29
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWI
NGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
VERZORGING
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
ALFABETISCHE
INHOUDSOPGAVE
UW AUTO
De buitenspiegels zijn bol,
waardoor de
afstandswaarneming iets wordt
beïnvloed.
WAARSCHUWING
Tijdens het rijden moeten
de spiegels altijd in stand 1
staan.
WAARSCHUWING
afb. 25
KA00022m
BUITENSPIEGELS
BINNENSPIEGEL afb. 25
De binnenspiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme dat ervoor
zorgt dat de spiegel bij een ernstige
aanrijding losschiet. De spiegel kan met
hendel A in twee verschillende standen
worden gezet: de normale stand of de
antiverblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Handmatig verstelbaar afb. 26a
De spiegel kan van binnenuit worden
versteld met hendel A.
Elektrisch verstelbaar afb. 26b
Dit gaat als volgt:
❒
Kies de spiegel met schakelaar B;
❒
Verstel de spiegel met joystick A in
vier richtingen.
afb. 27
KA00116m
Inklappen van de buitenspiegels
afb. 27
De buitenspiegels kunnen vanuit stand 1
in stand 2 worden gezet (ingeklapt),
bijvoorbeeld bij nauwe doorgangen.