Wanneer het systeem actief is, blijft de auto
nadat u het rempedaal hebt losgelaten
twee tot drie seconden op de helling
stilstaan. Hierdoor heeft u tijd om uw voet
van het rempedaal naar het gaspedaal te
verplaatsen. De remmen worden
automatisch gelost zodra de motor
voldoende vermogen heeft opgebouwd om
weg te rijden. Zo wordt voorkomen dat de
auto op een helling kan terugrollen.
Het systeem in- en uitschakelen
N.B.: Het systeem kan alleen worden uit- en
ingeschakeld wanneer de auto over een
handgeschakelde versnellingsbak beschikt.
N.B.: Het systeem wordt niet automatisch
ingeschakeld telkens wanneer u het contact
inschakelt.
Uw auto wordt geleverd met ingeschakeld
systeem. Indien gewenst kunt u deze functie
uitschakelen met behulp van het
informatiedisplay.
PARKEERREM
N.B.: Wordt de auto met de voorzijde naar
boven wijzend op een helling geparkeerd,
draai dan het stuur van de stoeprand
vandaan.
N.B.: Wordt de auto met de voorzijde naar
beneden wijzend op een helling geparkeerd,
draai het stuur dan naar de stoeprand toe.
N.B.: Druk de ontgrendelknop tijdens het
aantrekken niet in.
De handrem inschakelen:
1. Druk het rempedaal krachtig in.
2. Trek de handremhendel volledig
omhoog.
De handrem lossen:
1. Druk het rempedaal stevig in.
2. Trek de hendel enigszins omhoog
3. Druk op de ontgrendelknop en druk de
hendel naar beneden.
PARKEERHULP
WAARSCHUWING
Raadpleeg uw eigen Handleiding voor
alle waarschuwingen onder "Let op".
Het systeem waarschuwt u voor obstakels
binnen een bepaald bereik van de bumper.
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u het contact
inschakelt. Het systeem wordt geactiveerd
wanneer u op de parkeerhulpknop drukt of
de keuzehendel van de transmissie in stand
R (achteruit) zet en uw rijsnelheid lager is
dan 16 km/u).
Het dekkingsgebied is 80
centimeter vanaf de voorzijde van
de auto, 183 centimeter vanaf de
achterbumper en circa 15–35
centimeter aam de zijkanten van
de voorzijde van de auto.
A
10