5. Selecteer, om de tijd in te stellen
waarop de auto moet zijn verwarmd,
de tijd aan de bovenzijde van het
display en druk op de rechter
pijltjestoets.
6.
Druk op de OK toets en de uren
knipperen. Voer met behulp van de
op en neer pijltjestoetsen de
individuele instellingen in en ga met de
linker en rechter pijltjestoetsen naar
de volgende of de vorige instelling.
7. Wanneer alle instellingen zijn
ingevoerd, drukt u nogmaals op de
OK toets om de keuze te bevestigen.
U kunt met de functie Program 2 een
tweede cyclus invoeren, bijvoorbeeld
verschillende tijden op verschillende
dagen of twee tijden op dezelfde dag. De
procedure van programmeren is
hetzelfde voor de functie Program 1.
De functie One-Time
programmeren
1.
Selecteer One-Time en druk op de
rechter pijltjestoets.
2.
Druk op de OK toets en de uren
knipperen. Voer met behulp van de
op en neer pijltjestoetsen de
individuele instellingen in en ga met de
linker en rechter pijltjestoetsen naar
de volgende of de vorige instelling.
3. Wanneer alle instellingen zijn
ingevoerd, drukt u nogmaals op de
OK toets om de keuze te bevestigen.
Nu inschakelen
Selecteer Active now en druk op de OK
toets. In het vak naast de functie verschijnt
een kruis om aan te duiden dat de
verwarming is geactiveerd.
Selecteer, om de verwarming uit te
schakelen, Active now en druk
nogmaals op de OK toets.
Starten op afstand
De standverwarming kan worden in- en
uitgeschakeld op een afstand van
maximaal 500 meter met behulp van de
meegeleverde afstandsbediening. De
afstand kan variëren afhankelijk van
plaatselijke omstandigheden, soort terrein
en de staat van de batterij. De
afstandsbediening geeft aan of het signaal
al dan niet is ontvangen. De
standverwarming werkt gedurende
maximaal 30 minuten.
N.B.:
De verwarming werkt, afhankelijk
van de omgevingstemperatuur, tussen
10 en 30 minuten. Het interieur koelt af na
het verstrijken van de
verwarmingsperiode; daarom wordt
starten op afstand bij meer dan 30
minuten voor het rijden afgeraden.
133
Klimaatregeling