9999) bereikt.
Formatteer de geheugenkaart en selecteer de instelling RESET
van de optie B NUMMERING van het menu M INSTELLINGEN.
Maak een foto om het framenummer in te stellen op 100-0001,
ga terug naar het menu B NUMMERING en selecteer de optie
CONTINU.
TE VEEL FOTO’S
Er is voor sorteren op datum een datum ge-
kozen waarop er meer dan 4999 fotos zijn
gemaakt.
Kies een andere datum.
NIET MOGELIJK
Rode-ogenverwijdering kan niet worden
toegepast op de geselecteerde foto of  lm.
F NIET MOGELIJK
DEZE FOTO IS BEVEILIGD
U heeft geprobeerd een beveiligde foto te
wissen, te draaien of van een voice memo
te voorzien.
Maak de beveiliging ongedaan voordat u foto’s wist, draait of van
een voice memo voorziet.
u FOUT
Het bestand waarin de voice memo is op-
geslagen, is beschadigd.
De voice memo kan niet worden afgespeeld.
Storing van de camera. Neem contact op met uw FUJIFILM-dealer (pag. 114).
b KAART IS LEEG
De bron die is geselecteerd in de optie KO-
PIËREN van het Afspeelmenu bevat geen
foto’s.
Selecteer een andere bron.
a KAART IS LEEG
J UITSNEDE NIET
MOGELIJK
U heeft geprobeerd een uitsnede te maken
van een foto van het formaat J.
Dat is met deze foto’s niet mogelijk.
UITSNEDE NIET MOGELIJK
Het bestand van de voor de uitsnede te ge-
bruiken foto is beschadigd of niet met deze
camera gemaakt.
DPOF LEESFOUT
De DPOF printopdracht op de huidige ge-
heugenkaart bevat meer dan 999 foto’s.
Kopieer de foto’s naar het interne geheugen en maak daar een
nieuwe printopdracht aan.
INSTELLEN DPOF NIET
MOGELIJK
De foto kan niet met DPOF worden afge-
drukt.
F INSTELLEN DPOF NIET
MOGELIJK
Films kunnen niet met DPOF worden afge-
drukt.
DRAAIEN NIET MOGELIJK De foto kan niet worden gedraaid.
107
Probleemoplossing
Waarschuwingsvensters en -aanduidingen
Waarschuwing
Waarschuwing
Beschrijving
Beschrijving
Oplossing
Oplossing
F DRAAIEN NIET MOGELIJK
Films kunnen niet worden gedraaid.
HOUDT DE
DISP-KNOP INGEDRUKT OM
DE STILLE STAND UIT TE
ZETTEN
U heeft geprobeerd het volume in te stel-
len terwijl de stille stand van de camera is
geactiveerd.
Deactiveer de stille stand alvorens het volume in te stellen.
COMMUNICATIE PROBLEEM
Er is tijdens het afdrukken of het kopiëren
van een foto een communicatiefout opge-
treden.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld en of de USB-kabel
goed is aangesloten.
PRINTER PROBLEEM
Het papier of de inkt van de printer is op
of er heeft zich een ander printerprobleem
voorgedaan.
Controleer de printer (zie de gebruiksaanwijzing van de printer
voor details). Schakel de printer uit en weer aan om het afdruk-
ken te hervatten.
PRINTER PROBLEEM
DOORGAAN?
Controleer de printer (zie de gebruiksaanwijzing van de printer
voor details). Druk op MENU/OK als het afdrukken niet automatisch
wordt hervat.
FOTO KAN NIET GEPRINT
WORDEN
U heeft geprobeerd een  lm, een foto die
niet met deze camera is gemaakt of een
foto in een indeling die niet door de printer
wordt ondersteund af te drukken.
Films en sommige foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt,
kunnen niet worden afgedrukt. Als de foto wel met deze camera
is gemaakt, controleer dan of de printer de bestandsindeling
JFIF-JPEG of Exif-JPEG ondersteunt. Is dat niet het geval, dan kun-
nen de foto’s niet worden afgedrukt.
108
Appendix
Verklarende woordenlijst
Digit. Zoom: In tegenstelling tot optische zoom vergroot digitale zoom niet de zichtbare hoeveelheid detail. De
details die in optische zoom zichtbaar zijn, worden slechts uitvergroot waardoor er een “korrelig” beeld ontstaat.
DPOF (Digital Print Order Format): Een norm waarmee foto’s afgedrukt kunnen worden met “printop-
drachten” die in het interne geheugen of op een geheugenkaart zijn opgeslagen. De printopdracht
bevat informatie over welke foto’s en in welke aantallen de foto’s moeten worden afgedrukt.
EV (Exposure Value): De belichtingswaarde EV wordt bepaald door de gevoeligheid van de beeldsensor
en de hoeveelheid licht die in de camera valt en waaraan de beeldsensor wordt blootgesteld. Bij iedere verdub-
beling van de hoeveelheid licht, wordt de waarde van EV verhoogd met 1, bij iedere halvering van de hoeveel-
heid licht, wordt de waarde van EV verlaagd met 1. De hoeveelheid licht die in de camera valt, kan worden
bepaald met behulp van het diafragma en de sluitertijd.
Exif Print: Een norm die het mogelijk maakt om bij de foto opgeslagen informatie te gebruiken om bij het afdruk-
ken de optimale kleuren te krijgen.
JPEG (Joint Photographic Experts Group): Een gecomprimeerde bestandsindeling voor kleurenafbeeldingen. Hoe
hoger de compressieverhouding, hoe groter het verlies van informatie en hoger de afname van de beeldkwaliteit
tijdens het weergaven van de foto.
Motion JPEG: Een AVI-formaat (Audio Video Interleave) dat geluid en JPEG-beelden opslaat in één enkel bestand.
Motion JPEG-bestanden kunnen worden afgespeeld in Windows Media Player (DirectX 8.0 of hoger vereist) of
QuickTime 3.0 of hoger.
Smear of verticale lichtspiegeling: Een voor CCD’s kenmerkend fenomeen waarbij er witte strepen verschijnen wan-
neer er een zeer fel licht, zoals zonlicht of zelfs weerkaatst zonlicht, in beeld verschijnt.
WAV (Waveform Audio Format): Een standaard Windows indeling voor geluidsbestanden. WAV-bestanden heb-
ben de extensie “*.WAV” en kunnen zowel gecomprimeerd als ongecomprimeerd zijn. De camera gebruikt on-
gecomprimeerd WAV. WAV-bestanden kunnen worden afgespeeld met de Windows Media Player of met Quick-
Time 3.0 of hoger.
Witbalans: Het menselijk brein past zich automatisch aan aan veranderingen in de kleur van het licht, waardoor
voorwerpen die onder een bepaalde lichtbron wit lijken, dat nog steeds doen wanneer de kleur van de lichtbron
verandert. Digitale camera’s kunnen deze aanpassing nabootsen door bij het verwerken van de foto’s rekening
te houden met de kleur van de lichtbron. Dit proces staat bekend als “witbalans”.
109
Appendix
Capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart
Onderstaande tabel toont de maximale opnametijd of het maximale aantal foto’s dat met de ver-
schillende beeldkwaliteiten beschikbaar is. Alle genoemde aantallen zijn bij benadering, de bestands-
groottes zijn afhankelijk van het opgenomen onderwerp, waardoor er grote verschillen kunnen zijn in
het aantal bestanden dat kan worden opgeslagen. Het kan ook voorkomen dat het resterende aantal
opnamen en de resterende opnametijd niet gelijkmatig afnemen.
B
B
F
F
B
B
N
N
C
C
3:2
3:2
G
G
H
H
I
I
J
J
a
a
b
b
Formaat (pixels)
Formaat (pixels) 3648 × 2736 3648 × 2432 2592 × 1944 2048 × 1536 1600 × 1200 640 × 480
640 × 480
(VGA)
320 × 240
(QVGA)
Bestandsgrootte
Bestandsgrootte 5,0 MB 2,5 MB 2,3 MB 1,3 MB 810 KB 650 KB 160 KB
Intern geheugen
Intern geheugen
(ca. 23 MB)
(ca. 23 MB)
4 8 9 17 28 35 147 28 sec. 51 sec.
SD-kaart
SD-kaart
512 MB
512 MB 95 190 220 380 600 750 3090 9 min. 17 min.
1 GB
1 GB 200 390 440 770 1210 1510 6190 19 min. 35 min.
2 GB
2 GB 400 790 880 1540 2380 2950 12400 39 min. 71 min.
SDHC-
SDHC-
kaart
kaart
4 GB
4 GB 800 1590 1770 3100 4770 5900 24820 79 min.
*
143 min.
*
8 GB
8 GB 1610 3190 3550 6220 9570 11850 49800 160 min.
*
288 min.
*
16 GB
16 GB 3240 6400 7130 12480 19200 23780 99880 321 min.
*
577 min.
*
* Totale lengte van alle  lmbestanden. Afzonderlijke  lms mogen niet groter zijn dan 2 GB, ongeacht de capaciteit van de
geheugenkaart.
110
Technische gegevens
Systeem
Model Digital Camera FinePix S1500
E ectieve pixels 10 miljoen
CCD
1
/
2,3 -in., Bayer CCD met vierkante pixel en primair kleuren lter
Opslagmedia Intern geheugen (ca. 23 MB) SD/SDHC-geheugenkaarten (zie pagina 10)
Bestandssysteem In overeenstemming met Design Rule for Camera File System (DCF), Exif 2.2, and Digital Print Order
Format (DPOF)
Bestandsindeling Stilbeeld: Exif 2.2 JPEG (gecomprimeerd) Films: AVI-format Motion JPEG
Audio: WAV
Formaat (pixels)
BF: 3648 × 2736 BN: 3648 × 2736 C3:2: 3648 × 2432 G: 2592 × 1944
H: 2048 × 1536 I: 1600 × 1200 J: 640 × 480
Bestandsgrootte Zie pagina 109
Lens Fujinon lens met 12 × optische zoom, F/2,8 (groothoek) – 5 (tele)
Brandpuntsafstand f=5,9 mm–70,8 mm (gelijkwaardig aan standaard 35mm lens: 33 mm–396 mm)
Digit. zoom Stilbeeld: Ca. 5,7 × (tot 68,4 × in combinatie met optische zoom)• Films: 2 ×
Diafragma F2,8–F6,4 (groothoek), F5,0–F8,0 (tele), Manueel/Automatisch in stappen van
1
/
3 EV selecteerbaar
Scherpstelbereik (vanaf de
voorkant van de lens)
Ca. 40 cm – oneindig (groothoek), 1,5 m –oneindig (tele)
Macro: Ca. 5 cm–3 m (groothoek); 80 cm3 m (tele)
Super macro: Ca. 2 cm–100 cm (groothoek)
Sneller AF en AE: Ca. 100 cm – oneindig (groothoek), 2,5 m – oneindig (tele)
Gevoeligheid Standaard uitgangsgevoeligheid gelijkwaardig aan ISO 100, 200, 400, 800, 1600, 3200, 6400 (3200
en 6400 enkel beschikbaar bij beeldformaat H of kleiner); AUTO, AUTO (400), AUTO (800)
Belichtingsmeting TTL-belichtingsmeting (through-the-lens) met 256 segmenten MULTI, SPOT, INTEGRAAL
Belichtingsregeling Geprogrammeerde automatische belichting, automatische belichting met sluiterprioriteit en auto-
matische belichting met diafragmaprioriteit; handmatige belichting
Belichtingscompensatie 2 EV – +2 EV in stappen van
1
/
3 EV (standen P, S, A en M )
Scènemodi
L (PORTRET), M (LANDSCHAP), N (SPORT), O (NACHT), H (NACHT(STAT.)), D (NATURAL LIGHT),
P (VUURWERK), Q (ZONSOPKOMST), R (SNEEUW), S (STRAND), T (MUSEUM), U (FEESTEN),
V (BLOEMEN), W (DOCUMENTEN)
111
Appendix
Technische gegevens
Systeem
Scèneherkenning
Beschikbaar (camera selecteert automatisch b, c, d, e, f of g)
Stabilisatie Optische stabilisatie, CCD-verschuiving
Intelligente gezichtsdetectie Beschikbaar
Sluitertijd
M, B, L, M, N, D, Q, R, S, T, U, V, W:
1
/
4 s –
1
/
2000 s
P, A, S, M: 8 s –
1
/
2000 s
O:
1
/
8 s –
1
/
2000 s• H: 3 s –
1
/
2000 s• P: 8 s –
1
/
2 s
Continu
I: Tot 1,4 fps; max. 3 foto’s O: Tot 1,4 fps; max. 3 foto’s
N:
Tot 1,4 fps; het maximale aantal foto’s hangt af van de beeldgrootte en het beschikbare geheugen
L: Tot 1,4 fps; laatste 3 genomen foto’s K: Tot 3,3 fps; max. 6 foto’s, tot G pixels
J: Tot 7,5 fps; max. 15 foto’s, tot I pixels
Belichtingstrap ±
1
/
3 EV, ±
2
/
3 EV, ±1 EV
Scherpstelling Stand: Enkelvoudig AF, continu AF
Selectie van het scherpstelveld: AF (CENTRUM), AF (MULTI), AF-VELD KEUZE, VOLGEN
Autofocussysteem: TTL AF op basis van contrastmeting met AF-hulplicht (e ectief bereik ca. 2 m)
Witbalans Automatische scènedetectie, zes handmatige voorgeprogrammeerde programma’s voor direct
zonlicht, schaduw, daglicht tl-verlichting, warmwit tl-verlichting, koelwit tl-verlichting en gloei-
lampverlichting, aangepaste witbalans
Zelfontspanner Uit, 2 sec, 10 sec
Flitser Automatisch  itsen met CCD- itsbesturing (met monitor-voor itsen) en handmatige activering,
e ectief bereik met gevoeligheid ingesteld op AUTO is ca. 40 cm8,7 m (groothoek), 1,5 m–4,8 m (tele),
of 30 cm–3 m (macrostand)
Flitsstand Automatisch, invul its, uit, langzame synchro (rode-ogenverwijdering uit), automatisch met rode-
ogenverwijdering, invul its met rode-ogenverwijdering, uit, langzame synchro met rode-ogen-
verwijdering (rode-ogenverwijdering aan)
Elektronische zoeker (EVF) 0,2-in., 200k-dot LCD-kleurenmonitor
Framebereik Ca. 94% (opname), 100% (weergave)
LCD-scherm 2,7-in., 230k-dot TFT LCD-kleurenmonitor met polysilicium en snelle transmissie (WV  lm)
Framebereik Ca. 97% (opname), 100% (weergave)
112
Technische gegevens
Systeem
Films
De camera kan  lms opnemen met monauraal geluid en een framegrootte van VGA (a,
640 × 480) of QVGA (b; 320 × 240) met een frame rate van 30 fps
Opnamefuncties Instant Zoom, intelligente gezichtsdetectie met rode-ogenverwijdering, sneller AF en AE, scherp-
stelframes, Post-Shot Assist, framenummergeheugen en weergave van histogrammen
Afspeelfuncties Intelligente gezichtsdetectie, rode-ogenverwijdering, micro miniaturen, multi-frame afspelen, sor-
teren op datum, beelduitsnede, diavoorstelling, foto draaien, voice memo, weergave van histo-
grammen en belichtingswaarschuwing
Overige opties PictBridge, Exif Print, FinePix COLOR, taalkeuze (Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees,
Duits, Engels, Frans, Hongaars, Italiaans, Japans, Koreaans, Nederlands, Pools, Portugees, Russisch,
Spaans, Thais, Tsjechisch, Turks en Zweeds), tijdverschil, batterijontlading
In-/uitgangsaansluitingen
A/V OUT (audio/video-uitgang) 8-pin multi-connector voor NTSC- of PAL-uitgang met monauraal geluid
Digitale in-/uitgang USB 2.0 High Speed, gedeelde A/V OUT-aansluiting
DC IN (voedingsingang) Voor gebruik met CP-04 DC-koppelstuk aangesloten op AC-5VX wisselstroomadapter (AC-adapter en
DC-koppelstuk apart verkrijgbaar)
Voeding/overige
Voedingsbronnen AA alkaline batterijen (×4)
AA lithium batterijen (×4, verkrijgbaar via de detailhandel)
AA oplaadbare nikkel-metaal hydride (Ni-MH) batterijen (×4, verkrijgbaar via de detailhandel)
AC-5VX wisselstroomadapter en CP-04 DC-koppelstuk (apart verkrijgbaar)
113
Appendix
Technische gegevens
Voeding/overige
Levensduur van de batterijen Ca. 300 frames (alkaline batterijen van het type dat met de camera wordt meegeleverd), 700 frames
(lithium batterijen) of 500 frames (Ni-MH batterijen), op basis van de CIPA-norm (Camera and Ima-
ging Products Association), gemeten bij 23 °C met ingeschakeld LCD-scherm, opname van foto’s
op SD-geheugenkaart, waarbij de camera elke 30 sec. helemaal in- en uitzoomt, om de andere foto
