31
In een opname zoals deze staat het onderwerp (de beide
personen in dit geval) buiten het autofocuskader. Als u nu uw
opname maakt, wordt het onderwerp onscherp afgebeeld.
!! Zorg ervoor dat de Scherpstel functieschakelaar in de stand "AF"
staat.
AF (Autofocusgeheugen) en AE (Autobelichtings-
geheugen)
Drukt u de ontspanknop van de FinePix 6900 ZOOM half in,
dan worden scherpstelling en gemeten belichting
vastgehouden (AF- en AE-geheugen). Wilt u scherpstellen
op een onderwerp dat niet in het midden van het beeld-
kader staat, of wilt u de beeldcompositie wijzigen nadat de
belichting is ingesteld, dan kunt u met het Autofocus-en het
Autobelichtingsgeheugen toch goede resultaten verkrijgen.
Richt de camera enigszins opzij, zodat een van de
onderwerpen het autofocuskader vult.
Als u niet kunt scherpstellen en het AF/AE geheugen
een niet juist belichte opname tot gevolg heeft.
• Richt de camera zo dat het onderwerp in het AF kader te
zien is en pas het AE geheugen toe (zie blz.56). Richt het AF
kader op een onderwerp dat zich op ongeveer dezelfde
afstand bevindt en druk de ontspanknop half in. Richt de
camera, terwijl u de ontspantoets half ingedrukt houdt,
zodanig dat de compositie naar wens is en maak de
opname.
FOTOGRAFEREN MET HET AF- EN AE-GEHEUGEN
21