131
fig. 143
F0X0123m
fig. 142
F0X0122m
fig. 144
F0X0124m
fig. 145
F0X0125m
DASHBOARDKASTVERLICHTING
fig. 144 (voor bepaalde
versies/markten)
Vervang de buislamp:
– verwijder het lampenglas A door
het ietwat in te drukken en naar
beneden te trekken;
– verwijder de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten;
– maak het lampenglas A vast door
het naar boven te drukken.
ZEKERINGEN
VERVANGEN
Het elektrische systeem wordt
beveiligd door zekeringen: bij een
storing of bij oneigenlijk gebruik van
het systeem brandt de zekering door.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, moet gecontroleerd worden
of de zekering niet is doorgebrand:
de geleidende band A-fig. 145 mag
niet onderbroken zijn.
Als dit wel het geval is, dan moet de
zekering worden vervangen door
een nieuw exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
B intacte zekering.
C zekering met doorgebrande
geleidende band.
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Vervang de buislamp:
– verwijder de hele unit door hem
op de pijl aangegeven punten
fig. 142 los te trekken;
– open de reflector A-fig. 143 en
vervang de buislamp B uit de
zijdelingse veercontacten.