WERKING
Alarmsysteem
Uw wagen kan zijn uitgerust met één van
de volgende alarminstallaties:
• Perimeter alarminstallatie.
• Perimeter alarminstallatie met
interieursensoren.
• Categorie 1 alarm met
interieursensoren en sirene met
afzonderlijke accu.
Perimeter alarminstallatie
Het perimeter alarm is een afschrikmiddel
voor personen die ongeoorloofd de
portieren en de motorkap proberen te
openen. Het beveiligt ook de
audio-installatie.
Interieursensoren
WAARSCHUWING
De sensoren in de interieurverlichting
mogen niet worden afgedekt.
Schakel het alarm niet in indien zich
personen, dieren of andere bewegende
voorwerpen in de auto bevinden.
Dit sensoren zijn een afschrikmiddel voor
indringers door elke beweging in de auto
met behulp van sensoren te registreren.
Sirene met afzonderlijke accu
De sirene met afzonderlijke accu is een
extra alarmsysteem dat de sirene
inschakelt wanneer het alarm wordt
geactiveerd. Deze wordt direct
ingeschakeld bij het afsluiten van de
wagen. De sirene heeft zijn eigen accu en
wordt ingeschakeld zodra iemand de
accukabels of de accu van de sirene zelf
loskoppelt.
Alarm activeren
Wanneer het alarm is ingeschakeld, kan
het op een van de volgende manieren
worden geactiveerd:
• Wanneer iemand een portier, de
achterklep of de motorkap opent
zonder geldige sleutel of
afstandsbediening.
• Wanneer iemand de audio-installatie
of het navigatiesysteem verwijdert.
• Wanneer het contactslot zonder
geldige sleutel in stand I, II of III wordt
gezet.
• Wanneer de interieursensoren
bewegingen in de wagen registreren.
• Bij wagens met een sirene met
afzonderlijke accu, wanneer iemand de
accukabels of de accu van de sirene
zelf loskoppelt.
Wanneer het alarm is geactiveerd, klinkt
het alarmsignaal gedurende 30 seconden
en knipperen de
waarschuwingsknipperlichten vijf minuten.
Iedere verdere poging om een van
bovenstaande handelingen uit te voeren
activeert het alarm opnieuw.
Volledige en gereduceerde
beveiliging
Volledige beveiliging
Volledige beveiliging is de standaard
instelling.
42
Alarm