Met deze optie specificeert u of het gefotogra-
feerde beeld nadat u een opname heeft ge-
maakt wel of niet wordt weergegeven.
OFF: Het gefotografeerde beeld wordt,
zonder het weer te geven, auto-
matisch opgeslagen.
POSTVIEW: Het gefotografeerd beeld wordt
gedurende ± 2 s. getoond en
wordt daarna automatisch opge-
slagen.
PREVIEW: Het gefotografeerde beeld wordt
weergegeven waarna u kunt kie-
zen of u het beeld wilt opslaan of
niet.
U kunt ook controlebeeld en op-
geslagen beelden kiezen.
• Druk op de "MENU/OK"-knop
om het beeld op te slaan.
• Druk op "BACK" om het beeld
te laten vervallen.
!
!
Bij repeterende opnamen, automatische proef-
belichting of meervoudige belichting is altijd de
optie Controlebeeld in gebruik, ongeacht de hier
gemaakte instelling.
Inzoomen op het controlebeeld
Om het beeld tot in details te kunnen controle-
ren, kunt u het controlebeeld vergroten.
1
Druk op "a" of "b" om in- of uit te zoomen.
2
Druk op de "DISP"-knop.
3
Zoom met "ab" en "dc" in op ver-
schillende delen van het beeld.
4
Druk opnieuw op de "DISP"-knop om naar
het gezoomde beeld terug te keren.
!
!
Uitsneden uit het controlebeeld worden niet opge-
slagen.
!
!
De werkwijze is dezelfde als voor gezoomde
weergave (zie blz. 36).
96
WEERGAVE VAN HET BEELD INSTELLEN
SET-UP
1
42 3