WERKING
Airbags
WAARSCHUWINGEN
Wijzig de voorzijde van de auto op
geen enkele wijze. Dit zou nadelige
gevolgen voor het ontvouwen van de
airbags kunnen hebben.
Bijzonder gevaarlijk! Plaats nooit een
kinderzitje achterwaarts op een stoel
waarvóór zich een airbag bevindt!
Draag een veiligheidsgordel en houd
voldoende afstand tussen uzelf en
het stuurwiel. Alleen wanneer de
veiligheidsgordel correct wordt gedragen,
kan deze u in een zodanige positie houden
dat de airbag optimaal kan functioneren.
Zie De juiste zitpositie innemen
(bladzijde 113).
Laat reparaties aan het stuurwiel, de
stuurkolom, stoelen, airbags en
veiligheidsgordel uitvoeren door een
goed opgeleide monteur.
Houd de gebieden voor de airbags
vrij. Breng niets aan op of over de
panelen van de airbags.
Steek geen scherpe voorwerpen in
gebieden waar airbags zijn
gemonteerd. Hierdoor zou de airbags
kunnen beschadigen en nadelige gevolgen
kunnen hebben voor het ontvouwen.
Gebruik stoelhoezen die zijn
ontworpen voor stoelen met
zij-airbags. Laat deze aanbrengen
door een goed opgeleide monteur.
N.B.: Het opblazen van een airbag gaat
gepaard met een luide knal en u ziet een
onschadelijke, poederachtige stofwolk. Dit
is normaal.
N.B.: Reinig de panelen van de airbags met
een vochtige doek.
Voorairbags
De frontairbags en de voorste
gordelspanners treden in werking bij zware
frontale aanrijdingen of bij aanrijdingen
binnen een hoek van maximaal 30 graden
van links of van rechts. De airbags worden
in enkele milliseconden opgeblazen en
stromen weer leeg zodra zij in contact
komen met de lichamen van de
inzittenden, waardoor de voorwaartse
beweging wordt opgevangen. Bij lichte
aanrijdingen, het over de kop slaan van de
auto of bij aanrijdingen van opzij of van
achteren worden de frontairbags niet
geactiveerd.
Zij- en gordijnairbag
Bij aanzienlijke aanrijdingen van opzij
treden alleen de airbags aan de
betreffende zijde en de voorste
gordelspanners in werking. De airbags
worden in enkele milliseconden
opgeblazen en stromen weer leeg zodra
zij in contact komen met de lichamen van
de inzittenden, waardoor zij bescherming
bieden aan het lichaam. De zijairbags en
gordijnairbags worden niet geactiveerd bij
lichte aanrijdingen van opzij, aanrijdingen
van voren of van achteren, of het over de
kop slaan van de auto.
25
Bescherming van inzittenden