Parkeerstand
WAARSCHUWINGEN
Schakel de parkeerstand alleen bij
stilstaande auto in.
Trek voordat u de wagen
verlaat de handrem aan en
schakel de parkeerstand in.
Controleer of de keuzehendel is
vergrendeld.
N.B.:
Een akoestisch
waarschuwingssignaal klinkt wanneer u
het bestuurdersportier opent en de
parkeerstand niet hebt ingeschakeld.
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht en is
de transmissie geblokkeerd. Wanneer de
keuzehendel in deze stand staat, kan de
motor worden gestart.
Achteruit
WAARSCHUWING
Schakel de achteruit alleen bij
stilstaande auto en bij stationair
draaiende motor in.
Neutraal
In deze stand wordt geen kracht op de
aangedreven wielen overgebracht, maar
is de transmissie niet geblokkeerd.
Wanneer de keuzehendel in deze stand
staat, kan de motor worden gestart.
Rijden
Kies rijden om automatisch alle
voorwaartse versnellingen te gebruiken.
Sportmodus en handmatig
schakelen
N.B.:
De transmissie schakelt alleen bij
geschikte rijsnelheden en
motortoerentallen.
N.B.:
Wanneer u de stand S kiest,
schakelt de transmissie eventueel,
afhankelijk van de gaspedaalstand in
verhouding tot de rijsnelheid.
Activeer de sportmodus door de
keuzehendel in de stand S te plaatsen.
De sportmodus blijft actief tot u handmatig
op- of terugschakelt.
Kies handmatig schakelen om handmatig
alle voorwaartse versnellingen te
gebruiken. Druk de keuzehendel naar
voren om terug te schakelen en trek hem
naar achteren om op te schakelen.
Rijmodi
De transmissie kiest een versnelling voor
optimale prestaties, gebaseerd op de
omgevingstemperatuur, het
hellingspercentage van het wegdek, de
belading van de auto en de handelingen
van de bestuurder.
151
Versnellingsbak/transmissie