KA00128m
De set afb. 9 bevat:
A Sticker
B Een spuitbus met afdichtvloeistof
C Een vulslang
D Fleshouder
E Manometer
F Connector met kabel
G Compressorschakelaar
H Slang reparatieset
I Overdrukventiel
1. Verwijder de bandenreparatieset uit
de verpakking.
2. Verwijder de sticker A die de
maximumsnelheid van 80 km/h
aangeeft van de fles en bevestig hem op
het instrumentenpaneel op een voor
de bestuurder goed zichtbare plaats.
Zorg dat de sticker geen belangrijke
informatie aan het zicht onttrekt.
3. Neem de slang H met
overdrukventiel I en de connector
met kabel F uit de set.
4. Sluit de slang H met het
overdrukventiel I aan op de fles B.
5. Bevestig de fles B in de fleshouder D.
6. Verwijder het ventieldopje van de
beschadigde band.
7. Draai de fles met afdichtvloeistof C
stevig op het ventiel van de
beschadigde band.
8. Zorg dat de compressorschakeaar G
in stand 0 staat.
9. Steek de stekker F in de
aanstekeraansluiting of een
aansluitbus.
10. Start de motor.
11. Zet de compressorschakelaar G in
de stand 1.
12. Pomp de band niet langer dan 10
minuten op met een spanning van
minimaal 1,8 bar en maximaal 3,5
bar. Zet de compressorschakelaar
G in stand 0 en controleer de huidige
bandenspanning met behulp van
manometer E.
Aanwijzing Ga niet door wanneer er
geen spanning van 1,8 bar
wordt bereikt.
Aanwijzing Wanneer de
afdichtvloeistof door het ventiel wordt
gepompt, kan de spanning stijgen tot 6
bar, maar deze zal na ongeveer 30
seconden weer dalen.