met volledig vermogen wordt ge itst en de camera telkens na 10 foto’s wordt in- en uitgeschakeld.
Er moet worden opgemerkt dat het aantal foto’s dat met een volledig opgeladen batterij kan wor-
den gemaakt, afhankelijk is van het merk en de laadtoestand van de batterij, de temperatuur en de
opnameomstandigheden.
Afmetingen van de camera 102,5 mm × 73 mm × 67,8 mm (B × H × D), exclusief batterijen en accessoires
Gewicht van de camera Ca. 324 g, exclusief batterijen, accessoires en geheugenkaarten
Gebruiksgewicht Ca. 419 g, inclusief batterijen en geheugenkaarten
Gebruiksomstandigheden Temperatuur: 0 °C – +40 °C
Vochtigheid: 80% of minder (geen condensvorming)
Kleurentelevisiesystemen
NTSC (National Television System Committee) is een kleurensysteem dat vooral in de Verenigde Staten, Canada
en Japan wordt gebruikt. PAL (Phase Altertion by Line) is een kleurensysteem dat vooral in Europa en China wordt
gebruikt.
Mededelingen
Veranderingen in technische gegevens en ontwerp voorbehouden. FUJIFILM is niet aansprakelijk voor schade
als gevolg van fouten in deze gebruiksaanwijzing.
Hoewel het LCD-scherm met geavanceerde precisietechnologie is vervaardigd, kunnen er heldere punten en
kleurafwijkingen (vooral rondom tekst) verschijnen. Dit is normaal voor LCD-schermen van dit type en duidt
niet op een defect, de met de camera genomen foto’s hebben hier geen last van.
De werking van digitale camera’s kan bij blootstelling aan krachtige radio-interferentie (zoals elektrische velden,
statische elektriciteit, lijnruis) worden verstoord.
Als gevolg van het gebruikte type lens kan er bij de beeldranden enige vervorming optreden. Dit is normaal.
114
FUJIFILM Digitale Camera Wereldwijd Netwerk
Neem voor reparaties of technische ondersteuning contact op met de landelijke distributeur (zie on-
derstaande lijst). De ter reparatie aangeboden camera moet worden vergezeld van de originele garan-
tiekaart en een kopie van het aankoopbewijs; lees de garantiekaart voor de garantievoorwaarden. Tech-
nische ondersteuning is wellicht niet mogelijk bij modellen die niet via de eigen distributeur worden
gedistribueerd. Onderstaande informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
NOORD-AMERIKA
Canada FUJIFILM Canada Inc. Technische ondersteuning TEL 1-866-818-FUJI (3854) http://www.fujihelp.ca
Reparatieservice TEL 1-800-263-5018 http://www.fujihelp.ca
U.S.A. FUJIFILM U.S.A., Inc. Technische ondersteuning TEL 800-800-3854 digitalinfo@fujifilm.com
Reparatieservice TEL 800-659-3854
MIDDEN- EN ZUID-AMERIKA
Argentina Imagen e informacion S.A. Technische ondersteuning en reparatieservice
TEL +54-11-4836-1000 servtec@imageneinformacion.
com.ar
Bolivia
Reifschneider Bolivia Ltda.
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +591 33 44 1129 gciagral@bibosi.scz.entelnet.bo
Brazil FUJIFILM do Brasil Ltda. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 0800-12-8600 camarasdigitais@fujifilm.com.br
Chile Reifschneider SA Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 56-2-6781200 serviciotecnico@reifschneider.cl
Colombia Animex de Colombia Ltda. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +57 1 338-0299 animex@etb.net.co
Ecuador Espacri Cia Ltda Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 593-72-835526
Importaciones Espacri
Cia. Ltda.
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +593 783 5526 portiz@fujifilm.com.ec
Mexico Fuji lm de Mexico,
S.A. de C.V.
Technische ondersteuning TEL (52-55) 5263-55000 eizquierdo@fujifilm.com.mx
Reparatieservice TEL (52-55) 5366-5150/56/57 cpalma@fujifilm.com.mx
Paraguay Errece S.R.L. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +595 21 444256 jmarbulo@fujifilm.com.py
Peru Procesos de Color S.A. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +51 14 33 5563 jalvarado@fujifilm.com.pe
Uruguay Fotocamara S.R.L. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +598-2-9002004 fotocam@adinet.com.uy
Kiel S.A. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL (05982) 419 4542 kiel@fujifilm.com.uy
Venezuela C. Hellmund & Cia Sa Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 0212-2022300 hellmund@hellmund.com
EUROPA
Austria Fuji Film Oesterreich Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 0043 1 6162606/51 of 52 kamera.service@fujifilm.at
Belgium Belgian Fuji Agency Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 3210242090 info@fuji.be
115
Appendix
EUROPA
