12
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat
op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje
Y
branden.
In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand STOP
en vervolgens in stand MAR te draaien; als de motor
geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de
andere geleverde sleutels. Als de motor dan nog niet
aanslaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie het
hoofdstuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de
Fiat-dealer.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code die in
de regeleenheid van het systeem moet worden
opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels
(maximaal acht) moet u zich tot de Fiat-dealer
wenden.
Als het lampje
Y
tijdens het rijden gaat
branden
❒ Als het lampje
Y
gaat branden, dan betekent dit
dat het systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv. bij
een vermindering van de spanning). Als u het
systeem wilt controleren, moet u de auto stilzetten
en de contactsleutel in stand STOP en vervolgens
opnieuw in stand MAR draaien: als er geen enkele
storing wordt gevonden, gaat het
waarschuwingslampje
Y
niet branden.
❒ Als het waarschuwingslampje
Y
blijft branden,
moet de hiervoor beschreven procedure herhaald
worden en de contactsleutel langer dan 30
seconden in stand STOP worden gezet. Als de
storing blijft bestaan, wendt u dan tot de Fiat-dealer.
❒ Als het waarschuwingslampje
Y
blijft branden,
wordt de code niet herkend. In dat geval moet u de
sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR
draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het
dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als
de motor dan nog niet aanslaat, voer dan zelf een
noodstart uit (zie het hoofdstuk “Noodgevallen”) en
wendt u daarna tot de Fiat-dealer.
Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden.