WAARSCHUWINGEN
Rijd nooit op een zodanige manier
dat het systeem wordt geactiveerd.
Het systeem is uitsluitend bedoeld
om in noodsituaties te assisteren.
Het systeem waarschuwt u met
gonggeluiden en een visuele
waarschuwing op het informatiedisplay.
Wanneer forward alert is geactiveerd,
verschijnt een rood knipperende
gevarendriehoek op het informatiedisplay.
N.B.:
U kunt de geluidssignalen
uitschakelen met de knoppen op het
stuurwiel. Zie Akoestische
waarschuwingssignalen en
-indicaties (bladzijde 83).
Het systeem werkt niet onder alle rij-,
verkeers-, weers- en
wegomstandigheden.
De radarsensor registreert voertuigen die
in dezelfde richting vóór u rijden. Wanneer
na de eerste waarschuwing de kans op
een aanrijding blijft toenemen, wordt de
ondersteuning van het remsysteem
ingeschakeld. De ondersteuning van het
remsysteem bereidt het remsysteem
voor op snel remmen en de remmen
komen soepel in aangrijping, hetgeen als
een lichte schok kan worden ervaren.
Wanneer het rempedaal voldoende snel
is ingedrukt treden de remmen met volle
kracht in werking, ook al wordt het
rempedaal licht ingedrukt.
LET OP
Waarschuwingen kunnen laat, niet of
onnodig in werking worden gesteld
wanneer de verkeerssituatie ertoe
leidt dat de radarsensor niet accuraat de
voorligger kan registreren. Het systeem
maakt gebruik van dezelfde radarsensor
als de adaptive cruise control (ACC) en
heeft daardoor dezelfde beperkingen.
Zie Werking (bladzijde 168).
N.B.:
U kunt het systeem al dan niet
samen met de ingeschakelde ACC
gebruiken.
Forward alert in-/uitschakelen