Croatia I&I d.o.o. Technische ondersteuning TEL 38512319060 dsaravanja@fujifilm.hr
Reparatieservice TEL 38512316228 info@fujifilm.hr
Cyprus PMS IMAGING LTD Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 35722746746 mariosashiotis@fujifilm.com.cy
Doros Neophytou
CAMERA REPAIRS
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 35722314719 dorosn@logosnet.cy.net
Czech Republic Fuji lm Cz., s.r.o. Technische ondersteuning TEL 00420 234 703 411 petr.barta@fujifilm.cz
AWH servis Reparatieservice TEL 00420 222 721 525 awh@awh.cz
Denmark Fuji lm Danmark A/S Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 0045 45662244 fujifilm@fujifilm.dk
Finland Fuji Finland Oy Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +358 9 825951 www.fuji.fi fuji@fuji.fi
France FUJIFILM France Technische ondersteuning en reparatieservice direction.technique@pm2s.fr
Germany FUJIFILM Electronic
Imaging Europe GmbH
Technische ondersteuning en reparatieservice Tel 0180 / 589 89 80
*
service@fujifilm-digital.com
*
0,14 EUR pro Minute aus dem deutschen Festnetz, abweichende
Preise aus Mobilfunknetzen möglich,Stand bei Drucklegung.
Greece FUJIFILM HELLAS S.A. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 0030 210 9404100 fujifilm@fujifilm.gr
Hungary Fuji lm Hungary Ltd. Technische ondersteuning TEL 3612389410 fujifilm@fujifilm.hu
Reparatieservice TEL 3613633777
Iceland
Icephoto (Ljosmyndavorur)
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 354 568 0450 framkollun@fujifilm.is
Italy FujiFilm Italia S.r.l. Call center TEL 039-0267978181 info@fujifilm.it
Reparatieservice TEL 039-6058294 FAX 039-6058295
Lithuania Fuji lm Lithuania Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 370-5-2130121 info@fujifilm.lt
Malta Ciancio (1913) Co.Ltd. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 0356-21-480500 info@fujifilm.com.mt
Norway Fuji lm Norge AS Technische ondersteuning TEL 0047-02273
http://www.fujifilm.no/ mailto:post@fujifilm.no
Reparatieservice TEL 0047-55393880
http://www.camera.no/mailto:service@camera.no
Poland Fuji lm Polska
Distribution Sp. z o.o.
Technische ondersteuning TEL +48-22-517-66-00 fujifilm@fujifilm.pl
Reparatieservice TEL +48-22-886-94-40 serwis@fujifilm.pl
Portugal Fuji lm Portugal, Lda Technische ondersteuning TEL (351) 226 194 237 finepix@fujifilm.pt
Reparatieservice TEL (351) 226 194 200 cameras@fujifilm.pt
Romania CTS-Cardinal Top Systems
Ltd
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 4021-230-09-82 cts_tirla@hotmail.com
Russia Fuji lm Electronic Imaging
Europe GmbH
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 8 800 200 3854 (Для бесплатных звонков из России)
*
Для звонков из других стран набирайте +7 800 200 3854
http://www.fujifilm-digital.ru/ info@fujifilm-digital.ru
116
EUROPA
Slovakia Fuji lm Slovakia s.r.o. Technische ondersteuning TEL 00421 2 33 595 107 fujifilm@fujifilm.sk
Reparatieservice TEL 00421 2 33 595 119 servis@fujifilm.sk
Spain Fuji lm Espana S.A. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 902012535
http://www.fujifilm.es/soporte/ tallersat@fujifilm.es
Sweden Fuji lm Sverige AB Technische ondersteuning TEL 46 8 506 141 70 kamera@fujifilm.se
Reparatieservice TEL 46 8 506 141 00 kameraverkstaden@fujifilm.se
Switzerland /
Liechtenstein
Fuji lm (Switzerland) AG Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +41 44 855 5154 RepairCenter@fujifilm.ch
The Netherlands FUJIFILM Electronic
Imaging Nederland
Technische ondersteuning TEL +31(0)102812500 helpdesk@fujifilm-digital.nl
Reparatieservice TEL +31(0)102812520 camerareparaties@fujifilm-digital.nl
Turkey Fuji lm Turkiye Sinfo A.S. Technische ondersteuning TEL +90 212 696 5090 csarp@fujifilm.com.tr
Reparatieservice TEL +90 212 696 5090 servis@fujifilm.com.tr
U.K. FUJIFILM UK Ltd. Technische ondersteuning TEL +44 (0)8700 841310 fujitec@fuji.co.uk
Reparatieservice TEL +44 (0)8700 841314 fujitec@fuji.co.uk
Ukraine Image Ukraine CJSC Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +380-44-4909075 d@fujifilm.ua
MIDDEN-OOSTEN
Iran Tehran Fuka Co. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL (+98-21)2254810-19 fuka@neda.net
Israel Shimone Group Ltd. Technische ondersteuning TEL (+ ) 972 3 9250666 digital@fujifilm.co.il
Reparatieservice TEL (+ ) 972 3 9250666 khaim@shimone.com
Jordan Grand Stores Al- Abdali,
Amman / Jordan
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 009626-4646387 gstores@go.com.jo
Lebanon Fototek S.A.R.L. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +961 1 252474 fototek@antakiholding.com
