94
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWIN
GSLAMPJES EN
MELDINGEN
❒ Als de auto onder zware
rijomstandigheden wordt
gebruikt (bijvoorbeeld
bergopwaarts rijden met een
aanhanger of met een zwaar beladen
auto): verlaag de snelheid en stop de
auto als het waarschuwingslampje
blijft branden. Wacht 2 of 3 minuten
en laat de motor lopen. Geef iets
gas voor een betere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het
koelvloeistofniveau zoals hierboven
beschreven.
BELANGRIJK Bij zware
rijomstandigheden is het raadzaam de
motor enkele minuten te laten draaien
en iets gas te geven voordat u de motor
uitzet.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt er een
melding op het display.
ACCU NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als de contactsleutel in stand MAR
wordt gezet, gaat het
waarschuwingslampje branden. Dit moet
doven zodra de motor wordt gestart
(als de motor stationair draait, kan het
even duren voordat het
waarschuwingslampje dooft).
Neem onmiddellijk contact op met de
Ford-dealer als het waarschuwingslampje
blijft branden.
w
STORING IN ABS (geel)
Als de contactsleutel in stand
MAR wordt gezet, gaat het
waarschuwingslampje enkele
seconden branden en vervolgens uit.
Het waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het systeem defect is of niet
beschikbaar is. In dat geval blijft het
remsysteem normaal werken, maar
zonder de mogelijkheden van het ABS.
Rijd voorzichtig verder en ga zo snel
mogelijk naar een Ford-dealer.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt er een
melding op het display.
>
STORING IN
EBD (rood)
(geel)
Als bij een draaiende motor de
waarschuwingslampjes
x en >
gaan
branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet
beschikbaar. In dat geval kunnen de
achterwielen bij hard remmen
vroegtijdig blokkeren, waardoor de auto
in een slip kan raken. Rijd voorzichtig
naar de dichtstbijzijnde Ford-dealer om
het systeem te laten controleren.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt er een
melding op het display.
x
>
TE LAGE
MOTOROLIEDRUK (rood)
OLIEKWALITEIT
ONVOLDOENDE
(Duratorq-uitvoeringen met
DPF - rood)
Te lage motoroliedruk
Als de contactsleutel in stand MAR
wordt gezet, gaat het
waarschuwingslampje branden en uit
zodra de motor wordt gestart.
Bij enkele uitvoeringen verschijnt er een
melding op het display.
v
Als het
waarschuwingslampje
v
gaat branden tijdens het rijden (bij
enkele uitvoeringen in combinatie
met een melding op het display),
stop dan onmiddellijk en neem
contact op met uw Ford-dealer.
WAARSCHUWING
Oliekwaliteit onvoldoende
Het waarschuwingslampje gaat
knipperen en er verschijnt een melding
op het display als het systeem
constateert dat de oliekwaliteit
onvoldoende is.
Na de eerste constatering zal het
waarschuwingslampje
v
steeds 3
minuten knipperen en 5 seconden
doven telkens wanneer de motor wordt
gestart, totdat de olie wordt ververst.