De buitenspiegel keert in de
oorspronkelijke stand terug:
•
Wanneer de rijsnelheid hoger is dan
10 km/h (6 mph).
•
Ongeveer 10 seconden nadat de
achteruit niet langer is ingeschakeld.
•
Als de schakelaar in stand B wordt
teruggezet.
Wanneer u deze voorziening voor het
eerst gebruikt, kantelt de spiegel in een
in de fabriek ingestelde stand. Deze stand
kan worden aangepast via de volgende
procedure:
1. Zet het contact aan. Start de motor
niet.
2. Selecteer de gewenste buitenspiegel
(A of C).
3. Schakel de achteruit in, de
geselecteerde buitenspiegel keert in
de vooringestelde stand.
4. Stel de spiegel in de gewenste,
gekantelde stand.
5. Schakel de achteruitversnelling uit of
druk op de gewenste
geheugeninsteltoets en houd deze
ingedrukt tot ter bevestiging een
gongsignaal klinkt. Zie
Geheugenfunctie (bladzijde 137).
De instellingen worden automatisch
opgeslagen.
AUTOMATISCH DIMMENDE
SPIEGEL
De automatisch dimmende
achteruitkijkspiegel voorkomt verblinding
door achteropkomend verkeer. Bij
ingeschakelde achteruitversnelling werkt
hij niet.
ACHTERSTE ZIJRUITEN
Handbediende achterste
zijruiten
Openen