Qatar Techno Blue Technische ondersteuning TEL 00974 44 66 175 prabu@techno-blue.com
Saudi Arabia
Emam Distribution Co. Ltd.
Technische ondersteuning TEL 96626978756 service@fujifilm.com.sa
Syria Film Trading Company Technische ondersteuning TEL + 963 11 2218049 f.t.c@Net.SY
Reparatieservice TEL + 963 21 4641903 filmtradin@Net.SY
U.A.E. Grand Stores Technische ondersteuning en reparatieservice TEL + 971-4-2823700 photography@grandstores.ae
Yemen Al-Haidary Trading Technische ondersteuning TEL 00967-1-503980
Reparatieservice TEL 00967-1-503977
AFRIKA
Egypt Foto Express Egypt Technische ondersteuning en reparatieservice TEL (202) 7762062 fotoegypt@access.com.eg
Kenya Fuji Kenya Ltd Reparatieservice TEL (254-20)4446265-8 info@fujifilm.co.ke
South Africa Cameratek CC. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +27 11 251 2400 www.cameratek.co.za
117
Appendix
OCEANIA
Australia FUJIFILM Australia Pty Ltd Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 1800 226 355 digital@fujifilm.com.au
Fiji Brijlal & Co. Ltd Technische ondersteuning en reparatieservice TEL (679)3304133 kapadia@connect.com.fj
New Caledonia Phocidis SARL Technische ondersteuning en reparatieservice TEL (00 687) 25-46-35 phocidis@phocidis.nc
New Zealand Fuji lm NZ Ltd Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +64-9-4140400 glenn.beaumont@fujifilm.co.nz
Papua New
Guinea
Oceania PNG Limited Technische ondersteuning TEL +675 3256411 oceania@daltron.com.pg
AZIË
Hong Kong
Fuji Photo Products Co., Ltd.
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL (852)2406 3287 rsd@chinahkphoto.com.hk
Indonesia PT. Modern Internasional,
Tbk.
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +62 021 45867187 assd_kmrsrv@modernphoto.co.id
Malaysia FUJIFILM (Malaysia) Sdn.
Bhd.
Technische ondersteuning TEL 603-55698388 technical@fujifilm.com.my
Reparatieservice TEL 603-55698388 camera@fujifilm.com.my
Philippines YKL Development & Trdg.
Corp.
Technische ondersteuning TEL 632-7436601~06
info@yklcolor.com digital@yklcolor.com
Reparatieservice TEL 632-7436601~06 techop_services@yklcolor.com
Singapore FUJIFILM (Singapore)
Pte Ltd
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 65-6380 5557 service@fujifilm.com.sg
South Korea Korea Fuji lm Co., Ltd. Technische ondersteuning TEL +82-2-3282-7363 photo@fujifilm.co.kr
Yonsan AS Center
(Fujidigital)
Reparatieservice TEL +82-2-701-1472 1bowl@hanmail.net
Kangnam AS Center
(Digitalgallery)
Reparatieservice TEL +82-2-2203-1472 nurijili@hanmail.net
Busan AS Center
(Digital-Sewon)
Reparatieservice TEL +82-51-806-1472 merahan@yahoo.co.kr
Taiwan Hung Chong Corp. Technische ondersteuning en reparatieservice TEL 886-2-6602-8988 dah@mail.hungchong.com.tw
Thailand FUJIFILM (Thailand) Ltd. Technische ondersteuning TEL +662-2706000 ext. 751,752
Dusit_Suriyong@fujifilm.co.th yaowarat@fujifilm.co.th
Reparatieservice TEL +662-2706000 ext.761,762 warin@fujifilm.co.th
Vietnam International Minh Viet
Co., Ltd.
Technische ondersteuning en reparatieservice TEL +84-8-4135740 ext. 322
diep.phanthithanh@imv.com.vn
7-3, AKASAKA 9-CHOME, MINATO-KU, TOKYO 107-0052, JAPAN
http://www.fujifilm.com/products/digital_cameras/index.html
BELANGRIJKE MEDEDELING: Lees onderstaande tekst
zorgvuldig voordat u de software in gebruik neemt
LEES DEZE GEBRUIKERSOVEREENKOMST ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DE CD-ROM OPENT DIE DOOR
FUJIFILM
CORPORATION WORDT GELEVERD. ALLEEN ALS U AKKOORD GAAT MET DEZE OVEREENKOMST, MAG U DE
SOFTWARE OP DEZE CD-ROM GEBRUIKEN. DOOR DEZE VERPAKKING TE OPENEN, GEEFT U AAN DAT U AKKOORD
GAAT EN INSTEMT MET DEZE OVEREENKOMST.
Gebruikersovereenkomst
Deze Gebruikersovereenkomst ("Overeenkomst") is een overeenkomst tussen FUJIFILM Cor-
poration ("FUJIFILM") en uzelf en bevat de bepalingen en voorwaarden van de licentie die u
worden toegekend om gebruik te maken van de software van FUJIFILM.
De CD-ROM bevat software van externe leveranciers. Wanneer er een afzonderlijke over-
eenkomst bestaat voor de software van een externe leverancier, zijn de bepalingen van een
dergelijk afzonderlijke overeenkomst van toepassing op het gebruik van deze software van
derden en hebben deze voorrang op de bepalingen in deze Overeenkomst.
1. De nities.
(a) "Media" is de CD-ROM met de naam "Software for FinePix" die bij deze Overeenkomst
wordt geleverd.
(b) "Software" is de software die op deze Media is vastgelegd.
