7
De temperatuur in de vriezer is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar
ook van de omgevingstemperatuur, vaak openen van
de deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op de hoogste stand (bijv. tijdens een hittegolf)
werkt de compressor continu. Dit heeft geen
negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje
nat maakt, gaat het invriezen sneller.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden en
het dan iets te verdraaien.
Invriezen
Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd
goed voorbereid te worden.
Draai voordat u gaat invriezen de snelvriesschakelaar
rechtsom (het gele lampje gaat branden). Doe dat bij
kleine hoeveelheden 4 uur van te voren, bij grote
hoeveelheden 24 uur van te voren. De compressor
werkt dan continu om de noodzakelijke temperatuur
voor invriezen te bereiken.
Zet de levensmiddelen in het apparaat en laat het
ongeveer 24 uur op de snelvriesstand staan.
Draai daarna de snelvriesschakelaar weer linksom
(het gele lampje gaat uit).
De ijslade is geschikt om klein fruit (aardbeien,
frambozen, bessen enz.) in te vriezen. Leg het fruit in
dunne lagen zonder verpakking op de ijslade. Na het
invriezen kunt u het fruit verpakken en in de
bewaarvakken leggen.
Bewaren
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het
beste naar de bewaarvakken verplaatsen, zodat u
weer ruimte hebt in het invriesvak.
Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op
reeds ingevroren producten.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het
apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U
vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Controleer elke dag even of het apparaat goed
functioneert. Zo constateert u evt. storingen
tijdig.
Praktische informatie
Na openen en sluiten van de deur van de vriezer
ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van
de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur
weer kunt openen.
Stel de vriezer zodanig in dat de binnentemperatuur
nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge
temperaturen bederven de diepvriesproducten.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast
een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie hebben.
Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje
of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Zorg ervoor dat nog in te vriezen levensmiddelen
niet in aanraking komen met reeds ingevroren
levensmiddelen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet
langer open staan dan nodig is.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen
met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid
worden. Uit het oogpunt van milieubescherming
moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens
de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar
de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor
dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool zijn geschikt
voor recycling.