162
VEILIGHEID
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
STARTEN
EN RIJDEN
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voorstoelen.
Om de handrem in te schakelen, moet u de hendel
omhoog trekken. Op een vlakke ondergrond hoort de
auto geblokkeerd te zijn als de handrem vier of vijf
tanden is aangetrokken. Op sterke hellingen en bij een
beladen auto moet de handrem negen of tien tanden
worden aangetrokken.
BELANGRIJK Als dit niet het geval is, laat dan de Fiat-
dealer de handrem afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de contactsleutel
in stand MAR staat, gaat op het instrumentenpaneel
het waarschuwingslampje
x
branden.
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒ zet de motor uit en trek de handrem aan;
❒ schakel een versnelling in (de 1
e
als de weg omhoog
loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet
de voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de
wielen dan met stenen of wiggen. Laat de contactsleu-
tel nooit in stand MAR staan omdat hierdoor de accu
ontlaadt en neem bovendien de sleutel altijd uit het
contactslot als u de auto verlaat.
ATTENTIE
Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. Neem de sleutels altijd uit het con-
tactslot als u de auto verlaat en neem de sleutels mee.