(c) "Documentatie" is de handleiding van de Software en overige gedrukte materialen die
bij de Media worden geleverd.
(d) "Product" is de combinatie van Media (inclusief Software) en Documentatie.
2. Gebruik van software.
FUJIFILM verleent u een niet-overdraagbare, niet-exclusieve licentie:
(a) om één exemplaar van de Software op één computer te installeren in binaire uitvoer-
bare vorm;
(b)
om de Software te gebruiken op de computer waarop de Software is geïnstalleerd; en
(c) om één back-up van de Software te maken.
3. Beperkingen.
3.1
U mag de Software, Media of Documentatie niet volledig of gedeeltelijk distribueren, lea-
sen, verhuren of op andere wijze overdragen aan derden zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van FUJIFILM. U mag de rechten die door FUJIFILM in deze overeenkomst zijn
verleend, niet volledig of gedeeltelijk overdragen, toewijzen of op andere wijze overdragen
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van FUJIFILM.
3.2 U mag de Software of Documentatie niet volledig of gedeeltelijk kopiëren of verveel-
voudigen, tenzij dit hieronder uitdrukkelijk door FUJIFILM wordt toegestaan.
3.3 De Software of Documentatie mag niet gewijzigd, aangepast of vertaald worden. U
mag de copyrightbepalingen en andere eigendomsbepalingen die op of in de Soft-
ware of Documentatie worden weergegeven, niet wijzigen of verwijderen.
3.4 U mag de Software niet onderwerpen aan reverse-engineering, decompileren of disas-
sembleren of dit door derden laten uitvoeren.
4. Eigendom.
Alle auteursrechten en andere eigendomsrechten van de Software en Documentatie zijn
eigendom van en worden behouden door FUJIFILM of derden, zoals wordt vermeld in de
Software of Documentatie. Niets uit deze Overeenkomst mag, expliciet of impliciet, wor-
den beschouwd als de overdracht van enig recht, licentie of titel aan u, behalve wanneer
deze expliciet onder deze Overeenkomst aan u worden toegekend.
5. Beperkte garantie.
FUJIFILM garandeert u dat de Media vrij is van materiaal- en constructiefouten gedurende
negentig (90) dagen bij normaal gebruik, vanaf de ontvangstdatum van de Media. Als de
Media niet aan de genoemde garantie voldoet, vervangt FUJIFILM de defecte Media door
Media die geen fouten bevat. De gehele aansprakelijkheid van FUJIFILM en uw exclusieve
oplossing met betrekking tot een defect van de Media wordt expliciet beperkt tot de ver-
vanging van de Media door FUJIFILM, zoals hierin is bepaald.
6. VRIJWARING VAN GARANTIE.
BEHALVE DAAR WAAR VERMELD IN SECTIE 5 VAN DEZE OVEREENKOMST, LEVERT FUJIFILM
HET PRODUCT "ZOALS HET IS" EN ZONDER EXPLICIETE OF IMPLICIETE GARANTIE. FUJIFILM
WIJST ELKE VORM VAN GARANTIE AF, HETZIJ UITDRUKKELIJK, HETZIJ IMPLICIET, HETZIJ WET-
TELIJK, MET BETREKKING TOT ENIGE ANDERE KWESTIE, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR
NIET BEPERKT TOT GARANTIES DAT DE SOFTWARE NIET INBREUKMAKEND IS OP AUTEURS-
RECHTEN, PATENTEN, HANDELSGEHEIMEN OF ANDERE EIGENDOMSRECHTEN VAN DERDEN,
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
7. AANSPRAKELIJKHEIDSBEPERKING.
FUJIFILM KAN IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR ENIGE ALGEMENE,
SPECIALE, DIRECTE, INDIRECTE OF INCIDENTELE SCHADE, GEVOLGSCHADE OF ANDERE
SCHADE (WAARONDER SCHADE DOOR WINSTDERVING OF SCHADE DOOR VERLIES VAN
FINANCIELE MIDDELEN), DIE IS ONTSTAAN DOOR HET GEBRUIKEN OF HET NIET KUNNEN
GEBRUIKEN VAN HET PRODUCT, ZELFS ALS FUJIFILM IS INGELICHT OVER DE MOGELIJKHEID
VAN DERGELIJKE SCHADE.
8. Geen uitvoer.
U erkent dat de Software of een deel hiervan niet mag worden overgedragen of uitgevoerd
naar een land of worden gebruikt op een wijze waarmee de exportwetgeving en -regelingen
waaraan de Software is onderworpen, worden geschonden.
9. Beëindiging.
Als u een van de voorwaarden en bepalingen in deze Overeenkomst schendt, heeft
FUJIFILM het recht om deze Overeenkomst onmiddellijk en zonder enige kennisgeving te
beëindigen.
10
. Termijn.
Deze Overeenkomst is geldig tot de datum waarop u stopt met het gebruik van de Software,
tenzij een eerdere datum is bepaald, overeenkomstig Sectie 9 van deze Overeenkomst.
11
. Verplichting na beëindiging.
Na het beëindigen of verstrijken van deze Overeenkomst moet u, op eigen verantwoordelijk-
heid en kosten, alle Software (inclusief kopieën), Media en Documentatie onmiddellijk wissen
en/of vernietigen.
12
. Geldende jurisdictie.
Op deze Overeenkomst is de wetgeving van Japan van toepassing.
1

