195
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
LAMPJES
EN
BERICHTEN
MISTACHTERLICHT (geel)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden
als het mistachterlicht wordt ingeschakeld.
4
MISTLAMPEN VOOR (groen)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden
als de mistlampen voor worden ingeschakeld.
RICHTINGAANWIJZER LINKS (groen)
(knipperend)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden
als de richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet
of, tegelijkertijd met het lampje van de rechter
richtingaanwijzer, als de drukknop voor de
waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt.
5
R
Lampje op het
instrum.paneel
RICHTINGAANWIJZER RECHTS (groen)
(knipperend)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden
als de richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gezet
of, tegelijkertijd met het lampje van de linker
richtingaanwijzers, als de drukknop voor de
waarschuwingsknipperlichten wordt ingedrukt.
E
Weergave op het instelbare multifunctionele
display