OntgrendelenA
VergrendelenB
Achterklep ontgrendelenC
Druk de ontgrendeltoets eenmaal in om
de auto te ontgrendelen. Zie
Programmeren van de
afstandsbediening (bladzijde 29).
Druk de ontgrendelknop in en houd hem
drie seconden ingedrukt om de auto te
ontgrendelen en de ruiten te openen
(integraal openen)*.
Druk eenmaal op de vergrendelknop om
de centrale vergrendeling en de
alarminstallatie in te schakelen.
Druk binnen drie seconden tweemaal op
de vergrendelkop om het dubbel
vergrendelingssysteem en de
interieursensoren te activeren.
Druk de vergrendelingstoets in en houd
hem drie seconden ingedrukt om de auto
vergrendelen en de ruiten te sluiten
(integraal sluiten)*.
Druk binnen drie seconden tweemaal op
de ontgrendelknop van de achterklep om
de bagageruimte te ontgrendelen.
Houd de ontgrendelknop van de achterklep
ingedrukt om de bovenste achterklep te
ontgrendelen.
* alleen in combinatie met vier elektrisch
bediende ruiten.
Achterklep openen
Druk op schakelaar A om de primaire
achterklep te openen. Het
bestuurdersportier moet zijn ontgrendeld.
Druk op schakelaar B om de bovenste
achterklep te openen.
Zie Vergrendelen en ontgrendelen
(bladzijde 31).
13
In één oogopslag