32
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
HANDMATIGE
KLIMAATREGELING
(indien van
toepassing)
KNOPPEN afb. 30
A Draaiknop voor luchttemperatuur
(rood-warm / blauw-koud)
B Draaiknop voor aanjagersnelheid en
in-/uitschakelen klimaatregeling.
Druk op de knop om de
klimaatregeling in te schakelen. Het
lampje op de knop gaat branden.
Hiermee kan het interieur snel
worden gekoeld.
C Draaiknop voor luchtrecirculatie
…
– luchtrecirculatie
Ú
– luchttoevoer van buiten
BELANGRIJK Wanneer u in de file of
door tunnels rijdt is het aan te bevelen
om de luchtrecirculatie in te schakelen,
om te voorkomen dat vervuilde lucht
de auto in stroomt. Gebruik deze
functie niet gedurende langere tijd.
Vooral wanneer er zich meerdere
inzittenden in de auto bevinden, kunnen
de ruiten beslaan.
afb. 30
KA00027m
D Draaiknop voor luchtverdeling
μ
gericht op het lichaam en naar de
zijruiten
∑
gericht op het lichaam, naar de
zijruiten en de beenruimte
∂
alleen gericht naar de beenruimte
∏
gericht naar de beenruimte en de
voorruit
-
alleen gericht naar de voorruit
E Knop voor in-/uitschakelen van de
achterruitverwarming.
Als de functie is ingeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje
(
op het
instrumentenpaneel branden
Om de accu te sparen wordt deze
functie na ongeveer 20 minuten
automatisch uitgeschakeld.
F Knop voor in-/uitschakelen van de
achterruitverwarming (alleen
mogelijk met draaiende motor).
Wanneer deze functie is
ingeschakeld, gaat het
waarschuwingslampje A op het
instrumentenpaneel branden.
Om de accu te sparen wordt deze
functie na ongeveer 4 minuten
automatisch uitgeschakeld.