N.B.:
Wanneer de koplamp wordt
gemonteerd, let er dan op dat het
onderste bevestigingspunt van de
koplamp goed op zijn plaats komt te
zitten.
N.B.:
Bij het monteren van de koplamp
moet de voorste schroef in de
koplamprand zitten alvorens u deze
aanbrengt.
N.B.:
Zet bij het aanbrengen van de
koplamp eerst de schroef aan de
voorzijde vast en daarna de schroef aan
de achterzijde.
GLOEILAMPENVERVANGEN
WAARSCHUWINGEN
Schakel de verlichting uit en zet het
contact af.
Laat de gloeilamp afkoelen voordat
u deze verwijderd.
Laat Xenon gloeilampen door een
goed opgeleide monteur
vervangen. Er bestaat kans op een
elektrische schok.
LET OP
Raak het glas van de gloeilamp niet
aan.
Breng alleen gloeilampen met het
juiste vermogen aan. Zie
Gloeilampentabel (bladzijde 71).
N.B.:
De volgende instructies beschrijven
hoe de gloeilampen moeten worden
verwijderd. Breng de nieuwe gloeilampen
in omgekeerde volgorde van verwijderen
aan, tenzij anders is voorgeschreven.
Koplamp
N.B.:
Verwijder de kappen om de
gloeilampen te kunnen bereiken.
2. Draai de lamphouder linksom en
verwijder deze.
3. Druk voorzichtig de gloeilamp in de
lamphouder en draai de gloeilamp
linksom. Verwijder de gloeilamp.
61
Verlichting