• A en B stellen geformatteerde
SmartMedia™-kaartjes voor.
Zet u deze functie in de stand "CONT", dan
vergemakkelijkt dat het organiseren van het
beeldbestand, omdat u er bij het opslaan van
opnamen in een personal computer dubbele
bestandsnamen mee voorkomt.
RENEW Op elk SmartMedia™-kaartje wor-
den de opnamen opgeslagen te
beginnen met bestandsnummer
"0001".
CONT De opnamen worden opgeslagen te
beginnen vanaf het hoogste opge-
slagen nummer op het laatst
gebruikte SmartMedia™-kaartje.
!
!
Bevat het SmartMedia™-kaartje al opnamen met
bestandsnummers hoger dan het hoogste
bestandsnummer op het laatst gebruikte Smart-
Media™-kaartje, dan worden de opnamen opge-
slagen te beginnen vanaf het hoogste bestands-
nummer op het huidige SmartMedia™-kaartje.
Het bestandsnummer 1 kunt u controleren
door het beeld te bekijken. De laatste 4 cijfers
van het 7-cijferige getal in de rechterbovenhoek
van het scherm vormen het beeldnummer 3 en
de eerste 3 cijfers het directory-nummer 2.
!
!
Om het SmartMedia™-kaartje te verwisselen,
schakelt u altijd eerst de camera uit voordat u het
klepje over de kaartsleuf opent. Opent u het klepje
zonder de camera uit te schakelen, dan werkt het
beeldnummergeheugen niet.
!
!
De bestandsnummers lopen van 0001 t/m 9999.
Als het aantal 9999 wordt overschreden, wordt
het directory-nummer met 1 (één) verhoogd. Het
maximale aantal is derhalve: 999-9999.
!
!
Schakelt u de beeldnummerfunctie RENEW in,
dan wordt het hoogste door de functie opgesla-
gen bestandsnummer hersteld.
!
!
Het weergegeven beeldnummer kan verschillen
van dat van opnamen die werden gemaakt met
andere camera's.
!
!
Gebruik van "RESET ALL" herstelt het laatst
ingestelde bestandsnummer.
100
BEELDNUMMERGEHEUGEN
SET-UP