123
STORINGEN OPHEFFEN
Probleem Oorzaak Remedie
Bij het fotograferen kan * De functieknop staat in een verkeerde stand. * Zet de functieknop in de juiste stand.
de flitser niet worden * De flitser staat in de stand Flitser uit * Klap de flitser op. Bij sommige functies kan de
gebruikt. (de flitskop is gesloten). flitser niet worden gebruikt (zie blz. 41). Kies een
functie in waarbij de flitser wel kan worden
gebruikt.
* Ontspanknop ingedrukt terwijl de flitser * Wacht tot de flitser zich heeft opgeladen voordat
bezig was zich op te laden. u de ontspanknop indrukt.
De flitser wordt niet geladen. * Geen compatibel SmartMedia™- * Zet een nieuw SmartMedia™-kaartje in de
kaartje in de camera gezet. camera, wis een opname of hef de wisbeveiliging
op.
* De camera staat in de stand Flitser uit. * Zet de camera in de stand Autoflitsen, Onder-
drukken van rode ogen of op Invulflitsen.
* De camera staat in de stand Macro. * Schakel de Macro-functie uit.
* Batterij uitgeput. * Vervang de batterij door een volledig geladen
batterij.
Het weergegeven beeld is * Het onderwerp is te ver weg. * Ga dichter op het onderwerp toe.
te donker, ook van geflitste * U hield uw vinger voor de lens. * Houd de camera op de juiste wijze vast.
opnamen.
Het weergegeven beeld * De lens is vuil. * Maak de lens schoon.
is wazig. * De lens is naar tele gezoomd terwijl * Schakel de Macro-functie uit.
de camera is ingesteld op Macro.
Formatteren van het Smart- * Het SmartMedia™-kaartje is beveiligd * Hef de wisbeveiliging op (verwijder de
Media™-kaartje lukt niet. tegen wissen (overschrijven). wisbeveiligingssticker).
Alle opnamen wissen * De opnamen zijn beveiligd. * Hef de wisbeveiliging op.
lukt niet.