38
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 34 kunt u de
ruitenwissers/-sproeiers en
achterruitwisser/-sproeier bedienen.
RUITENWISSERS/ -SPROEIERS
De functie kan alleen werken met het
contactslot in de stand MAR.
De hendel kan in vijf verschillende
standen worden gezet (4
snelheidsniveaus):
A ruitenwissers uitgeschakeld.
B wissen met interval.
C langzaam continu wissen.
D snel continu wissen.
E tussenslag (onvergrendelde stand).
De functie “tijdelijk snel wissen” blijft
ingeschakeld zolang de hendel in deze
stand wordt gehouden. Als u de hendel
loslaat, springt deze direct weer in stand
A en schakelen de ruitenwissers
automatisch uit.
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de
ruitensproeiers in.
Als u de hendel aangetrokken houdt,
dan worden in één beweging de
ruitenwissers/-sproeiers ingeschakeld;
de ruitenwissers schakelen automatisch
in als u de hendel langer dan een halve
seconde aangetrokken houdt.
De ruitenwissers blijven nog enkele
slagen werken, nadat u de hendel heeft
losgelaten; na enkele seconden volgt
nog een extra “reinigingsslag”.
“FOLLOW ME HOME”
Met dit systeem kan de ruimte vóór de
auto een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de
contactsleutel in stand STOP te
draaien of uit te nemen en de linker
hendel binnen 2 minuten na het
uitzetten van de motor naar het stuur
te trekken.
Telkens als de hendel wordt bediend
wordt de verlichtingsduur met
30 seconden verlengd, tot maximaal
210 seconden; na afloop van deze
periode wordt de verlichting
automatisch uitgeschakeld.
Elke keer als de hendel wordt bediend
gaat het waarschuwingslampje
3
op
het instrumentenpaneel branden en
verschijnt op het display de resterende
tijd die de functie actief blijft.
Het lampje gaat branden als de hendel
voor het eerst bediend wordt en blijft
branden totdat de functie automatisch
wordt uitgeschakeld. Telkens als de
hendel wordt bediend, wordt alleen de
inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.
KA00111m
fig. 34
Gebruik de ruitenwissers
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de voorruit te
verwijderen. In die
omstandigheden grijpt, als de
ruitenwissers te zwaar worden belast,
de beveiliging in, die ervoor zorgt dat
de ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld.
Als hierna de werking niet wordt
hervat, wendt u dan tot het Ford
Servicenetwerk.