Hulp nodig? Stel uw vraag in het forum

Spelregels
1

Forum

Fujifilm-FinePix-S1500
6

Misbruik melden

Gebruikershandleiding.com neemt misbruik van zijn services uitermate serieus. U kunt hieronder aangeven waarom deze vraag ongepast is. Wij controleren de vraag en zonodig wordt deze verwijderd.

Product:

Bijvoorbeeld antisemitische inhoud, racistische inhoud, of materiaal dat gewelddadige fysieke handelingen tot gevolg kan hebben.

Bijvoorbeeld een creditcardnummer, een persoonlijk identificatienummer, of een geheim adres. E-mailadressen en volledige namen worden niet als privégegevens beschouwd.

Spelregels forum

Om tot zinvolle vragen te komen hanteren wij de volgende spelregels:

Belangrijk! Als er een antwoord wordt gegeven op uw vraag, dan is het voor de gever van het antwoord nuttig om te weten als u er wel (of niet) mee geholpen bent! Wij vragen u dus ook te reageren op een antwoord.

Belangrijk! Antwoorden worden ook per e-mail naar abonnees gestuurd. Laat uw emailadres achter op deze site, zodat u op de hoogte blijft. U krijgt dan ook andere vragen en antwoorden te zien.

Abonneren

Abonneer u voor het ontvangen van emails voor uw Fujifilm FinePix S1500 bij:


U ontvangt een email met instructies om u voor één of beide opties in te schrijven.


Ontvang uw handleiding per email

Vul uw emailadres in en ontvang de handleiding van Fujifilm FinePix S1500 in de taal/talen: Nederlands als bijlage per email.

De handleiding is 27,92 mb groot.

 

U ontvangt de handleiding per email binnen enkele minuten. Als u geen email heeft ontvangen, dan heeft u waarschijnlijk een verkeerd emailadres ingevuld of is uw mailbox te vol. Daarnaast kan het zijn dat uw internetprovider een maximum heeft aan de grootte per email. Omdat hier een handleiding wordt meegestuurd, kan het voorkomen dat de email groter is dan toegestaan bij uw provider.

Stel vragen via chat aan uw handleiding

Stel uw vraag over deze PDF

Andere handleiding(en) van Fujifilm FinePix S1500

Fujifilm FinePix S1500 Gebruiksaanwijzing - Deutsch - 132 pagina's

Fujifilm FinePix S1500 Gebruiksaanwijzing - English - 132 pagina's


Uw handleiding is per email verstuurd. Controleer uw email

Als u niet binnen een kwartier uw email met handleiding ontvangen heeft, kan het zijn dat u een verkeerd emailadres heeft ingevuld of dat uw emailprovider een maximum grootte per email heeft ingesteld die kleiner is dan de grootte van de handleiding.

Er is een email naar u verstuurd om uw inschrijving definitief te maken.

Controleer uw email en volg de aanwijzingen op om uw inschrijving definitief te maken

U heeft geen emailadres opgegeven

Als u de handleiding per email wilt ontvangen, vul dan een geldig emailadres in.

Uw vraag is op deze pagina toegevoegd

Wilt u een email ontvangen bij een antwoord en/of nieuwe vragen? Vul dan hier uw emailadres in.



Info