OPMERKING OVER HET INSTALLEREN VAN DE
AFVOERPIJP
• Wanneer u een verlengde afvoerpijp gebruikt,
voorzie de verbinding binnenshuis dan van een
stuk beschermende buis om te voorkomen dat ze
kan worden losgetrokken.
• De afvoerpijp moet aflopen onder een helling van
ten minste 1/100 om te voorkomen dat het water
terug de airconditioner inloopt.
• Bevestig de buis elke 1-1,5m (39--59”) om
doorhangen te voorkomen.
• Indien de uitgang van de afvoerpijp zich op een
hoger punt bevindt dan het afvoerpunt op het
toestel, breng dan een hoogteoverbrugging aan
direct voorbij het afvoerpunt van het
binnentoestel. Dit overbruggingsstuk mag niet tot
meer dan 75cm (29.5”) boven de
plafondbedekking reiken en tot niet meer dan
30cm (11.8”) boven het afvoerpunt van het toestel
(afhankelijk van het model).
Onjuiste installatie kan ertoe leiden dat het water
terug het toestel in stroomt.
• Om luchtbellen te voorkomen, dient u de
afvoerpijp waterpas te houden, ofwel licht
omhoog gekanteld (<75mm / 3’’) (sommige
Modellen).
Steek de afvoerpijp door het gat in de muur.
Zorg ervoor dat het water wordt afgevoerd naar een
veilige plek waar het niet kan leiden tot waterschade
of uitglijden.
OPMERKING: De mond van de afvoerbuis dient zich
ten minste 5cm (1.9”) boven de grond te bevinden.
Indien ze de grond raakt, zou het toestel kunnen
blokkeren en slecht functioneren. Indien u het water
direct afvoert in het riool, plaats dan in de buis een
U- of S-stuk om te vermijden dat nare luchtjes het
huis binnendringen.
Installeren van de kanaalinstallatieplaat (indien
bijgeleverd)
1. Bevestig de warmteconnector (niet bijgeleverd) aan
het bedradingsgat van de kanaalinstallatieplaat.
2. Bevestig de kanaalinstallatieplaat op de behuizing
van het toestel.