AF/AE Lock
Wordt de ontspanknop half ingedrukt, dan worden de
schepstelling en de gemeten belichting vastgehouden
(AF en AE Lock). Om scherp te stellen op een onder-
werp dat niet in het autofocuskader staat of wanneer u
de beeldcompositie wilt wijzigen nadat de belichting is
ingesteld, kiest u de gewenste beeldcompositie nadat
scherpstelling en gemeten belichting zijn vergrendeld.
Automatische uitschakeling
Wordt de camera op de een of andere manier geduren-
de 15 s. niet gebruikt, dan schakelt de camera voorzie-
ningen zoals de LCD-monitor uit (sluimerstand). Dat
voorkomt dat de batterijen uitgeput raken en onnodig
energieverbruik als de camera op de lichtnetadapter is
aangesloten. Wordt de camera ook daarna niet ge-
bruikt, dan schakelt de automatische camera-uitscha-
keling de camera helemaal uit. De tijd waarna dat
gebeurt, kunt u instellen op 2 of 5 min.
* De Automatische camera-uitschakeling werkt niet
als de camera op de PC is aangesloten, tijdens
automatisch weergave of wanneer de functie tijdens
instellen van de camera is gedeactiveerd.
DPOF
DPOF (Digital Print Order Format = Afdrukken digitaal
bestellen) is een functie waarmee informatie kan worden
vastgelegd op een opslagmedium (geheugenkaartjes,
enz.) en waarmee u kunt specificeren welke van de met
de digitale camera gemaakte opnamen moeten worden
afgedrukt, met daarbij het aantal afdrukken van elke op-
name.
EV
EV (Exposure Value = belichtingswaarde) is een eenheid
die de belichting aangeeft. De EV wordt bepaald door
de helderheid van het onderwerp en gevoeligheid van
de film of van de CCD. Het getal is groter voor heldere
onderwerpen en kleiner voor donkere onderwerpen.
Verandert de helderheid van het onderwerp, dan houdt
een digitale camera de hoeveelheid licht die op de CCD
binnenvalt op een constant niveau door diafragma en
sluitertijd bij te stellen. Verdubbelt de hoeveelheid licht
die op de CCD binnenvalt dan neemt de EV toe met 1
(één). Op dezelfde wijze neemt de EV af met 1 als de
hoeveelheid binnenvallend licht wordt gehalveerd.
JPEG
JPEG (Joint Photographics Experts Group) is een be-
standstype voor het comprimeren en opslaan van kleu-
renbeelden. De compressiefactor is instelbaar, maar
hoe groter de compressiefactor, hoe minder de kwaliteit
van het vergrote beeld.
Motion JPEG
Het bestandstype AVI (Audio Video Interleave) dat beeld
en geluid als één bestand behandelt. Beelden in het be-
stand worden opgeslagen in het bestandstype JPEG.
Motion JPEG kan worden afgespeeld met QuickTime
3.0 of later.
PC-kaart
Een algemene benaming voor kaarten die voldoen aan
de norm voor PC-kaarten.
PC-kaartnorm
Een door de PCMCIA gedefinieerde norm voor PC-
kaarten.
PCMCIA
Personal Computer Memory Card International
Association (USA).
WAVE:
Dit is het standaard bestandstype van Windows voor
het opslaan van geluid. De bestandsextensie is "WAV"
en het materiaal zelf wordt opgeslagen als PCM of als
een gecomprimeerde opname. Deze camera werkt vol-
gens het PCM-systeem.
De bestanden kunnen als volgt worden afgespeeld:
Windows: Gebruikt de met het besturingssysteem
geleverde accessoires (MediaPlayer en
SoundRecorder).
Macintosh: Gebruikt de met het besturingssysteem
geleverde accessoires (SimpleText en
QuickTime).
Witbalans:
Wanneer de helderheid van het licht verandert, past het
menselijk oog zich zo aan dat een wit object er nog
steeds wit uitziet. Apparaten zoals digitale camera's
daarentegen zien een wit object pas als wit als eerst de
witbalans is aangepast aan de kleur van het heersende
licht. Dit wordt "aanpassen van de witbalans" genoemd.
Een functie die de witbalans automatisch aanpast,
wordt Automatische witbalans genoemd.
126
VERKLARENDE WOORDENLIJST